VROUW
HERFST-COMPLETS.
DE VROUW IN DE XXe EEUW.
ONS WEKELIJKSCH KNIPPATROON.
GEKLEURD
TAFELGOED.
VRIJDAG 23 AUGUSTUS 1935
Nr. 575: aardig eenvoudig tennis jurk je.
breedte. Prijs van het patroon 50 ets. per
Nr. 578: aardige japon van bedrukte
van 90 centimeter breedte. Prijs van
Deze patronen zijn in alle maten tegen
bureau van dit blad. Bij dit bedrag wordt 6
Benoodigd materiaal 4 meter van 90 cM.
stuk,
mousseline. Benoodigd materiaal: 4.50 meter
het patroon: 50 ets. per stuk.
bovenvermelde prijs te verkrijgen bij
ets. extra betekend voor portokosten.
het
EEN TAFELGARNITUUR.
De invloed van de mode doet zich overal
gelden. Zoo ziet men bijv. het klassieke ta
fellaken verdringen door kleine kleedjes,
waarop men borden, glazen en couverts
plaatst. Tusschen de overgebleven ruimten
van de kleedjes ziet men dan het gepolijste
hout van de tafel. Een bijzonder mooi effect;
vooral, wanneer men mooie tafelgarnituren
gebruikt en de tafel glanzend is.
Het model, waarvan we hier de afbeelding
geven is rechthoekig. Men bewerkt 't met
gaatjes en bloemen. De gaatjes zijn omge-
festonneerd. De bloemen worden gemaakt
met den steelsteek en opgevuld.
Men kan het borduurwerk maken met ge
kleurd wasch- en lichtecht garen op een
witten ondergrond. Kiest men echter gekleurd
linnen, dan is het mooier om wit borduur
garen te gebruiken.
Ieder bloemmotief wordt nog eens om
rand met den steelsteek zoodat het beter uit
komt. Bijzonder aardig is 't ook, om dezen
steelsteek van zwart of bruin te maken.
Het motief komt dan nog beter uit. Bruin
kiest men, als het linnen of het borduursel
crème- of okerkleurig is. Zwart bij wit en
rose garnituren.
Vervolgens wordt ieder servetje keurig af-
gezoomd.
Iets anders, dat ook zeer aardig is, is over
de tafel twee lange loopers te leggen en in
het midden een gedeelte open te laten.
Men kan dan hetzelfde motief gebruiken;
alleen moet alles breeder en langer gemaakt
worden.
Waar we ook voor moeten zorgen, is, dat
de achterkant netjes afgewerkt is. Alle
draadjes moeten zorgvuldig afgehecht en
afgeknipt worden. Want wie zou het mooi
vinden, wanneer door die gaatjes heen stuk
jes drad te zien kwamen?
Desgewenscht kunnen we ook het motief
iets eenvoudiger nemen; we laten dan bij
voorbeeld de kleine motiefjes tusschen de
bloemen en bladeren weg.
Het spreekt vanzelf, dat we van alles kun
nen maken. Heel aardig is ook een garnituur
van kleine ronde servetjes met een groot
als middenstuk.
Enfin al deze mogelijkheden moest ge zelf
.maar eens onder het og zien en dan uw
keuze bepalen.
Het grootste warenhuis ter wereld. Dat
is het warenhuis opgericht door kapitein R
H. Macy in 18'58 te New-York. Klein begon
nen is het in den loop der jaren het grootste
warenhuis van heel de wereld geworden. Het
vorige jaar werden door de bestelauto's van
dit warenhuis 16.000.000 pakken bezorgd, die
daarvoor een afstand van 4.986.629 kilometer
aflegden. Bovendien waren door de klanten
zelf nog 29.700.000 pakken meegenomen. Op
de dagen voor Kerstmis waren er in dit be
drijf 2C00 man bezig om de 162,000 pakken die
bezorgd moesten worden in de auto's te laden
en te bezorgen. Van de 24 uur is er per et
maal maar 3 1/2 uur volmaakte rust in dit be
drijf. Om half 4 's nachts gaat de laatste
nachtwaker er zijn er 92 huistoe en
verschijnen er 80 werksters om de zaak schoon
te maken. De gebouwen bevatten 58 liften die
167.400 personen per uur kunnen vervoeren
en hebben dan 285 kilometer afgelegd.
Een uitzet. Als in 't laatst der 18de eeuw
een burger-wees jongen uit Amsterdam met
toestemming van de regenten naar Oost-In-
dië ging kreeg hij de volgende uitrusting mee.
Een flesschenkelder met 15 fl. brandewijn, 12
pond tabak, 2 gros pijpen, een waakrok (ver
moedelijk een oliejas) een wollen pak, een
onderpak, 3 pak linnen kleederen, 3 paar
kousen, 3 paar schoenen, een matras, een
hangmat, een deken, 2 kussens, 2 bonte sloo-
pen, 2 Engelsche mutsen, 2 blauwe en 2 witte
dassen, 6 bonte neusdoeken (zakdoeken) 1
Bijbel, 1 „Christelijke zeevaart", 2' tondeldoo-
zen, 2 vuurslagen, 6 vuursteenen, 2 pond
Spaansche zeep, eenig schoenmakersgereed
schap, 1/2 pond waslicht, 11/2 gros veters,
eenig garen, 4 lepels, 2 tabaksdoozen, 2 trech
ters, 2 waterkannen, 1 flesch met geest van
lepelbladen, 4 schellingskoeken en wat anijs
drop, knoflook en mierikwortel.
HET MENU VOOR DE HEELE WEEK
Zondag:
bloemkoolsoep
roastbeef, snijboonen, gekookte aardappe
len:
sneeuwpudding.
gehakt, spinazie, gekookte aardappelen;
fruit.
kalfslappen, spersieboonen, gekookte aard
appelen;
vanillevla met bessen.
W oensdag:
rijst met haché, komkommersla;
caramelpudding.
Donderdag:
binde vinken, worteltjes,
appelen;
drie-in-de-pan.
gekookte aard-
Vr i} da g:
gebakken bot, doppers
kookte aardapeplen;
beschuitkoek.
Zaterdag:
linzengehakt, sla met
kookte aardappelen;
amandelrijst.
citroensaus, ge-
mayonnaise, ge-
De tijd, dat men alleen maar wit tafel
goed kon leggen is gelukkig voorbij. En
niet vele huisvrouwen zullen dat met spijt
vernemen. Vooral de moeders van groote ge
zinnen zullen nog slechts met afschuw terug
denken aan deze mode; want niet zoodra
legde men 'n schoon laken, of men kon er
zeker van zijn, dat het na afloop van den
maaltijd met eenige vlekken prijkte.
In het begin, toen de gekleurde tafelgoe
deren pas in den handel waren, stond men
er eenigszins vreemd tegenover. Men vond
het „boersch" aandoen en het was een heele
zelfoverwinning, wanneer men besluit kon
tot het aanschaffen van de fel geruite of ge
streepte tafellakens over te gaan
Thans heeft men ingezien, hoe goed de
kleurige dessins het „doen" in de moderne
interieurs en hoeveel vroolijker en ook
aesthetischer dit tafelgoed is. Men ziet thans
niet meer het geringste spatje of vlekje er
op.
Bij het aanschaffen van dit tafelgoed moet
men echter rekening houden met het servies
dat erbij gebruikt zal worden. Iedereen zal
wel kunnen begrijpen, dat men bij een der
gelijke manier van tafeldekken geen servies
van teer, dun porselein kan gebruiken.
Aardewerk is het aangewezen materiaal
voor de serviezen, die bij het gekleurde tafel
goed hooren. Aardewerk in een mooie effen
tint en zuiver van vorm. Het gebloemde aar
dewerk er op zetten, zou het geheel te over
laden en te druk maken. Bij dit gekleurde
aardewerk kan men beter linnen tafellakens
kiezen in een effen donkere kleur, zooals
oker of terra.
J
De tafelkleeden, zooals u er bijvoorbeeld
een op onze afbeelding ziet, zijn tegenwoordig
gegarandeerd licht- en waschecht te verkrij
gen in alle behoorlijke zaken. De vingerdoek
jes en servetjes kan men er passend bij
koopen.
Ofschoon de zomer nog niet geheel ten
einde is, en we, naar we hopen, nog verschei
dene warme dagen krijgen, is iedere vrouw
toch nieuwsgierig naar datgene, wat de ko
mende herfst ons brengen zal.
En dat zijn allereerst de fleurige herfst-
complèts van bedrukte mousseline, al of niet
gecompleteerd met effen materiaal.
Het figuurtje links draagt een mantelpakje
van bedrukt mousseline, gegarneerd met strik
vormige jabot van effen materiaal.
Daarnaast een aardig complét van genopt
mousseline; het jasje is afgezet met kraag
en manchetten van effen materiaal. Dan een
complet bestaande uit japon en cape van het
zelfde materiaal. De eenige 'garneering be
staat uit stiksels.
Tenslotte een aardig complét, waarvan de
japon van bedrukt materiaal is; terwijl de
mantel, die drie-kwart lengte heeft, van ef
fen donkere stof is. Het hoedje is passend
bij de mantel. Opmerkelijk van deze mouw is
de zeer aparte mouwgarneering.
Voorgestelde verbeteringen.
Het is voor haar, die behagelijk in haar nor-
maal gezin den schepter voert, soms even op
geschrikt door „de slechtheid der wereld", tot
haar komend in een bericht in haar dagblad
en zich troostend, dat zooiets in haar kring
niet kan voorkomen, het is voor haar moeilijk
zich in te denken in de milieus, die direct of
indirect w:el met politie, strafrechter en ge
vangenis in aanraking komen, of waarvan
kinderen in een Tuchtschool moeten worden
verbeterd.
En toch, weet iemand waartoe hijzelf of
zijn kinderen kunnen afzakken? Welke in
vloeden of omstandigheden ten kwade kun
nen werken, zoodat kinderen van goede fa
milie hun leven eindigen in een donkere
celWe mogen niet te hard oordeelen over
de mislukten, we kennen niet alle oorzaken,
we kunnen slechts hopen, dat de straf, waar
toe de jongere of oudere wordt veroordeeld,
zal leiden tot verbetering, tot nieuw inzicht,
tot nieuwe krachtVervallen we zelf niet
altijd weer in oude fouten, al zijn het er geen,
die ons met den strafrechter in aanraking
brengen? En dan vragen we ons af of 't stel
sel onzer huizen van bewaring en opvoedings
gestichten zoodanig is, dat het de moreel
zwakken of misleiden kan genezen of ophef
fen.
Twijfel op dit gebied is zeker aanleiding ge
weest tot samenstelling van een commissie
tot onderzoek naar den toestand in de Rijks-
Straf- en Opvoedingsgestichten voor Vrouwen
en Meisjes, door het Ned. Genootschap tot
Zedelijke Verbetering der Gevangenen. Deze
commissie werkte onder voorzitterschap van
Mr. Frida Katz en Mr. E. C. Lekkerkerk was
secretaresse. Thans heeft zij haar rapport ge
publiceerd, dat getuigt van degelijke studie
en dat naast critiek ook verbeteringen aan de
hand doet, binnen het kader van de bestaande
mogelijkheden, rekening houdend met onzen
tijd van bezuiniging. Behalve één voorstel tot
vereeniging van alle gestichten in één gebou
wencomplex, met scherpe afscheiding tus
schen meerderjarigen en minderjarigen een
voorstel, waaraan bij den tegenwoordigen toe
stand der financiën niet zal vallen te denken
worden geen ingrijpende wijzigingen in
het stelsel voorgesteld, zij het dat bij meer
derjarigen zoowel als bij minderjarigen de
verdeeling in groepen eenigszins anders ge-
wenscht wordt.
Voor de minderjarigen, die zoover het Rijk
betreft zijn ondergebracht in twee inrich
tingen, het Rijksopvoedingsgesticht te Zeist
en de Tuchtschool te Montfoort, schijnt de
toestand niet slecht. Opgemerkt zij dat het
aantal meisjes dat hier werd opgenomen, de
laatste jaren pl.m. 2/9 bedroeg van dat der
jongens, in sooitgelijke inrichtingen geplaatst,
wat zeker dankbaar stemt, maar in de prac-
tijk het bezwaar heeft, dat de exploitatie kost
baarder wordt en de indeeling bij arbeid en
ontspanning niet zooveel mogelijkheden biedt
als bij een grooter aantal. Daarom begrijpen
we het voorstel der commissie allen tezamen
te voegen in één gesticht, dat dus de pupillen
voor de twee inrichtingen bestemd zou ont
vangen. Dit zou dan worden verdeeld in ver
schillende afdeelingen naar de behoefte,
waarbij overplaatsing van de eene groep naar
de andere mogelijk zou moeten zijn en de
criteria voor indeeling en classificatie dus zoo
min mogelijk in de wet zouden moeten worden
vastgelegd. Dit kan te eerder, omdat zooals in
den aanvang wordt betoogd, beide inrich-
tingen in de practijk toch reeds veel van haar
oorspronkelijk karakter verloren. Waaraan,
vooral wat de Tuchtschool betreft, niet kon
worden vastgehouden*), zoodat in beide ge
stichten dezelfde categorieën worden gevon
den en een vrij heterogene bevolking. Daar
thans de Tuchtschool in vele opzichten in on
gunstiger positie verkeert dan het R. O. G.,
zou deze kunnen profiteeren van de voordee-
len welke de laatste inrichting reeds heeft.
Vooral zou het mogelijk worden allen het
verkieslijk onderwijs en de voor haar ge-
wenschte gemeenschapsopvoeding te geven
en allen de nazorg, welke zij behoeven, te
verstrekken. Misschien zou het mogelijk zijn
voof de gemeenschappelijke inrichting dan
nog terreinen te vinden voor arbeid en spel
in de open lucht, want daaraan blijkt vooral
nog behoefte te bestaan. Op het gebied van
de voeding wordt voorts ook nog wat meer
afwisseling in verband met de moderne hy
giëne verlangd en op dat van den arbeid in
voering van machines ter bevordering van de
efficiency. Voor het overige schijnt de geest
in beide inrichtingen goed en al vraagt men
een Overgangstehuis voor haar, die de inrich
tingen verlaten, de overgang wordt reeds ver
gemakkelijkt door werk buitenshuis overdag,
zoolang zij in de inrichting zijn. We kunnen
er verder niet te uitvoei'ig over zijn en kunnen
slechts opwekken het rapport te lezen, ook
voor zoover het de meerderjarigen betreft,
waarbij de verlanglijst veel uitgebreider is,
maar toch ook de hoofdeischen gaan naar be
tere classificatie bij het gemeenschappelijk
werk, betere arbeidsmethoden, betere kansen
van reclasseering en betere geestelijke hygië
ne. Voor haar wie het rapport te veelomvat
tend is, wijzen we erop, dat er ook een sa
menvatting bestaat.
EMMY J. B.
Daarbij was gedacht aan kinderen uil
zeer goed milieu, die een korte, strenge cor
rectie behoefden. Het milieu is gewoonlijk niet
goed en de straf duurt meestal langer.
Verwennen wij onze kinderen
„Zeg nu eens eerlijk, vinden jullie dat wij
onze kinderen verwennen?"
Wat moeten wij antwoorden op deze vraag
van een vader over zijn twee kleine spruiten,
gezonde jongens met dezelfde goede en slech
te eigenschappen van alle gewone kinderen,
maar ook met hetzelfde wat wij vrouwen als
.schattig" qualificeeren bij zulke kleine kleu
ters. Natuurlijk worden die twee wel eens
verwend, en erg ook, maar welke ouders ma
ken zich daaraan nooit-schuldig. Daartegen
over staat de strengheid van den vader bij
tijd en wijle, en het doorzetten van de moe
der wanneer het gaat om de macht, en die
compenseeren ons inziens het verwennen
weer.
Dus zeggen we van niet, met dat verwen
nen zal het best schikken, iedereen verwent
zijn kinderen immers wel eens.
Maar daarmee is de vader niet tevreden,
verwennen is uit den booze, we moeten een
positief antwoord geven.
Daar staat ons nu net mes op de keel, en
om er af te zijn, zeggen we nu beslist dat de
moeder en hij de kinderen niet verwennen.
Maar wij voegen er aan toe. dat wij persoon
lijk het natuurlijk met de opvoeding anders
zouden hebben aangepakt.
In dat laatste schuilt natuurlijk een over
wegend verschil: geen enkele vader en moe
der, in aanmerking genomen dat zij het met
de opvoeding hunner kinderen ernstig mee-
nen, zal hetzelfde kind op precies dezelfde
manier opvoeden als welk ander echtpaar
dan ook. gesteld dat dit mogelijk was. In de
eerste plaats is het grondsysteem van op
voeden allicht weer anders, maar bovendien
kan geen enkel opvoedingssysteem tot in de
uiterste consequenties worden toegepast, om
dat de liefde voor het kind, en omgekeerd
die van het kind voor de ouders, zoo'n be
langrijk woord meespreekt. Deze uitingen
van de liefde voor elkaar zijn altijd onder
ling weer verschillend, en daarmee gepaard
gaan even zooveel afwijkingen van de prin
cipes die een ernstige opvoeding kenmerken.
Nu zijn ook de meeningen over het al of
niet verwennen van kinderen principieel erg
verdeeld.
Er zijn ouders, die zeggen: verwen ze maar
in hun kinderjaren, het leven is zoo hard,
dat de jeugd niet met genoeg liefde omringd
kan worden.
Er zijn er ook, die de natuurlijke karakter
trekken van het kind als alleen-maatgevend
voor zijn heele wezen aanmerken. Verwen
nen of niet verwennen doet er niets toe, de
aard van het kind geeft den doorslag, en
daaraan is toch immers niets te veranderen.
Lijnrecht daartegenover staan zij, die mee-
nen dat de eerste zes levensjaren van het
kind voor zoover het de opvoeding betreft,
beslissend zijn voor zijn heele verdere leven:
in de ziel van het onbewust levende kind
kunnen wonden geslagen worden, die het
niet in staat is te verwerken, die het op
dat oogenblik misschien ook niet diep voelt,
maar die het karakter toch plotseling een
andere richting uit sturen, welke het niet ten
goede komt. Daarmee wordt de verantwoor
delijkheid der ouders natuurlijk aanmerke
lijk verzwaard, vooral voor hen die het zoo
nauw niet nemen,, en die op later leeftijd
altijd deze eerste levensjaren idealiseer en
met een „toen was je nog lief", wat dan
eigenlijk zooveel wil zeggen als: toen ik nog
onbeperkte macht had, was de opvoeding
veel gemakkelijker. Maar juist die onbeperk
te macht der ouders blijkt gevaarlijk te zijn,
omdat het kind niet anders kan dan zich er
aan te onderwerpen.
Voor hen die het woord verwennen als een
waar schrikbeeld zien. bestaat er maar éen
enkele mogelijkheid: een strikt rechtvaardige
en verstandelijke opvoeding. Hierbij komt
natuurlijk altijd de liefde in het gedrang,
wat van weerskanten fataal werkt. Maar ge
lukkig is het, dat die wederzijdsche liefde
zich eenvoudigweg niet laat verdringen en,
alle strenge theorieën ten spijt, toch gere
geld weer om den hoek komt kijken.
Het zou ondoenlijk zijn om alle tusschen-
vormen van de verschillende opvoedings
systemen hier te bespreken: alle ouders zet
ten een ander kardinaal punt in het midden
van hun systeem, en daaromheen groepee-
ren zij de andere ieder weer op hun eigen
wijze.
En daardoor vinden zij dan ook vaak, dat
andere ouders hun kinderen verwennen,
waarbij zij geen rekening houden met het
verschil in systeem en het verschil in bij
komstigheden.
Maar éen ding verdraagt geen enkele ouder
of opvoeder: dat men hem van verwennen
beschuldigt, zelfs al heeft hij de meerdng
daaromtrent gevraagd. Laat u daarom nooit
tot een veroordeeling in dien geest overha
len, dat geeft niet anders dan moeilijkheden.
E. E. J^-P. I