.'.ar. UIT HET LEVEN VAN JANNEMAN. Toen Janneman een jaartje was Keek hij eens door het spiegelgla Hij zag een kindje net als hij En riep toen telkens o zoo blij Da, da, da, da, da, da. Geen twee jaar zou ons Jantje zijn Toen hij eens kreeg een wit konijn. Hij keek het diertje steeds maar aan En liet het op zijn staartje staan. Ja zoo, ja zoo, ja zoo. Ai Toen Janneman drie jaartjes was En al in prentenboeken las Zat hij op 't hekje in de wei Een vogeltje zong o zoo blij Pierewiet, pierewiet. Ons Jantje was vier jaartjes oud Toen heeft hij zelf een huis gebouwd, En nichtje Net hielp dapper mee Ze bouwden huizen met zijn twee Zoo knap, zoo knap, zoo knap. Ons kleipe Jantje was al negen, Toen hij een bobslee heeft gekregen. Je ziet hem in zijn ijspak staan Een bonte kraai kijkt stil hem aan: Kra, kra, kra, kra, kra, kra. v-'ö Hier Zje je Jan op 't bruiloftsfeest Zoo mooi is hij nog nooit geweest. Hij is een boer uit Volendam, Die met nicht Net ter bruiloft kwam Joeghei, joeghei, joeghei. Ten slotte zie je Jan hier staan, Hij is naar 't voetbalveld gegaan. Hij speelt al in een elftal mee En heeft gewonnen zeventwee Hup-vjjf, hup-vijf, hup-vijf. BESTE VRIENDINNETJES EN VRIENDEN. A.s, Woensdag 2 uur verwacht ik jullie allen weer. Zijn er onder jullie geen kinderen, die naar de Kinderoperette „Als de kinderen sla pen" willen? De toegangsprijs is 30 en 50 cent. De avond wordt a.s. Dinsdag 5 Maart in „Concordia" te Velsen-Noord gegeven. Aanvang 7.30 uur. De opbrengst is bestemd voor de kas van het „Comité Schoolvoeding". Kaarten zijn o.a. bij mij verkrijgbaar en des, avonds aan de zaal. Lief KEUKEN PRINSES JE. Leuk zeg, dat 'je zusje van tijd tot tijd je toelacht. Het is zeker een schat en houden jullie allen veel van haar? Een tien voor rekenen vind ik mooi. Doe maara goed je best, dan zal het leeren wel gaan. Dag Keukenprinsesje. Lief MEIKEVERTJE. Is je onderwijzeres ook al ziek? Er zijri heel veel menschen en kinderen ziek. 'k Begrijp dat je liever naar de club was gegaan, maar ik kon je dit keer niet laten komen, 'k Was zelf verhinderd. Maar Woensdag ben ik er weer. Dag Meikevertje. Beste WILDZANG. Gelukkig, dat je tante weer hersteld is. Zoo gaan .je kleppers fijn? Op zang gingen ze ook goed en keurig gelijk, een heele prestatie. Waar ligt de plaats waar je gespeeld hebt? „Lombok" schrijf je. In Utrecht ken ik wel een wijk „Lombok" maar hier in Velsen niet. De voordrachten komen er wel op tijd in. We stellen het feestje des noods eenige weken uit. 'k Dank Je voor je teekening. Dag Wildzang Goeden middag KABOUTER. Zoo ben jij naar Stormvogels gegaan om te kijken hoe de Engelsche Jantjes het er af zouden brengen Het was slecht, heb ik gehoord en je briefje is ook al in mineur gesteld. De Jantjes waren niet goed op dreef. Men weet anders over het algemeen in Engeland wel aan sport te doen. Fijn dat je gratis toegang tot de tribune kreeg. Dag Kabouter. Lief MEIDOORNTJE. Al weer zoo'n keu rig geschreven briefje. Flink zoo hoor. Dus jij en Filmsterretje hebben 1.1. Woensdag maar zelf club gehouden. Niet onaardig zeg. Jullie zult het je wel gezellig gemaakt hebben. Je mag gerust met je stofdoekenzak even bij me komen hoor. Na vier uur ben ik voorloopig nog wel op school te vinden, 'k Wil graag aan je verzoek voldoen en de door jou opgegeven zin plaatsen, 'k Hoop dat je tante je briefje leest. „Juffrouw Kuyf de groeten van Mei- doorntje". Is het nu in orde? 'k Denk van wel. Dag Meidoorntje. Best KRULLENKOPJE. Beste Bep. Krul- lenkopje is dus voor niets naar het clubge bouw geloopen. Dat komt er van, als je de gehéele rubriek niet'leest. Woensdag ben je weer welkom. Zeg Bep, je bent weer beter schrijft Krullenkopje. Zal je nu weer flink eten? Hoe gaat het op school? Vindt je het prettig weer naar school te kunnen gaan? Wat zal het voor jullie beiden een feest zijn, je grootouders na hun lange reis weer terug te zien. Dag Krullenkopje, dag Bep. Lief BOSCHVIOOLTJE. Zoo zijn jullie zoo prettig aan het breien? Wat moet het worden? Je hebt zeker nog geen genoeg van het stelten loopen. Luister je veel naar de radio? 'k Geloof van wel. Je weet me steeds de vertellingen weer te geven. Dag Bosch- vioolt.je. Beste MOEDERS HULP. Dat zusje weet wat. Het is geloof ik een echte schat, ik moest het maar komen halen. Of wil je het niet missen? Op school haal je, als je je best doet de schade wel weer in. Dag Moeders Hulp. Lief VUURVLINDERTJE. Ik krijg al maar briefjes, waarin staat „wat jammer dat we Woensdag geen club hadden". Toch kon ik er niets aan doen. Er zijn wel eens dingen die gelijktijdig vallen en noodig verzorgd moe ten worden. Maar Woensdag mag je weer ko men hoor. Dag Vuurvlindertje. Lief FILMSTERRETJE. Je hebt dus maar weer een gezellig avondje in zicht. Gezellig voor je en ook voor Meidoorntje die door je ge ïnviteerd wordt, 'k Hoop dat je de prijs wint. Over dien voetbalwedstrijd heb ik heel wat moeten hooren. Dag Filmsterretje. Lief JULIAANTJE. Heb ik je vergeten terug te schrijven? Dat is jammer, 'k Weet er echter niets van en denk geen briefje van je te hebben ontvangen. Enfin, nu heb ik beter opgepast. Dag Juliaantje. Beste PIETJE PELLE. Wat ga je nu be ginnen? Ziek zijn? Maar laat je dat een troost zijn er zijn heel veel zieken. Toch geloof ik dat het wel met je schikt. Je hebt me ten minste nog een brief geschreven en bovendien een gedicht, 'k Hoop dat je weer spoedig be ter bent en buiten kunt spelen. Dag Pietje Pelle. jj Goeden middag TOM MIX. Zeg vriend, vindt je heusch dat ik met je club gespot heb? 'k Spotte echt niet, maar ben alleen maar heel erg benieuwd naar de bestaansmo gelijkheid. Onder vier oogen zal ik je wel eens vertellen waarom ik die mop niet goed vind. Ik denk dat je ouders je graag dat drukdoosje zullen geven, vooral als ze vernemen, dat je tijdens hun afwezigheid, je bij je zuster goed hebt gedragen. Je hebt het ook al over de En gelsche jantjes. Het was, gelukkig voor ze geen kampioensmatch. Dag Tom Mix. Beste VERKENNER. Je moeder is dus ge lukkig weer thuis, maar nog niet geheel beter. Wees maar heel lief voor haar, en help haar maar flink als ze je hulp noodig heeft. Waar Woon je nu? Dag Verkenner. Lief MADELIEFJE. Prettig dat je ook ru- briekertje bent geworden. Schrijf je me eens waar je woont? Je bent dus ook naar de voet ballers gaan kijken. Het is ook maar niet fijn voor niets op het veld te mogen. Dag Made liefje. Beste LENTEKONINGIN. Je bent het zusje van Madeliefje en als rubriekertje har telijk welkom. Je zusje schrijft me waar jullie wonen. Schrijf jij me nu eens, waar jullie school gaat. Dag Lentekoningin. Veel groeten van Mej. E. VIJLBRIEF. Zou het waar zijn? Men zegt dat er om streeks 1750 een Engelsch arbeider Jededish Baxton leefde, die niet schrijven kon, maar uit zijn hoofd uitrekende het vierkant van 725658238096074907868531656993638851106. Hij moet dit kunststuk klaar gespeeld hebben in 21/2 maand en deed dit tusschen zijn andere arbeid door. ZONDERLINGE VISSCHEN. Hebben jullie wel eens gehoord van vlie gende visschen? Ze leven in de Perzische golf in de Indische Oceaan en kruinen wer kelijk vliegen, dikwijls tot 200 Meter ver. Ze vliegen echter niet voortdurend, maar slechts als ze zich in gevaar bevinden. Deze visschen lijken in hun bouw op groote ha ringen, maar de borstvinnen zijn veel grooter. Wanneer nu groote roofvissclien jacht op hen maken, schieten ze zoo snel door het water, dat ze, wanneer ze aan de oppervlakte komen, in een groote hoog door de lucht suizen en door middel van hun groote borstvinnen weer zacht op het water neerstrijken. Het gebeurt niet zelden, dat ze op het dek van een schip vallen. Het is een prachtig gezicht een school van deze zilverachtige visschen door de lucht te zien schieten. De Australische jagersvisch heeft een nog zonderlinger gewoonte. Hij bevindt zich meestal in stil water en wacht op zijn buit. Wanneer zich eindelijk een of ander insect te dicht boven de wateroppervlakte waagt, steekt de zonderling gedrongen visch zijn kop voorzichtig uit het water en spuit een straal water uit zijn hek op. Het insect valt in het water en wordt door zijn vijand opgegeten. WIE ZOEKT ER MEE? DE OOIEVAAR. Het zal waarschijnlijk wel niet lang meer duren of de ooievaars, die 's winters in war mer streken vertoeven, zullen weer in ons land teruggekeerd zijn. Als er één vogel is, die door iedereen graag gezien wordt, dan is het wel de ooievaar. Overal wordt hij graag gezien en men gunt hem met vreugde een plaatsje om te nestelen, hetzij op een schoor steen of op een boom. Meestal nestelen de ooievaars ieder jaar in hetzelfde nest. In al zijn bewegingen is de ooievaar even deftig en afgemeten. Met groote kalmte en waardigheid stapt hij, als hij ter vischvangst is, op zijn lange roode beënen over de velden, en door de moerassen. Het vliegen schijnt hem volstrekt, geen moeite te kosten, de sierlijke kringen, die hij al zwevende door het lucht ruim beschrijft, wekken ieders bewondering en dat hij het vliegen lang vol kan houden,, bewijzen de groote tochten, die hij ieder jaar naar de warme luchtstreek onderneemt. De ooievaar is niet zoo onschuldig, als hij alge meen geschilderd wordt. Er was zelfs een tijd, waarin .men er op aandrongen de ooievaar op de lijst der schadelijke vogels te plaatsen.' Men heeft namelijk opgemerkt, dat hij op de jacht zijnde, zich niet alleen bepaalt tot het vangen van kikvorschen, visschen en hage dissen, maar dat hij zich ook de vrijheid ver oorlooft jonge vogels, hazen en dergelijke dieren als buit te beschouwen. Het schijnt zelfs te zijn voorgekomen, dat hij zich niet ontzag alle jonge eendjes op te eten, die in. den vijver rondzwommen. En daar de ooievaar ook geen insecten versmaadt, ziet de bijeen- fokker de imker zijn bezoeken ook lie ver niet dan wel. Bijzonder goed verzorgen de ooievaars hun jongen; met de meeste 'liefde voorzien ze hun van voedsel en leeren hun vliegen. Tegen het najaar vertrekken de ooievaars naar Afrika. Voordat ze de groote reis gaan ondernemen, verzamelen ze zich en wordt er inspectie gehouden, om uit te maken welke vogels ongeschikt zijn voor het deelnemen aan de reis. Volgens sommigen zouden de zie ken en zwakken door de anderen met snavel- houden worden afgemaakt. Hiermee in strijd zijn echter de waarnemingen van anderen, die hebben opgemerkt, dat de ooievaars de jongen en zwakken lang van te voren laten vertrekken, zoodat ze de reis niet overhaast behoeven te maken. Aan de kusten der Mid- dellandsche zee worden deze dan weer in het hoofdleger opgenomen en wordt de tocht ge- za menlij k voortgezet. In Maart, somtijds reeds in Februari komen ze hier weer terug. De mannetjes komen, zegt men, een paar dagen vroeger terug; ze zoeken de oude nesten weer op en nemen die dan weer in bezit. Daarna wachten zë op de wijfjes. Behalve de gewone witte ooievaar, zijn er nog een paar soorten. Daar is de Zwarte ooevaar; wat zijn vorm betreft, lijkt hij pre cies op de gewone. Deze ooievaar komt slechts zelden in ons land voor; in Oostelijk Europa is hij meer algemeen, 's winters trekt hij naar Afrika. Hij is niet zoo vertrouwd met de mensch als de witte en trekt zich, om te broe den, in de bosschen terug, waar hij zijn nest op hooge boomen bouwt. En daar hij zich voornamelijk met visch voedt, is een vischrijk water in de buurt een eerste vereischte. De Zadelbek-ooievaar is een prachtig dier met zwartachtig groene veeren aan de boven zijde van het lichaam. De onderkant is wit. De naakte deelen vertoonen verlerlei kleuren. Hij heeft zijn naam te danken aan de breede washuid, die als een zadel op de snavel ligt. Zijn vaderland is Senegambië, dat in West- Afrika ligt. E. W. HOCKEY. Ook hockey is een heel oud spel, heel wat ouder dan voetbal. Het wordt echter lang zoo veel niet gespeeld en dat is jammer, want hockey is zeker even spannend; het eischt handigheid, snelheid, moed en is lang zoo ruw niet. Dat is waarschijnlijk de reden waarom hockey door dames ook gespeeld wordt. Ik ge loof dat ik dit keer meer over het spel zelf zal moeten vertellen dan het geval geweest is bij voetbal, omdat ik er overtuigd van ben dat jullie hockey lang zoo goed niet kent. Reeds de oude Perzen kenden een spel dat we gerust hockey mogen noemen. De spelre gels kennen we niet, alleen afbeeldingen ver tellen ons van den eerbiedwaardiger), leeftijdvan hockey. De Grieken namen het over. Men heeft een wandschildering uit ongeveer 500 voor Christus gevonden waarop een zestal jon gens met hockeystokken bezig zijn. Jullie hebt natuurlijk allemaal wel eens van de Azteken gehoord, die in Zuid-Amerika leefden. Deze menschen hadden een heel hoogstaande be schaving, waaraan door het woeste, onbehou wen optreden van de Spaansehe veroveraars in de zestiende eeuw een einde kwam. Het schijnt dat ook zij een soort hockey speelden evenals de meeste Amerikaansche Indianen-stammen. In Engeland speelde men al in de eerste eeuw na Christus hockey. Volgens een verhaal zou namelijk de eerste Iersehe koning Cathair Mor een vriend 50 koperen hockeyballen en -stokken ten geschenke gegeven hebben. Hoe het zij, al deze spelen lijken natuurlijk alleen op ons tegenwoordige hockey, doordat een bal met een stok gedreven werd.In den tegenwoor- digen vorm wordt 't pas sedert 1886 gespeeld toen in Engeland de spelregels werden opge steld. Het spel maakte lang zulk een opgang niet als voetbal, toch wordt het over de ge- heele wereld gespeeld. Vooral in Duitsehland wordt het druk beoefend. Het best wordt het echter in Britsch-Indië gespeeld; dat is tot veler verrassing op de Amsterdanische Olym piade in 1928 gebleken. Bij hockeywedstrijden bestrijden elkaar twee elftallen, die op dezelfde wijze zijn opgesteld als bij voetbal. De doelen zijn echter Ideiner, hetgeen ook wel te hegrijpen is, wanneer men weet dat de hal even groot is als een tennisbal, maar massief, hard en zwaar. In tegenstelling- met voetbal mag de bal niet vanaf ieder punt voor doel rechtstreeks op doel geslagen wor den, maar hij moet zich in den zoogenaamden slagcirkel bevinden. De bal mag wel met de hand aangeraakt worden, maar alleen om hem te stoppen. De keeper mag den bal ook weg trappen. De wijze waarop een corner genomen wordt wijkt ook sterk van voetbal af. De ver dedigende partij gaat achter de doellijn staan, de aanvallende voor den slagcirkel. Wanneer de bal vanaf de hoek geslagen wordt, zoo gun stig mogelijk naar de aanvallers uit een corner mag niet direct gescoord worden rennen de verdedigers op den bal af. Zaak is voor de aanvallers den bal vlug te stoppen en hard op doel te slaan. De aftrap bij voetbal wordt bij hockey door de „bully" vervangen. De midvoors raken drie keer eikaars stokken aan, vlak bij den bal. De kunst is dan den bal het eerst te bemachtigen. Het heeft natuurlijk geen zin het spel hier nog verder uit te plui zen, leer enkun je het toch alleen maar door doen. Maar wanneer je nu eens naar een wedstrijd gaat kijken heb je er tenminste eenig idee van. Je zult dan ook zien, dat er twee scheidsrechters zijn, daar één het spel niet kan overzien. SOH. ZATERDAG 2 MAART 1935 KUNSTJES EN SPELLETJES. Rol een klein zijden zakdoekje in elkaar Dit kleine balletje moet je bewaren tusschen de eerste en de tweede vinger van je rechter' hand. Nu maak je van een vel papier een puntzak. Je weet, hoe je dat doen moet- de linkerbovenpunt houd je in je hand en de rechter punt benedien sla je nu om naar rechts zoodat er een puntzak ontstaat. Het zakdoek, je is nog tussch enje vingers verborgen. Nu buig je de bovenste punt om en 'zet de zak op tafel. Je zegt dan tegen je vrienden dat je een tooverzak hebt gemaakt en laat. zien, dat hij heelemaal leeg is. Ter overtuiging steek je je vingers in het zakje en laat er tege- lijkertijd het doekje in vallen; maar dat mag niemand zien. Nu vouw je de zak dacht; mom. pelt eenige onverstaanbare tooverformules en laat dan het zakje open maken. De toeschou. wers zullen verbaasd zijn er het zakdoekje in te vinden. Voor dit kunstje heb je een mooi rond stokje noodig, dat echter niet langer dan on geveer twintig centimeter is. Neem een blad papier en begint dit om het stokje te rollen Draag er echter zorg voor, dat je bij iedere draai het stokje een beetje meer in de rich- ting van je mouw brengt waarin je het ten slotte laat verdwijnen. Geef dan de rol papier aan een van je vrien- den om open te laten maken. Terwijl iedereen hier naar kijkt, stop je het stokje in je zak Je vriendjes zullen verbaasd zijn, dat het papier leeg is. Nu haal je kalm het stokje uit je zak en niemand zal begrijpen, hoe je dat klaar gespeeld hebt. DE MODEL-BOERDERIJ. Ditmaal gaan we eens iets maken, dat vooral voor jongere broertjes of zusjes een bijzonder aardig cadeautje is. We zullen n.l. een model boerderij vervaardigen, met alles wat er bij hoort. Het maken van de boerderij is niet erg moeilijk. We zagen vier kleine rechthoeken, twee smalle voor de zijkanten en twee bree- dere voor de vóór- en achtergevel. Met kleine spijkertjes zet je deze vier in elkaar. Het dak wordt er op gemaakt met behulp van schar nieren, zoodat het op te lichten is. Met wa terverf kleur je de boerderij dan met frissche aardige kleurtjes en vergeet geen deuren en ramen. Is dit gebeurd, dan gaan we de dieren maken, Hiervoor koop je bij den drogist een flinke kluit stopverf en daarvan kneed je de dieren. Op ons voorbeeld zie je alleen maar een os, een schaap, een eend, een kip en een haan. Je hoeft er den vorm niet zoo precies aan te geven; als je maar kunt herkennen, wat de dieren voorstellen. De pooten van de viervoeters bestaan uit lucifershoutjes. De eend en de kip kun je zoo op den grond zetten; maar de haan krijgt een voetstukje, waar hij stevig op staat. De boerin kun je met kleine lapjes, die met spelden vastge- stoken worden, aankleeden. Zij krijgt ook een „echt" stokje in haar hand. Van stevig carton knip je dan het hek, dat aan den zijkant van het huis komt. Van stop verf kneed je vervolgens kleine stammetjes, waarop je dan wat droog mos plakt. Dat zijn de boomen, die in den tuin staan. derij. Als je het erg leuk werk vindt, kun je natuurlijk nog meer dingen bij maken, tot zelis een boerenwagen toe. Maar denk er om, al is het nog zoo klem, dat je toch netjes werkt. Je hebt veel meer tijd noodig om verknoeide dingen goed maken, dan om ze meteen nauwkeurig te maken. Je moet maar eens opletten, dan zul je zien, dat ik gelijk heb. Is alles nu klaar, dan stel je de boerderij op en roept broer of zus, voor wie het bestem» is. Je zult eens zien, hoe leuk die het cadeau vinden. OOM KfflS,

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1935 | | pagina 10