Internationaal Jeugdverkeer. Cangs de zuidkust van China. Corrupte vakvereenigingsbestuurders. Van een ontslagen bootsman. Ongetwijfeld had bootsman Koh Sang z'n oneervol ontslag aan zich zelf te wijten. Tel kens weer moest hij bij zijn werk gehaald wor den. In iedere haven ontving hij onder werk tijd bezoek van ongure typen, waarmee hij in z'n hut geheimzinnige zaken behandelde en groote hoeveelheden thee slurpte. Toen de tweede stuurman hem eens be trapte op het verbergen van verstekelingen en het verkoopen van opium aan dekpassa giers, kwam als klap op de vuurpijl de dwaze beschuldiging aan het adres van onze tweede, dat hij hem, Koh Sang onschuldig man, zou hebben aangezet tot het smokkelen van opium. Hetgeen hij natuurlijk verontwaardigd had geweigerd, waarom de tweede hem nu zocht. Ook stelde hij ons toen een ultimatum: „Wanneer de gezagvoerder en officieren niet beloofden een mildere houding jegens hem aan te nemen zou hij zich genoodzaakt zien met ontslag te gaan". Natuurlijk, al hadden we gewild, konden we op deze voorwaarde niet ingaan zonder, wat men hier noemt „a great loss of face" (een groot verlies aan prestige), waar men erg voor moet oppassen in China en zoo geviel het, dat nog dien zelfden middag Koh Sang met een Engelsch schip op weg was naar z'n ge boorte plaats Swatow. Toen hem zijn nog toekomende gage werd uitbetaald, uitte hij de bedreiging, die wij ver wachtten; „Wacht maar ik zal er de Union in mengen, krijgt een boycot". Nu hadden wij al veel van deze machtige maar uiterst corrupte Chineesche organisaties gehoord, er mee te maken hadden we nog nooit. Voor alle zekerheid werd onze Swatow Agent telegrafisch met het gebeurde op de hoogte gesteld. Vol spanning naderden we de volgende reis Swatow. Wat wachtte ons, een boycot, of was het onzen compradore (Chineesche vertegenwoor diger) gelukt met klinkende argumenten het Unionbestuur voor zich te winnen? De omstandigheden waren gunstig. Het meerendeel van onze Chineesche bemanning hoorde te Foochow thuis, alleen de bootsman kwam van Swatow. Tusschen de Zeemansver- eenigingen van deze beide plaatsen heerschte strijd, terwijl bovendien Swatow onder het Canton en Foochow onder het Nangking- gouvernement staat. Samenwerking tusschen deze beiden hadden we dus niet te vreezen. Koh Sang was een pienter man. Hij had er zich altijd op beroepen zelf geen lid van de organisatie te zijn en geen leden onder z'n be manning te dulden. Dit kwam hem om meer dan één reden voordeeliger uit. Gewoonlijk dwingen de Unionbesturen door bedreiging de werklieden lid van hun organisatie te worden. Zij moeten dan ongeveer 25% van hun loon als contributie betalen, waarvan het bestuur op min of meer grooten voet leeft, doch waar van de leden bitter weinig profijt trekken. Hulp van hun organisatie hebben ze nooit te verwachten, tenzij het bestuur kans ziet vreemdelingen, of Chineesche werkgevers, bij een ongeval, ontslag, of iets van dien aard, door bedreiging met boycot aanzienlijke som men af te persen. Van dit geld ziet echter het slachtoffer weinig of niets, maar dit wordt on der de besturen der medewerkende organisa ties verdeeld. Boycot bijvoorbeeld de zeeliedenorganisatie en kan het bestuur het eens worden met de besturen van Unions van lichterlieden en stewadoorskoelies, dan worden deze menschen gedwongen mee te doen. Onderkruiperij is niet denkbaar. Chineezen zijn geen helden en ver trouwen doen ze elkaar in het geheel niet. Van eendrachtig optreden tegen de corrupte be sturen is geen sprake. Deze hebben een ploeg misdadigers in hun dienst. Zou iemand wei geren mee te doen, dan wordt hij eenvoudig vermoord of, zoo men hem zelf niet spoedig genoeg te pakken kan krijgen, één of meer van zijn familieleden. De politie durft niet tegen de Unions op te treden, of is omgekocht. Een bewijs van de macht dezer organisaties is wel, dat in 1926 en 1927 alle Engelsehe han del en scheepvaart op Swatow onmogelijk werd gemaakt. Deze boycot heeft de stijf hoofdige Britten millioenen gekost. Latei- werden de Japanneezen slachtoffers, die daar echter op echt Aziatische wijze een einde aan hebben weten te maken. Een openlijke boycot van Japansche goederen en scheepvaart durft men op de Chineesche kustplaatsen niet meer aan. Zelfs nu liggen op de reede van Swatow, dat bekend staat om z'n anti-Japansche stem ming, altijd vier of vijf oorlogsschepen van het Land van de Rijzende Zon. Geregeld worden hiermee oefeningen ge houden en de kanonnen „spelenderwijze" op de stad gericht. Heel den nacht'flitsen zoek lichten over de donkere reede, of wordt met lichtseinen gewerkt. Geen motorboot kan van een schip naar den wal gaan, zonder door de zoeklichten te worden gevolgd. Wel vreemd in „vollen vredestijd" in de haven van een be vriende natie! Zooals gezegd was Koh Sang een pienter man. Hij had begrepen, dat wij Hollanders, zonder oorlogsschepen, of mariniers om onze belangen te beschermen, wel wat door de vin gers zouden zien, als we buiten den invloed van de Unions konden blijven. Toen hij eenmaal van boord was kwamen de verhalen los. Eerst van den dokter, hoe het den schelm juist een jaar geleden gelukt was aan boord te komen. De vorige bootsman, die blijkbaar ook niet heelemaal brandschoon was, ontving reeds eenigen tijd geregeld dreig brieven. Op een kwaden dag, toen het schip op reis was naar het Zuiden, verscheen te Swatow z'n vriend Koh Sang aan boord, met de weinig opwekkende mededeeling, dat cle bootsman te Hongkong nu zeker zou worden vermoord. Natuurlijk voelde deze er toen niet veel voor verder mee te gaan, z'n betrekking opgeven wilde hij echter liever ook niet. Geen nood z'n edelmoedige collega Koh Sang wilde hem wel voor één of twee reizen aflossen. Zoodra alles geregeld was kon hij dan zijn oude plaats weer innemen. Dankbaar werd dit aanbod aan vaard. Éénmaal aan boord ontpopte Koh Sang zich als een uitmuntende bootsman, zeer actief, voorkomend en beleefd. Waar eenigszins mo gelijk verbeterde hij zijn voorganger en bracht allerhande kleine schurkerijen en slechte ge woonten van dezen aan het licht. De gevolgen waren gemakkelijk te voorzien. Toen Koh Sang later het masker van opof ferend collega afwierp en z'n plaats niet meer aan zijn voorganger wilde afstaan, ondervond deze laatste niet den steun van de officieren, waar hij op had gemeend te kunnen rekenen. Al heel spoedig begon Koh Sang matrozen die hem niet aanstonden te vervangen door zijn eigen trawanten. Hierbij manoeuvreerde hij zoodanig, dat hij z'n volk buiten den in vloed van de Unions hield. Het mes sneed nu aan tweekanten. In de eerste plaats hield hij hiermee den gezagvoerder te vriend, maar bo vendien stak hij de zware schatting, die de besturen anders van de zeelieden eischten, nu in eigen zak. Toen de vorige bootsman een paar reizen later probeerde om zijn oude plaats weer in te nemen vond hij zijn beste vrienden ver vangen door onbekende, hem vijandige per sonen en de rest van het volk zoodanig onder den invloed van Koh Sang en de zijnen, dat hij al heel gauw afdroop. Wel probeerde hij den gezagvoerder te be werken hem terug te nemen, maar deze had intusschen zooveel slechts van hem gehoord, dat hij daar ook geen steun vond. Zich vast in het zadel wetend, veranderde Koh Sang al spoedig, werd eigenwijs, brutaal en sputterde altijd tegen. Tot op het laatst de bom barstte, met het bekende gevolg. De conferentie met het Unionbestuur te Swatow viel mee. Inderdaad bleek onze rijke compradore, de wrakke bondsmiddelen be langrijk te hebben versterkt. Het bezoek was dan ook niet veel meer, dan een formaliteit, waarmee de heeren zich tegenover het scheepsvolk een houding dachten te geven. Ze vroegen ons behulpzaam te mogen zijn bij het zoeken van een nieuwen bootsman. Hadden zelfs al een heel goeden op het oog. Overigens waren ze het volkomen met ons eens, dat Koh Sang „a very bad man" was en z'n ontslag volkomen had verdiend. Waar schijnlijk had hij er niet de noodige contanten voor over gehad, om de heeren anders te doen spreken. Natuurlijk school er bij de vriendelijke aan bieding, om ons aan een nieuwen bootsman te helpen, welk aanbod we uit beleefdheid en om goede vrienden te blijven slecht af konden slaan, wel een addertje onder het gras. Onze Maatschappij staat bij de zeelieden op de Chinakust in zeer hoog aanzien en de sche pen met hun groot vervoer van dekpassagiers staan voor bootslui als zeer voordeelig te boek. Hoogstwaarschijnlijk zou de nieuweling dan ook behoorlijk voor z'n post moeten dokken, terwijl zij bovendien hoopten op deze manier hun invloed aan boord te versterken. Wij wierpen tegen, hoewel we natuurlijk zeer erkentelijk waren voor het vriendelijke aanbod, dat het ons beter leek, daar onze ge- heele bemanning van Foochow kwam, ook een bootsman van die plaats aan te nemen; zelfs hadden we er over gedacht onze bootsmaat tot dien rang promotie te laten maken. Neen, de vorige bootsman was van Swatow en toegegeven, dat we het daarmee niet te best hadden getroffen, moest z'n opvolger toch ook van Swatow zijn. Als dat het volk niet beviel? Wel ze konden ons aan kwartiermees ters en matrozen helpen, of desnoods ook aan een heele bemanning. Ze grijnsden vriendelijk, daar zat muziek in. De vlieger ging echter niet op. Neen, dan in 's hemelsnaam de ons opgedrongen bootsman maar. Nog dien zelfden middag kwam hij aan boord. We boften, waarschijnlijk had men den voor ons bestemden man niet kunnen vinden. Deze bleek niet van Swatow, maar van Canton afkomstig. Hij was groot, breed, met een stie rennek en in het bezit van behoorlijke papie ren, w.o. van de „Bintang" der S.M. ..Neder land" en van de Hollandsehe Tankboot „Juno", dezelfde, die later te Mako door de Japaneezen in beslag werd genomen. Het eenige bezwaar was echter, dat hij buitenge woon dom bleek en geen enkele verstaanbare taal sprak. Ook hieraan was echter door het Union bestuur gedacht, als een schaduw volgde hem een klein bleek ventje „z'n broer", die wel over de noodige talenkennis beschikte en die we er dan meteen als kok bij moesten nemen. Noodgedwongen stemden we toe en vertrok ken, niet bijster in ons schik met deze laatste aanwinst, naar zee. Te Amoy wachtten ons nieuwe verwikkelin gen. Het bestuur van de Foochow-Union, on middellijk door het volk gewaarschuwd, ver scheen al heel kort na aankomst aan boord. Een Cantonneesche bootsman door de Swa tow Union geplaatst? Onmogelijk. Ons schip had een Foochow bemanning, daar hoorde een Foochow bootsman bij. Of wij al verklaarden, dat de vorige bootsman pok niet van Foochow was en deze toch door de Swatow afdeeling van „hun eigen vereeniging" aan boord was geplaatst, zij gaven geen krimp. Deze boots man was stellig van plan de geheele tegen woordige bemanning van boord te wrerken en er Cantonneezen voor in de plaats te nemen. Nu had hij zelfs als een Cantonneesche kok aan boord. Neen hoor, die bootsman moest en zou weg. We lieten hen maar twintig keer met zeer beperkte woordenschat het zelfde herha len en legden dan steeds maar weer ons eigen standpunt uit. Toegeven konden we niet, dan kwamen we tusschen twee vuren, nu hadden we tenminste de machtige Swatow-Union op onze hand. Klaarblijkelijk waren deze heeren nog niet door onzen compradore bewerkt. Als die eenmaal z'n kans kreeg zou hij den toe stand waarschijnlijk wel eenigszins verlichten. Onverwacht kwam uitkomst. De secretaris, die waarschijnlijk van het aanhoudende spee chen, dorst had gekregen, vertelde dat hij tijdens den oorlog bij de Amerikaansche Ma rine had gevaren en daar „brandy-soda" had leeren waardeeren. Het was den man aan te zien. We begrepen de aanwijzing. Ook de an dere heeren voelden er wel wat voor dezen rank te leeren kennen. Een paar flesschen cognac en sodawater werden opgehaald. De zaak was al half ge wonnen. Op dat oogenblik verscheen de com pradore voor de verdere besprekingen. Na den hofmeester gewaarschuwd te hebben een maaltijd voor de heeren gereed te maken trokken we ons ongemerkt terug. Niet zoo onopgemerkt echter, of de secretaris zag het en kwam ons al heel spoedig achterop. Hij wilde van positie veranderen, of hij bij ons aan boord die plaats van bootsman niet kon krijgen, of wanneer dat niet ging wilde hij ook wel desnoods als kwartiermeester. We brachten hem onder het oog, dat wij dan genoodzaakt zouden zijn een ander te ontslaan, hetgeen toch wel eenigszins strijdig was met de principes van zijn vereeniging. Niets hoor, in dat geval konden we op de volle medewerking van het bestuur rekenen. Dat kwam best in orde. Beleefd hebben we toch maar voor de eer bedankt. Iemand van zijn positie als kwartiermeester, dat ging toch niet? Gelukkig zag hij dat zelf ook spoedig in en voegde zich bij zijn medebestuurders aan tafel. Na den maaltijd, waarbij behalve de resteerende cognac nog een aantal glazen bier verwerkt werden, hoorden we de bestuur ders elkaar van de statietrap af helpen. We keken eens over de railing. „Everything al right now Captain" klok ons juichend tege moet van den voorzitter. De secretaris zwaaide opgetogen met z'n uniformpet, waarop met groote gouden letters „Chinese Seamens Union" stond. Voorzichtig lieten zij zich in de motorboot van den compradore glijden. De conferentie was hiermede geëindigd, beide partijen waren bevredigd en de positie van onzen nieuwen bootsman voorloopig gered. Java Zee, Plvr. DONDERDAG 15 AUGUSTUS 1935 Nieuw licht voor Tom Mooney. Door valsche getuigenis veroordeeld? SAN FRANCISCO, 14 Aug. (A.N.P.) In de zaak Tom Mooney, die, zooals bekend, be schuldigd van medeplichtigheid aan een bom aanslag tijdens een betooging tegen deelne ming van de Ver. Staten aan den wereldoorlog ter dood werd veroordeeld en later gratie ver kreeg. waarbij zijn straf werd gewijzigd in levenslange gevangenisstraf, is een opzienba rende wending gekomen. Mooney, die steeds zijn onschuld heeft vol gehouden en herhaaldelijk heeft get>oogd zijn invrijheidstelling te verkrijgen, heeft juist on langs weer een verzoek tot ontslag uit de ge vangenis gedaan, hetwelk op 3 September zal worden behandeld. Het verzoek is gemotiveerd met de bewex-ing dat de veroordeeling is ge schied op grond van valsche getuigenverkla ring. Thans komt uit Baltimore het bericht, dat een oude verlamde man, John Macdonald ge naamd wiens getuigenverklaringen tot de veroordeeling van Mooney hebben bijgedragen, onder eede heeft verklaard, dat hij destijds voor de jury een meineed heeft afgelegd. Mac- danold. die zwaar ziek ligt in een ziekenhuis te Baltimore, heeft voorts verklaard, den toenmaligen officier van justitie te hebben verteld, dat hij Mooney voor den eersten keer in de gevangenis heeft gezien. De officier van justitie had hem echter gezegd, dat hij moest zweren, dat Mooney en zijn medeplichtige Billings schuldig waren aan den bomaanslag. Niet alledaagsch buitje boven Grenoble. Duizenden kikkers daalden in de buiten wijken neer. PARIJS. 14 Aug. (Reuter). De „Ma tin" bericht uit Grenoble, dat na de hondsdagen een hevige storm boven het gebied van Gre noble woedde, gepaard aan een buitenge woon eigenaardig verschijnsel. In de buitenwijken van Grenoble regende het duizenden kleine groene kikkers. Hoewel dit in Europa een weinig voorko mend verschijnsel is, werd het toch reeds eer der waargenomen. Men kan het verschijnsel verklaren door wervelwinden, die het water uit poelen en vijvers opzuigen, waardoor visschen en kik- vorschen mee in de lucht worden genomen. Dergelijke luchtreizen kunnen eenige dagen duren, zonder dat de dieren sterven. VERMIST NEDERLANDSCH SCHIP DOOR BRITSCH VAARTUIG OPGEMERKT. LONDEN. 13 Augustus (Reuter). Lloyds heeft radiografisch alle schepen in het Britsch Kanaal verzocht uit te zien naar het Nederlandsche motorschip „José Maria'", dat op weg is van Sc^i'orT!3ni naar Plymouth. Het schip vertrok 6 Aug. van Dover naar Ply mouth en sindsdien werd niets meer van het schip vernomen. Thans is evenwel het volgende bericht ont vangen van een Britsch motorschip: „Zag Jose Maria buiten Hurst Castle heden ochtend 5.45 op weg zeewaarts". Goed nieuws. Optimistische woorden van den directeur der Bank van Frankrijk. PARIJS, 14 Augustus (Reuter). Met be trekking tot de verlaging van het disconto, welke verleden week plaats had, wees de gou verneur van de Bank van Frankrijk. Tan nery, er on, dat deze nieuwe verlaging van disconto en beleeningen een bewijs is van den gestadigen terugkeer tot normale cre- dietverhoudingen. welke tevens in groote mate tot het vergemakkelijken van een ople ving van het zakenleven zullen bijdragen Tannery constateert verder, dat gedurende de laatste maanden er in de geheele wereld zeer duidelijk aanwijzingen van;een verbe tering konden worden waargenomen en dat in Frankrijk zelf de economische aanpassing voldoende gevorderd is. dat de nieuwe opof feringen van het land vruchten kunnen af werpen. Bovendien zoo voegde Tannery er aan toe, en dit is een werkelijk feit, is de steeds drei gender onevenwichtige begrooting, welke zoo zwaar op de franc drukte, thans voor goed uit den weg geruimd. Vervolgens zeide hij, dat een der elemen ten welke op normale wijze tot een herleving der bedrijvigheid kunnen leiden is, een ge leidelijke terugvloeiing in den economischen kringloop van de opgepotte kapitalen. De door de regeering genomen maatrege len moeten een ieder ei- van overtuigen dat het oogenblik van handelen is gekomen. Het land kan er van verzekerd zijn. dat de Centrale Bank alles zal doen, wat in haar vermogen ligt, het crediet-mechanisme met een maximale doelmatigheid te doen func- tionneeren. De traditie van de bank gaat voortdurend in de richting van een credietverstrekking tegen zoo weinig mogelijk drukkende voor waarden. Wij zijn vast besloten hieraan niet alleen trouw te blijven, doch zoo mogelijk deze tra- ditioneele politiek nog duidelijker door te voeren, besloot hij. Briefwisseling tusschen Nederlandsche en buitenlandsche jeugd. Vacantieverblijven en Zomerkampen. Tot de. beste middelen om de vredes- gedachte te bevorderen behoort on getwijfeld het internationaal jeugd verkeer. De Vereeniging voor internationaal jeugd verkeer, die in Leiden zetelt (Witte Rozen straat 48), is gegroeid uit het vroegere „Bureau ter Bemiddeling van internationale Jeugdcorrespondentie". waarvan de werk zaamheden zich zoo sterk begonnen uit te breiden, dat deze een vastere basis voor ver deren opbouw dringend noodig hadden. Ook thans nog staat „het bevorderen van de briefwisseling van de Nederlandsche jeugd met die van het buitenland" als nummer één op het programma; punt twee is: het uitwisselen van Nederlandsche leerlingen en jongelieden met die van andere landen, individueel of in groepen; punt drie: het verstrekken van inlichtingen, betreffende vacantie-verblijven, zomerkampen, pensions enz. De Vereeniging verleent geen bemid deling voor godsdienstige en politieke pro paganda. Ook ligt het bemiddelen voor be trekkingen in het binnen- en buitenland niet op haar weg. Volwassenen kunnen ook lid worden en gebruik maken van de diensten der Vereeniging. De vereeniging werkt-, hard aan de uitbrei ding van haar adressenvoorraad voor brief wisseling en zoo kan een lid (de contributie bedraagt f 1.50) gratis drie correspondente- adressen krijgen. Hij kan een keuze doen uit een lange lijst van landen waarmede in het Engelsch. Fransch, Duitsch of Espe ranto gecorrespondeerd kan worden. Brief wisseling tusschen jongens en meisjes uit verschillende landen is ook mogelijk, maar er zijn meestal meer meisjes, die zich opgever voor correspondentie dan jongens, hoewel dit niet voor Nederland geldt. Er kan heel veel aardigs schuilen in een briefwisseling tusschen jonge menschen, wier mentaliteit, levenswijze en omgeving zoo zeer uiteen loopen. dat zij zich in het be gin slechts een zeer vage voorstelling van elkanders leven konden maken. Dat zij elkaar schrijven in een taal, die zeker aan den Hollandschen kant, maar mogelijk ook aan den anderen kant. niet de eigen taal is. maakt het natuurlijk niet gemakkelijker maar wel interessanter en dikwijls zeer ROTTERDAMSCHE AVONTURIERS IN DE HAVEN VAN HASTINGS AANGEKOMEN. LONDEN, 13 Augustus (Reuter). Een vijftal jonge Nederlanders uit Rotterdam, die met een visschersschio, dat altijd op de Zuiderzee gevaren heeft, een kruistocht in de Britse! 3 wateren ondernemen, zijn te Has tings aangekomen. Zij repareer en thans hun schip, dat lek was geraakt, doordat het op een rots stootte voor de haven van Hastings. De bemanning stond uren aan de pompen om hun schip drijvende te houden en de haven binnen te loopen. De schipper zéide, dat de opvarenden hoop ten voor zij naar Nederland terugkeerden eenige honderden mijlen door vreemde zeeën te hebben afgelegd; zij hebben de beschikking over het schip tot- einde September. De opvarenden - zijn uitgeput door den zwaren strijd met den storm en een moment vreesden zij, dat hun tocht zou eindigen voor deze eigenlijk goed begonnen was. LOCO-BURGEMEESTER VAN SAN SEBASTTAAN TER DOOD VEROORDEELD. MADRID, 14 Augustus (Reuter)De krijgsraad te San Sebastiaan heeft den vroe- geren loco-burgemeester ter dood veroordeeld in verband met de October-revolutie. Zeven andere personen werden veroordeeld tot ge vangenisstraffen van twaalf tot twintig jaar. OOSTENRIJKSCHE NAZI'S DRAGEN HITLER-SNORRETJE. De „Times" meldt uit Weenen, dat de jonge nationaal-socialisten opdracht hebben ge kregen hun snor te laten staan in- den vorm van die van Hitier. Een dagblad te Weenen, dat deze onthulling doet is volgens den cor respondent bekend voor zijn ijver clandes tiene activiteiten der nationaal-socialisten op te merken. Het blad verklaart te weten, dat het geheime bevel tot de nazi's is ge richt. Andere uiterlijke en zichtbare teeke nen van hun streven, andere middelen tot wederzijasche herkenning zijn geleidelijk verboden. Bruine hemden en banden ver dwenen, toen de partij verboden werd. Witte kousen onder korte broekjes of plus four werden niet toegestaan, indien zij in te pro- voceerend aantal verschenen, terwijl het ook op andere wijze moeilijker werd gemaakt uit drukking te geven aan hun politiek streven. RÜ&aterswpude in. het. sehMerjxehüge -polderland, - amusant. En van de foutwi, die er over en weer gemaakt worden, leeren zij misschien nog het meest. Wel moeten zij die aan zulk een cor respondentie beginnen, zich voornemen daarin stipt en trouw te zijn, anders be reiden zij alleen teleurstellingen. Nu wat de uitwisseling betreft. Deze gebeurt „met gesloten beurs". De vereenigïn* brengt een Nederlandsche familie in contact met een familie in het gekozen land, die wat ontwikkeling godsdienst, positie en leeftijd der kinderen aangaat, ongeveer gelijksoortig is. Die families komen dan overeen, dat zij over en weer een „kind" uit het andere gezin tijdelijk al-s huisgenoot(e) zullen opnemen. Het werk, dat de vereeniging. door haar be middeling hier verricht, is niet gemakkelijk, maar het kan zeer vruchtbaar wezen, daar de kans bestaat dat op deze wijze een jaren lange vriendschap wordt gesloten. Bij de reizen en excursies, die de vereeni ging naar het buitenland organiseert, zit ook steeds de gedachte vóór. dat er zooveel mogelijk contact met de bewoners van het andere land gezocht moet worden. Omge keerd gebeurt dit ook, door bezoeken van schoolgroepen uit het buitenland, die hier niet alleen een tijdlang samen zijn met de Nederlandschp jeugd, ^aar ook door families aan huis worden ontvangen. Dit laatste toch is het beste middel om begrip te krijgen van het leven van een ander volk. Uit Engeland kwam medewerking in dezen door de International Friendship League en de Inswich International Friendshin Council. De stad Inswich doet sinds eenige jaren mooi en vooruitstreveend werk. Zij stelde voor internationaal jeugdverkeer een prachtig knsteel-met-oark „The Chantry" ter be schikking, waar meer dan honderd jonge menschen uit verschillende landen, tegen zeer geringe kosten een verrukkelijke vacantie kunnen doorbrengen waar zij met allerlei buitenlanders kennis maken en hun Engelsch opfrisschen of verbeteren kunnen, want er wordt gezorgd, dat er een flinke groep En- gelschen aanwezig is om aan taal en levens- gebruiken de noodige vastheid te geven. Ik bad het voorrecht ..The Chantry" té bezoeken, terwijl het internationalisme er hoogtij vierde. Allereerst werd ik getroffen door de pracht van de omgeving: het statig Engelsch landgoed zooals wij ons dit, onder den invloed van Engelsehe lectuur steeds hadden voorgesteld: een enorm huis, een beetje te hol, om bepaald gezellig te kunnen zijn, maar bij een bevolking van over de honderd hindert dit niet en een park met een paar meertjes, een zwembassin en boomgroepen, zóó prachtig, dat men er van onder den indruk kwam. Ér heerschte een luidrüchtige opgewekt heid: het was de laatste dag en óp het af scheidsfeest moesten de verschillende natio naliteiten iets ten beste geven, liefst iets, dat typeerend was voor hun land. Dat niet alle voorstellingen, met primitieve middelen tot stand gekomen en in de open lucht opgevoerd, geheel in de perfectie waren spreekt vanzelf en het verhoogde soms de pret. Het bal, tot besluit, zal zoo hier en daar wel enkele romantisch-weemoedige gevoelens hebben opgewekt. De jongelui, die hier in Juli en Augustus komen, met hun groepleiders en -leidsters zijn tusschen 16 en 19 jaar oud. Zij vinden in het kasteel goede, maar eenvoudige logeer gelegenheid en zijn verplicht hun eigen bed op te maken en hun bezittingen behoorlijk op te bergen. Voor de' maaltijden worden enkele kleine handreikingen verlangd, zoo als het aan- en wegbrengen van schotels en het smeren van stapels sandwiches. Er wordt gezorgd voor een programma vol afwisseling, waarin ,.de stad" een niet on belangrijke rol speelt, daar de burgemeester en vele vooraanstaande families gastvrijheid in eigen huis aanbieden voor tea- of tennis- parties en zich op allerlei wijze moeite geven om voor de jonge vreemdelingen iets prettigs en interessants te bedenken. Er worden scho len, fabrieken bezocht, lezingen en discussies gehouden; er wordt veel aan snort gedaan; in het naburige Felixtowe kan in zee gebaad worden, bovendien staan een autotocht naar Cambridge en de beroemde colleges op het nrogramma. Deze uitstapjes zijn in de kosten begrepen. Dit alles neemt niet weg. dat er ruimte blijft voor eigen initiatief. Wie een eigen plannetje wil uitvoeren, kan dit doen, biigestaan door de locale kennis van den staf. Ipswich laat het echter niet bij het orga- niseeren van deze veertiendaagsche vacanties voor oudere scholieren, in Juli en Augustus. Het werk begint op the Chantry al met Paschen. Dan wordt er, althans bij genoeg zame deelneming een tiendaagsche vacantie- gelegenheid opengesteld, speciaal voor onder wijzers en onderwijzeressen van verschillen de nationaliteiten, eveneens met het doel contact, en zoo mogelijk, waardeering tus schen menschen uit verschillende landen te bevorderen en voor hen de gelegenheid te scheppen, in een korten tijd zooveel moge lijk door te dringen in de kennis van de Engelsehe taal en van het leven in Enge land. In Juni staat .The Chantry" open voor een langer verblijf en jonge menschen tus schen 16 en 30 iaar worden dan verwacht. Het programma dat men wel een cursus zou kunnen noemen, is dan natuurlijk uitgebrei der. Het omvat dan ook een bezoek aan Londen. Tenslotte kunnen jonge mannen en vrouwen van 1630 jaar ook in September nog voor een veertiendaagsch verblijf naar „The Chantry" gaan. Ipswich weert zich wej in het belang van de internationale ieugd en het is een verheugend feit op «ichzelt dat deze kostelijkheden aan ion^e menschen ge boden kunnen worden dank zij de samen werking van gemeentebestuur. particuliere families. Rotary club, Education, Committee, Boy Scouts, Girl Scouts. Young Men's en Young Women's Christian Association, schoolbesturen enz. Ipswich is een wel interessante stad met een historisch verleden en enkele goed be waarde resten van oude architectuur, bene vens herinneringen aan Dickens. In the White Horse Hotel kan men de Pickwick room bewonderen. Maar de jeugd voelt mefc meer voor Dickens, is het wel? 'Va. h. loeff—bokma.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1935 | | pagina 8