Een Elf landen, tocht
Doek in een ftoemeffcew» daoc denetnaelttn.
zonder dat wij het behoefden te vragen, aan'
om mee te rijden, wat natuurlijk dankbaar
aanvaard werd.
Zoo 'toerden wij dan, in de kattebak van een
Chrysler, vastgestopt tusschen onze bagage
met mijn donzen slaapzak om ons heen voor
de warmte, door het nachtelijke Seeland, Zoo
nu en dan schrokken wij wakker, wanneer
onze hoofden wat erg hard tegen elkaar bons
den, maar lang duurde deze slaappartij niet,
want de nieuwe dag vertoonde zich al. De
groene weiden verloren hun grauwe schijn.
De boomen werden meer dan en kei en alleen
donker, dreigende schaduwen en hier en daar
schemerden de witte muren en roode daken
der huizen tusschen het groen.
Bij Roskilde, de oude bisschopstad, is het al
heelemaaal licht geworden. De fijn toegepunte
torens van de domkerk steken spits in den
morgenhemel. Eindelijk naderen wij ook de
eerste huizen van Kopenhagen. Het is helder
dag geworden. Om half vier stappen wij ons
hotel binnen. Elf en een half uur zijn wij bezig
geweest over een afstand van nog geen drie
honderd kilometer. In mijn portemonnaie
brandt mij het ongebruikte sneltrein toeslag
biljet! B. C. J. GROENEVELT
Communistisch verzet tegen toelating
der N.S.B.
Marktplein in Odense, de geboorteplaats van Andersen.
in.
Het zou wel erg gemakkelijk zijn, wanneer
een mensch domweg als een machine kon wer
ken: kolen erin en dan gaat hij weer vooruit.
Een mensch heeft nu eenmaal op zijn tijd rust
noodig en zeker wanneer er wat aan het be
wegingsmechaniek mankeert.
Zoo moest ik dus mijn mooie plannetje om
nog eens door het Deensche land te fietsen
opgeven en was aangewezen op den trein.
Dat klinkt zoo heelemaal niet erg. Het gaat
vlug en gemakkelijk. Je stapt maar in en een
paai' uur later stap je in Kopenhagen weer
uit. Ik geloof dat de heele afstand niet meer
dan 270 K.M. is.
Tezamen met mijn Deensch-Duitschen vriend
toog ik dan opweg om mijn fietstocht per trein
voort te zetten. De fiets werd netjes afgeleverd,
de biljetten gekocht en den sneltrein toeslag
•betaald. Die sneltreintoeslag is iets speciaals
van de Scandinavische landen. Alle treinen
boemelen geweldig, de sneltreinen alleen wat
minder en daarom kosten zij extra. Ditmaal
echten was mij deze extra uitgave wel de
moeite waard. Immers sinds 15 Mei is de
nieuwe brug over de Kleine Belt geopend. De
trots van heel Denemarken! De brug die ieder
gezien moet hebben, waarover iedereen spreekt
enwaarover iedereen gelachen heeft.
Want lachen kunnen de Denen en zeker wan
neer er reden voor is, zooals hier het geval
was.
Tegelijkertijd met de opening van de nieuwe
brug, welke op ministerieel bevel twee maan
den vroeger plaats vond, dan was vastgesteld,
werd ook een geheel nieuw spoorwegboekje in
gebruik genomen. Aan zooiets moet het per
soneel eerst wennen, dat bleek maar spoedig
genoeg! Doch niet alleen dat functioneerde
matig, maar de nieuwe brug en vooral het
nieuwe station bij Freüericia gedroegen zich
uitermate slecht. Voor het oog leek alles zoo
mooi. Temidden van de groene heuvelen van
Jutland en Fynen rezen hoog de forsche pijlers
en in strakke sterke lijnen strekte zich de
brug uit over het water van de Kleine Belt.
Maar ach, alles werd electrisch bediend. Vlug
en nauwkeurig.
Zoo kwam dus, na hard zwoegen, de dag der
feestelijke opening. Juichend werd de nieuwe
brug in gebruik genomen. De treinen reden
erover en alles zou goed gegaan zijn, had men
niet juist één kleinigheid vergeten en wel de
electrische geleidingen naar de wissels! Het
werd een chaos. De veel geroemde „lyntog"
bliksemtrein, waarvoor zoo'n reclame was ge
maakt, de dieseltrein van Denemarken, werd
het lachsucces van het jaar. Vele uren te laat
kwam de „bliksem" in Kopenhagen aan. Ein-
delooze opstoppingen rondom het nieuwe sta
tion te Fredericia; honderden woedende pas
sagiers die op koffers kampeeren moesten tot
de trein kwam.
Iedere machinist zorgde maar voor zijn
eigen trein: Locomotieven raakten verloren.
Ja, zoo gebeurde het zelfs dat één locomotief
spoorloos verdween! Eenvoudig weggevaagd
was zij en haar machinist zocht dagenlan;
vruchteloos, totdat zij eindelijk teruggevonden
werd aan de Deensche westkust, waar men
haar voor een lokaaltreintje naar Esbjerg ge
spannen had!
Onbewust van al deze gebeurtenissen spoor
den wij rustig en vooral kalm, overal stop
pend, door Jutland. De gele brem bloeide in
eindeloozen overvloed langs de baan en zoo
nu en dan was er een vergezicht over de
glooiende groene hellingen, waar de bruine
koeien rustig graasden of lagen te herkauwen.
Aan den horizon lagen donker de heuvelen
van Oost-Jutland, begroeid met beukenbos-
schen. Bij Kolding even een glimp van de zee.
Zeiljachten scheren over de baai en de zon
schittert op hun witte zeilen. Kort daarna zijn
wij in Fredericia.
Het was vol. We sjouwen met onze bagage
door het nieuwe station, naar het perron.
De .ferug- Éffiör de -KlemeuBelk
waar de bliksemtrein moet afgaan. Daar is
het nog voller! Tevreden denken wij aan
onzen sneltrein toeslag tot een kennis van
mijn reisgenoot ons uit onzen zelfvoldanen
toestand opwekt. Wat! Wij hebben geen
plaats besproken? Algemeene ontsteltenis.
Je moet plaats bespreken in den bliksem
trein. De toeloop is zoo enorm! Woedend
rennen wij over perrons, door tunnels en
weer over perrons. Klampen chefs en sta
tionchefs aan. Oreeren in alle voorhanden
zijnde talen. Klagen, bedreigen, jammeren
en schelden, het geeft niets. De trein is uit
verkocht. Zelfs mijn Engelsch, dat anders
altijd een wonderdadige uitwerking heeft,
blijkt niet voldoende om deze potentaten,
die over het wel en wee van hun passagiers
beschikken, te vermurwen.
Wij kunnen bij den trein probeeren of er
nog plaats is en anders moeten wij met den
boemeltrein verder naar Kopenhagen, 't Is
niet erg aanlokkelijk om 1 uur 's nachts daar
aan te komen. Dus probeeren wij het uiter
ste, draven weer over lange perrons, door
gangen en tunnels; terug bij onze bagage
kunnen wij kalm uitrusten, de trein is toch
te laat. 2 Minuten, 5 minuten, 10 minuten,
een kwartier. Nog steeds laat de roode die
seltrein op zich wachten. Eindelijk na 20 mi
nuten verschijnt hij. Er komt beweging in
de massa, iedereen maakt zich op toch nog
een plaatsje te vinden. Tevergeefs! 'Onver
biddelijk staan de conducteurs naast de
nauwe ingangen. Het lijkt wel de entree van
een schouwburg; alleen toegang op vertoon
van plaatsbewijs. Er is geen schijn van kans.
Mismoedig sleepen wij ons hébben en hou
den boemeltreinwaarts en persen ons daar
naar binnen, want ook deze trein had een
vreemd uitpuilend karakter verkregen. Met
veel moeite ontdekten wij nog twee plaatsen
en zetten onzen lijdensweg voort.
Even buiten Fredericia rent alles naar de
raampjes, perst, duwt en dringt om het won
derwerk .te aanschouwen en een steunend
„ah" weerklinkt langs de -rijen, als de brug
zich in een bocht aan onzen blik vertoont.
Het moet een trotsch gevoel zijn voor die
honderden Denen dit enorme bouwwerk te
zien en er over te rijden. Er ligt een dubbel
spoor, dan komt de rijweg ongeveer twee
wagens breed en daarnaast is een trottoir.
Stil en verlaten liggen links van ons de aan
legplaatsen der oude ponten van Fredericia
naar Middelfart op Fynen. Ik herinner mij
nog hoe ik 4 zomers geleden op een avond
met die pont over voer naar Fredericia, toen
was het water der Kleine Belt nog niet be
dwongen door menschenhanden. Maar wel
torenden reusachtig hoog de pijlers op het
land de lucht in. Als een mier voelde je je
vergeleken bij dit giganten werk. Nu lijkt
het alles niet meer zoo groot, zoo enorm,
wanneer wij voortrijden daar hoog in de
lucht, tusschen hemel en aarde, terwijl diep
onder ons de schepen doorvaren.
Al boemelend rijden wij zoo tevreden over
Fijnen den vallenden avond tegemoet. Wij heb
ben ons bij het onvermijdelijke neergelegd.
Totdat een nieuw onheil tot ons doordringt:
deze trein gaat heelemaal niet tot Kopenha
gen! Hij gaat maar ttot Nyborg. Wanhopig
sjouwen we door wandelgangen, wenden ons
tot een conducteur. Ja, tot Nyborg, niet ver
der. Maar is er dan geen aansluiting? Het
spoorboekje te voorschijn gehaald, bestudeerd,
met een geleerd gezicht bekeken en doorge
bladerd. Ha, hij schijnt wat gevonden te heb
ben. Over zijn lippen orakelen eenige woorden.
Hum, er was een soort aansluiting, om dien
en dien tijd.
Als wij vragen of hij er zeker van is, ver
liest hij zijn zekerheid heelemaal. De Deen
sche spoorwegen doen nu eenmaal vreemd op
het oogenblik. Een ander, met hetzelfde spoor
wegboekje, verwerpt onze nieuw veroverde
trein geheel. Onverbiddelijk: er is geen aan
sluiting. Nummer drie weet heel bepaald, dat
er om 11 uur 's avonds een sneltrein gaat van
Odense. Een nieuwe lichtpunt. Andersen's ge
boortestad zal uitkomst brengen.
Van verre zien wij den nieuwen uitzichtto
ren al. Meer dan twee honderd meter boven
den zeespiegel is de top van dezen toren, ge
bouwd uit buizen, zooals bij dén bouw der
Kleine Beltsbrug gebruikt werden.
Doch ook Odense brengt geen redding, die
sneltrein bestond ook al niet. Het wordt zoo
langzamerhand een tragedie.
's Avonds om 10 uur staat een troepje woe
dende passagiers in het nachtelijk grauwe
station van Nyborg. Wij schijnen aan het
eind van de wereld gekomen te zijn. Kopen
hagen op 100 K.M. afstand is onbereikbaarder
dan ooit. Er is niet eens een veer over de
Groote Belt. Ook hier weet men op het station
niet veel te vertellen. Alleen dat er 11/2 uur
later een verbinding naar Korsör zal zijn.
Wij besluiten zelf ons licht op te steken bij
de ponten. Ook daar een algemeene onkunde
en wij zijn net besloten weg te gaan, als het
blijkt, dat weldra een auto veer over zal gaan.
Wij vragen naar een verbinding van Korsör
naar Kopenhagen. Om drie uur 's nachts gaat
er een boemeltrein, nu is het nog geen elf!
Wanneer die pont geen redding brengt zijn
wij verloren. Als er nu toch maar een auto op
is naar Kopenhagen, waar men plaats voor ons-
heeft. Gestrande vreemdelingen helpt men
wel, wanneer het mogelijk is. Ach, de vangst
is.droevig. De pont voer af met ons beiden en
il auto. Maar hier was het geluk ons voor het
eerst gunstig. Die auto ging naar Kopenhagen
en»-na een kort gesprek, bood men ons, zelfs
Jangse Kiang buiten haar
Duizenden huizen onder water.
Uit Sjanghai: Nabij Hankou hebben de wa
teren van de Jangtse Kiang een nog niet vol
tooiden dijk vernield, waardoor meer dan
300.000 morgen land werden overstroomd en
duizenden huizen onder water werden gezet.
Omtrent het aantal dooden is nog niets be
kend.
Een brug in een der voorsteden van Hankou
is weggesleurd. In Oost-Hopei is het auto- ei
spoorwegverkeer gestremd. Nabij Woehoe be
reikte het water zijn höogsten stand sedert
drie jaar en de toestand is hier zeer precair.
De vier voornaamste rivieren van de pro
vincie Hopei zijn meer dan zes meter gestegen.
Ook in Kwantoeng en Tsjing Kiang zijn
door den sterken regenval de rivieren gewas
sen en buiten de oevers getreden. (Reuter).
VERDWIJNT MAX BAER UIT DEN RING?
NEW-YORK, 2 Juli (A.N.P.) Het is zeer wel
mogelijk, dat de oud-wereldkampioen boksen
Max Baer niet meer in den ring zal verschijnen
daar het de dringende wensch van zijn jonge
vrouw, Mary Sullivan is, dat hij niet langer in
wedstrijden zal uitkomen.
Het provinciaal personeel in
Noord-Holland.
Adres inzake invoering van standplaats
aftrek.
Men schrijft ons:
Zooals reeds is gemeld, hebben Gedeputeer
de Staten van Noordholland aan Provinciale
Staten voorgesteld om in de salarisregeling
voor het provinciaal personeel in dit gewest
den standplaatsaftrek in te voeren en wel in
dier voege, dat voor de gemeenten, welke in
de 2e, 3e en 4e klasse van bijlage E van het
Rijksbezoldigingsbesluit zijn ingedeeld, een
aftrek zal gelden van 2, 4 en 4% voor de amb
tenaren en van 3, 6 en 9% voor de werklieden,
Dit voorstel, dat onder het provinciaal per
soneel groote teleurstelling en verwondering
heeft gebaard, vooral omdat zijn salaris per
Maart j.l. over de geheele linie opnieuw zeer
beduidend is verlaagd, heeft de onrust en het
gevoel van onzekerheid, dat door de elkaar in
snel tempo opvolgende verlagingen en verder
verslechteringen is ontstaan, onder dit per
soneel vergroot.
Het hoofdbestuur der Vereeniging van Pro
vinciaal personeel in Noordholland heeft dezer
dagen terzake een adres tot Provinciale Staten
gericht. Daarin wordt gewezen op het feit, dat
het personeel sinds Januari 1933 en dus in no
slechts ruim 2 jaar met ten minste 20%, doch
veelal in nog veel grootere mate (overgangs
bepalingen inbegrepen, doch het niet meer
toekennen van vacantietoelagen buiten be
schouwing gelaten) in salaris is achteruit ge
gaan, dat als gevolg van een en ander het
geldelijk evenwicht in belangrijke mate
verstoord en de salarieering, gelet ook op de
zeer matige rangbezetting, over het algemeen
reeds nu gekomen is beneden de grenzen van
billijkheid en voldoende geldelijke waardee
ring. Er was dus alle aanleiding aanwezig voor
de veronderstelling, dat het provinciaal per
soneel thans tenminste te dien aanzien een
periode van rust zou ingaan.
Na de gronden te hebben aangevoerd, waar
om invoering van standplaatsaftrek in het
algemeen onjuist wordt geacht, wordt gewezen
op de bezwaren, welke voor de invoering daar
van in den voorgelegden vorm wel in het bij
zonder voor Noordholland gelden.
Het personeel van het Provinciaal Zieken
huis „Duinenbosch" zou bijv. door een grooter
percentage (resp. 4 en 6%) worden getroffen
dan dat te Bloemendaal (resp. 2 en 3%), ter
wijl toch het feit, dat voor het inwonend per
soneel aan beide inrichtingen een gelijk be
drag voor kost en inwoning en verpleeggeld
is bepaald, er op wijst, dat in beide betreffen
de gemeenten in dat opzicht geen verschil in
uitgaven bestaat.
Een belangrijk deel van het personeel van
het Ziekenhuis te Bloemendaal is woonachtig
in naburige gemeenten, waarvoor geen aftrek
geldt, omdat men in de eigen standplaats niet
beschikt over passende woningen en men daar
bovendien duurder zou leven. Dit personeel
dreigt dus door den standplaatsaftrek te wor
den getroffen, omdat het als standplaats heeft
een gemeente, die wel voor aftrek is aange
wezen, terwijl het daarentegen woont en leeft
in een gemeente, waarvoor die aftrek niet
geldt.
Dezelfde omstandigheid doet zich voor ten
aanzien van het personeel der provinciale be
drijven, werkzaam op de hoofdbureaux te
Bloemendaal, welke bureaux, niet uit hoofde
van een provinciaal belang, doch louter door
toevallige omstandigheden, in Bloemendaal
zijn gevestigd in plaats van in Haarlem, den
zetel van het Provinciaal Bestuur, en de woon
plaats van zeker 90% van bedoeld personeel.
Speciaal ten opzichte van het personeel, dat
Bloemendaal tot standplaats heeft, is de voor
gestelde maatregel wel in hooge mate onbillijk,
omdat bij Koninklijk Besluit van 29 Maart
1935 no. 86 de gemeente Bloemendaal voor de
heffing van de personeele belasting in de 4e
klasse is ingedeeld en dus met Haarlem is ge
lijk gesteld, terwijl de rangschikking van
eerstgenoemde gemeente in bijlage E van het
Rijksbezoldigingsbesluit in de 2e en Haarlem
in de le klasse tot dusver ongewijzigd is ge
bleven en dus niet gelijktijdig veranderd is in
le klasse.
Aan Provinciale Staten wordt dan ook ver
zocht om na overweging van het vorenstaan
de en van het door de C. C. v. G. O. met alge
meene stemmen ter zake uitgebrachte advies
zich in afwijzenden zin uit te spreken omtrent
de invoering van standplaatsaftrek, dan wel
Gedeputeerde Staten uit te noodigen alsnog
1 met de Regeering in overleg te treden om
trent uitstel van de behandeling dezer aan
gelegenheid tot de tweede gewone zitting van
dit jaar, en inmiddels een regeling van den
standplaatsaftrek te ontwerpen, welke met
de in Noordholland heerschende toestanden
.volledig rekening zou houden.
Nieuwe Provinciale Staten
vergaderden voor 't eerst.
Voorstel der N.S.B. over salarissen
van Gedeputeerden.
WOENSDAG 3 JU tl 1935
De nieuwe Provinciale Staten zijn Dinsdag
morgen voor 't' eerst bijeengekomen onder
voorzitterschap van den commissaris der Ko
ningin in Noord Holland. Jhr. Mr. Dr. A.
Röell.
De ingestelde commissies tot onderzoek dei-
geloofsbrieven adviseerden tot toelating van
alle leden.
De heer S e e g e r s (communist) protesteer
de daarop tegen toelating der vertegenwoor
digers der Nationaal Socialistische Beweging.
Volgens hem is dit in strijd met de ware de
mocratie. „Dezen Hitler-agenten is het er
slechts om te doen, de arbeidersklasse op bloe
dige wijze te onderdrukken".
De voorzitter antwoordde dat de
stukken voldoen aan de wet. Hiertegen is geen
bezwaar gemaakt, zoodat alle leden worden
toegelaten na de aflegging van eed, verklaring
en belofte.
De voorzitter sprak daarna een rede uit,
waarin hij o.m. zei:
,Ik wensch u geluk met het voorrecht deel
te nemen aan de met de jaren gewichtiger
wordende werkzaamheden en hoop, dat ge in
de vierjaaiiïjksche periode, die wij zijn inge
treden, zoowel tot heil van de provincie als tot
eigen voldoening moogt werkzaam zijn.
De verkiezingen hebben in de samenstel
ling van de Staten ditmaal groote wijziging
gebracht. Een geheele fractie (Weiss) is ver
dwenen, nieuwe politieke partijen hebben hun
intrede gedaan.
Ik durf mij te vleien met de gedachte, dat
ook in de toekomst de atmosfeer van onder
ling begrijpen en waardeeren. van eerbiedi
ging van de overtuiging van anderen, niet zal
worden verstoord, en dat ook de meest uiteen-
loopende gevoelens en uitingen aan de een
drachtige bevordering van het welzijn dei-
provincie niet zullen in den weg staan.
Tw ee en twintig leden hebben voor het
eerst hun intrede in de Staten gedaan.
Slechts vier hunner zijn ten offer gevallen
aan den politieken strijd; van de achttien
overigen stond het reeds vóór de verkiezingen
vast, dat zij van de nieuwe Staten geen deel
meer zouden uitmaken.
Tot deze laatste groep behoorde ook de
sympathieke figuur van Mevrouw Aukes
Thinners, die gedurende zestien jaren een
sieraad van de Staten is geweest, waarin zij
met volle overtuiging opkwam voor de zaken,
die haar dierbaar waren. Gaarne had men
haar de welverdiende rust gegund, die de
kroon zou hebben gezet op een werkzaam
even.
Slechts enkele weken geleden is mevrouw
Aukes de eeuwige rust ingegaan en blijft ons
slechts haar nagedachtenis over, waaraan ik
het een eervolle plicht acht eerbiedige hulde
te brengen.
Een woord van dankbare erkenning van de
verdiensten der afgetreden leden mag ik
evenmin achterwege laten.
De heer N. Dekker mag niet ongenoemd blij
ven, die langer dan twintig jaren een voor
aanstaande plaats in de Staten innam. Op
menuig gebied (land- en tuinbouw, waterstaat,
bedrijven), was de heer Dekker een man van
gezag. Dit kan ook worden gezegd van het
oudste lid der Staten in de vorige samenstel
ling, den heer Ketelaar, die gedurende 30
jaren, waarvan li jaar als Gedeputeerde, zijn
kennis en ervaring in dienst van de privincie
heeft gesteld. Een veteraan als de heer Kete
laar, wordt in een lichaam van veelkleurige
schakeering als onze Staten slechts noode
gemist.
Speciaal zij het mij veroorloofd de beide
afgetreden leden Gerhard en Verschure te
herdenken, d-ie, zich door hun werkzaamheid
in het college van Gedeputeerden groote
aanspraak op den dank der provincie heb
ben verworven, De heer Verschure heeft ge
durende zes, de heer Gerhard gedurende ne
gentien achtereenvolgende jaren in het col
lege zitting gehad.
De jaren hebben hun geest niet uitge-
bluseht. Moge dit nog menig jaar zoo blijven
waarin zij met voldoening op hun arbeid
in de staten van Noord-Holland mogen te
rug zien.
Hierna deed de voorzitter mededeeling van
enkele ingekomen stukken, wo. er een was
van de N.SJ3., dat 25 dezer in behandeling
zal komen.
Het luidde:
De jaarwedde der leden van Ged Staten
behoort zoo te zijn dat ook een lid. dat geen
inkomen heeft uit anderen hoofde, kan leven
overeenkomstig het gewicht van het ambt.
De thans geldende jaarwedde kan als vol
doende worden beschouwd.
De eer van het ambt brengt echter mede,
dat een lid van Ged. Staten, dat reeds an
dere inkorhsten heeft, een evenredig min
dere jaarwedde behoort te genieten.
Het genieten der jaarwedde, terwijl en
voor zoover de gedeputeerden pensioen als
oud-wethouder of pensioen ter zake van een
dergelijk openbaar ambt genieten, is be
paald stuitend. En niet minder het genieten
van pensioen als oud-lid van Ged. Staten,
voordat men 65 jaar of terwijl men, 65 jaar
of ouder zijnde, genoegzame andere inkom
sten heeft.
Dit alles behoort met spoed te worden af
geschaft. Daarbij moet worden overwogen,
welk bedrag van het aldus in strijd met de
eer van het ambt genotene bij voorbeeld het
geen na 1 Januari 1931 is ontvangen, voor
terugbetaling in aanmerking komt.
De Staten besluiten deze meening ter ken
nis te brengen van de Staten Generaal en
mitsdien tot de Staten-Generaal een adres te
richten met verzoek het vorenstaande ter
harte te nemen
en dragen aan Ged. Staten op, inmiddels
met den meesten spoed een verordening bij de
Prov. Staten in te dienen, waarin met voren
staande, voorzoover met de geldende wets
bepalingen vereenigbaar, is belichaamd.
Vredesconferentie te Buenos
Aires begonnen.
B-JENOS AIRES, 2 Juli cA.N.P.) Gister-
middag is de vredesconferentie ter beëindiging
van den oorlog in den Gran Chaco in de Witte
Zaal van het regeeringspaleis te Buenos Aires
door den Argentijnschen president generaal
Justo plechtig geopend.
De aanwezigheid van zes Zuid-Amerikaan-
sche ministers van buitenlandsche zaken ver
leende de conferentie een beteekenis van wij
dere strekking dan haar eigenlijke doel. Zij
zal er naar streven niet slechts den oorlog in
den Gran Chaco te beëindigen doch ook nieu
we vormen te ontwikkelen voor het behoud
van den vrede en de internationale samen
werking in Zuid-Amerika.
Scheuring bij de Fransche
radicaal-socialisten?
PARIJS, 2 Juli (A.N.P.) In welingelichte
kringen verwacht men. dat dc morgen te hou
den bestuursvergadering der radicaal-socia
listische partij zoo niet tot een breuk van
Herriot met de partij, dan toch tot zijn aftre
den als voorzitter der partij zal kunnen leiden.
Naar de „Echo de Paris" mededeelt is Herriot
er ten zeerste over verstoord, dat Daladier in
een vergadering van het Volksfront namens de
radicaal-socialisten heeft gesproken en deze in
zekeren zin politiek heeft vastgelegd, hoewel
de partij hem. Herriot, als garant voor een
loyale houding jegens de regeering in het ka
binet heeft doen zitting nemen.
Een ander blad, de Oeuvre, spreekt ervan,
dat de huidige ministerraad zich eveneens zal
bemoeien met de kwestie en haar eventueele
gevolgen. De Oeuvre gelooft, dat Herriot. in
dien hij thans niet aftreedt, zich tot in het
najaar voor het voorzitterschap der partij niet
meer zal laten candidaat stellen.
Neutralisatie van Oostenrijk?
PARIJS, 2 Juli. Het blad Le Jour geeft
een bericht uit Londen weer, volgens hetwelk
in diplomatieke Engelsche kringen groote
aandacht besteed wordt aan een niet-offici-
eel Oostenrijksch denkbeeld, dat het Tsjecho-
Slowaaksche voorstel eener neutralisatie van
Oostenrijk, naar Zwitsersch voorbeeld, te
berde brengt.
In officieele Engelsche kringen verklaart
men, dat Engeland wel bereid is alle pogingen
tot ontspanning van den toestand in centraal-
Europa te bevorderen, maar geen verplich
tingen op zich kan nemen, welke een militaire
interventie zouden meebrengen.
Steeds grooter, steeds
zwaarder bewapend.
Nu Amerika aan de spits.
En het einde?
LONDEN, 2 Juli (A.N.P.) De marine-mede
werker van de Daily Telegraph verneemt van
welingelichte Amerikaansche zijde, dat de
ontworpen nieuwe slagschepen der Ver. Sta
ten aan gevechtssterkte alle tot nog toe be
staande oorlogsschepen zullen overtreffen en
in het bijzonder de schepen uit de Nelson-
klasse, de sterkste Britsche slagschepen, in
de schaduw stellen.
Terwijl de Nelson met negen kanonnen
van zwaar kaliber is uitgerust, zullen de
Amerikaansche slagschepen uitgerust zijn
met twaalf kanonnen met hetzelfde kaliber
maar met grootere draagwijdte. Bovendien
zullen nog een aantal kleinere kanonnen de
vlootbewapening versterken.
De marine-medewerker van de Daily Tele
graph verklaart, dat ook Groot-Brittannie
voornemens is in .1936 den bouw van slagsche
pen te hervatten. De vlootuitbreidingsvacan-
tie, die een gevolg was van het verdrag van
Washington is reeds ten einde, want in
Frankrijk is opdracht gegeven voor den bouw
van twee slagschepen, elk van 35000 ton en
twee slagschepen elk van 26500 ton, terwijl
Italië twee slagschepen elk van 35000 ton
op stapel heeft gezet.
VERKEERSWEGEN VAN 60 METER
BREED?
NEW-YORK, 1 Juli (A.N.P.) De te New-
York wonende democraat William F. Brun-
ner heeft voorgesteld dwars door de Ver-
eenigde Staten twee verkeerswegen aan te
leggen van 60 M breedte. Brunner is van
meening, dat voor dit groote project gelden
moeten worden beschikbaar gesteld uit het
werkverschaffingsfonds. Brunner stelt zich
voor het plan binnenkort aan president Roo
sevelt ter goedkeuring voor te leggen.
De wegen zouden loopen van Maine naar
Florida en van Californië naar Washington.
WEGMISDADIGERS.
KNOCKE, 2 Juli (A.N.P.) In deze ge
meente is het 13-jarig dochtertje van den
heer Biesman uit Westkapelle door een Ne-
derlandsche auto aangereden en gedood. De
automobilist reed na het ongeluk door in de
richting van de Nederlandse1"". ~"?ns, zonder
zich om het slachtoffer -te bekommeren,
De gebroeders Key zijn
gedaald.
Na ruim 27 dagen in de lucht te zijn geweest.
NEW-YORK, 2 Juli. (A.N.P.) Uit Meridian
wordt gemeld, dat de beide Amerikaansche
vliegers de gebroeders Key gisteravond om
20.05 uur na een ononderbroken verblijf in
de lucht van 27 dagen 5 uur en 33 minuten
zijn geland, tengevolge van het ongunstige
weer. Niettemin hebben zij het werelduur
record met ongeveer drie dagen verbeterd.
Rusland protesteert tegen
grensschendingen.
MOSKOU, 2 Jui (A.NJP.) Li verband met
de eenige dagen geleden gemelde incidenten
aan de Mandsjoerijsch-Russische grens heeft
de Russische gezant te Tokio Yoercneff in
opdracht van zijn regeering een nota over
handigd aan den Japanschen minister van
buitenlandsche zaken Hirota, waarin in
scherpe bewoordingen wordt geprotesteerd
tegen de houding van de Japansche en
Mandsjoerijsche autoriteiten. De nota somt
een groot aantal grensschendingen op en
zegt tot slot: „De Sovjet-regeering hoopt,
dat de Japansche regeering thans snelle en
krachtige maatregelen zal nemen om het
provoceerende optreden van de plaatselijke
militaire autoriteiten van Japan en Mands-
joekwo den kop in te drukken".
Tokio verontwaardigd.
TOKIO, 2 Juli (A.N.P.) De protestnota,
werd in Tokio in het geheel niet verwacht.
Hirota. de minister var. buitenlandsche
zaken, aanvaardde het protest eerst nadat
eenige punten waren gewijzigd. Het Japan
sche ministerie van buitenlandsche zaken
wacht nog met het bepalen van zijn houding,
daar men een rapport over de gebeurtenis
sen uit Hsingking verwacht.
Evenwel wordt via het- agentschap Rengo
van officieele zijde verklaard, dat de inci
denten hun oorzaak vinden in de gebrek
kige vaststelling van de grenslijn en der
halve een nauwkeurige grensafbaker.ing de
voornaamste taak voor de toekomst is.
Het feit, dat de nota gelijktijdig met de
overhandiging te Tokio ook te Moskou is
gepubliceerd, wordt hier als een onvriende
lijke propagandistische daad opgevat. Japan
zal hierop ook nog uitdrukkelijk wijzen.
Blijkbaar had, naar hier wordt aangenomen,
de Sovjet-regeering ten doel de aandacht
van den moeilijken toestand in het Westen
naar het Verre Oosten af te leiden. Het Ja
pansche mi: van buitenlandsche za
ken zal in ie val een duidelijk ant
woord geven.