Een Elf landen, tocht Doek in een ftoemeffcew» daoc denetnaelttn. zonder dat wij het behoefden te vragen, aan' om mee te rijden, wat natuurlijk dankbaar aanvaard werd. Zoo 'toerden wij dan, in de kattebak van een Chrysler, vastgestopt tusschen onze bagage met mijn donzen slaapzak om ons heen voor de warmte, door het nachtelijke Seeland, Zoo nu en dan schrokken wij wakker, wanneer onze hoofden wat erg hard tegen elkaar bons den, maar lang duurde deze slaappartij niet, want de nieuwe dag vertoonde zich al. De groene weiden verloren hun grauwe schijn. De boomen werden meer dan en kei en alleen donker, dreigende schaduwen en hier en daar schemerden de witte muren en roode daken der huizen tusschen het groen. Bij Roskilde, de oude bisschopstad, is het al heelemaaal licht geworden. De fijn toegepunte torens van de domkerk steken spits in den morgenhemel. Eindelijk naderen wij ook de eerste huizen van Kopenhagen. Het is helder dag geworden. Om half vier stappen wij ons hotel binnen. Elf en een half uur zijn wij bezig geweest over een afstand van nog geen drie honderd kilometer. In mijn portemonnaie brandt mij het ongebruikte sneltrein toeslag biljet! B. C. J. GROENEVELT Communistisch verzet tegen toelating der N.S.B. Marktplein in Odense, de geboorteplaats van Andersen. in. Het zou wel erg gemakkelijk zijn, wanneer een mensch domweg als een machine kon wer ken: kolen erin en dan gaat hij weer vooruit. Een mensch heeft nu eenmaal op zijn tijd rust noodig en zeker wanneer er wat aan het be wegingsmechaniek mankeert. Zoo moest ik dus mijn mooie plannetje om nog eens door het Deensche land te fietsen opgeven en was aangewezen op den trein. Dat klinkt zoo heelemaal niet erg. Het gaat vlug en gemakkelijk. Je stapt maar in en een paai' uur later stap je in Kopenhagen weer uit. Ik geloof dat de heele afstand niet meer dan 270 K.M. is. Tezamen met mijn Deensch-Duitschen vriend toog ik dan opweg om mijn fietstocht per trein voort te zetten. De fiets werd netjes afgeleverd, de biljetten gekocht en den sneltrein toeslag •betaald. Die sneltreintoeslag is iets speciaals van de Scandinavische landen. Alle treinen boemelen geweldig, de sneltreinen alleen wat minder en daarom kosten zij extra. Ditmaal echten was mij deze extra uitgave wel de moeite waard. Immers sinds 15 Mei is de nieuwe brug over de Kleine Belt geopend. De trots van heel Denemarken! De brug die ieder gezien moet hebben, waarover iedereen spreekt enwaarover iedereen gelachen heeft. Want lachen kunnen de Denen en zeker wan neer er reden voor is, zooals hier het geval was. Tegelijkertijd met de opening van de nieuwe brug, welke op ministerieel bevel twee maan den vroeger plaats vond, dan was vastgesteld, werd ook een geheel nieuw spoorwegboekje in gebruik genomen. Aan zooiets moet het per soneel eerst wennen, dat bleek maar spoedig genoeg! Doch niet alleen dat functioneerde matig, maar de nieuwe brug en vooral het nieuwe station bij Freüericia gedroegen zich uitermate slecht. Voor het oog leek alles zoo mooi. Temidden van de groene heuvelen van Jutland en Fynen rezen hoog de forsche pijlers en in strakke sterke lijnen strekte zich de brug uit over het water van de Kleine Belt. Maar ach, alles werd electrisch bediend. Vlug en nauwkeurig. Zoo kwam dus, na hard zwoegen, de dag der feestelijke opening. Juichend werd de nieuwe brug in gebruik genomen. De treinen reden erover en alles zou goed gegaan zijn, had men niet juist één kleinigheid vergeten en wel de electrische geleidingen naar de wissels! Het werd een chaos. De veel geroemde „lyntog" bliksemtrein, waarvoor zoo'n reclame was ge maakt, de dieseltrein van Denemarken, werd het lachsucces van het jaar. Vele uren te laat kwam de „bliksem" in Kopenhagen aan. Ein- delooze opstoppingen rondom het nieuwe sta tion te Fredericia; honderden woedende pas sagiers die op koffers kampeeren moesten tot de trein kwam. Iedere machinist zorgde maar voor zijn eigen trein: Locomotieven raakten verloren. Ja, zoo gebeurde het zelfs dat één locomotief spoorloos verdween! Eenvoudig weggevaagd was zij en haar machinist zocht dagenlan; vruchteloos, totdat zij eindelijk teruggevonden werd aan de Deensche westkust, waar men haar voor een lokaaltreintje naar Esbjerg ge spannen had! Onbewust van al deze gebeurtenissen spoor den wij rustig en vooral kalm, overal stop pend, door Jutland. De gele brem bloeide in eindeloozen overvloed langs de baan en zoo nu en dan was er een vergezicht over de glooiende groene hellingen, waar de bruine koeien rustig graasden of lagen te herkauwen. Aan den horizon lagen donker de heuvelen van Oost-Jutland, begroeid met beukenbos- schen. Bij Kolding even een glimp van de zee. Zeiljachten scheren over de baai en de zon schittert op hun witte zeilen. Kort daarna zijn wij in Fredericia. Het was vol. We sjouwen met onze bagage door het nieuwe station, naar het perron. De .ferug- Éffiör de -KlemeuBelk waar de bliksemtrein moet afgaan. Daar is het nog voller! Tevreden denken wij aan onzen sneltrein toeslag tot een kennis van mijn reisgenoot ons uit onzen zelfvoldanen toestand opwekt. Wat! Wij hebben geen plaats besproken? Algemeene ontsteltenis. Je moet plaats bespreken in den bliksem trein. De toeloop is zoo enorm! Woedend rennen wij over perrons, door tunnels en weer over perrons. Klampen chefs en sta tionchefs aan. Oreeren in alle voorhanden zijnde talen. Klagen, bedreigen, jammeren en schelden, het geeft niets. De trein is uit verkocht. Zelfs mijn Engelsch, dat anders altijd een wonderdadige uitwerking heeft, blijkt niet voldoende om deze potentaten, die over het wel en wee van hun passagiers beschikken, te vermurwen. Wij kunnen bij den trein probeeren of er nog plaats is en anders moeten wij met den boemeltrein verder naar Kopenhagen, 't Is niet erg aanlokkelijk om 1 uur 's nachts daar aan te komen. Dus probeeren wij het uiter ste, draven weer over lange perrons, door gangen en tunnels; terug bij onze bagage kunnen wij kalm uitrusten, de trein is toch te laat. 2 Minuten, 5 minuten, 10 minuten, een kwartier. Nog steeds laat de roode die seltrein op zich wachten. Eindelijk na 20 mi nuten verschijnt hij. Er komt beweging in de massa, iedereen maakt zich op toch nog een plaatsje te vinden. Tevergeefs! 'Onver biddelijk staan de conducteurs naast de nauwe ingangen. Het lijkt wel de entree van een schouwburg; alleen toegang op vertoon van plaatsbewijs. Er is geen schijn van kans. Mismoedig sleepen wij ons hébben en hou den boemeltreinwaarts en persen ons daar naar binnen, want ook deze trein had een vreemd uitpuilend karakter verkregen. Met veel moeite ontdekten wij nog twee plaatsen en zetten onzen lijdensweg voort. Even buiten Fredericia rent alles naar de raampjes, perst, duwt en dringt om het won derwerk .te aanschouwen en een steunend „ah" weerklinkt langs de -rijen, als de brug zich in een bocht aan onzen blik vertoont. Het moet een trotsch gevoel zijn voor die honderden Denen dit enorme bouwwerk te zien en er over te rijden. Er ligt een dubbel spoor, dan komt de rijweg ongeveer twee wagens breed en daarnaast is een trottoir. Stil en verlaten liggen links van ons de aan legplaatsen der oude ponten van Fredericia naar Middelfart op Fynen. Ik herinner mij nog hoe ik 4 zomers geleden op een avond met die pont over voer naar Fredericia, toen was het water der Kleine Belt nog niet be dwongen door menschenhanden. Maar wel torenden reusachtig hoog de pijlers op het land de lucht in. Als een mier voelde je je vergeleken bij dit giganten werk. Nu lijkt het alles niet meer zoo groot, zoo enorm, wanneer wij voortrijden daar hoog in de lucht, tusschen hemel en aarde, terwijl diep onder ons de schepen doorvaren. Al boemelend rijden wij zoo tevreden over Fijnen den vallenden avond tegemoet. Wij heb ben ons bij het onvermijdelijke neergelegd. Totdat een nieuw onheil tot ons doordringt: deze trein gaat heelemaal niet tot Kopenha gen! Hij gaat maar ttot Nyborg. Wanhopig sjouwen we door wandelgangen, wenden ons tot een conducteur. Ja, tot Nyborg, niet ver der. Maar is er dan geen aansluiting? Het spoorboekje te voorschijn gehaald, bestudeerd, met een geleerd gezicht bekeken en doorge bladerd. Ha, hij schijnt wat gevonden te heb ben. Over zijn lippen orakelen eenige woorden. Hum, er was een soort aansluiting, om dien en dien tijd. Als wij vragen of hij er zeker van is, ver liest hij zijn zekerheid heelemaal. De Deen sche spoorwegen doen nu eenmaal vreemd op het oogenblik. Een ander, met hetzelfde spoor wegboekje, verwerpt onze nieuw veroverde trein geheel. Onverbiddelijk: er is geen aan sluiting. Nummer drie weet heel bepaald, dat er om 11 uur 's avonds een sneltrein gaat van Odense. Een nieuwe lichtpunt. Andersen's ge boortestad zal uitkomst brengen. Van verre zien wij den nieuwen uitzichtto ren al. Meer dan twee honderd meter boven den zeespiegel is de top van dezen toren, ge bouwd uit buizen, zooals bij dén bouw der Kleine Beltsbrug gebruikt werden. Doch ook Odense brengt geen redding, die sneltrein bestond ook al niet. Het wordt zoo langzamerhand een tragedie. 's Avonds om 10 uur staat een troepje woe dende passagiers in het nachtelijk grauwe station van Nyborg. Wij schijnen aan het eind van de wereld gekomen te zijn. Kopen hagen op 100 K.M. afstand is onbereikbaarder dan ooit. Er is niet eens een veer over de Groote Belt. Ook hier weet men op het station niet veel te vertellen. Alleen dat er 11/2 uur later een verbinding naar Korsör zal zijn. Wij besluiten zelf ons licht op te steken bij de ponten. Ook daar een algemeene onkunde en wij zijn net besloten weg te gaan, als het blijkt, dat weldra een auto veer over zal gaan. Wij vragen naar een verbinding van Korsör naar Kopenhagen. Om drie uur 's nachts gaat er een boemeltrein, nu is het nog geen elf! Wanneer die pont geen redding brengt zijn wij verloren. Als er nu toch maar een auto op is naar Kopenhagen, waar men plaats voor ons- heeft. Gestrande vreemdelingen helpt men wel, wanneer het mogelijk is. Ach, de vangst is.droevig. De pont voer af met ons beiden en il auto. Maar hier was het geluk ons voor het eerst gunstig. Die auto ging naar Kopenhagen en»-na een kort gesprek, bood men ons, zelfs Jangse Kiang buiten haar Duizenden huizen onder water. Uit Sjanghai: Nabij Hankou hebben de wa teren van de Jangtse Kiang een nog niet vol tooiden dijk vernield, waardoor meer dan 300.000 morgen land werden overstroomd en duizenden huizen onder water werden gezet. Omtrent het aantal dooden is nog niets be kend. Een brug in een der voorsteden van Hankou is weggesleurd. In Oost-Hopei is het auto- ei spoorwegverkeer gestremd. Nabij Woehoe be reikte het water zijn höogsten stand sedert drie jaar en de toestand is hier zeer precair. De vier voornaamste rivieren van de pro vincie Hopei zijn meer dan zes meter gestegen. Ook in Kwantoeng en Tsjing Kiang zijn door den sterken regenval de rivieren gewas sen en buiten de oevers getreden. (Reuter). VERDWIJNT MAX BAER UIT DEN RING? NEW-YORK, 2 Juli (A.N.P.) Het is zeer wel mogelijk, dat de oud-wereldkampioen boksen Max Baer niet meer in den ring zal verschijnen daar het de dringende wensch van zijn jonge vrouw, Mary Sullivan is, dat hij niet langer in wedstrijden zal uitkomen. Het provinciaal personeel in Noord-Holland. Adres inzake invoering van standplaats aftrek. Men schrijft ons: Zooals reeds is gemeld, hebben Gedeputeer de Staten van Noordholland aan Provinciale Staten voorgesteld om in de salarisregeling voor het provinciaal personeel in dit gewest den standplaatsaftrek in te voeren en wel in dier voege, dat voor de gemeenten, welke in de 2e, 3e en 4e klasse van bijlage E van het Rijksbezoldigingsbesluit zijn ingedeeld, een aftrek zal gelden van 2, 4 en 4% voor de amb tenaren en van 3, 6 en 9% voor de werklieden, Dit voorstel, dat onder het provinciaal per soneel groote teleurstelling en verwondering heeft gebaard, vooral omdat zijn salaris per Maart j.l. over de geheele linie opnieuw zeer beduidend is verlaagd, heeft de onrust en het gevoel van onzekerheid, dat door de elkaar in snel tempo opvolgende verlagingen en verder verslechteringen is ontstaan, onder dit per soneel vergroot. Het hoofdbestuur der Vereeniging van Pro vinciaal personeel in Noordholland heeft dezer dagen terzake een adres tot Provinciale Staten gericht. Daarin wordt gewezen op het feit, dat het personeel sinds Januari 1933 en dus in no slechts ruim 2 jaar met ten minste 20%, doch veelal in nog veel grootere mate (overgangs bepalingen inbegrepen, doch het niet meer toekennen van vacantietoelagen buiten be schouwing gelaten) in salaris is achteruit ge gaan, dat als gevolg van een en ander het geldelijk evenwicht in belangrijke mate verstoord en de salarieering, gelet ook op de zeer matige rangbezetting, over het algemeen reeds nu gekomen is beneden de grenzen van billijkheid en voldoende geldelijke waardee ring. Er was dus alle aanleiding aanwezig voor de veronderstelling, dat het provinciaal per soneel thans tenminste te dien aanzien een periode van rust zou ingaan. Na de gronden te hebben aangevoerd, waar om invoering van standplaatsaftrek in het algemeen onjuist wordt geacht, wordt gewezen op de bezwaren, welke voor de invoering daar van in den voorgelegden vorm wel in het bij zonder voor Noordholland gelden. Het personeel van het Provinciaal Zieken huis „Duinenbosch" zou bijv. door een grooter percentage (resp. 4 en 6%) worden getroffen dan dat te Bloemendaal (resp. 2 en 3%), ter wijl toch het feit, dat voor het inwonend per soneel aan beide inrichtingen een gelijk be drag voor kost en inwoning en verpleeggeld is bepaald, er op wijst, dat in beide betreffen de gemeenten in dat opzicht geen verschil in uitgaven bestaat. Een belangrijk deel van het personeel van het Ziekenhuis te Bloemendaal is woonachtig in naburige gemeenten, waarvoor geen aftrek geldt, omdat men in de eigen standplaats niet beschikt over passende woningen en men daar bovendien duurder zou leven. Dit personeel dreigt dus door den standplaatsaftrek te wor den getroffen, omdat het als standplaats heeft een gemeente, die wel voor aftrek is aange wezen, terwijl het daarentegen woont en leeft in een gemeente, waarvoor die aftrek niet geldt. Dezelfde omstandigheid doet zich voor ten aanzien van het personeel der provinciale be drijven, werkzaam op de hoofdbureaux te Bloemendaal, welke bureaux, niet uit hoofde van een provinciaal belang, doch louter door toevallige omstandigheden, in Bloemendaal zijn gevestigd in plaats van in Haarlem, den zetel van het Provinciaal Bestuur, en de woon plaats van zeker 90% van bedoeld personeel. Speciaal ten opzichte van het personeel, dat Bloemendaal tot standplaats heeft, is de voor gestelde maatregel wel in hooge mate onbillijk, omdat bij Koninklijk Besluit van 29 Maart 1935 no. 86 de gemeente Bloemendaal voor de heffing van de personeele belasting in de 4e klasse is ingedeeld en dus met Haarlem is ge lijk gesteld, terwijl de rangschikking van eerstgenoemde gemeente in bijlage E van het Rijksbezoldigingsbesluit in de 2e en Haarlem in de le klasse tot dusver ongewijzigd is ge bleven en dus niet gelijktijdig veranderd is in le klasse. Aan Provinciale Staten wordt dan ook ver zocht om na overweging van het vorenstaan de en van het door de C. C. v. G. O. met alge meene stemmen ter zake uitgebrachte advies zich in afwijzenden zin uit te spreken omtrent de invoering van standplaatsaftrek, dan wel Gedeputeerde Staten uit te noodigen alsnog 1 met de Regeering in overleg te treden om trent uitstel van de behandeling dezer aan gelegenheid tot de tweede gewone zitting van dit jaar, en inmiddels een regeling van den standplaatsaftrek te ontwerpen, welke met de in Noordholland heerschende toestanden .volledig rekening zou houden. Nieuwe Provinciale Staten vergaderden voor 't eerst. Voorstel der N.S.B. over salarissen van Gedeputeerden. WOENSDAG 3 JU tl 1935 De nieuwe Provinciale Staten zijn Dinsdag morgen voor 't' eerst bijeengekomen onder voorzitterschap van den commissaris der Ko ningin in Noord Holland. Jhr. Mr. Dr. A. Röell. De ingestelde commissies tot onderzoek dei- geloofsbrieven adviseerden tot toelating van alle leden. De heer S e e g e r s (communist) protesteer de daarop tegen toelating der vertegenwoor digers der Nationaal Socialistische Beweging. Volgens hem is dit in strijd met de ware de mocratie. „Dezen Hitler-agenten is het er slechts om te doen, de arbeidersklasse op bloe dige wijze te onderdrukken". De voorzitter antwoordde dat de stukken voldoen aan de wet. Hiertegen is geen bezwaar gemaakt, zoodat alle leden worden toegelaten na de aflegging van eed, verklaring en belofte. De voorzitter sprak daarna een rede uit, waarin hij o.m. zei: ,Ik wensch u geluk met het voorrecht deel te nemen aan de met de jaren gewichtiger wordende werkzaamheden en hoop, dat ge in de vierjaaiiïjksche periode, die wij zijn inge treden, zoowel tot heil van de provincie als tot eigen voldoening moogt werkzaam zijn. De verkiezingen hebben in de samenstel ling van de Staten ditmaal groote wijziging gebracht. Een geheele fractie (Weiss) is ver dwenen, nieuwe politieke partijen hebben hun intrede gedaan. Ik durf mij te vleien met de gedachte, dat ook in de toekomst de atmosfeer van onder ling begrijpen en waardeeren. van eerbiedi ging van de overtuiging van anderen, niet zal worden verstoord, en dat ook de meest uiteen- loopende gevoelens en uitingen aan de een drachtige bevordering van het welzijn dei- provincie niet zullen in den weg staan. Tw ee en twintig leden hebben voor het eerst hun intrede in de Staten gedaan. Slechts vier hunner zijn ten offer gevallen aan den politieken strijd; van de achttien overigen stond het reeds vóór de verkiezingen vast, dat zij van de nieuwe Staten geen deel meer zouden uitmaken. Tot deze laatste groep behoorde ook de sympathieke figuur van Mevrouw Aukes Thinners, die gedurende zestien jaren een sieraad van de Staten is geweest, waarin zij met volle overtuiging opkwam voor de zaken, die haar dierbaar waren. Gaarne had men haar de welverdiende rust gegund, die de kroon zou hebben gezet op een werkzaam even. Slechts enkele weken geleden is mevrouw Aukes de eeuwige rust ingegaan en blijft ons slechts haar nagedachtenis over, waaraan ik het een eervolle plicht acht eerbiedige hulde te brengen. Een woord van dankbare erkenning van de verdiensten der afgetreden leden mag ik evenmin achterwege laten. De heer N. Dekker mag niet ongenoemd blij ven, die langer dan twintig jaren een voor aanstaande plaats in de Staten innam. Op menuig gebied (land- en tuinbouw, waterstaat, bedrijven), was de heer Dekker een man van gezag. Dit kan ook worden gezegd van het oudste lid der Staten in de vorige samenstel ling, den heer Ketelaar, die gedurende 30 jaren, waarvan li jaar als Gedeputeerde, zijn kennis en ervaring in dienst van de privincie heeft gesteld. Een veteraan als de heer Kete laar, wordt in een lichaam van veelkleurige schakeering als onze Staten slechts noode gemist. Speciaal zij het mij veroorloofd de beide afgetreden leden Gerhard en Verschure te herdenken, d-ie, zich door hun werkzaamheid in het college van Gedeputeerden groote aanspraak op den dank der provincie heb ben verworven, De heer Verschure heeft ge durende zes, de heer Gerhard gedurende ne gentien achtereenvolgende jaren in het col lege zitting gehad. De jaren hebben hun geest niet uitge- bluseht. Moge dit nog menig jaar zoo blijven waarin zij met voldoening op hun arbeid in de staten van Noord-Holland mogen te rug zien. Hierna deed de voorzitter mededeeling van enkele ingekomen stukken, wo. er een was van de N.SJ3., dat 25 dezer in behandeling zal komen. Het luidde: De jaarwedde der leden van Ged Staten behoort zoo te zijn dat ook een lid. dat geen inkomen heeft uit anderen hoofde, kan leven overeenkomstig het gewicht van het ambt. De thans geldende jaarwedde kan als vol doende worden beschouwd. De eer van het ambt brengt echter mede, dat een lid van Ged. Staten, dat reeds an dere inkorhsten heeft, een evenredig min dere jaarwedde behoort te genieten. Het genieten der jaarwedde, terwijl en voor zoover de gedeputeerden pensioen als oud-wethouder of pensioen ter zake van een dergelijk openbaar ambt genieten, is be paald stuitend. En niet minder het genieten van pensioen als oud-lid van Ged. Staten, voordat men 65 jaar of terwijl men, 65 jaar of ouder zijnde, genoegzame andere inkom sten heeft. Dit alles behoort met spoed te worden af geschaft. Daarbij moet worden overwogen, welk bedrag van het aldus in strijd met de eer van het ambt genotene bij voorbeeld het geen na 1 Januari 1931 is ontvangen, voor terugbetaling in aanmerking komt. De Staten besluiten deze meening ter ken nis te brengen van de Staten Generaal en mitsdien tot de Staten-Generaal een adres te richten met verzoek het vorenstaande ter harte te nemen en dragen aan Ged. Staten op, inmiddels met den meesten spoed een verordening bij de Prov. Staten in te dienen, waarin met voren staande, voorzoover met de geldende wets bepalingen vereenigbaar, is belichaamd. Vredesconferentie te Buenos Aires begonnen. B-JENOS AIRES, 2 Juli cA.N.P.) Gister- middag is de vredesconferentie ter beëindiging van den oorlog in den Gran Chaco in de Witte Zaal van het regeeringspaleis te Buenos Aires door den Argentijnschen president generaal Justo plechtig geopend. De aanwezigheid van zes Zuid-Amerikaan- sche ministers van buitenlandsche zaken ver leende de conferentie een beteekenis van wij dere strekking dan haar eigenlijke doel. Zij zal er naar streven niet slechts den oorlog in den Gran Chaco te beëindigen doch ook nieu we vormen te ontwikkelen voor het behoud van den vrede en de internationale samen werking in Zuid-Amerika. Scheuring bij de Fransche radicaal-socialisten? PARIJS, 2 Juli (A.N.P.) In welingelichte kringen verwacht men. dat dc morgen te hou den bestuursvergadering der radicaal-socia listische partij zoo niet tot een breuk van Herriot met de partij, dan toch tot zijn aftre den als voorzitter der partij zal kunnen leiden. Naar de „Echo de Paris" mededeelt is Herriot er ten zeerste over verstoord, dat Daladier in een vergadering van het Volksfront namens de radicaal-socialisten heeft gesproken en deze in zekeren zin politiek heeft vastgelegd, hoewel de partij hem. Herriot, als garant voor een loyale houding jegens de regeering in het ka binet heeft doen zitting nemen. Een ander blad, de Oeuvre, spreekt ervan, dat de huidige ministerraad zich eveneens zal bemoeien met de kwestie en haar eventueele gevolgen. De Oeuvre gelooft, dat Herriot. in dien hij thans niet aftreedt, zich tot in het najaar voor het voorzitterschap der partij niet meer zal laten candidaat stellen. Neutralisatie van Oostenrijk? PARIJS, 2 Juli. Het blad Le Jour geeft een bericht uit Londen weer, volgens hetwelk in diplomatieke Engelsche kringen groote aandacht besteed wordt aan een niet-offici- eel Oostenrijksch denkbeeld, dat het Tsjecho- Slowaaksche voorstel eener neutralisatie van Oostenrijk, naar Zwitsersch voorbeeld, te berde brengt. In officieele Engelsche kringen verklaart men, dat Engeland wel bereid is alle pogingen tot ontspanning van den toestand in centraal- Europa te bevorderen, maar geen verplich tingen op zich kan nemen, welke een militaire interventie zouden meebrengen. Steeds grooter, steeds zwaarder bewapend. Nu Amerika aan de spits. En het einde? LONDEN, 2 Juli (A.N.P.) De marine-mede werker van de Daily Telegraph verneemt van welingelichte Amerikaansche zijde, dat de ontworpen nieuwe slagschepen der Ver. Sta ten aan gevechtssterkte alle tot nog toe be staande oorlogsschepen zullen overtreffen en in het bijzonder de schepen uit de Nelson- klasse, de sterkste Britsche slagschepen, in de schaduw stellen. Terwijl de Nelson met negen kanonnen van zwaar kaliber is uitgerust, zullen de Amerikaansche slagschepen uitgerust zijn met twaalf kanonnen met hetzelfde kaliber maar met grootere draagwijdte. Bovendien zullen nog een aantal kleinere kanonnen de vlootbewapening versterken. De marine-medewerker van de Daily Tele graph verklaart, dat ook Groot-Brittannie voornemens is in .1936 den bouw van slagsche pen te hervatten. De vlootuitbreidingsvacan- tie, die een gevolg was van het verdrag van Washington is reeds ten einde, want in Frankrijk is opdracht gegeven voor den bouw van twee slagschepen, elk van 35000 ton en twee slagschepen elk van 26500 ton, terwijl Italië twee slagschepen elk van 35000 ton op stapel heeft gezet. VERKEERSWEGEN VAN 60 METER BREED? NEW-YORK, 1 Juli (A.N.P.) De te New- York wonende democraat William F. Brun- ner heeft voorgesteld dwars door de Ver- eenigde Staten twee verkeerswegen aan te leggen van 60 M breedte. Brunner is van meening, dat voor dit groote project gelden moeten worden beschikbaar gesteld uit het werkverschaffingsfonds. Brunner stelt zich voor het plan binnenkort aan president Roo sevelt ter goedkeuring voor te leggen. De wegen zouden loopen van Maine naar Florida en van Californië naar Washington. WEGMISDADIGERS. KNOCKE, 2 Juli (A.N.P.) In deze ge meente is het 13-jarig dochtertje van den heer Biesman uit Westkapelle door een Ne- derlandsche auto aangereden en gedood. De automobilist reed na het ongeluk door in de richting van de Nederlandse1"". ~"?ns, zonder zich om het slachtoffer -te bekommeren, De gebroeders Key zijn gedaald. Na ruim 27 dagen in de lucht te zijn geweest. NEW-YORK, 2 Juli. (A.N.P.) Uit Meridian wordt gemeld, dat de beide Amerikaansche vliegers de gebroeders Key gisteravond om 20.05 uur na een ononderbroken verblijf in de lucht van 27 dagen 5 uur en 33 minuten zijn geland, tengevolge van het ongunstige weer. Niettemin hebben zij het werelduur record met ongeveer drie dagen verbeterd. Rusland protesteert tegen grensschendingen. MOSKOU, 2 Jui (A.NJP.) Li verband met de eenige dagen geleden gemelde incidenten aan de Mandsjoerijsch-Russische grens heeft de Russische gezant te Tokio Yoercneff in opdracht van zijn regeering een nota over handigd aan den Japanschen minister van buitenlandsche zaken Hirota, waarin in scherpe bewoordingen wordt geprotesteerd tegen de houding van de Japansche en Mandsjoerijsche autoriteiten. De nota somt een groot aantal grensschendingen op en zegt tot slot: „De Sovjet-regeering hoopt, dat de Japansche regeering thans snelle en krachtige maatregelen zal nemen om het provoceerende optreden van de plaatselijke militaire autoriteiten van Japan en Mands- joekwo den kop in te drukken". Tokio verontwaardigd. TOKIO, 2 Juli (A.N.P.) De protestnota, werd in Tokio in het geheel niet verwacht. Hirota. de minister var. buitenlandsche zaken, aanvaardde het protest eerst nadat eenige punten waren gewijzigd. Het Japan sche ministerie van buitenlandsche zaken wacht nog met het bepalen van zijn houding, daar men een rapport over de gebeurtenis sen uit Hsingking verwacht. Evenwel wordt via het- agentschap Rengo van officieele zijde verklaard, dat de inci denten hun oorzaak vinden in de gebrek kige vaststelling van de grenslijn en der halve een nauwkeurige grensafbaker.ing de voornaamste taak voor de toekomst is. Het feit, dat de nota gelijktijdig met de overhandiging te Tokio ook te Moskou is gepubliceerd, wordt hier als een onvriende lijke propagandistische daad opgevat. Japan zal hierop ook nog uitdrukkelijk wijzen. Blijkbaar had, naar hier wordt aangenomen, de Sovjet-regeering ten doel de aandacht van den moeilijken toestand in het Westen naar het Verre Oosten af te leiden. Het Ja pansche mi: van buitenlandsche za ken zal in ie val een duidelijk ant woord geven.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1935 | | pagina 7