EEN LIEFDE IN CHINA
H. K. H. Prinses Juliana zal Maandag a.s. het voltooide gedeelte Jhr. mr. dr. H. A van Karnebeek, commissaris der Koningin in Zuid-Holland, heeft Vrijdag op het Het monumentale hekwerk VOOT Buckingham Palace te Londen WOrdl
van den wandel-en fietsweg op de Ringspoorbaan tusschen Amstel expositieterrein .Flora 1935" te Heemstede de derde tiendaagsche tentoonstelling, bevattende j i j-l-i xi j-
en Schinkel te Amsterdam openen inzendingen Yan Boskoopsche en Belgische kweekers, officieel geopend »n verband met de komende jubileumfeesten grondig nagezien
De hyacinthen komen
op de bloembollen-
velden, ondanks het
minder gunstige weer
langzamerhand in
bloei. Een kijkje
In de omgeving van
Hillegom
Na de eerste zitting der drie-mogendheden-eonferentie te Stress verlsten Mussolini en Ramsay
Macdonald de vergaderzaal, om zich naar de gereedstaande auto te begeven
De fraaie oude steenen korenmolen te
Schoorl, voor het behoud waar van zich
een comité van actie heeft gevormd
Mussolini ontvangt den Engelschen premier Macdonald bij diens
aankomst te Isola Bella voor de conferentie van Stresa
FEUILLETON.
Uit het Engelsch
door BEN BOLT.
81)
„Neen, niet het pad tusschen de heuvels.
Dat- is niet veilig, dokter. De mannen van
de jonk zoeken dat pad af en zullen een
man sturen achter Ah-Yeo aan. die bij Missie
I Barrington is, om hem te zeggen, u gevlucht
Als zij ons in de gaten krijgen, zij niet zul-
J len rusten tot wij dood zijn. want Li Weng-
Ho zal als duivel zijn, als hij hoort u ont
snapt. Wij moeten over de heuvels en daar-
I om wachten tot de maan op is".
5 „Over de heuvels?"
Toen de dokter de woorden herhaalde, keek
hij omhoog. Een flauw schijnsel lichtte van
den hemel en daartegen stond de schaduw
van een zich ver uitstrekkenden heuvelrug
afgeteekend. terwijl verderop een getande
lijn den indruk wekte, dat het landschap daar
weer onderbroken werd.
„Wanneer het zoo slecht is, als het van de
rivier af scheen, zal het een heele dobber
zijn, Ching".
Ching knikte bevestigend, maar op hoop
voller toon voegde hij er hij: „Langs deze
weg zullen wij eerder bij de Yamen zijn dan
Missie Barrington".
Dick Forsyth betwijfelde dit weliswaar
eenigszins. maar hij gaf geen uiting aan dien
twijfel en zij bleven zitten wachten tot het
schijnsel boven de heuveltoppen helderder
zou worden.
Plotseling zei Ching: „Nu vertrekken wij"
Forsyth keek naar den heuvel, die grim
:)nig en angstaanjagend vóór hem lag en
even dreigde de moed hem te ontzinken.
Die rotsachtige hoogte te beklimmen in het
schemerige, bleeke maanlicht, leek een on
mogelijke taak, maar geen poging, hoe zwaar
ook, mocht onbeproefd blijven, en met de
tanden op elkaar volgde hij Ching.
Aanvankelijk leverde de tocht geen bij
zonder moeilijkheden op. Zij strompelden
langs een smal, ruw pad. niet veel meer
dan een spoor, dat door het gesteente en
hex struikgewas slingerde, steeds omhoog.
In minder dan een half uur bracht het hen
aan den voet van een steile kalksteenrots en
begon toen weer naar beneden te kronke
len. Ze verlieten het pad beraamden midde
len om de klip te beklimmen en ontdekten
een smalle maar haast rechte kloof, een
soort schoorsteen die het hun wellicht mo
gelijk zou maken, zich naar boven te wer
ken. Het kostte hen drie kwartier van haast
bovenmenschelijke inspanning eer zij, nat-
bezweet en hijgend, den top bereikten en
zich in hetruige gras konden laten neer
vallen.
„Ik vlugger in de mast kan klimmen",
merkte de Chinees droogweg op.
Na een korte rust trokken zij weer voort
en een moment later ontsnapten ze ter
nauwernood aan een groot gevaar. Toen ze
over een uitstekende rotspunt klauterden,
brokkelde een stuk daarvan af, waardoor
Ching bijna van de zoo juist met zooveel
moeite bestegen rots naar beneden zou zijn
gestort, als Forsyth hem op het fatale oogen.
blik niet met inspanning van al zijn kracht
vastgegrepen had. Een stuk van het ge
steente echter belandde met groot geweld
In het kreupelhout beneden, waar 't in aan
raking kwam met een groote losliggende
kei en die met donderend lawaai den heuvel
rug deed afbolderen. Direct klonk een ge
weerschot, en nog een, en nog een.
„Liggen Ching", commandeerde Forsyth,
terwijl hij sprak zichzelf on den grond wer
pend,
Een minuut of vijf bleven ze liggen wach
ten, totdat Ching fluisterde:
„Zien ons niet. Schieten op het geluid.
Het geluid ons verraden".
Dat leek heel aannemelijk, en alle voor
zichtigheid vergetend, stond Forsyth op. De
witte kalkrots achter hem bade zich in
het maanlicht. Zijn gestalte in Wang-Hi's
blauwe wambuis moest zich voor de oogen
van iedereen die van beneden opkeek,
hebben afgeteekend als een silhouet, en dat
hij ook werkelijk gezien was, verried een ge
weerkogel die tegen den rotswand te plet
ter sloeg, terwijl ergens links een kreet langs
den heuvelwand weerkonk.
Hun vervolgers waren hun op het spoor en
zonder zich ook maar een seconde te be
denken, zetten ze zich opnieuw in beweging
om naar boven te ploeteren. Een beboscht
plekje bood eenige dekking en daarin ver
scholen zij zich haastig. Daarachter doem
de wederom een uitgehold pad op en onder
het rumoer van kreten en geweerschoten
achter hen, holden zij daarlangs voort.
Het pad leidde rond een tweede enorme
kalksteenrots, en eenmaal aan den achter
kant waren zij veilig voor bespieding en de
dreiging van de geweren. Buiten adem werk
ten zij zich omhoog, zich vastklemmend aan
struiken, moeizaam voortschuifelend over
gladden steen, langs levensgevaarlijke pun
ten, waar een misstap een val van minstens
vijf honderd voet beteekende.
De krankzinnige vlucht in het maanlicht
met. de daaraan verbonden adembenemende
risico's, liet bij Dick Forsyth slechts ver
warde indrukken achter het was als een
onwezenlijk, benauwd vizioen; maar na het
geen hem urenlang zwoegen, met het
gevoel alsof er iets in hem zou barsten
toescheen, gaf Ching, die voorop liep, een
schreeuw van vreugde en gelijk met hem
komend, bemerkte de zendingsarts dat ze
den kam van de rots bereikt hadden en dat
een klein plateau voor hen la®, een «en-
zaam en verloren brok wereld in het witte
licht.
Ze waren beiden doorweekt, niet alleen
van het rivierwater, maar ook van het zweet
hunner pogingen, en beider adem ging
zwaar en hijgend van volkomen uitputting.
Een oogenblik stonden zij te luisteren, maar
ze hoorden geen enkel geluid behalve het
ritselen van den wind door het gras dat
op den heuveltop groeide.
„In orde", grijnsde Ching. „Kerels van den
mandarijn vinden ons niet".
Nauwelijks weer 'n weinig tot zich zelf ge
komen, begonnen zij het plateau over te
steken, in langzaam tempo, want de laatste
uren hadden heel wat van hun krachten ge
vergd. Onder het loopen werden hun scha
duwen geleidelijk langer, de maan ging
schuil achter den heuvelrug en op het ge-
twinkel der sterren na, werd het thans geheel
donker. Toen zij den tegenovergestelden
rand van het plateau naderden, bewogen zij
zich met groote omzichtigheid voort en het
was hun geluk, dat zij die voorzorg namen,
want plotseling ontdekte de dokter, die nu
voorop ging, iets dat hem met een waar.
schuwenden kreet een paar passen achter
uit deed deinzen. Ching kwam naast hem
en keek in de richting waar Forsyth wees.
Ver beneden hen, als glimwormpjes, glin
sterden brandende lantaarns en door de
duisternis klonk het geluid van een bel tot
hen door. Ofschoon hij niets kon zien als
den vagen schijn der lampen en niets hooren
dan 't harmonisch gelui van de bel, begreep
Dr. Forsyth onmiddellijk de beteekenis van
beide.
„Daar beneden is een klooster. Ching en
als ik het niet heel erg mis heb, ligt het
zoowat duizend voet vrijwel recht onder
ons".
Ching ging plat, op zijn buik liggen, werkte
zich naar den uitersten rand van het pla
teau en keek er overheen. Na een minuut
kroop hij terug en kwam overeind.
„Als eèn muur", rapporteerde hij. „Klip
gaat naar beneden als een stuk kaas dat
het een scherp mes afgesneden is. Langs
dien kant niet omlaag; geen kans.
„Neen; en als Li-Weng-Ho's mannen ach
ter ons aankomen, zitten we als ratten in
de val. Op een of andere manier moeten
we een weg naar beneden vinden".
„In het donker?", informeerde Ching.
„Als het mogelijk is, ja. Ik weet dat het
heel gevaarlijk is, maar iedere seconde is
kostbaar".
„In orde", kwam het weer met Ooster-
sche gelatenheid nu over Ching's Uppen,
„mij alles hetzelfde. Beter je nek breken
dan gevild door Li's mannen. Wij zoeken weg
naar beneden en als w egeen vinden.
„Dan zij de Hemel ons genadig", viel For
syth in.
XIII.
Een zware etappe.
Vóór hen schemerde reeds de dageraad toen
zij eindelijk een pad gevonden hadden, o
van het plateau wegleidde. Het begon m
een klauterpartij langs de rotsen naar
neden en toen kwamen met gras befrl;1.i-
natuurlijke treden, die op een veeivmaië
gebruik duidden. Forsyth gaf er zich res
schap van, dat, als zij op dit pad doo
daglicht werden verrast, de kans op on
king groot was en hij maakte zijn r
deelgenoot van deze vrees. jn.
„We moeten een schuilplaats zien re
den. tot zich een gelegenheid^
e b
en buitendien, we moeten rusten''.
„Zullen direct wel eer
de Ching geruststellend.
de omgeving 'n beetje te verkennen,
Het heeft geen zin ons in gevaar te De=
t buitendien, we moeten rusten k1flar<
„Zullen direct wel een vinden ve.
(Wordt vervolgd).