HET NIEUWE AVONDBLAD Merkwaardige dingen bij de liaringvisscherij. Prof. Aalberse confereert. VOOR TAXI 20e JAARGANG No. 224 ZATERDAG 77 JULI 1935 IJMUIDER COURANT A B ON NEMENTEN: per week 10 ets., per maand 40 cents plus 2j4 cents incasso, per kwartaal 1.20 plus 5 cents incasso, losse nummers 3 cents. Kantoor: Kennemerlaan 42 - IJmuiden, Telef. 5301 Verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. Uitgave Lourens Coster, Maatschappij voor Courantuitgaven en Algemeene Drukkerij N.V. Directie: P. W. PEEREBOOM en ROBERT PEEREBOOM ADVERTENTIëN: 1—5 regels ƒ0.75. Elke regel meer 15 ct. Bij abonnement belangrijke korting. Adverten ties van Vraag en Aanbod 1-3 regels 25 ct., elke regel meer 10 ct. Ingezonden mededeelingen dubbele prijs. ALLE ADVERTENTIëN, OPGEGEVEN VOOR DIT BLAD, WORDEN KOSTELOOS OPGENOMEN IN DE NEVEN-EDITIE HET NIEUWE AVONDBLAD DE KENNEMER COURANT. Alle abonnés van dit blad zijn, zoodra zij 14 dagen als zoodanig in de registers zijn ingeschreven en verder op voorwaarden, die van tijd tot tijd gepubli ceerd en ten kantore van dit blad gratis verkrijgbaar zijn, kosteloos ver zekerd tegen de gevolgen van ongevallen voor de navolgende bedragen ƒ2000.- bij algeheele invaliditeit; 600.- bij overlijden; ƒ400.- bij verlies van een hand, voet of oog; 250.- bij verlies van een duim; 150.- bij verlies van een wijsvinger; 30.- bij breuk van boven- en/of onderarm30.- bij breuk van boven- en/of onderbeen; ƒ50.- bij verlies van een anderen vinger. Ten gevolge van spoor-, tram- of autobusongeval; ƒ5000.- bij overlijden van man en vrouw beiden; 3000.- bij overlijden van den man alleen; ƒ2000.- bij overlijden van de vrouw alleen. Opvarenden van visschers-, marine-vaar tuigen enz. 400— bij verdrinkingsdood door ongeval tijdens de vaart, tot een maximum van 2000.-, indien hetzelfde ongeval den dood van vijf of meer abonnés mocht tengevolge hebben. Alleen de abonné(e) zelf is verzekerd, behoudens het vermelde omtrent spoor-, tram- of autobusongevallen. Polis is niet noodig. Uitkeeringen krachtens deze verzekering worden gewaarborgd door de Nieuwe H.A.V.- Bank te Schiedam. IJMUIDEN Waarom vischt de drijfnetvisscher 's nachts, de trawlervisscher over dag? En waarom vangt de haringtrawler niets, als een drijfnetvisscher wel vangt? „Wanneer in het voorjaar de enorme ha ringscholen van vele millioenen van hun win terverblijf. in de IJszee als een uit drie ko lommen bestaand leger naar den Atlantischen Oceaan, de Noordzee en de Oostzee terugkee- ren, dan schittert de zee overal in zilveren schoonheid", zoo lezen we in een interessant artikel over de haringvisscherij in de Deutsche Fischerei-Rundschau, dat in een vorig num mer er op gewezen heeft, dat de drijfnetvis scher in het algemeen 's nachts, de sleepnet- visscher overdag vischt. Vogels gaan aan de scholen vooraf. Zij kon digen ze reeds van verre aan. En wanneer men dan nog de hooge waterzuilen van de walvis- schen ziet en de scherpe rugvinnen van de groote roofvisschen, dan is er geen twijfel mogelijk. Men vaart den rijken zegen, den haringtrek tegemoet, die eindelijk aan den horizon opduikt. Het is een onafzienbaar l?reed, lang zilveren lint, schitterend in de zon, nu en dan uiteen gereten door een don- kerkleurigen, snel door het water klievenden roof visch, die telkens door zijn wijd-geopenden muil een ontelbaar aantal als zilver glanzende visschen in zijn keel laat verdwijnen. Haringen zijn diepzee-visschen van den At lantischen Oceaan. Zij trekken in den paai- tijd naar de kusten van de Noord- en Oost zee, waar ze in enorme hoeveelheden gevan gen wofden. Na het een en ander omtrent de beweging- der scholen in de Noordzee verteld te heb ben, wijst de schrijver van het artikel er op, dat men pas, nadat het kort voor den oorlog niet een verrassend resultaat was gelukt, ha ring met een sleepnet te vangen, zich meer is gaan bezighouden met een grondige studie van de levenswijze van de haring. Na den oorlog werd de trawl-haringvis- scherij aanzienlijk uitgebreid en 'tegelijker tijd werd met een systematisch onderzoek begonnen, voornamelijk door den toenmaligen leider van het Biologisch Instituut op Hel goland, prof. Heinke en den Hamburgschen visscherijbioloog prof. Ehrenbaum. Thans spreekt iedereen in het visscherij - bedrijf van Fladen-, Gat- en Doggersbankha- ring en alle haringvisschers kennen het ver schil tusschen deze verschillende rassen. De kenteekenen van de verschillende rassen zijn nochtans niet zoo groot, dat men bij een en kelen- haring zonder meer kan zeggen, tot welk ras hij behoort. Een definitie van de rassen is eerst dan mogelijk, wanneer men een groot aantal vóór zich heeft. Met een voorbeeld geeft de schrijver de manier aan, waarop men uit deze min of meer onduidelijke geschiedenis wijs kan worden. Een geschikt middel, om de verschillende rassen te onderkennen, is het tellen der wer vels. Wanneer men bij 100 haringen van de zelfde vangplaats de wervels telt, komt men wellicht tot de ontdekking, dat 40 daarvan 54 of 55 wervels hebben, 30 hebben 53, 52 of 51 en de overige 30 meer dan 44. Het talrijkst zijn dus die met 54 of 55 wervels. Bij een an der ras vindt men eveneens haringen met evenveel wervels als de bovengenoemde, al leen zal men dan tot de ontdekking komen, dat .de meeste 57, bij weer een ander de mees te misschien 51 wervels hebben. Op deze min of meer ingewikkelde manier is het mogelijk, een heele reeks verschillende rassen in de Noordzee te kunnen onderkennen. De verschillende „haringvolken" verzamelen zich bij den paaitijd op hun paaiplaatsen en komen dan in zulke dichte scholen bijeen, dat ze gevangen kunnen worden. Na den paaitijd verspreiden ze zich weer, waarheen weet men niet, daar men buiten dien tijd te kleine hóe veelheden vangt om daaruit gevolgtrekkingen te kunnen maken. Het is opmerkelijk, dat hoe eerder de ha ring kuit schiet des te Noordelijker de paai- plaats gelegen is. Zoo beginnen in Juni de ha ringen bij de Hebriden hun paaitijd; dan vol gen de Zuidelijke rassen op Fladengrond, Gat en Doggersbank, terwijl de Kanaalharing het laatst paait. Daar de haring, zooals reeds is opgemerkt, gedurende den paaitijd gevangen wordt, moet de visscherij zich noodzakelijk van het Noor den naar het Zuiden bewegen. Zij volgt daarbij echter niet de scholen op hun volksverhui zing door de Noordzee, maar vangt achter eenvolgens de zich op de verschillende plaat sen ophoudende rassen. Zooals bekend, wordt de haring in de Noordzee op twee verschillende wijzen ge vangen en wel met het trawlnet en met het drijfnet. Het eigenaardige is nu, dat behou dens enkele uitzonderingen, niet met beide soorten vischtuig gelijktijdig op dezelfde vang plaats met succes kan. worden gevischt. Toen men ongeveer twintig jaar geleden tot de ont dekking was gekomen, dat het mogelijk was haring met het trawlnet te kunnen vangen, gingen de trawlvisschers begrijpelijkerwijs de plaatsen opzoeken, waar de drijf netvisschers goede vangsten maakten, in de vaste overtui ging, op die plaatsen hun deel van den ha ring-zegen te kunnen bemachtigen. Maar tot hun onaangename verrassing vingen de trawlvisschers daar niets. Het bleek dat ze Noordelijker moesten gaan visschen. wilden ze succes hebben. Wanneer bijv. de drijfnet- vissthers goede vangsten op de Fladengron- -den maakten, moesten de haringtrawlers bij de Shetlandsche Eilanden gaan visschen op de plaatsen waar de drijf netvisschers vóór hen goed gevangen hadden en welke deze wegens slechte vangsten voor de meer naar het Zui den gelegen vischgronden hadden geruild. Om hiervoor een verklaring te vinden, moet men bedenken, dat het drijfnet dicht aan de oppervlakte vischt, het trawlnet daarentegen op den bodem, waaruit blijkt, dat de haring in het begin der vangperiode in de bovenste waterlagen zwemt en dan met het drijfnet ge vangen wordt, later echter dichter bij den bodem door het trawlnet. En zoo is het inderdaad. De haring is, in te genstelling met de bekende „bodemvisschen" als kabeljauw, schelvisch, koolvisch enz., een visch van het vrije water. De bodemvisschen voeden zich met de op den bodem levende wormen, slakken, mosselen enz.; de haring eet kleine kreeftjes, die vrij in het water le ven en tot het zoogen. plankton behooren, zooals men de dierlijke en plantaardige leven de wezens noemt, die zonder of met geringe eigen beweegkracht in het water ronddrij ven. Daar deze kreeftjes zich op hun beurt weer met algen (plantaardig soort plankton) voeden en deze algen, om te kunnen leven, licht noodig hebben en daardoor in de hoogere waterlagen moeten leven, houden de kreeftjes zich ook dicht bij de wateroppervlakte op en met hen ook de haring. In tegenstelling met de bodemvisschen zet merkwaardigerwijs de haring haar kuit vlak bij den bodem vast, terwijl de eieren van de bovenvisschen afzonderlijk'en vrij m het wa ter drijven. De haring moet dus, in tegenstel ling met zijn vroegere gewoonte van doen kort vóór het kuitschieten in de diepte ver dwijnen. Wanneer de haring, om kuit te schie ten, reeds op de paaiplaatsen bijeenkomt, ter wijl de paaitijd echter nog niet is aangebro ken. houdt zij zich in de hoogere waterlagen op en kan dus met het drijfnet gevangen wor den. Later, d.w z. onmiddellijk vóór, tijdens en na het kuitschieten, komt zij op den bodem om een prooi van het trawlnet te worden. Het is zeer waarschijnlijk, dat de haring eenigen tijd na het paaien weer tot haar oude ge woonte terugkeert en zoo is het dan ook, dat de drijfnetvisscher weer ijle haring op de plaatsen kan vangen, die de trawlvisscher pas wegens resultaatloos visschen verlaten heeft Op de Doggersbank kan het voorkomen, dat drijf netvisschers en trawlers dicht bij elkaar visschen, hetgeen daardoor komt, dat de ze daar slechts ongeveer 30 M. diep is en de drijfnetten daar tot aan den bodem reiken. Waarom vangt de drijfnetvisscher het beste 's nachts, de trawlvisscher daarente gen het beste overdag? Dit feit staat ook weer nauw in verband met de leefwijze van de haring. Zooals reeds werd gezegd, voedt de haring zich met kleine kreeftjes en deze voeden zich op hun beurt met algen. De algen hebben als planten licht noodig om te leven en wel een bepaalde ho: veelheid. Te weinig licht belemmert hun ont wikkelingsorganen, te veel licht ls eveneen: nadeelig voor hun ontwikkeling. Zij leven dien tengevolge op die plaats, waar voor hen het beste licht is, het optimum. Zij zullen bij het aanbreken van den dag dieper gaan, om in den loop van den namiddag weer meer naar de oppervlakte terug te komen. De kreeftjes volgen hen en de haringen volgen de kreeftjes De haringen bewegen zich dus regelmatig op en neer in de bovenste lagen en worden daar bij door de op circa 2040 M. diepte staande drijfnetten op hun nachtelijke hoogte ge vangen. Wanneer de paaitijd nadert, gaat de ha ring, zooals reeds is opgemerkt, naar de diepte. Zij behoudt ook daar klaarblijkelijk haar leef wijze. Des nachts staat ze verder van den bo dem, overdag echter zwermt ze dicht over den bodem, waar ze dan door het over den grond voortgesleepte sleepnet gevangen wordt. Deze interessante theorie wordt daardoor beves tigd, dat de trawlvisschers bij helder zonlicht de beste resultaten hebben, wanneer de ha ring dus het diepste - zwemt. Ten slotte wordt er nog op gewezen, dat alles wat hierboven omtrent de haringvis scherij en de haring is uiteengezet, niet moet worden beschouwd als een wet van Meden en Perzen. Door den vakman moge een en ander worden beschouwd als een uiteenzetting, die deels berust op wetenschappelijk onderzoek, deels op practische ervaringen. Visscherijnieuws in een notedop. Naar zee. De Zwaluw IJM. 90 is gisteren weer naar zee vertrokken. De Maria IJM. 95 en de Jacq. Clasina IJM. 10 zouden heden ver trekken, de Marie met het bekende paardje op den schoorsteen, hetgeen beteekènt dat deze boot thans vaart voor de Reederij Erenst en Weimar. Net in de schroef. De I. S. Groen keerde Donderdagavond uit zee terug. Tijdens een proeftrek in de nabijheid van IJmuiden kreeg de trawler het net in de schroef. In het dok werd het net verwijderd waarna de trawler weer naar zee vertrok. De kustvisscherij en de visscherij in het IJselmeer in Juni. De resultaten der ansjovis-visscherij. De Af deeling Visscherijien van het Depar tement van Economische Zaken deelt het volgende mede omtrent de kustvisscherij en de visscherij. in het IJselmeer,. waarbij de tusschen haakjes geplaatste cijfers betrek king hebben op de maand Juni 1934. De weersgesteldheid was voor de uitoefe ning der visscherij over het algemeen gun stig, met uitzondering van de Zuidholland- sche stroomen, waar de visscherij in de eerste drie weken der maand vrij veel belemmerd w.erd door stormweer. In de Waddenzee- werd de visscherij druk ker in de Lauwerzee en den Dollart, daaren tegen minder druk uitgeoefend dari in Juni 1934. In de Zuid-Hollandsche stroomen en zeegaten was de visscherij van denzëlfden om vang als in Juni van het vorige jaar. De geldelijke uitkomsten der visscherij in de Lauwerzee en den Dollart daarentegen minder druk uitgeoefend dan in Juli 1934. In de Zuidhollandsche stroomen en zeegaten was de visscherij van denzelfden omvang als in Juni van het vorige jaar. De geldelijke uitkomsten der visscherij in de Lauwerzee en den Dollart. de Waddenzee en het niet-afgesloten gedeelte van de Zui derzee, het IJselmeer en de Zuid-Hollandsche stroomen en zeegaten waren slechter dan verleden jaar Juni. De hoeveelheid en opbrengst der aange voerde visch bedroeg nl. volgens voorloopige opgave respectievelijk in dé Lauwerzee en den Dollart 445.533 (542,010) K.G. en f 6383 (f 9255) .in de Waddenzee en het niet-afge sloten gedeelte van de Zuiderzee 3,234.559 (2.672,92-1) K.G. en f 57,627, (f 74.021), in het IJselmeer 345.188 (537,306) K.G. en f 181,809, f 252,274), in de Zuid-Hollandsche stroomen en zeegaten 310.386, (391,109) K.G. en f 27,623. (f 28,226)Uit Zeeland werden ver-, zonden 630.450 (1,181.'200J K.G. mosselen ter waarde van f 11,838 (f 14.467). Oesters werden in Juni van dit jaar, evenals in de overeen komstige maand van het vorige jaar, niet verzonden. In het IJselmeer bleef de aalvi-sscherij met dwars en kwakkuil en de aalkor beneden de verwachtingen. In de kom van liet IJselmeer waren de vangsten zeer gering; de meeste aal hield zich op bij de kust. De kuilvisscherij in het Noorden van het IJselmeer gaf wat be tere resultaten. De motorvisschers, die daar in de diepere geulen vischten, verkregen door gaans bevredigende vangsten. Met de aalfui ken werd over het algemeen slecht gevangen. Dicht onder den afsluitdijk werden met het hoekwant soms goede vangsten gemaakt. De botvangsten met staande netten bleven nog slecht. De motorkuilvisschers vingen nog wat bot in het Noordelijk gedeelte van het IJselmeer. Snoekbaars en baars, vooral kleine exemplaren, werden geregeld met- de fuiken gevangen, terwijl in de fuiken bij fort Pampus ook enkele snoekjes werden aangetroffen. In de Waddenzeer waren de haringvangsten der kommenvisschers over het algemeen niet groot. Wel werd meer bliek gevangen. In en kele kommen nabij Harlingen werden in de eerste helft der maand flinke hoeveelheden ansjovis gevangen, bij Wieringen daaren tegen waren de vangsten, evenals die der ze- genvisscherij nabij Den Helder, zeer gering. Verder werd nog gedurende veertien dagen door twee spannen de ansjovisvisscherij met den wondei-kuil uitgeoefend; de vangsten be droegen 500 tot 1500 K.G. per span en per „BETERE" Schoenreparatie „DE ECONOOM!" Tel. 5162 M. REM Kalverstr. 14, IJm.(0 Reeds tal. van besprekingen gevoerde (Adv. lngez. Med.) b I ij tU w nummer Passagier» zijn verzekerd. (Adv. Ingez. Med.) dag. In totaal bracht de ansjovisvisscherij in de Waddenzee ongeveer 5500 ankers op. In de kommen bij Wieringen werd veel makreel gevangen, welke echter klein van stuk was en niet veel opbracht. Geep werd weinig ge vangen, terwijl ook de bijvangsten van bot, schar en fint niet groot waren. De botvis- scherij met staande netten leverde over het algenieen geen groote vangsten op; het resul taat der botpeurvisscherij was slechts matig te noemen. De visscherij met schutwant verliep voor sommige visschers gunstig doch voor anderen slecht. De visscherij op garna len, welke gekookt werden afgeleverd, verliep, wegens gebrek aan afzet, niet gunstig. Van Den Helder uit is door enkele vaartuigen be proefd garnalen levend aan te brengen voor de Amsterdamsche markt, doch met het warme weder moest dit worden gestaakt. Op consumptiemosselen werd niet gevischt. De visscherij op mosselen voor eendenvoer werd door twaalf Wieringer motorvaartuigen voortgezet. 18 Juni werd de Waddenzee be oosten de Kromme Balg opengesteld voor Zeeuwsche mosselzaadvisschers. Er was echter weinig zaad aanwezig. De visscherij op ali kruiken was van zeer weinig, beteekenis. DE VEREENIGING ZWAKZINNIGENZORG (V.V.Z.Z.) HEEFT IIÜLP NOODIG. Men schrijft ons: Zooals algemeen bekend is, heeft bovenge noemde vereeniging haar werkinrichting in de Houtmanstraat te IJmbuideri.In deze werk inrichting zijn personen te werk gesteld, die door geestelijke en sommige bovendien nog door lichamelijke minderwaardigheid in de maatschappij niet terecht kunnen. Was hun leven voor de plaatsing leeg'en- doellcos en zwierven zij vaak uren langs de drukke, voor hen in meer dan één opzicht, gevaarlijke straat, thans is dat, anders. Van 's morgens 8.3011,30 en van 1.305.- zijn zij in de inrichting en verrichten daar nut tigen arbeid. Dez-e. arbeid geeft ze iets wat ze juist door hun. gebrek aan intelligentie, nog meer dan andere personen missen, nl. arbeids vreugde. Al de tewerkgestelden ontvangen voor de door hen gepresteerde werkzaamheden loon. Zij verbruiken bovendien materiaal. Deze on kosten moeten, wil men het voortbestaan der inrichting mogelijk maken, bestreden wor den. Eén der belangrijkste middelen is de ver koop van de geproduceerde- artikelen. En juist laat dit laatste door verschillende oor zaken, veel te wenschen over. Ondanks aller lei moeiten is het bestuur er tot heden niet in geslaagd geregeld over flinke venters te be schikken. Toch moeten de in voorraad zijn de artikelen worden verkocht. Het onlangs opgerichte comité dat met en naast het be stuur van bovengenoemde vereeniging wil werken in het belang van de tewerkgestelden, zal voorloopig de verkoop gedeeltelijk ter hand nemen. Enkele dames, leden van het comité, zijn besloten zelf de artikelen te gaan ven-ten. Van te voren zullen zij haar komst per circulaire huis aan huis bekend maken.De artikelen zijn nuttige, huishoudelijke voor werpen zijn zeer solide en uit de beste grond stoffen vervaardigd. De comitéleden hopen, dat de huisvrouwen de haar aangeboden waren niet zullen af wij zen, maar gezien het mooie, sociale werk, dat in het belang der mi-sdeelden voortgang moet kunnen vinden, door het koopen van één of meer artikelen zullQjj| steunen. Moge door al ler medewerking, de aanwezige voorraad bor stels, matten, vaten- en kopjeskwasten, be zems, mattenkloppers en boenders spoedig zijn uitverkocht tot heil van de tewerkg; stelden. Wanneer verslag aan de Koningin De minister van Staat, prof. mr. P. J. M. Aalberse, wien de Koningin op dracht heeft gegeven tot vorming van een parlementair kabinet op zoo breed mogelijke basis, heeft Vrijdag bespre kingen gehouden met leiders van ver schillende Tweede Kamer-fracties, welke besprekingen vandaag zullen worden voortgezet. Prof. Aalberse ont ving te zijnen huize o.a. ir. Albarda, voorzitter der soc.-dem. Kamerfractie, en de heeren van Dijk en Schouten, die voor de anti-rev. Kamerfractie kwamen. Vandaag zal prof. Aalberse zijn be sprekingen met de andere fracties voortzetten. Wanneer deze bespi'ekingen een vlot verloop hebben, moet het niet uitgesloten worden ge achte, dat prof. Aalberse wellicht nog heden, verslag zal kunnen, uitbrengen van het resul taat zijner stappen. In ieder geval mag wel worden aangenomen, dat, onvoorziene om standigheden voorbehouden, de formateur zich uiterlijk Maandag naar de Koningin zal be geven. In parlementaire kringen wordt volgens de Tel. vrij algemeen verwacht, dat in ieder geval de Anti-Revolutionnaire, de Vrijzinnig-Demo cratische en de Liberale fracties niet bereid zullen worden gevonden tot de vorming van een parlementair kabinet op breede basis me de te werken. Is de ontwikkeling van zaken aldus, dan zal dit beteekenen, dat de forma teur de opdracht, als onvervulbaar gebleken, zal moeten teruggeven. Omtrent hetgeen daarna zal geschieden, ver diept men zich slechts in gissingen. De Kroon kan daarna aan prof. Aalberse opdracht geven tot' liet vormen van een extra-parlementair kabinet, dat dan b.v. zou kunnen bestaan uit; r.k., s.d., en c.h„ indie nalthans een voor deze' partijen aanvaardbaar program zou kunnen, worden opgesteld. Echter wordt ook niet ver worpen de mogelijkheid, dat het kabinet- Colijn, al dan niet gereconstrueerd, na een of twee mislukte pogingen van den r.k. forma teur, voorshands aan het bewind zou blijven in verband met de buitengewone omstandig heden. Prof. Aalberse tegen devaluatie? Naar aan het A. N. P. wordt medegedeeld, wordt in parlementaire kringen met stellig heid verwacht dat, indien prof. Aalberse in zijn opdracht mochts lagen, een kabinet on der zijn leiding even krachtig voor het behoud van de waardevastheid van onzen gulden zal blijven waken als zulks tot dusver is ge schied. Met name wordt dit afgeleid uit de door prof. Aalberse als Nederlandsch regeerings- gedelegeerde op de jongste internationale ar- beidsconferentie te Genève gehouden rede, waarin hij verklaard heeft, tegenstander te zijn van devaluatie en aan een zoo ver moge lijk gaande deflatie de voorkeur te geven. ZELFBINDERS GRATIS JOH. ELZER Heerenmodes Trompstraat 22 Telefoon 4109 (Adv. Ingez. Med.) Een beeld uit een visschershaven, met schepen en haringtonnen. WAAR GAAN DE OUDE RIJWIELPLAATJES HEEN? Evenals vorige jaren zal de Vereeniging tot Bevordering der Belangen van T. B. C.-pa tiënten in Nederland op den lsten Augustus haar actie inzetten. Het kan een ieder bekend zijn dat genoem de Vereeniging telkenjare bij het verwisse len van de rijwielbelastingmerken de oude exemplaren, alsook ander koper, lood, tin, zink, zilverpapier enz. inzamelt ten bate der tubei'culose bestrijding. Voor de rijwielbezitters zijn de plaatjes na 1 Augustus waardeloos geworden, doch voor de Vereeniging niet. In 1934 konden dan ook van de opbrengst van de 10.000 K.G. oude me talen, die door de vele menschenvrienden bij een werden gebracht, verschillende patiën ten worden geholpen. Hoewel de sympathie en medewerking voor dit werk, in het bijzonder in de laatste jaren, is toegenomen, is het bestuur ervan overtuigd dat er nog heel veel nutteloos wordt wegge worpen, terwijl een en ander ten dienste kan worden gemaakt in het belang van hen, die op hulp wachten. Wanneer alle plaatjes voor het goede doel worden geofferd, zou dit alleen het respectabele gewicht vormen van 12.000 K.G. Hoe dikwijls wordt vergeten, dat vooral in tijden als deze al het mogelijke moet worden gedaan om het lot van velen te verzachten, vandaar een beroep, niet alleen op de rijwiel- bezitters, maar ook op onze geheele gevolking om bij dit belangrijke werk medewerking te verleenen. Oude rijwielplaatjes bij vrachten, Schenkt velen nieuwe levenskrachten! Oude rijwielplaatjes en andere metalen worden dankbaar in ontvangst genomen bij P. Kelder, Edisonstraat 10 IJmuiden. Steijn, Trompstraat 6, IJmuiden-Oost. Men kan de plaatjes, ook depon.eeren in brievenbus van ons bureau Kennemerlaan 64.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1935 | | pagina 1