Tsjang-Kai-Sjek, heerscher over China.
DIESELTREIN BLOKKEERT DE LIJN
HAARLEM-AMSTERDAM.
Achter den Chineeschen Mussolini staat Japan
DOOR EMILE SCHREIBER
Aan den voet van den Chineeschen muur. Geheel rechts de heer
Schreiber.
Er zijn verschillende regeeringen in China
dat dient erkend doch hoe men er ook
over moge denken, één bewind is zeer be
langrijk en zijn macht neemt bovendien nog
dagelijks toe. Dat is de regeering van Nan
king.
Voor den min of meer gehaasten lezer kan
men de ingewikkelde inrichting van China
schematisch weergeven door te zeggen: „Als
draagster van een invloedrijke macht in een
derde deel van China, is de regeering van
Nanking er thans in geslaagd twee derden
te beheerschen en zij vecht er voor ook in
het resteerende overigens zeer verdeelde
derde deel te domineeren".
Maar welke -is deze regeering- van Nanking
en hoe is men er in geslaagd een dergelijk
resultaat te bereiken? Want dat alles is
maar niet zoo eenvoudig in zijn werk ge
gaan.
Er zetelt in Nanking een president van de
republiek, die Ling-Sen heet. Hij is even be
langrijk in China als koning Victor Emanuel
in Italië.
De feitelijke machthebber, de ziel van de
toekomstige Chineesche Unie (want deze is
bezig zich te verwerkelijken in het bekende
langzame tempo, dat een dergelijk ambitieus
plan in een oud en uitgebreid land als China
nu eenmaal met zich meebrengt) is generaal
Tsjang-Kai-Tsek, wiens beteekenis in de ko
mende jaren nog zal toenemen. De generaal
wil dezelfde rol spelen, en hij doet dat reeds,
als Mussolini in Italië en Kemal Ataturk in
Turkije
Hij lijkt overigens meer op laatstgenoem
de, daar hij evenzeer als deze militair is en
er mee doorgaat de generaals der ononder-
worpen provincies te bestrijden
Het zijn deze generaals en hun troepen,
die in China aangeduid worden als „rooden"
of „communisten". Het is mogelijk, dat zich
onder hen eenige communisten bevinden, die
den opbouw wenschen werkelijk geïnspi
reerd door de sovjet-leerstellingen, maar zij
zijn uitzonderingen en blijven in ieder geval
zonder invloed. En waar dezp legers naar
geen enkel ideaal streven vormen zij in de
oogen van de bevolking niets anders dan
een mengelmoes van bandieten, hetgeen ook
dikwijls het geval is. „Ruim je plaats voor
mij in" zou men hun devies kunnen noe
men, wat overigens niet het monopolie van
de Chineesche politieke partijen is.
Generaal Tsjang-Kai-Sjek is van een an
dere mentaliteit. Bij het begin van zijn loop
baan is ook hij niet ontsnapt aan dat oude
spreekwoord: „De eerste koning was een ge
lukkige bandiet". Oorspronkelijk was hij
bankbediende en daarna studeerde hij in
Japan in de krijgskunde. Begaafd met een
zeldzame energie en daarnaast waaghals als
geen ander wist hij zijn rangen te veroveren
door de kracht van de vuist. Hij trad in
dienst van Nanking tegen de zuidelijke pro
vincies. raakte verscheidene malen in onge
nade. werd soms gedwongen tijdelijk heen
te gaan, doch werd steeds weer teruggeroe
pen. omdat de zaken steevast misliepen, wan
neer hij er niet was.
Zooals het in China in den regel gaat bij
generaals, die hun soldaten, of liever de
koelies, dié voor hen vechten, moeten beta
len, zoo heeft ook Tsjang-Kai-Sjek niet ver
geten het noodige voor zichzelf te houden
uit de offers, die het beschermde deel van
de bevolking moest brengen. En zoo is hij
van straatarm schatrijk geworden.
En nu is het juist onder die omstandig
heden, dat hij zijn groot karakter ontplooide.
In tegenstelling met de meeste Chineesche
generaals en politici, die zich na fortuin ge
maakt te hebben terugtrekken om van hun
rust te genieten, ging Tsjang-Kai door met
strijden, d.w.z. het bestrijden van de ande
ren. waarbij inbegrepen zijn vroegere officie
ren, die van oordeel wa^en, dat er bij hem
niet genoeg te verdienen was. Zij liepen kalm
weg naar de vijandelijke legers over en daar
zij een goede leerschool achter den rug had
den slaagden zij er dikwijls in hun oude le
ger te verslaan. Tsjang-Kai-Sjek heeft heel
wat narigheid van deze menschen beleefd.
Hij had bovendien nu en dan met veel te
genspoed te kampen, maar totnogtoe behield
hij tenslotte steeds de overhand.
Toen de Chineezen opmerkten, dat Tsjang
Kai-Sjek met zijn ongeveer 300.000 man,
waartegenover zijn tegenstanders slechts
60.000 man stellen, in de kracht van zijn leven
hij is nu 45 jaar den strijd en het
harde leven op het veld voortzette, begrepen
zij, dat hij niet voor zich zelf vocht, maar
voor een bepaald doel en dat dit doel de
unificatie van China was.
Tsjang-Kai-Sjek, die zoo verstandig was bij
zijn nieuwe politiek de oude tradities van zijn
landgenooten te eerbiedigen gelijk het
fascisme dat in Italië deed kreeg steun,
doordat vele Chineesche intellectueelen zich
als verdedigers opwierpen van zijn patriot
tistische en nationalistische theorieën, welke
vroeger onbekend waren in China. Instinctief,
overigens verward en zeer langzaam be
gint de enorme massa van dit volk er zich
voor te interesseeren. Tsjang-Kai-Sjek is
voor velen, ondanks zijn wat ruwe persoon
lijkheid en bruusk optreden, de eenige, die
in staat is eenmaal een eind te maken aan
de Chineesche anarchie
Zoo is de figuur van Tsjang-Kai-Sjek, die
nog niet erkend wordt door het-groote-Euro-
peesche publiek én die toch voor Europa
van het grootste belang is in verband niet den
snellen groei der pan-Aziatische beweging,
welke gericht is tegen hetgeen door het gele
ras genoemd wordt, „de penetratie der blan
ken in Azië".
Want generaal Tsjang-Kai-Sjek, die een
Japansche opleiding heeft gehad laat ons
dat niet vergeten! is misschien, evenals de
hernieuwer van China, ook de man, die in
staat zal blijken te zijn Japan en China te
vereenigen. Door zijn toedoen zijn in de
laatste maanden en in de laatste weken ten
aanzien van de Chineesch-Japansche toe
nadering beslissende stappen ondernomen. De
berichtendiensten van de Europeesche landen
zijn in het bezit van een document dat dezer
dagen aan de gouverneurs der Chineesche
provincies' is. gericht en waarin hun op het
hart wordt gedrukt de Japansche agenten,
die p :paganda maken tegen de boycot van
Japansche producten, niet in hun werk te
storen: die boycotbeweging is overal in China
bezig aan het uitsterven.
Tsjang-Kai-Sjek (en bepaalde Chineesche
chauvinisten, speciaal Kantoneezen, maken
hem er dan ook de heftigste verwijten over)
speelt in de kaart van Japan. Hij weet de
moeilijkheden te rangschikken en is er zich
van bewust, dat het niet mogelijk is de op
standige'generaals te bestrijden, wanneer hij
in den rug door Japan bedreigd wordt. Hij
voelt ook heel duidelijk, dat hij van twee
slechte dingen het minst slechte moet kiezen
en dat, waar China het nog steeds niet zon
der een „voogd" kan stellen, steun van Japan
normaler is dan die van Europa en Amerika
Die steun of die invloed zijn reeds van dien
aard, dat Japan, dat zich tegenover de blan
ken als wachter van de Chineesche onafhan
kelijkheid heeft opgeworpen, China niet meer
toestaat nieuwe leeningen met Westersche
staten te, sluiten. Japan, heeft reeds van
China de erkenning de facto'van Mandsjoe-
kwo verkregen, daar China zoo juist officieel
de douaneposten aan de grenzen van den
nieuwen staat geïnstalleerd heeft en ook het
geregelde postverkeer heeft hersteld.
China heeft dit voldongen feit aanvaard
en zal in de toekomst nog vele andere accep
teeren, want het acht het onderhouden van
goede betrekkingen met Japan onvermijde
lijk.
Handelen in Europa groote staten als Italië
en Spanje ten opzichte van Malta en Gi
braltar soms anders tegenover Engeland?
Europa", zeide mij in deze zelfde bewoor
dingen een vroegere Chineesche minister,
dien ik in Sjanghai een bezoek bracht.
„Europa heeft, door in China alleen zijn
eigen belangen te verdedigen, ons in de ar
men van Japan gedrukt".
Dit zijn dus de twee overheerschende fac
toren in het huidige China: de strijd voor
de unificatie, die met succes en met den steun
van Nanking gevoerd wordt en de snelle toe
nadering tot Japan. Is het noodig op de
groote gevolgen te wijzen, die hieruit zoowel
öp politiek als op economisch terrein zullen
voortvloeien?
(Nadruk verboden).
VAN EEN BALKON GEVALLEN.
Vrijdagmiddag had de schildersknecht Na
gel uit Baarn, die werkzaam was op een bal-,
kon van een villa aan den Eemnesserweg het
ongeluk daar af te vallen. Vermoedelijk is
dit gebeurd doordat hij zich aan één der
steenen consols had vastgehouden, welke ble
ken niet zeer vast te 'zitten. De man werd le
vensgevaarlijk gewond.
ZATERDAG 13 J U L I 1935
Drie
woningen te Meppel
afgebrand.
Petroleumtoestel viel om.
Vrijdagmiddag om half vier brak te Mep
pel brand uit in de woning van J. v. d. Dol
der, aan de Floresstraat 9. Het vuur moet
ontstaan zijn door het omvallen van een pe
troleumtoestel, staande in een houten
schuurtje achter de woning, tijdens afwezig
heid van. de bewoners. In een ommezien deel
den de vlammen zich aan de woning zelve
mede. Ook de belendende perceelen, bewoond
door de gezinnen Van Aalderen en Pothof,
bleven niet gespaard. Hoog laaiden de vlam
men op, alles wat binnen hun bereik kwam
verterend. Van de inboedels kon niets worden
gered. Na een uur werken was de brandweer,
die met groot materiaal was uitgerukt,
vuurzee meester. De drie woningen, welke
toebehoorden aan de Meppeler Bouw Ver-
eeniging, zijn geheel uitgebrand. Eenige an
dere woningen moesten worden ontruimd. De
verloren gegane inboedels waren niet verze
kerd.
NIJENRODE VOOR HET PUBLIEK OPEN
GESTELD.
Het kasteel Nijenrode bij Breukelen is Vrij
dagmiddag voor het publiek opengesteld. Prof
dr. W. Vogelsang, directeur van het kunst
historisch Instituut te Utrecht verrichtte de
officieele opening. In zijn rede vestigde hij er
de aandacht op. dat de geschiedenis van
Nijenrode teruggaat tot de 12de eeuw en dat
restauratie en uitbreiding van dit huis zich
voltrokken hebben op een wijze, die ook den
meest deskundige volkomen bevredigt. Van
den heer Goudstikker noemde spr. het een
gelukkige gedachte, dat hij heeft willen too-
nen wat kunstwerken in zulk een schoone om
geving kunnen doen.
Het gezamenlijk beeld blijft den beschouwer
sterker bij dan een der nieuwe musea dit ooit
kunnen doen.
Hierna sprak nog de heer Goudstikker.
Chauffeur c!oor de warmte
bevangen.
Auto van een dijk gereden.
Vrijdagmiddag omstreeks twee uur ïs een
chauffeur van de N.V. Gebr. Los uit Amers
foort door de warmte bevangen en met een
zware vrachtauto bij Haastrecht van den -dijk
gereden. D-e auto kantelde om en bleef tegen
een boom staan, waarachter twee kinderen
lagen te slapen. Gelukkig kwamen deze beide
met de schrik vrij. De chauffeur had evenmin
letsel bekomen, doch is in overspannen toe
stand naar het van Iterson-Ziekenhuis te
Gouda vervoerd. Achter op de auto zaten twee
muzikanten, die de chauffeur waarschijnlijk
onderweg meegenomen had. Deze werden van
den auto afgeslingerd. Eén van hen kreeg
een armbreuk, de andere verscheidene lichte
kwetsuren Zij zijn eveneens naar het van
Iterson-Ziekenhuis vervoerd.
Twist met het mes beslecht.
Inwoner van Breda ernstig gewond.
Tusschen twee bewoners van de Stalling
straat te Breda, van S. en H. is Vrijdagavond
een ernstige twist ontstaan. Plotseling trok
Van S. een mes en bracht H. daarmede een
diepe steek in den rug toe. De man wist nog
met veel moeite zijn woning te bereiken, waar
hij bewusteloos neerviel.
Terstond werd de Gemeentelijke Genees
kundige Dienst alsmede dr. Hoffman gewaar
schuwd. De dokter achtte de verwonding van
dien aard, dat hij zijn overbrenging naar het
St. Ignatiuszi-ekenhuis noodzakelijk oordeelde.
Van S. vluchtte zijn woning binnen en sloot
de deur, zoodat de politie den onverlaat slechts
door deze deur te forceeren, kon arresteeren.
De dader, die afkomstig is van het Heike, staat
zeer ongunstig bekend. Reeds meermalen werd
hij tot zware gevangenisstraffen veroordeeld.
Reeds eenige weken bestond er tweedracht
tusschen de families van S. en H„ welke zijn
oorzaak vond in het leenen van geld.
HET VERMISTE SCHIP IS TERECHT.
De „Eben Haezer". het schip dat uit Rot
terdam met een lading waterleidingsbuizen
naar Oldenhove (Groningen) was vertrokken
en geruimen tijd onderweg bleef, zonder dat
de reederij wist waaraan het oponthoud te
wijten was, is Vrijdag te Rdode Ham gèarri-
weerd. Schipper Drenth heeft zich bij den
burgemeester van Ojdenhove aangemeld. Hij
heeft eenige dagen op de wadden voor Schier
monnikoog vastgezeten en kon wegens den
voortdurenden lagen waterstand niet los komen
Bij aankomst te Zoutkamp was alles wel aan
boord.
Spoedig andere loonbijslag-
regeling?
Bollenstreek rekent op medewerking van
Den Haag.
Te Sassenheim is een vergadering gehou
den in verband met de inschakeling van
werkloozen in het bollenbedrijf met bijslag
op het loon.
De door de regeering wenschelijk geachte
regeling, heeft, aldus was men van oordeel,
sinds de toepassing na 1 Juli reeds zooveel
fouten getoond, dat hoe eerder hoe beter
daarmede moest worden opgehouden.
Medegedeeld werd, dat de kans inderdaad
zeer groot is, dat de regeering op haar inge
nomen standpunt tegenover de bollenstreek
zal terugkomen en dat het inschakelings
systeem in de huidigen vorm zal verdwijnen.
Een plan dat dezer dagen aan het departe
ment is toegezonden, behelst dat de werk
gever, alvorens voor bijslag in aanmerking
te mogen komen, het noodzakelijke werk ge
heel zelf voor zijn rekening moet nemen. Een
bepaald bedrag dat in verband wederom met
de wijze van arbeiden in de streek voor ver
schillende tijdstippen verschillend is (onge
veer in periodes van drie maanden), moet
eerst per hectare verloond zijn. Eerst daarna
kan hij arbeiders met bijslag op het loon ver
krijgen
Men heeft den indruk gekregen, dat er
in Den Haag met spoed aan de zaak wordt
gewerkt en men heeft gegronde reden te ver
wachten, dat de nieuwe regeling, die de
regeering voorbereidt', geheel of in hoofdzaak
gelijkluidend zal zijn, zooals het advies' dat
thans is uitgewerkt.-
Proefrit eindigt met pech.
Arbeiders zijn bezig de mast van de electrische leiding door te snijden. Zooals
men ziet, was door dit kleine ongeluk het heele net uit zijn verband gerukt.
Treinverkeer RotterdamAmsterdam
over Uitgeest.
Vrijdagmiddag kwart over twee is op
de spoorlijn Haarlem-Amsterdam bij
de splitsing van de sporen naar Am
sterdam en naar Hoofddorp-Aalsmeer
een Dieseltrein uit de rails geloopen,
met het gevolg, dat hij een boog van
de electrische geleiding omver reed,
waardoor elk treinverkeer van uit
Haarlem in de richting Amsterdam en
de richting Aalsmeer verder onmoge
lijk was. Het verkeer op de lijn Rotter
dam-Amsterdam werd over Uitgeest
en Zaandam geleid. Persoonlijke on
gelukken kwamen niet voor.
Ziehier in het kort wat Vrijdagmiddag on
der de reizigers van en naar Amsterdam groo
te beroering wekte en wat vele nieuwsgierigen
naar de Amsterdamsche Vaart lokte.
Om kwart over twee namelijk, of om juist
te zijn, om 2.16 uur kwam een Dieseltrein, be
staande uit een motorwagen en twee rijtuigen
derde klas terug van een proefrit op de lijn
Alkmaar-Uitgeest, zooals wel meer gebeurt.
Het treinstel had eenige minuten in het sta
tion te Haarlem gestaan en moest daarna te
ruggereden worden naar de Centrale Werk
plaatsen, die zooals men weet eenige honder
den meters ten Oosten van het Spaame, even
wijdig aan de Amsterdamsche vaart liggen.
Om de emplacementen te kunnen bereiken
moest men rangeeren. De trein reed dus door
tot voorbij de aftakking van de lijn naar
Aalsmeer en keerde toen terug op een ander
spoor.
„De laatst loodjes zijn het zwaarst', zegt
het spreekwoord en dit heeft de blinkend-
nieuwe Diesel ondervonden; zij zijn hem zelfs
te zwaar gebleken. Want terwijl het grijze
treinstel zich met een kalm vaartje van onge
veer 30 K.M. per uur naar stal begaf, is het
op den wissel van de Aalsmeerlijn een weg ge
gaan, die niet de juiste was. Op een gegeven
moment voelde men in den trein een schok en
dadelijk daarna stond hij stil. Het bleek, dat
op een of andere wijze de wissel te vroeg moet
zijn overgehaald, want de achterste en de
voorste wagen stonden op verschillende spo
ren. Tot overmaat van ramp geschiedde dit
precies op een plek, waar ook een boog van de
electrische geleiding stond. Deze is voorname
lijk door den zijkant van den middelsten wa
gen getroffen en „en passant" meegenomen.
Geen persoonlijke ongelukken
Geluk bij ongeluk was nog, dat geen
van de ongeveer tien inzittenden, al
len werkzaam bij de Centrale Werk
plaatsen, eenig letsel had opgeloopen.
De gevolgen van de aanrijding waren
noodlottig voor de regelmaat in den
treinenloop; de mast werd omverge
worpen en zakte in elkaar, half te
gen, half op den trein. De zijkant van
den wagen werd ernstig beschadigd
en, wat nog erger was, door het val
len van de draden was elk treinver
keer tusschen Haarlem en Amster
dam, een onderdeel van de drukste
spoorlijn van het land dus, onmoge
lijk geworden. Beide sporen waren
versperd en dat juist tegen de groote
drukte van de forensentreinen! De
spoorlijn naar Hoofddorp was door
den Diesel volkomen geblokkeerd.
De reizigers van den eerstvolgenden trein
uit Amsterdam konden overstappen in een
ijlings uit het Haarlemsche station ontboden
stoomtrein, die hen naar dit station vervoerde.
Direct werden maatregelen getroffen om het
verdere verkeer van de verbinding Rotterdam-
Amsterdam in beide richtingen om te leiden
over Uitgeest en Zaandam.
Zij, die haast hadden, konden ook per elec
trische tram van de N.Z.H.T.M. naar Amster
dam of naar Haarlem gaan.
Dadelijk na het gebeurde was politie aanwe
zig, die de vele nieuwsgierigen, fietsers, auto
mobilisten en voetgangers, den toegang tot
de spoorbaan via de brug van den Aalsmeer-
trein belette.
Ook de hoofdinspecteurs M. Woud en G. A.
Drayer en de inspecteur J. D. Duijts waren
aanwezig, evenals de substituut-officier van
justitie mr. A. R. Andringa. De stationschef,
de heer J. J. van Viegen, voegde zich latei-
bij het gezelschap.
Zoo gauw mogelijk werd onder leiding van
ingenieurs het opruimingswerk begonnen. Da
delijk na het déraillement was de stroom op
het betreffende baanvak afgesloten, zoodat
men zonder gevaar kon werken. De gevallen
boog werd gestut en met snij apparaten door
gebrand, opdat men de op vele plaatsen ge
deukte en beschadigde wagens vrij kon krij
gen.
Bij informatie kon men ons Vrijdagavond
nog niet vertellen, wanneer het opruimings
werk zal zijn beëindigd. Men werkte met man
en macht om de drukke spoorbaan Haarlem-
Amsterdam vrij te maken. Voorloopig zal een
hulpboog moeten worden opgesteld om de
draden te spannen. Wanneer echter de treinen
weer over het baanvak zouden rijden viel niet
te zeggen. Ook de schade kon nog niet worden
bepaald."
Omtrent-de oorzaak van deze pech van den
Diesel had men evenmin zekerheid. Men acht
het in de kringen der Nederlandsche Spoorwe
gen practisch onmogelijk, dat de wissel te
vroeg- zou zijn omgehaald, zonder dat een sein
was gegeven. De snelheid van den DieseL was
gering, dus daarin kan de reden ook niet lig
gen. Het onderzoek door technici zal moeten
uitwijzen, waardoor het ongeval met dit pech-
kind der Spoorwegen geschiedde.
Intusschen veroorzaakte het gebeurde veel
last. In de hall van het station werden de rei
zigers op de hoogte gebracht.
Aan den spoorwegovergang aan de Klever
laan stonden Vrijdagavond twee agenten, een
Bloemendaalsche op Bloemendaalsch en een
Haarlemsche op Haarlemsch gebied, om de
drukte te regelen. Elk oogenblik suizen daar
de treinen voorbij, want de reeds drukke lijn
heeft thans ook het verkeer Rotterdam-Am
sterdam te verwerken. Op de bureaux der Ne
derlandsche Spoorwegen heeft de ontsporing
overstelpende drukte gebracht.
Het is voor de Spoorwegen wel onaange
naam, dat deze pech nu juist een Diesel moest
treffen.
Toen de vriendschap
bekoelde.
Ingewikkelde zaak eindelijk door de politie
opgelost.
De Rotterdamsche recherche heeft den
laatsten tijd een ingewikkelde zaak behandeld
Daarmede werd half Mei begonnen, toen men
bij de controle van een bank van leening te
Rotterdam een zeer kostbaren armband met'
edelsteen aantrof, beleend door een zekeren
J. K.. 34 jaar oud, die bij de politie de repu
tatie van „Gentleman"-inbreker en smokke
laar heeft.
Vermoedende, dat er misdrijf in het spel
was, werd de armband in beslag genomen. Het
sieraad zat in een etui, waarop gegraveerd
was: „L. Gielen. a sa femme Irma". Daar
onder stond nog „mazel".
Men ging op zoek naar menschen, die
Gielen of Mazel heeten en men zocht ook in
België, waar men een mijnheer Gielen vond.
Deze werd de armband getoond, welken hij
zeide te kennen. Voorts vertelde hij, dat hij
dezen armband jaren geledén aan een dame,
Irma genaamd, had gegeven, toen hij met
deze dame gehuwd was. Waar zijn gescheiden
echtgenoote nu verbleef wist hij niet.
De Belgische politie slaagde er in, de dame
Irma te vinden. Ook zij herkende den arm
band en zei tot den Rotterdamsschen recher
cheur, die haar den armband toonde, dat
een vriend van haar J. K„ den armband voor
haar meegenomen had naar Rotterdam. Op
de vraag of K. het sieraad voor haar beleend
had, gaf zij een bevestigend antwoord.
De politie kwam dus tot de conclusie, dat
er geen misdrijf in het spel was en depo
neerde den in beslag genomen armband weer
bij de Bank van Leening te Rotterdam. De
zaak leek afgeloopen, maar dezer dagen ver
scheen de Antwerpsche Irma te Rotterdam,
en zij herriep haar verklaringen. J. K.
had wel den armband, en bovendien
nog een edelsteen dezen laatste in Den
Haag beleend, maar hij had het geld,
zijnde f 1800 niet afgedragen. Destijds was
K. nog een zeer geliefd vriend van haar en
om hem te redden, had zij tegen de politie
gezegd, dat zij het geld had gekregen.
Thans verklaarde zij, dat zij de sieraden aan
K. had gegeven om deze in Holland te laten
taxeeren. Zij dacht, dat alles in orde was,
maar het bezoek van den Rotterdamschen
rechercheur maakte haar duidelijk, dat de
zaak niet klopte en daarom ging zij na dit
bezoek, waarbij zij de politieman dus met
een kluitje in het riet had gestuurd, dadelijk
naar Parijs, waar J. K. vertoefde, om hem
rekenschap te vragen.
K. bekende tegenover haar, dat hij den
armband voor duizend gulden te Rotterdam
had beleend en den edelsteen voor achthon
derd gulden te Den Haag. Hij had dit ge
daan, omdat hij geldgebrek had. Dit geldge
brek was door dit bedrag nog niet gelenigd
en daarom wilde K. aldus zeide hij te
Parijs tegen Irma de twee beleende briefjes
opnieuw doen beleenen, om er een bedrag
van achthonderd gulden op te krijgen. Hier
voor moest Irma haar goedkeuring geven en
inderdaad heeft zij na eenig aandringen van
K., schriftelijk haar toestemmnig gegeven.
Op die manier had K. dus van haar beleend
een armband voor f 1000, een edelsteen voor
f 800 en twee beleende briefjes opnieuw voor
f 800, zoodat hij Irma f 2600 schuldig was.
De vriendschap tusschen Irma en J. K.
is na dien tijd bekoeld. K. is verdwenen en
daarop is Irma naar Rotterdam gekomen om
precies aan de politie mee te deelen, wat er
is gebeurd
De politie zoekt thans K., die bovendien
nog gesignaleerd staat voor een boete Vass
f 500 wegens smokkelarij.
O. KAMERLINGH ONNES OVERLEDEN.
Te Bergen (N.H.) is op 73-jarigen leef
tijd overleden de heer O. Kamerlingh Onnes,
oud-directeur van het bureau voor handels
inlichtingen te Amsterdam en oud-raadsiki
der hoofdstad.