DE TWEELINGZUSTERS Te Spijkenisse is Dinsdag een boomplantdag gehouden, na afloop waarvan de schooljeugd getracteerd werd Jeugdige belangstelling voor de tentoonstelling van bloembollen in het instituut Wolters te den Haag. De bloembollen werden door de leerlingen zelf gekweekt De nieuwe Braziliaanse!». gezant. Z Exc Pedro de Moraes Barros (midden), heeft Uinsdag aan H M de Koningin ten paleize Huis ten Bosch te den Haag zijn geloofs brieven overhandigd De installatie van den burgemeester van Noorbeek (lden heer J. M A Nahon, heeft Dinsdag plaats gehad Een kranige ruiterschare kondigde den komst van den nieuwen functionaris aan Een .gewichtig" karwei bij de voorbereid^ der groote bloemententoonstelling te Heem! stede. De maquette der lichtmonument,. wordt weggebracht Op het vliegveld Schiphol is de opbouw der constructiewerkplaatsen van de K.L.M. in vollen gang. Een overzicht van het werk Het nieuwe gebouw van het Provinciaal Electrisch Net, dat onder architectuur van ir. H. T. Zwiers in het Kinheimpark te Bloemendaal in aanbouw is, nadert zijn voltooiing en zal waarschijnlijk omstreeks Mei gereed zijn De start voor de .Zugspitzvlucht", die wegens den storm was uitgesteld, had Maandag van het vliegveld Oberwlestn. plaats. De machines gereed voor het vertrek FEUILLETON. Uit het Engelsch van PATRICIA WENTWORTH. Nadruk verboden 28) Het gezelschap begaf zich naar de kleine eetkamer, waar de soep reeds opgediend was. Laag boven de gepolitoerde mahoniehouten tafel hing een lamp met een donker-roode kap. Ofschoon het buiten nog licht was waren de zware donkerbruine gordijnen dichtge trokken, zoodat de kamer in een rossigen schemer gehuld was. Het licht van deze lamp was geconcentreerd op het midden van de tafel waar de kunstig opgebouwen ser vetten en het zilver blank contrasteerden met het halfduister in de rest van het ver trek. Mrs. Fossick Yates en Miss Webster zaten tegenover elkaar aan de lange zijde van den ovalen disch. Het licht viel over hun handen en armen, wierp nog juist een paar flitsen op 't rood en blauw van Miss Wegster's tooi en fonkelde in de groote diamanten zon, die de uitsnijding van Mi-s. Fossick Yates' zwarte japon versierde; hun gezichten lagen in 't donker. John en Mr. Fossick Yates, die aan de korte kanten van de tafel hadden plaats genomen, vonden zelfs hun borden in 't half duister. John schoof het zijne voorzichtig een beetje naar voren, en het vermaakte hem inwendig dat zijn gastheer zijn voorbeeld volgde. Terwijl ze hun soep nuttigden, hield Mrs. Fossick Yates tegen John een gedocumen teerd betoog over door de regeering voorge stelde wijziging in het strafrecht, een onder-. werp waar haar slachtoffer geen grein ver stand van bleek te hebben. Midden in het vuur van haar redevoering hield ze op om op een electrische bel te drukken, ais sein voor het kamermeisje, om de soepborden weg te nemen. John hoorde de deur achter zich open gaan en werd zich vaag bewust van een schaduw, die tafelgerei verwisselde en nieuwe spijzen binnen bracht. „Ofschoon de voorgestelde maatregelen ab soluut ontoereikend zijn hebben ze er in elk geval' toch toe bijgedragen om de publieke aan dacht te vestigen op ten hemel schreiende misstanden, die door de overgroote meerder heid van kiezers schandelijk genoeg verwaar loosd is geworden", vervolgde de gastvrouw haar uiteenzetting. „Ja, dat is zoo", beaamde Miss Webster en leunde voorover, zoodat ze binnen den licht cirkel kwam. „De onwetendheidTusschen twee haakjes, we zijn geheelonthouders. Annie geef eens even het gerstewater aan Sir John weet u, het is zoo rijk aan vitamine! Fre derick, de visch staat voor je, wil jij die even doorgeven? Zooals ik zei, de betreurenswaar dige schandelijke onwetendheidJohn liet de woordenvloed langs zich stroomen. Hij at de glibberige visch en spoelde die weg met de kleverige vloeistof, waaraan blijkbaar wat ciltroensap was toegevoegd. Nooit 'te voren had hij gerstewater geproefd; maar de ken nismaking was van dien aard, dat hij zichzelf moest bekennen, verre de voorkeur te geven aan een glas rooden wijn. Mrs. Fossick Yates' welsprekendheid scheen onuitputtelijk. Communisme, fascisme, ont wapening. Rusland, Duitschland, verbetering van het gevangeniswezen, geheelonthouding en niet te vergeten onrecht tegenover „de" vrouw; het passeerde allemaal de revue. Miss Webster accompagneerde bescheiden, maar in vervoering; en wanneer hij maar eenigszins kans zag, zich verstaanbaar te maken, plaat ste Mr.,Fossick Yates over de tafel heen ge-. leerde opmerkingen over reptielen. Af en toe vereenigden de sociale en de natuurweten schappelijke tak der conversatie in een ver handeling over de voedingswaarde van ver schillende gerechten en John vernam, dat appels volgens de jongste onderzoekingen even goed ongeschapen hadden kunnen zijn gebleven, maar dat sinaasappelen en citroe nen als „je dat" moesten worden beschouwd. Mrs. Fossick Yates werd hem hoe langer hoe antipathieker; hij herinnerde zich niet ooit een zoo snellen en grondigen afkeer van een medemensch te hebben gekregen. Hij had zichzelf altijd voor redelijk vooruitstrevend aangezien, maar terwijl de gastvrouw door ratelde voelde hij zich een verstokt reactio nair worden. Miss Webster's adoratie daarentegen moest zich een uitweg banen anders was het goede mensch stellig geknapt. „Is ze niet geweldig?" teemde ze half- fluisterend tegen John. „Toen ik in 1912 in Cornwaal was", deed Mr. Fossick Yates een wanhopige poging, „vond ik eens een zeer bijzonder De diamanten zon op Mevrouw's borst schoot fel schitterend naar voren. „Ik zal u een uitnoodiging sturen voor de twee vergaderingen, en ik weet zeker, dat U ze heel leerrijk en interessant zult vinden". „O ja", kwam hét over Miss Webster's dun nen lippen. „En hoogst, hoogst eigenaardig, bijna legendarisch, als ik het zoo mag uitdrukken, voorwereldlijk is misschien nog beter Maar de heer des huizes kreeg niet zoo gemakkelijk zijn kans. „Mijn vriendin Jane Caradoc zal daar het woord voeren. U hebt haar brochures natuur lijk gelezen". „Juweeltjes gewoon", blaatte Miss Webster. Een van haar kettingen het was die met de kornalijnen gleed in de jus. waarvan ze zich juist bediende, "een een beetje gegeneerd vischte ze hem er uit. waren duideijjk s^gren", hiejd Fa> sick Yates onverstoorbaar vol, en hij bracht zijn hoofd naar voren, dat het binnen den lichtkring kwam, „duidelijke sporen van eh van verwantschap met de vroegste vormen van prae-hïstorische, reptiel-aehtige wezens. En „Nog wat gerstewater, meneer?" vroeg een stem naast John's schouder. Een hand met een kristallen karaf maakte zich los uit het duister achter hem. John ontrukte zich aan Jane Caradoc met haar juweelen van brochures en aan prae- historisch reptielen van zijn gastheer om een tweeden tumbler van die meest weerzinwek- kenden drank, die hij ooit geproefd had, af te slaan. Hij zag de kristallen karaf; hij zag de hand, die deze vasthield. Hij wilde juist zeggen „Dank je wel" en wist niet of hij het inderdaad gezegd had. want die hand, die hem het gerstewater aan bood was de hand vanAnne Belinda Waveney. Het kleine hartvormige moedervlekje tus schen duim en wijsvinger schemerde voor zijn oogen. Het licht, dat door het kristallen oor van de kristallen karaf viel, tooverde een regenboog van kleuren op de kleine zachte hand. Toen viel de regenboog even over het moedervlekje en verdween De hand trok zich terug. John zal als verdwaasd, het onerveerend gerammel van Mrs. Fossick Yates hoorde hij niet meer. Het eenige dat hij hoorde, was het kloppen van het bloed in zijn eigen polsen. XXI. Het diner scheen eindeloos te duren. De gerechten waren alle even slecht bereid, maar zooals Mrs. Fossick Yates maar steeds ver klaarde, uitermate „rijk aan vitaminnen". Anne kwam en ging; een slanke schaduw aan den buitenrand der lichtcirkel. John kreeg van Anne Belinda, maar van een binnen meisje met een keurig, witgeborduurd schort je en een mutsje op, dat het grootste deel van haar haar bedekte. Hij was Mrs.. Fossick Yates werkelijk dank baar voor haar onuitputtelijke conversatie, die nog maar niet de minste neigipg tot ver slapping vertoonde. Het zou vreeselijk ge weest zijn, als hij zelf had moeten praten. Toen de gastvrouw ten slotte opstond, speet het haar zoo'n geduldig toehoorder te moe ten missen. „We verwachten jullie over vijf minuten", riep ze, toen ze op het punt stond in den salon te verdwijnen. „Denk er aan Frederick, vijf minuten". Twintig minuten later was Mr. Fossick Yates juist op dreef. Hij had John zijn na- tuur-historische collectie laten zien, hem een overdruk van een artikel, dat hij in de Revue des deux Mondes geschreven had, laten lezen en zooeven een aanvang gemaakt met een ingewikkeld en eenigszins onsamenhangend verslag van 'n tocht door de Dolemieten, toen de deur openging en Anne op den drempel drempel verscheen, een fijne silhouette tegen de helderverlichte hall. „Mevrouw wacht u met de koffie, mijn heer". „Ja, dank je, ik kom we komen, direct. Zeg maar, dat we zóó komen. Dus daar zaten we de trein, met al onze bagage weg en geen van ons kende één woord Duitsch. Gelukkig had ik nog wat chocolade in m'n zak. Maar ja we zullen nu toch. heusch naar de dames moeten gaan. Mis schienMr. Fossick Yates hoestte even en zuchtte: „misschien is er naderhand nog wel gelegenheid, om de rest van het verhaal te vertellen. Ja, ja straks misschien". De vrouw des huizes was met een stug, be- leedigd air bezig koffie in te schenken, ter wijl Miss Webster haar kornalijnen ketting opwreef met een ouderwetschen kanten zak doek. iWordt vervolgd)* 1

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1935 | | pagina 8