VOORJAARSMODE 1935.
VOOR
BEGROOT
KEUKENGEHEIMEN.
VRIJDAG 29 MAART 1935
W@@W Pi wntou
tie nouveautés te beschrijven, die dit voor
fok om de gunst der dames zullen vragen, zou
rmogelijk zijn. Daarom wil ik mij bepalen tot
de eroote lijnen, tot de meest in het oog loo-
nende nieuwe dingen, die ik heb kunnen ont
dekken op de shows en in de étalages der
groote magazijnen.
Een van de dingen, die mij opvielen was
de buitengewone verscheidenheid, die men
heeft in handschoenen. Men ziet handschoe
nen van ieder materiaal, voor iedere gelegen
heid en.... in alle prijzen.
Zelfs in de goedkoope soorten heeft men
zoo'n verscheidenheid, dat het iedereen wel
duidelijk moet worden welk een mode-artikel
handschoenen geworden zijn.
Deze verscheidenheid treft men ook aan in
tasschen. Hadden de vrouwen vroeger een of
hoogstens twee tasschen, die dan overal bij
gedragen werden, tegenwoordig moet men, wil
men tenminste de pretentie hebben, modieus
gekleed te gaan, bij ieder toiletje een bijpas
sende tasch hebben in een harmonieerende of
een contrasteerende kleur. Persoonlijk vind ik
het altijd het prettigst, wanneer handschoe
nen, tasch en zoo mogelijk schoenen in dezelf
de tint gehouden zijn.
De tasschen zijn voorzien van een mono
gram of de initialen van de draagster. Deze
monogrammen kan men in alle uitvoeringen
hebben; van de eenvoudigste van metaal tot
de duurdere soorten van schildpad, leer e.d.
Heel elegante vrouwen heb ik zelfs mono
grammen van goud zien dragen; maar dit
vind ik een beetje parvenu-achtig.
Een woord over de hoeden; men kan dit
voorjaar niet spreken, dat een bepaald model
mode zal zijn; want men heeft alle modellen,
die de jaren gebracht hebben, opgerakeld, een
weinig gemoderniseerd en in den handel ge
bracht. Zoo zien we bijvoorbeeld het hoedje
der vrouwelijke Heilssoldaten, en het modelle-
tje, dat omstreeks 1900 opgang maakte even
goed als het platte model, dat verleden jaar
modern was en het Tiroler Alpenhoedje. Stroo
zal dit voorjaar en dezen zomer veel opgang
maken. In het voorjaar vooral het donkere ge
lakte stroo, terwijl later het naturelkleurige
product veel gezien zal worden.
De „koningin Christina-kragen" zullen ook
nog gehandhaafd blijven; men ziet ze van elk
materiaal, zoowel effen als geruit of gestreept.
Bijzonder aardig zijn de garnituurtjes, die be>
staan uit een hoedje, een „koningin Christina -
kraag" en een paar manchetjes van Schotsch
geruite taf zij de. Vooral voor jonge meisjes
zijn deze garnituurtjes snoezig.
De oudere vrouw doet beter minder opval
lende dingen te kiezen.
KNOOPEN
GESPEN
CEINTUURS
GR. HOUTSTRAAT 98
HAARLEM
KIEIRM. EN NAAISTERS FOURN. HANDEL
(Adv. Ingez. Med.)
KLEINE DIENSTEN.
Wat is er al gespot met het kneuterige
ideaal van een man voor zijn vrouw, die bij
zijn thuiskomst zijn pantoffels bij de warme
haard had klaargezet, zijn stoel had aange
schoven en de krant voor hem had neerge
legd.
Voordat ik toch zóó mijn man zou vertroe
telen en met alles achterna dragen, hebben
wij vrouwen uitgeroepen, voordat ik toch
zóó slaafsch achter hem aan zou draven!
Het komische ligt echter hier niet zoozeer
in deze kleine diensten die hem bewezen
worden, als wel in het ouweheerachtige van
het lekker-warme en droge plaatsje, dat met
onze sportieve begrippen van tegenwoordig
&cht kan worden gerijmd. Maar de dien
sten op zichzelf zijn de spotternij niet waard,
omdat zij meer inhoud en achtergrond heb
ben dan bij oppervlakkige beschouwing lijkt.
Wjj vrouwen zijn erg onafhankelijk, wat in
veel gevallen een gelukkig verschijnsel is, om-
oat velen van ons genoodzaakt zijn vaak be-
slist op te treden. Maar wanneer deze onaf
hankelijkheid ontaardt in een parmantigheid
oie kleine diensten tegenover de medemen
sen als „malle fratsen" bestempelt, dan zijn
wij toch op den verkeerden weg. Want zij ne
men een plaats in ons .leven in, die. hoe schijn
oaar onbelangrijk ook, noodzakelijk is gewor
den m J— -
schen.
den omgang van menschen met men-
Jo komt bij iemand de deur uit, en even
«raer staat een onbekende aan den anderen
kar.;
van de deur. Maar omdat hij ziet, dat
punt staat te vertrekken, en hoe-
ei Vo°r hemzelf nog gelegenheid genoeg
jf°to eerst haar binnen te gaan, wacht hij
ïm w de deur bent doorgegaan. En. be-
eerlijk, deze kleine dienst stemt
nic' l /11 s*ei'kt je zelfvertrouwen. Dat is
ZïrUp i- en' kleine vriendelijkheden en
fla n!ten dragen er het hunne toe bij.
"irde ^°°f 6li^kste gevoel van eiSen_
men 7ir.wl,e1unen' °P voorwaarde echter dat
niet alle diensten genoegelijk laat
aanleunen, maar op zijn tijd zijn deel er weer
van wegschenkt. Want ook in dit geval kan
de liefde niet van ééai kant komen!
En zoo komen wij vanzelf weer op de pan
toffels van manlief, die als een klasiek voor
beeld kunnen dienst doen om aan te duiden
dat de vrouw des huizes tegenover haar huis-
genooten diensten kan bewijzen die niet van
haar verlangd worden in het raderwerk van
het huishoudelijke werk. Daartegenover staat,
dat zij dan kaai vragen om ook voor haar eens
kleine onuitgesproken wenschen in te willi
gen, wat niet zoo moeilijk is te bedenken,
mits men zich de moeite geeft om voldoende
aandacht aan elkaar te schenken, en niet al
leen aan zichzelf te denken.
Opmerkelijk is het wel, dat de menschen die
het meeste klagen over het tekort aan het
bewijzen van kleine diensten bij hun huis-
genooten, meestal zelf hierin hopeloos tekort
schieten, zij zien alleen hoe vervelend het
voor henzelf is, maar of de anderen daaraan
behoefte konden hebben, komt in hun brein
niet op.
Wanneer een der huisgenooten thuis komt.
en u doet de deur open omdat u hem toeval
lig ziet aankomen; of wanneer uw natte re
genjas wordt aangenomen om hem te laten
drogen; of wanneer een brief, waarnaar er?
werd verlangd, wordt achterna gebracht: of
wanneer een der huisgenooten extra vroeg
de deur uit moet, en voor zijn gemak wordt
alles voor de hand klaargezet, dit zijn alle
maal kleine diensten die op prijs worden ge
steld, en die de onderlinge omgang zeer ten
goede komen.
Niet alleen in den huiselijken kring is dat
van belang, ook daarbuiten kunnen wij elkaar
kleine diensten bewijzen, die het leven ver
aangenamen ten koste van een weinig moeite
en wat belangstelling.
Onlangs sprak ik iemand die geholpen had
bij het opduwen van een zware kar tegen een
brug; bijna is het vrachtje boven of de wa
gen krijgt een kippekuur en rolt onverhoeds
een eindje terug, precies over de voet van den
helper, die als dank een paar dagen met een
opgezwollen voet was opgescheept.
„Nooit help ik meer met een kar", zei hij
verontwaardigd, maar dat was grootspraak,
want een volgend maal Is zijn goede hart hem
toch weer de baas.
Dagelijks komen zij voor, de kleinigheden
waarmee wij elkaar van dienst kunnen zijn,
als wij ze maar weten op te merken en de
moeite willen doen, ze uit te voeren. En daar
in is van onderworpenheid niets te bemerken,
integendeel, het stempelt ons als een vrij
mensch, die niet gebonden is aan zijn eigen
belangrijke ik.
E. E. J.—P.
Eiercroquetten: uitstekend te presentee
ren bij een schotel van jonge spinazie en
aardappelpuree: 5 eieren, 30 gram boter, 50
gram oud brood zonder korst, 1 uitje, 1/2 eet
lepel gehakte peterselie, peper, zout, noot
muskaat, een pannetje met frituurvet.
Kook drie van de eieren hard, pel ze en
wrijf ze fijn met de boter, wat zout, peper,
nootmuskaat, de peterselie, het fijngehakte
uitje, een rauw ei en het sneetje brood dat in
kokend water geweekt en daarna goed uitge
drukt is. Vorm van het goed samenhangend"
mengsel croquetten, haal ze door paneermeel,
eklopt ei, en tenslotte nog eens door paneer
meel. Bak de croquetten in dampend heet vet.
laat ze op grauw papier even uitdruipen en
breng ze dan over op een met gevouwen vin
erdoekje bedekt schaaltje of op een ver
warmde schotel, waarop ook de spinazie en de
aardappelpuree zijn geschikt.
Gemarineerde runderlappen. (4 personen).
1 pond runderlappen, 1 deciliter azijn, 2 de
ciliter water, 1 ui, 1 laurierblad, 2 kruidnage
len, wat peper en zout, 1 ons boter of vet.
Laat de gewasschen runderlappen minstens
24 uur liggen in een mengsel van azijn, water,
esnipperde ui, laurierblad en kruidnagelen.
Droog ze af, wrijf ze in met wat peper en zout
en leg ze in een geëmailleerd ijzeren pannetje,
waarin de boter of het vet dampend heet ge
maakt is. Bak de lapjes in de gesloten pan
bruin, ze af en toe omkeerende. Vroeg er, als
de lapjes bruin zijn, een paar lepels van
marineer-vloeistof toe, en laat de lapjes nog
een uurtje zachtjes stoven.,
Havermoutkoekjes (4 personen)1 1/2 ons
havermout, 1 1/2 ons bloem, wat zout, 3 eieren
2 lepels suiker, boter of vet om te bakken.
Week de havermout 1 uur in 3 deciliter wa
ter, voeg dan de bloem, de suiker, de geklopte
eieren en eventueel nog zooveel water bij
tot een dikke, stevige massa gevormd is. Maak
vrij veel boter of vet in de koekepan heet.
bak hierin van het beslag kleine ronde koek
jes lichtbruin en gaar. Presenteer zq, opgesta
peld op een verwarmde schotel, en geef £r
bruine suiker of witte suiker met wat kaneel
erdoor, bij.
C. F.
ONS WEKELIJKSCH
KNIPPATROON.
Ook de kleintjes moeten gekleed zijn op de
Maartsche en Aprilsche buien. Gewapend met
de cape en den waterdichten mantel, die u op
onze afbeelding ziet, zullen ze de zwaarste re
genbuien met genoegen trotseeren.
Er is ergens een groot spiegelruit ingegooid
En er kan maar niet uitgemaakt worden wie
het gedaan heeft. Zeker is het een van het
troepje jongens dat voor den winkel gevoet
bald heeft. Maar wie heeft den trap gegeven,
die den bal door de ruit joeg?
Ieder zegt pertinent: ik niet. En misschien
weet ook wel geen van allen wie precies het
laatst getrapt heeft, door wien het ongeluk
veroorzaakt is.
De winkelier is niet verzekerd. Hij wil de
ruit vergoed hebben door den dader. Maar
hoe er gepraat en gevraagd wordt, de dader
is onvindbaar.
„Dan betalen jullie het allemaal met el
kaar", zegt de winkelier. Dat lijkt logisch. Ze
hebben allemaal evenveel schuld door zoo
dicht bij een spiegelruit te gaan voetballen.
Wie nu tenslotte den beslissenden trap gaf.
doet er minder toe.
Maar dat voorstel van den winkelier wekt
groote verontwaardiging bij de jongens. Stel
je voor, dat je een winkelruit gaat betalen,
die je niet eens zelf gebroken hebt! Ze zijn
niet alleen verontwaardigd, ze vinden het on
zinnig Je kan toch alleen maar aansprakelijk
gesteld worden voor dat wat je werkelijk zélf
vernielde!
Een ander voorbeeld: Hansje en Fransje
gooien in den tuin met zand. Grootvader, die
niet ver van hen vandaan zit te lezen, krijgt
op een gegeven moment zand in zijn oog. Het
was zand dat Hansje gooide. En Fransje is
vreeselijk verontwaardigd dat grootvader nu
ook hf-m een standje maakt; „ik deed 't niet",
verdedigt hij zich.
We kennen allen nog wel meer voorbeelden.
Het komt dagelijks voor, dat kinderen met
elkaar wild spelen en dat er dan op een ge
geven moment iets breekt of schelirt. Als er
dan tien kinderen zijn. zijn er negen onschul
dig en één heeft het „gedaan". ..Hij deed het"'
zeggen de negen onschuldigen met brave ge
zichten. Het gevoel van medeverantwoordelijk
te zijn is bij de meeste kinderen niet of heel
weinig aanwezig. Ze kijken alleen naar de
daad, naar wat er verkeerd gegaan is. Wie
heeft dat gedaan? Of ze zelf meegeholpen
hebben om het zoover te brengen die vraag
komt dikwijls niet eens in hen op.
Het lijkt me bij de opvoeding van kinderen
toch wel een heel belangrijk ding ze iets van
onze verantwoordelijkheid voor elk gebeuren
bij te brengen. Als bij het voetballen de voet
bal door een winkelruit vliegt dan zijn ze
allen schuldig en niet alleen de eene jongen
die den trap gaf. Als Hansje en Fransje met
zand gooien en Hansje's zand komt in groot
vaders oogen terecht, dan is Fransje even goed
schuldig al wordt zijn zand door den wind
langs en niet in opa's oog geblazen. Met an
dere woorden: het komt in dé eerste plaats
aan op onze houding, onze gezindheid die de
daad mogelijk maakte. Een kind kan in het
dagelij ksch leven daar al heel veel van leer en
begrijpen.
Hoe weinig menseden daar soms nog van
begrijpen viel me \veer op toen ik onlangs
hoorde vertellen hoe in Amerika de electrische
stoel bediend wordt. Tien menschen halen een
handle over, slechts door het overhalen van
één van die handles wordt de stroom inge
schakeld die den veroordeelde doodt.De andere
handles zijn maar schijn en niemand weet
welke de ééne handle is en welke de negen
andere zijn. Zoo hoeft dus niemand zich „de
beul" te voelen, zeggen de Amerikanen.
Het lijkt me voor iemand met een geweten
een ontzettende, martelende vraag, die hem
levenslang bij moet blijven: schakelde ik den
stroom in, of was het maar een schijnbewe
ging? En daarvan afgezien: heeft hij niet in
ieder geval meegeholpen en doet 't er iets toe
of de dood door hem intrad of door een van
de negen anderen?
Men wil de menschen zoo ontlasten van ver
antwoordelijkheid; als men meer lette op ge
zindheid dan op de ééne daad dan zou men
aan deze toevlucht zelfs niet denken.
BEP OTTEN
denk dat u dat in zoo'n geval ook gedaan
zoudt hebben!
De steenen om het gat waarin de pijp van
de kachel zat, waren heelemaal rood-gloeiend
en 't rook erg gek naar schroeien. De kachel
loeide erg en ik dacht eerst gauw aan alles
wat ik mee naar buiten zou nemen Onze
ti'ouwfoto, en alles uit de linnenkast, en 't
zilver, en sieraden en het Perzische kleedje en
Ilein's eigengemaakte schemerlamp en
Maar toen dacht ik ineens dat het huis
misschien nog te redden zou zijn, en zette Ik
de kachel met de pook van voren open, en
de sleutel van achter op „zacht". En ik zei
tegen Jenneke. dat ze alle emmers en teilen
vol water moest laten loopen, en de petroleum
voor de keukenkooktoestellen een eind ver
de hei op moest brengen. Ik was toch ook wel
erg geschrokken, en ik dacht dat het dak mis
schien al brandde. En toen wou ik gauw gaan
kijken. Maar de voordeur zat nog op slot,
want Hein was 's morgens door de keuken
deur en 't fietsenhok gegaan. Toen ben ik dus
gauw uit het raam geklommen, en de schoor
steen stond nog kaarsrecht op ons dak. En
ook 't dak was heelemaal normaal. Blijkbaar
niet eens warm, want er zaten vier meesjes
op.
Enfin, Jenneke en ik hebben „den brand be
dwongen". We hebben de kachel laten uit
gaan, en er lagen een paar groote stukken
gloeiende steenkool in de pijp. Want we had
den de kachel veel te vol gegooid!
H. v. d.
Modern Glas- en Aardewerk.
Het moderne glaswerk, dat tegenwoordig in
onze huizen prijkt, verschilt wel heel wat van
dat, wat onze groot- en overgrootmoeders in
hun kamers hadden. Legde men toen den na
druk op de versiering van het glas met be
schilderingen enz., tegenwoordig heeft men
ingezien, dat het glas mooi en zuiver van vorm
geen versiering meer noodig heeft. De Neder-
landsche ontwerpers zijn er wel zeer in ge
slaagd de schoonheid van glas tot haar volle
recht te doen komen.
Heel mooi zijn bowl- en likeurstellen, die
men tegenwoordig in de groote magazijnen
verkoopt. De karaf en de glaasjes zijn zuiver
geslepen; iuist daardoor krijgt het glas den
mooien glans en de doorzichtigheid. Ook de
toiletstellen zijn ware juweeltjes. Het glas
heeft alle kleuren; van zwart tot het zuiverste
wit. Bij de toiletstellen ziet men nog vaak de
beschildering: deze is echter zoo, dat het glas
toch hoofdzaak blijft.
Voor de keuken heeft men iets nieuws'. Het
vuurvaste glas. Vischschotels, vlaschalen ziet
men van vuurvast glas. Voor de huisvrouw be-
teekent dit een groote practische verbetering.
Wil ze nu visch of compote warm houden, dan
kan dit gebeuren in den schotel, of de schaal,
waarin straks opgediend wordt. Men hoeft
niet telkens over te gieten en vermijdt dus het
onnoodige smerig maken van potten en pan
nen en ook het breken of beschadigen van be
reide visch enz.
Ook het moderne aardewerk is zeer mooi.
De serviezen worden tegenwoordig vervaar
digd in matte, zachte tinten, die op het kleu
rige tafelgoed, dat we hebben, zeer mooi uitko
men.
Hierin behoeft de Nsderlandsche industrie
absoluut niet onder te doen voor de buiten-
landsche.
Nr. 355: mantel voor meisjes van 8 tot 16
jaar. Ook deze jas kan van al of niet ge-
impregneerde stof gemaakt worden. Benoodigd
materiaal: 3 meter stof van 130 centimeter
breedte. Prijs van het patroon: 38 cent per
stuk.
Het patroontje is in alle maten tegen den
bovengenoemden prijs te verkrijgen bij de
„Afdeeling Knippatronen" van de Uitgevers
maatschappij: ,.De Mijlpaal", postbox 175 te
Amsterdam.
Toezending zal geschieden na ontvangst van
het bedrag, dat kan worden overgemaakt per
postwissel, in postzegels of wel per postgiro
41632. Den lezeressen wordt vriendelijk ver
zocht bij bestelling duidelijk het nummer van
het patroon, de verlangde maat, d.w.z. boven-,
heup- en taillewij de en tevens den leeftijd van
het kind voor wie het patroon bestemd is, op te
geven.
Gelieve verder naam en adres zoo volledig
mogelijk te vermelden; men voorkomt daar
door onnoodige vertraging in de opsturing.
BRIEVEN VAN DE HEI.
Brand.
Vanmorgen hebben we hier een opschud
ding gehad! Nee maar!!
Ik was boven bij de linnenkast. Dat is erg
prettig, want er staan verschrikkelijk veel
mooie stapeltjes in, handdoeken, stofdoeken,
glazendoeken, poetsdoeken, baddoeken, fcoi-
lettedoeken, zilverdoeken, afdroogdoeken, en
wat al niet meer. Het was in het begin een
heele toer om ze uit elkaar te houden, en da
delijk te weten waar je ze voor gebruiken
moest. Maar alles went.
Enfin, ik was nu bezig schoone lakens en
sloopen uit te leggen, want het was Zaterdag,
en Jenneke waschte beneden de ontbijtboel
af.
Jenneke is vrij kalm in haar optreden, ze
klopt als ze binnenkomt en is erg beleefd en
zoo. Maar nu was ze vreeselijk opgewonden,
ze stotterde en stond onder aan de trap te
schreeuwen, en holde drie treden naar boven
en weer terug naar beneden. Ze praatte ook
heel erg in haar dialect, en ik vond het moei
lijk te begrijpen.
Ik begreep alleen dat er iets was met de
„scheurstien", en dat die zoo met roet was.
Dus zei ik, dat ze het dan maar weg moest
vegen met een vuile stofdoek, en ook zei ik
dat ik dadelijk wel beneden kwam. Maar toen
riep Jenneke „roed", en ze bedoelde „rood",
en ze zei ook iets over vuur en brand, en toen
holde ik met de heele stapel bovenlakens met
open zoom in m'n armen naar beneden. Ik
TASCH
Daar het dit voorjaar weer mode zal zijn
handschoenen en tasch te dragen passend bij
den mantel of het mantelcostuum, geven we
hier de beschrijving, hoe zoo'n tasch mooi en
goedkoop zelf te vervaardigen. We hebben
aan materiaal noodig: 30 centimeter van de
gewenschte stof, van minstens 50 centimeter
breedte; 15 centimeter peau de suède van 30
centimeter breedte en voor de voering 50
centimeter moiré of andere zijde.
Dan knipt men het patroon van de tasch
zooals op onze teekening is afgebeeld, van
stevig linnen en knipt tegelijkertijd de voe
ring. We maken meteen de binnenzakken en
naaien deze op de voering. Met een band. die
de breedte moet hebben, die men de tasch
wil geven, zetten-we nu de beide deelen van
de voering aan elkaar.
Vervolgens knipt men van de stof de beide
deelen en tevens een band die de breedte
heeft van die in de voering en 18 centimeter
lang is. Daarna teekent men op het peau de
suède de figuren, die men appliqueeren wil en
naait deze onzichtbaar op met zijde in dezelf
de tint.
Is dit gedaan, dan moeten we de tasch in
elkaar maken. We stikken de deelen aan el
kaar (vergeten den rand in den zijkant niet!)
schuiven de voering in de tasch en naaien
deze met onzichtbare steken in de klap vast.
Een grooter drukker vormt de sluiting.
Aan de bovenzijde maken we vervolgens een
band van het materiaal der tasch. Daar halen
we een mooien grooten ring door die als hand
vat dienst moet doen. Twee knoopen, passend
bij den ring, naait men verder op dezen band
en een alleraardigste tasch is klaar.
Als de tasch met een beetje zorg gemaakt is,
zal niemand er „het-eigen-gemaakte-product"
aan af zien.