Twee Modevorstinnen.
THIJS IJS EN DE BOOZE HEKS
\Vitboek in het Lagerhuis ter sprake.
Contrarevolutie
op Kreta en te Cavalla.
pnNPERPAG
7 MAART 1935'
BUI1ENLAND.
Lansbury stelt vragen aan Sir John Simon. De minister
voelt niets voor intrekking van het document. Gaat de
uitgestelde reis door, zoodra Hitier hersteld is?
„,-T^ANGRIJKSTE NIEUWS
ENGELAND.
„t.müddas heeft de leider der op-
OTensdsS» m het Lagerhuis den minis-
positw lamaenlandsche zaken gevraagd ot
!er ra„nvPrklaiing had te geven over het uit-
hil ee"i„ „tin reis naar Berlijn.
(KlleDn antwoordde: „Het Duitsche depar-
SlB! »ÏÏi buitenlandsche zaken heeft den
""a.! ambassadeur te Berlijn gisteren
gritschen au Duitsche kanselier, daar
Sin bezoek aan het Saai-gebied een
Sdhad opgeloopen, lijdende is aan
,erk?. ShMid en dat derhalve op aan-
groote ae»- ^ne^ren de besprekingen,
raden vande Britsche ministers in
die dezfn,,Hpn oiaats hebben, tot groeten spijt
SaWn,She regeering moesten worden uit-
ien. Kt een later tijdstip".
miv vroeg daarop: „Is op de een of
rdere bekend, wanneer de bijeenkomst
zal Pbatt,,v.'soSdde: „Ik sta met de Duitsche
d£e kwestie in contact".
'eg tarv vroeg daarop: „Mag ik vragen, of
„un collega's zal voorstellen het Wit-
®kVt êe het houden del" besprekingen in
"„"^antwoordde onder applaus der re-
f oehanken' „Neen, beslist niet. Ik kan
Eiett voorstellen, dat iemand het
m mistig zou opvatten een verklaring
voorstel einsns jn te tretten tot de
gnomen besprekingen hebben plaats ge-
tümhiirv vroeg voorts: „Gelooft Simon wer-
S 5at het voor vriendschappelijke onder-
bevorderlijk is, een zoo onvnen-
SftSument te publiceeren als dat wat de
l ie minister heeft uitgegeven
antwoordde: „Dat is een vraag, die
naar Ik meen, Maandag ter bespreking zal
'"Sf ïid van de oppositioneele Labour vroeg
sS nog of Siinon van de gelegenheid ge.
daarop =>maken om naar Moskou te gaan
"op de™ vraag'gaf'Simon geen antwoord.
no diplomatieke correspondent van Reuter
i.' Londen verneemt, dat het uitstel van de
I rail den minister van buitenlandsche
„ten Sir John Simon naar Berlijn de Bnt-
Veering ertoe heeft gebracht een over-
S van den algemeenen politieken toestand
onder oogen te nemen en dat de regeering
met vertrouwen het tijdstip afwacht, dat het
bezoek van Simon aan Berlijn plaats zal heb
ben, namelijk zoodra rijkskanselier Hitier zal
zijn'hersteld.
Intusschen gaan de voorbereidingen van de
reis van den Britschen minister naar Mos
kou en Warschau voort, ondanks de verhin
dering in de reis naar Berlijn. De data waarop
deze bezoeken zullen plaats vinden, zullen
naar men verwacht binnenkort worden vast
gesteld, „$mnt men wen&cht...de serie van con
ferenties, welke door- het Fransch-Britsche
accoord van Londen geopend is, niet onnoodig
te latensiepen. Tegelijkertijd hoopt men ech
ter dat het wellicht mogelijk zal blijken te
zijn het eerst voorgenomen programma van
Simon's reizen te volgen, zoodat de minister
toch nog het eerst naar Berlijn zou gaan, en
men zou van plan zijn nog eenigen tijd te
laten verloopen, gedurende welken Hitiers
gezondheidstoestand zich zou kunnen herstel
len, voordat de definitieve beslissing zou val
len voor-des ministers reis naar Noord-Oost-
Europa.
Wat betreft de publicatie van het Witboek
houdt men te Londen in officieele kringen in
het algemeen vol dat het beter was dat de
Britsche regeering haar standpunt tegenover
het ontwapeningsvraagstuk en de defensie ab
soluut duidelijk maakte, dan dat het moge
lijk zou zijn dat de onderhandelingen met
minister Simon zich afspeelden in een sfeer
waarbij misverstand mogelijk zou zijn.
Verdere verhoor en in het
proces-Rintelen.
I is in het proces Rintelen het ge
tuigenverhoor voortgezet. Bij het verhoor
van den chef-redacteur van de „Reichspost",
staatsraad dr. Funder, kwam het tot opge
wonden tooneelen. Voordien was de adjudant
van den staatssecretaris van het ministerie
van oorlog, Zehner, overste Pohl gehoord
evenals de inspecteurs der crimineele politie
Heckenthaler en Jennisch, die allen ten tijde
van de poging tot zelfmoord van Rintelen in
een nevenvertrek waren. Hun verklaringen
luidden eensgezind dat zij onmiddellijk na
het weerklinken van het schot naar de kamer
van Rintelen waren gegaan waar zij hem
rechtop zittend in een stoel hadden gevon
den.
Op de vraag waarom hij dit gedaan had.
tod had Rintelen geantwoord. Omdat men.
m zoo behandelt".
Jolgens Funder had Rintelen op 15 Mei
voordat Dollfuss belast was met de vor
ming van een kabinet opgewonden tot een
van zijn redactiecollega's van de „Reichpost"
S^egd, dat het toch niet waar kon zijn, dat
uomuss bondskanselier zou worden. Hij zelf,
Kmtelen, moest dat worden.
n Jnh 1932 hadden wederom geruchten de
ror.de gedaan dat Rintelen zelf verzocht om
«n duidelijke standpuntbepaling. Deze had
,veron&waardiging dergelijke ver
dachtmakingen afgewezen.
Overigens verklaarde Funder dat bonds
kanselier dr. Dolffuss zich tegenover hem
pilt i verontrust had uitgelaten over
melen, vooral toen Rintelen naar Rome was
gegaan.
J5en0?er deze verklaringen van den ge-
wPMf 1 ?intclen dat nooit sprake ge-
dirwT*, zijn van €en- goede verstandhou-
™sschen hem en getuige, maar dat tus-
hwft een oude tegenstelling bestond. Ook
««ui nij nooit gestreefd naar het bondspre-
wprs ,ver<dcre verloop van het proces
S dn'€cteur-generaal van de Ravag (de
e radio-ondernöming)OscaT
evf.D ,°Dd- Beklaagde had dezen getuige
iiAtn uur telefonisch opgeroepen en
mi«!h^es:d' dafc van zijn (Rintelens) naam
hu l ,gemaakt was. Czeja antwoordde, dat
J"J mnPT.
moest hem helpen. Deze zeide daarop, dat hij
heelemaal niets kon doen, maar dat Czeja
zich tot de betrokken instantie moest wen
den.
Als laatste getuige werd de vroegere leider
van het radiostation te Graz, Franz Huber,
gehoord. De getuige, die kortgeleden zijn
functie in verband met zijn nationaal-socia-
listische gezindheid verloren had, bevond
zich in het gezelschap van beklaagde in hotel
„Imperial", toen om 13,15 uur het bericht
kwam, inzake de bekende radiomededeeling
over Rintelen. Dr. Rintelen was aldus ver
klaarde de getuige daarover buitengewoon
opgewonden geweest en had verklaard, dat
van zijn naam misbruik gemaakt was. Hij
had hem naar den bondskanselier gezonden
om uit te zoeken, wat er aan de hand was.
De getuige was inderdaad daarheen gegaan,
doch vond daar reeds alle deuren gesloten en
ook op zijn kloppen antwoordde hem nie
mand. Op dat oogentolik reden ook reeds de
pantserauto's voor de bondskanselarij. Hij
snelde terug naar dr. Rintelen, deelde hem
zijn ervaringen mede en nam toen afscheid
van hem.
Daar men aanneemt dat het verhoor van
de thans nog op de lijst staande getuigen nu
vrij snel van stapel zal loepen, bestaat de
mogelijkheid, dat de getuigenverhooren reeds
heden beëindigd kunnen worden.
In dat geva/ kan een uitspraak Vrijdag of
Zaterdag verwacht worden.
Hongarije.
Bethlen wilde Gömbös c.s. ten
val brengen.
De gewezen Hongaarsche premier en de
leider van de parlementaire regeeringspartij,
graaf Bethlen. heeft Woensdag in een kort
schrijven aan den voorzitter van de Nationale
Eenheidspartij (regeeringspartijmedege
deeld, dat hij uit de partij treedt.
Ter motiveering van dit besluit wijst graaf
Bethlen ev op, dat de gebeurtenissen de tus-
schen hem en den minister-president Gömbös
gesloten politieke overeenkomst hebben te
niet gedaan, omdat hij niet meer gewaarborgd
is, dat een politiek, zooals hij die met overtui
ging kan steunen, gevoerd zal worden.
Men verwachtte, dat alle legitimistische
afgevaardigden tot den groep van Bethlen
zouden toetreden en openlijk den strijd tegen
de regeering zouden aanbinden. Het is ech
ter gebleken, dat van de 150 afgevaardigden
van de regeeringspartij slechts 30 tot 40 graaf
Bethlen zullen volgen, terwijl de groots meer
derheid zich voor de regeering-Gömbös heeft
verklaard.
Naar thans, volgens het D. N. B., bekend
wordt, was de onder leiding van Graaf Beth
len staande groep van de regeeringspartij te
zamen met de liberale, legitimistische en
democratische oppositie van plan de regee
ring-Gömbös in de parlementszitting van
Dinsdag ten val te brengen. De regeering
had echter te rechter tijd van dit plan "kennis
gekregen en besloot daarop het parlement
onmiddellijk te ontbinden
Kisten goud van vliegveld
verdwenen.
Waarde van 21000 pond sterling.
Naar Reuter meldt, zijn van het vliegveld
Croydon eenige kisten met goudstaven ver
dwenen.
Het verdwenen bedrag vertegenwoordigt een
waarde van 21.000 pond sterling en zou gis
teren naar Parijs verzonden worden.
Henderson blijft aan.
Geloof in een slagen der ontwapenings
conferentie niet opgegeven.
De Tel. verneemt uit Londen:
Op de gisteren gehouden buitengewone ver
gadering van de socialistische parlements-
fractie heeft Arthur Henderson geweigerd, het
voorzitterschap van de ontwapeningsconfe
rentie neer te leggen. Na levendige discussies
werd men het er ten slotte over eens. aan Hen
derson zelf over te laten, wat hij wilde doen.
Henderson verklaarde evenwel, dat hij on
danks de moeilijkheden, waarmede de confe
rentie tot dusverre te kampen heeft gehad,
steeds zijn geloof heeft behouden in de moge
lijkheid een bevredigende conventie tot stand
te brengen.
Dooden en gewonden aan beide zijden.
Op Kreta is Woensdag volgens berichten
uit Kandia een con tra-revolutie uitgebroken.
Den geheelen dag hebben hevige gevechten
plaats gevonden tusschen de Venizelisten en
hun regeeringstroivwe tegenstanders. Beide
partijen hebben tal van dooden en gewonden
verloren.
Ook in Oost-Macedonië beginnen de mui
ters, naar Reuter meldt, in een steeds on
gunstiger positie te geraken. Wel is waar
heeft de minister van Oorlog, generaal Kon-
dylis, die als opperbevelhebber over de re-
geeringstroepen fungeert, in den afgeloopen
nacht den veldslag tegen de opstandelingen,
die de beslissing had moeten brengen, ten
slotte moeten afbreken, aangezien het dal
van de Stroema door de telkens weer zich
ontlastende wolkbreuken in een meer werd
veranderd.
De havenstad Cawalla, het voornaamste
steunpunt der oproerlingen, is echter giste
ren door dertig bommenwerpers der regee
ring bestookt. Verscheiden bommen kwamen
midden in de stad terecht en maakten een
groot aantal slachtoffers. Onder de bevol
king veroorzaakte het bombardement uit de
lucht een wilde paniek.
Ook te Cawalla zou de bevolking een con
tra-revolutie tegen de Venizelisten op touw
hebben gezet.
Volgens berichten uit Saloniki is de toe
stand van de onder generaal Kamenos in
Macedonië strijdende opstandelingen bui
tengewoon moeilijk, daar zij gebrek hebben
aan voldoende voorraden levensmiddelen en
munitie. Daarbij komt nog, dat de geheele
bevolking van het door de opstandelingen
bezette gebied vijandig tegenover hen staat
en zich zeker bij het eerste oprukken der re-
geeringstroepen tegen de opstandelingen te
gen dezen zal keeren.
Saloniki lijkt op een groot legerkamp, daar
uitgebreide troepenafdeelingen in de hoofd
stad van Macedonië worden samengetrokken.
Gistermiddag zijn nieuwe militaire verster
kingen. die hoofdzakelijk bestaan uit de pas
opgeroepen regeeringsgetrouwe reservisten
uit Saloniki naar het front vertrokken.
Uit alle streken van Griekenland komen
telegrammen binnen, waarin strenge straffen
voor de opstandelingen worden geëischt.
Door de wet inzake het in beslag nemen van
het vermogen der raddraaiers van den op
stand is niet alleen het huis van Venizelos
in Athenee maar zijn ook de huizen en het
verdere vermogen der overige opstandelin
genleiders o.a. van admiraal Demesticha en
van generaal Kamenos aan den staat ge
trokken. 200 Gearresteerde Venizelisten zijn
uit Saloniki naar het gevangenenkamp Tri
polis op den Peleponesos gebracht.
Spada ter dood veroordeeld.
-Tury unaniem in haar uitspraak.
André Spada.
De Corsicaansche bandiet Spada, is door de
jury van Bastia wegens talrijke moorden ter
dood veroordeeld.
Ondanks vele verzachtende omstandigheden,
die Spada's verdediger voor hem deed gelden,
hebben de leden van de jury met algemeene
stemmen het vonnis geveld.
kai\ierlid en advocaat duelleeren.
Reuter meldt uit Parijs:
Als gevolg van een perspolemiek hebben
twee Corsiaansche Kamerleden, de advocaat
Campinchi en Decarbuccia, directeur van een
weekblad, op het pistool geduelleerd.
Campinchi werd aan den benedenarm ge
wond. De tegenstanders hebben zich niet met
elkaar verzoend.
ONZE DACELIJKSCHE KADERVERTELLING
hil in w - was- Czeja antiwoord
auwJf't.radiohuis was opgesloten en
spinnig geschoten werd. Dr. Ri
dat er
Rintelen
Thijs loopt langzaam door het groote bosch; hij is op weg naar
huis.
Plotseling blijt hij vol schrik staan want onverwacht spreekt daar
iemand tegen hem! Het is bijna niet te gelooven; de spreker is die
zwarte raaf! Hij zegt: „Ik weet wat jij hier zoekt, kleine beer; mis
schien kan ik je helpen. Volg mij maar vlug, dan breng ik je misschien
wel bij het verdwenen prinsje.''
Marie Antoinette.
En niet alleen modevorstinnen waren ze,
Marie Antoinette, echtgenoote van Lodewijk
XVI, en Joséphine, de eerste vrouw van Na
poleon, en niet alleen in dat eigenaardige
vorstendom, dat men het „rijk der mode"
pleegt te noemen, namen ze de allereerste
plaats in; beiden waren ze vorstinnen van
Frankrijk, dat land dat in Europa en zelfs in
de heele wereld sinds onheugelijke tijden al
den toon aangeeft op het gebied van vouwen-
kleeding. Toch waren ze geen van tweeën
Frangaises de eene een Oostenrijksche
keizersdochter, de andere een Creoolsche van
het eiland Martinique; niettemin inspireerde
Frankrijk haar beiden zoo zeer, dat zij de door
allen erkende modevorstinnen van hun tijd
werden, Marie Antoinette die van den Rococo
en Joséphine die van het Empire. In die beide
koninkrijken namen ze alle twee haar plichten
heel wat beter en met heel wat meer toewij
ding waar dan in de werkelijke rijken, waarin
ze koningin en keizerin waren: Marie An
toinette bezocht in de twintig jaren, dat zij
koningin was, nooit een enkel deel van
Frankrijk; ze bracht haar dagen door in Ver
sailles, in Fontainebleau, in Trianon of in
Parijs, en zij had het met haar andere rijk,
dat der mode, veel te druk om goed te besef
fen, dat er buiten die kleine kern van
Frankrijk nog een reusachtig land bestond,
waar men een bezoek van de jonge en char
mante koningin, vooral in de eerste jaren van
de regeering van Lodewijk XVI zeer op prijs
gesteld zou hebben. Joséphine vergezelde wel
haar echtgenoot, toen nog generaal Bona
parte, op enkele van zijn reizen buiten Frank
rijk, maar toen zij eenmaal keizerin was
maakte ze geen enkele reis meer, ook niet
binnen de grenzen van haar keizerrijk. Ze
deed vrijwel hetzelfde als Marie Antoinette:
ze bracht haar dagen door in de Tuilerieën en
Malmaison en wijdde zich vrijwel uitsluitend
aan een heel ander rijk, dat haar veel meer
belang inboezemde, dat der mode. Het is wer
kelijk merkwaardig, zooveel overeenkomst als
er in dat opzicht bestond tusschen Marie
Antoinette, Habsburgsche keizersdochter en
echtgenoote van Frankrijk's laatsten koning
en tusschen Joséphine, Creoolsche van duis
tere afkomst en echtgenoote van Napoleon,
den door alle Europeesche vorsten verachten
burgerkeizer. Des te merkwaardiger en des te
tragischer is de overeenkomst, als men de pa
rallel nog verder doortrekt; als men de be
ruchte spilzucht van Marie Antoinette, die
haar ondergang werd, gaat vergelijken met
die van van Joséphine, haar opvolgster. De
heele Fransche revolutie ligt ertusschen, die
revolutie, die de guillotine een rechtvaardoige
straf oordeelde voor de grenzenlooze genot
zucht en verspillingen van de Oostenrijksche,
die koningin van Frankrijk was geworden,
maar die allerminst verwacht zal hebben, dat
dat eerste vrouw, die na haar Frankrijk's
kroon droeg en die de echtgenoote was van
den men, die uit haar eigen milieu was voort
gekomen, in bijna alle opzichten de weelde
zucht van Marie Antoinette zou evenaren, en
die zelfs in enkele overtreffen.
Dat is werkelijk geen sprookje; en hoewel
het op het eerste gezicht wonderlijk mag lij
ken op twee figuren als Marie Antoinette en
de Joséphine de Beauharnais op één lijn te
stellen levert dit toch merkwaardige resul
taten op als men het doet. Telg van een oud
vorstelijk geslacht naast tot keizerin verheven
avonturierster maar ook: Rocoeokoningin
naast koningin van het Empire. Want zoo
goed als Marie Antoinette tijdens het laatste
koningsschap op het gebied van mode en
toilet in alle opzichten den toon aangaf is
het niet Stefan Zweig, die zegt, dat het eigen
lijk volkomen onlogisch is om van een stijl
Louis Seize te spreken in plaats van een stijl
Marie Antoinette? zoo goed deed Joséphine
het gedurende het grootste deel van het eerste
keizerrijk. De omstandigheden alleen hebben
gewild, dat op Marie Antoinette's genotzucht
en behoefte aan luxe de aandacht van de ge
heele wereld gevestigd werd; terwijl José
phine's ongelooflijke extravaganties grooten
deels aan de opmerkzaamheid ontsnappen
konden. Intusschen gebeurt het meer, en zeirs
vaak, dat de ironiën der geschiedenis onop
gemerkt blijven, maar in dit geval is de ironie
toch te frappant om er niet eens de aandacht
op te vestigen. En de groote overeenkomst
tusschen deze twee vorstinnen van Frankrijk,
is, al verschilden ze hemelsbreed van elkaar
in afkomst, toch vooral ook weer merkwaar
dig, omdat het er in haar jeugd bij geen van
beiden op leek of zij zoo'n reusachtige rol als
modekoningin zouden gaan spelen: Marie
Antoinette was door haar moeder, keizerin
Maria Theresia, hoogst eenvoudig en inge
togen opgevoed, en niemand heeft dan ook d<
genotzucht van de jonge Fransche koningin
meer verdriet gedaan en meer zorg gebracht
dan haar moeder en ook de weduwe van
den generaal de Beauharnais, die tijdens het
schrikbewind drie maanden in den kerker had
gezeten en vermoedelijk slechts door den dood
van Robespierre aan de guillotine ontsnapt
was, en die daarna jaren lang van een hoogst
bescheiden inkomen met haar twee kinderen
in een huisje in de Rue de Chantereine moest
leven zal toen nooit hebben durven droomen,
dat zij nog eens als keizerin van Frankrijk
haar verlangens naar weelde zou kunnen be
vredigen op een manier, die treffend veel ge
lijkenis vertoonde met die van Marie Antoi
nette, Frankrijk's meest verkwistende ko
ningin.
Een paar getallen illustreeren om te begin
nen al op onmiskenbare wijze het feit, dat
inderdaad de sommen, die Marie Antoinette
en Joséphine voor haar persoonlijke behoef
ten uitgaven, elkaar niet veel ontliepen.
Alleen al de beruchte oplichtingsaffaire,
waarbij een ongelooflijk brutale avonturierster
zoogenaamd voor de koningin een halssnoer
ter waarde van 1.600.000 livres kocht, weer
spiegelt afdoende de reputatie die de konin
gin op dit gebied had: men hield het voor
volstrekt niet verwonderlijk, dat de koningin
dergelijke sommen besteedde aan een enkel
halssnoer.
Ten tijde van Joséphine's keizerinneschap
was de situatie precies hetzelfde. ..Men be
dekte zich zoo met sieraden", zegt een ge
schiedschrijver, „dat de vrouwen er uit za
gen als wandelende juwelierswinkels". En de
keizerin gaf het voorbeeld: zelfs bij haar
simpele batisten morgentoiletten droeg ze
soms al met diamanten en cameeën bezette
diademen, terwijl ze in het jaar 1808 een
halssnoer liet maken, dat uit 2275 paarlen en
24 cameeën bestond, maar dat ze, toen het
klaar was, niet dragen kon, omdat 't te zwaar
was. Een andere geschiedschrijver vertelt, dat
dat zij eens op een bal verscheen, behangen
met juweelen ter waarde van 40.000.000 iivrea
was het wonder, dat de vrouwen van Napo
leon's generaals zoo min mogelijk voor haar
wilden onderdoen, zoodat Madame Duroc ju
weelen bezat ter waarde- van 500.000 livres en
Madame Ney voor 100.000 livres? De waarde
van Joséphine's paarlen alleen werd op meer
dan een millioen francs geschat.
Mademoiselle Bertin, Marie Antoinette's
modiste, die tweemaal in de week met nieuwe
ontwerpen in de particuliere vertrekken der
koningin ontvangen werd, en die haar ver
leidde tot de ongelooflijkste uitgaven voor
haar japonnen, haar negligé's, haar fichus,
kanten mutsen, mantels, handschoenen, kou
sen, enz, werd de rage van Parijs; en Marie
Antoinette's kapper, Monsieur Léonard Autier
riep de mode van de reusachtige hooge en.
omvangrijke kapsels in het leven, waarop
heele tafereelen afgebeeld werden: zoo
creëerden hij, vlak na de eerste opvoering van
Glück's opera in Parijs een „Coiffure a la
Iphigénie", vlak na de eerste hongerrelletjes
in Parijs, waarbij de bakkerswinkels bestormd
werden, de „bonnet de la Révolte". En Kei
zerin Joséphine gaf al even reusachtige
sommen voor haar toilet uit. Zij kreeg van
Napoleon voor haar particuliere uitgaven een
toelage van 600.000 francs per maand en voor
geschenken en weldadigheid nog 130.000
francs extra. Niettemin kwam ze nooit uit en
had altijd schulden maar ze liet toch maar
morgenjaponnen maken van Indische zijden
mousseline, die 150 francs per el kostte, ze
gaf geregeld voor een paar zijden kousen
500 francs uit, en de Kashmir shawls, die ze
in de mode bracht, kostten 10.000 of 12.000
francs per stuk. Als men dan weet. dat zij
drie of vierhonderd van die shawls bezat! De
coiffures in deze periode leken op het eerste
gezicht hoogst eenvoudig dat was ook de
bedoeling: ze waren, geïnspireerd op de losjes
bijeengebonden haren der Grieksche vrou
wenbeelden. Zoo had men een „Coiffure a la
Titus" en een „Coiffure a la Caracalla"; wie
echter denkt, dat die coiffures geen tijd en
geen geld kostten, die vergist zich, want
iederen dag moesten er nieuwe uitgedacht en
gemaakt worden, waarbij beroemde Parijsche
tooneelspeelsters. zooals Mademoiselle Gras-
sini. Mademoiselle Georges of Mademoiselle
Duchesnois, den toon aangaven.
Evenals Marie Antoinette besteedde Jo
séphine vrijwel haar heelen morgen aan
haar toilet. Dadelijk na Marie Antoinette's
ontwaken placht de opperkamenier bij haar
binnen te komen met eenige kleedingstukken
voor haar eerste morgentoilet. Dan werd haar
een lijvig boek overhandigd, waarin staal
tjes van de stoffen van alle in de garderobe
aanwezige toiletten gestoken. Daaruit kooé
Marie Antoinette de japonnen, die ze in den
loop van den dag dragen wilde: een moeilijke
keus, die veel tiid vorderde! Daarna kwam.
de coiffure aan 4e beurt, want al werden de
torenhooge, ingewikkelde coiffures niet iede
ren dag vernieuwd en al bleven de rococo-
dames soms dagen en zelfs weken met het
zelfde kapsel rondloopen op Marie Antoi
nette rustte toch de plicht haar haardracht
zoo vaak mogelijk te varieeren, en een nieuw
kapsel eischte soms te voren urenlange be
sprekingen, Tusschen dit alles door placht
Marie Antoinette dan nog inderhaast een
aantal van haar maatschappelijke besognes
af te handelen; de meesten van haar vrou
welijke tijdgenooten ontvingen trouwens ge
durende haar toilet allerhande bezoekers, en
gedurende het Empire werden die openbare
„levers" weer in eere hersteld. Joséphine, die
al niet meer jong was, toen zij Napoleons
echtgenoote werd, stond altijd om negen uur
op en besteedde dan eerst, zonder dat iemand
daarbij aanwezig mocht zijn, minstens een
uur aan haar uiterlijk en haar „make up";
als zij dan zoover was werd de kapper bij haar
toegelaten en terwijl zij gekapt werd en haar
garderobe voor den dag uitzocht, liet zij
haar hofhouding en andere bij zich toe. Dan
werden er groote manden met de meest ver
schillende japonnen, hoeden en shawls bij
haar binnengedragen, en daaruit deed zij
haar keus, die in moeilijkheid waarlijk niet
onderdeed voor die van Marie Antoinette,
aangezien ze gewoonlijk een paar honderd
japonnen had.
En ten slotte is het merkwaardigste van
de overeenkomst tusschen de twee vorstinnen
wel het feit. dat zij alle twee, toen zij eenmaal
vorstin werden, zich bij voorkeur terugtrok
ken van de al te drukkende étiquette en cere
monieën van het hof. en zichzelf een soort
van „retraite" inrichtten, waar zij haar leven
konden indeelen, zooals ze het wenschten, in
een eenvoud, die weliswaar niets anders was
dan de meest geraffineerde quasi-eenvoud, en
in gezelschap van degenen, die ze zich tot ge
zelschap zouden hebben gekozen, als ze geen
koningin en keizerin waren geweest! Marie
Antoinette woonde bij voorkeur in Trianon
welks „eenvoud" de staat Intusschen 1.649.529
livres gekost had waar ze zelf haar twee
koeien Brunette en Blanchet-te verzorgde en
melkte in schalen van Sèvres porselein, waar
ze een soor van idyllisch herderinnenbe-
staan voerde, dat intusschen handen vol geld
kostte, en waar ze in haar eigen theatertje,
dat 141.000 livres gekost had, tooneelspelen
opvoerde en feesten gaf.
Joséphine bracht het liefst haar dagen door
in Malmaison, waar ze zich vrijwel uit
sluitend bezig hield met haar toilet,
en met haar planten en vogels. Ze besteedde
eindelooze zorg en ook eindelooze sommen
gelds aan haar prachtige kassen en haar
volières, waarvoor steeds nieuwe exotische
vogels uit alle werelddeelen aangevoerd wer
den; en het was dan ook niet zonder reden,
dat haar na de scheiding van Napoleon
Malmaison als woonplaats toegewezen werd.
Marie Antoinette en Joséphine zonder
twijfel heeft Frankrijk nooit grooter mode
vorstinnen tot koningin en keizerin gehad.
En nooit heeft de geschiedenis grooter ironie
gekend, dan toen zij in 1793 Marie Antoinette
naar het schavot deed voeren om haar spil
zucht, en haar ruim tien jaar later, in 1804,
deed opvolgen door een keizerin, die in ge
notzucht en weeldebehoefte meer overeen
komst met haar vertoonde dan ooit eenige
andere Fransche vorstin deed!
WILLY VAN DER TAK.