WEEKABONNEMENTEN
LEEST
Belastingberen.
EEN LIEFDE IN CHINA
f] B. S. en Gymnasium.
-„nas heeft de Maatschappij der Neder
j he Letterkunde zich tot de regeering
ri met een vertoog, waarin zij aandrong
rbetering van het onderwijs in onze
op yer"aj prof. dr. Jan de Vries te Leiden
téer'L tevoren van dit plan op de hoogte
had p*3 werd. in deze rubriek instemming
hptui^d, en erop gewezen hoe noodzake-
S^pr^elijke actie is. waarbij ik de hoop uit-
t dat de Maatschappij van Letterkunde
■nm een verzwaring van het leerprogram-
nie' (in vragen. Inderdaad bleek zij die al
SUst te wenschen.
trineen van het Hooger Onderwijs als he
°e lamste euvel van het voorbereidend
Srwiis juist de overlading beschouwt.
Ken voor mij aanleiding was. hem om
Onderhoud over dit onderwerp te verzoe-
êeI) Het is van groot belang wat men in
Krsitaire kringen over deze zaak denkt,
w k in de laatste jaren veel over gesproken
beschreven, maar er is tot dusver weinig
^rj-pts in gedaan.
Prof de Vries bleek zeer krachtig over-
ff, L zjjn. dat er in gehandeld moet wor-
a n Hii bleek ook gaarne bereid er zijn mee-
i over te zeggen, want deze zaak moet
i"niet tot gedachtenwisselingen in onder-
«ikkringen beperkt blijven. ..Het publiek
Pi erVich ten volle voor gaan interessee-
zert hij. ..uit het publiek moet de aan-
r-eIlr,'(7 komen tot verbetering. Ik beschouw
•Cra*huidigen toestand als zeer slecht".
oelL yj begon mei mij uiteen te zetten, hoe
pi. alleen hij maar ook zijn collega's, en
$ir bii alle faculteiten, ondervinden dat de
ÉffPliwoordige student onvoldoende voorbe-
id Is hoe hij lijdt aan een teveel van slecht
SJL'r'kte kennis en aan een te weinig van
■prik- en oordeelskracht. Met krasse staaltjes
Jijde hij dit aan. Hij snrak mij van een
indent die tentamen bij hem deed en op
]p vraag welke volken spreken de Baltische
telen'"^antwoordde .de Balkan-volken". Hij
TPrtelde' mij van studenten die de eenvou
digste Latijnsche woorden, de eenvoudigste
Hpclinatie niet meer kenden. Zoowel ten aan-
S van de H.B.S.- als van de Gymnasium
opleiding bleek hij somber gestemd. ..Het
pvmnasium gold vroeger meer als ontwikke
lend cultuurinstituut naast de H.B.S., die
vooral gold als inrichting om parate kennis
bii te brengen", zei hij, „maar dat verschil
V ik ook al niet meer sinds het gymnasium
met de H.B.S. is gaan concurreeren".
De tijd waarin wij trotsch op het onderwijs
aan deze scholen waren en konden zijn
-is naar prof. de Vries' overtuiging voorbij,
"iet rationalisme van de 19e eeuw, dat
vooral zich toelegde op kennis bijbrengen, is
voor dezen tijd tekort geschoten. Het onder-
wis moet gericht zijn op de ontwikkeling
van dar geest, niet op het volproppen er van.
Er wordt volgepropt, en moeilijk is dat
svsteem niet. want de kinderhersens zijn zoo
toed tot dit soort opnemen geëigend en men
kan er altijd wel weer meer induwen. Maar
men leert ze niet combineeren. niet denken".
Wat de leerlingen betreft, gelooft prof. de
Vries niet aan nadeel van beteekenis. door
sportbeoefening veroorzaakt. Die is er al zoo-
lans. die was er dertig jaar geleden al in
minstens dezelfde mate juist in de kringen,
waaruit de latere studenten komen. Wel acht
hij het milieu, waarin de leerlingen verkee-
ren, van groote beteekenis, en is van oordeel
dat'zij teveel en te velerlei afleidingen heb
ben om zich goed te kunnen concentreer en.
Het zich werkelijk verdiepen in een ernstig
cultureel onderwerpdaartoe 'bestaat al
bi.i heel weinigen neiging meer. Vervlakking
door den invloed van radio en van allerlei
pretjes noemde hij daarbij. Het verkeerde
denkbeeld, dat „aanschouwelijk onderwijs"
'sou bétfeékenen „het vertoonen van plaatjes"
critiseerde hij scherp. Iets aanschouwelijk
maken wil zeggen: het in den geest van den
leerling aanschouwelijk maken. En dat kan
de werkelijk-'begaaf de leeraar veel beter met
zijn woord, met zijn uiteenzetting. In het
algemeen is hij van oordeel dat zoowel in het
peil van de leerlingen als in dat van de
leeraren achteruitgang is gekomen. En het
laatste verwondert hem niet als hij de stu
denten waarneemt, die straks leeraren zullen
zijn. Hij acht het een groot nadeel dat velen
een dialect spreken waarvan men rilt. Dat zij
niet goed voorbereid zijn is al gezegd. Dat
80 pet, spoorstudenten zijn heeft het groote
gebrek, dat zij de sfeer van het academie
leven volstrekt niet leeren kennen en beleven.
Ze reizen heen en weer om lesjes op te doen.
en daar blijft het bij. Als een of andere
coryphee in de universiteitsstad een voor
dracht houdt, is de zaal voor driekwart leeg:
de spoorstudenten komen daarvoor niet nog
eens terug. Prof. de Vries is er vroeger van
overtuigd geweest dat de aan de hoogescho-
len opgeleide leeraren beter waren dan de
ex-onderwijzers hij twijfelt daar nu aan.
Hij heeft zich nooit erg warm kunnen maken
voor paedagogiek. en gevonden dat de leeraar
met de roeping geboren moest zijn. Hij zou
er nu vóór wezen dat de afgestudeerden, die
geen aanstelling kunnen krijgen, allen eerst
een stage van b.v. een jaar op een school
doormaakten om eenig begrip te krijgen van
de leerlingen en van de taak die hen wacht.
Hij is pessimistisch geweest over het Dalton
systeem maar voelt er nu in zooverre veel
voor, dat het de leerlingen ten minste leert,
zelf te werken. En zelfs vraagt hij zich af of
die oude tijd, waarin leeraren drie of vier
vakken tegelijk doceerden, niet te verkiezen
was boven de huidige. De meeste leeraren
denken nu alleen aan hun eigen vak en in
teresseeren zich totaal niet voor het overige.
Het middelbaar en het gymnasiaal onder
wijs zijn geen van beide een gesloten geheel,
maar het bijbrengen van separate kennis in
sen reeks separate vakken. En de hoeveelheid
'szo° gi'oot, dat soms op school vragen worden
seae.ci die men op een academisch candi-
oaatsexamen pas te berde brengt,
vanfci 6-Vries acilt een reorganisatie
tJ?.Idde^aar en gymnasiaal onderwijs
- H'i stelt daarbij voorop dat de basis,
de primaire kennis, grondig verworven moet
worden en dat voor het overige ontwikkeling,
zelf denken, zelf oordeelen, moeten worden
bijgebracht. Een Nederlandsch kind kan even
goed zijn geest ontwikkelen als een ander,
maar thans gebeurt dat niet. Er zijn Duitsche
dienstmeisjes in ons land, die veel beter een
brief in hun eigen taal schrijven dan de
meeste Hollandsche eind-examinandi in de
hunne.
Er zal veel moeten gebeuren om dit alles
te verbeteren. Heilige huisjes zullen erbij aan
getast moeten worden. Leerprogramma's zul
len gewijzigd en beperkt, de samenwerking
tusschen de leeraren zal vergroot moeten wor
den. De geest bij het onderwijs zal dienen te
veranderen. Dat men zich bij verscheidene in-
dustriëele ondernemingen niet eens meer be
kommert om de vraag, of sollicitanten hun
eindexamen wel gehaald hebben, is een ver
oordeeling op zichzelf.
Aldus, in hoofdtrekken, hetgeen prof. de
Vries mij zeide. En te oordeelen naar de re
sultaten. die wij in de practijk des levens zelf
zoo vaak hebben kunnen waarnemen, moet er
wel zeer veel waars in zijn betoog zijn. Maar
ik zal het hierbij niet laten en hoop ook de
meeningen van anderen uit onderwijs
kringen zoowel als uit de maatschappij daar
buiten, die de uitkomsten krijgt te verwerken,
te kunnen medcdeelen.
R. P.
BEVERWIJK
De naderende verkiezingsdag.
Drukte in zes stembureaux.
Het is slechts aan de gelukkige omstandig
heid toe te schrijven, dat de Beverwijksche
bevolking in het jaar 1935 „slechts" tweemaal
naar de stembureaux behoeft op te trekken,
zulks is tegenstelling met. de burgerij van
onze naburige gemeente. Wijk aan Zee. die
het buitenkansje heeft liefst driemaal ter
stembus te mogen opgaan.
De politieke partijen en groepen te Bever
wijk waren het bij de samenstelling van de
als „dubbelen raad" in den volksmond bekend
staande commissie uit de ingezetenen roe
rend eens en lieten deze verkiezing bij enkele
candidaatstelling geschieden. Maar de verkie
zingen van a.s. Woensdag voor de Provinciale
Staten vertoonen een gansch ander beeld. Dan
gaat het er in allen ernst „op los" en is er geen
sprake meer van eensgezinde samenwerking.
De 5215 kiezers en kiezeressen welke Bever
wijk voor de Provinciale staten in het „vuur''
brengt, zullen ieder afzonderlijk hun en haar
plichten als goede staatsburgers en burge
ressen moeten vervullen.
Zij zullen dit, al naar gelang hun indeeling
kunnen doen aan onderstaande stembureaux
Stemdistrict 1 (Stadhuis) 751 kiezers.
Stemdistrict 2 (School 2, villa-park) 1078
kiezers.
Slemdistrict 3: (Gymnastieklokaal C. H.
Moensstraat) 643 kiezers.
Stemdistrict 4: (Gymnastieklokaal R.K,
Leerschool, Romerkerkweg) 1010 kiezers.
Stemdistrict 5: (Ned. Herv. Vereenigings-
rebouw. Oosterwijkstraat) 868 kiezers.
Stemdistrict 6: (St. Jozefzaal, Arendsweg)
865 kiezers.
Totaal 5215 kiezers voor de Provinciale
Staten.
Woensdagavond zullen wij zoo spoedig mo
gelijk de uitslagen van de zes stem districten
op ons nieuwsbord van ons bureau Breestraat
publiceeren. Wij verwachten wederom een
groote belangstelling voor ons bureau, dat. ge
legen aan de hoofdstraat in het centrum van
het Beverwijksche leven, ongetwijfeld het
brandpunt zal vormen. Uit ervaring weten wij,
dat he-t publiek zich zelfs tot op den rijweg-
verdringt en hoe men dan tracht vandaar uit
zoo spoedig mogelijk voor het publicatiebord
te komen. Het behoeft wel geen betoog, dat
wij deze groote belangstelling voor de „Ken-
nemer Courant'' hoogelijk waardeeren, maar
wij zien zeer ongaarne, dat men daarbij meent
het voor ons bureau liggende gazon als wan
delpad te moeten gebruiken. Het is weliswaar
de kortste-, maar niet de gebruikelijke weg.
Het kost de gemeente in deze zorgvolle tijden
veel moeite om onze Breestraatgazons in een
toonbaren staat te brengen en onze lezers
weten, dat de zomerbsplanting zelfs van par
ticuliere zijde moest komen. De gazons zijn
thans weer ingezaaid. Hoewel het Beverwijk
sche publiek over het algemeen deze aan
sporing gelukkig niet noodig heeft, willen wij
voor den a.s. vex-kiezingsdag de gazons met
nadruk in de hoede van de menigte aanbe
velen.
Wij verwachten dus gaarne de tallooze be
langstellenden voor ons bureau maar
spaart de gazons 1
H. G. BACKER, f
Zaterdagmorgen is in de Ziekenverpleging;
aan de Prinsengracht te Amsterdam in den
ouderdom van 59 jaren overleden de heer H.
G. Backer, die op 1 November 1934 den ge
meentedienst met pensioen verliet na een
meer dan 30-jarige ambtsvervulling. De heer
Backer was een van de meest bekende amb
tenaren, die aan de administratie van de ge
meentelijke huishouding gedurende een lange
reeks van jaren dagelijks zijn krachten wijd
de. Gedurende een kwarteeuw was hij ook se- j
cretaris van den Brandraad, een instelling,
welke hem na aan het hart lag en waarvoor
hij dan ook met groote toewijding werkzaam
was.
Op den laatsten dag, dat hij zijn ambt waar
nam heeft de burgemeester hem in een zit
ting van het College van Burgemeester en
wethouders hartelijke afscheidswoorden toe
gesproken. Hij ontving als herinnering aan
zijn loopbaan een boekwerk. Het secretarie-
personeel schonk den scheidenden ambtenaar
een klok. Ook de Brandraad liet zich niet on
betuigd en huldigde zijn vertrekkenden se
cretaris in hartelijke bewoordingen.
De heer H. G. Backer heeft dus niet lang
van zijn pensioen mogen profiteeren. Reed;
langen tijd liet zijn gezondheidstoestand veel
te wenschen over. Kort na zijn afscheid van
den werkkring, die hem dierbaar was gewor
den moest hij zich in de Ziekenverpleging te
Amsterdam doen opnemen. Eenige weken ge
leden scheen het alsof de toestand zich weel
beter liet aanzien. Hij kon dan ook de inrich
ting verlaten, om er spoedig weer terug te
keeren. Een gevatte koude noodzaakte hem
daartoe. Helaas nam het verloop der aandoe
ning een ernstige wending, die den dood ten
gevolge had. Zaterdagmorgen kwam het einde
dat door door velen stellig reeds vroeger was
verwacht. Zijn nagedachtenis zal ongetwijfeld
door vele plaatsgenooten in hooge eere wor
den gehouden.
De crematie van het stoffelijk overschot zal
te Driehuis-Westerveld geschieden, na aan
komst van trein 11.41 uur.
DE KENNEMERS TROKKEN NAAR
YLAARDIN GEN
Tien groote autobussen waren noodig. om de
supporters te vervoeren toen de Kennemers
Zondag naar Vlaardingen trokken, om de
tweede klasser Fortuna partij te geven in de
promotiewedstrijden. Op het Meerensteinplein
heerschte tegen elf uur een groote drukte toen
heel deze Kennemers-aanhang kwam opdagen
om zich een plaatsje in de voertuigen te ver
werven. Het bestuur van de Supportersveree-
niging „Rood Zwart" had echter uitgebreide
ordemaatregelen genomen, waardoor het
„inladen" van de honderden supporters een
vlot verloop had. Ook per trein vertrok nog
een groot aantal supporters naar de stad van
de nieuwe haring, om de rood-zwarten in den
zwaren strijd aan te moedigen.
Hoewel de wedstrijd eerst te half drie aan
ving, stonden reeds voor half vier vele be
langstellenden voor ons bureau den uitslag af
te wachten. De stand met rust, welke wij op
00 konden publiceeren. was wel niet zeer
hoopvol, maar toch leek een Beverwijksche
overwinning nog lang niet onmogelijk. De te
leurstelling van de honderden, die zich voor
ons bureau hadden opgesteld, was zeer groot,
toen wij den eindstand, een 2—1 overwinning
voor de in degradatiegevaar verkeerende
Vlaardingers publiceerden.
Het is merkwaardig om te zien, hoe het pu
bliek op zoo'n geduchten tegenvaller reageert.
Sneller dan de politie het ooit zal kunnen is
de straat ontruimd, een ontruiming die in een
ware „begrafenisstemming" pleegt te geschie
den. Het was dan ook voor de Beverwijkers
een geduchte tegenvaller. Toch is natuurlijk de
kans op de zoo vurig begeerde en welverdiende
plaats in de tweede klasse voor de Kennemers
nog lang niet verloren. Al is dan ook de „eer
ste klap nog altijd een daalder waard", er res-
teeren nog drie wedstrijden in de promotie
competitie en voetbal is een wisselvallig spel!
Er kan nog van alles gebeuren. Zondag komt
de mede-gegadigde, U. V. S. in het Beverwijk
sche Sportpark op bezoek. En dan rekent de
Kennemers-aanhang op de eerste punten.
DË STAND DER WERKLOOSHEID
De 881 werkloozen, die j.l. Zaterdag bij den
Gemeentelijken dienst der werkloosheidsver
zekering en arbeidsbemiddeling stonden inge
schreven waren verdeeld over onderstaande
vakgroepen
B e v e r w ij k: bakkers 2 bankwerkers 10,
behangers 1, betonvlechters 6, betonwerkers
8, blikbewerkers 5, blikslagers 1, carrosserie
makers 1, chauffeurs 18, drukkers 4, electri-
ciens 4 expediteurs 2, grondwerkers 80, hand
langers 5, kantoorbedienden 4, kleermakers 1,
kopergieters 1, landarbeiders 56, lasschers 3,
loodgieters 2, letterzetters 1, losse arbeiders
108, machinisten 6, machinedrijvers 1, machi
nale houtbewerkers 3, marmerbewerkers 2.
marmerpolijsters 1, metaalbewerkers 5, met
selaars 6, meubelmakers 1, monteurs 6, opper
lieden 13, plaatwerkers 3, schilders 4, schip
pers 4, schoenmakers 1, sigarenmakers 26,
sorteerders 3, slagers 2, smeden 2, soldeer-
ders 2, stokers 8, teekenaars 3, timmerlieden
13, uitvoerders 1, voegers 1. voerlieden 4, voor-
slaanders 2, winkelbedienden 3, dienstboden
4, werksters 2, gasfitters 1, incasseerders 1,
koks 2. zeilmakers 1, totaal 510 (vorige week
512). Hiertoe behooren 69 arbeiders, die in de
werkverschaffing werkzaam zijn.
Wijk aan Duin: bakkers 4. bankwerkers
8, betonvlechters 1, betonwerkers 4, bliksla
gers 5, carrosseriemakers 1, chauffeurs 7, elec-
triciens 2, grondwerkers 48, handlangers 4.
kappers 1, kantoorbedienden 4. kellners 1,
landarbeiders 27, lasschers 1. loodgieters 2, lijn
werkers 1, losse arbeiders 60, machinisten 7,
machinale houtbewerkers 2, metaalbewerkers
4, metselaars 3, meubelmakers 4, metselaars 3.
meubelmakers 1, monteurs 1, opperlieden 15.
plaatwerkers 1 reizigers 6. schilders 2. schip
pers 2, schoenmakers 1, sigarenmakers, 4, sto
kers 4, stucadoors 1. timmerlieden 12, uitvoer
ders 2, winkelbedienden 1, dienstboden 2,
werksters 1, zeilmakers 1. steenhouwers 1. to
taal 256 (262).
Heemskerk: betonvlechters 2, betonwer
kers 3, Chauffeurs 4, electriciens 1, grondwer
kers 17, kantoorbedienden 1, landarbeiders 44,
losse arbeiders 33, opperlieden 4, schilders 1,
timmerlieden 4, uitvoerders 1,'totaal 115 (121)
FLORALIA-VEREENIGING
Evenals vorige jaren zal de Floralia-vereeni-
ging potplanten uitreiken aan de schooljeugd
van 8 jaar en ouder. Van deze planten zal in
den loop van het jaar een tentoonstelling
worden gehouden. Als bijzondere attractie zal
dit jaar aan deze tentoonstelling een expositie
van opgemaakte vaasruikers worden ver
bonden.
DE VERKOOP VAN DE EMMABLOEM.
De jaarlijksche Emmabloemcollecte is vast
gesteld op 4 Mei a.s.
WIJK AAN ZEE EN DUIN
FEESTVREUGDE IN HET EMMAHUIS
Zaterdag was een feestdag voor de patiën
tjes" van 't Emmahuis, 't Koloniehuis van
het Centraal Genootschap voor kinderuitzen-
ding. Herdacht werd de uitzending van 'l
„Honderdduizendste kind". Elk kind ontving
een Gerozilver couvert voorzien van de initia
len C. G. en van een hoefijzer-embleem der
vereeniging. 's Avonds werd een lampionop
tocht in het dorp gehouden.
PATER J. VAN KEULEN.
Voor den 3den keer binnen het tijdvak van
twee jaren valt de R. K. gemeente de bijzon
dere vreugde te beurt, dat een zoon der pa
rochie de H. Mis in eigen gemeente zal opdra
gen. Dezen keer zal het plaats hebben den 2en
Paaschdag en wel door pater J. v. Keulen.
In verband met do buitengewone gebeur
tenis zal deze gepaard gaan met eenig feeste
lijk vertoon.
MAANDAG 15 APRIL 193?
HEEMSKERK
A.D.O.—BLAUW-ZWART 1).
Bij A.D.O. is De Ruyter voor Zonneveld ver
vangen. Ook BI.-Zwart is niet volledig. Direct
na het begin ontstaat er een aardige strijd:
de doelen komen om beurten in gevaar. Bij een
aanval van BI.-Zwart denken wij de Leeuw
te zien scoren, maar zijn schot gaat juist
naast. Aan den anderen kant doet Beentjes
het beter. Als hij den bal goed krijgt aange
geven, zwenkt hij naar binnen en scoort on
houdbaar. Even later is het weer de zelfde, die
den stand op 2—0 brengt. Nog voor de rust
weet Van Rhijn uit een aanval van links
tegen te scoren (2—1).
Na de rust weer het zelfde spelbeeld, maar
langzamerhand wordt A.D.O. sterker. Met
goede open aanvallen nadert zij het Blauw
zwart doel. Uit een der aanvallen brengt
Beentjes den stand op 31.
Blauw-Zwart wordt geheel teruggedrongen:
v. d. Kolk scoort twee maal (51). Kort voor
het einde maakt Kos uit een corner het halve
dozijn vol. Hiermee komt het einde, waarmee
A.D.O. deze competitie op eigen terrein onge
slagen is gebleven.
De verdere uitslagen zijn als volgt:
S.V.A. a—A.D.O. a 2—1
W.S.V. b—A.D.O. b 7—0
BRAND.
Zondagmiddag terwijl de bewoners afwezig
waren ontdekte een der voorbijgangers brand
in een woning aan de Kerklaan, bewoond dooi
den heer J. Bekker.
Daar men geein sleutel had moest men de
deur openbreken. Het bleek dat de brand in
de woonkamer woedde en daar snel om zich
heen greep. Met vereende krachten werd met
he blusschen begonnen en binnen eenigen tijd
was men den brand meester. Aan het meubi
lair werd tamelijk veel schade toegebracht, die
door verzekering wordt gedekt.
Lagere heffingen voor tulp en
narcis.
Aan bezwaren tegemoet
gekomen.
Sierteeltcentrale zal soepelheid betrachten.
De mededeelingen d.d. 8 April 1935 in
zake de uitbetaling van steungelden voor
ingeleverde bloembollen, blijken tot eenige
misvatting aanleiding te hebben gegeven.
In verband hiermede wordt aan belang
hebbenden bloembollenkweekers, georgani-
seerden bij de Nederlandsche Sierteelt-Cen
trale. medegedeeld, dat in de vorige publi
catie bij de bepaling van de te vorderen
bedragen per are voor de verschillende groe
pen van bloembollen, zijnde resp. f 12, f 4
f 4 en f 4 per are, een ruime marge werd
genomen, met de bedoeling het eventueel te
veel gehevene te restitueeren.
Aangezien aartegen in het vak groote
bezwaren blijken te bestaan, heeft de re-
geering gemeend aan die bezwaren tegemoet
te komen, door aan de hand van een scherpe
calculatie de heffingsbedragen reeds thans
definitief terug te brengen, met uitzondering
van de heffing voor hyacinthen, welke hef
fing niet verlaagd kan worden, om voldoende
fonds voor de uitkeering op ingeleverde
bollen te vormen.
Voor vroege tulpen, late tulpen en
narcissen evenwel is de heffing van
f 4 teruggebracht tot resp. f 2.60,
f 2.40 en f 3 per are, welke wijziging
in het bloembollensaneeringsplan
1934 (teeltbeschikking bij minis-
terieele beschikking van 12 April No.
4896J reeds is aangebracht.
Ook thans blijft de regeling van kracht,
dat bij de invordering der heffingsbedragen
deze waar mogelijk worden verrekend met
de steunbedragen, zoodat niet eerst zal wor
den geheven voor het volle pond en daarna
zal worden uitbetaald.
(Te Boedapest heeft een circus-
ondernemer zijn belastingschuld
voldaan door een zestal beren in
betaling te geven.J
Het gaat niet best in 't circusleven,
Het paardenspel is uit den tijd.
Zoover het nog niet is verdreven,
Voert het een hopeloozen strijd.
't Heeft zijn bijzonderheid verloren,
Heel 't. leven is zijn concurrent.
Om luid geschetter te gaan hooren,
Hoeft men niet naar een circustent.
Equilibristen, acrobaten,
Ach, zijn we dat niet allemaal?
Hoewel wij 't niet bewondren laten,
Als kunst, in circustent of zaal.
Wij kunnen beter dan de paarden,
Op onz' achterste beenen staan,
August de Domme heeft geen waarde>
Nu er zooveel door 't leven gaan.
Het circus heeft alleen nog beren,
Waarbij 'k nog ter verklaring zeg;
Figuurlijk slechts te accepteeren,
De letterlijke beer is weg.
De circusleider ziet zijn dieren
Gedwongen naar den fiscus gaan.
Zij zullen geen triomf meer vieren
En in zijn oogen blinkt een traan.
Hoewel hij mag realiseeren,
Hij is de een'ge mensch die leeft,
Die ooit den fiscus belastingberen
Zelf op den hals geschoven heeft.
wat ..Het Handelsblad" schrijft ovèr de ver
kiezing van de Prov. Staten
wie in de Staten de Liberalen steunt,
steunt een krachtig en menschwaardig be
ginsel in het GEWESTELIJK bestuur, maar
tevens, door de Eei-ste Kamer, in het LANDS
BESTUUR. Een beginsel dat streeft naar den
breedst mogelijken nationalen en gewestelij
ken opbouw; een politiek LOYAAL in critielc,
loyaal in medewerking.
Stemt „De Vrijheidsbond".
Lijst 13. Lijst 13. Lijst 13.
(Adv. Ingez. Med.)
Heffing en uitbetaling wordt derhalve
voor iederen georganiseerde tegenover elkaar
gesteld en voor zooveel mogelijk met gesloten
beurs verrekend. Ook wordt er nogmaals op
gewezen, dat mochten de bedoelde heffings
bedragen ad f 12, f 2.60, f 2.40 en f 3 een
overschot opleveren, restitutie van het te
veel gehevene ponds pondsgewijze zal plaats
hebben.
Voor wat betreft de inning der heffings
bedragen c.q. na aftrek van de steunbedragen
kan worden medegedeeld, dat vanwege de
Nederlansche sierteelt-centrale de noodige
soepelheid zal worden betracht, met dien
verstand dat aan de vereischte zekerheid niet
te kort kan worden gedaan.
BOEKHOUDER VERDUISTERDE VOOR
f 7000.—.
HEERLEN, 13 April. (V, D.) Ten nadeele
van den patroon W. alhier is een verduiste
ring gepleegd door diens boekhouder F.,
welke verduistering minstens over twee jaar
moet loopen en zeker f 7000 bedraagt. Het
misdrijf werd ontdekt tengevolge van een
vermeende te lage aangifte van de belasting.
Een accountants onderzoek naar aanleiding
daarvan bracht de verduistering echter nog
niet aan het licht.
W. bood daarna aan zijn boeken open te
leggen, waarop de boekhouder zelf de ver
duistering bekende.
dienen uiterlijk Woensdagsavonds betaald té
zijn, daar de bezorgers op Donderdag
afrekenen.
DE ADMINISTRATIE.
(Adv. Ingez. Med.)
FEUILLETON.
Uit het Engelsch
door BEN BOLT.
toJ J F het Pa<3 nog wat eerder, totdat
in v if helderder werd en de dageraad
nep-* dag begon ovei' te gaan, de Chi-
be<m-!v>ar een langgerekte met kreupelhout
henv 1 plek wees lanSs de helling van den
HI 6en W€iniS naai' ünks.
laconiek 6rS0n' slapen en efcen"> beduidde
wiif1Jmefc allebei heel erg blij zijn", ant-
wle de dokter, op van vermoeienis,
dvur* Verlieten het pad en werkten zich
toe Tn°Verden heuvel heen naar het boschje
2ii riVf u Zij bet bereikt hadden, bemerkten
dikste €r V°1 la» met stukken rots en
BE en blijkbaar zelden of nooit door
ïeitahoiA Wer<1 betreden. Met een gevoel van
c«n%a Öat 76 in geen uren gekend had-
niotwii*om naar een rustplaats en
Raakte Ching een kreet en stak
a-Dt,e„ naen vinger uit. Forsyth keek in de
b óevea richting en' ontwaarde een kolos
saal, in de rots uitgehouwen gezicht op een
plek, waar het kale gesteente niet door
plantengroei bedekt was. Hij herkende het
als het gelaat van de Boeddha, onberoerd
door hartstocht, eeuwig kalm.
„Schuilplaats", galmde Ching, naar voren
springend.
Dick Forsyth volgde hem, nog altijd zijn
blik gevestigd op dat onbewogen gezicht en
zich afvragend wat voor schuilplaats het zou
opleveren. Hij kwam tot de ontdekking, dat
Ching's oogen nauwkeuriger waarnamen dan
de zijne en dat zich in de rots aan den voet
van het gebeeldhouwde gezicht, half ver
scholen in 't kreuepelhout, een smalle spleet
bevond. De spleet bleek toegang te geven tot
een kelderachtige cel, die lang geleden in de
harde rots uitgehouwen moest zijn door een
geduldige kluizenaar, waarschijnlijk door
dezelfde hand die ook het Boeddhagezicht
gebeiteld had.
„Hier rusten", vervolgde Ching opgewekt,
„geen mensch komt hier, U zitten dokter
Forsyth en rusten; ik voedsel vinden".
De poreuze steensoort in aanmerking ge.
nomen, was de plaats buitengewoon droog en
de zendingsarts liet zich op een van de
steenen zittingen neer, terwijl Ching zich
weer naar den spieetachtigen ingang begaf.
„Niet weggaan dokter, niet weggaan",
waarschuwde hij. „Ben direct terug".
Hij verdween en Forsyth begon zich aan
bespiegelingen over te geven. Maar geen
twee minuten later knikkebolde hij reeds en
het volgende oogenblik was hij vast in slaap
Eén uur, twee uren gingen voorbij en nog
sliep hij. Toen kwam Ching terug, zette een
paar pakjes op den anderen steenen zetel
en keek naar den dokter. Een vriendelijke
glimlach, vol sympathie kwam op het gele
gezicht.
„Slaapt als een kind, maar moet gauw-
et en".
Hij wijdde zich aan de pakjes, die hij mee
gebracht had, en étaleerde een verzameling
koud varkensvleesch, koude gekookte rijst
en een porceleinen flesch Chineesche land-
wijn. Voor iemand die niet heel hongerig was
zou de uitstalling alles behalve aantrekke
lijk en smakelijk zijn geweest, maar Ching
keek er vol trots naar en schudde toen de
Engelschman wakker.
„Ontbijt dokter. Ik hoef niet. Gegeten in
den winkel in het' dorp beneden".
Dick Forsyth rammelde letterlijk van den
honger, zoodat koude rijst en slecht toe
bereid. taai varkensvleesch op dat oogen
blik godenspijs voor hem wax-en; en de land-
wijn, hoewel dun en schraal, verwarmde zijn
bloed. Ofschoon hij de pijn in spiei'en en
gewrichten, tengevolge van de oververmoeid
heid en bovenmatige inspanning duchtig
merkte, voelde hij zich toch, toen hij zijn
maaltijd geëindigd had, een heel ander
mensch.
Ching zag het.
„Opgeknapt, dokter?" grinnikte hij.
„Nou, en of!" was het opgewekte ant
woord.
„Mooi! Nu wij weer slapen, een uur, mis
schien twee. dan vertrekken niet te lang
blijven. Li Weng-Ho's mannen hier mis
schien zoeken".
Meer zei hij niet. Met de merkwaardige
onverstoorbaarheid van zijn ras dook hij op
den steenen vloer ineen en sliep onmiddellijk
in. Forsyth zelf sloot de oogen, maar de
slaap bleek weggevlucht. Zijn gedachten
dwaalden naar Kathleen, die nu ergens op
de schouders van de koelies van den man
darijn in een draagstoel schommelde, een
noodlot tegemoet, waarvoor hij alleen haar
bewaren kon. Een hevige onrust maakte zich
van hem meester; ten laatste stond hij op.
rekte zich uit en liep naar den uitgang van
de holte.
Een oogenblik bleef hij in de opening
staan en keek naar het bosch. De zon scheen
helder en brak in breede plekken door het
bladerscherm. Ergens zong een vogel en
bloemengeur vervulde de lucht. Hij voelde
den moed in zich herleven, terwijl hij daar
zoo stond. Toen ging hij verder naar een
open plek in het bosch, waar hij tegen een
boom geleund het panorama om hem heen
gadesloeg.
Onder hem strekte zich een wijde vlakte
uit, met heuvels naar het Noorden en Wes
ten. In de vlakte, waardoor een riviertje
kronkelde lagen een menigte dorpen, ge
huchten en hofsteden verspreid en tegen de
westelijke heuvels zag hij den glans van
vele vergulde daken, die een aanwijzing
vormden dat daar een belangrijke stad moest
zijn.
,.Pi-Chow", mompelde hij.
In de heldere lucht scheen het heel wat
dichter bij dan in werkelijkheid het geval
was. want ruw geschat was de afstand tot
aan de heuvels waartegen de stad genesteld
lag, minstens vijf en twintig mijl.
Hij realiseerde zich welk een haast-boven-
menschelijke taak hij te vervullen had. Vijf
en twintig mijl in een dicht bevolkte streek
scheidden hem van de Yamen van Li Weng-
Ho in PLChow en als hij Kathleen wilde
bevrijden moest deze afstand onverwijld wor
den afgelegd. Daar zijn ontsnapping bekend
geworden was, hoefde hij er niet aan te
twijfelen, of de bevolking was gewaarschuwd
een oog op hem te houden. De gevaren en
moeilijkheden waren niet te tellen.
Vastbesloten klemde hij de tanden op el
kaar. Hij mocht niet falen en hij zou niet
falen.
Hij wendde het oog af van de goudglan
zende daken van Pi-Chow en nam opmerk
zaam het dichterbij liggende landschap in
oogenschouw. Nog geen halve mijl verwijderd
glinstei-de op een uitlooper van een heuvel
een kleine pagode in het zonlicht en daar
onder lag een groot dorp, waar Ching on-