Twee Modevorstinnen. THIJS IJS EN DE BOOZE HEKS \Vitboek in het Lagerhuis ter sprake. Contrarevolutie op Kreta en te Cavalla. pnNPERPAG 7 MAART 1935' BUI1ENLAND. Lansbury stelt vragen aan Sir John Simon. De minister voelt niets voor intrekking van het document. Gaat de uitgestelde reis door, zoodra Hitier hersteld is? „,-T^ANGRIJKSTE NIEUWS ENGELAND. „t.müddas heeft de leider der op- OTensdsS» m het Lagerhuis den minis- positw lamaenlandsche zaken gevraagd ot !er ra„nvPrklaiing had te geven over het uit- hil ee"i„ „tin reis naar Berlijn. (KlleDn antwoordde: „Het Duitsche depar- SlB! »ÏÏi buitenlandsche zaken heeft den ""a.! ambassadeur te Berlijn gisteren gritschen au Duitsche kanselier, daar Sin bezoek aan het Saai-gebied een Sdhad opgeloopen, lijdende is aan ,erk?. ShMid en dat derhalve op aan- groote ae»- ^ne^ren de besprekingen, raden vande Britsche ministers in die dezfn,,Hpn oiaats hebben, tot groeten spijt SaWn,She regeering moesten worden uit- ien. Kt een later tijdstip". miv vroeg daarop: „Is op de een of rdere bekend, wanneer de bijeenkomst zal Pbatt,,v.'soSdde: „Ik sta met de Duitsche d£e kwestie in contact". 'eg tarv vroeg daarop: „Mag ik vragen, of „un collega's zal voorstellen het Wit- ®kVt êe het houden del" besprekingen in "„"^antwoordde onder applaus der re- f oehanken' „Neen, beslist niet. Ik kan Eiett voorstellen, dat iemand het m mistig zou opvatten een verklaring voorstel einsns jn te tretten tot de gnomen besprekingen hebben plaats ge- tümhiirv vroeg voorts: „Gelooft Simon wer- S 5at het voor vriendschappelijke onder- bevorderlijk is, een zoo onvnen- SftSument te publiceeren als dat wat de l ie minister heeft uitgegeven antwoordde: „Dat is een vraag, die naar Ik meen, Maandag ter bespreking zal '"Sf ïid van de oppositioneele Labour vroeg sS nog of Siinon van de gelegenheid ge. daarop =>maken om naar Moskou te gaan "op de™ vraag'gaf'Simon geen antwoord. no diplomatieke correspondent van Reuter i.' Londen verneemt, dat het uitstel van de I rail den minister van buitenlandsche „ten Sir John Simon naar Berlijn de Bnt- Veering ertoe heeft gebracht een over- S van den algemeenen politieken toestand onder oogen te nemen en dat de regeering met vertrouwen het tijdstip afwacht, dat het bezoek van Simon aan Berlijn plaats zal heb ben, namelijk zoodra rijkskanselier Hitier zal zijn'hersteld. Intusschen gaan de voorbereidingen van de reis van den Britschen minister naar Mos kou en Warschau voort, ondanks de verhin dering in de reis naar Berlijn. De data waarop deze bezoeken zullen plaats vinden, zullen naar men verwacht binnenkort worden vast gesteld, „$mnt men wen&cht...de serie van con ferenties, welke door- het Fransch-Britsche accoord van Londen geopend is, niet onnoodig te latensiepen. Tegelijkertijd hoopt men ech ter dat het wellicht mogelijk zal blijken te zijn het eerst voorgenomen programma van Simon's reizen te volgen, zoodat de minister toch nog het eerst naar Berlijn zou gaan, en men zou van plan zijn nog eenigen tijd te laten verloopen, gedurende welken Hitiers gezondheidstoestand zich zou kunnen herstel len, voordat de definitieve beslissing zou val len voor-des ministers reis naar Noord-Oost- Europa. Wat betreft de publicatie van het Witboek houdt men te Londen in officieele kringen in het algemeen vol dat het beter was dat de Britsche regeering haar standpunt tegenover het ontwapeningsvraagstuk en de defensie ab soluut duidelijk maakte, dan dat het moge lijk zou zijn dat de onderhandelingen met minister Simon zich afspeelden in een sfeer waarbij misverstand mogelijk zou zijn. Verdere verhoor en in het proces-Rintelen. I is in het proces Rintelen het ge tuigenverhoor voortgezet. Bij het verhoor van den chef-redacteur van de „Reichspost", staatsraad dr. Funder, kwam het tot opge wonden tooneelen. Voordien was de adjudant van den staatssecretaris van het ministerie van oorlog, Zehner, overste Pohl gehoord evenals de inspecteurs der crimineele politie Heckenthaler en Jennisch, die allen ten tijde van de poging tot zelfmoord van Rintelen in een nevenvertrek waren. Hun verklaringen luidden eensgezind dat zij onmiddellijk na het weerklinken van het schot naar de kamer van Rintelen waren gegaan waar zij hem rechtop zittend in een stoel hadden gevon den. Op de vraag waarom hij dit gedaan had. tod had Rintelen geantwoord. Omdat men. m zoo behandelt". Jolgens Funder had Rintelen op 15 Mei voordat Dollfuss belast was met de vor ming van een kabinet opgewonden tot een van zijn redactiecollega's van de „Reichpost" S^egd, dat het toch niet waar kon zijn, dat uomuss bondskanselier zou worden. Hij zelf, Kmtelen, moest dat worden. n Jnh 1932 hadden wederom geruchten de ror.de gedaan dat Rintelen zelf verzocht om «n duidelijke standpuntbepaling. Deze had ,veron&waardiging dergelijke ver dachtmakingen afgewezen. Overigens verklaarde Funder dat bonds kanselier dr. Dolffuss zich tegenover hem pilt i verontrust had uitgelaten over melen, vooral toen Rintelen naar Rome was gegaan. J5en0?er deze verklaringen van den ge- wPMf 1 ?intclen dat nooit sprake ge- dirwT*, zijn van €en- goede verstandhou- ™sschen hem en getuige, maar dat tus- hwft een oude tegenstelling bestond. Ook ««ui nij nooit gestreefd naar het bondspre- wprs ,ver<dcre verloop van het proces S dn'€cteur-generaal van de Ravag (de e radio-ondernöming)OscaT evf.D ,°Dd- Beklaagde had dezen getuige iiAtn uur telefonisch opgeroepen en mi«!h^es:d' dafc van zijn (Rintelens) naam hu l ,gemaakt was. Czeja antwoordde, dat J"J mnPT. moest hem helpen. Deze zeide daarop, dat hij heelemaal niets kon doen, maar dat Czeja zich tot de betrokken instantie moest wen den. Als laatste getuige werd de vroegere leider van het radiostation te Graz, Franz Huber, gehoord. De getuige, die kortgeleden zijn functie in verband met zijn nationaal-socia- listische gezindheid verloren had, bevond zich in het gezelschap van beklaagde in hotel „Imperial", toen om 13,15 uur het bericht kwam, inzake de bekende radiomededeeling over Rintelen. Dr. Rintelen was aldus ver klaarde de getuige daarover buitengewoon opgewonden geweest en had verklaard, dat van zijn naam misbruik gemaakt was. Hij had hem naar den bondskanselier gezonden om uit te zoeken, wat er aan de hand was. De getuige was inderdaad daarheen gegaan, doch vond daar reeds alle deuren gesloten en ook op zijn kloppen antwoordde hem nie mand. Op dat oogentolik reden ook reeds de pantserauto's voor de bondskanselarij. Hij snelde terug naar dr. Rintelen, deelde hem zijn ervaringen mede en nam toen afscheid van hem. Daar men aanneemt dat het verhoor van de thans nog op de lijst staande getuigen nu vrij snel van stapel zal loepen, bestaat de mogelijkheid, dat de getuigenverhooren reeds heden beëindigd kunnen worden. In dat geva/ kan een uitspraak Vrijdag of Zaterdag verwacht worden. Hongarije. Bethlen wilde Gömbös c.s. ten val brengen. De gewezen Hongaarsche premier en de leider van de parlementaire regeeringspartij, graaf Bethlen. heeft Woensdag in een kort schrijven aan den voorzitter van de Nationale Eenheidspartij (regeeringspartijmedege deeld, dat hij uit de partij treedt. Ter motiveering van dit besluit wijst graaf Bethlen ev op, dat de gebeurtenissen de tus- schen hem en den minister-president Gömbös gesloten politieke overeenkomst hebben te niet gedaan, omdat hij niet meer gewaarborgd is, dat een politiek, zooals hij die met overtui ging kan steunen, gevoerd zal worden. Men verwachtte, dat alle legitimistische afgevaardigden tot den groep van Bethlen zouden toetreden en openlijk den strijd tegen de regeering zouden aanbinden. Het is ech ter gebleken, dat van de 150 afgevaardigden van de regeeringspartij slechts 30 tot 40 graaf Bethlen zullen volgen, terwijl de groots meer derheid zich voor de regeering-Gömbös heeft verklaard. Naar thans, volgens het D. N. B., bekend wordt, was de onder leiding van Graaf Beth len staande groep van de regeeringspartij te zamen met de liberale, legitimistische en democratische oppositie van plan de regee ring-Gömbös in de parlementszitting van Dinsdag ten val te brengen. De regeering had echter te rechter tijd van dit plan "kennis gekregen en besloot daarop het parlement onmiddellijk te ontbinden Kisten goud van vliegveld verdwenen. Waarde van 21000 pond sterling. Naar Reuter meldt, zijn van het vliegveld Croydon eenige kisten met goudstaven ver dwenen. Het verdwenen bedrag vertegenwoordigt een waarde van 21.000 pond sterling en zou gis teren naar Parijs verzonden worden. Henderson blijft aan. Geloof in een slagen der ontwapenings conferentie niet opgegeven. De Tel. verneemt uit Londen: Op de gisteren gehouden buitengewone ver gadering van de socialistische parlements- fractie heeft Arthur Henderson geweigerd, het voorzitterschap van de ontwapeningsconfe rentie neer te leggen. Na levendige discussies werd men het er ten slotte over eens. aan Hen derson zelf over te laten, wat hij wilde doen. Henderson verklaarde evenwel, dat hij on danks de moeilijkheden, waarmede de confe rentie tot dusverre te kampen heeft gehad, steeds zijn geloof heeft behouden in de moge lijkheid een bevredigende conventie tot stand te brengen. Dooden en gewonden aan beide zijden. Op Kreta is Woensdag volgens berichten uit Kandia een con tra-revolutie uitgebroken. Den geheelen dag hebben hevige gevechten plaats gevonden tusschen de Venizelisten en hun regeeringstroivwe tegenstanders. Beide partijen hebben tal van dooden en gewonden verloren. Ook in Oost-Macedonië beginnen de mui ters, naar Reuter meldt, in een steeds on gunstiger positie te geraken. Wel is waar heeft de minister van Oorlog, generaal Kon- dylis, die als opperbevelhebber over de re- geeringstroepen fungeert, in den afgeloopen nacht den veldslag tegen de opstandelingen, die de beslissing had moeten brengen, ten slotte moeten afbreken, aangezien het dal van de Stroema door de telkens weer zich ontlastende wolkbreuken in een meer werd veranderd. De havenstad Cawalla, het voornaamste steunpunt der oproerlingen, is echter giste ren door dertig bommenwerpers der regee ring bestookt. Verscheiden bommen kwamen midden in de stad terecht en maakten een groot aantal slachtoffers. Onder de bevol king veroorzaakte het bombardement uit de lucht een wilde paniek. Ook te Cawalla zou de bevolking een con tra-revolutie tegen de Venizelisten op touw hebben gezet. Volgens berichten uit Saloniki is de toe stand van de onder generaal Kamenos in Macedonië strijdende opstandelingen bui tengewoon moeilijk, daar zij gebrek hebben aan voldoende voorraden levensmiddelen en munitie. Daarbij komt nog, dat de geheele bevolking van het door de opstandelingen bezette gebied vijandig tegenover hen staat en zich zeker bij het eerste oprukken der re- geeringstroepen tegen de opstandelingen te gen dezen zal keeren. Saloniki lijkt op een groot legerkamp, daar uitgebreide troepenafdeelingen in de hoofd stad van Macedonië worden samengetrokken. Gistermiddag zijn nieuwe militaire verster kingen. die hoofdzakelijk bestaan uit de pas opgeroepen regeeringsgetrouwe reservisten uit Saloniki naar het front vertrokken. Uit alle streken van Griekenland komen telegrammen binnen, waarin strenge straffen voor de opstandelingen worden geëischt. Door de wet inzake het in beslag nemen van het vermogen der raddraaiers van den op stand is niet alleen het huis van Venizelos in Athenee maar zijn ook de huizen en het verdere vermogen der overige opstandelin genleiders o.a. van admiraal Demesticha en van generaal Kamenos aan den staat ge trokken. 200 Gearresteerde Venizelisten zijn uit Saloniki naar het gevangenenkamp Tri polis op den Peleponesos gebracht. Spada ter dood veroordeeld. -Tury unaniem in haar uitspraak. André Spada. De Corsicaansche bandiet Spada, is door de jury van Bastia wegens talrijke moorden ter dood veroordeeld. Ondanks vele verzachtende omstandigheden, die Spada's verdediger voor hem deed gelden, hebben de leden van de jury met algemeene stemmen het vonnis geveld. kai\ierlid en advocaat duelleeren. Reuter meldt uit Parijs: Als gevolg van een perspolemiek hebben twee Corsiaansche Kamerleden, de advocaat Campinchi en Decarbuccia, directeur van een weekblad, op het pistool geduelleerd. Campinchi werd aan den benedenarm ge wond. De tegenstanders hebben zich niet met elkaar verzoend. ONZE DACELIJKSCHE KADERVERTELLING hil in w - was- Czeja antiwoord auwJf't.radiohuis was opgesloten en spinnig geschoten werd. Dr. Ri dat er Rintelen Thijs loopt langzaam door het groote bosch; hij is op weg naar huis. Plotseling blijt hij vol schrik staan want onverwacht spreekt daar iemand tegen hem! Het is bijna niet te gelooven; de spreker is die zwarte raaf! Hij zegt: „Ik weet wat jij hier zoekt, kleine beer; mis schien kan ik je helpen. Volg mij maar vlug, dan breng ik je misschien wel bij het verdwenen prinsje.'' Marie Antoinette. En niet alleen modevorstinnen waren ze, Marie Antoinette, echtgenoote van Lodewijk XVI, en Joséphine, de eerste vrouw van Na poleon, en niet alleen in dat eigenaardige vorstendom, dat men het „rijk der mode" pleegt te noemen, namen ze de allereerste plaats in; beiden waren ze vorstinnen van Frankrijk, dat land dat in Europa en zelfs in de heele wereld sinds onheugelijke tijden al den toon aangeeft op het gebied van vouwen- kleeding. Toch waren ze geen van tweeën Frangaises de eene een Oostenrijksche keizersdochter, de andere een Creoolsche van het eiland Martinique; niettemin inspireerde Frankrijk haar beiden zoo zeer, dat zij de door allen erkende modevorstinnen van hun tijd werden, Marie Antoinette die van den Rococo en Joséphine die van het Empire. In die beide koninkrijken namen ze alle twee haar plichten heel wat beter en met heel wat meer toewij ding waar dan in de werkelijke rijken, waarin ze koningin en keizerin waren: Marie An toinette bezocht in de twintig jaren, dat zij koningin was, nooit een enkel deel van Frankrijk; ze bracht haar dagen door in Ver sailles, in Fontainebleau, in Trianon of in Parijs, en zij had het met haar andere rijk, dat der mode, veel te druk om goed te besef fen, dat er buiten die kleine kern van Frankrijk nog een reusachtig land bestond, waar men een bezoek van de jonge en char mante koningin, vooral in de eerste jaren van de regeering van Lodewijk XVI zeer op prijs gesteld zou hebben. Joséphine vergezelde wel haar echtgenoot, toen nog generaal Bona parte, op enkele van zijn reizen buiten Frank rijk, maar toen zij eenmaal keizerin was maakte ze geen enkele reis meer, ook niet binnen de grenzen van haar keizerrijk. Ze deed vrijwel hetzelfde als Marie Antoinette: ze bracht haar dagen door in de Tuilerieën en Malmaison en wijdde zich vrijwel uitsluitend aan een heel ander rijk, dat haar veel meer belang inboezemde, dat der mode. Het is wer kelijk merkwaardig, zooveel overeenkomst als er in dat opzicht bestond tusschen Marie Antoinette, Habsburgsche keizersdochter en echtgenoote van Frankrijk's laatsten koning en tusschen Joséphine, Creoolsche van duis tere afkomst en echtgenoote van Napoleon, den door alle Europeesche vorsten verachten burgerkeizer. Des te merkwaardiger en des te tragischer is de overeenkomst, als men de pa rallel nog verder doortrekt; als men de be ruchte spilzucht van Marie Antoinette, die haar ondergang werd, gaat vergelijken met die van van Joséphine, haar opvolgster. De heele Fransche revolutie ligt ertusschen, die revolutie, die de guillotine een rechtvaardoige straf oordeelde voor de grenzenlooze genot zucht en verspillingen van de Oostenrijksche, die koningin van Frankrijk was geworden, maar die allerminst verwacht zal hebben, dat dat eerste vrouw, die na haar Frankrijk's kroon droeg en die de echtgenoote was van den men, die uit haar eigen milieu was voort gekomen, in bijna alle opzichten de weelde zucht van Marie Antoinette zou evenaren, en die zelfs in enkele overtreffen. Dat is werkelijk geen sprookje; en hoewel het op het eerste gezicht wonderlijk mag lij ken op twee figuren als Marie Antoinette en de Joséphine de Beauharnais op één lijn te stellen levert dit toch merkwaardige resul taten op als men het doet. Telg van een oud vorstelijk geslacht naast tot keizerin verheven avonturierster maar ook: Rocoeokoningin naast koningin van het Empire. Want zoo goed als Marie Antoinette tijdens het laatste koningsschap op het gebied van mode en toilet in alle opzichten den toon aangaf is het niet Stefan Zweig, die zegt, dat het eigen lijk volkomen onlogisch is om van een stijl Louis Seize te spreken in plaats van een stijl Marie Antoinette? zoo goed deed Joséphine het gedurende het grootste deel van het eerste keizerrijk. De omstandigheden alleen hebben gewild, dat op Marie Antoinette's genotzucht en behoefte aan luxe de aandacht van de ge heele wereld gevestigd werd; terwijl José phine's ongelooflijke extravaganties grooten deels aan de opmerkzaamheid ontsnappen konden. Intusschen gebeurt het meer, en zeirs vaak, dat de ironiën der geschiedenis onop gemerkt blijven, maar in dit geval is de ironie toch te frappant om er niet eens de aandacht op te vestigen. En de groote overeenkomst tusschen deze twee vorstinnen van Frankrijk, is, al verschilden ze hemelsbreed van elkaar in afkomst, toch vooral ook weer merkwaar dig, omdat het er in haar jeugd bij geen van beiden op leek of zij zoo'n reusachtige rol als modekoningin zouden gaan spelen: Marie Antoinette was door haar moeder, keizerin Maria Theresia, hoogst eenvoudig en inge togen opgevoed, en niemand heeft dan ook d< genotzucht van de jonge Fransche koningin meer verdriet gedaan en meer zorg gebracht dan haar moeder en ook de weduwe van den generaal de Beauharnais, die tijdens het schrikbewind drie maanden in den kerker had gezeten en vermoedelijk slechts door den dood van Robespierre aan de guillotine ontsnapt was, en die daarna jaren lang van een hoogst bescheiden inkomen met haar twee kinderen in een huisje in de Rue de Chantereine moest leven zal toen nooit hebben durven droomen, dat zij nog eens als keizerin van Frankrijk haar verlangens naar weelde zou kunnen be vredigen op een manier, die treffend veel ge lijkenis vertoonde met die van Marie Antoi nette, Frankrijk's meest verkwistende ko ningin. Een paar getallen illustreeren om te begin nen al op onmiskenbare wijze het feit, dat inderdaad de sommen, die Marie Antoinette en Joséphine voor haar persoonlijke behoef ten uitgaven, elkaar niet veel ontliepen. Alleen al de beruchte oplichtingsaffaire, waarbij een ongelooflijk brutale avonturierster zoogenaamd voor de koningin een halssnoer ter waarde van 1.600.000 livres kocht, weer spiegelt afdoende de reputatie die de konin gin op dit gebied had: men hield het voor volstrekt niet verwonderlijk, dat de koningin dergelijke sommen besteedde aan een enkel halssnoer. Ten tijde van Joséphine's keizerinneschap was de situatie precies hetzelfde. ..Men be dekte zich zoo met sieraden", zegt een ge schiedschrijver, „dat de vrouwen er uit za gen als wandelende juwelierswinkels". En de keizerin gaf het voorbeeld: zelfs bij haar simpele batisten morgentoiletten droeg ze soms al met diamanten en cameeën bezette diademen, terwijl ze in het jaar 1808 een halssnoer liet maken, dat uit 2275 paarlen en 24 cameeën bestond, maar dat ze, toen het klaar was, niet dragen kon, omdat 't te zwaar was. Een andere geschiedschrijver vertelt, dat dat zij eens op een bal verscheen, behangen met juweelen ter waarde van 40.000.000 iivrea was het wonder, dat de vrouwen van Napo leon's generaals zoo min mogelijk voor haar wilden onderdoen, zoodat Madame Duroc ju weelen bezat ter waarde- van 500.000 livres en Madame Ney voor 100.000 livres? De waarde van Joséphine's paarlen alleen werd op meer dan een millioen francs geschat. Mademoiselle Bertin, Marie Antoinette's modiste, die tweemaal in de week met nieuwe ontwerpen in de particuliere vertrekken der koningin ontvangen werd, en die haar ver leidde tot de ongelooflijkste uitgaven voor haar japonnen, haar negligé's, haar fichus, kanten mutsen, mantels, handschoenen, kou sen, enz, werd de rage van Parijs; en Marie Antoinette's kapper, Monsieur Léonard Autier riep de mode van de reusachtige hooge en. omvangrijke kapsels in het leven, waarop heele tafereelen afgebeeld werden: zoo creëerden hij, vlak na de eerste opvoering van Glück's opera in Parijs een „Coiffure a la Iphigénie", vlak na de eerste hongerrelletjes in Parijs, waarbij de bakkerswinkels bestormd werden, de „bonnet de la Révolte". En Kei zerin Joséphine gaf al even reusachtige sommen voor haar toilet uit. Zij kreeg van Napoleon voor haar particuliere uitgaven een toelage van 600.000 francs per maand en voor geschenken en weldadigheid nog 130.000 francs extra. Niettemin kwam ze nooit uit en had altijd schulden maar ze liet toch maar morgenjaponnen maken van Indische zijden mousseline, die 150 francs per el kostte, ze gaf geregeld voor een paar zijden kousen 500 francs uit, en de Kashmir shawls, die ze in de mode bracht, kostten 10.000 of 12.000 francs per stuk. Als men dan weet. dat zij drie of vierhonderd van die shawls bezat! De coiffures in deze periode leken op het eerste gezicht hoogst eenvoudig dat was ook de bedoeling: ze waren, geïnspireerd op de losjes bijeengebonden haren der Grieksche vrou wenbeelden. Zoo had men een „Coiffure a la Titus" en een „Coiffure a la Caracalla"; wie echter denkt, dat die coiffures geen tijd en geen geld kostten, die vergist zich, want iederen dag moesten er nieuwe uitgedacht en gemaakt worden, waarbij beroemde Parijsche tooneelspeelsters. zooals Mademoiselle Gras- sini. Mademoiselle Georges of Mademoiselle Duchesnois, den toon aangaven. Evenals Marie Antoinette besteedde Jo séphine vrijwel haar heelen morgen aan haar toilet. Dadelijk na Marie Antoinette's ontwaken placht de opperkamenier bij haar binnen te komen met eenige kleedingstukken voor haar eerste morgentoilet. Dan werd haar een lijvig boek overhandigd, waarin staal tjes van de stoffen van alle in de garderobe aanwezige toiletten gestoken. Daaruit kooé Marie Antoinette de japonnen, die ze in den loop van den dag dragen wilde: een moeilijke keus, die veel tiid vorderde! Daarna kwam. de coiffure aan 4e beurt, want al werden de torenhooge, ingewikkelde coiffures niet iede ren dag vernieuwd en al bleven de rococo- dames soms dagen en zelfs weken met het zelfde kapsel rondloopen op Marie Antoi nette rustte toch de plicht haar haardracht zoo vaak mogelijk te varieeren, en een nieuw kapsel eischte soms te voren urenlange be sprekingen, Tusschen dit alles door placht Marie Antoinette dan nog inderhaast een aantal van haar maatschappelijke besognes af te handelen; de meesten van haar vrou welijke tijdgenooten ontvingen trouwens ge durende haar toilet allerhande bezoekers, en gedurende het Empire werden die openbare „levers" weer in eere hersteld. Joséphine, die al niet meer jong was, toen zij Napoleons echtgenoote werd, stond altijd om negen uur op en besteedde dan eerst, zonder dat iemand daarbij aanwezig mocht zijn, minstens een uur aan haar uiterlijk en haar „make up"; als zij dan zoover was werd de kapper bij haar toegelaten en terwijl zij gekapt werd en haar garderobe voor den dag uitzocht, liet zij haar hofhouding en andere bij zich toe. Dan werden er groote manden met de meest ver schillende japonnen, hoeden en shawls bij haar binnengedragen, en daaruit deed zij haar keus, die in moeilijkheid waarlijk niet onderdeed voor die van Marie Antoinette, aangezien ze gewoonlijk een paar honderd japonnen had. En ten slotte is het merkwaardigste van de overeenkomst tusschen de twee vorstinnen wel het feit. dat zij alle twee, toen zij eenmaal vorstin werden, zich bij voorkeur terugtrok ken van de al te drukkende étiquette en cere monieën van het hof. en zichzelf een soort van „retraite" inrichtten, waar zij haar leven konden indeelen, zooals ze het wenschten, in een eenvoud, die weliswaar niets anders was dan de meest geraffineerde quasi-eenvoud, en in gezelschap van degenen, die ze zich tot ge zelschap zouden hebben gekozen, als ze geen koningin en keizerin waren geweest! Marie Antoinette woonde bij voorkeur in Trianon welks „eenvoud" de staat Intusschen 1.649.529 livres gekost had waar ze zelf haar twee koeien Brunette en Blanchet-te verzorgde en melkte in schalen van Sèvres porselein, waar ze een soor van idyllisch herderinnenbe- staan voerde, dat intusschen handen vol geld kostte, en waar ze in haar eigen theatertje, dat 141.000 livres gekost had, tooneelspelen opvoerde en feesten gaf. Joséphine bracht het liefst haar dagen door in Malmaison, waar ze zich vrijwel uit sluitend bezig hield met haar toilet, en met haar planten en vogels. Ze besteedde eindelooze zorg en ook eindelooze sommen gelds aan haar prachtige kassen en haar volières, waarvoor steeds nieuwe exotische vogels uit alle werelddeelen aangevoerd wer den; en het was dan ook niet zonder reden, dat haar na de scheiding van Napoleon Malmaison als woonplaats toegewezen werd. Marie Antoinette en Joséphine zonder twijfel heeft Frankrijk nooit grooter mode vorstinnen tot koningin en keizerin gehad. En nooit heeft de geschiedenis grooter ironie gekend, dan toen zij in 1793 Marie Antoinette naar het schavot deed voeren om haar spil zucht, en haar ruim tien jaar later, in 1804, deed opvolgen door een keizerin, die in ge notzucht en weeldebehoefte meer overeen komst met haar vertoonde dan ooit eenige andere Fransche vorstin deed! WILLY VAN DER TAK.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1935 | | pagina 3