De „Gaai" raakte in een dal gevangen. Tegen den grond te pletter geslagen. Dertien menschen om het leven gekomen. Wederom heeft een zware slag onze K. L. M. getroffen door het ongeluk Zaterdagmiddag met de Fokker-Douglas „Gaai" in het smalle dal uan de Moësa nabij San Bernardino. Dertien menschen zijn daarbij, onder het woeden van storm en onweer, om het leven gekomen. Het zijn de gezagvoerder 1. S. W. van der Feyst, de marconist L. Aafjes, de mecanicien J. C. J. Vocke, de in opleiding zijnde stewardess A. E. Hermanides en de Nederlandsche passagiers G. 3. Philips en echt- genoote, uit Vught, A. Content en 11-jarig zoontje, uit Berlijn, S. Hoogstra, uit Dordrecht, 3os. van Langen, uit Amsterdam, de Engel- schen A. G. Watts en L. M. Nesbit en de Duitscher G. A. Flohr, uit Worms. Door storing tot laag vliegen gedwongen Aanvankelijk dacht men, dat de P.H.A.K.G., die Zaterdagmorgen op den gewonen tijd te 11.56 uur uit Milaan was vertrokken om via Frankfort naar Amsterdam te vliegen in den dienst, die door de K. L. M., tezamen met de Deutsche Lufthansa wordt onderhouden, bo ven de pas van den grooten St. Bernhard te gen een bergwand was gevlogen. Uit hetgeen ooggetuigen vertelden en uit de plaats waar de overblijfselen van het toestel werden gevon den, bleek dit niet juist te zijn. Volgens de ge gevens, waarover wij tot dusver beschikken, moet de piloot van het toestel een wanhopigen strijd hebben gevoerd. Op zijn weg naar het Noorden ontmoette hij boven den Grooten St. Bernhard nabij San Bernardino een storm en onweergebied, dat hij om tot nu toe niet be kende redenen niet heeft kunnen passeeren. Hij is daarop teruggekeerd en weer rijst de vraag: om welke reden? lager gaan vliegen, waarbij hij in het keteldal van de Moësa is terechtgekomen, dat slechts twee uitgangen heeft: ten Noorden en ten Zuiden. Die aan de Noordzijde was door het onweer afgesloten en die aan de Zuidzijde is zeer waarschijnlijk op den terugweg eveneens reeds door wolken afgesloten geweest, zoodat v. d. Feyst het niet kon wagen een doortocht te zoeken vanwege het risico met een berg wand in botsing te komen. Hij is daarop weer het dal ingevlogen en heeft zeer vermoedelijk op de Pian San Giacomo, een kleine Alpen weide, een noodlanding willen maken, met afgezette motoren, ingetrokken wielen en uit staande landingskleppen. Dit was voor hem de eenige mogelijkheid, daar de kans om ergens mee in botsing te komen met uitgedraaide wielen veel te groot was. Vandaar ook, dat ooggetuigen sirenengeloei-hebben gehoord, dat de piloten van Douglas-machines waarschuwt, als zij met ingetrokken wielen willen landen. Misschien is het toestel in botsing gekomen met de kabel van een houttransportbaan, mis schien is de snelheid reeds te gering geweest, misschien is het door den bliksem getroffen, in elk geval, plotseling zag men de machine om zijn eigen as draaiend naar beneden stor ten. Het drama was gebeurd: dertien men schen waren gedood. Blikseminslag Een bijzondere A. N. P.-correspondent had Zaterdagavond kort na zijn terugkeer van de plaats, waar de „Gaai" is neergestort, een on derhoud met den heer Tognola, burgemeester van de gemeente Mesacco, binnen welker ge bied ook San Bernardina en San Giacomo ge legen zijn. De burgemeester was onmiddellijk na de ramp gewaarschuwd en was nog zeer onder den indruk van hetgeen hij gezien had. Het vernielde toestel moet plat tegen den grond zijn geslagen, want terwijl de bovenkant van de cabine intact was, was de ondei'kant geheel ingedrukt. De cabine was van achteren naar voren in elkaar geschoven, en ook de cockpit was op deze wijze ineen gedrukt, zoodat alle inzittenden, waarschijnlijk met groote kracht, in hun stoelen bekneld zijn geraakt. De mees te lijken waren dan ook onherkenbaar ver minkt. Twee landarbeiders, die in de onmid dellijke nabijheid aan het werk waren geweest, en onmiddellijk na het ongeval ter plaatse waren, vonden nog slechts de jeugdige ste wardess in leven, doch reeds na enkele minu ten gaf zij den geest. Gezien de plaats waar de machine is neer gestort, is het aldus burgemeester Tognola onmogelijk dat de Douglas tegen een berg wand is opgevlogen. Wel zijn er rotswanden in de buurt, doch het vliegtuig had eenige ma len rondgecirkeld boven de open ruimte en sirene-signalen gegeven, alsof het een nood landing wilde maken. Hoewel de open ruimte daartoe eigenlijk te klein is, hadden de oog getuigen, die het vliegtuig volgden, gedacht dat het toch wilde dalen, toen het plotseling neerstortte. Het plateau, waarop het terecht kwam, ligt op een hoogte van circa 1100 meter boven den zeespiegel. Onder de bewoners veroorzaakte het ge beurde groote ontsteltenis en alle dorpen uit de omgeving liepen uit naar de plaats van de ramp. De burgemeester zorgde "dan ook ter stond voor een afzetting van land jagers en -Zwitsersche grenswachten uit Bellinzona. Ook een Roode Kruis-colonne uit Bellinzona was spoedig ter plaatse en deze heeft, vaak met moeite, de lijken uit het wrak geborgen en per vrachtauto naar San Giacomo vervoerd, waar zij zijn neergelegd in de Katholieke Kerk en Zondagochtend zijn gekist. Het wrak is on der bewaking gesteld. Tenslotte deelde de burgemeester nog me de. dat het boven de Pian San Giacomo, op het tijdstip dat de „Gaai" is neergestort, zeer hevig heeft geonweerd, zoodat, gezien de I plotselinge wijze, waarop het toestel neer stortte, het niet geheel onmogelijk zou zijn, dat het door den bliksem is getroffen. Aan den onderkant van de romp heeft hij een zwarte vlek waargenomen, die een schroei vlek tengevolge van blikseminslag zou kun nen. zijn, doch de heer Tognola achtte zich in deze te weinig deskundig om hieromtrent iets met zekerheid te durven beweren. Benzineleiding was afgesloten. De Nederlandsche consul te Lugano, Baron van Wassenaer, die tegen half drie Zaterdag middag telefonisch van het ongeluk op de hoogte werd gesteld, was tegen half vijf ter plaatse aanwezig. Zaterdagavond na zijn te rugkeer in Lugano, hebben wij een onder houd met hem gehad, waarin hij ons het een en ander mededeelde. Ook hij was diep on der den indruk van het gebeurde. Toen hij bij het wrak van de „Gaai" arriveerde, wa ren alle lijken hier reeds uit geborgen, waar voor men het dak van de cabine had moeten opensnijden. De linkervleugel van het toestel lag tegen een boom aan en was gedeeltelijk afgeknapt. De beide motoren zaten nog in de vleugels doch waren eveneens geheel in el kaar gedrukt, zooals in de cabine alle stoe len van achteren naar voren in elkaar ge drukt waren. Op vrij grooten afstand van het wrak vond men een der machtige wielen, dat was afgerukt van net landingsgestel. De Pian San Giacomo. waar het wrak ligt, is een kleine vlakte, een soort Alpenweide, waardoorheen het riviertje de Mesacco loopt en op slechts enkele minuten afstand de autoweg van Mesacco naar San Bernardine. Baron van Wassenaer verklaarde: „Als de piloot nog 40 Meter had doorgevlogen was hij tegen den rotswand te pletter gevlogen". Thans kan daarvan volgens hem geen sprake zijn. De piloot durfde blijkbaar bij het zware weer het gevaarlijke Alpenparcours niet aan, of er was iets niet in orde met het toestel, zoodat hij een noodlanding wilde maken op de eenige plaats, die hem daartoe geschikt leek, de Pian San Giacomo. Hierop wijst niet alleen het cirkelen boven deze kleine vlakte, maar vooral het feit, dat bij onderzoek van het wrak de benzineleiding bleek te zijn af gesloten. Hieraan is het wellicht ook te dan ken. dat bij de botsing met den grond geen brand is ontstaan. Vermoedelijk zijn, naar het oordeel van den consul, bij de noodlanding- de vleugels van het toestel met den boom, waartegen het wrak rust, in aanraking ge komen en is het daardoor neergestort. Waarom vloog v. d. Feijst tusschen de bergen De heer Moes heeft Zondagmiddag een te lefoongesprek met den heer Plesman gehad en daarbij bijzonderheden medegedeeld over het ongeluk. De Gaai was in het dal gevangen en het eenige wat den piloot overbleef, was een lan dingsterrein te zoeken waar hij zijn machine zoo goed mogelijk aan den grond kon zetten. Van der Feijst heeft zijn landingskleppen uitgezet, wat er op wijst, dat hij zijn snelheid trachte te verminderen. Zijn wielen heeft hij ingehouden om op de buik van de machine te kunnen landen. Deze methode is natuurlijk niet zonder gevaar. Toch wordt zij meer toe gepast. Men vermindert de snelheid zooveel mo gelijk en laat het toestel met ingetrokken wie len op den grond glijden. Deze feiten, welke duidelijk te constateeren waren bij het wrak van de Gaai, bewijzen, dat van der Feijst omlaag wou en hij heeft een klein plekje opgemerkt in het dal, dat. hem nog het meest geschikt voor kwam om zijn nood landing te beproeven. In het midden stond een huisje en eenige hoornen en daarlangs heeft de piloot getracht zijn machine neer te zetten. Of dit gelukt zou zijn, kan niemand zeggen. Ze ker is, dat op het laatste oogenblik nog iets gebeurd is, waardoor aan de pogingen van v. d. Feijst een noodlottig einde werd gemaakt. Zekerheid daaromtrent is er niet, maar naar alle waarschijnlijkheid heeft de vliegmachi^ teen kabel van een transportbaan geraakt ëri is toen door de geringe snelheid recht naar beneden gekomen en met den neus den grond in geboord. Dit was het einde van de Gaai. Wel heeft de heer Moes nog kunnen consta teeren, dat de piloot de beschikking heeft ge had over zijn beide motoren en dit doet de vraag x-ijzen: Waarom was v. d. Feijst in dat dal en waarom vloog hij zoo laag? Onze piloten vliegen altijd boven de bergen, zoodat men de hoogste toppen onder zich ziet liggen. En zeker zal men dit doen met slecht weer. Het probleem voor den heer Plesman en voor den vliegdienst der K. L. M. is dan ook: Welke dwingende reden was er voor v. d. Feijst om van deze gewoonte af te wijken en tusschen de bergen door te vliegen in plaats van er over heen. Dat er een dwiixgende reden voor moet geweest zijn, staat volgens den heer Plesman vast, aangezien v. d. Feijst tegoed be kend was met de gevaren, welke vei-bonden waren aan het vliegen tusschen de bergen en door de bergpassen. Van Zwitsersche zijde heeft men, zoo deelde de heer Plesman ons mede. ci-itiek uitge oefend op v. d. Feijst, omdat hij zich tusschen de bergen gewaagd heeft. Voordat men echter hierover een oordeel velt, zal men eerst moe ten weten, wat den piloot dwong om zoo laag te vliegen. En dit, zoo voegde de heer Plesman er aan toe, zal misschien wel altijd een raad sel blijven. t,Blijf op je post en doe wat je kunt. Zaterdagavond hadden wij gelegenheid eenige oogenblikken met den heer Plesman te spreken. Hij was uiteraard zeer onder den indruk van het gebeurde en gaf een resumé van de ingekomen berichten. De gezagvoerder was een uitnemend piloot, die de route Am sterdamMilaan reeds twintig maal had ge vlogen. De plaats, waar het ongeval is ge beurd, ligt ook precies in de route. Hoe het gebeuird is, zal ook in dit geval wel nooit vol komen opgehelderd kunnen worden. Het laatste bericht van de „Gaai" ontvangen, is een radio-mededeeling van Milaan, waarin de marconist seinde, dat hij de antenne zou in halen. Dit wijst op een onweersbui, waarin de machine zou zijn terechtgekomen. Boven dien zou dit de verklaring zijn voor het feit, dat de „Gaai" zoo laag vloog, In den regel is men op dien afstand van Milaan reeds op grootere hoogte. Slechts bij zeer heldm weer kan de piloot wel eens iets lager vlieger, doch als regel verkiest hij zoo spoedig mogelijk zijn hoogte te nemen. De lijn AmsterdamMilaan is met ingang van heden door de Duitsche Lufthansa overgenomen, maar ver tier zullen geen wijzigingen in den dienst der K.L.M. komen. Ook zal de K.L.M. geen verandering brengen in het type machines, waarmee gevlogen wordt. Volgens den heer Plesman zijn de ongevallen van den laatsten tijd alle zoo geheel verschillend en onder absoluut andere omstandigheden ge beurd, dat hieruit geen enkele con clusie te trekken valt ten aanzien van de machines. Of de drie verloren toestellen door dezelfde nieuwe types vervangen zullen worden, staat thans nog niet vast. De Swissair heeft Zaterdagavond het on derzoek ter hand genomen. De heer Plesman sprak zijn groot vertrouwen uit in de des kundigheid der experts van den Zwitserschen luchtvaartdienst. „Het eenige wat zij ..kunnen doen" aldus besloot de heer Plesman „is tot een ieder té zeggen: besef je verantwoordelijkheid, blijf op je post en doe wat je kunt". Minister-president Dr. Colijn en de minister van Waterstaat hebben Zaterdagavond tele fonisch hun deelneming bij het droevig ge beuren betuigd. De heer Plek, agent der K.L.M. te Milaan, is Zaterdag terstond naar de plaats van de ramp vertrokken, terwijl de hoofdinspecteur van de K1.M. de heer Moes, die toevallig M'AA'NDA'G 22 J U C I "1933 te Frankfurt was, onmiddellijk naar Zürich is gegaan en van daar is doorgereisd in ge zelschap van den directeur van de Swis sair. Uit Amsterdam zijn Zaterdagavond tegen. 7 uur met den nachttrein naar Bazel vertrok ken de heeren Van der Heide, inspecteur voor de Luchtvaart, en dr. ir. van der Maas, van den Rijksstudiedienst voor de Luchtvaart. Zij kwamen Zondag in den loop van den dag op de plaats van het ongeval aan. Psychologische reactie Omtrent de staking van den dienst op Milaan, zeide de heer Aier, dat, toen de K. L. M. de Duitsche Lufthansa, met wie zij voor dezen dienst een pool heeft gevormd, mede deelde, dat zij Maandag niet met een eigen machine naar Milaan zou vertrekken, heeft de Duitsche Lufthansa zich onmiddellijk be reid verklaard dan iix te willen springen en niet alleen voor het traject Frankfurt-Milaan doch ook voor het traject Amsterdam- Frankfurt v.v. te willen zorgen. Zondag ar riveerde op Schiphol een machine van de Duitsche Lufthansa, die hedenochtend vol gens de dienstregeling naar Frankfort ver trekt. Op de vraag, waarom de K.L.M. meende, den dients op Milaan te moeten staken, ant woordde de «heer Aler dat men eerst wilde weten, wat de oorzaak van het ongeval was, alvorens men den dienst, alsof er niets ge- beui-d was, voortzette. Als er na elkaar drie ongevallen gebeuren van een omvang als hier het geval was. is er alle reden om even na te gaan, wat er precies aan de hand kan zijn en even het tempo te verminderen. Op de tegenwerping, dat men dan ook andere diensten zou kunnen stopzetten, ant woordde de heer Aler. dat het een begrijpe lijke psychologische reactie was. dat men juist den dienst on Milaan, met zijn moeilijke Alpenroute, staakte. De omgekomen bemanning Johan Simon Wilhelm van der Feijst, be stuurder, is op 17 October 1904 te Scheve- ningen geboi*en en trad 1 Mei 1932 in dienst van de K. L. M. Hij is gehuwd en heeft twee kindei-en en woonde te Heemstede. Na enkele jaren de lagere school in Neder land te hebben bezocht, voltooide hij deze te Tegal iix Nederlandsch Indië. Hij doorliep twee klassen van de H. B. S. te Bandoeng en te Weltevreden en volgde gedurende een jaar de voorbereidende opleiding voor de Indische Rechtsschool. Op 4 Mei 1927 ti'ad hij in dienst van de militaire luchtvaartafdeeling te Soes- terberg en op 1 Mei 1932 ging hij over naar de K.L.M. Hij had op zijn naam 817 vlieguren in militairen dienst en 3200 vlieguren in dienst van de K. L. M. Hij maakte tien reizen naar Indië als tweede piloot en vloog in Europa ge heel zelfstaixdig. Ludolf Aafjes, de omgekomen marconist, was gehuwd, doch zonder kinderen en woonde dicht bij Schiphol, op het gebied van de ge meente Rijk (Hoofddorp). Hij werd 19 April 1907 té Bussum geboren en trad op 6 Februari 1928 als radiotelegrafist in dienst van Radio- Holland. Op 20 October 1934 kwam hij in, dienst van de K.L.M. Johan Casparus Jacobus Vocke, de omgeko men werktuigkundige, was ongehuwd en woon de te Haarlem, waar hij op 19 Mei 1909 gebo ren werd. Op 13 Juni 1927 trad hij in dienst van de K. L. M. Hij heeft te Cherbourg mede gewerkt aan het monteeren der aldaar uit Amerika gearriveerde Douglas-vliegtuigen en ontving een speciale opleiding voor deze toe stellen. Sedert 1 Juni was hij als boordwerk tuigkundige speciaal op de Douglas-vliegtui gen werkzaam. Mejuffrouw Anna Elisabeth Hermanides was woonachtig te Noord wijk, waar zij in 1908 geboren werd. Zij is een van de vier meisj-es, die door de K.L.M .waren uitverkoren om te worden opgeleid als 'stewardess aan boord der K. L. M.-vliegtuigen, voorloopig op den dienst naar Milaan. Zij zou met 1 Augustus a.s. offi cieel in dienst treden. Thans maakte zij eenige vluchten om luchtvastheid te krijgen. (Vervolg zie volgende pagina.) Het tragisch einde Yan de „Gaai" in het dal nabij San Bernardino. De plaats waar de Douglas-machine neerstortte. Van het toestelis niets meer aver dan een chaos van verwron gen. metaal.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1935 | | pagina 6