HOE DE JAPANSCHE
ARBEIDER LEEFT.
De Nachtegaai vliegt verder.
A ZIE in 1935.
Door EMILE SCHREIBER,
Een kijkje in een Japansche textielfabriek. Men ziet, dat de zeer geperfectioneerde ma
chines slechts door enkele meisjes gecontroleerd worden.
Wanneer ik eens een onderzoek moest in
stellen naar de fabrieken voor de vervaardi
ging van wapens en gifgassen om er verslag
over uit te brengen en er te fotografeer en,
zou mij dat, geloof ik, minder moeite kosten
dan hét binnendringen van een Japansche
fabriek, die het een of andere alledaagsche
product fabriceert.
Zelfs de buitenlandsche economische dele
gaties, die jaarlijks naar Japan komen, kun
nen slechts heel weinig fabrieken bezoeken en
dan nog altijd dezelfden. Waarom zijn de
Japansche fabrieken zoo geheimzinnig en zoo
hermetisch gesloten? Heel eenvoudig, omdat
de Japanners niet willen dat men hun dat
gene aandoet, wat zij anderen aangedaan
hebben. Zij hebben in de geheele wereld, ge
duldig en systematisch, de elementen van de
westersche techniek verzameld en die toege
past. Dikwijls hebben, zij ze geperfectionneerd.
Thans houden zij de wacht bij hun wezen
lijke of denkbeeldige vorderingen, vastbesloten
de vrucht, van hun onderzoekingen zich op
hun beurt niet te laten ontnemen.
Toch ben ik in de gelegenheid geweest een
Japansche fabriek te betreden en ook een
kijkje te nemen in die merkwaardige aan
verwante organisatie, die de „familie-werk-
plaatsen" uitmaken.
In de famïlie-werkplaatsen.
Een Japanner heeft zich bereid verklaard
mij naar de buitenwijken van Japan te leiden
•■•bij hem bekende lieden, die erfamilie-werk
plaatsen op na houden. Onze gids. treedt dik
wijls op als bemiddelaar tusschen de machtige
ondernemingen der handels- en industrie
„koningen" en de kleine familie-werkplaat
sen.
Volgens hem kan het aantal arbeiders en
arbeidsters, dat onder dit systeem werkt op
ongeveer twee millioen geschat worden. Er
zijn weinig artikelen, die de familie-werk-
plaatsen niet kunnen maken en hieronder zal
ik u een beschrijving van den gang van
zaken geven.
Laten wij bijvoorbeeld aannemen, dat de
spoorwegmaatschappijen nieuwe locomotieven
noodig hebben. Zij bestellen ze bij een dei-
vier of vijf „koningen" naar een bepaald
model en een bepaalden prijs; vakkundige
ingenieurs stellen daarop de locomotief nog
eens samen uit een zoo groot mogelijk aantal
losse stukken; de kleine industrieelen van
de familie-werkplaatsen worden vervolgens
uitgenoodigd op een soort van tentoonstel
ling, waar zij zich op de hoogte kunnen stel
len van de kwantiteit en kwaliteit der uit te
voeren stukken. Zij doen vervolgens een keuze,
hetzij uit hun eigen materiaal, hetzij uit dat,
wat ze denken aan te schaffen. Vervolgens
schrijven zij op den verlangden order in en
geven prijs en termijn op. De levering van de
gezamenlijke opdrachten komt vervolgens bij
de centrale fabriek. Bij dit systeem komt men
tot prijzen, die bijna altijd 10 of 20 percent
beneden die van de groote fabrieken blijven,
zelfs van die, welke in trusts georganiseerd
zijn.
Wij bevinden ons nu bij een bescheiden
patroon, die kleine motoren fabriceert. Hij is
tevens meesterknecht en beschikt voor zes a
acht machines over vijf of zes werklieden,
allen familieleden. De werkplaats sluit slechts
twee Zondagen per maand.
De arbeiders werken negen a tien uur per
dag en verdienen iy2 frank per dag. Zij krij
gen geen vacantia, doch maken in de lente
en den herfst een tweedaagsch uitstapje met
den „baas" en zijn vrouw, die hen uitnoodigen.
Nu zijn we weer in een hooger stadium: bij
den ingenieur, die verscheidene familiewerk-
plaatsen leidt. Hij ontvangt ons in zijn kleine
woning, die keurig en comfortabel ingericht
is en zijn vrouw en kinderen leiden er een
leven, dat ongeveer gelijk staat met dat van
den kleinen burgerstand uit Europa. Zijn sa
laris is 1250 Frank per maand. Hij verklaart
mij, dat een van de redenen van de goed-
koope productie het feit is, dat arbeiders en
arbeidsters uit de familiewerkplaatsen onder
geen enkele sociale wet vallen. In sommige
werkplaatsen wordt tot 11 uur per dag en
meer gewerkt. Door het speciale kaï'akter. dat
ten grondslag ligt aan de recruteeringder
arbeidskrachten, die uit dezelfde streek of
zelfs uit hetzelfde dorp afkomstig zijn, helpt
elk hoofd de eventueele zieken moreel en fi
nancieel zonder daartoe door een wet ge
dwongen te worden.
In verscheidene werkplaatsen zorgt de
vrouw van den patroon voor den maaltijd
van alle arbeiders, welke voornamelijk uit
rijst en meestal gedroogde visch be
staat. Als drank wordt thee geschonken. De
pensionprijs, die de arbeider moet betalen, is
ongeveer twee Fransche franken per dag. Hij
houdt dus per maand ongeveer 15 a 20 frank
van zijn salaris over.
Wat zijn de behoeften der jeugdige arbei
ders en arbeidsters buiten hun voeding? Klee
ding, die op ongeveer 15 frank komt, wat ver
strooiing, waarvan de voornaamste de bios
coop is (twee frank per plaats). Nooit alcohol,
geen uitspattingen. De Japansche arbeidsters
zijn zoowel in de familie-werkplaatsen als in
de fabrieken bijna nooit ouder dan 25 jaar.
want haar voornaamste doel is het huwelijk.
Zij geven dan ook behalve voor voeding bijna
mets uit en zijn zoo in staat een aardige
som opzij te leggen voor haar toekomstige
uitzet. Eenige honderden franken zijn vol
doende om zich in te richten, omdat het Ja
pansche huis geen meubeis bevat. De stoelen
zijn vervangen door kussens, hét bed door een
matras, dat overdag' van een overtrek is voor
zien.
In een moderne textielfabriek.
In den loop van een onderhoud met den
heer Kadono, directeur-generaal van de firma
Okura, een der weinige industriekoningen, heb
ik kans gezien een introductie te krijgen voor
een der fabrieken van deze enorme onder
neming. De heer Kadono heeft, zooals de
meeste Japansche industrieelen, aan een
Amerikaansche universiteit gestudeerd. Nadat
hij mij den waarlijk democratischen geest be
schreven had, die chefs en arbeiders in de
werkplaatsen vereenigt, voegde de heer Ka
dono eraan toe:
„Bij ons gebruiken ingenieurs en bedrijfs
leiders den maaltijd gezamenlijk met de ar
beiders en iederen dag doen zij gezamenlijk
aan gymnastiek".
„Dat is een tafereel, dat ik graag eens zou
willen beschrijven en fotografeeren".
„U zoudt het kunnen doen. maar onze fa
briek bevindt zich in Shizuoka, 500 Kilometer
hier vandaan".
„Een woord van u ter introductie en we
reizen er heen...."
En zoo geschiedde het, dat een Japansche
fabriek door een toevallig gesprek haar deu
ren voor ons opende.
Vergezeld dobr een.'tolk, die de heer Kadono
te onzer, beschikkinghad gesteld.arriveeren
wij des avonds te Shizuoka en genieten van
het unieke schouwspel, dat de zon biedt, rus
tend op den beroemden berg Foedji, die, ge
heel vrij, in de vlakte tot meer .dan vierdui
zend meter oprijst. De rose kleur van zijn
eeuwige sneeuw behoort tot het allerschoon
ste, wat Japan den reiziger biedt.
Dien nacht slapen wij in een half Japansch,
half Europeesch' hotel en den volgenden mor
gen maak ik kennis met het „eerbiedwaardige
warme bad". Ik bevind mij in een klein
bassin, waarin volgens het gebruik van het
land de mannen gemeenschappelijk en geheel
naakt baden. Er bestaan in de badplaatsen
ook gemengde baden, waar, bij wijze van
spreken, het nudisme verplicht is, maar de
Japanner, die zeer zuiver in. zijn gevoelens is,
ziet daar geen enkel kwaad in.
Die gemeenschappelijke baden hebben niets
onhygiënisch, want evenals in onze moderne
zweminrichtingen, moet iedereen vooraf van
zeep en douch,e gebruik maken.
Wij zijn hier op dit vroege uur met zijn vie
ren of vijven bijeen en zitten op een bank on
der water, zoodat alleen ons hoofd er boven
uit komt. Een oude Japanner knoopt in deze
eigenaardige salon in het Engelsch een hof
felijk gesprek met mij aan.
Het leven van de jeugdige
arbeidsters.
Per auto vertrekken wij naar de fabriek
Toyo Muszin, die twee kilometer van de stad
verwijderd is.
Zij werd een tiental jaren geleden opge
richt en heeft 1500 arbeidsters en ongeveer
200 mannen in dienst. Zij fabriceert katoenen
garens en stoffen en omvat duizend takken
van bedrijf en 75000 spinnewielen. Haar tech
nische organisatie is vrijwel dezelfde als die
der overeenkomstige Fransche en Engelsehe
fabrieken. „Niettemin", aldus verklaart de
ingenieur, die ons rondleidt, „is het aantal ar
beidskrachten bij een gelijk aantal machines
de helft minder dan in Europa."
In een groote, prachtig onderhouden en ge
ventileerde zaal, waar wij doorkomen, ontmoe
ten wij de jeugdige arbeidsters de meesten
zijn zestien a achttien jaar oud in „witte
blouses gekleed, net als verpleegsters. Wij zien
slechts een twintigtal arbeidsters, precies vol
doende voor dertien branches of vijf en twintig
automatisch werkende machines of wel 600
spinnewielen. Meer en meer maakt de ma
chine zich los van de menschelijke bewaking.
Het materiaal is nog voor een groot deel
Engelsch, maar de jongste en zeer geperfec-
tionneerde bedrijven zijn reeds Japansch,
Ploegen werklieden vegen voortdurend den
grond aan om de resten te verzamelen. Vele
arbeidsters dragen maskers óm zich tegen het
•stof te beschermen.
De arbeidsters zijn verdeeld in twee ploe
gen: de eene werkt van vijf uur 's morgens tot
2 uur 's middags, de andere van 2 uur tot 11
uur 's avonds, dus negen uur met een rustpoos
van een half uur.
Zij verdienen 67 cen-t per dag (2.90 frank),
de mannen 1 yen (ongeveer 6 frank). Mannen
zoowel als vrouwen hebben recht op vier
rust-Zondagen per maand, maar het stelsel
werkt zoo, dat in de maanden, die vijf Zon
dagen bevatten, iedereen" de vijfden Zondag
doorwerkt. De vacantie bedraagt vier dagen
per jaar, die niet betaald worden.
Evenals bij Bata in Tsjecho-Slowakije wo
nen de arbeiders en arbeidsters op de fa
brieksterreinen. Zij betalen voor voeding en
huisvesting een beclrag van 18 cent per dag,
wat ongeveer gelijk is aan 75 Fransche centi
mes. Zij hebben een coöperatie, waar zij al hun
inkoopen kunnen doen tegen een prijs, die
dertig percent lager is dan in de stad. Een
compleet costuum voor een vrouw kost 12
Fransche franken.
Het leven der arbeiders en arbeidsters is op
militairen, leest geschoeid. Groote houten ge
bouwen in Japanschen stijl, even sierlijk in-'
gericht als de particuliere woningen, vormen
hun „home".
De arbeidsters beschikken met haar twaal
ven over een kamer en worden, indien eenigs-
zins mogelijk uit de inwoonsters van het zelfde
dorp of tenminste van dezelfde streek geko
zen. Eik beschikt over een eigen muurkast
voor haar persoonlijke bezittingen, in het bij
zonder de kimono's, waarin zij zich na afloop
van het werk kleeden en de sandalen (geta's),
die zij in de fabriek niet aan mogen hebben.
De eerste ploeg gaat om acht uur 's avonds
naar bed en staat om 4 uur op, de tweede
gaat te middernacht naar bed en staat om
negen uur op. Na het opstaan nemen de ar
beidsters gezamenlijk een bad; in den zomer
geschiedt dat in een open bassin, des winters
wordt een warm bad genomen.
Buiten dé negen uren arbeid per dag zijn de
arbeidsters verplicht een half uur per dag aan
gymnastiek te doen; zij volgen daarenboven
twee a twee en een half uur per dag lessen,
die haa.r op het toekomstige huiselijk leven
voorbereiden: huishoudelijk onderwijs, kin
deropvoeding, naaien, algemeene wenken, mu
ziek en tenslotte de kunst van het bloemen-
schikken, welke naar men zegt, een der voor
naamste bezigheden van de Japansche
vrouw is.
Na verloop van drie jaar neemt men aan, dat
een arbeidster in het bezit is van alle kennis,
welke zij voor haar toekomstige rol van echt
genoot en moeder noodig heeft.
De groote woonkamers van de arbeidsters
zijn versierd met bloemen; haar huizen zijn
omgeven door een fraai park, waar zij zich in
de weinige verloren oogenblikken buiten de
dagelijksehe twaalf uur van arbeid en onder
richt kunnen vertreden.
De eetzaal is ruim, ontvangt licht in over
vloed en telt 1200 plaatsen. Op het oogenblik,
dat wij ei' doorloopen gebruiken de arbeidsters
juist een maaltijd, die uit twee schotels be
staat: de eene bevat een vleesehpastei, de an
dere rijst met warme groenten; als drank thee
in overvloedige hoeveelheid. Brood zoekt men
tevergeefs, daar komt blijkbaar de rijst voor
in de plaats.
De zieken en herstellenden worden ver
pleegd in een klein hospitaal of ziekenhuis, dat
door een tuin omgeven is.
De arbeidsters krijgen slechts bij uitzonde
ring verlof in de stad te mogen gaan. Deze
meisjes leiden dus een kloosterleven of een
bijna militair bestaan, doch men dient niet te
vergeten, dat dit leven voor de meeste meisjes
niet langer dan vijf of zes jaar duurt, in het
algemeen van zestien tot twee en twintig jaar
een enkele keer tien jaar en zelden langer,
want wanneer zij de vijf en twintig gepasseerd
en nog niet getrouwd zijn, keeren zij in den
familiekring terug.
Op deze wijze is men van buitengewoon
goedkoope arbeidskrachten verzekerd en te
gelijkertijd van een atmosfeer van jeugd en
opgewektheid, die in ruime mate tot het be
houd dér goede zeden bijdraagt en van groot
nut blijkt te zijn.
De gevolgen van het Japansche
systeem voor het Westen.
In een volgend artikel zullen wij nagaan,
welke resultaten een dergelijk systeem op de
prijzen heeft en welke de gevolgen zijn, die
daar onvermijdelijk voor den westerschen
handel en industrie uit voortvloeien.
De vooruitgang van den Japanschen han
del is van dien aard, dat sommige steden, die
ik bezocht zooals Osaka pas door een
aardbeving omvergeworpen schijnen te zijn,
zóó talrijk zijn de wijken en straten, die men
ziet verrijzen met nog machtiger en moderner
fabrieken en handelsgebouwen.
Welk een contrast met sommige gedeelten
van onzegroote steden, waar talrijke lokali-
'fceiteh''eii panden verlatën zijn en op dëïi te
rugkomst van den huurder staan te wachten.
Iedere' v/inkel,' iedere 'zaak, die gesticht wordt
in landen als Japan, Manósjoekwo en de Sov
jet-Unie, welke nog maar pas aan de moderne
techniek „doen", schijnt de sluiting van een
winkel of handelszaak van dezelfde beteeke-
nis in het westen met zich mee te brengen.
(Nadi'uk verboden).
Met een vaart van 300 K. M. per uur.
Rumoer op de wereldtentoon
stelling.
Bewakers van het Italiaansche paviljoen
overvallen.
BRUSSEL, 5 Augustus (Reuter)Zondag
middag hield de communistische afgevaar
digde in het parlement Lahaut,, omringd door
een 50-tal partijgenooten een opruiende rede
voor het Italiaansch paviljoen, terwijl pam
fletten werden verspreid, waarin werd ge
zegd: Opnieuw dreigt oorlog. Het Italiaansch
fascisme maakt zich gereed te vuur en
zwaard Abessynië te verwoesten, waar het
Abessynische volk in vrede en vrijheid wil
leven.
Een aantal betoogers drong het paviljoen
binnen, waarop een gevecht ontstond met de
Italiaansche bewakers.
Een Tan de indringers wilde een foto van
Mussolini in den eere-salon vernielen, doch
werd hierin verhinderd. Tijdens het gevecht
werd een bewaker licht gewond.
De politie was snel ter plaatse en ver
spreidde de menigte. Twee personen werden
gearresteerd, waaronder Lahaut, die even
wel weer werd vrijgelaten, nadat zijn identi
teit was vastgesteld.
Het paviljoen werd ontruimd en ongeveer
een kwartier gesloten gehouden, daarna
werd de surveillance in de omgeving ver
sterkt.
COMMUNISTISCHE ONGEREGELDHEDEN
IN PALESTINA.
PARIJS, 4 Augustus (Reuter). De buiten
gewone correspondent van de .Petit Paris-
sien" te Jeruzalem, meldt, dat in Palestina
communistische relletjes hebben plaats ge
had, die gedeeltelijk tot ernstige botsingen
met de politie hebben geleid.
De communisten hadden in Jeruzalem en
Haifa optochten geformeerd waarbij pam
fletten werden verspreid waarin de demon
stranten zich met de onlangs gearresteerde
communisten solidair verklaarden die in de
gevangenissèn in hongerstaking waren ge
gaan.
Toen de demonstranten niet voldeden aan
het- bevel der politie uiteen te gaan, heeft de
politie van haar vuurwapens gebruik ge
maakt. Volgens ooggetuigen werden talrijke
personen gewond.
De Engèlsche politie arresteerde verschei
dene personen. In een Engelsch politie-be-
richt wordt gézegr, dat de politie van haar
wapens gebruik moest maken, omdat zij door
de menigte werd aangevallen.
Tevens wordt medegedeeld, dat in de ge
vangenissen van Jeruzalem en Haifa 40 ge
vangenen in hongerstaking zijn gegaan.
Kijkje op het plateau rondom de groote pagode van Rangoon, in Burma.
voor. In de film wordt deze rol door een vol-
bloed-Russchischen danser vervuld, n.l. door
Igor Schwezoff, leider van het Ballet Studio
te Amsterdam, geboren te St. Petersburg en
opgeleid aan de Theater-Academie, aldaar.
Igor Schwezoff heeft ook de choreografi
sche verzorging der drie balletten uit „Het
Mysterie van de Mondscheinsonate" op zich
genomen. De balletmeester zal zelf in twee
dansnummers mede optreden.
En zoo ligt dan thans Bagdad weer achter
ons. We zijn om twee uur 's nachts vertrok
ken, profiteerende van de uitstekende nacht
verlichting van dit veld. Met een groote
zwaai stuiven we vlak over de daken van de
slapende stad van Haroun al Rasjid. Maar
heel enkele figuren bewegen zich in de stra
ten, maar de platte daken vertoonen overal
langwerpige vierkanten van donkere kleur,
afstekende tegen den grijzen leembodem in
het heldere licht der volle maan. Half Bagdad
slaapt op het dak en het gedender onzer
motoren doet menigeen zich oprichten van
zijn legerstede en ik weet dat honden janken
en ezels balken. En die ezels van Bagdad
hebben allemaal een beetje olie noodig. Ze
zijn drooggeloopen. Hun balken klinkt ver
schroeid, benauwder dan bij ons. Je vergeet
het nooit, er ligt te veel zieleleed in het ge
luid van zoo'n drooggeloopen ezel.
Even glanst het maanlicht op de gouden
koepels der moskee van Kadimam, dan op de
Tigris nu verlaten en dan verschijnt de grijs
bruine vlakte, waardoor het zilveren lint
slingert, onder ons. En dat zal zoo bhj ven slin
geren een uur lang en dan gaat het over zee.
Dus zitting horizontaal, rugleuning ver ach-
truit; denk er om een jas over je heen, want
het wordt frisch op drie duizend meter en
dan slapen.
Om 5.43 gaat de zon op en een kwartier
later zijn we in Boesjir en laten ons de thee
en wat Arabisch gebak goed smaken. Dan
weer naar de vier duizend, maar nu met de
oogen wijd open. Wat een merkwaardig land.
Hier is na den eersten scheppingsdag niets
veranderd. Aarde, lucht en water, daar is het
bij gebleven! En het- ligt er raar bij. Steile
bergkammen, dorre vlakten, blauwe bochten
met bruinige.... ja, daar moet toch dieren
leven zijn, dat zijn koraalbanken. En die
mimatuurdominosteen kunnen huizen zijn
en die stipjes bootjes: Want wat is eén mensch
en zijn gewroet op 4 K.M. afstand. Maar wij
suizen met 300 K:M. per uur (wind in den
rug) over al die verlatenheid heen en zitten
om 8.50 in Jask achter de beroemde panne
koeken, maar niet dan nadat ik beide broek
zakken vol heb gestopt met prachtige tropi
sche schelpen, olijfslakken, tolhorens, toren
slakken enz. Als ze me vertellen, dat het 45
gr. C. is, krijg ik het warm. Het kan ook van
de thee geweest zijn bij ons derde ontbijt.
O. neen, het was de lunch,want wij moesten
de klok 2i/2 uur verzetten. Als wij om 10 uur
vertrekken uit Djask is het vijf minuten later
half één. Gek hè. Ja, dat vond ik ook, maar
toen we om vier uur in Karachi daalden, was
de zon heusch al aardig aan het zakken. Wat
doen de menschen daar in die hitte. Ja, maar
wat doen wij 's winters en in de lente in de
kou met ons goede gedrag? Ook stil blijven
zitten.
Wat een verschil tusschen de delta van den
Nijl en die van den Indus. De Engelschen heb
ben hier op irrigatiegebied misschien al veel
gedaan, maar toch nog heel weinig bereikt
als je het zoo van boven bekijkt. Als we om
5.10 den Indus zelf, dien reuzenstroom, pas-
seeren, is er geen huis of hut, geen koe of
mensch te zien! Een IV2 uur later pas liggen
er wat dorpen, meest daar waar bruine rots
massa's boven het gele zand en de bruine
vlakte uitsteken en wij beginnen uit te kijken
of op den top van een van die bruine rotsen
soms Jodpur ligt. Maar dat duurt tot 7 uur en
dan zijn onze landingslichten onmisbaar. Dai
was ons langste traject en ik ben niet. moe.
Maar het is den laatsten dag voor den Moes
son. Avondtemperatuur 44 gr. Vochtigheids
toestand verzadigd. Lucht zwaar bewolkt. Als
je zit drupt het van je ellebogen af, als je
ligt loopt het bij straaltjes. Neen hoor, je
slaapt beter bij 3000 M. hoogte. Daar is de
temperatuur 15 of 18 gr. of zoo iets. Net
lekker!
Met de schemering zijn we weer van den
grond! En nu wordt het landschap iets in
teressanter, het land iets belangrijker! Het
aantal dorpen neemt toe. De eerste buien
zijn gevallen. Hier en daar staat wat water in
de grootendeels droge stroomloopen, die achi
maanden droog hebben gestaan! Er komt
nieuw blad aan struik en boom. De rivieren
worden breeder, voller als we de Ganges na
deren. maar geen weg, geen brug te zien. Hier
kom je per auto nergens door. Steeds grooter
worden de dorpen. Er komen rechthoekig om
muurde ruimten in, ik ontdek de eerste hin
doetempels, maar dan zijn wij ook al in Al
lahabad op een uur sporen van Benares. Wi.i
krijgen van de Heilige stad vrijwel alleen den
grooten rooden Shiwatempel te zien en stor
men voort, nog steeds, boven bruine vlakten.
Toch verzekert men ons in Calcutta, dat de
zandwoestijn die daar vlieghaven heet, bin
nen een maand even groen zal zijn als Waal
haven. En dat is waar ook. De regens doen
wonderen. Maar de zon ook, die dien plan
tengroei zoo absoluut kan doen verschroeien
en verdwijnen.
Hoe geweldig Britsch-Indië onder droogte
lijdt blijkt ook als wij Calcutta voorbij over
de delta van de Ganges vliegen. Overal zien
we bij of in elk dorp allereerst den vijver,
den drinkwatervoorraad, meest omgeven door
cocospalmen en bananen. Die vierkante
vijvers zien we al van Allahabad af. Thans
begint de rivier te stijgen en het geelbruine
modderwater overstroomt de. weilanden en
wegen, erven en huizen en stroomt langzaam
binnen in het groenige tempelbassin. De
karbouwen staan overal tot den buik in het
water. Waar moet dat heen? Dat vragen wij
ook even, want voor ons rijst een muur van
wolken op. Duistere regenfronten. Even
hooger over een wolk, even later onder een
volgende door dan even links, even rechts en
het blauw schijnt al weer daar.-Boffen, heet
dat. En we boffen door al is het met een om
wegje over zee, want boven land hangen d»
buien te dik. De Roller, die met de Oever
zwaluw een uur achter ons zat, vond het al
veiliger om in Akyab te blijven. Wij kwamen
door naar Rangoon, een bruikbaar veld, maar
zonder nachtverlichting en een half uur later
liep ik op bloote voeten rond de groote pagode
Ieder kent ze van foto's of andere afbeel
dingen, maar meestal toonen die all-een de
groote „Pickelbano-e" zou je kunnen zeggen.
Verguld, electrisch verlicht, met flonkerende
edelsteenen. Heelmooi. Heel groot, Maar
kunstwerk? Een openbaring? O neen. En
toch. Ik heb er 1V2 uur rondgeslenterd tot
mijn bloote voeten er pijn van deden. En ik
hoop er nog minstens één misschien twee
heele dagen rond te dwalen over dat plateau,
waarop in het midden het heiligdom staat,
Heiligdom, geen tempel.
Een massaal bouwwerk, zonder in
wendige ruimte, zonder ingang, zoo als elke
stoepa. Ergens binnenin moet een relequie
een haar, een nagel of een tand van den
werkelijken Boeddha verborgen zijn. Er voor
vindt men meest een apart tempeltje met
een beeld, zijn beelden. Marmeren, houten,
koperen, steenen, gouden boeddha's lachen
er over ons heen bij horderden, misschien
duizenden. Daarvoor knielt de menigte en
brengt haar offeranden van bloemen. Vroe
ger waren vele beelden van goud en met
edelsteenen bezet, maar de Engelschen heb
ben alle echter waar er uit gehaald en dan
gekleurd glas er voor in de plaats gezet.
Maar die honderden beelden rond de pagode
staan onder honderden afdakjes, honderden
tempeltjes en die zijn allemaal versierd met
dat prachtige houtsnijwerk, dat ook op de
wereldtentoonstelling in Wembley zoozeer
bewonderd werd. Juweeltjes van het fijnste
handwerk! Vogels, bloemen, bebladerde tak
ken, menschen, alles alsof het vrij zweeft
en toch uit één stuk hout gewerkt, rood ge
lakt of "verguld, oud -of - nieuw. - En- daar -
tusschen de vroolijk gekleede Maleiers. de
altijd stemmig wit en zwarte Chineezen en
de in gele of oranje pijen gehulde Boeddhis
tische monniken. Een beeld van kleur, - zoo
aantrekkelijk, dat je er de kleurenfotografie
voor zou uitvinden, als dat niet al gebeurd
was.
Natuurlijk weer een uitstekend hotel, een
lekker warm bad en voor dag en dauw er uit.
Met het eerste licht weg en recht op Bangkok
aan. Wij hebben het traject Rangoon-
Bangkok in precies twee uur tijd gevlogen.
Met de boot is hetnegen dagen. Kijk
maar eens op de kaart hoe'n eind of je dan
omvaren moet! In Bangkok alweer eten!
Reusachtig militair vliegterrein, tal van ma
chinetjes uit den tijd dat Napoleon nog
hoepelde. Siameesche soldaten, praktische
lui en wars van overbodigen arbeid, die pro
beerden zich op te zweepen tot een parade
pas en het gaat weer verder voor een grooten
sprong, meest over zee naar Alorstar en dan
naar Medan. Dadelijk oude vrienden aan de
valreep; ieder heeft kennissen, schoolkinde
ren, autoriteiten, gezellige boel. Jammer dat
we door moeten naar Singapore; ik had er
graag gebleven, vooral als we Singapore net
tegen donker bereiken, motorpech krijgen,
(met een auto hoor, niet met de vliegma
chine) en dan na een gezellig strijkje met
Strauss-programma onder het diner, moeten
we even nadat we ons in onze apartementen
(slaapkamer van 5 bij 7, zitkamer en bad
kamer) hebben teruggetrokken, gewaar wor
den, dat een booze geest over de muzikanten
vaardig is geworden en wij onthaald worden
op de huilerigste saxophoon, de miserabelste
rammelende Jazz, die ik ooit hoorde. Geluk
kig duurde het slechts tot 2 uur en gillachten
de dames slechts een half uur na, zoodat
wij nog een uur konden slapen voor wij ge
wekt werden voor de laatste paar uur. Sin
gaporePalembangBatavia.
Om half elf begroette ik mijn steeds jong
blijvende vrienden, kon groeten uit Holland
overbrengen, mocht 300 gulden borgstorten
om mijn fototoestellen te mogen invoeren en
kwam daarna met eenige waardeerende woor
den in de krant als de werkzaamste propa
gandist voor onze Rijkseenheid. En mij eerst
f 300 laten opdokken om te laten voelen dat
Nederland en Indië twee zijn. Maar er zijn nog
gekker dingen op komst. Gelukkig, dan vind ik
wat om over te schrijven. Thans alleen nog
maals er op gewezen, dat de K.L.M. zegt,
dat ze in 54 uur, in 51/2 dag, naar Indië vliegt
endoat ze het doet ook. Dat heb ik met
groot genoegen en met volle tevredenheid aan
den lijve ondervonden Tabé.
DR. VAN DER SLEEN.
Ontslagaanvrage van
Mr. Del Baere.
Met ingang van 1 October a.s.
HAARLEM Maandag.
Naar wij vernemen heeft Mr. W. G. Del
Baere. Kantonrechter alhier, aan de Ko
ningin eervol ontslag uit zijn functie ge
vraagd met ingang van 1 October a.s.
Mr. Del Baere werd 31 October 1868 te
Schiedam geboren en studeerde te Leiden,
waar hij in 1892 promoveerde.
Van 18931900 was hij rechterlijk ambte
naar in Indië en daarna bekleedde hij ver
schillende rechterlijke functies in ons land.
Sedert 1914 is hij Kantonrechter te Haarlem.
Mr. Del Baere is ook lid van het College
van Regenten over de gevangenissen en van
de Kamer van Toezicht op de notarissen, j