HOE DE JAPANSCHE ARBEIDER LEEFT. De Nachtegaai vliegt verder. A ZIE in 1935. Door EMILE SCHREIBER, Een kijkje in een Japansche textielfabriek. Men ziet, dat de zeer geperfectioneerde ma chines slechts door enkele meisjes gecontroleerd worden. Wanneer ik eens een onderzoek moest in stellen naar de fabrieken voor de vervaardi ging van wapens en gifgassen om er verslag over uit te brengen en er te fotografeer en, zou mij dat, geloof ik, minder moeite kosten dan hét binnendringen van een Japansche fabriek, die het een of andere alledaagsche product fabriceert. Zelfs de buitenlandsche economische dele gaties, die jaarlijks naar Japan komen, kun nen slechts heel weinig fabrieken bezoeken en dan nog altijd dezelfden. Waarom zijn de Japansche fabrieken zoo geheimzinnig en zoo hermetisch gesloten? Heel eenvoudig, omdat de Japanners niet willen dat men hun dat gene aandoet, wat zij anderen aangedaan hebben. Zij hebben in de geheele wereld, ge duldig en systematisch, de elementen van de westersche techniek verzameld en die toege past. Dikwijls hebben, zij ze geperfectionneerd. Thans houden zij de wacht bij hun wezen lijke of denkbeeldige vorderingen, vastbesloten de vrucht, van hun onderzoekingen zich op hun beurt niet te laten ontnemen. Toch ben ik in de gelegenheid geweest een Japansche fabriek te betreden en ook een kijkje te nemen in die merkwaardige aan verwante organisatie, die de „familie-werk- plaatsen" uitmaken. In de famïlie-werkplaatsen. Een Japanner heeft zich bereid verklaard mij naar de buitenwijken van Japan te leiden •■•bij hem bekende lieden, die erfamilie-werk plaatsen op na houden. Onze gids. treedt dik wijls op als bemiddelaar tusschen de machtige ondernemingen der handels- en industrie „koningen" en de kleine familie-werkplaat sen. Volgens hem kan het aantal arbeiders en arbeidsters, dat onder dit systeem werkt op ongeveer twee millioen geschat worden. Er zijn weinig artikelen, die de familie-werk- plaatsen niet kunnen maken en hieronder zal ik u een beschrijving van den gang van zaken geven. Laten wij bijvoorbeeld aannemen, dat de spoorwegmaatschappijen nieuwe locomotieven noodig hebben. Zij bestellen ze bij een dei- vier of vijf „koningen" naar een bepaald model en een bepaalden prijs; vakkundige ingenieurs stellen daarop de locomotief nog eens samen uit een zoo groot mogelijk aantal losse stukken; de kleine industrieelen van de familie-werkplaatsen worden vervolgens uitgenoodigd op een soort van tentoonstel ling, waar zij zich op de hoogte kunnen stel len van de kwantiteit en kwaliteit der uit te voeren stukken. Zij doen vervolgens een keuze, hetzij uit hun eigen materiaal, hetzij uit dat, wat ze denken aan te schaffen. Vervolgens schrijven zij op den verlangden order in en geven prijs en termijn op. De levering van de gezamenlijke opdrachten komt vervolgens bij de centrale fabriek. Bij dit systeem komt men tot prijzen, die bijna altijd 10 of 20 percent beneden die van de groote fabrieken blijven, zelfs van die, welke in trusts georganiseerd zijn. Wij bevinden ons nu bij een bescheiden patroon, die kleine motoren fabriceert. Hij is tevens meesterknecht en beschikt voor zes a acht machines over vijf of zes werklieden, allen familieleden. De werkplaats sluit slechts twee Zondagen per maand. De arbeiders werken negen a tien uur per dag en verdienen iy2 frank per dag. Zij krij gen geen vacantia, doch maken in de lente en den herfst een tweedaagsch uitstapje met den „baas" en zijn vrouw, die hen uitnoodigen. Nu zijn we weer in een hooger stadium: bij den ingenieur, die verscheidene familiewerk- plaatsen leidt. Hij ontvangt ons in zijn kleine woning, die keurig en comfortabel ingericht is en zijn vrouw en kinderen leiden er een leven, dat ongeveer gelijk staat met dat van den kleinen burgerstand uit Europa. Zijn sa laris is 1250 Frank per maand. Hij verklaart mij, dat een van de redenen van de goed- koope productie het feit is, dat arbeiders en arbeidsters uit de familiewerkplaatsen onder geen enkele sociale wet vallen. In sommige werkplaatsen wordt tot 11 uur per dag en meer gewerkt. Door het speciale kaï'akter. dat ten grondslag ligt aan de recruteeringder arbeidskrachten, die uit dezelfde streek of zelfs uit hetzelfde dorp afkomstig zijn, helpt elk hoofd de eventueele zieken moreel en fi nancieel zonder daartoe door een wet ge dwongen te worden. In verscheidene werkplaatsen zorgt de vrouw van den patroon voor den maaltijd van alle arbeiders, welke voornamelijk uit rijst en meestal gedroogde visch be staat. Als drank wordt thee geschonken. De pensionprijs, die de arbeider moet betalen, is ongeveer twee Fransche franken per dag. Hij houdt dus per maand ongeveer 15 a 20 frank van zijn salaris over. Wat zijn de behoeften der jeugdige arbei ders en arbeidsters buiten hun voeding? Klee ding, die op ongeveer 15 frank komt, wat ver strooiing, waarvan de voornaamste de bios coop is (twee frank per plaats). Nooit alcohol, geen uitspattingen. De Japansche arbeidsters zijn zoowel in de familie-werkplaatsen als in de fabrieken bijna nooit ouder dan 25 jaar. want haar voornaamste doel is het huwelijk. Zij geven dan ook behalve voor voeding bijna mets uit en zijn zoo in staat een aardige som opzij te leggen voor haar toekomstige uitzet. Eenige honderden franken zijn vol doende om zich in te richten, omdat het Ja pansche huis geen meubeis bevat. De stoelen zijn vervangen door kussens, hét bed door een matras, dat overdag' van een overtrek is voor zien. In een moderne textielfabriek. In den loop van een onderhoud met den heer Kadono, directeur-generaal van de firma Okura, een der weinige industriekoningen, heb ik kans gezien een introductie te krijgen voor een der fabrieken van deze enorme onder neming. De heer Kadono heeft, zooals de meeste Japansche industrieelen, aan een Amerikaansche universiteit gestudeerd. Nadat hij mij den waarlijk democratischen geest be schreven had, die chefs en arbeiders in de werkplaatsen vereenigt, voegde de heer Ka dono eraan toe: „Bij ons gebruiken ingenieurs en bedrijfs leiders den maaltijd gezamenlijk met de ar beiders en iederen dag doen zij gezamenlijk aan gymnastiek". „Dat is een tafereel, dat ik graag eens zou willen beschrijven en fotografeeren". „U zoudt het kunnen doen. maar onze fa briek bevindt zich in Shizuoka, 500 Kilometer hier vandaan". „Een woord van u ter introductie en we reizen er heen...." En zoo geschiedde het, dat een Japansche fabriek door een toevallig gesprek haar deu ren voor ons opende. Vergezeld dobr een.'tolk, die de heer Kadono te onzer, beschikkinghad gesteld.arriveeren wij des avonds te Shizuoka en genieten van het unieke schouwspel, dat de zon biedt, rus tend op den beroemden berg Foedji, die, ge heel vrij, in de vlakte tot meer .dan vierdui zend meter oprijst. De rose kleur van zijn eeuwige sneeuw behoort tot het allerschoon ste, wat Japan den reiziger biedt. Dien nacht slapen wij in een half Japansch, half Europeesch' hotel en den volgenden mor gen maak ik kennis met het „eerbiedwaardige warme bad". Ik bevind mij in een klein bassin, waarin volgens het gebruik van het land de mannen gemeenschappelijk en geheel naakt baden. Er bestaan in de badplaatsen ook gemengde baden, waar, bij wijze van spreken, het nudisme verplicht is, maar de Japanner, die zeer zuiver in. zijn gevoelens is, ziet daar geen enkel kwaad in. Die gemeenschappelijke baden hebben niets onhygiënisch, want evenals in onze moderne zweminrichtingen, moet iedereen vooraf van zeep en douch,e gebruik maken. Wij zijn hier op dit vroege uur met zijn vie ren of vijven bijeen en zitten op een bank on der water, zoodat alleen ons hoofd er boven uit komt. Een oude Japanner knoopt in deze eigenaardige salon in het Engelsch een hof felijk gesprek met mij aan. Het leven van de jeugdige arbeidsters. Per auto vertrekken wij naar de fabriek Toyo Muszin, die twee kilometer van de stad verwijderd is. Zij werd een tiental jaren geleden opge richt en heeft 1500 arbeidsters en ongeveer 200 mannen in dienst. Zij fabriceert katoenen garens en stoffen en omvat duizend takken van bedrijf en 75000 spinnewielen. Haar tech nische organisatie is vrijwel dezelfde als die der overeenkomstige Fransche en Engelsehe fabrieken. „Niettemin", aldus verklaart de ingenieur, die ons rondleidt, „is het aantal ar beidskrachten bij een gelijk aantal machines de helft minder dan in Europa." In een groote, prachtig onderhouden en ge ventileerde zaal, waar wij doorkomen, ontmoe ten wij de jeugdige arbeidsters de meesten zijn zestien a achttien jaar oud in „witte blouses gekleed, net als verpleegsters. Wij zien slechts een twintigtal arbeidsters, precies vol doende voor dertien branches of vijf en twintig automatisch werkende machines of wel 600 spinnewielen. Meer en meer maakt de ma chine zich los van de menschelijke bewaking. Het materiaal is nog voor een groot deel Engelsch, maar de jongste en zeer geperfec- tionneerde bedrijven zijn reeds Japansch, Ploegen werklieden vegen voortdurend den grond aan om de resten te verzamelen. Vele arbeidsters dragen maskers óm zich tegen het •stof te beschermen. De arbeidsters zijn verdeeld in twee ploe gen: de eene werkt van vijf uur 's morgens tot 2 uur 's middags, de andere van 2 uur tot 11 uur 's avonds, dus negen uur met een rustpoos van een half uur. Zij verdienen 67 cen-t per dag (2.90 frank), de mannen 1 yen (ongeveer 6 frank). Mannen zoowel als vrouwen hebben recht op vier rust-Zondagen per maand, maar het stelsel werkt zoo, dat in de maanden, die vijf Zon dagen bevatten, iedereen" de vijfden Zondag doorwerkt. De vacantie bedraagt vier dagen per jaar, die niet betaald worden. Evenals bij Bata in Tsjecho-Slowakije wo nen de arbeiders en arbeidsters op de fa brieksterreinen. Zij betalen voor voeding en huisvesting een beclrag van 18 cent per dag, wat ongeveer gelijk is aan 75 Fransche centi mes. Zij hebben een coöperatie, waar zij al hun inkoopen kunnen doen tegen een prijs, die dertig percent lager is dan in de stad. Een compleet costuum voor een vrouw kost 12 Fransche franken. Het leven der arbeiders en arbeidsters is op militairen, leest geschoeid. Groote houten ge bouwen in Japanschen stijl, even sierlijk in-' gericht als de particuliere woningen, vormen hun „home". De arbeidsters beschikken met haar twaal ven over een kamer en worden, indien eenigs- zins mogelijk uit de inwoonsters van het zelfde dorp of tenminste van dezelfde streek geko zen. Eik beschikt over een eigen muurkast voor haar persoonlijke bezittingen, in het bij zonder de kimono's, waarin zij zich na afloop van het werk kleeden en de sandalen (geta's), die zij in de fabriek niet aan mogen hebben. De eerste ploeg gaat om acht uur 's avonds naar bed en staat om 4 uur op, de tweede gaat te middernacht naar bed en staat om negen uur op. Na het opstaan nemen de ar beidsters gezamenlijk een bad; in den zomer geschiedt dat in een open bassin, des winters wordt een warm bad genomen. Buiten dé negen uren arbeid per dag zijn de arbeidsters verplicht een half uur per dag aan gymnastiek te doen; zij volgen daarenboven twee a twee en een half uur per dag lessen, die haa.r op het toekomstige huiselijk leven voorbereiden: huishoudelijk onderwijs, kin deropvoeding, naaien, algemeene wenken, mu ziek en tenslotte de kunst van het bloemen- schikken, welke naar men zegt, een der voor naamste bezigheden van de Japansche vrouw is. Na verloop van drie jaar neemt men aan, dat een arbeidster in het bezit is van alle kennis, welke zij voor haar toekomstige rol van echt genoot en moeder noodig heeft. De groote woonkamers van de arbeidsters zijn versierd met bloemen; haar huizen zijn omgeven door een fraai park, waar zij zich in de weinige verloren oogenblikken buiten de dagelijksehe twaalf uur van arbeid en onder richt kunnen vertreden. De eetzaal is ruim, ontvangt licht in over vloed en telt 1200 plaatsen. Op het oogenblik, dat wij ei' doorloopen gebruiken de arbeidsters juist een maaltijd, die uit twee schotels be staat: de eene bevat een vleesehpastei, de an dere rijst met warme groenten; als drank thee in overvloedige hoeveelheid. Brood zoekt men tevergeefs, daar komt blijkbaar de rijst voor in de plaats. De zieken en herstellenden worden ver pleegd in een klein hospitaal of ziekenhuis, dat door een tuin omgeven is. De arbeidsters krijgen slechts bij uitzonde ring verlof in de stad te mogen gaan. Deze meisjes leiden dus een kloosterleven of een bijna militair bestaan, doch men dient niet te vergeten, dat dit leven voor de meeste meisjes niet langer dan vijf of zes jaar duurt, in het algemeen van zestien tot twee en twintig jaar een enkele keer tien jaar en zelden langer, want wanneer zij de vijf en twintig gepasseerd en nog niet getrouwd zijn, keeren zij in den familiekring terug. Op deze wijze is men van buitengewoon goedkoope arbeidskrachten verzekerd en te gelijkertijd van een atmosfeer van jeugd en opgewektheid, die in ruime mate tot het be houd dér goede zeden bijdraagt en van groot nut blijkt te zijn. De gevolgen van het Japansche systeem voor het Westen. In een volgend artikel zullen wij nagaan, welke resultaten een dergelijk systeem op de prijzen heeft en welke de gevolgen zijn, die daar onvermijdelijk voor den westerschen handel en industrie uit voortvloeien. De vooruitgang van den Japanschen han del is van dien aard, dat sommige steden, die ik bezocht zooals Osaka pas door een aardbeving omvergeworpen schijnen te zijn, zóó talrijk zijn de wijken en straten, die men ziet verrijzen met nog machtiger en moderner fabrieken en handelsgebouwen. Welk een contrast met sommige gedeelten van onzegroote steden, waar talrijke lokali- 'fceiteh''eii panden verlatën zijn en op dëïi te rugkomst van den huurder staan te wachten. Iedere' v/inkel,' iedere 'zaak, die gesticht wordt in landen als Japan, Manósjoekwo en de Sov jet-Unie, welke nog maar pas aan de moderne techniek „doen", schijnt de sluiting van een winkel of handelszaak van dezelfde beteeke- nis in het westen met zich mee te brengen. (Nadi'uk verboden). Met een vaart van 300 K. M. per uur. Rumoer op de wereldtentoon stelling. Bewakers van het Italiaansche paviljoen overvallen. BRUSSEL, 5 Augustus (Reuter)Zondag middag hield de communistische afgevaar digde in het parlement Lahaut,, omringd door een 50-tal partijgenooten een opruiende rede voor het Italiaansch paviljoen, terwijl pam fletten werden verspreid, waarin werd ge zegd: Opnieuw dreigt oorlog. Het Italiaansch fascisme maakt zich gereed te vuur en zwaard Abessynië te verwoesten, waar het Abessynische volk in vrede en vrijheid wil leven. Een aantal betoogers drong het paviljoen binnen, waarop een gevecht ontstond met de Italiaansche bewakers. Een Tan de indringers wilde een foto van Mussolini in den eere-salon vernielen, doch werd hierin verhinderd. Tijdens het gevecht werd een bewaker licht gewond. De politie was snel ter plaatse en ver spreidde de menigte. Twee personen werden gearresteerd, waaronder Lahaut, die even wel weer werd vrijgelaten, nadat zijn identi teit was vastgesteld. Het paviljoen werd ontruimd en ongeveer een kwartier gesloten gehouden, daarna werd de surveillance in de omgeving ver sterkt. COMMUNISTISCHE ONGEREGELDHEDEN IN PALESTINA. PARIJS, 4 Augustus (Reuter). De buiten gewone correspondent van de .Petit Paris- sien" te Jeruzalem, meldt, dat in Palestina communistische relletjes hebben plaats ge had, die gedeeltelijk tot ernstige botsingen met de politie hebben geleid. De communisten hadden in Jeruzalem en Haifa optochten geformeerd waarbij pam fletten werden verspreid waarin de demon stranten zich met de onlangs gearresteerde communisten solidair verklaarden die in de gevangenissèn in hongerstaking waren ge gaan. Toen de demonstranten niet voldeden aan het- bevel der politie uiteen te gaan, heeft de politie van haar vuurwapens gebruik ge maakt. Volgens ooggetuigen werden talrijke personen gewond. De Engèlsche politie arresteerde verschei dene personen. In een Engelsch politie-be- richt wordt gézegr, dat de politie van haar wapens gebruik moest maken, omdat zij door de menigte werd aangevallen. Tevens wordt medegedeeld, dat in de ge vangenissen van Jeruzalem en Haifa 40 ge vangenen in hongerstaking zijn gegaan. Kijkje op het plateau rondom de groote pagode van Rangoon, in Burma. voor. In de film wordt deze rol door een vol- bloed-Russchischen danser vervuld, n.l. door Igor Schwezoff, leider van het Ballet Studio te Amsterdam, geboren te St. Petersburg en opgeleid aan de Theater-Academie, aldaar. Igor Schwezoff heeft ook de choreografi sche verzorging der drie balletten uit „Het Mysterie van de Mondscheinsonate" op zich genomen. De balletmeester zal zelf in twee dansnummers mede optreden. En zoo ligt dan thans Bagdad weer achter ons. We zijn om twee uur 's nachts vertrok ken, profiteerende van de uitstekende nacht verlichting van dit veld. Met een groote zwaai stuiven we vlak over de daken van de slapende stad van Haroun al Rasjid. Maar heel enkele figuren bewegen zich in de stra ten, maar de platte daken vertoonen overal langwerpige vierkanten van donkere kleur, afstekende tegen den grijzen leembodem in het heldere licht der volle maan. Half Bagdad slaapt op het dak en het gedender onzer motoren doet menigeen zich oprichten van zijn legerstede en ik weet dat honden janken en ezels balken. En die ezels van Bagdad hebben allemaal een beetje olie noodig. Ze zijn drooggeloopen. Hun balken klinkt ver schroeid, benauwder dan bij ons. Je vergeet het nooit, er ligt te veel zieleleed in het ge luid van zoo'n drooggeloopen ezel. Even glanst het maanlicht op de gouden koepels der moskee van Kadimam, dan op de Tigris nu verlaten en dan verschijnt de grijs bruine vlakte, waardoor het zilveren lint slingert, onder ons. En dat zal zoo bhj ven slin geren een uur lang en dan gaat het over zee. Dus zitting horizontaal, rugleuning ver ach- truit; denk er om een jas over je heen, want het wordt frisch op drie duizend meter en dan slapen. Om 5.43 gaat de zon op en een kwartier later zijn we in Boesjir en laten ons de thee en wat Arabisch gebak goed smaken. Dan weer naar de vier duizend, maar nu met de oogen wijd open. Wat een merkwaardig land. Hier is na den eersten scheppingsdag niets veranderd. Aarde, lucht en water, daar is het bij gebleven! En het- ligt er raar bij. Steile bergkammen, dorre vlakten, blauwe bochten met bruinige.... ja, daar moet toch dieren leven zijn, dat zijn koraalbanken. En die mimatuurdominosteen kunnen huizen zijn en die stipjes bootjes: Want wat is eén mensch en zijn gewroet op 4 K.M. afstand. Maar wij suizen met 300 K:M. per uur (wind in den rug) over al die verlatenheid heen en zitten om 8.50 in Jask achter de beroemde panne koeken, maar niet dan nadat ik beide broek zakken vol heb gestopt met prachtige tropi sche schelpen, olijfslakken, tolhorens, toren slakken enz. Als ze me vertellen, dat het 45 gr. C. is, krijg ik het warm. Het kan ook van de thee geweest zijn bij ons derde ontbijt. O. neen, het was de lunch,want wij moesten de klok 2i/2 uur verzetten. Als wij om 10 uur vertrekken uit Djask is het vijf minuten later half één. Gek hè. Ja, dat vond ik ook, maar toen we om vier uur in Karachi daalden, was de zon heusch al aardig aan het zakken. Wat doen de menschen daar in die hitte. Ja, maar wat doen wij 's winters en in de lente in de kou met ons goede gedrag? Ook stil blijven zitten. Wat een verschil tusschen de delta van den Nijl en die van den Indus. De Engelschen heb ben hier op irrigatiegebied misschien al veel gedaan, maar toch nog heel weinig bereikt als je het zoo van boven bekijkt. Als we om 5.10 den Indus zelf, dien reuzenstroom, pas- seeren, is er geen huis of hut, geen koe of mensch te zien! Een IV2 uur later pas liggen er wat dorpen, meest daar waar bruine rots massa's boven het gele zand en de bruine vlakte uitsteken en wij beginnen uit te kijken of op den top van een van die bruine rotsen soms Jodpur ligt. Maar dat duurt tot 7 uur en dan zijn onze landingslichten onmisbaar. Dai was ons langste traject en ik ben niet. moe. Maar het is den laatsten dag voor den Moes son. Avondtemperatuur 44 gr. Vochtigheids toestand verzadigd. Lucht zwaar bewolkt. Als je zit drupt het van je ellebogen af, als je ligt loopt het bij straaltjes. Neen hoor, je slaapt beter bij 3000 M. hoogte. Daar is de temperatuur 15 of 18 gr. of zoo iets. Net lekker! Met de schemering zijn we weer van den grond! En nu wordt het landschap iets in teressanter, het land iets belangrijker! Het aantal dorpen neemt toe. De eerste buien zijn gevallen. Hier en daar staat wat water in de grootendeels droge stroomloopen, die achi maanden droog hebben gestaan! Er komt nieuw blad aan struik en boom. De rivieren worden breeder, voller als we de Ganges na deren. maar geen weg, geen brug te zien. Hier kom je per auto nergens door. Steeds grooter worden de dorpen. Er komen rechthoekig om muurde ruimten in, ik ontdek de eerste hin doetempels, maar dan zijn wij ook al in Al lahabad op een uur sporen van Benares. Wi.i krijgen van de Heilige stad vrijwel alleen den grooten rooden Shiwatempel te zien en stor men voort, nog steeds, boven bruine vlakten. Toch verzekert men ons in Calcutta, dat de zandwoestijn die daar vlieghaven heet, bin nen een maand even groen zal zijn als Waal haven. En dat is waar ook. De regens doen wonderen. Maar de zon ook, die dien plan tengroei zoo absoluut kan doen verschroeien en verdwijnen. Hoe geweldig Britsch-Indië onder droogte lijdt blijkt ook als wij Calcutta voorbij over de delta van de Ganges vliegen. Overal zien we bij of in elk dorp allereerst den vijver, den drinkwatervoorraad, meest omgeven door cocospalmen en bananen. Die vierkante vijvers zien we al van Allahabad af. Thans begint de rivier te stijgen en het geelbruine modderwater overstroomt de. weilanden en wegen, erven en huizen en stroomt langzaam binnen in het groenige tempelbassin. De karbouwen staan overal tot den buik in het water. Waar moet dat heen? Dat vragen wij ook even, want voor ons rijst een muur van wolken op. Duistere regenfronten. Even hooger over een wolk, even later onder een volgende door dan even links, even rechts en het blauw schijnt al weer daar.-Boffen, heet dat. En we boffen door al is het met een om wegje over zee, want boven land hangen d» buien te dik. De Roller, die met de Oever zwaluw een uur achter ons zat, vond het al veiliger om in Akyab te blijven. Wij kwamen door naar Rangoon, een bruikbaar veld, maar zonder nachtverlichting en een half uur later liep ik op bloote voeten rond de groote pagode Ieder kent ze van foto's of andere afbeel dingen, maar meestal toonen die all-een de groote „Pickelbano-e" zou je kunnen zeggen. Verguld, electrisch verlicht, met flonkerende edelsteenen. Heelmooi. Heel groot, Maar kunstwerk? Een openbaring? O neen. En toch. Ik heb er 1V2 uur rondgeslenterd tot mijn bloote voeten er pijn van deden. En ik hoop er nog minstens één misschien twee heele dagen rond te dwalen over dat plateau, waarop in het midden het heiligdom staat, Heiligdom, geen tempel. Een massaal bouwwerk, zonder in wendige ruimte, zonder ingang, zoo als elke stoepa. Ergens binnenin moet een relequie een haar, een nagel of een tand van den werkelijken Boeddha verborgen zijn. Er voor vindt men meest een apart tempeltje met een beeld, zijn beelden. Marmeren, houten, koperen, steenen, gouden boeddha's lachen er over ons heen bij horderden, misschien duizenden. Daarvoor knielt de menigte en brengt haar offeranden van bloemen. Vroe ger waren vele beelden van goud en met edelsteenen bezet, maar de Engelschen heb ben alle echter waar er uit gehaald en dan gekleurd glas er voor in de plaats gezet. Maar die honderden beelden rond de pagode staan onder honderden afdakjes, honderden tempeltjes en die zijn allemaal versierd met dat prachtige houtsnijwerk, dat ook op de wereldtentoonstelling in Wembley zoozeer bewonderd werd. Juweeltjes van het fijnste handwerk! Vogels, bloemen, bebladerde tak ken, menschen, alles alsof het vrij zweeft en toch uit één stuk hout gewerkt, rood ge lakt of "verguld, oud -of - nieuw. - En- daar - tusschen de vroolijk gekleede Maleiers. de altijd stemmig wit en zwarte Chineezen en de in gele of oranje pijen gehulde Boeddhis tische monniken. Een beeld van kleur, - zoo aantrekkelijk, dat je er de kleurenfotografie voor zou uitvinden, als dat niet al gebeurd was. Natuurlijk weer een uitstekend hotel, een lekker warm bad en voor dag en dauw er uit. Met het eerste licht weg en recht op Bangkok aan. Wij hebben het traject Rangoon- Bangkok in precies twee uur tijd gevlogen. Met de boot is hetnegen dagen. Kijk maar eens op de kaart hoe'n eind of je dan omvaren moet! In Bangkok alweer eten! Reusachtig militair vliegterrein, tal van ma chinetjes uit den tijd dat Napoleon nog hoepelde. Siameesche soldaten, praktische lui en wars van overbodigen arbeid, die pro beerden zich op te zweepen tot een parade pas en het gaat weer verder voor een grooten sprong, meest over zee naar Alorstar en dan naar Medan. Dadelijk oude vrienden aan de valreep; ieder heeft kennissen, schoolkinde ren, autoriteiten, gezellige boel. Jammer dat we door moeten naar Singapore; ik had er graag gebleven, vooral als we Singapore net tegen donker bereiken, motorpech krijgen, (met een auto hoor, niet met de vliegma chine) en dan na een gezellig strijkje met Strauss-programma onder het diner, moeten we even nadat we ons in onze apartementen (slaapkamer van 5 bij 7, zitkamer en bad kamer) hebben teruggetrokken, gewaar wor den, dat een booze geest over de muzikanten vaardig is geworden en wij onthaald worden op de huilerigste saxophoon, de miserabelste rammelende Jazz, die ik ooit hoorde. Geluk kig duurde het slechts tot 2 uur en gillachten de dames slechts een half uur na, zoodat wij nog een uur konden slapen voor wij ge wekt werden voor de laatste paar uur. Sin gaporePalembangBatavia. Om half elf begroette ik mijn steeds jong blijvende vrienden, kon groeten uit Holland overbrengen, mocht 300 gulden borgstorten om mijn fototoestellen te mogen invoeren en kwam daarna met eenige waardeerende woor den in de krant als de werkzaamste propa gandist voor onze Rijkseenheid. En mij eerst f 300 laten opdokken om te laten voelen dat Nederland en Indië twee zijn. Maar er zijn nog gekker dingen op komst. Gelukkig, dan vind ik wat om over te schrijven. Thans alleen nog maals er op gewezen, dat de K.L.M. zegt, dat ze in 54 uur, in 51/2 dag, naar Indië vliegt endoat ze het doet ook. Dat heb ik met groot genoegen en met volle tevredenheid aan den lijve ondervonden Tabé. DR. VAN DER SLEEN. Ontslagaanvrage van Mr. Del Baere. Met ingang van 1 October a.s. HAARLEM Maandag. Naar wij vernemen heeft Mr. W. G. Del Baere. Kantonrechter alhier, aan de Ko ningin eervol ontslag uit zijn functie ge vraagd met ingang van 1 October a.s. Mr. Del Baere werd 31 October 1868 te Schiedam geboren en studeerde te Leiden, waar hij in 1892 promoveerde. Van 18931900 was hij rechterlijk ambte naar in Indië en daarna bekleedde hij ver schillende rechterlijke functies in ons land. Sedert 1914 is hij Kantonrechter te Haarlem. Mr. Del Baere is ook lid van het College van Regenten over de gevangenissen en van de Kamer van Toezicht op de notarissen, j

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1935 | | pagina 7