WEEKABONNEMENTEN LEEST Belastingberen. EEN LIEFDE IN CHINA f] B. S. en Gymnasium. -„nas heeft de Maatschappij der Neder j he Letterkunde zich tot de regeering ri met een vertoog, waarin zij aandrong rbetering van het onderwijs in onze op yer"aj prof. dr. Jan de Vries te Leiden téer'L tevoren van dit plan op de hoogte had p*3 werd. in deze rubriek instemming hptui^d, en erop gewezen hoe noodzake- S^pr^elijke actie is. waarbij ik de hoop uit- t dat de Maatschappij van Letterkunde ■nm een verzwaring van het leerprogram- nie' (in vragen. Inderdaad bleek zij die al SUst te wenschen. trineen van het Hooger Onderwijs als he °e lamste euvel van het voorbereidend Srwiis juist de overlading beschouwt. Ken voor mij aanleiding was. hem om Onderhoud over dit onderwerp te verzoe- êeI) Het is van groot belang wat men in Krsitaire kringen over deze zaak denkt, w k in de laatste jaren veel over gesproken beschreven, maar er is tot dusver weinig ^rj-pts in gedaan. Prof de Vries bleek zeer krachtig over- ff, L zjjn. dat er in gehandeld moet wor- a n Hii bleek ook gaarne bereid er zijn mee- i over te zeggen, want deze zaak moet i"niet tot gedachtenwisselingen in onder- «ikkringen beperkt blijven. ..Het publiek Pi erVich ten volle voor gaan interessee- zert hij. ..uit het publiek moet de aan- r-eIlr,'(7 komen tot verbetering. Ik beschouw •Cra*huidigen toestand als zeer slecht". oelL yj begon mei mij uiteen te zetten, hoe pi. alleen hij maar ook zijn collega's, en $ir bii alle faculteiten, ondervinden dat de ÉffPliwoordige student onvoldoende voorbe- id Is hoe hij lijdt aan een teveel van slecht SJL'r'kte kennis en aan een te weinig van ■prik- en oordeelskracht. Met krasse staaltjes Jijde hij dit aan. Hij snrak mij van een indent die tentamen bij hem deed en op ]p vraag welke volken spreken de Baltische telen'"^antwoordde .de Balkan-volken". Hij TPrtelde' mij van studenten die de eenvou digste Latijnsche woorden, de eenvoudigste Hpclinatie niet meer kenden. Zoowel ten aan- S van de H.B.S.- als van de Gymnasium opleiding bleek hij somber gestemd. ..Het pvmnasium gold vroeger meer als ontwikke lend cultuurinstituut naast de H.B.S., die vooral gold als inrichting om parate kennis bii te brengen", zei hij, „maar dat verschil V ik ook al niet meer sinds het gymnasium met de H.B.S. is gaan concurreeren". De tijd waarin wij trotsch op het onderwijs aan deze scholen waren en konden zijn -is naar prof. de Vries' overtuiging voorbij, "iet rationalisme van de 19e eeuw, dat vooral zich toelegde op kennis bijbrengen, is voor dezen tijd tekort geschoten. Het onder- wis moet gericht zijn op de ontwikkeling van dar geest, niet op het volproppen er van. Er wordt volgepropt, en moeilijk is dat svsteem niet. want de kinderhersens zijn zoo toed tot dit soort opnemen geëigend en men kan er altijd wel weer meer induwen. Maar men leert ze niet combineeren. niet denken". Wat de leerlingen betreft, gelooft prof. de Vries niet aan nadeel van beteekenis. door sportbeoefening veroorzaakt. Die is er al zoo- lans. die was er dertig jaar geleden al in minstens dezelfde mate juist in de kringen, waaruit de latere studenten komen. Wel acht hij het milieu, waarin de leerlingen verkee- ren, van groote beteekenis, en is van oordeel dat'zij teveel en te velerlei afleidingen heb ben om zich goed te kunnen concentreer en. Het zich werkelijk verdiepen in een ernstig cultureel onderwerpdaartoe 'bestaat al bi.i heel weinigen neiging meer. Vervlakking door den invloed van radio en van allerlei pretjes noemde hij daarbij. Het verkeerde denkbeeld, dat „aanschouwelijk onderwijs" 'sou bétfeékenen „het vertoonen van plaatjes" critiseerde hij scherp. Iets aanschouwelijk maken wil zeggen: het in den geest van den leerling aanschouwelijk maken. En dat kan de werkelijk-'begaaf de leeraar veel beter met zijn woord, met zijn uiteenzetting. In het algemeen is hij van oordeel dat zoowel in het peil van de leerlingen als in dat van de leeraren achteruitgang is gekomen. En het laatste verwondert hem niet als hij de stu denten waarneemt, die straks leeraren zullen zijn. Hij acht het een groot nadeel dat velen een dialect spreken waarvan men rilt. Dat zij niet goed voorbereid zijn is al gezegd. Dat 80 pet, spoorstudenten zijn heeft het groote gebrek, dat zij de sfeer van het academie leven volstrekt niet leeren kennen en beleven. Ze reizen heen en weer om lesjes op te doen. en daar blijft het bij. Als een of andere coryphee in de universiteitsstad een voor dracht houdt, is de zaal voor driekwart leeg: de spoorstudenten komen daarvoor niet nog eens terug. Prof. de Vries is er vroeger van overtuigd geweest dat de aan de hoogescho- len opgeleide leeraren beter waren dan de ex-onderwijzers hij twijfelt daar nu aan. Hij heeft zich nooit erg warm kunnen maken voor paedagogiek. en gevonden dat de leeraar met de roeping geboren moest zijn. Hij zou er nu vóór wezen dat de afgestudeerden, die geen aanstelling kunnen krijgen, allen eerst een stage van b.v. een jaar op een school doormaakten om eenig begrip te krijgen van de leerlingen en van de taak die hen wacht. Hij is pessimistisch geweest over het Dalton systeem maar voelt er nu in zooverre veel voor, dat het de leerlingen ten minste leert, zelf te werken. En zelfs vraagt hij zich af of die oude tijd, waarin leeraren drie of vier vakken tegelijk doceerden, niet te verkiezen was boven de huidige. De meeste leeraren denken nu alleen aan hun eigen vak en in teresseeren zich totaal niet voor het overige. Het middelbaar en het gymnasiaal onder wijs zijn geen van beide een gesloten geheel, maar het bijbrengen van separate kennis in sen reeks separate vakken. En de hoeveelheid 'szo° gi'oot, dat soms op school vragen worden seae.ci die men op een academisch candi- oaatsexamen pas te berde brengt, vanfci 6-Vries acilt een reorganisatie tJ?.Idde^aar en gymnasiaal onderwijs - H'i stelt daarbij voorop dat de basis, de primaire kennis, grondig verworven moet worden en dat voor het overige ontwikkeling, zelf denken, zelf oordeelen, moeten worden bijgebracht. Een Nederlandsch kind kan even goed zijn geest ontwikkelen als een ander, maar thans gebeurt dat niet. Er zijn Duitsche dienstmeisjes in ons land, die veel beter een brief in hun eigen taal schrijven dan de meeste Hollandsche eind-examinandi in de hunne. Er zal veel moeten gebeuren om dit alles te verbeteren. Heilige huisjes zullen erbij aan getast moeten worden. Leerprogramma's zul len gewijzigd en beperkt, de samenwerking tusschen de leeraren zal vergroot moeten wor den. De geest bij het onderwijs zal dienen te veranderen. Dat men zich bij verscheidene in- dustriëele ondernemingen niet eens meer be kommert om de vraag, of sollicitanten hun eindexamen wel gehaald hebben, is een ver oordeeling op zichzelf. Aldus, in hoofdtrekken, hetgeen prof. de Vries mij zeide. En te oordeelen naar de re sultaten. die wij in de practijk des levens zelf zoo vaak hebben kunnen waarnemen, moet er wel zeer veel waars in zijn betoog zijn. Maar ik zal het hierbij niet laten en hoop ook de meeningen van anderen uit onderwijs kringen zoowel als uit de maatschappij daar buiten, die de uitkomsten krijgt te verwerken, te kunnen medcdeelen. R. P. BEVERWIJK De naderende verkiezingsdag. Drukte in zes stembureaux. Het is slechts aan de gelukkige omstandig heid toe te schrijven, dat de Beverwijksche bevolking in het jaar 1935 „slechts" tweemaal naar de stembureaux behoeft op te trekken, zulks is tegenstelling met. de burgerij van onze naburige gemeente. Wijk aan Zee. die het buitenkansje heeft liefst driemaal ter stembus te mogen opgaan. De politieke partijen en groepen te Bever wijk waren het bij de samenstelling van de als „dubbelen raad" in den volksmond bekend staande commissie uit de ingezetenen roe rend eens en lieten deze verkiezing bij enkele candidaatstelling geschieden. Maar de verkie zingen van a.s. Woensdag voor de Provinciale Staten vertoonen een gansch ander beeld. Dan gaat het er in allen ernst „op los" en is er geen sprake meer van eensgezinde samenwerking. De 5215 kiezers en kiezeressen welke Bever wijk voor de Provinciale staten in het „vuur'' brengt, zullen ieder afzonderlijk hun en haar plichten als goede staatsburgers en burge ressen moeten vervullen. Zij zullen dit, al naar gelang hun indeeling kunnen doen aan onderstaande stembureaux Stemdistrict 1 (Stadhuis) 751 kiezers. Stemdistrict 2 (School 2, villa-park) 1078 kiezers. Slemdistrict 3: (Gymnastieklokaal C. H. Moensstraat) 643 kiezers. Stemdistrict 4: (Gymnastieklokaal R.K, Leerschool, Romerkerkweg) 1010 kiezers. Stemdistrict 5: (Ned. Herv. Vereenigings- rebouw. Oosterwijkstraat) 868 kiezers. Stemdistrict 6: (St. Jozefzaal, Arendsweg) 865 kiezers. Totaal 5215 kiezers voor de Provinciale Staten. Woensdagavond zullen wij zoo spoedig mo gelijk de uitslagen van de zes stem districten op ons nieuwsbord van ons bureau Breestraat publiceeren. Wij verwachten wederom een groote belangstelling voor ons bureau, dat. ge legen aan de hoofdstraat in het centrum van het Beverwijksche leven, ongetwijfeld het brandpunt zal vormen. Uit ervaring weten wij, dat he-t publiek zich zelfs tot op den rijweg- verdringt en hoe men dan tracht vandaar uit zoo spoedig mogelijk voor het publicatiebord te komen. Het behoeft wel geen betoog, dat wij deze groote belangstelling voor de „Ken- nemer Courant'' hoogelijk waardeeren, maar wij zien zeer ongaarne, dat men daarbij meent het voor ons bureau liggende gazon als wan delpad te moeten gebruiken. Het is weliswaar de kortste-, maar niet de gebruikelijke weg. Het kost de gemeente in deze zorgvolle tijden veel moeite om onze Breestraatgazons in een toonbaren staat te brengen en onze lezers weten, dat de zomerbsplanting zelfs van par ticuliere zijde moest komen. De gazons zijn thans weer ingezaaid. Hoewel het Beverwijk sche publiek over het algemeen deze aan sporing gelukkig niet noodig heeft, willen wij voor den a.s. vex-kiezingsdag de gazons met nadruk in de hoede van de menigte aanbe velen. Wij verwachten dus gaarne de tallooze be langstellenden voor ons bureau maar spaart de gazons 1 H. G. BACKER, f Zaterdagmorgen is in de Ziekenverpleging; aan de Prinsengracht te Amsterdam in den ouderdom van 59 jaren overleden de heer H. G. Backer, die op 1 November 1934 den ge meentedienst met pensioen verliet na een meer dan 30-jarige ambtsvervulling. De heer Backer was een van de meest bekende amb tenaren, die aan de administratie van de ge meentelijke huishouding gedurende een lange reeks van jaren dagelijks zijn krachten wijd de. Gedurende een kwarteeuw was hij ook se- j cretaris van den Brandraad, een instelling, welke hem na aan het hart lag en waarvoor hij dan ook met groote toewijding werkzaam was. Op den laatsten dag, dat hij zijn ambt waar nam heeft de burgemeester hem in een zit ting van het College van Burgemeester en wethouders hartelijke afscheidswoorden toe gesproken. Hij ontving als herinnering aan zijn loopbaan een boekwerk. Het secretarie- personeel schonk den scheidenden ambtenaar een klok. Ook de Brandraad liet zich niet on betuigd en huldigde zijn vertrekkenden se cretaris in hartelijke bewoordingen. De heer H. G. Backer heeft dus niet lang van zijn pensioen mogen profiteeren. Reed; langen tijd liet zijn gezondheidstoestand veel te wenschen over. Kort na zijn afscheid van den werkkring, die hem dierbaar was gewor den moest hij zich in de Ziekenverpleging te Amsterdam doen opnemen. Eenige weken ge leden scheen het alsof de toestand zich weel beter liet aanzien. Hij kon dan ook de inrich ting verlaten, om er spoedig weer terug te keeren. Een gevatte koude noodzaakte hem daartoe. Helaas nam het verloop der aandoe ning een ernstige wending, die den dood ten gevolge had. Zaterdagmorgen kwam het einde dat door door velen stellig reeds vroeger was verwacht. Zijn nagedachtenis zal ongetwijfeld door vele plaatsgenooten in hooge eere wor den gehouden. De crematie van het stoffelijk overschot zal te Driehuis-Westerveld geschieden, na aan komst van trein 11.41 uur. DE KENNEMERS TROKKEN NAAR YLAARDIN GEN Tien groote autobussen waren noodig. om de supporters te vervoeren toen de Kennemers Zondag naar Vlaardingen trokken, om de tweede klasser Fortuna partij te geven in de promotiewedstrijden. Op het Meerensteinplein heerschte tegen elf uur een groote drukte toen heel deze Kennemers-aanhang kwam opdagen om zich een plaatsje in de voertuigen te ver werven. Het bestuur van de Supportersveree- niging „Rood Zwart" had echter uitgebreide ordemaatregelen genomen, waardoor het „inladen" van de honderden supporters een vlot verloop had. Ook per trein vertrok nog een groot aantal supporters naar de stad van de nieuwe haring, om de rood-zwarten in den zwaren strijd aan te moedigen. Hoewel de wedstrijd eerst te half drie aan ving, stonden reeds voor half vier vele be langstellenden voor ons bureau den uitslag af te wachten. De stand met rust, welke wij op 00 konden publiceeren. was wel niet zeer hoopvol, maar toch leek een Beverwijksche overwinning nog lang niet onmogelijk. De te leurstelling van de honderden, die zich voor ons bureau hadden opgesteld, was zeer groot, toen wij den eindstand, een 2—1 overwinning voor de in degradatiegevaar verkeerende Vlaardingers publiceerden. Het is merkwaardig om te zien, hoe het pu bliek op zoo'n geduchten tegenvaller reageert. Sneller dan de politie het ooit zal kunnen is de straat ontruimd, een ontruiming die in een ware „begrafenisstemming" pleegt te geschie den. Het was dan ook voor de Beverwijkers een geduchte tegenvaller. Toch is natuurlijk de kans op de zoo vurig begeerde en welverdiende plaats in de tweede klasse voor de Kennemers nog lang niet verloren. Al is dan ook de „eer ste klap nog altijd een daalder waard", er res- teeren nog drie wedstrijden in de promotie competitie en voetbal is een wisselvallig spel! Er kan nog van alles gebeuren. Zondag komt de mede-gegadigde, U. V. S. in het Beverwijk sche Sportpark op bezoek. En dan rekent de Kennemers-aanhang op de eerste punten. DË STAND DER WERKLOOSHEID De 881 werkloozen, die j.l. Zaterdag bij den Gemeentelijken dienst der werkloosheidsver zekering en arbeidsbemiddeling stonden inge schreven waren verdeeld over onderstaande vakgroepen B e v e r w ij k: bakkers 2 bankwerkers 10, behangers 1, betonvlechters 6, betonwerkers 8, blikbewerkers 5, blikslagers 1, carrosserie makers 1, chauffeurs 18, drukkers 4, electri- ciens 4 expediteurs 2, grondwerkers 80, hand langers 5, kantoorbedienden 4, kleermakers 1, kopergieters 1, landarbeiders 56, lasschers 3, loodgieters 2, letterzetters 1, losse arbeiders 108, machinisten 6, machinedrijvers 1, machi nale houtbewerkers 3, marmerbewerkers 2. marmerpolijsters 1, metaalbewerkers 5, met selaars 6, meubelmakers 1, monteurs 6, opper lieden 13, plaatwerkers 3, schilders 4, schip pers 4, schoenmakers 1, sigarenmakers 26, sorteerders 3, slagers 2, smeden 2, soldeer- ders 2, stokers 8, teekenaars 3, timmerlieden 13, uitvoerders 1, voegers 1. voerlieden 4, voor- slaanders 2, winkelbedienden 3, dienstboden 4, werksters 2, gasfitters 1, incasseerders 1, koks 2. zeilmakers 1, totaal 510 (vorige week 512). Hiertoe behooren 69 arbeiders, die in de werkverschaffing werkzaam zijn. Wijk aan Duin: bakkers 4. bankwerkers 8, betonvlechters 1, betonwerkers 4, bliksla gers 5, carrosseriemakers 1, chauffeurs 7, elec- triciens 2, grondwerkers 48, handlangers 4. kappers 1, kantoorbedienden 4. kellners 1, landarbeiders 27, lasschers 1. loodgieters 2, lijn werkers 1, losse arbeiders 60, machinisten 7, machinale houtbewerkers 2, metaalbewerkers 4, metselaars 3, meubelmakers 4, metselaars 3. meubelmakers 1, monteurs 1, opperlieden 15. plaatwerkers 1 reizigers 6. schilders 2. schip pers 2, schoenmakers 1, sigarenmakers, 4, sto kers 4, stucadoors 1. timmerlieden 12, uitvoer ders 2, winkelbedienden 1, dienstboden 2, werksters 1, zeilmakers 1. steenhouwers 1. to taal 256 (262). Heemskerk: betonvlechters 2, betonwer kers 3, Chauffeurs 4, electriciens 1, grondwer kers 17, kantoorbedienden 1, landarbeiders 44, losse arbeiders 33, opperlieden 4, schilders 1, timmerlieden 4, uitvoerders 1,'totaal 115 (121) FLORALIA-VEREENIGING Evenals vorige jaren zal de Floralia-vereeni- ging potplanten uitreiken aan de schooljeugd van 8 jaar en ouder. Van deze planten zal in den loop van het jaar een tentoonstelling worden gehouden. Als bijzondere attractie zal dit jaar aan deze tentoonstelling een expositie van opgemaakte vaasruikers worden ver bonden. DE VERKOOP VAN DE EMMABLOEM. De jaarlijksche Emmabloemcollecte is vast gesteld op 4 Mei a.s. WIJK AAN ZEE EN DUIN FEESTVREUGDE IN HET EMMAHUIS Zaterdag was een feestdag voor de patiën tjes" van 't Emmahuis, 't Koloniehuis van het Centraal Genootschap voor kinderuitzen- ding. Herdacht werd de uitzending van 'l „Honderdduizendste kind". Elk kind ontving een Gerozilver couvert voorzien van de initia len C. G. en van een hoefijzer-embleem der vereeniging. 's Avonds werd een lampionop tocht in het dorp gehouden. PATER J. VAN KEULEN. Voor den 3den keer binnen het tijdvak van twee jaren valt de R. K. gemeente de bijzon dere vreugde te beurt, dat een zoon der pa rochie de H. Mis in eigen gemeente zal opdra gen. Dezen keer zal het plaats hebben den 2en Paaschdag en wel door pater J. v. Keulen. In verband met do buitengewone gebeur tenis zal deze gepaard gaan met eenig feeste lijk vertoon. MAANDAG 15 APRIL 193? HEEMSKERK A.D.O.—BLAUW-ZWART 1). Bij A.D.O. is De Ruyter voor Zonneveld ver vangen. Ook BI.-Zwart is niet volledig. Direct na het begin ontstaat er een aardige strijd: de doelen komen om beurten in gevaar. Bij een aanval van BI.-Zwart denken wij de Leeuw te zien scoren, maar zijn schot gaat juist naast. Aan den anderen kant doet Beentjes het beter. Als hij den bal goed krijgt aange geven, zwenkt hij naar binnen en scoort on houdbaar. Even later is het weer de zelfde, die den stand op 2—0 brengt. Nog voor de rust weet Van Rhijn uit een aanval van links tegen te scoren (2—1). Na de rust weer het zelfde spelbeeld, maar langzamerhand wordt A.D.O. sterker. Met goede open aanvallen nadert zij het Blauw zwart doel. Uit een der aanvallen brengt Beentjes den stand op 31. Blauw-Zwart wordt geheel teruggedrongen: v. d. Kolk scoort twee maal (51). Kort voor het einde maakt Kos uit een corner het halve dozijn vol. Hiermee komt het einde, waarmee A.D.O. deze competitie op eigen terrein onge slagen is gebleven. De verdere uitslagen zijn als volgt: S.V.A. a—A.D.O. a 2—1 W.S.V. b—A.D.O. b 7—0 BRAND. Zondagmiddag terwijl de bewoners afwezig waren ontdekte een der voorbijgangers brand in een woning aan de Kerklaan, bewoond dooi den heer J. Bekker. Daar men geein sleutel had moest men de deur openbreken. Het bleek dat de brand in de woonkamer woedde en daar snel om zich heen greep. Met vereende krachten werd met he blusschen begonnen en binnen eenigen tijd was men den brand meester. Aan het meubi lair werd tamelijk veel schade toegebracht, die door verzekering wordt gedekt. Lagere heffingen voor tulp en narcis. Aan bezwaren tegemoet gekomen. Sierteeltcentrale zal soepelheid betrachten. De mededeelingen d.d. 8 April 1935 in zake de uitbetaling van steungelden voor ingeleverde bloembollen, blijken tot eenige misvatting aanleiding te hebben gegeven. In verband hiermede wordt aan belang hebbenden bloembollenkweekers, georgani- seerden bij de Nederlandsche Sierteelt-Cen trale. medegedeeld, dat in de vorige publi catie bij de bepaling van de te vorderen bedragen per are voor de verschillende groe pen van bloembollen, zijnde resp. f 12, f 4 f 4 en f 4 per are, een ruime marge werd genomen, met de bedoeling het eventueel te veel gehevene te restitueeren. Aangezien aartegen in het vak groote bezwaren blijken te bestaan, heeft de re- geering gemeend aan die bezwaren tegemoet te komen, door aan de hand van een scherpe calculatie de heffingsbedragen reeds thans definitief terug te brengen, met uitzondering van de heffing voor hyacinthen, welke hef fing niet verlaagd kan worden, om voldoende fonds voor de uitkeering op ingeleverde bollen te vormen. Voor vroege tulpen, late tulpen en narcissen evenwel is de heffing van f 4 teruggebracht tot resp. f 2.60, f 2.40 en f 3 per are, welke wijziging in het bloembollensaneeringsplan 1934 (teeltbeschikking bij minis- terieele beschikking van 12 April No. 4896J reeds is aangebracht. Ook thans blijft de regeling van kracht, dat bij de invordering der heffingsbedragen deze waar mogelijk worden verrekend met de steunbedragen, zoodat niet eerst zal wor den geheven voor het volle pond en daarna zal worden uitbetaald. (Te Boedapest heeft een circus- ondernemer zijn belastingschuld voldaan door een zestal beren in betaling te geven.J Het gaat niet best in 't circusleven, Het paardenspel is uit den tijd. Zoover het nog niet is verdreven, Voert het een hopeloozen strijd. 't Heeft zijn bijzonderheid verloren, Heel 't. leven is zijn concurrent. Om luid geschetter te gaan hooren, Hoeft men niet naar een circustent. Equilibristen, acrobaten, Ach, zijn we dat niet allemaal? Hoewel wij 't niet bewondren laten, Als kunst, in circustent of zaal. Wij kunnen beter dan de paarden, Op onz' achterste beenen staan, August de Domme heeft geen waarde> Nu er zooveel door 't leven gaan. Het circus heeft alleen nog beren, Waarbij 'k nog ter verklaring zeg; Figuurlijk slechts te accepteeren, De letterlijke beer is weg. De circusleider ziet zijn dieren Gedwongen naar den fiscus gaan. Zij zullen geen triomf meer vieren En in zijn oogen blinkt een traan. Hoewel hij mag realiseeren, Hij is de een'ge mensch die leeft, Die ooit den fiscus belastingberen Zelf op den hals geschoven heeft. wat ..Het Handelsblad" schrijft ovèr de ver kiezing van de Prov. Staten wie in de Staten de Liberalen steunt, steunt een krachtig en menschwaardig be ginsel in het GEWESTELIJK bestuur, maar tevens, door de Eei-ste Kamer, in het LANDS BESTUUR. Een beginsel dat streeft naar den breedst mogelijken nationalen en gewestelij ken opbouw; een politiek LOYAAL in critielc, loyaal in medewerking. Stemt „De Vrijheidsbond". Lijst 13. Lijst 13. Lijst 13. (Adv. Ingez. Med.) Heffing en uitbetaling wordt derhalve voor iederen georganiseerde tegenover elkaar gesteld en voor zooveel mogelijk met gesloten beurs verrekend. Ook wordt er nogmaals op gewezen, dat mochten de bedoelde heffings bedragen ad f 12, f 2.60, f 2.40 en f 3 een overschot opleveren, restitutie van het te veel gehevene ponds pondsgewijze zal plaats hebben. Voor wat betreft de inning der heffings bedragen c.q. na aftrek van de steunbedragen kan worden medegedeeld, dat vanwege de Nederlansche sierteelt-centrale de noodige soepelheid zal worden betracht, met dien verstand dat aan de vereischte zekerheid niet te kort kan worden gedaan. BOEKHOUDER VERDUISTERDE VOOR f 7000.—. HEERLEN, 13 April. (V, D.) Ten nadeele van den patroon W. alhier is een verduiste ring gepleegd door diens boekhouder F., welke verduistering minstens over twee jaar moet loopen en zeker f 7000 bedraagt. Het misdrijf werd ontdekt tengevolge van een vermeende te lage aangifte van de belasting. Een accountants onderzoek naar aanleiding daarvan bracht de verduistering echter nog niet aan het licht. W. bood daarna aan zijn boeken open te leggen, waarop de boekhouder zelf de ver duistering bekende. dienen uiterlijk Woensdagsavonds betaald té zijn, daar de bezorgers op Donderdag afrekenen. DE ADMINISTRATIE. (Adv. Ingez. Med.) FEUILLETON. Uit het Engelsch door BEN BOLT. toJ J F het Pa<3 nog wat eerder, totdat in v if helderder werd en de dageraad nep-* dag begon ovei' te gaan, de Chi- be<m-!v>ar een langgerekte met kreupelhout henv 1 plek wees lanSs de helling van den HI 6en W€iniS naai' ünks. laconiek 6rS0n' slapen en efcen"> beduidde wiif1Jmefc allebei heel erg blij zijn", ant- wle de dokter, op van vermoeienis, dvur* Verlieten het pad en werkten zich toe Tn°Verden heuvel heen naar het boschje 2ii riVf u Zij bet bereikt hadden, bemerkten dikste €r V°1 la» met stukken rots en BE en blijkbaar zelden of nooit door ïeitahoiA Wer<1 betreden. Met een gevoel van c«n%a Öat 76 in geen uren gekend had- niotwii*om naar een rustplaats en Raakte Ching een kreet en stak a-Dt,e„ naen vinger uit. Forsyth keek in de b óevea richting en' ontwaarde een kolos saal, in de rots uitgehouwen gezicht op een plek, waar het kale gesteente niet door plantengroei bedekt was. Hij herkende het als het gelaat van de Boeddha, onberoerd door hartstocht, eeuwig kalm. „Schuilplaats", galmde Ching, naar voren springend. Dick Forsyth volgde hem, nog altijd zijn blik gevestigd op dat onbewogen gezicht en zich afvragend wat voor schuilplaats het zou opleveren. Hij kwam tot de ontdekking, dat Ching's oogen nauwkeuriger waarnamen dan de zijne en dat zich in de rots aan den voet van het gebeeldhouwde gezicht, half ver scholen in 't kreuepelhout, een smalle spleet bevond. De spleet bleek toegang te geven tot een kelderachtige cel, die lang geleden in de harde rots uitgehouwen moest zijn door een geduldige kluizenaar, waarschijnlijk door dezelfde hand die ook het Boeddhagezicht gebeiteld had. „Hier rusten", vervolgde Ching opgewekt, „geen mensch komt hier, U zitten dokter Forsyth en rusten; ik voedsel vinden". De poreuze steensoort in aanmerking ge. nomen, was de plaats buitengewoon droog en de zendingsarts liet zich op een van de steenen zittingen neer, terwijl Ching zich weer naar den spieetachtigen ingang begaf. „Niet weggaan dokter, niet weggaan", waarschuwde hij. „Ben direct terug". Hij verdween en Forsyth begon zich aan bespiegelingen over te geven. Maar geen twee minuten later knikkebolde hij reeds en het volgende oogenblik was hij vast in slaap Eén uur, twee uren gingen voorbij en nog sliep hij. Toen kwam Ching terug, zette een paar pakjes op den anderen steenen zetel en keek naar den dokter. Een vriendelijke glimlach, vol sympathie kwam op het gele gezicht. „Slaapt als een kind, maar moet gauw- et en". Hij wijdde zich aan de pakjes, die hij mee gebracht had, en étaleerde een verzameling koud varkensvleesch, koude gekookte rijst en een porceleinen flesch Chineesche land- wijn. Voor iemand die niet heel hongerig was zou de uitstalling alles behalve aantrekke lijk en smakelijk zijn geweest, maar Ching keek er vol trots naar en schudde toen de Engelschman wakker. „Ontbijt dokter. Ik hoef niet. Gegeten in den winkel in het' dorp beneden". Dick Forsyth rammelde letterlijk van den honger, zoodat koude rijst en slecht toe bereid. taai varkensvleesch op dat oogen blik godenspijs voor hem wax-en; en de land- wijn, hoewel dun en schraal, verwarmde zijn bloed. Ofschoon hij de pijn in spiei'en en gewrichten, tengevolge van de oververmoeid heid en bovenmatige inspanning duchtig merkte, voelde hij zich toch, toen hij zijn maaltijd geëindigd had, een heel ander mensch. Ching zag het. „Opgeknapt, dokter?" grinnikte hij. „Nou, en of!" was het opgewekte ant woord. „Mooi! Nu wij weer slapen, een uur, mis schien twee. dan vertrekken niet te lang blijven. Li Weng-Ho's mannen hier mis schien zoeken". Meer zei hij niet. Met de merkwaardige onverstoorbaarheid van zijn ras dook hij op den steenen vloer ineen en sliep onmiddellijk in. Forsyth zelf sloot de oogen, maar de slaap bleek weggevlucht. Zijn gedachten dwaalden naar Kathleen, die nu ergens op de schouders van de koelies van den man darijn in een draagstoel schommelde, een noodlot tegemoet, waarvoor hij alleen haar bewaren kon. Een hevige onrust maakte zich van hem meester; ten laatste stond hij op. rekte zich uit en liep naar den uitgang van de holte. Een oogenblik bleef hij in de opening staan en keek naar het bosch. De zon scheen helder en brak in breede plekken door het bladerscherm. Ergens zong een vogel en bloemengeur vervulde de lucht. Hij voelde den moed in zich herleven, terwijl hij daar zoo stond. Toen ging hij verder naar een open plek in het bosch, waar hij tegen een boom geleund het panorama om hem heen gadesloeg. Onder hem strekte zich een wijde vlakte uit, met heuvels naar het Noorden en Wes ten. In de vlakte, waardoor een riviertje kronkelde lagen een menigte dorpen, ge huchten en hofsteden verspreid en tegen de westelijke heuvels zag hij den glans van vele vergulde daken, die een aanwijzing vormden dat daar een belangrijke stad moest zijn. ,.Pi-Chow", mompelde hij. In de heldere lucht scheen het heel wat dichter bij dan in werkelijkheid het geval was. want ruw geschat was de afstand tot aan de heuvels waartegen de stad genesteld lag, minstens vijf en twintig mijl. Hij realiseerde zich welk een haast-boven- menschelijke taak hij te vervullen had. Vijf en twintig mijl in een dicht bevolkte streek scheidden hem van de Yamen van Li Weng- Ho in PLChow en als hij Kathleen wilde bevrijden moest deze afstand onverwijld wor den afgelegd. Daar zijn ontsnapping bekend geworden was, hoefde hij er niet aan te twijfelen, of de bevolking was gewaarschuwd een oog op hem te houden. De gevaren en moeilijkheden waren niet te tellen. Vastbesloten klemde hij de tanden op el kaar. Hij mocht niet falen en hij zou niet falen. Hij wendde het oog af van de goudglan zende daken van Pi-Chow en nam opmerk zaam het dichterbij liggende landschap in oogenschouw. Nog geen halve mijl verwijderd glinstei-de op een uitlooper van een heuvel een kleine pagode in het zonlicht en daar onder lag een groot dorp, waar Ching on-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1935 | | pagina 5