REIZEN PER AUTO.
VR Ijr» A 'G 17 M EI 1935
EEN ELEGANTE NAMIDDAG-JAPON....
Wordt niet meer alleen van effen pastel-
kleurige stoffen gemaakt, maar daarnaast
heel veel bonte, bedrukte stoffen en dikwijls
ook een combinatie van beide, zooals bij het
model links op onze afbeelding. De rok en het
bolero-jasje zijn van een zandkleurige crêpe.
De blouse is van een bedrukte zijden stof van
dezelfde kleur als de rok, bedrukt met bruine
soppen.
De rok is heel eenvoudig, van onderen
eenigszins klokkend.
Het jasje heeft aangeknipte mouwen, die aan
den onderkant iets wijder uitloopen en waar
de ruime mouwen van de blouse nog even on
deruit komen. De blouse heeft een aardig
hoog kraagje en een vlotte jabot.
Het middelste japonnetje van bedrukte zijde
heeft een gewone rok met een heel apart
lijfje. Het heeft een aardig, hoog kraagje en
witte manchetjes aan de korte raglanmouw-
tjes.
Het lichtere, met bonte kleuren bedrukte
japonnetje heeft geen garneering noodig. Het
heeft een kleine pas met heel bijzondere, aan
geknipte mouwtjes. Aan de hals twee aange
knipte slippen, die door elkander gehaald
worden.
LAAT UW KINDEREN REEDS
VROEG LEEREN ZWEMMEN.
Zwemmen is een buitengewoon nuttige
sport. Iedere vader of moeder moest de kin
deren reeds vroeg in de gelegenheid stellen om
goed te leeren zwemmen. De beste leeftijd om
daarmede te beginnen is ongeveer 8 jaar.
Reeds eerder met het kind in het water te
gaan is niet aanbevelenswaardig. Daarbij moet
men de kinderen langzaam aan het koude wa
ter laten gewennen en de eerste keer niet te
lang m het water blijven. In de eerste plaats
dient men er zich van te voren van te over
tuigen, dat de temperatuur van de lucht
warm is. Niet alleen de warmte van het water
komt in aanmerking; de koude lucht en niet
het koude water, vormt het grootste gevaar
voor kouvatten, longontsteking, enz. De zwem-
sport verdient echter de voorkeur boven alle
andere sporten. Door het zwemmen worden
namelijk alle spieren in ons lichaam gelijk
tijdig m het werk gesteld. Door de regelma
tigheid van den zwemslag wordt tevens een
geregelde ademhaling ten zeerste bevorderd,
een eerste behoefte voor hart en longen!
Iedere andere sport leidt maar al te snel tot
overdrijving; voornamelijk wel bij het hard-
loopen en de voetbalsport. Hierbij worden al
leen bepaalde spierbundels geoefend, terwijl
andere spieren geheel werkloos moeten blij
ven. Bij het zwemmen is dit juist omgekeerd.
Een groot voordeel van de zwemsport is ook,
dat het lichaam geheel wordt blootgesteld aan
de gezonde inwerking van lucht, licht, zon en
water.
Een eerste vereisehte voor goed zwemonder-
richt is een leeraar, welke voor zijn taak be
rekend is. Hij moet weten, op welke wijze hij
het vertrouwen van de kinderen kan winnen.
De eerste zwempogingen zijn van groote be-
teekenis voor het verdere beoefenen van deze
sport. Toont het kind angst om languit in het
water te gaan liggen, hoewel het aan de zoo
genaamde „hengel" met het hoofd boven het
water wordt gehouden, dan moet men niet
blijven aandringen, maar het is aanbevelens
waardig, dat een van de beide ouders het eer
ste zwemonderricht persoonlijk bijwoont. Dit
geeft het kind een gevoel van veiligheid.
Kinderen, waarvan de spieren door het re
gelmatig zwemmen zijn gestaald, zijn veel
minder bevattelijk voor allerlei ziekten, dan
kinderen, die steeds bij moeder's pappot blij
ven zitten. Er is zeer zeker een zekere wils
kracht bij de moeder voor noodig om te be
sluiten haar kinderen reeds zoo jong te laten
zwemmen en in het koude water te laten
gaan, maar het kan haar een troost zijn te
weten, dat de beoefening van deze gezonde en
nuttige sport een groot voordeel vormt voor
het latere leven van haar spruiten.
HET MANTELPAK IS NOC
ALTIJD MODERN.
Niet elke vrouw kan de driekwartlange
wijde mantel, de z.g. swagger dragen. Men
moet een figuur hebben dat ervoor geschikt is
en kan niet te kort of te dik zijn. Daardoor
zal dan ook het mantelpak voorloopig nog
niet uit de mode gaan.
Onze afbeelding toont twee flatteuze man
telpakjes met bijpassende blouses.
VOOR DE THEE.
Opgerolde kruidenkoekjes.
1 eetlepel stroop, 60 gram margarine, 90
gr bloem, 125 gr. basterdsuiker, 1 theelepel
brandewijn (desverkiezende), 1 afgestreken
eetlepel gemalen kaneel, 1 afgestreken eet
lepel gemberpoeder, mespunt zout en nagel-
gruis.
De bloem, zout en kruiden worden in een
kom gezeefd De stroop en boter worden ge
smolten, doch niet te warm gemaakt en de
suiker erin opgelost, daarna de gezeefde in
grediënten toegevoegd evenals de brande
wijn, die men desverkiezende kan weglaten,
en van alles tezamen een stevigen bal ge
vormd, die wij 2 a 3 uur op een koele plaats
zetten. Het deeg wordt daarna in 12 porties
gedeeld en elk daarvan met den binnenkant
van de handen tot balletjes gerold, die met
de met bloem bestrooide deegrol op een be
bloemde plank tot zeer dunne ronde deeg-
plakken worden uitgerold Al naar gelang
van de grootte van het bakblik worden
er telkens 3 of 4 of meer van deze ronde
plakken op het beboterde blik gelegd en ge
durende 10 minuten in een niet te warme
oven gebakken, 't Blik wordt uit den oven ge
nomen en zoodra als de koekjes iets steviger
worden, na 2 of 3 minuten worden zij stuk
voor stuk zoo losjes mogelijk om het rechte
deel van een houten lepel gerold Men kan
deze rolletjes desgewenscht met geslagen
room vullen.
(Nadruk verboden).
Links een costuum van beige wol met bruine
leeren knoopen. De rok is iets klokkend, maar
tamelijk nauw. Het jasje, met een aan den
voorkant iets breeder uitloopende kraag, kan
zoowel open als gesloten gedragen worden. On
der de taille is het vierkant uitgesneden, wat
heel apart staat. Er wordt een beige-bruin
geruite blouse bij gedragen van een vest-ach-
tig model met in de taille twee kleine, vlotte
zakjes. Het modelletje heeft heel nauwslui
tende mouwen en een kraagje met aangeknipte
revers.. Als sluiting een rij beige of bruine
knoopen.
Voor het costuum rechts is een zwarte wol
len fantasiestof gebruikt. Het is heel ge
kleed en maakt zeer slank. De raglan mouwen
zijn aan den bovenarm ruim en gedrapeerd; de
strakke ondermouw loopt bij de elleboog pun
tig toe. Het jasje heeft een bijzonder mooie
kraag en een eenigszins klokkend schootje.
Opzij een onzichtbare sluiting. De rok is iets
klokkend.
Heel apart is de erbij behoorende koraal
roode blouse van zijden crêpe. Deze laat bo
ven aan de vierkant ingezette mouwen een
klein stukje van de huid zien. De blouse is
aan de taille heel nauwsluitend en heeft op
den rug een strik.
organen van de tong, het tandvleesch en het
gehemelte. Eveneens kunnen we de tempera
tuur van de spijzen vaststellen met behulp
van den temperatuurzin.
De voornaamste eigenschappen van spijten
en dranken zijn echter hun geuren. Wat wil
bij het vleescli, den wijn, de thee, het fruit
en de kaas als smaak waardeeren, nemen we
niet waar door den smaakzin maar door den
neus.
De meeste voedingsmiddelen bezitten name
lijk heelemaal geen smaak, maar ook geen
geur. Daarom voegt men er allerlei kruiden
aan toe.
Een griespudding zou bijvoorbeeld heelemaal
geen smaak bezitten, als men hem zonder sui
ker en vanille bereidde. De beste wijn zou geen
genot zijn. als men hem net als water gins
drinken. De kenner slurpt hem daarom heel
langzaam om zijn reukzenuwen van den heer
lijken geur te laten genieten. Pure alcohol be
zit heelemaal geen smaak; hij brandt slechts,
door de zenuwen van den temperatuurzin te
prikkelen, net als peper, mosterd en vele an
dere kruiden, die echter in tegenstelling met
den alcohol ook nog op den reukzin inwer
ken. Bij likeuren proeven we slechts de in
grediënten, die zoet of bitter zijn en die
bovendien de verschillende geuren veroorza
ken. Wijn en appelwijn smaken slechts zuur.
Bier smaakt slechts bitter enz. Want er zijn
slechts vijf echte smaken, namelijk zuur, al
kalisch of zeepachtig, zoet. bitter en zout.
Voor elk van deze smaken hebben we bij
zondere zenuwen, die haar bepaalde plaats in
den mond hebben. De zenuwen, waarmee wc
het zoete waarnemen, eindigen in de punt van
den tong, die voor het zure op de kanten en
die voor het bittere aan het achterste einde
van den tongwortel.
Daarom behoeven we iets zoets slechts met
de punt van den tong aan te raken om het te
proeven en het is niet noodig dat we het slik
ken, terwijl iets bitters pas dan wordt geproefd
als het het achterste gedeelte van den tong
heeft bereikt. Als men bijvoorbeeld kinine
moet slikken, dat zeer bitter is, gelooft men in
het begin dat ze heelemaal niet zoo onaan
genaam smaakt, tot ten slotte het „bittere
einde'1, in de meest letterlijke beteekenis van
het woord, volgt.
Raakt men de punt van den tong met een
jlazen staafje aan, dan ontstaat daardoor een
zoete smaak, terwijl men aan den tongwortel
met hetzelfde staafje een bitteren smaak kan
doen ontstaan. Ook de andere smaakzenuwen
kan men door toepassing van dergelijke
methoden prikkelen, terwijl wij de andere
eigenschappon van onze spijzen echter slechts
door den neus kunnen waarnemen.
M. H. J.
MEN „SMAAKT" MET DEN NEUS.
De menschen overschatten in het algemeen
de eigenschappen van hun -smaakzin; want
wat wij bij den appel bijvoorbeeld zijn smaak
noemen, is zijn geur, die tijdens het eten van
den mond naar den neus opstijgt en daar
door den reukzin wordt waargenomen.
Om te bewijzen, dat dit inderdaad zoo is,
kan iedereen eens de volgende aardige proef
nemen. Men laat zich, nadat men zijn oogen
verbonden heeft, een bordje geschilde aardap
pelen, in dunne schijfjes gesneden, toedienen
en op een ander bordje schijfjes van een appel,
die niet zoet moet zijn. Als men nu met de
hand zijn neus stevig dicht houdt, kan men
geen verschil vaststellen tusschen den appel
en den aardappel.
Iets dergelijks kunnen wij ook soms bij ster
ke verkoudheid waarnemen. Ook dan komt de
geur van de spijzen niet in aanraking met de
reukzenuwen en we zouden heelmaal niet in
staat zijn, een verschil vast te stellen tusschen
den smaak van de verschillende spijzen, wan
neer deze niet nog andere eigenschappen beza
ten, die wij door andere zintuigen kunnen
waarnemen. Zoo kunnen wij bijvoorbeeld haar
vastheid waarnemen met behulp van de tast-
MODERN HANDWERK.
Handwerken ik geloof wel, dat de mees
te vrouwen er van houden. Niet van het in
gewikkelde fijne werk, dat massa's tijd en in
spanning kost maar van die gezellige prac-
tische dingen, die zoo eens even in een vrij
oogenblikje opgenomen worden en waar we
niet al onze aandacht voor noodig hebben.
Borduurwerk op stramien en breiwerk, zoo
als vesten en jumpers zijn echt van die werk
jes om onze vrije uurtjes prettig te vullen.
Onze afbeelding geeft eenige aardige
voorbeelden.
wordt de tijd precies uitgestippeld, waarna
het gezin inderdaad maar een half uur later
dan de raming aangaf, in A. aankomt, welk
oponthoud te wijten is aan een lekken band.
En ze kijken elkaar voldaan aan, het is
gelukt.
Maar wat hebben ze allemaal gemist onder
weg!
Geen enkele bezienswaardigheid hebben ze
kunnen bezoeken; geen enkel typisch oud
stadje hebben zij anders gezien dan uit de
verte. Via de buitenwijken, waardoorheen
tegenwoordig alle snelverkeer geleid wordt:
geen vergezicht heeft meer dan hun zeer
vluchtige bewondering gehad; geen enkel
mooi plekje heeft hun tot uitstappen kunnen
verleiden, het doel moest en zou bereikt
worden.
Terwijl zij straks, op hun bestemming aan
geland ,zich niets moois zullen laten ont
gaan, en zich echte natuur- en kunstliefheb
bers zullen voelen, zijn zij oneindig veel aan
trekkelijks voorbij gesnord, zonder er aan
dacht aan te schenken.
Hadden zij daarentegen een dag langer over
hun tocht gedaan, dan hadden zij kunnen
genieten van alles wat ook zelfs een schijn
baar onaanzienlijke streek aan schoonheid
biedt.
„O, daar komen we later nog weieens."
wordt er soms beweerd, maar wie zegt dat dit
spoedig of zelfs heelemaal nog wel gebeuren
zal. Het volgend jaar gaat de reis vermoede
lijk weer ergens anders heen, en daar boven
dien de streek die toen zoo snel werd ver
laten. op zichzelf geen bijzondere aantrekke
lijkheden biedt, zal men er niet toe komen
om er extra heen te gaan. En toch is er op
een doorreis nog altijd genoeg te bewonderen,
mits men er zich tijd voor gunt.
Er zijn wandel-enthousiasten die met ge
ringschatting spreken over de liefhebbers van
autoreizen; volgens hen zien zij alles veel te
vluchtig, neen, dan wandelen, dat doet je pas
goed genieten.
Deze redeneering gaat niet op voor zoover
het de geringschatting betreft; zeker, een
autoreis verschaft veel vluchtiger indrukken
dan een wandeltocht, maar daartegenover
staat dat de eerste veel méér en daardoor
een heel wat grooter landschapsbeeld geeft.
Dit kan echter alleen, wanneer dc afstanden
niet in top-tempo, zonder een enkele maal te
pauzeeren, worden afgelegd.
Eigenlijk komt zoo'n tocht alleen voldoende
tot zijn recht, wanneer in groote trekken een
route wordt vastgelegd, echter zóó dat er ge
makkelijk van kan worden afgeweken, zoodat
het er niet toe doet of er nu in de eene of in
de andere plaats overnacht wordt.
Heelemaal zonder plan reizen valt nog wei
eens tegen, omdat men dan met een auto
allicht de kans loopt op slechte en onberijd
bare wegen te geraken, om dan toch nog veel
van het moois te missen.
Tenslotte nog een enkel woord over dat ge
zegde: het eerste deel gaat door ons eigen
land, dat kennen we, dus daar rijden we zoo
gauw mogelijk doorheen.
Is het waar, dat de meeste automobilisten
hun eigen land kennen? Is het niet alleen,
dat zij over de groote verkeerswegen gejak
kerd hebben, en nu meenen dat zij er alles
van afweten?
De wegen in ons land zijn tegenwoordig
uitstekend, maar niet alleen de hoofdwegen,
ook de zijwegen en dc kleine weggetjes zijn
voor het meerendeel best berijdbaar, terwijl
er aantrekkelijke schoonheden in verborgen
liggen, die den automobilist op den hoofdweg
ontgaan.
En willen wij enthousiast doen over de
schoonheden van het buitenland, dan moeten
wii toch zeker eenigszins weten, op welke
natuurtafereelen of bezienswaardigheden ons
eigen land kan bogen.
JE. E. J.—P.
Het vest, dat ook in den zomer goede dien
sten kan bewijzen, wordt gebreid van grijs
witte gemêleerde wol; de randen zijn groen,
evenals de punten op de zakjes. Het vest
wordt gebreid in ribbels, 1 recht, 1 averecht.
Patroon verkrijgbaar bij de redacuie van
dit blad.
De groote tasch, die 26 c.M. hoog en 31,5
e.M. breed is, is gemaakt van raffia. Op grof
stramien (2 draden op 1 c.M.) borduren we de
blokjes volgens het telpatroon van naturel-
en roode raffia. Deze band, die 31 c.M. lang en
48 c.M. hoog is, wordt met spanstexen, die
vlak naast elkaar liggen en ongeveer 1/2
c.M. gi-oot zijn, op een dubbele lap bruine raf-
fia-stof van 31,5 c.M. breed en 62 c.M. lang
gezet. Bij het omsteken van de randen zet
men meteen de zijstukken vast, die van ctue-
bele raffia gemaakt zijn. Ze zijn boven 16
c.M. en onder 10 c.M. breed en 21 c.M. hoog.
Vervolgens wordt er in cien bodem een 5 c.M.
diepe plooie geperst. Tot slot wordt er een
bamboe-beugel aangezet en hieraan een 50
c.M. lang hengsel, dat gevlochten wordt van 7
draden raffia.
Het gezin zal per auto op reis gaan, en om
dat er een einddoel is dat men zich gesteld
heeft, en men daar eenigen tijd wil blijven,
wordt de reisroute van tevoren nauwkeurig
overwogen en besproken.
„Het eerste deel gaat door ons eigen land,
dat kennen we, dus daar rijden we zoo gauw
mogelijk doorheen.
„Dan komt een groot deel door een on
bekende streek, maar het moet daar niet zoo
heel erg mooi zijn, dus ook daar kunnen we
flink opschieten.
„Daarna komt er een 100 K.M. natuur
schoon, waarna we al in de stad A. kunnen
zijn, en we dus al 550 K.M. hebben afgelegd.
Den volgenden dag is het dan nog maar 450
K.M. naar ons einddoel, dus we kunnen het
gemakkelijk in twee dagen doen."
Zoo oppert een van het gezelschap, en over
dat eerste eind door ons eigen Tand zijn zij
het allemaal roerend eens, dat kennen zij, dat
kan dus afgejakkerd worden.
Maar over het tweede stuk oppert iemand
schuchter, dat er in diezelfde richting een
andere weg loopt, die veel rijker is aan
natuurschoon, maar ja, dat beteekent een
omweg van 100- K.M.
„Hoe moeten we dan dien dag nog in A.
komen?" wordt er gevraagd: „nee, dat gaat
niet, dat kost te veel tijd- Bovendien rijden
we het laatste eind ook door een mooi land
schap" maar in zijn hart weet iedereen,
dat men na een afstand van 450 K.M. zóó
„kijkens moe" is dat die laatste étappe af
gelegd zal worden in een stemming van:
waren we er maar vast, wat nu niet be
paald bevorderlijk is voor het genieten van
natuurschoon.
De tocht wordt dus per kortste route onder-
nomen, en omdat elke minuut kostbaar Is,
SINAASAPPELSCHOTELTJE.
3 sappige sinaasappels, 60 gram bloem. 2
eieren, 25 gram suiker (poeder), 1 pakje va
nillesuiker, 21/2 d.L. witte wijn, 100 gram
colombijn biscuits.
We beginnen de sinaasappelen uit te per
sen en het sap te zeven, daarna de dooiers
met een deel van de suiker te kloppen en
voegen het sap, de wijn en vanille-suiker bij.
We doen de bloem in een steelpannetje en
voegen scheutje bij scheutje van de vloeistof
bij, roeren echter heel goed, op dat we geen
klontjes in het papje krijgen en mengen het
tenslotte, met de rest van de suiker zéér stijf
geklopte eiwit door de overige ingrediënten.
Een vuurvast schoteltje is ingevet en be
legd met de zachte biscuits, waarover het
geklopte mengsel wordt gegoten en in den
oven geplaatst om een stevige massa te wor
den In den beginne doen we goed een deksel
of bord over het schoteltje te leggen, opdat
de bovenkant niet te donker wordt. Koud ge
worden kan de crème naar verkiezing ge
stort worden of in den schotel opgediend.
VERKOUDHEID.
Indien men gekriebel in de neusholte
voelt, is dit veelal een waarschuwend teeken,
dat men verkouden zal worden, en moet men
onmiddellijk beginnen om te gorgelen met een
lauw-warme zoutoplossing. Een afgestreken
theelepel op één glas water is voldoende. Ver
kouden menschen moeten liefst papieren zak
doeken gebruiken, die bijna bij alle drogisten
te koop zijn. Gebruikt men de gewone linnen
of katoenen zakdoeken, dan worden deze niet
bij het vuile waschgoed gedaan, doch in een
emmer zout water en later opgekookt. Indien
men niet voorzichtig is met de gebruikte zak
doeken, dan heeft het geheele gezin kans ver
kouden te worden. Niezen moet niet maar in
het wilde weg gebeuren, evenmin als hoesten,
doch steeds met een zakdoek voor neus of
mond. Wellicht lijkt deze laatste waarschu
wing overbodig, doch helaas, zondigen veien
hiertegen en ziet men maar al te vaak hoes
tende en proestende menschen, die zich niet
om hun omgeving bekommeren. Het is even
eens verkeerd van verkouden menschen om
naar schouwburg, cinema enz. te gaan, waar
door het aantal slachtoffers steeds grooter
wordt.
De bovenste jumper wordt gebreid van
muisgrijze zijde in een bijzonder aardige
steek. Voor in de hals een splitje, dat met vier
knoopjes gesloten wordt Er wordt een een
voudig wit kraagje opgedragen en een cein
tuurtje met een groote gesp.
De andere pullover is gebreid van heel
dunne wit- en geel gemêleerde wol De pas en
de mouwtjes zijn in een gaatjespatroon ge
breid, waardoor het geheel een bijzonder
luchtigen en zomerschen indruk maakt. Het
haagje en de ceintuur die er bij gedragen
worden zijn wit
De brei-patronen van deze modellen zijn
verkrijgbaar bij de redactie van dit blad.
KEU KEN WEN KEN.
Zeepwater heeft groote waarde in den tuin
om het b.v. voor het begieten van heesters te
gebruiken; vooral ook rozen, waarop luis zit,
*an men ermede besproeien. Men gooit het na
gebruik dus niet in den gootsteen of zinkput,
doch benut het.
Roestig geworden schaatsen worden met pe
troleum ingewreven, die men er eenige dagen
rn laat trekken, daarna verwijdert men de
roest met grof zout of schuurpapier en vet
de ijzeren deelen in met vaseline of spek-
zwoerd.
Overgehouden eiwit kan gebruikt worden
vla of pudding luchtiger te maken,
ZELFS IN DEN ZOMER....
dragen we jumpers. Vroeger meende
men, dat ze alleen maar voor den winter
geschikt warén doch de tegenwoordige mo
dellen van zijde of heel dunne wol met korte
mouwen zijn juist in de zomer een bijzonder
prettige dracht.