HET NIEUWE AVONDBLAD ^ue |AARÜAng No- 1 u VKUDAG 13 MAAkl iyo5 IJMUIDER COURANT qNNEMENTEN: per week 10 ets., per maand ents plus 2J4 cents incasso, per kwax-taal 1.20 40 - 5 cents incasso, losse nummers 3 cents. Kennemerlaan 42 - IJmuiden, Telef. 5301 plus Kantoor: Verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. Uitgave Lourens Coster, Maatschappij voor Courantuitgaven en Algemeene Drukkerij N.V. Directie: P. W. PEEREBOOM en ROBERT PEEREBOOM ADVERTENTIeN1—5 regels ƒ0.75. Elke regel meer 15 ct. Bij abonnement belangrijke korting. Adverten ties van Vraag en Aanbod 1-3 regels 25 ct., elke regel meer 10 ct. Ingezonden mededeelingen dubbele prijs. ALLE ADVERTENTIeN, OPGEGEVEN VOOR DIT BLAD, WORDEN KOSTELOOS OPGENOMEN IN DE NEVEN-EDITIE HET NIEUWE AVONDBLAD DE KENNEMER COURANT. „és van dit blad zijn, zoodra zij 14 dagen als zoodanig in de registers a°°eschreven en verder op voorwaarde^, die van tijd tot tijd gepubli- h pn ten kantore van dit blad gratis verkrijgbaar zijn, kosteloos ver- cef dteeen de gevolgen van ongevallen voor de navolgende bedragen gfer. yJ aleeheele invaliditeit; 600.- bij overlijden; 400.- bij verlies van ^enbandf voet of oog; f 250.- bij verlies van een duim; 150.- bij verlies van een wijsvinger; 100.- bij breuk van boven- en/of onderarm; ƒ100.- bij breuk van boven- en/of onderbeen; ƒ50.- bij verlies van een anderen vinger. Ten gevolge van spoor-, tram- of autobusongeval; ƒ5000.- bij overlijden van man en vrouw beiden; ƒ3000.- bij overlijden van den man alleen; ƒ2000.- bij overlijden van de vrouw alleen. Opvarenden van visschers-. marine-vaar tuigen enz. f 400.- bij verdrinkingsdood door ongeval tijdens de vaart. tot een maximum van 2000.-, indien hetzelfde ongeval den dood van vijf of meer abonnés mocht tengevolge hebben. Alleen de abonné(e) zelf is verzekerd, behoudens het vermelde omtrent spoor-, tram- of autobusongevallen. Polis is niet noodig. Uitkeeringen krachtens deze verzekering worden gewaarborgd door de Nieuwe H.A.V.- Bank te Schiedam. IJMUIDEN Vereen, van Huisvrouwen. Lezing dr. ir. J. T. P. Bijhouwer. Tuinen en parken in de gemeente Velsen. Voor de afdeeling Velsen-IJmuiden van hp Ned Vereeniging van Huisvrouwen sprak in de bovenzaal van Kennemerhof dr. ir. J. T p Bijhouwer, tuinarchitect te Velsen. over Tuinen en Parken in de gemeente Velsen". "Mevr Luchsinger-Woldring. opende bij ontstentenis var. de presidente mevr. P L de Bóer-Harder, de slechts matig bezochte bij- eene°töd' ligt nog slechts kort achter ons, be°on ir- Bijhouwer, dat men een tuin uit sluitend beschouwde als een ding om naar te kijken en niet om in te wonen. De huis tuintjes zagen er dan ook wonderlijk uit, met' allerlei bedjes, en vooral niet te verge ten akeiig-smalle en kronkelige grindpaad- ies die vooral voor kinderen onbegaanbaar waren. Dezen stijl noemen we, zegt spr. „den vermicellistijl". Is nu de tuin een terrein om planten in te kweeken of beschouwen we hem als een tweede woonkamer? In 't -buitenland is de laatste beschouwing de meest overwegende. De planten- en bloementuin verliest dus dan heel veel aan beteekenis. Deze twee con- trasteerende vormen vinden we toch veel in onze gemeente, v.n.l. in de villaparken te Driehuis. Spr. behandelde hierna eenlge vormen van tuinaanleg door hem in de grootstad ontwor pen en adviseerde zijn gehoor steeds de vraag voorop te stellen: wat eisch ik van mijn tuin? De tuinman zal steeds trachten „een mooien tuin" te ontwerpen. Beter is echter een bruikbaren tuin te hebben. Gras veld, grind- en beter nog betegeling kunnen, het moge vreemd klinken, zegt spr., uw tuin grootere bewoonbaarheid geven. In het bij zonder beval dr. ir. Bijhouwer de grauw- roode baksteenbestrating aan, de steenen plat gelegd. Na de pauze behandelde ir. Bijhouwer de parken der gemeente Velsen.' Deze is be gonnen als een zeer landelijke gemeente: tij dens het graven van het Noordzeekanaal is toen ontstaan het filiaal van de Amster- damsche buurt IJ-IJ, nl. oud-Umui-den. Uitvoerig stond de inleider daarna stil bij den groei van Velsen. Uit het boerenplaats]e meteen volkomen vrije natuur is langzamer hand een stad gegroeid van bijna 50.000 in woners. De vrije natuur is thans terugge drongen achter hooge hekken; het particu lier eigendom k-on de aan den rand der ge meente grenzende boschterreinen en duin- gronden niet voldoende in stand houden, ge zien de vernielzucht der jeugd. En de eenige, zij het dan zeer nadeelige, manier was dus: afzetten met prikkeldraad, een daad die al leszins acceptabel was. Velsen kocht in den loop der jaren met grootseh gebaar Velserbeek, het Burgemees ter Rijkenspark, de Neethof en Rooswijk. De drie eerstgenoemde wilde spr. in hoofdzaak beschouwen, als liggende aan deze zijde van het -kanaal. De aankoop dezer parken was niet een vol komen filanthropische daad. want ook zat bij de gemeente grondexploitatie voor. Wanneer we. aldus ir. Bijhouwer, de groot te van Velserbeek op 30 H.A. en die van het Burgemeester Rijkenspark op 25 H.A. na tuurschoon stellen, dan heeft hier iedere in woner per hoofd 10 M2. park. Als zoodanig is dit cijfer, vergeleken met dat van andere ge meenten, niet ongunstig. Den Haag b,v. heeft 13 M2. per hoofd, Arnhem 1718 M2. en Amsterdam (in de toekomst) 1112 M2. en thans nog geen 8 M2.! Dat mag ons wel eenigszins tot tevredenheid stemmen. In vele gemeenten verliest men nog te veel uit het oog, dat zooals spr. het wil betitelen het gemeentelijk groen" dient te voorzien in al die behoeften, waar de eigen tuin niet in kan voorzien. Dus: de behoefte om buiten te zijn en de kinderen rustig en buiten gevaar der verkeersdrukte zich te laten uitleven. En juist daar voldoen deze twee gemeen telijke complexen niet aan, Velserbeek en Burgem. Rijkenspark immers zijn oude bosch complexen, oude buitenplaatsen. Er geldt dus voor hen dezelfde regel r„ls voor b.v. Duin en Kruidberg, enz.: als er te druk geloopen of gewandeld wordt, hebben deze goederen te veel te lijden. En juist de behoefte aan meer speelruimte is in Velsen zeer dringend: geen voetballers cf veldjes daarvoor, doch ruime, rustige en ongevaarlijke speelgelegenheid voor niets ontziende kin-deren van 612 jaar. Hoe zo-u in dat gebrek aan speelruimte nu voorzien kunnen worden? Spr. zegt, dat twee oplossingen mogelijk zouden kunnen zijn: A. Hekken zetten en bordjes met art. 461 Plaatsen. Dat is echter de bedoeling niet. B. Deze parken aanpassen in de richting van een meer intens gebruik. Er in plaats van bosch-, parkterrein van maken, b.v. met open gazons en speelweiden. Met Velserbeek is een poging gedaan om jut fraaie oude buitengoed pasklaar te ma ken aan een drukker algemeen gebruik. Deze Poging zal echter wel nooit ten volle slagen m verband met de moeilijkheden om in Vel sen groote mooie gazons aan te leasen. De nevige droogte des zomers maakt dit tot een ^isypkus-arbeid. En ook ontbreken nog de grootsteedsche speelweiden voor kinderen-zonder-georgani- WspeHn-club verband. in Ye^.Bur"emeester Rijkenspark is in het lofj nie*'s gedaan, omdat de bevolking in waL* der gemeente minder dicht is. Er wordt echter thans ook daar druk gebouwd en nu gaat 't ook daar spannen. Spr. betoogt, dat een nadeel van Velser beek in deze richting ook is de te groote af stand tot de eigenlijke wooncentra; het is voor betrekkelijk kleinere kinderen een heele wandeling. Men voelt wel de behoefte, die er is om z'n kinderen naar Velserbeek te zen den zonder geleide, doch men durft het ge zien de drukke verkeerswegen (Tunnels!), welke ze passeeren moeten, niet aan! Hier is een lacune. Er zijn echter nabij de wooncentra nog open zan-dterreinen genoeg en daar zit het dus vol met spelende kinderen. In oud-IJmui den met z'n gebrek aan speelgelegenheid, zijn ze aangewezen op de zoo gevaarlijke haven- en spoorwegterreinen Zoo ziet men: een zeer onplanmatige verdeeling. Dergelijke moeilijkheden, zegt spr., heeft echter elke groote en groeiende stad. Maar in Velsen is dit wel bovenmate jammer, im mers wij hadden hier zooveel natuurschoon, zoo menig vrij terrein. En thans? Er zijn langs de woonwijken nog open ter reinen in voldoend aantal aanwezig en met eenigen goeden wil bestaat er toch nog wel de mogelijkheid speelterreinen -en „stads- groen" te doen reserveeren. In de grootere steden is men zeer sterk van het besef doordrongen, dat stadsgroen geen verfraaiing doch ontspanningsnoodzaak be- teekent. Bij het vervaardigen van het uitbreidings plan der gemeente Velsen was bij de makers nog niet voldoende het besef doorgedrongen, dat in deze noodzaak, deze behoefte moest worden voorzien! Er is met de belangen der verschillende groepen, wooncentra te weinig rekening ge houden. En dit zal zich. wanneer hier geen voorzieningen getroffen worden, uiten in een wegtrekken der bevolking uit die centra naar ruimer, vrijer en dus beter geoutilleer de woonwijken. Men vindt er in onze ge meente reeds voorbeelden van. En dit zal niet altijd oud-IJmuiden in de eerste plaats zijn. Ook de forensen zouden noodgedwongen naar het meest zuidelijk ge deelte van Velsen of nog zuidelijker kunnen trekken. Een bedachtzame, serieuze exploitatiepoli- tiek is een gemeentebelang van de eerste orde. Mogelijkerwijs, dat het op den weg der af deeling VelsenIJmuiden der Ned. Vereen, van Huisvrouwen ligt om het onderwerp der verzorging van „het gemeentelijk groen" en het voorzien in de behoefte er aan op den een of andere manier intensief te beharti gen, meent dr. ir. Bijhouwer. Wij moeten heusch meer ontspanningsterreinen voor. de jeugd onzer gemeente hebben, anders wordt de speelplaats van die kinderen: de straat! Er zijn zeer zeker moeilijkheden, doch er wordt nog te veel uit het oog verloren, dat de thans aanwezige open terreinen binnen enkele jaren totaal verdwenen zullen zijn! Mevr. Luchsinger-Woldringh bracht den spreker dank voor zijn helder, krachtig en waarschuwend -betoog, dat door allen met de meeste aandacht gevolgd werd en dat door ir. Bijhouwer met tal van teekeningen-, kaar ten en fotografiën werd verduidelijkt. (Noot der redactie: De berekening over de relatieve parkruimte is niet geheel in over eenstemming met de werkelijkheid, doordat schatting van den spreker van de opper vlakte van het Burg. Rijkenspark veel te hoog is). Het Veiligheidsmuseum van Hoogovens en Mekog. Een nuttige tentoonstelling. „Werkt veilig'? is de leuze, die op het groote bedrijf in de Breesaap haar aanhangers vindt in alle afdeelingen en rangen. „Werkt veilig'' is het algemeen consigne en de ziel daarvan is de veiligheidsingenieur de heer F. W. E. Spies die het als zijn levensaak beschouwt, het aan tal ongevallen op het bedrijf als het eenigs zins kan tot nul terug te brengen. Dit zal voorloopig wel een utopie blijven. Een dergelijk bedrijf heeft altijd zijn gevaren en zal deze ook steeds blijven behouden. Maar het is vooral de taak van den veiligheidsinge- nieur, die ongevallen, waaraan eigen schuld ten grondslag ligt, onmogelijk te maken. Om dit te bereiken worden jaarlijks de „Veiligheidsdagen" georganiseerd en als on derdeel daarvan is ook nu weer het veilig heidsmuseum geïnstalleerd, waar de bezoe ker door middel van aanschouwelijk onderwijs op de verschillende fouten van het onveilig werken wordt gewezen. Hedenmiddag wordt dit museum geopend, maar reeds gisteren werden wij in de gele genheid gesteld een kijkje te nemen, waarbij wij werden rondgeleid door den heer Spies. Allereerst toonde de heer Spies ons het ge- heele veiligheidsreglement, dat bij de opening aan den eersten bezoeker zal worden overhan digd. Dit is een lijvig boekdeel, dat aan de lei ders der afdeelingen wordt uitgereikt. De ar beiders krijgen alleen dat deel, hetwelk be trekking heeft op de afdeeling waar zij wer ken. In een beknopt bestek vindt men in de „museumzaal" tal van interessante dingen, vooral wanneer men de geschiedenis verneemt welke aan sommige daarvan verbonden zijn. Zoo vindt men er een reddingsgordel, die zijn naam eer aan doet, want aan hem heeft een arbeider de redding van zijn leven te danken. Deze arbeider werkte op een 35 M. hooge stel ling. zonder veiligheidsgordel, omdat deze hem te lastig was. Een der chefs merkte dit en gelastte hem, den gordel om te doen. Hij deed dit en even later brak de plank waarop hij stond en zweefde de man tusschen hemel en aarde. Als hij den gordel niet om had ge daan was hij zeker doodgevallen „Jan Werkt Veilig" maakt een rondwande ling door het bedrijf en op een populaire wijze zijn zijn ervaringen weergegeven. Vooral het brandalarm is zeer vernuftig weergegeven. Als het alarmsein is gegeven zien we welke instan ties gewaarschuwd worden. Tal van gereedschappen zijn er geëxposeerd, goede en slechte, of zooals ze behooren en zoo als ze niet behooren te zijn, vele ketting- en slangverbindingen, een ijzeren bout en een stuk touw, ingevreten door vuur, veilige en onveilige electrische fittings, waaruit ook me nig huisvader en huiselectricien nog wat kan leeren; er zijn veiligheidsschoenen met ijze ren binnenwerk, veiligheidshandschoenen, die de handen tegen tal van gevaren beschermen, asbestkleeding, gasmaskers en gezichtbescher mers voor de smelters, zuurkleeding of beter gezegd anti-zuu'rkleeding enz. Met middengedeelte wordt ingenomen door een verkeersmaquette waarop ..veilig verkeer" wordt gedemonstreerd. Een tweede zaal wordt ingericht als museum van den arbeid. Hier is o.a. geëxposeerd een reproductie 1:50 van het synthesegebouw, ver vaardigd door den werktuigkundige den heer F. Lichtendahl. Een prachtig werkstuk, dat tot in alle details is uitgewerkt en dat ook als practisch werkstuk meermalen dienst doet. Aan den ingang van de museumzaal staat .Jan Werkt Veilig", het type van den arbeider, die de veiligheid tot in alle onderdeelen be tracht. Hij draagt een veiligheidshelm, een veiligheidsbril, veiligheïdskleeding, veiligheids schoenen, een veiligheidsgordel en heeft ook de veiligheidshandschoenen bij zich. Ongetwijfeld is het veiligheidsmuseum een propagandamiddel van groote waarde. KUNSTKRING „HET SCHOUWSPEL". „De Huizen van den Wenuwnaar", Voor den Kunstkring ,.Het Schouwspel" voerde het Groot Nederlandsch Tooneel in den schouwburg Thaüa het bekende werk van G. B. Shaw „De Huizen van den Weduwnaar" op. Ook de vierde voorstelling van de plaatse lijke afdeeling van den kunstkring verheugde zich in een zeer groote belangstelling. ,G. B. S. met z'n zwak voor sociale proble men toont ons in dit werk minderwaardige leden der maatschappij met de grootste eer lijkheid; hij is hun aanklager en tegelijk hun verdediger, want als wij gereed staan hen met de meeste scherpte te veroordeelen laat G. B. S. ons zien. dat het publiek toch eigenlijk min of meer hun medeplichtige is. De alom erkende scherpe pen van den grooten Ierschen tooneelschrijver weet op onpartij dige wijze de verschillende facetten aan zulk een probleem verbonden, te belichten; men moet zijn wrange humor ..proeven" om hem ten volle te kunnen waardeeren. In „De Huizen van den Weduwnaar" is het Sartorius. een weduwnaar en eigenaar van een groot aantal krotwoningen in Londen, die heel wat te slikken krijgt, doch ook weer op Shawsche wijze van zich afbijt. De dochter van Sartorius. Blanche, heeft op een Rijnreis kennis gemaakt met den edel- denkenden, sociaal-voelenden dokter Trench, een kennismaking, die spoedig tot een in tieme verhouding leidt. De weduwnaar is een schatrijk man geworden door het y-^t' uren van krotten, die zelfs per kamer cf gedeelte daarvan verhuurd, meer opbrengen dan een huis in de betere wijken van Londen. Dr. Trench is inmiddels met de praktijken van zijn a.s. schoonpapa bekend geraakt en kan zijn geringschattende opvatting over den verkregen rijkdom van Sartorius bij zijn ver loofde den indruk niet wegnemen, dat hij haai en haar vader als minderwaardige menschen beoordeelt. Dr. Trench zegt graag met haar te willen trouwen doch wenscht geen cent bruidsschat te ontvangen, omdat dit geld afkomstig is uit minderwaardige exploitaties. Zijn streven voor sociale verbetering ten aanzien van volxsge- gezondheid en volkshuisvesting brengt hem daardoor met Blanche en Sartorius op ge spannen voet. Trench wil van zijn eigen in komen, 700 pond rente per jaar en afkomstig van een hypotheek, leven. Sartorius tracht zich te rechtvaardigen door op cynischen toon er op te wijzen, dat hij zich niet door humani taire, sociaal-hygiënische of andere overwe gingen kan laten beïnvloeden en zijn finan. cieel-zakelijke bedoelingen daardoor te laten verdringen. De edele verontwaardiging van den jongen dokter over deze maatschappelijke misstan den wordt echter gebroken door de mede- deeling (en dit is natuurlijk weer echt Shaw: op sarcastische wijze zijn met zorgopgebouwd werk aan het slot vrijwel vernietigen)......, dat de hypotheek, die hem zijn inkomen ver schaft, rust op de krotwoningen van Sar torius. Paul Huf was de weduwnaar; hij speelde deze figuur levendig en met aplomb als een geslepen zakenman, uiterlijk als „de gentle man", doch met minder gereserveerdheid als we van den doorsnee Engelschman gewend zijn. Jan Teulings, ais de spontane jongensachtige dokter was het vooral, die door aanzetten van tempo en voordracht gloed en kracht gaf aan de speelscènes; ook hier voor een Engelsch stuk nu en dan soms wat te veel. Minny Erfmann als de vrouwelijke hoofd figuur Blanche was een vlotte verschijning en speelde met veel temperament. Ze had de beste momenten, als ze zich ongebreideld mocht laten gaan. De huurophaler Lickcheese is een dankbare vondst van den schrijver en voor een sterk karakterspeler als Elias van Praag is deze functie geknipt. Hij was buitengewoon raak in zijn typeering, zoowel den onderdanig, getrapten bediende van Sartorius als in den uitgelaten, overmoedigen speculant. De regisseur Hans van Meerten was de ver makelijke Cokane, de zoo smakelijk spelende komiekeling, die een voornaam aandeel in het succes van het stuk had. Eva Janssen en Dirk Swidde vervulden op bescheiden wijze resn. kamermeisje en een kellner. De regisseur toonde, ondanks zijn ietwat on- Fngelsche visie (theatrale bewogenheid en charge) hoeveel „tooneel" er in dezen Shaw zit: iets, dat door het publiek zeer goed ont vangen werd. Er was. vooral na het laatste bedrijf, warm en langdurig applaus. Terecht weer een succes voor den Kunstkring. W. VELSEN EEN SCHITTERFND PROGRAMMA IN „DE PONT". Jood Süss met Conrad Veidt. Het groote nummer van het nieuwe pro gramma is de film Jood Süss met Conrad Veidt in de titelrol. Dit is een film die iedere filmliefhebber moet gaan zien. We zien in het begin de ontmoeting van Joseph Süss Oppenheimer, de man die streeft naar de verheffing van zijn ras en Karl Alexander, een groot veldheer, neef van den regeerenden hertog. Deze zal naar het bal- masqué gaan van den prins van Thurn en Taxis en besluit, diens mooie dochter Marie Auguste ten huwelijk te vragen. Süss leent Karl Alexander een van zijn mooiste costumes, dit is de aanleiding van hun kennismaking. Süss is eveneens uitgenoodigd voor het bal en wederom bewijst Süss Karl Alexander een dienst door hem geld te leenen. Karl Alexander, die den Rabbijn beveelt hem de speeltafel en door het geld van Süss kee- ren de kansen. In zijn appartement terug gekeerd, ontmoet Süss zijn oom, de Rabbijn Gabriël, de opvoe der van zijn dochtertje Naomi. De Rabbijn deelt Süss mede, dat Naomi haar vader wil leeren kennen. Doch Süss, nog te veel in be slag genomen door belangrijke zaken wil Naomi nog niet bij zich nemen. Zij worden in hun gesprek gestoord door Karl Alexander, die de Rabbijn beveelt hem de toekomst te voorspellen. „Ik zie twee ge beurtenissen", zegt de Rabbijn. „De eerste zeg ik U niet. maar de tweede is een Kroon". Karl Alexander barst in lachen uit. „Een kroon en dat terwijl de regeerende hertog en diens troonopvolger beide nog jong en gezond zijn". Geamuseerd vraagt Karl Alexander hoeveel voorschot Süss daarop wel geven wil. Groot is zijn verwondering als Süss hem zegt met alles wat ik bezit. Karl Alexander ten dienste te staan. En zoo wordt Süss de privé bankier van Karl Alexander. Conrad Veidt in „Jood Süss" De voorspelling van den Rabbijn, dat Karl Alexander een kroon wacht komt uit. De re- geerend hertog viel van zijn paard, en over leed aan de gevolgen, de kroonprins stierf 14 dagen later. Süss brengt een paar rustige uren bij zijn ;eliefd dochtertje, door en door een toeval maakt hij kennis met Magdalene Sibylle. de dochter van Weissensee. Aangetrokken door de lieftalligheid van Magdalene noodigt hij haar en haar vader op het bal, dat hij geeft ter eere van Karl Alexander. Ongelukkiger wijze wordt Karl Alexander opmerkzaam ge maakt op de mooie Magdalene en hij dwingt Süss hem met het meisje alleen te laten. Süss weet dat daardoor aan zijn hoop op een ge lukkige toekomst met Magdalena een einde is gekomen. Jaioersch op den goeden gang van zaken van een hulpeloozen jood, zoekt Dieterle ruzie met den stakker. Dieterle's dochter trekt partij voor den jood. Hierdoor raakt haar vader zoo buiten zich zelf van drift, dat hij het meisje doodslaat. Terwijl de omstanders zich vroolijk maken over den jood, verstopt Dieterle het lijk in de voddenkar van den joocl. Later maakt Dieterle groot misbaar over de verdwijning van zijn dochter, die teruggevonden wordt in de kar van Seligman. Laudauer bezoekt Süss in diens paleis om te pleiten voor de onschuld van den ongeluk- kigen Seligman, die ter dood veroordeeld werd wegens moord op Dieterle's dochter. Ofschoon Süss wist, dat hij zijn eigen po sitie bij den Hertog ondermijnde, dwingt hij toch Karl Alexander gratie voor Seligman af. Alhoewel tegen zijn zin zwicht Karl Alexan der voor het verzoek van Süss. Bij een bezoek dat Süss aan zijn moeder brengt, wordt het hem duidelijk, dat hij de zoon is van Maarschalk van Heyersöorf. dus geen jood! Al zijn lijden tevergeefsch. Geen uitweg meer wetend, gaat hij naar zijn doch tertje om van haar te vernemen wat hem te doen staat. In haar rustige omgeving werd Naomi op- eschrikt door een bezoek van den Hertog en zijn gevolg. Weissenseee heeft zijn wraak schitterend voorbereid. Hij zal het lijden zijn dochter Magdalene aangedaan, op de dochter van Süss verhalen. Hij heeft den Hertog op merkzaam gemaakt op het dochtertje van Süss. Die grappige jood heeft dus zijn mooi dochtertje voor hem verborgen. Hij dringt de slaapkamer van Naomi binnen, die in haar angst naar het dak vlucht en eraf stort. Lachend om het spelletje van kat en muis, vindt hij de kleine Naomi tusschen de bloemen liggen. Plotseling verstomt zijn gelach, als hij bemerkt, dat zij roerloos daar ligt. Karl Alexander wil de plaats van het onge luk niet verlaten, hij wil Süss troosten en hem zeggen, dat hij aan de dood van het meisje geen schuld heeft. In dit vreeselijk moment besluit Süss, de moord op Naomi gepleegd, te wreken. Eerst zal hij Karl Alexander tot grooter macht brengen, des te dieper zal de val zijn. Hij bereikt een climax door Karl Alexander als koning te laten uitroepen. Alles gaat zeer eenvoudig in zijn werk. Een leger wordt uit gerust en de lijst met namen van de tegen standers is al gereed gemaakt. De kinderlijke Alexander gelooft in het slagen van het plan, één ding noghoe komt hij van dien las- tigen jood af? Heel eenvoudighij zet den naam van Süss op de arrestantenlijst. Later bezoekt Magdalene Süss in zijn wo ning om hem de lijst te toonen, die Karl Alexander toen hij haar bezocht, bij haar achterliet. In een dronken stemming vertelde Karl Alexander de grap, die hij met Süss uit gehaald had. Magdalene angstig voor het leven van den man, dien zij ondanks alles liefhad, toont hem de lijst waaronder Karl Alexander den naam van Süss geschreven had. Het einde komt met een dramatisch tafe reel waarin Conrad Veidt gelegenheid krijgt, uiting te geven aan zijn groot talent. In de tweede film „I have lived" kunnen de bezoekers genieten van het schiterende spel van Anita Page. PROPAGANDA-AVOND „GERA" Gisteravond is door het Ger. Evangelisch Zangkoor „Gerain de Witte Bioscoop een propagandaijavond gehouden, die druk bezocht was. Ds. S. E. Wesbonk sprak over het doel en streven van Gera. De predikant deed uitko men dat dit koor de zang niet beoefent ter- wille van de kunst, maar tracht zich in dienst te steller. van hei Evangelie. Zij die dus bij Gera willen komen om de kunst alleen zullen teleurgesteld uitkomen. De avond werd ver der gevuld met declamatie en de opvoering van een speech, die betrekking op het werk van Gera had. Na de pauze werden eenige ta bleaux oDgevoerd en wederom declamatie ten beste gegeven. Ook ditmaal stond deze in het teeken van de Bvangelisatiearbeid, aoodat Gera goed voor den dag kwam. MOTORLOGGER VERKOCHT. De motorlogger SCH. 42 is naar Katwijk verkocht en zal van IJmuiden uit de trawl- visscherij beoefenen. MOTORSCHADE. De motorlogger KW 5 Huberta Gerarda die Woensdag van hiei naar de visscherij ver trokken is met motorschade teruggekeerd BESOMMINGEN. Motorloggers: IJM. ,204 f 410, KW 67 f 320, KW 86 f 550, KW 51 f 630, SCH 210 f 310, SCH. 223 f 330. MARKTPRIJZEN VAN 15 MAART Tarbot per K.G. f 0.610.60 Tongen per K.G. f 0.850 54 Groote schol per 50 K.G. f 7.50 Middelschol per 50 K.G. f 12.5014. Zetschop per 50 K.G. f 115.40 Bot per 50 K.G. f 2.60—2.50 Schar per 50 K.G. f 5—2 Wijting per 50 K.G. f 2—1.80

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1935 | | pagina 1