onontbeerlijk! DE Geld en goud. F. Schoepp over: deflatie of devaluatie? Bij de uitgeversmaatschappij N.V. H. P. "nold te den Haag verscheen van de hand den bekende financieelen deskundige F. V8hoePP het b0€k "Geld en S°ud. hun betee- fJ? en hun vraagstukken". Tn de eerste hoofdstukken worden Jfndeld: het geld als ruilmiddel. Pt papiergeld, de omloop van het geld, het Ln der circulatiebank, het geldbedrijf in ïfiitschland, hoe Duitschland de markt her- tide de productie van goud en zilver, de wis- ikoe'rsen en de waarde van het goud. Als de lezer op deze wijze ingewijd is in deze Ófcerie komt het grootste en belangrijkste nfdstuk: deflatie of devaluatie? Daarin wor 5 n veel belangrijke opmerkingen gemaakt, ®r»Ul veel cijferm: tri "stelling vraagt, Sinds 1929 wordt de geheele wereld door een >is «reteisterd. De schrijver is er van verze il rd dat als er een herstel mocht intreden, dit ■ft'dan uiterst langzaam zal vorderen. „Er ■een algeheele verarming ontstaan, welke ^ïle klassen der maatschappij dwingt zich op pel laCTer levenspeil in te stellen dan vóór de Irisis werd bereikt. Dat vroegere levenspeil was trouwens in velerlei opzichten buitensporig, tprwijl nu nog velen niet willen inzien, dat zij hun eischen onder den drang der noodzaak vullen dienen te wijzigen, hetgeen er toe bij- draagt den duur der crisis te verlengen. Het bovendien de vraag of wij nog wel ooit zul len terugkeeren tot de gunstige omstandig heden, waarin men zich vroeger kon ver heugen." Dan volgen eenige cijfers. Nederland stond er voor de crisis goed voor. ne tonnenmaat van onze schepen steeg van 1946.007 in 1913 tot 4.196.481 in 1930. In 1933 was er al een vermindering ingetre den tot 3.519.561. De staatsschuld daalde van 3160,7 millioen in 1923 tot 2372,2 millioen in 1930, in betrekke lijk weinig jaren dus een vermindering met 788 5 millioen. Maar 28 Februari 1935 was de staatsschuld al weer gestegen tot 3100.2 mil lioen, dus de vermindering was weer bijna te niet gedaan. In de vette jaren hield de staat tezamen 329 millioen over, maar na 1931 kwamen de te korten. In de jaren 1931/1933 was er een te kort van 177 millioen, voor 1934 werd gere kend op een tekort van 114 milioen, terwijl voor 1935 85 millioen is geraamd. De regee ring heeft nu voorstellen aangekondigd (die inmiddels verschenen zijn red. H. D.) om dit tekort weg te werken. Het totaal der belaste vermogens was op 1 Mei 1929 15.666 millioen, op 1 Mei 1933 slechts 11.473 millioen, zoodat de crisis toen reeds 4191 millioen of bijna 27 pet. van het vermo gen had afgenomen. Sedert 1929 daalde zoo goed als alles in waarde: huizen, landerijen, aandeelen, enz. Bij het inkomen der belastingplichtigen is de val nog grooter geweest dan bij hun vermo gen. In 1930/1931 was het 4367 millioen, ter wijl het in 1933/1934 al gezakt was tot 3157 millioen, een daling dus met bijna 28 pet. De waarde van den invoer daalde van 1929 tot 1934 met ruim 62 pet., die van den uitvoer met ruim 64 pet. „De toestand in den binnenlandschen han del, landbouw en nijverheid en scheepvaart is bedroevend, de buitenlandsche handel zakt steeds verder in, wij hebben een leger werk- loozen (400.000) en de spoorwegen leveren aanzienlijke tekorten op. Wij moeten er ons voor hoeden dat de neergang uit zou loopen op ondergang." Verder merkt deschrijver op: „Het is niet gemakkelijk de vraag te beantwoorden of het de landen, die den gouden standaard prijs gaven, beter is vergaan dan hier, en zoo ja of zulks aan die loslating was te danken." Herinenrd wordt aan de aanvallen die de gulden heeft moeten doorstaan, waarna aan gegeven wordt wat gedaan is om die af te slaan. Nu de toestand in ons land onbevredigend is, valt het, volgens den schrijver, niet te ver wonderen, dat de hierdoor ontstane ontevre denheid den bodem rijp gemaakt heeft voor een beweging welke de regeering naar devalua tie wil drijven. „Er zijn twee kampen: de her vormers, die de devaluatie-vaan hebben op gestoken, de regeering en de Nederlandsche Bank, welke zich daartegen ten sterkste kan ten en den deflatieweg willen bewandelen. Met deflatie is bedoeld het herstel van het ver broken evenwicht tusschen opbrengst- en kostenden prijs der goederen (o.a. langs den weg van verdere verlaging der loonen en sala rissen) ten einde het bedrijfsleven opnieuw rendabel te maken en dit daardoor in staat te stellen op de buitenlandsche markt te concur- reeren, voorts om ook op die wijze de budge- taire uitgaven tot een bereikbaar peil terug te brengen. Met devaluatie wordt bedoeld, zoo als in België is gebeurd, den goudinhoud van het tientje zeg bijv. met 25 pet. te vermin deren,'en in plaats van 6.048 gram fijn goud, zooals nu, daarvoor 4.536 gram vast te stellen." Prof. Polak, de voorzitter der „Vereeniging voor waardevast geld" berekende in Nov. 1933, dat bij een devaluatie met 25 pet. de kosten van het levensonderhoud met 6 a 7 pet. zou den stijgen. Van andere zijde wordt dit per centage evenwel te laag geacht. „Wat verwachten nu de voorstanders der devaluatie van haar? Zij rekenen er op, dat bij een matig percentage daarvan (zij 25 pet.) de loonstandaard nagenoeg onveranderd zal kunnen blijven, terwijl daarentegen allen die goederen exporteeren een vrij wat grooter be drag in -guldens zullen ontvangen dan thans. Het ligt overigens voor de hand, dat zij die goederen tot lager prijzen moeten aanbieden, om langs dien weg uitbreiding van hun export te verkrijgen. Hun winst op den export zal zeker met 25 pet. stijgen, en dan heeft men nog het cardinale punt, of het buitenland dien meerderen export met open armen zal ontvangen. Gegeven de contingenteeringen, verboden van invoer en allerlei andere han delsbelemmeringen, welke de verschillende landen tegenwoordig algemeen ten opzichte van elkaar als wapen hanteeren, is er alle re den om zich daarvan vooral niet veel voor te stellen." „Een feit is overigens, dat de devaluatie in velerlei opzichten onrechtvaardigheid schept. Het is o.a. een bevoorrechting van den debi teur ten koste van den crediteur." „Men moge ook wel bedenken, dat geen enkel land ter wereld den gouden standaard heeft veriaën of zijn munt gedevalueerd, anders dan uit hoofde van dringende noodzaak. Het een en ander is een gedeeltelijke bankwet, waar voor een eerlijk koopman niet is te vinden, zoolang de onvermijdelijkheid daarvan niet is gebleken. Wil men echter de tolle waarde van den gulden op den duur blijven handhaven, dan is een der eerste vereischten daarvoor het bud get in evenwicht te brengen." Deschrijver betoogt, dat ook de gemeenten daarin betrokken moeten worden. Hij meent dat de toestand bij de gemeenten nog veel slechter is dan bij het rijk. De heer Schoeppe eindigt: „Overigens moeten wij hier niet bij de pak ken gaan neerzitten, maar om te beginnen ons eigen huis meer bewoonbaar maken, daar mede niet verder gaande dan onze middelen toelaten. Dit zal offers en inkrimping vergen, Voor de schoonmaak: VRIJDAG 3 MEI 1935 ARROND. RECHTBANK. Jongen doodgereden in Santpoort. zijnde den prijs voor het feit, dat allen jaren lang op veel te grooten voet hebben geleefd: de staat, de gemeenten en de particulieren, wal niet vol te houden is. Wij moeten ons inspan nen om mede te werken aan stabilisatie der .zwevende" valuta's en aan opheffing der handelsbelemmeringen, deze groote euvelen der geheele wereld. Wij d.i. de gemeenschap in al haar geledingen dienen voort te gaan met „Luctor", om weer tot „Emergo" te ge raken. E.Ostermanrt&C° 's Handel-AA'i N.V.-Amsterdam-FabrieKente Jutphaas bij Utrecht (Adv. Ingez. Med.) Officier vraagt vrijspraak. TENTOONSTELLING IN DE LAKENHAL TE LEIDEN Het is wellicht niet van algemeene bekend heid dat de tentoonstelling, in het Stedelijk Museum „de Lakenhal" naar aanleiding van het te Leiden gehouden 35ste Nederlandsch Natuur- en Geneeskundig Congres bijeenge bracht, tot en met Zondag 12 Mei a.s. geopend blijft. Het twee expositiezalen innemend geheel, dat door de welwillende medewerking van ve len is bijeengebracht, bevat allereerst een kleine, maar uitgezochte verzameling hand schriften, meest brieven van en aan beroem de natuuronderzoekers: Leeuwenhoek aan The Royal Society, Boerhaave aan Ruysch, Leidnit aan d'Ausson, J. van den Vondel aan C. Huy- gens. enz. Verder een zeer uitvoerige verza meling gegraveerde, geteekende of geschilder de portretten van Leidsche hoogleeraren, waaronder de zeldzaam groote collectie, op Boerhaave betrekking hebbende, en tenslotte een aantal geografische kaarten van het oude Holland, diverse platte gronden van Leiden in achtereenvolgende phasen van de ontwikke ling der stad, alsmede prenten, die op de be oefening der Natuurwetenschappen in het algemeen, zoowel als te Leiden betrekking hebben. Ter bevordering van den afzet van druiven. Ongegist druivensap van accijns vrijgesteld. Wetsontwerp bij de Kamer ingediend. Bij de Tweede Kamer is een wetsontwerp ingediend, dat de strekking heeft, om uit druiven vervaardigde ongegiste dranken van wijnaccijns vrij te stellen. De omstandigheid, dat in de laatste jaren de uitvoer van druiven belangrijk is terug, geloopen, is oorzaak dat men pogingen in het werk stelt om den binnenlandschen afzet van druiven te bevorderen o.m. door uit druiven ongegisten druivenmost te vervaardigen en dezen als verfrisschenden drank in den handel te brengen. In het laboratorium voor tuinbouw-plantenteelt te Wageningen zijn reeds proeven genomen, welke een gunstigen uitslag hebben opgeleverd. Tot dusver is de bereiding van een zoo- danigen drank echter niet loonend, omdat de wijnaccijns, waaraan ook ongegiste af treksels van druiven zijn onderworpen, een beletsel vormt om den drank tegen een zoo- danigen prijs aan te bieden, dat hij behoor lijk kan concurreer en tegen limonades andere uit onbelaste vruchtensappen ver vaardigde dranken. om dit beletsel weg te nemen. De ongegiste druivenmost is met wijnaccijns belast, omdat uit dezen most wijn kan worden vervaar digd. Indien nu voldoende voorwaarden worden gesteld, waardoor de mogelijkheid om uit den most wijn te vervaardigen, wordt weggeno men, acht de minister geen bezwaar aan wezig om het ongegiste druivensap vrij te stellen van accijns. Men maakt het op deze wijze mogelijk, dat een gezonde alcoholvrije drank tegen een niet te hoogen prijs beschik, baar kan worden gesteld, terwijl tevens ver ruiming van het afzetgebied van druiven wordt verkregen. Ernstig ongeval bij het lossen van een schip. Een doode en een gewonde. Donderdagavond was men aan boord van het Rijnschip „Mannheim 210", liggende in de Maashaven te Rotterdam, bezig zware balken te laden uit het naastliggende s.s. „Portland" Bij een der hijschen is een ketting gebroken, waardoor een aantal balken omlaag stortten. De balk trof den 64-jarigen Duitscher H. Wel ker, die aan boord van het Rijnschip Mann heim 210 woont, op het hoofd. De man viel te water. Hij werd met groote moeite gered en is zwaar gewond naar het ziekenhuis aan den Coolsingel gebracht, alwaar hij kort na aan komst overleed. Een andere balk trof den 50-jarigen P. de Zwart, een havenarbeider, op het lichaam. In den avond omstreeks 7 uur van 21 De cember 1934 is op den Stationsweg te Velsen jongen v. d. S. door een auto aangereden gedood. De 20 jarige chauffeur, student uit Santpoort, stond Donderdagmiddag terecht voor de rechtbank alhier wegens het veroor zaken van dood door schuld. Een getuige heeft een handkar gezien, door twee jongens voortgeduwd. Verdachte ver klaart echter, dal slechts één jongetje achter den wagen liep. terwijl het andere jongetje naast de kar op den berm liep. Een 40 M. vóór de plek van het ongeluk passeerde de auto van verd. een andere auto uit de andere rich ting komende, en het viel verd. op. dat de eer- te wagen zoo veel rechts bleef rijden. Er hing nogal mist; het ongeluk had plaats op on geveer 10 meter van de straatlantaarn aan de overzijde van den weg. Over de reflectoren van die lantaarns was men niet erg te spreken, omdat veel licht verloren gaat voor den weg. De gedimde lichten van de auto waren de fect, de kleine en groote niet. Een getuige kreeg den indruk, dat verdachte niets op den weg gezien heeft en pas stopte, toen hij de aanrijding gehad had. Verd. zei de stadslampen opgestoken te hebben vanwege de tegenliggers. Pas op het allerlaatste oogenblik heeft hij de handkar gezien. Pres „Alle omstandigheden, slecht weer, slechte straatverlichting, defecte autolam pen. hadden tot de grootste voorzichtigheid moeten aanmanen!" Een getuige zei. dat het rechterwiel van de handkar ongeveer een meter van den rech te rberm af was. De weg is 7 meter breed. Luitenant van Hulst heeft proeven ge nomen op den weg ter plaatse, waar een bak fiets met ondeugdelijke reflector vóór de auto reed. De bakfiets was zichtbaar onder alle straatlantaarns, doch was daar tusschen in volkomen onzichtbaar. De Officier achtte het veel beter dat de straatverlichting ter plaatse niet aanwe zig was dan wel. omdat ze hinderlijk is. Er zijn zooveel dubia aanwezig, dat spr. niet van schuld kan spreken en hij vroeg vrij spraak. Voor een gevolg van een dergelijke bedrie- eelijke verlichting, aldus de verdediger, mr. T. A. M, A. v. LÖben Seis, kan men een ander niet aansprakelijk stellen. Hij betoogde op verschillende gronden, dat hier geen veroor deeling kon volgen. Uitspraak op 16 Mei Wilde autobusdienst In hooger beroep stonden twee mannen ui* St. Annaparochie terecht waarvan een door den kantonrechter veroordeeld was tot eer bote van f 100, en de ander vrijgesprokenZr hebben een autobusdienst onderhouden op 29 September 1934 van Leeuwarden naar Rotter dam en terug' over den afsluitdijk, Alkmaar, Velsen, Haai'lem enz. zonder vergunning van Gedeputeerde Staten. De verbaliseerende agent verklaarde, dat meermalen proces-verbaal is opgemaakt te gen verdachten, welke processen-verbaal bij deze zaak gevoegd zijn. Verdachten spraken over de Friesche Reis- vereeniging, die wagens bij hen kwam huren voor een bepaalden rit met een chauffeur. Men gaf den dag te voren op. welke wagen noodig was voor den volgenden dag. De wagens werden niet verhuurd voor bepaalden tijd, bijv. een maand of zoo. De chauffeur kreeg dan 's morgens opdracht naar Leeuwarden te rijden om vandaar pas sagiers naar Rotterdam bijv. te brengen. Hij reed ook wel naar Nijmegen, Enschede, e.d. De Koninklijke goedkeuring op de statuten is geweigerd, omdat de minister denkt, dat deze vereeniging de wet ontduikt President: „Dat denk ik ook!" De chauffeurs mochten niemand meene men, die geen lid was, doch men kon een dag vóór de rit lid worden en moest zich vier-en- twintig uur van te voren laten inschrijven. Bij de 3000 leden bevinden zich, aldus de se cretaris, ongeveer 300 politieagenten, inspec teurs van politie en een raadsheer van het gerechtshof. De bussen worden ook bij an dere ondernemers gehuurd. De Officier vroeg bevestiging van het von nis van den kantonrechter dat z.i. volkomen terecht gewezen is. Er is niets nieuws aan het licht gekomen nadien. De verdediger, mr. N. J. Polak, zei, dat het ongeluk van deze vereeniging is geweest, dat velen haar nagevolgd hebben voor wetsont duiking. Maar deze vereeniging is inderdaad als reisvereeniging opgericht en ze voldoet aan de behoefte. Het betreft hier geen open baar vervoer, en een bedoeling om de wet te ontduiken heeft bij deze vereeniging niet voorgezeten. Hij drong aan op vrijspraak. Uitspraak op 16 Mei. ERNSTIGE AANRIJDING Or DE JULIANAKADE Een 30-jarig IJmuidenaar heeft voor de rechtbank in Haarlem terechtgestaan wegens het veroorzaken van een ernstige aanrijding op de Julianakade, waarbij een 35jarige kap per, die op een motor reed een dubbele been breuk heeft opgeloopen De officier eischte een boete van f 50 subs. 25 dagen. De rechtbank veroordeelde verdachte overeenkomstig den eisch. Er is, meent minister Oud, in de Memorie Met een gebroken arm is hij naar het zieken- van Toelichting op dit ontwerp, aanleiding huis vervoerd en daar behandeld. „Waarom zoo droevig, ouwe jongen". „Ik heb gisteren ex blauwtje geloopen". „Kom, kom; er zijn er meer". „Ja. natuurlijk, maar het spijt me toch voor het arme kind".

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1935 | | pagina 5