UIT HET BUITENLAND
MAGGI3
Spoorwegramp
Engeland.
in
SOEPTABLETTEN
THIJS IJS EN DE VERLOREN SLEUTEL
MAS N D A" G 17 JUNI 1935
De Japansche opmarsch In China. 40.000 Japanners
staan bij de provincie Hopei gereed. Incident van Tsjahar
bijgelegd. De toestand in Mandsjoekwo.
China.
De Japansche opmarsch.
Bij de onderhandelingen der vertegenwoor
digers van den gouverneur van Tsjahar met
de Japanners te Tientsin is overeenstem
ming inzake de Japansche eischen bereikt. De
Chineezen hebben beloofd, de ant-i-Japansche
actie in Tsjahar te staken en officieel excuses
aan te bieden voor het incident op 5 Juni, toen
vier hooge Japansche officieren, die in burger
gekleed waren, tijdens een autorit langen tijd
werden vastgehouden. Bovendien zullen de
stafchefs van de eerste en de tweede Chinee-
sche divisie in Tsjahar en de officier, die be
trokken is bij het bovengemelde incident,
worden ontslagen.
De Japanners dringen thans nog aan op een
schriftelijke bevestiging van de Chineesche
toezeggingen. Men beweert, dat 40.000 Japan
ners gereed staan om de naburige provincie
Hopei binnen te rukken, indien de Japansche
eischen niet ook schriftelijk worden ingewil
ligd.
Volgens berichten uit Peking is de opmarsch
der Japanners in vollen gang. Zondag heersch
te een druk Japansch luchtverkeer tusscben
Peking en Pao-ting-foon.
Reuter meldt verder uit Tokio:
De Japansche militaire autoriteiten willen
de onderhandelingen over de onderteekening
door China niet aan de diplomaten overlaten,
en verklaren, dat zij maatregelen zullen ne
men om spoedig tot een regeling te komen
indien Nanking bij zijn tegenwoordige hou
ding volhardt
De minister van oorlog, Hajasji, verklaarde
na terugkomst van zijn reis door Mandsjoekwo,
dat het daar verre van rustig is. en dat de
Japansche troepen dagelijks strijden voor de
onderdrukking van het banditisme.
Woe Soe-t-sjoeng. de gouverneur van de
provincie Hopei. die op verlangen der Japan
ners van zijn functie ontheven is, is te Han-
kou aangekomen, waar hij een onderhoud
heeft gehad met maarschalk Tsjang Soeh-
liang.
Hij zal binnenkort naar Tsjoengtoe vertrek
ken om een bespreking met den generalissi
mus Tsjang Kai Sjek te hebben.
van een persoon werd gedood. Vijftig perso
nen werden gewond, waarvan verschillende
zwaar.
De gouverneur van den staat heeft in
Omaha den staat van beleg afgekondigd.
Alle afdeelingen van de nationale garde
van den staat Nebraska zijn gemobiliseerd
om een einde te maken aan de ongeregeld
heden, die onder het trampersoneel van
Omaha zijn uitgebroken
Flying Scotsman rijdt op
week-end trein in.
14 dooden en zestig gewonden.
Engeland.
Principieel accoord op de
vlootbesprekingen.
De Engeïsche en Duitsehe vlootdeskundi-
gen hebben in het gebouw van de admirali
teit Zaterdag hun besprekingen voortgezet,
ter voorbereiding van de plenaire zitting dei-
delegaties. welke voor vandaag is vastgesteld
Het principieele accoord zou reeds door Ber
lijn zijn goedgekeurd. Het wachten is thans
nog slechts op de goedkeuring van Frank
rijk en Italië. Het Duitsehe vlootbouwpro-
gramma zou in zes tot zeven jaar afgewerkt
worden, waarbij rekening zal worden gehou
den met de verhoudingscijfers voor de ver
schillende soorten schepen en met de bewa
peningsbepalingen.
Na afloop van de plenaire zitting van heden
zal zoo mogelijk een communiqué worden ver
strekt.
Uit Rome wordt gemeld, dat de Italiaansche
regeering thans overleg pleegt met de Fran-
sche regeering en pas zal antwoorden, na de
gemeenschappelijke bestudeering van deze
kwestie.
XI CO.
Calles veroorzaakt een
kabinetscrisis.
Een twist tusschen president Cardenas en
den oud-president Calles heeft in Mexico tot
een politieke crisis geleid en het aftreden van
de regeering ten gevolge gehad. De crisis is
in de eerste plaats te wijten aan een verkla
ring van Calles, waarin deze critiek op de re
geering uitoefent wegens de toegeeflijkheid,
welke de laatste zou betoonen ten opzichte
van werkstakingen.
De bevolking houdt zich naar Reuter meldt
kalm en vertrouwt, dat de crisis binnenkort
zal worden opgelost door Cardenas, die het
kabinet gevraagd lieeft af te treden opdat hij
de handen vrij zou hebben om nieuwe mede
werkers te zoeken,
Amerika.
Uitzonderingstoestand in
Omaha.
Reuter meldt uit Omaha (Nebraska) 16
Juni:
De tramstaking, die thans reeds twee
maanden duurt, heeft een ernstigen vorm
aangenomen.
De politie heeft zich genoodzaakt gezien
op de menigte te schieten, tengevolge waar-
GEWELDDAAD TEGEN CHRISTELIJKE
KERK.
Blijkens een Reuterbericht uit Jeruzalem
kwam het te Asso bij Mohammedaansche pro
cessies tot betoogingen tegen de Christenen.
Deze betoogingen begonnen spoedig gevaar
lijke vormen aan te nemen. De hoofdpoort van
■een Christelijke kerk werd ingeslagen. De
politie greep in en kon verdere gewelddaden
verhinderen.
FRANSCH MILITAIR VLIEGTUIG
VERONGELUKT.
Reuter meldt uit Parijs: Een vliegtuig van
het 122e luchtvaartregiment van Chartres, dat
een nachtvlucht had gemaakt, is bij het lan
den in aanraking gekomen met een hoog
spanningsleiding en neergestort.
De bestuurder werd gedood, en een kapitein,
die zich eveneens aan boord van het vliegtuig
bevond liep verschillende ernstige kwetsu
ren op.
Drie piloten werden licht gewond.
lil den nacht van Zaterdag op
Zondag, kort voor middernacht,
heeft nabij Londen een ernstig spoor
wegongeluk plaats gehad, waarbij
een groot aantal dooden en gewon
den is te betreuren.
Nabij het station Welwyn, 20 KM. ten
Noorden van Londen gelegen, stond de
sneltrein voor Newcastle voor een onveilig
signaal.
Door tot nu toe onbekende oorzaak is een
snelgoederentrein uit Londen van achteren
op den stilstaanden trein ingereden. De ge
volgen waren ontzettend. Tal van wagens
werden geheel of gedeeltelijk in elkaar ge
drukt. Van den goederentrein ontspoorden de
locomotief, die ernstig beschadigd werd, en
eenige wagens.
Onmiddellijk na het bekend worden van
het ongeval werd uit Londen hulp gezonden.
Het opruimingswerk heeft den geheelen nacht
geduurd. Er werden veertien dooden en zestig
gewonden geborgen. Van de gewonden moe
sten velen in ernstigen toestand naar het
ziekenhuis worden vervoerd.
Omtrent dit spoorwegongeluk bij Welwyn,
het vriendelijke tuinstadje ten Noorden van
Londen, wordt nader gemeld:
Zaterdagavond te 23 uur vertrok van het-
station King's Cross te Londen een trein
met week-end passagiers naar het Noorden
en precies 15 minuten later vertrok op het
zelfde spoor de „Flying Scotsman", de beken
de sneltrein naar Londen, met post en passa
giers.
Kort voor middernacht reed laatstgenoem
de trein met razende snelheid men zegt
ongeveer 100 K.M. op den in het station
Welwyn stilstaanden eerst vertrokken trein.
De gevolgen waren ontzettend. De wagens
schoven in elkaar en kwamen dwars over de
rails te staan, zoodat- alle vier sporen, die
hier naast elkaar lagen, versperd werden.
Onmiddellijk werd het reddingswerk ge
organiseerd. Reeds spoedig na het ongeval
vertrok de eerste hulptrein met doktoren en
verplegend personeel uit Londen. Ook de be
woners van Welwyn, Garden, City werden
midden in den nacht opgeroepen om aan het
reddingswerk deel te nemen.
Door het nachtelijk duister klonken hart
verscheurende kreten en een fijne motregen
verhoogde het afgrijselijk karakter van den
ramp.
Met behulp van aeetyleenlampen werden
de lijken met groote moeite uit de puin-
hoopen bevrijd en ter indentificatie in tijde
lijke lijkenhuisjes geplaatst.
De gewonden werden onmiddellijk naai
de naburige ziekenhuizen van Welwyn en
Hertford overgebracht.
Een baby werd dood in de armen van zijn
zwaargewonde moeder aangetroffen.
Van de wrakstukken van den trein legden
de reddingsmanschappen vuren aan om het
reddingswerk te vergemakkelijken.
In den eersten trein, die uit acht perso
nenrijtuigen bestond met twee goederenwa
gens, bevonden zich 200 personen, terwijl
het aantal passagiers van den voor Schot
land bestemden nosttrein 54 bedroeg.
Volgens een officieele mededeeling van de
L.M.S. is de oorzaak van het ongeluk nog
niet bekend. Het verkeer kon na het eerste
opruimingswerk over één spoor in stand wor
den gehouden.
Aan het reddingswerk werd. naar wij nog
in de Courant lezen, ook krachtig deelgeno
men door den bekenden rugbv-international
Powell. Hij trok zijn jas uit om beter te
kunnen werken en legde deze naast de rails
neer. Toen hij later zijn kleedingstuk weer
THANS MAAR
(Adv. Ingez. Med.)
ophaalde, bleek dat er een bedrag van 15
pond uit zijn zakken gestolen was.
Een tweede treinongeluk.
Nauwelijks twaalf uur na het ernstige
spoorwegongeluk bij Welwyn is een van
Glasgow komende trein in het station
Gourock op een stotblok ingereden.
De trein was gevuld met een groot aantal
vacantiegangers, waarvan er 29 werden ge
wond. Drie der gewonden verkeerenn in zor
glijken toestand.
MOLEN VAN SANS SOUCI DOOR BLIKSEM
GETROFFEN.
Een zwaar onweer, dat Zaterdagmiddag
boven Berlijn en een groot deel van Branden
burg woedde, heeft in Potsdam en omgeving
op vele plaatsen groote schade aangericht.
Even over 6 uur sloeg de bliksem in de his
torische molen van Sans Souci in, tengevolge
waarvan het lie h tbr an db are hout in brand
vloog gelukkig werd de brand onmiddellijk
ontdekt, zoodat de brandweer spoedig kon in
grijpen en het vuur in korten tijd kon bedwin
gen.
Trein in de lucht gevlogen.
Wandaad van bandieten.
Reuter meldt uit Hsinking
Op de spoorlijn LafaCharbin hebben ban
dieten een brug in de lucht laten vliegen,
juist op het oogenblik, dat er een trein over
passeerde.
De trein stortte in de diepte, met het ge
volg, dat 26 personen om het leven kwamen
en 20 personen werden gewond.
De ontploffingsramp te
Reinsdorf.
Reeds 58 lijken geborgen.
Het opruimings- en herstelwerk te Reins
dorf gaat nog steeds door. Van de vernielde
huizen heeft men het eerst de daken hersteld,
opdat de bewoners hun woningen weer kon
den betrekken. Thans is men begonnen met
het kleinere herstel werk. Het opruimingswerk
wordt voortgezet door arbeidsdienst en mili
tairen.
Zeer velen hebben Zondag de plaats van de
ramp, voor zoover men deze kon naderen, be
zocht en bleken diep onder den indruk van het
ongeluk, dat de arbeiders en de bevolking
heeft getroffen. Tal van bewoners ziet men
loopen met verbanden om hoofd of arm.
Tot nog toe zijn 58 dooden geborgen, waar
van slechts 38 geïdentificeerd konden worden.
Teneinde ook de andere dooden te identifi-
ceeren zijn de naaste verwanten van de ove
rige slachtoffers opgeroepen om -zich met de
leiding der fabriek in verbinding te stellen.
De voorbereidingen voor de begrafenis van
de slachtoffers der ramp zijn in vollen gang. De
dooden zijn opgebaard in de Wasag-kapel.
Kameraden en leden van het Duitsehe Ar
beidsfront houden daar de wacht.
Er zijn thans 58 dooden geborgen, doch er
worden nog altijd arbeiders vermist.
Dinsdagmiddag zal, op een terrein voor de
fabriek, de rouwplechtigheid plaats vinden,
die door alle Duitsehe zenders zal worden uit
jezonden. De plechtigheid begint des middags
te twaalf uur en zal ongeveer drie kwartier
duren.
PERSONALIA
Te Amsterdam slaagden voor akte onder
wijzeres (Staatsexamen) de dames A. J. Blom,
E. J. de Jong en E. J. M. van de Weijer, allen
te Haarlem.
Drink Uw koffie mèt
fRIESCHE VLAG
en met sfnaak.
(Adv. Ingez. Med.)
ONZE DACELIJKSCHE KINDERVERTELLING
FRANSCH VLIEGER VAN SPIONNAGE
VERDACHT.
De politie te Toulon heeft een Fransch
luitenant-vlieger, Rolland genaamd, gearres
teerd, die ervan verdacht wordt, luchtopna
men van de vestingwerken rondom Toulon aan
een jongedame ter hand te hebben gesteld. Bij
arrestatie bleek de officier een bedrag van 5000
franc bij zich te hebben, omtrent welks her
komst hij geen verklaring kon geven. De dame
zou bij de arrestatie van Rolland per auto ge
vlucht zijn.
Op den bodem van het meer zoekt Thijs nu naar den sleutel van de
poort; het lange touw sleept hij met zich mee.
Geen vermoeden heeft hij van het gevaar dat hem bedreigt; alles
om hem zwijgt en lijkt rustig.
Thijs denkt terwijl hij in het rond kijkt: „Waar of die sleutel toch
wel kan zijn? Achter dien steen misschien of vergis ik me weer?"
Hef Zangconcours te
Zandvoort
De middagwedstrijd
Voor dezen laatsten dag bestond de jury uit
de heeren Jac. Bonset, Bern. Diamant, J. Ha-
gens Jr., Ol. Koop, Isr. J. Olman, Fred. J.
Roeske en Paul F. Sanders. Voor den middaj.
waarop behalve de kinderkoren de afdeelingen
dameskoren en gem. koren zouden optreden,
fungeerde als voorzitter de heer Olman.
Na een meisjeskoor, dat geen bijzonder
dingen gaf, excelteerde een knapenkoor met
goed verzorgde stemmen onder dir. H. v. d,
Heyde, Wijma. Vooral in „Een Zeeuwsche jon
gen" van Zweers waren klank en nuance mooi
verzorgd. Ook bij „Onderling Genoegen" Haar
lem (dir. J. Post) was dit in orde. Frïsch klonk
het Sproeilliedje van Van Tussenbroek, en bij
„Ruim baan" van Cath. v. Rennes kwam het
spontane van dit muziekstuk goed tot zijn
recht. Nog eens kwam dir. v. d. Heide Wijma,
nu met een kinderkoor voor jongens en meis
jes. In het stuk van M. C. v. d. Rovaart (Kabou
ters in 't maanlicht) waren de stemmen weer
uitstekend verzorgd, en ook nu weer klonk het
stuk van Bern. Zweers im beurten als serafij
nenzang en als klaroengeschal. „Het Weterings
kwartier" uit Amsterdam kwam ook met het
zelfde stuk. Hier liepen de pongensstemmen
minder los en daardoor was de totaalklank wat
geknepen soms. Bij „De schoonste feestdag"
was deze heel wat mooier. Het zingen der kin
deren heeft ons dezen middag een uitsteken
den indruk gegeven van het werk der koorlei
ders, dat zeer inspannend, doch ook buitenge
woon loonend is in artistieken zin.
De vrouwenkoren kwamen nu aan de beurt.
Ook als er heel goed gezongen wordt, klinkt
dit alles schraaltjes en dun en men voelt
zich, als in den winter, onder een dunne de
ken. Alleen als contrast tegen volbezette ko
ren kan het prachtig van uitwerking zijn.
„Santpoort's damesensemble" onder H. J.
Arisz beschikt over vollere stemmen dan „Ma-
ris Stella", Amsterdam, en daarom was het
tegenover dit laatste koor belangrijk in het
voordeel. Alleen de vibreerende stemmen bren
gen de stabiliteiten in gevaar.
In 't vrije werk rees en daalde om beurten
het toonpeil, zoodat de uitvoering ten achter
stond bij die van 't verplicht koor, „Herfst
liedje" van Olman. Uit Amsterdam kwam v. d.
Heijde Wijma met „Erato", dat geen uitblin
kende stemmen telde, maar waarmee weer uit
stekend werd gewerkt, ook in „De Wilgen",
ditmaal niet van Dopper, maar van Aver-
kamp (alleen de koe, die daarin bezongen
wordt, was uit Dopper's partituur overgeloopen
naar Averkamp). J. Hensen kwam met „Arcis1"
uit Haarlem. De toonladdervormige figuren ir
Olman's lied, achtereenvolgens in de drie stem
men, konden duidelijker. Middenin kwam even
't toonpeil in gevaar, maar overigens was de
klank niet onverdienstelijk.
De afd. uitmuntendheid gemengde koren
kwam nu op. Verplicht koor was „De Gypten"
van Roeske. Piet 't Hart uit Rotterdam open
de de rij met „Concordia". De klank stond
niet: men rees, daalde, rees, daalde. Veel be
ter was het veeleischende werk „Meisympho-
nie" van Theo v. d. Bijl. „Aurora" uit Am-
merstol had mooie sopranen, maar onvoordee-
lig mannenmateriaal. Het was heel spijtig,
want er zat veel goeds in voordracht en muzi
kale afwerking; maar in „uitmuntendheid"
kan er met onvolmaakt materiaal niet veel
bereikt worden. „Inter Nos" uit Zaandam, on
der Leo Pielage, een prachtig geïnstrueerd
koor zong onder beheerschte leiding beide wer
ken; vooral „Den Uil" van Diepenbrock werd
knap vertolkt, al konden de eerste strofen
lichtvoetiger. Een Haarlemsch koor zou des
avonds uitkomen.
Fred. Roeske maakte de uitspraak van het
namiddagconcours bekend. Deze luidde:
Kinderkoren
„Amst. Knapenkoor", 273 p, 2e pr.
„Onderling genoegen", Haarlem, 288 p. 2e pr.
„Erica", A'dam, 297 p. 2e pr.
„Erato", A'dam, 318 p. Ie pr.
„Het Weteringkwartier", A'dam, 351 p. Ie pr.
Dameskoren le afd.:
„Maris Stella", A'dam 303 p. le pr.
„Santpoort's Damesensemble" 273 p. 2e pr.
„Erato", A'dam 273 p. 2é pr.
„Arcis", Haarlem, 291 p. 2e pr.
Gem. koren (uitmuntendheid):
„Aurora", Ammerstol, 246 p. 3e pr.
„Concordia", Rotterdam, 321 p. le pr.
„Inter Nos", Zaandam, 302 p. le pr.
De avondwedstrijd,
waar dezelfde jury als des middags oordeelde,
doch nu onder voorzitterschap van Fred J.
Roeske, ving even vóór achten aan met een
koor dat des middags uitstel had gevraagd.
Het was 't gemengdkoor „De Spaarnekamers
onder A. Bak, dat in goed verzorgden klanx
't verplicht werk .,De Gypten' van Roeske
zong. Tegen 't slot, bij „en eindlijk" waren
er onzekere inzetten, die oorzaak waren d
t toonpeil dadelijk een halven toon rees. Mei:
behield dit tot aan het slot. Gounod's .Super
flumina" was gezond van opvatting en voor
dracht. Het fugato op „quomodo cantabimus"
kon losser.
Nu kwam de afd. uitmuntendheid vrouwen
koren. Als verplichte werk stond aangegeven
„Adoramus te", van Palestrina, dat door
„Inter Nos", met te nuchtere voordracht,
doch zuiver werd gezongen. „Piet Hespe's
dameskoor", Utrecht, had in <ien aanvang een
malleur bij de alten uie te laag inzetten,
maar in den tweede -'egel was 't geheel
reeds een halve toon Le hoog. Het vrije werk
was goed. Een koor van mooie stemmen.
„Haarlem's damesensemble" onder Corry
Bijster, een koor van goed geschoolde stem
men, was reeds in den eersten regel minder
fortuinlijk en nogmaals aan 't eind bij
„redemisti". Aan 't slot was het toonpeil
een halve toon gezakt. Verdi's .Laude alla
Vergine" was bijzonder mooi van klank, al was
't niet geheel op diapason. Een keurige
prestatie.
Van de mannenkoren was eerst de beurt
aan de afd. Uitmuntendheid, waar men
een werk van W. Landré (Het hazegrauwt)
had te zingen. „St. Caecilia", Amsterdam, wist
de technische moeilijkheden te overwinnen
en daarbij Gezelle's tekst met piëteit weer
te geven. Ik moet de opmerking maken dat
onze mannenkoorzangers nog niet toe zijn
aan Tristan-harmonieën, die door Wagner
louter instrumentaal zijn gegeven. Het ef
fect is voor koor vrijwel nihil. „Nieuw Am
sterdam" onder G. P. Boer, muntte vooral in
het vrije werk „Tranen" van Roeske. Flu-
weelige tinten naast felle kleuren boden af
wisseling genoeg, doch de grondstemming,
die in Gezelle's verzen ligt, bleef mooi be
houden.
Met spanning zag men. na een korte pauze
het oogenblik tegemoet dat de koren uit de
hoogste eere-afdeeling zouden opkomen. Het
eerste genoot het Haarlemsche koor „Proza
en Poëzie" de eer. het verplicht werk van
Roeske ..Onweer" ten gehoore te brengen
In kristallijnen klaarheid gaf Jan Booda de
partituur weer. waar fijne effecten en teere
lijnen de muziek beheerschten. Als rotsen van
graniet stonden de geweldige forti nergens
een moment van inzinking en overal weer de
stralende koorklank, zoowel bij de hoogste
tonen der tenoren als in die der diepe bas
sen. Maar 't hoogtepunt kwam bij Sem Dres
den's ..Boerenfeest.", dit kostelijk stuk Neder-
andsche mannenkoorkunst. Het is mijn diepe
overtuiging, dat Proza het zóó mooi nog
niet gezongen heeft: het was in één woord
ideaal. Voor zulk een prestatie past een
woord van hulde aan koor en leider.
„Harmonie" Amsterdam onder S. H. Englan.
der waren weer andere dingen die sterk al
aandacht trokken, zoo o.m. het eerste dee]
van 't verplichte werk, waar de zoele, zwoele
atmosfeer prachtig werd weergegeven. Er
waren eenige te vroege inzetten, die in' een
zoo mooie weergave spoedig opvielen. Ook 't
vrije werk „Groot is de Heer" was een prach-
tigen prestatie. Tegen middernacht werd de
uitspraak over dezen avond bekend gemaakt
Deze luidde:
Gem. Koor „De Spaarnekanters", Haarlem
le prijs 309 punten.
Dameskoor „Inter Nos", Weesp 2e prüs
264 punten. J5
Piet Hespe's dameskoor, Utrecht 2e prik
284 punten.
Haarlem's dames-ensemble le prijs 305
punten.
Afd. Uitm. Mannenkoren.
R.K. Mannenkoor „St. Caecilia" te Amster
dam 2e prijs 282 punten.
Zangvereen. „Nieuw Amsterdam", Amster
dam, le prijs 318 punten.
Hoogste eere-afd. Mannenkoren.
„Proza en Poëzie", Haarlem le prijs 333
punten.
„Amstel's Mannenkoor", Amsterdam ie
prijs 384 punten.
De mannen van „Proza en Poëzie" hebben
dan geen beslag mogen leggen op den zilve
ren wisselbeker, die reeds tot twee malen
toe aan „Amstel's Mannenkoor" werd toege
kend en nu in eigendom aan dit koor over
gaat. Maar hooger dan zilver is aan te slaan
het artistiekl bewustziin. te zijn aangewezen
als vertolker par excellence van een bij uit
stek nationaal kunstwerk onze Ostade onder
de koorwerken: het onvolprezen werk van
Breero in de sublieme muziek van Sem Dres
den. G. J. KALT.
Een Voorstelling van de
Tooneelschool.
In den bloeitijd van de Haarlemsche afdee-
ling van het Nederlandsch Tooneelverbond
was het regel, dat de leerlingen van de Too
neelschool eens in het jaar voor de leden van
den Bond in onzen Stadsschouwburg optraden
en deze tooneelschoolavonden behoorden tot
de aardigste van het seizoen. Niet dat we van
zoo hooge kunst genoten hoe zou dit trou
wens te verwachten zijn geweest van leerlin
gen maar er ging van zulke avonden een
jroote charme uit: de charme der jeugd. Op
geen andere voorstelling werd met zoo'n liefde
en vreugde gespeeld en er was steeds een
prettig contact tusschen de zaal en de jonge
spelers. Voor het publiek was zulk een too-
nee-lschoolavomd '11 soort ontdekkingstocht;
men speurde naar jonge talenten, die latei-
den roem van ons nationaal tooneel zouden
kunnen uitmaken. Op die avonden hebben wij
Georgette Hagedoom, Mary Dresselhuys, Ank
van der Moer, Adrienne Canivez, Joan Rem-
melts, Adri van Hees en anderen, die thans
tot de beste krachten van de jonge tooneel-
spelersbent behooren voor het eerst op de
planken gezien en er een aangename herin
nering aan bewaard.
In de laatste jaren hebben wij zeer tot
onze spijt deze tooneelschoolavonden moe
ten missen. Ze werden voor het betrekkelijk
gering aantal leden van het Tooneelverbond
blijkbaar te duur. Maar toen ik Zaterdagmid
dag tijdens de pauze van het openbaar eind
examen van de tooneelschool in den Stads
schouwburg te Amsterdam met den heer
Tjebbo Franken, den voorzitter van onze af-
deeling, en den heer Deinum de wenschelijk-
heid van de hervatting dezer avonden besprak
waren ze beiden enthousiast voor het plan en
wij mogen dus hopen, dat in het komend sei
zoen weer een leerlingen-avond van de too
neelschool in onze stad zal worden gegeven.
Waarom zou trouwens te Haarlem niet kun
nen, wat wel te Utrecht en Leiden in het af-
jeloopen seizoen mogelijk bleek. Mocht het
aantal leden onzer afdeeling te klein zijn, wel
nu, laat men zich dan in contact stellen met
een of andere vereeniging, bijvoorbeeld Kunst
voor het Volk, of met de Haarlemsche Too-
neelclub, Haarlem's Tooneel of Cremer, en het
in combinatie met een dezer vereenigingen
mogelijk maken. Zij zullen er, dunkt mij,
zeker voor te vinden zijn. Het geldt hier im
mers het bestaan van de tooneelschool, want
niet alleen wekken zulke avonden de belang
stelling voor de school en dus voor het
Tooneelverbond, dat het bestaan van deze
school mogelijk maakt maar ook is het voor
de leerlingen heel nuttig om nu en dan eens
voor het publiek en op een groot tooneel te
spelen. Het voortbestaan van de tooneelschool
is voor de toekomst van ons tooneel va.' het
grootste belang. O zeker, ik weet wel, dat zeer
velen van de tegenwoordigde pronimente ac
teurs nooit de tooneelschool hebben bezocht
ik noem hier slechts de namen van Jan Musch,
Louis Saalborn, Cees Laseur, Albert van Dal-
sum en Ben Royaards maar hoevele anderen
die thans naam hebben o.a. Charlotte
Kohier hebben niet hun eerste opleiding
op de school genoten. En het is opmerkelijk,
dat onder de jongeren de meest op den voor
grond tredenden zooals Georgette Hage-
doorn, Mary Dresselhuys, Ank van der Moer
en Joan Remmelts allen van de tooneel
school zijn gekomen.
Hoe intei-essant en frisch zoo'n voorstel
ling van de tooneelschool kan zijn, hebben
wij Zaterdagmiddag weer eens kunnen con-
stateeren bij het „openbaar eindexamen",
dat voor een talrijk publiek in den Stads
schouwburg te Amsterdam plaats had. De
bedoeling van zulk een „slotvoorstelling" is
te laten zien, wat de leerlingen van de hoog
ste klas. die de school gaan verlaten, in ver
schillende genres presteeren. Wij kregen een
„spectacle coupé", waarin zoowel het klas
sieke repertoire als het moderne vertegen
woordigd was. Men begon met het eerste
bedrijf van Mejonkvrouwe de la Seiglière,
waarin het voor de jonge spelers er op aan
kwam puntig en raak den geestigen tekst
van Jules Sandeau te zeggen, costuums met
gratie te dragen en karakters uit te beelden.
Daarna kwam de beurt van het klassieke
repertoire de bekende tuinscène tusschen
Elisabeth en Maria Stuart uit Schiller's
Maria Stuart en de groote scène uit het
derde bedrijf van Othello tusschen den
Moor en Jugo. En tot slot kregen wij het
eerste bedrijf van Katajew's Quadratuur
van den Cirkel", waarmee wij dus midden in
het moderne repertoire zaten.
Het is natuurlijk niet de bedoeling een
kritiek op de prestatie van deze examinandi
te geven. Er was in het spel reeds veel ver
dienstelijks, vooral wanneer wij bedenken,
dat deze jeugdige spelers hier in enkele rol
len Othello en Maria Stuart optraden, waar
aan zij misschien nog in geen 20 jaren op
het groote tooneel zullen toe komen. Ik wl
hier enkel de namen noemen van de vier
jongelui, die thans worden „los gelaten" op
de planken, die de wereld verbeelden. Het
zijn de dames Tatia Wyma en Nina Bergsma
en de heeren Cornelis Smitt en Barend Wijs
man. De toekomst zal leeren, of deze namen
in onze tooneelwereld nog eens een bekenden
of beroemden klank zullen krijgen. Laten wij
het voor de-ze jonge acteurs en actrices, die
hun eigenlijke loopbaan in het volgend sei
zoen zullen beginnen, hopen.
J. B. SCHUIL.