BESTE VRIENDINNETJES
EN VRIENDJES.
RAYMOND'S LIST.
TOLLEN.
HET AARDAPPELSPEL.
Hoe gaat het jullie met het mooie weer?
Spelen jullie fijn in den speeltuin, in Velser-
beek of aan het strand? Zoo is de zomer dan
toch gekomen en kunnen we misschien in de
a s. zomervacantie van zon en buitenlucht
genieten. Speelt maar naar hartelust maar
weest bij alles voorzichtig, zoodat je geen on
gelukken krijgt.
Best ZONNESTRAALTJE. Dat je je
broertje een beetje aan het verwennen bent
kan ik me begrijpen, 't Is ook maar niet heer
lijk een schattig broertje te krijgen, wanneer
je altijd alleen bent geweest. Wat zal het fijn
gaan spelen met Bonzo en Bram. Is broertje
niet angstig voor het zwarte popje? Je kunt
nu ook met hem rijden. De buitenlucht is
goed voor hem. Maar bij dit alles, ook aan
mij denken hoor en me weer trouw schrijven
ondanks het mooie weer. Dag Zonnestraaltje
Best FOPPENMOEDERTJE. Zoo, heb je
het raadsel zoo moeilijk gevonden? Je hebt
het anders toch maar goed opgelost, ten
minste de uitkomst is goed. Alleen heb je ach
ter x is een lidwoord gezet: elk. Elk is ech
ter geen lidwoord. In dit geval had het een
moeten zijn. Ondanks deze fout is de uitkomst
toch goed omdat, zoowel e 1 k als e e n met een
e beginnen en we deze e in de oplossing noo-
dig hebben. Ja, je zus heeft van het strand
verteld. Jullie hebt fijn genoten zeg. Dag Pop-
pen moedertje!
Lief ELFJE. Meisjelief je hebt dezelfde
fout als je zus gemaakt. We kennen twee
soorten lidwoorden n.l. bepaalde en onbe
paalde lidwoorden. De bepaalde lidwoorden
zijn de en het, het onbepaalde lidwoord is
een. Wat is je vader knap zeg. Wel prettig
zoo'n dag aan het strand met een tent dié
bescherming biedt tegen de al te felle zonne
stralen. Veronika vond het zeker wel pret
tig met jullie mede te mogen, 'k Wensch je
je nog heel veel genoegen. Dag Elfje.
Beste MOEDERS HULP. Zeg, ben je bij
„De Jongste" in de leer gegaan? 'k Vind het
leuk hoor en zal je briefje aan het eind der
rubriek laten afdrukken. Misschien willen an
dere rubriekertjes ook hun kunst eens be
proeven. De oplossing van het raadsel is er
zeker bij ingeschoten. Was Kaboutertje niet
blij met het zeilscheepje dat hij als prijs ge
kregen heeft? 'k Geloof van wel. Hij keek zoo
echt verrukt, toen ik hem het prijsje gaf. Dag
Moeders-Hulp.
Lief KEUKENPRINSES JE. Ja zeker, ik
vind het heel prettig dat je me iedere week
trouw, schrijft. Je doet al precies als zooveel
andere kinderen.Je, -gaat Zaterdags gauw
naar huis om de briefjes te kunnen lezen.
Maar weet je wat ik ook zoo grappig vind Dat
zooveel dames die ik ken, met plezier de ru
briek lezen. Een dezer dagen zei een dame me
weer „ik lees altijd de briefjes die U aan de
rubriekertjes schrijft", 'k Wist wel dat het
prijsje je veel plezier zou verschaffen. L.l.
Woensdag heb ik je broertje gelukkig gemaakt
met een prijs. Kranig dat je nu met drie bal
len kunt ballen, 'k Wensch je a s. Maandag
veel plezier tijdens je schoolreis. Het dieren
park heet „Ou we hands dierenpark". Dag Keu
kenprinsesje.
Best VLIEGENIERTJE. M'n kaart heb je
dus ontvangen. Hoe was het Zondag in Vel-
serbeek? Zeker heel erg druk. Over een poosje
eet je dus aardappelen uit eigen tuin. Wat
zullen die fijn smaken. Je briefje aan mij ge
richt is dit keer wel wat erg kort, maar toch
heb ik liever een kort, dan heelemaal geen
briefje van je. Dag Vliegeniertje.
Lief ROODKAPJE. Je bent van harte
welkom oud-leerlingetje en oud-clublid. Je
schuilnaam vind ik uitstekend. Maartje V. is
je vriendin? Leuk zeg. Dan kunnen jullie van
den winter samen naar het Woensdagmiddag
clubje gaan. Dag Roodkapje.
Lief KABOUTERTJE. Vertel me in je
volgend briefje maar eens hoe je je prijs vindt
en of je er al mede gespeeld hebt. 'k Vind het
anders heel gewoon dat je op school, als al
tijd, moet leeren wanneer één of meer klas
sen uit zijn. Wat zou jij dan willen doen? Neen
vriend nu mopperde je voor niets. Maar die
mopperbui zal wel spoedig overgedreven zijn,
daar ben ik niet bang voor. Dag Kaboutertje.
Lief GOUDSBLOEMPJE. Je verjaardag
moet je me één week van te voren opgeven,
dan heb ik gelegenheid je in de Verjaardagen
rubriek te plaatsen. Trijntje en Wietske zijn
nog niet lang vriendin met je wel? Zeker pas
sinds ze op de Julianaschool gaan? Prettig
voor je dat je lid van I. V. H. bent. Je kunt
in den tuin echt fijn spelen. Dag Gouds
bloempje.
Best ASTERTJE. Je hebt dus 1.1. Zondag
met je vader, zus en broers een flinke wande
ling gemaakt. Was je 's avonds niet erg ver
moeid? Het was Zondag juist zoo heel erg
warm. De weg naar het „Kopje van Bloe-
mendaal" is heel mooi en zeer schaduwrijk,
'k Ben er ook vaak heen gewandeld maar dan
vanuit Overveen. 'k Hoop dat je moeder te
Vlaardingen veel geniet. Dag Astertje.
Lief GOUDBLONDJE. Ja zeker, ik heb
wel eens opgezette vlinders gezien, w.o. bui-
tenlandsche die zeer groot waren. Je vraagt
of vlinders van bijen komen? Wel neen, Een
bij is een ander soort insect. De vlinders be-
hooren tot de orde der schubvleugeligen, de
bijen tot de orde der vliesvleugeligen. Bij
vlinders treft men een volledige gedaante
verwisseling aan. De vlinders leggen eitjes,
vaak tegen de onderzijden van bloem- of
koolbladen. Uit de gelegde eieren komen
rupsen, die zich te goed gaan doen aan de
bladeren, Na flink gegeten te hebben komt
de tijd van verpoppen. De rupsen verpoppen
zich. Later komen uit de poppen de vlinders.
Uit iedere pop één vlinder. We krijgen dus de
volgende volgorde: De vlinder legt eitjes, de
eitjes worden rupsen, de rupsen worden pop
pen. uit de poppen komen weer vlinders. Nu
maar goed onthouden hoor. 'k Vind het pret
tig vragen te ontvangen. De rubriek staat
voor de beantwoording altijd open.
Best ROZA FLUWEELTJE. Hoe gaat het
met je kleine zus? Ga je er wel eens mede
rijden? Heb je ook al last van de zon gehad?
'k Geloof dat de laatste dagen heel wat men-
schen gedeeltelijk door de zon verbrand zijn-
Je moet maar wat oppassen. Het is een pijn
lijke geschiedenis en bovendien voor de licha
melijke gesteldheid niet goed. Dat zal een
leuke kiek geworden zijn zeg. 'k Wensch je nog
veel plezier. Dag Roza Fluweeltje.
Lief DUINROOSJE. p-» Jc bent van harte
Raymond kwam achter het struikgewas van
daan en keek lang en ernstig in de zwarte
opening van de grot. Hij hijgde en zijn hart
klopte met wilde slagen: zweetdruppels pa
relden op zijn voorhoofd.
„Hè," mompelde hij. „Ik hoop, dat ik een
beetje meer geluk heb dan vader met het
vuurwerk. Maar," voegde hij er grijnzend' aan
toe, „het zou nog ongelukkiger voor me zijn,
wanneer de moederbeer in de grot was.'' Ray
mond was de vijftienjarige zoon van Grant
Long, die een groote fruitfarm had in de Kash
mir Vallei, aan den oever van de Ibelum rivier
Om Raymond een leuken verjaardag te geven
had zijn vader een groote kist met vuurwerk
voor hem in Engeland besteld. De kist was op
tijd gekomen; maar toen ze geopend werd,
bleek ze niets anders dan blikjes met Ben-
gaalsch vuur te bevatten. In 't geheel geen
voetzoekers of dergelijke dingen. Waarschijn
lijk was de verkeerde kist gezonden en mijn
heer Grant had zijn inlandsche bediende al
opdracht gegeven de kist weer dicht te maken
en terug te sturen. Het was een erge teleur
stelling geweest voor Raymond; maar hij was
er de jongen niet naar, om zich door zooiets
te laten beinvloeden. En niets beters te doen
hebbend, was hij de bergen in gegaan om een
jong beertje te vangen en het dan mee naar
huis te nemen om het te temmen. De zwarte
beren van het Himalaya gebergte zijn gevaar
lijk, als ze volwassen zijn. Maar jong ge
vangen, kunnen ze uitstekend gedresseerd
worden en worden het alleraardigste huisdie
ren. Reeds een geruime poos had Raymond
er zijn hart op gezet zoo'n beertje te bezitten.
Vandaag was hij naar de grot geklommen,
waarvan hij wist, dat er een berenfamilie
woonde. Voorzichtig sloop hij naderbij. „Als
de berin er nu maar niet .is!".,Hij nam .een
klein steentje en gooide dat naar binnen. Hij
hoorde echter niets.
„Alles veilig," mompelde hij bij zichzelf. „Nu
een jong beertje." Moedig l'.ep hij de donkere
grot in en knipte onderwijl zijn lantaarn aan.
Aan het eind van de grot zag hij in het felle
licht drie beertjes zitten, die in het licht knip
oogden.
„Oh, jullie leuke diertjes," riep de jongen
en liep door de grot op hen toe. „Je bent zoo
leuk, dat ik je toch maar niet mee neem. Maar
toch wil ik jullie even streelen
Plotseling stond hij stil: want duidelijk
hoorde hij een zware stem in het inboorlin
gendialect spreken en de naam, dien ze noem
den was die van zijn vader. Snel ging hij met
zijn lantaarn door de grot; maar hij zag nie
mand en toen hij zich oprichtte, stierf de
stem weg.
Raymond was noch bijgeloovig, noch een
lafaard. Hij begreep, dat er een uitleg voor
deze geheimzinnigheid moest bestaan. Hij
boog zich weer voorover en toen hij dat deed
hoorde hij de stem weer, eerst fluisterend, toen
luider en luider. Ieder woord was zoo duidelijk,
als zat de spreker vlak naast hem.
Raymond deed zijn lantaarn uit en toen
hoorde hij een plan uiteen zetten, hoe het
huis van zijn vader overvallen zou worden, de
boel geroofd worden en daarna in brand ge
stoken. Voor de Engelsche troepen gewaar
schuwd konden worden, zou men dan weer
naar de heuvels terug keeren. Een goedkeu
rend gemompel begroette deze rede. Raymond
scliatte, dat er minstens een dozijn mannen
aanwezig moesten zijn. Maar waar? Hij keek
op en zag boven zijn hoofd een zwakke licht
plek. Toen begreep hij het mysterie van de
grot. De mannen zaten natuurlijk aan de an
dere zijde van de muur onder een uitstekend
rotsblok. Daar was de opening, die in de grot
uitkwam. De geluidsgolven kaatsten tegen dat
blok door de opening en waren op een ze
kere plek in de grot waarneembaar. Een kleine
verandering van zijn hoofd en hij zou de ge
luidstrillingen niet opvangen. Zijn gebukte
positie weer innemend, hoorde Raymond het
geheele plan ontvouwen. Tenslotte stonden
de mannen op en gingen weg.
„Ik moet dadelijk weggaan en Hejim waar
schuwen. Misschien komen de bergbewoners
vanavond al en dan moet hij de troepen
waarschuwen." Hij wilde al weggaan, toen hij
in 'de opening een dónkere schaduw zag ver
schijnen. De berin! Ze had hem nog niet ge
zien, maar aan het trillen van haar neus
vleugels en het rechtop staande halshaar be
merkte Raymond, dat ze zijn aanwezigheid
geroken moest hebben. Op zijn teenen sloop
hij naar den muur, raapte onderwijl een klein
steentje op en gooide dat naar de kleine beer
tjes. Een kreetje als van een klein kind deed
zich hooren. Oogcnblikkelijk holde de berin
naar haar jongen. Daarvan maakte Raymond
gebruik. Met een sprong was hij buiten de grot
Zoo snel hij kon, liet hij zich naar beneden
zakken. Boven zijn hoofd zag hij de berin
verschijnen, met oogen waarin woede schit-
ZATERDAG 6 JULI 1935
terde. Gelukkig voor hem echter won het
moederinstinct het van haar wraakgevoelens
en ze kwam hem niet achterna.
Hejim schudde langzaam het hoofd. „Ik ben
bang Raymond Sahib, dat het onmogelijk is,
dat de troepen hier voor middernacht zijn,'
zei hij toen hij Raymonds verhaal gehoord
had. „Ik wil toch dadelijk weggaan. Maar als
de bergbewoners nu komen, voor wij terug
zijn. wat dan?"
„Ik heb vaders geweren en munitie. Ik zal
ze wel een tijdje op een afstand houden
Maar Hejim schudde opnieuw het hoofd.
„Nee, dat is onmogelijk. Dat zou u niet vol
houden. Ze zouden u overmeesteren." Ray
monds oog was op de kist met Bengaalsch
vuur gevallen, die nog niet weg gestuurd was.
„Ik heb een idee, Hejim." En snel ontvouw
de hij zijn plannen.
„Uitstekend, Raymond Sahib. Dan ga ik nu
meteen naar de troepen."
Raymond zag hoe Hejim tusschen de boo-
men verdween. Toen ging de jongen aan het
werk. Hij maakte de kist open en haalde de
blikjes vuurwerk er uit. Die bracht hij naar
buiten en aan den kant woor hij veronderstel
de, dat de bergbewoners zouden komen, leg
de hij ze naast elkaar neer.
Toen ging hij het huis weer in. De uren kro
pen. Het werd donker. Als een schaduw sloop
Raymond naar buiten. Achter zijn lange rij
vuurwerk legde hij zich plat op den grond, een
doos lucifers in de handen en tuurde in de
verte. Daar meende hij vage vormen te on
derscheiden, die naderbij slopen. Vlug streek
hij een lucifer aan en stak het eerste blik
Bengaalsch vuurwerk in brand. Achter de
roode opstijgende vlam stond hij op en holde
naar het tweede blik vuuiwerk, dat hij aan
stak. Zoo ging het door, de heele lange rij
langs. Zijn oogen deden pijn van de rook. Maar
wat hij gehoopt had, gebeurde. De bergbewo
ners dachten dat de prairie in branrf stond,
en keerden zoo snel ze konden, naar de heu
vels terug.
Een half uur later schudde hij de hand van
kapitein Stanhope. „Dat was een kranig stukje
werk, jongen. Dank zij jouw list, hebben we
de booswichten netjes op kunnen vangen en
gevangen nemen. En nu zou ik graag een glas
water willen drinken op jouw gezondheid en
die van de brave Hejim, die ons waarschu
wen kwam."
welkom zusje van Doornroosje. Prettig dat je
zus bij je briefjes wil helpen. Je wordt na
tuurlijk, evenals je zus, een trouw vriendin
netje van me. Dag Duinroosje.
Lief BOODSCHAPSTERTJE. Wat zal je
me in een volgend briefje veel te vertellen
hebben van je vacantie te den Helder door
gebracht. Je ansicht heb ik ontvangen en zeg
je er hartelijk dank voor. Hoe heeft Jannie
het gemaakt? Is ze misschien een beetje te
erg verwend geworden? Je hebt mooi weer
gehad zeg. Maar dat wist je wel vooruit. Ik
geloof dat je vader nog nooit met regenweer
vacantie heeft gehad. Hij boft in dit opzicht
altijd. Tot ziens. Dag Boodschapstertje.
Beste ASSCHEPOETSTER. Je zus vindt
het zeker wel fijn, dat ze naar de kolonie
gaat? 'k Hoop dat ze veel geniet en flink aan
komt. Zoo, ga je nu naar de U. L. O.? Naar
welke U. L. O. ga je? Het is anders een ge
heel ander soort onderwijs als waar je je zin
op gezet hebt. Ja, over veertien dagen heb
ben we vacantie en ik hoop dat men veel naar
buiten kan gaan. Jammer dat je krant weg
was en je het raadsel daardoor niet kon op
lossen. Een volgend keer dan maar. Dag
Lief KRULLENKOPJE. Wat prettig dat je
zooveel nuttige cadeaux met je verjaardag
hebt ontvangen, 'k Zal m'n visite nu maar
tot volgende week uitstellen. De dagen gaan
me te vlug voorbij; dan moet wel eens iets dat
niet onder de dringende zaken valt, wachten.
Maar ik kom, dat staat vast, daar kan je ge
rust op zijn. Dag Krullenkopje.
Beste BEP. Dat mannetje zonder armen,
was dat het mannetje van de maan? Ja zie je,
dat kon ik zonder meer niet weten en ik had
ontzettend medelijden met de stakker, 'k Dank
je voor je nieuwe teekeningen. Wat een weel
derige krullenbollen hebben de mannetjes, om
jaloersch op te worden. Teeken maar veel en
met plezier. Dag Bep.
Lief SPARRETJE. 'k Begrijp dat het een
teleurstelling voor je was. dat je de kleine
Dora niet mede naar bed kon brengen. Maar
door het passen van haar nachtjaponnetje
was het misschien wat later dan gewoonlijk
geworden en krijg je een volgend maal nog
wel eens de gelegenheid. Je wou zeker eens
graag zien, hoe lekker zij ligt in haar nieuwe
opklapbed? Zoo'n klein vriendinnetje in je
omgeving lijkt me wat leuk en ik denk, dat
Dora's moeder ook heel blij is met haar buur
meisjes Henny en Ina, die zoo lief met haar
dochtertje spelen en zooals vanzelf spreekt,
op haar passen. Sparretje, ik hoop dat je me
reeds in je volgend briefje kunt schrijven, dat
je Dora naar bed hebt gebracht, 'k Gun je
graag'; iets dat je prettig vindt. Nog veel ple
zier met Ina en Dora. Dag Sparretje.
Beste DREUMES. Ja vriend, de dagen
zijn nu heel prettig. Het weer is net goed om
eens flink te ravotten en naar hartelust te hol
len en te rennen. Prettig, dat je zooveel ple
zier hebt in de plaatjes van professor Nimbus
Best MEIKEVERTJE. Jammer dat Alie
me haar verjaardag niet heeft opgegeven.
Zij kan nu niet meer in de verjaardagenru
briek komen, 'k Zal haar zelf nog een kaart
zenden. Prettig vind je niet, die lange dagen?
Je kunt 's morgens heel vroeg opstaan en be-1
hoeft geen lamp aan te draaien. Je schrijft
„de dagen gaan lengen". Maar dat is niet
waar, 1.1. 21 Juni hadden we den langsten
dag, toen begon de zomer en zijn de dagen
weer langzaam aan het korten gegaan. Je be
merkt er de eerste weken niet veel van, maar
toch komt de zon lederen dag iets later op en
gaat ook iets later onder. Dag Meikevertje.
Lief JULIAANTJEDat was een feest zeg
toen jullie meester jarig was. Het zal een
aardig gezicht geweest zijn, ieder kind uit de
klas met een gebakje in de hand. 't Werd na
tuurlijk een echte smulpartij en je wilt ze kei-
heel graag, dat je meester vier maal in een
jaar z'n verjaardag gaat vieren. Maar of hij
jullie dan telkens-op gebakjes zou onthalen?
'k Betwijfel het sterk. Dag Juliaantje.
Beste ZUS. Of ik wel eens in Rhenen ben
geweest? Ja hoor. Vanuit Arnhem heb ik per
fiets en auto Rhenen, Wageningen, enz. be
zocht. Maar Ouwehands Dierenpark nog niet.
Toch wil ik er wel eens heen gaan en eens zien
hoe het er is. Je leest er steeds van en het
wordt druk bezocht geloof ik. Het versje vind
ik aardig. Het hoort er zoo bij. Dat jullie pret
gehad hebben, begrijp ik, Nu maar weer ge
spaard voor het reisje zomer '36. Dag Zus.
Beste TOM MIX. Slapen in de open lucht
vind ik juist passen bij je naam en je hebt
het natuurlijk erg interessant gevonden. Ik
ben het met de oplossing van je raadsel niet
eens. Met het eerste deel wel, maar met het
laa/ste deel niet. 'k Geloof graag dat het thans
heerlijk is tusschen de duinen. Niet te koud
en niet te warm. Je behoeft heusch niet als
U. L. O. leerling de club te verlaten. Er zal,
als je ten minste normaal mede kunt, nog
wel wat tijd voor ontspanning over blijven en
bovendien tijd om mij je wederwaardigheden
te schrijven. Neen Tom, we scheiden niet. Dag
Tom Mix.
Lief VUURVLINDERTJE. Van de school
reis naar Bergen had ik reeds iets vernomen.
Cootje v. Gelder was ook mee geweest en
z'n moeder heeft me verteld hoeveel hij ge
noten had. Jullie hebt het best met het weer
getroffen en heerlijk gespeeld. Is je vriendin
netje Alie N. ook medegeweest? Ze is thans
ook rubriekertje geworden. Maar dat weet je
zeker al. Dag Vuurvlindertje.
Best FILMSTERRETJE. Fijn dat je de
kikkers de vrijheid gegeven hebt. Het is wel
erg interessant om van nabij de ontwikkeling
gade te slaan, maar wanneer dat voorbij is,
dan de beesten maar uit hun gevangenschap
verlossen. Wie weet, of ze je tot belooning
niet onthalen op een kikkerconcert bij ma
neschijn. Wat een snoezige namen hebben
Mitzi's kindertjes. Dolly en Louki. Wie heeft
ze zoo gedoopt? Veel genoegen met je poesjes.
Dag Filmsterretje.
Lief MEIDOORNTJE. Wat ik van je
denk? Wel, dat je me tijdelijk vergeten bent
maar me wel weer eens zult gaan schrijven.
Het blijkt ondertusschen dat m'n gedachten
juist zijn geweest. Neen, ik ben nog niet naar
het strand gegaan en zal er waarschijnlijk
wel niet veel komen. Prettig dat je me volgen
de week veel zal schrijven over je schoolreisje,
'k Hoop dat je het prettig gehad zult hebben.
Dag Meidoorntje
Beste ROBBEDOES. Wel hoe gaat het
je? Tante Annie treft mooi weer op haar va
cantie zeg. Heeft je moeder haar niet gemist?
Ik wel hoor. Krijg ik volgende week eens een
extra lange brief? Dag Robbedoes.
Beste KLAAS. 'k Heb op m'n vraag „of
je met Heintje steeds lief naar school toe
gaat?" nog geen antwoord ontvangen. Laat
je me dat eens weten? Hoe vaak ben je nu al
naar het strand geweest? Zeker heel wat keer
tjes. Neemt je moeder nog trouw zwemles of
behoeft ze geen les meer te nemen en verstaat
ze de zwemkunst al? Krijg ik op al m'n vra
gen nu eens een heel lang schrijven terug?
Dag Klaas.
RAADSELS.
De oplossing van het de vorige week gege
ven raadsel is" aldus:
raadsels
alkmaar
a r n h e m
doorn
s a a r
een
1 o
s
Dit keer heeft „Poppenmoedertje" een prijs.
Woensdag 1 uur halen aan m'n huis.
Voor meer dan tien goede oplossingen zijn
twee prijsjes beschikbaar, bij minder dan tien
goede oplossingen wordt slechts één prijs
gegeven.
Op de kruisjeslijn komt de naam van een
bekende kleur te staan.
x w het gevraagde woord,
b x kleur van hoofdhaar.
x k ander woord voor ziek.
p x Indisch vaartuig,
g x is de lucht bij regenweer.
BRIEF OP RIJM VAN MOEDERS HULP.
Beste Juffrouw,
Ik zal u maar eens gauw schrijven
Anders zoudt u denken
Waar zou Moeders-Hulp,
Met haar brief Jé blijven?
Ik wou dat ik maar vast.
Van school of was.
Ik zit pas in de zesde klas
Ik had nog een nieuweling
Die had zeker weinig zin.
Zij heet Marietje Vis.
Maar het is zeker mis.
Want ze heeft verleden week niet
geschreven,
Waar zou zij zijn gebleven?
Wat is het nu en dan warm weer
Maar dat mag wel eens een keer
Meer weet ik niet te zeggen.
Daar moet u zich maar bij neer leggen
Volgende week zal ik proberen
Om er nog een gedichtje bij te leren
Dat gebeurt niet alle keren.
Ik heb het maar in de nieuwe spelling
gedaan.
Zooals u het nu ziet staan.
Als ik dat op school niet doe
Dan zegt de meester je bent een koe
Dag Juffrouw.
U dacht zeker dat ik nog meer schrijven zou.
Afz. MO-DLRl HULP.
Ik zwiep er mijn zweepje door de lucht.
Sneller tol, ga snel!
Draai er maar vlug rond in dolle vlucht,
dat bevalt me wel.
Ik zwiep mijn zweep met knallend geluid
Gauwer tol, ga gauw!
Steeds draaien moet je, vooruit, vooruit!
Knallend zwiept mijn touw.
Mijn hond Fik staat er bij en kijkt toe.
Kom aan, tol, kom aan!
Hij zou graag weten, hoe ik het doe,
Jou rond te doen gaan.
Ik zwiep er mijn zweepje door de lucht.
Sneller tol, ga snel!
Draai er maar vlug rond ln dolle vlucht,
dat bevalt me wel.
RITA VAN BEEK.
Een zonderling. Dat is zeker de Weensche
architect die een shilling op een Engelsche
Bank plaatste, onder bepaling dat na 1500
jaren de shilling met rente op i-ente aan zijn
nakomelingen zal uitbetaald worden.
Voor het spel, dat we thans gaan vervaar
digen, hebben we niet veel materiaal noodig.
Alleen een groote aardappel, een paar plankjes
hout en wat spijkers.
Daarmee gaan we aan den gang. Eerst ma
ken we het ding, dat veel op een galg lijkt.
Zooals jullie op de eerste afbeelding kunt zien
bestaat hij uit drie plankjes A, B en C, die aan
elkaar gespijkerd worden. Bovenaan het boven
ste plankje A bevestig je een dun touwtje D,
dat aan het uiteinde een heel groote aardap
pel draagt (E). Deze aardappel bevestig je op
de volgende manier aan het touw; met een
naald haal je het touwtje dwars door de aard
appel en maakt er onderaan een knoop aan
vast, zoodat de aardappel niet meer weg schie
ten zal
De opstaande lat van de galg (C) heeft on
geveer in het midden een plankje F. Dit heeft
den vorm. die op onze teekening is aangegeven
eenigszins rond dus.
Door dit plankje zijn eenige lange spijkers
geslagen. Bij iedere spijker schrijf je een num
mer (G).
Nu moet het geheel zoo zijn ingericht, dat
de aardappel precies op de lengte van de spij
kers hangt. Zie afbeelding.
Het spel wordt nu op de volgende manier
gespeeld
Je gaat er een eind van af staan, neemt de
aardappel in je hand en laat hem vallen. Komt
hij nu precies op één der spijkers terecht en
blijft hij daar vastzitten, dan mag je het ge
tal. dat bij de spijker staat, achter je naam op
een lijstje schrijven. Iedere beurt geldt.
Zoo zie je, dat met 'n beetje goeden wil en
wat handigheid van verschillende en de
meest eenvoudige dingen heel wat te ma
ken is.
Want zeg eens eerlijk, wie van jullie had
ooit gedacht, dat je van een aardappel een
spel zou kunnen maken? Toch niemand.
Maar nu weten jullie het en je kunt gauw
beginnen het aardige toestelletje na te maken.
Kijk maar goed naar de teekeningen. Die zijn
duidelijk en kunnen je helpen, als je op een
gegeven oogenblik eens geen raad weet.
OOM KEES»