UIT HET BUITENLAND
A ZIE in 1935.
Eigenaardigheden en contrasten
in het Japansche leven.
THIJS IJS EN HET GEHEIMZINNIGE EILAND
WOENSDAG 28 AUGUSTUS 1935
HET belangrijkste nieuws
AMERIKA.
Zooals inmiddels reeds gemeld is, heeft de
Russische ambassadeur te Washington op de
Amerikaansche protesten inzake het optreden
van de Komintern geantwoord, dat ook in
Amerika propaganda gevoerd werd en wel op
krachtige wijze tegen Sovjet Rusland.
In officieele kringen wijst men dit argument
echter van de hand, zeggende dat ten eerste
Amerika zich niet in de binnenlandsche aan
gelegenheden van Sovjet Rusland mengt, doch
slechts afweermaatregelen neemt tegen de
pogingen de Amerikaansche arbeiders met
communistische agitatie te laten opruien en
ten tweede, dat het de plicht van de Russische
regeering zou zijn geweest zonder verwijl en
inet volkomen duidelijkheid afstand te nemen
van die sprekers op het congres van de Kom
intern, die een communistische agitatie in
Amerika bepleitten.
Behalve het door Rusland te Washington
ingediende tegen-protest is ook door den Rus-
sischen adjunct-commissaris van buitenland-
sche zaken, Krestinski, aan den Amerikaan-
schein ambassadeur, Bullitt, een nota ter hand
gesteld. Deze heeft den volgenden inhoud;
„In Uw nota van 25 Augustus 1935 hebt gij
mijn aandacht gevestigd op de activiteit van
het zevende congres van de Communistische
Internationale, dat te Moskou is gehouden en
verwijzende naar de nota van Litwinof aan
Roosevelt van 16 November 1933 hebt ge ge
protesteerd tegen deze activiteit, die door uwe
regeering beschouwd wordt als een inbreuk op
de verplichtingenvan de Russische regeering
inzake de niet-inmenging in de binnenland
sche zaken der Vereenigde Staten. Om deze
reden wensch ik er met alle energie den na
druk op te leggen, dat de Russische regeering
steeds in acht heeft genomen en in acht neemt
een houding van de grootste eerbiediging van
alle verplichtingen, die zij heeft aangegaan en
waaronder zich uiteraard de wederzij dsche
verplichtingen bevinden betreffende niet-
imnenging in binnenlandsche zaken, voorzien
in de uitgewisselde nota's van 16 November
1933 en tot in bijzonderheden besproken tij
dens de gedachtenwisselingen tusschen Roo
sevelt en Litwinof.
Uw nota van 25 Augustus bevat geen enkel
feit, dat een inbreuk zou kunnen aantoonen
op 'de verplichtingen van den kant der Rus
sische regeering. Aan den anderen kant is het
ongetwijfeld niets nieuws voor de regeering
der Vereenigde Staten, dat de Russische regee
ring niet kan accepteeren en niet heeft aan
vaard eenigerlei verplichting ten aanzien van
de Communistische Internationale. De bewe
ring inzake de schending door de Russische re
geering van de verplichtingen, vervat in de
nota van 16 November 1933 vloeit dus niet
voort uit de wederzij dsche verplichtingen die
van beide kanten zijn aangegaan. Bijgevolg
kan ik uw protest niet aanvaarden en ben ik
verplicht dit af te wijzen. De Russische re
geering deelt oprecht de opvatting van de re
geering der Vereenigde Staten, dat een ge
strenge wederzij dsche niet-inmenging in bin
nenlandsche zaken een essentieele voorwaar
de is voor de handhaving van de vriendschap
pelijke betrekkingen tusschen onze landen en
zij past deze politiek krachtig in de practijk
toe. Zij verklaart, dat dit strekt tot de uitein
delijke ontwikkeling van de vriendschappelijke
samenwerking tusschen Rusland en de Ver
eenigde Staten, welke in overeenstemming is
met de belangen van de volken van Rusland
en van de Vereenigde Staten en die van zoo
groot belang is voor den algemeenen vrede."
Naar pas thans bekend wordt, heeft eenige
dagen geleden ook de Britsche ambassadeur
te Moskou mondeling een protest ingediend in
verband met het behandelde tijdens het con
gres van de Komintern.
Naar gisteren uit Moskou gemeld wordt, is
het protest door de Russische regeering van de
hand gewezen.
Voorts wordt nog gemeld, dat ook, behalve
Amerika, Italië en Letland dergelijke démar
ches hebben ondernomen.
Ook Engeland en andere staten dienden protesten
tegen de Sovjet-Unie in. Moskou wijst de protesten van
de hand. Een nota van het Russische Volkscommissariaat
van buitenlandsche zaken.
heden de spoorweg onder internationale be
scherming gesteld zal kunnen worden.
In Abessynische regeeringskringen
is men algemeen van meening, dat
Italië zich tot geen prijs van een oor
log zal laten terughouden. Uit be
trouwbare bron wordt vernomen, dat
de Negus voornemens is, onmiddellijk
den verdedigingsoorlog te verklaren
indien Italië met een grooten aanval
begint, teneinde 'n situatie te vermij
den, als indertijd tijdens het Japans-
Mandsjoerijsch conflct heeft bestaan.
De keizer wil daardoor voorkomen
dat een Italiaansch vertegenwoordi
ger in Abessynië zou blijven indien
Italië zonder oorlogsverklaring tot
oorlog overgaat.
Engeland.
Britsche nota over het Abessy
nische vraagstuk in
voorbereiding?
Sir Samuel Ho are. en Eden zouden
naar Reuter verneemt, thans bezig
zijn aan de opstelling van een rapport
over alle gezichtspunten van het
Abessynische vraagstuk, dat zij op 4
September te Geneve zullen indienen.
Het resultaat van hun arbeid zal het
onderwerp van een gedaehtenwisse-
ling uitmaken.
De correspondent van de „Paris-Soir" te
Londen spreekt in dit verband van een uit
voerige nota, die heden door den Britschen
ambassadeur aan Laval zou worden overhan
digd.
De nota zou nader ingaan op de verschil
lende posities, waarin de te Genève bijeenko
mende landen zich zullen bevinden, indien,
zooals men te Rome beweert, de Italiaansche
gedelegeerde nog voor het begin der bespre
kingen den eisch zal indienen om Abessynië
wegens het verzaken van zijn plichten als lid
van den Volkenbond uit te sluiten.
Duizenden Somali's naar Abessynië
overgeloopen?
Bij de bevolking van Addis Abeba is, naar
United Press aan de Tel. meldt, gisteren gr-oo-
te geestdrift gewekt door het bericht, dat in
den loop der laatste dagen- 12,000 Somalikrij-
gers uit de inboorlingenregimenten van Ita-
liaansch-Somaliland zijn gedeserteerd en
naar Abessynië overgeloopen. De deserteurs
zijn m-eerendeels modern uitgerust en be
schikken over geweren en machinegeweren
van het nieuwste type.
De Somali's zouden reeds in het op Aibessy-
nisch gebied nabij Oeal Oeal gelegen
plaatsje Sachft zijn aangekomen. Hun com
mandant moet hebben verklaarde dat hij en
zijn 12,000 ondergeschikten bereid zijn, onder
keizer Haile Selassie tegen de Italianen te
strijden. In totaal zou het aantal overge
loopen Somali's dientengevolge reeds tot
15.000 zijn gestegen.
In officieele Abessynische kringen worden
deze berichten noch bevestigd noch tegen ge
sproken.
Italië.
Abessynië verwacht den
oorlog.
A.N.P. meldt uit Addis Abeda: De stem-
ming onder de buitenlandsche kooplieden te
Addis Abeba is nerveus. De groote firma's
hebben hun voorraden in de laatste dagen in
de spoorwegdepots laten opslaan, om ze zoo
spoedig mogelijk naar de Fransche haven
Dzjiboeti te kunnen laten vervoeren.
In diplomatieke kringen te Addis Abeba, en
niet in de laatste plaats in de kringen der
buitenlandsche diplomaten, maakt men zich
ernstig bezorgd om de toekomst van dezen
Spoorweg in geval van oorlog. Men koestert
de hoop, dat in zeer ernstige omstandige
Marconi gereed om zijn
diensten aan te bieden.
Bij zijn aankomst te Santa Mangherita
verklaarde de bekende uitvinder Marconi aan
den correspondent van Reuter, dat de berich
ten uit Rome, volgens welke Mussolini een be
roep zou hebben gedaan op Marconi's dien
sten in verband met de mobilisatie voor Oost-
Af rika, voorbarig waren. Hij voegde eraan
toe: ,,Ik ga den 12den September a.s. voor een
week naar Brazilië. Indien echter een oorlo;
uitbreekt tusschen Italië en Abessynië, zal ik
mijn diensten ter beschikking van Mussolini
stellen.
Oostenrijk,
Duitsche bezwaren tegen
Oostenrijksche berichtgeving
en omgekeerd.
Namens de Duitsche Rijksregeering heeft
de Duitsche gezant te Weenen, Von Papen,
heden bij de Oostenrijksche Bondsregeering
geprotesteerd tegen de „onwaarheden en den
laster alsmede tegen de tendentieuze voor
stellingen in de Oostenrijksche pers over de
binnenlandsche toestanden in Duitschland en
tegen vooraanstaande Duitsche personen."
Het onderhoud, waarbij de Oostenrijksche
minister van buitenlandsche zaken soortgelijke
bezwaren tegen de Duitsche pers inzake Oos
tenrijk opperde, leidde tot overeenstemming
hierover, dat het ernstig moet worden afge
keurd, indien de pers in eenig land op laster
lijke wijze over andere landen schrijft en dat
integendeel de pers zich nuttig moet maken
voor het herstel der normale betrekkingen tus
schen de landen.
IBritsefaoIiMlïë.
Gandhi naar Japan?
Eenige vrienden en bewonderaars van Ma-
hatma Gandhi in Japan hebben uit Indië be
richt ontvangen, dat Gandhi voornemens zou
zijn, binnen niet te langen tijd een bezoek aan
Japan te brengen.
Over Uwe mosterd klagen
Dom! Voortaan NAAS' mosterd vragen!
(Adv. Ingez. Med.)
Majoor Fey bij auto-ongeluk
gewond.
Chauffeur verblind door de lichten van een
tegemoetrijdende auto.
Dinsdagavond tegen acht uur raakte op de
Bundesstrasse Wien-Linz voor het plaatsje
Gablitz bij Weenen, de auto van minister Fey
aan het slingeren en reed tegen een boom.
De minister liep een breuk van het neusbeen
en snijwonden in het gelaat op. De overige
inzittenden van de auto. waaronder de adju
dant van Fey, werden licht gewond.
De oorzaak van het ongeluk lag in het feit,
dat de bestuurder van de auto van Fey ver
blind, werd door de lichten van een uit de
andere richting komende auto. Eerst op het
laatste oogenblik zag hij daardoor een vracht
wagen, waarvoor hij trachtte uit te wijken.
Daarbij raakte de auto aan het slingeren en
reed tegen een boom. Minister Fey is naar het
Algemeene Ziekenhuis te Weenen overge
bracht.
KINDEREN SPEELDEN „OVERVALLETJE"....
Een drietal knapen was te New Orleans
„bandietje" aan het spelen, waarbij zij ge
bruik maakten van een revolver, die hun in
handen was gekomen. Terwijl twee „bandie
ten" 'n overval pleegden op den voorbijkomen
den „millionair" ging plotseling de revolver
af, waardoor de knaap in het voorhoofd ge
troffen en op slag gedood werd. Naar de auto
riteiten mededeelen zullen tegen de beide
speelmakkers die het ongeluk onwillens ver
zaakten geen maatregelen worden genomen.
Hitler-jongen Quex in
ongenade.
Hij tenniste met een Jood.
De jeugdige held uit de Nazi-film „Hitler-
jongen Quex", Jürgen Ohlsen, wiens uiterlijk
allen Duitschen bioscoopbezoekers bekend is,
is in ongenade gevallen, omdat hij getennist
heeft met een Jood, aldus een Reuterbericht.
Afdeeling 195 van de Hitler-jeugd, waartoe
Jürgen, die in Groos-Glienicke (Pruisen)
woont, behoort, heeft een mededeeling over
zijn gedrag gepubliceerd. Daarin wordt eerst
verteld, dat Jürgen leider van de plaatselijke
Hitier jeugd was en na de eerste opvoering van
de film een hand had gekregen van Hit-Ier.
Vervolgens wordt gezegd: „Jürgen Ohlsen
wilde een leven leiden zooals hem schikte.
Wij verachten hem, zooals wij allen verachten,
die hun vriendschap met Joden stellen boven
hun plicht tot het land."
Zijn zuster, Waltraut Ohlsen, is geschorst
als leidster van de plaatselijke afdeeling der
Hitler-meisjes. Ook zij heeft zich met Joden
bemoeit.
„Zoo broer zoo zuster", vervolgt de mede
deeling., „Zij was leidster van een groep Hitler-
meisjes, maar het schijnt, dat Duitsche
meisjes voor haar niet goed genoeg waren om
mee om te gaan. Zij is thans geen leidster
meer. Zoo zal het allen Duitschen meisjes ver
gaan, die zich met Joden inlaten."
Mislukte aanslag op maar
schalk Feng.
SHANGHAI, 27 Augustus. Volgens een
bericht uit Tsinigtau is te „Tajanfoe in West-
Shantoeng een aanslag gepleegd op den
„Christen-generaal" maarschalk Feng.
De aanslag mislukte. De maarschalk ver
deelde levensmiddelen aan vluchtelingen uit
het overstroomingS'gebied, toen plotseling
verscheidene schoten op hem werden gelost.
Feng bleef •ongedeerd. Zijn lijfwacht be
antwoordde het vuur. Tien personen zouden
zijn gewond. Volgens de Japansche bladen
draagt de daad een politiek karakter.
TERUGROEPING VAN ITALIAANSCH
GEZANT UIT ADDIS ABEBA?
LONDEN, 27 Aug. Volgens mededeeling
van een correspondent van de „Daily Tele
graph" te Addis Abeba werden Maandag ver
scheidene kisten bagage van het Italiaansche
gezantschap per trein naar Djiboeti gezonden.
Men legt dit uit als de eerste aanwijzing voor
een aanstaande terugroeping van de Italiaan
sche diplomatieke vertegenwoordiging.
ONZE DACELIJKSCHE KINDERVERTELLING
Op het dek zit steeds nog Arie Baard. Op Thijsje's porren gaapt
hij heel lang en wrijft langzaam zijn oogen uit.
„Hé", roept hij, wanneer hij plotseling ontwaakt. „Ik geloof, dat ik
weer sliep nu stal men mij een tweede lading af!"
„O, nee", zegt Thijs, „ik hield de wacht en heb de boosdoeners
gevangen en beide ladingen gered wat is er meer van uw dienst?"
De kapitein, die nu weer geheel wakker was, kon het, haast niet
gelooven.
„Zeg!" riep hij tenslotte met een glimlach op zijn, snuit4 ^Weet je
hoe ik jou vindt? Een reuze-vent 1."
De moderne dictators gelooven, dat zij de
unificeering van hun volk kunnen bereiken
door physiek en moreel een standaardtype
an hun burgers te maken. Zij, die de wereld
bereizen, krijgen integendeel den indruk, dat
niet alleen de volkeren onderling van karak
ter verschillen, maar dat zich bovendien bij
elk volk afzonderlijk op velerlei gebied de
meest frappante contrasten voordoen. Japan
ontkomt daar evenmin aan. Misschien is het
wel het land, waar men dit verschijnsel het
sterkst kan opmerken.
Het einde van de periode der imitatie.
Zij, die Japan uit de boeken kennen, denken
in het algemeen, dat de oude Japansche tra
ditie aan het uitsterven is en dat weldra de
costuums van vroeger hun plaats zullen heb
ben afgestaan aan de meest prozaïsche en
alledaagsche Europeesche confectieklesding.
Tot voor een jaar of drie is dat mis
schien het geval geweest, nu is daar echter
geen sprake meer van. Om het Japan van 1935
;e begrijpen, is het van belang te weten, dat
sinds 1931 het jaar van de interventie te
Sjanghai en de militaire bezetting van
Mandsjoekwo de periode van de slaafsche
navolging der westersche beschaving een
einde heeft genomen.
Het gemak, waarmee Japan, zonder eenigen
tegenstand, noch van den Volkenbond, noch
van Amerika en Engeland, zich wist te ves
tigen in Mandsjoerije en vervolgens de Sovjet-
Unie dwong den laatsten spoorweg af te staan,
welken zij in dit land bezat, dat alles heeft de
Japanners ervan overtuigd, dat alleen zij het
geheim der dingen weten.
Sinds de revolutie van Meiji, die in 1865 be
gon, heeft Japan drie stadia doorgemaakt;
Van 1865 tot 1904, d.w.z. tot aan den Rus
sisch-Japanschen oorlog, waren de Japanners
van de superioriteit der blanken overtuigd;
Van 1905, het einde van den Russisch-
Japanschen oorlog, tot 1931, bezetting van
Mandsjoerije, waren de Japanners ervan over
tuigd, dat zij op gelijke hoogte als de blanken
stonden.
Sinds 1931 gelooven zij in de superioriteit
van de gelen over de blanken.
Het resultaat daarvan is een gedecideerde
terugkeer naar het oude Japan, zijn zeden en
zijn kleederdracht, echter zonder dat de voor-
deelen van de westersche techniek in den
steek worden gelaten! Vandaar dat -vreemde
mengelmoes van traditie en modernisme, dat
even moeilijk te begrijpen als te beschrij
ven is.
Moeilijkheden voor het dagbladbedrijf.
Japan heeft sedert eenige jaren het me
trieke stelsel in gebruik, maar' het heeft geen
afstand gedaan van zijn oude karakterschrift,
dat van de schoolkinderen verscheidene jaren
eischt, voordat ze het onder de knie hebben.
Toch heeft Japan maar heel weinig analfa
beten, n.l. 4%.
De handhaving van het oude schrift levert
een ernstige moeilijkheid op bij de samen
stelling van de kranten: terwijl de Japanners
er zoo op gesteld zijn op ieder gebied de meest
geperfectioneerde machines in bedrijf te heb
ben, is het hun niet mogelijk voor hun on
noemelijk aantal dagbladen zetmachines te
gebruiken.
De heer Matsuoka, die mij te Tokio namens
de Asahi ontvangt, leidt mij rond door de
typografische werkplaatsen, waar alle artike
len met de hand gezet worden. In plaats van
de 10.000 of 12.000 verschillende letterteekens
zijn de kranten er in geslaagd het aantal
letterteekens, dat naar haar oordeel noodig
was, tot 2.000 terug te brengen. Maar de Ja
pansche typograaf heeft altijd nog twintig
maal zooveel tijd noodig om een artikel te
zetten als zijn Europeesche collega. In plaats
van gemakkelijk op een stoeltje achter de zet
machine te zitten is hij genoodzaakt steeds
maar langs de kasten met de verschillende
letterteekens te rennen.
Een merkwaardige bijzonderheid is deze: de
kranten hebben in hun kelders reservekasten
met dubbele exemplaren van alle letterteekens.
Een van de gevolgen van de aardbeving te
Tokio in 1923 was, dat op de drukkerijen in
het materiaal de grootste wanorde was ont
staan; bij iedere krant had men ongeveer zes
weken noodig om de „letterpuzzle" op te los
sen. Dank zij de reservekasten, die op een spe
ciale manier vervaardigd zijn. is het thans
zoo, dat een half uur na een dergelijke cata
strofe de gerangschikte letters weer ter be
schikking van de zetters kunnen staan.
Chronologische num
mering der huizen.
Voor de huizen in de steden gebruiken de
Japanners het systeem der chronologische
nummering. Het eerste huis, dat in een
straat gebouwd wordt krijgt het nummer 1,
het tweede, dat misschien 200 verder staat,
krijgt het nummer 2, enz. Iedere keer, als
we ons naar het een of andere adres in To
kio of een andere stad begeven, zien we ons
weer voor hetzelfde probleem geplaatst. Als
we ons in de buurt van het bewuste adres
bevinden, stopt de chauffeur voor een poli
tiepost (op iedere vijfhonderd meter treft
men er zoo ongeveer een aan), raadpleegt
een agent en rijdt vervolgens in de aange
duide richting verder. Het gebeurt zelden,
dat hij het huis dadelijk al vindt In het nor
male geval sto.pt hij nog eens om er voorbij
gangers naar te vragen, of wel hij belt op
goed geluk bij een huisdeur aan, waar hij
een lang gesorek voert met -degene, die open
doet. Soms weet deze. waar het gezochte
adres precies is; anders moet de chauffeur
zijn manoeuvres nog drie of vier keer her
halen, voordat we ons doel bereiken.
Japansche traagheid.
Een andere eigenaardigheid in het tempe
rament van den Japanner is, dat hij zoo bui
tengewoon traag van begrip is.
De Engelsche schrijver Basile Hall-Cham
berlain, die ongeveer dertig jaar geleden een
beroemd boek over Japan heeft geschreven,
„Things Japanese" een studie, die ook
thans nog van veel belang is steekt te
recht den draak met het oppervlakkige oor
deel van de Europeanen, die al te zeer ge
neigd zijn den Japanner als onintelligent te
bestempelen.
Hij citeert in dit opzicht het oordeel van
Pierre Loti, dat ongeveer een halve eeuw ge
leden neergeschreven werd en wel eenigszins
door de feiten in het ongelijk gesteld is:
^...Ik vind den Japanner" ""hrijft Pierre
DOOR EMILE SCHREIBER
Loti. „klein, ouwelijk, bloedeloos en aan het
einde van zijn kracht. Ik besef zijn antedilu-
viaansche oudheid, zijn mummificeer ings-
proces van zooveel eeuwen, dat binnenkort
door het contact met de westersche nieu
wigheden op groteske wijze in een erbarme
lijke klucht zal eindigen." Ziet hier hoe een
literator door de liefde tot sensatie beïnvloed
kan worden.
M-en behoeft slechts eenige aandacht te
wijden aan de historische lijn, die Japan
sinds vijfenzestig jaar met buitengewone
wilskracht en vasthoudendheid gevolgd heeft
om te moeten erkennen, dat dit volk weet.
wat het wil en het ook ten uitvoer brengt.
De dagelij ksche handelingen van den Ja
panner verschillen echter van de onzen. Niets
is zoo merkwaardig als een Japanner met
een anderen Japanner te hooren telefonee-
ren. In plaats van eenvoudig en snel te ver
tellen, wat hij te zeggen heeft, schijnt de
Japanner zich rekenschap te geven van de
moeilijkheid, die de ander zou kunnen -heb
ben met verwerken van zijn gedachtengang.
Hij onderbreekt zijn zinnen dan ook met
het tussehenvoegsel „né", wat zoo iets be-
teekent als: „Is 't niet?"
Ieder gesprek begint met het woord „ano
né", wat neerkomt op „attentie!" en ziet hier
dan een fragment uit een telefoongesprek:
„Mochi, moehi. (Hallo, hallo).
Anoné (attentie). Ik wilde met u spreken,
né, over den heer Sehreiber, né. De heer
Schreiber, né, is speciaal verslaggever, né
Mochi, mochi. Anoné, de heer Schreib***
wilde gaarne, né, vandaag, né, een onder
houd, né, met u hebben, néenz.
Op die wijze laat men zwakke kinderen,
lepelsgewijs en met kleine slokjes, melk
drinken druppel voor druppel, omdat
moeder of het kindermeisje bang is, dat de
kleine den heelen beker niet zal aandurven.
Daaruit moet men vooral niet concludee-
ren, dat de Japanner slecht van begrip is,
want telkens zullen allerlei voorvallen in het
dagelijksche leven u het tegendeel bewijzen.
Wilt u eenige voorbeelden?
Wij nemen te Tokio den trein naar Nikko,
een traject van ongeveer twee uur. met tie
bedoeling de stad te bezichtigen en de berg
meren, die haar omgeven. Aan het
loket nemen' we twee büjetten eerste
klas enkele reis, omdat we niet weten, of we
langs de-zelfde route terug zullen komen.
Als we den trein binnenkomen vraagt een
controleur ons, of wij voorloopig in den res
tauratiewagen willen plaats nemen. Twintig
minuten later komt hij w-eer bij ons, nu ver
gezeld van een Engelsch sprekenden Japan
schen reiziger, dien hij in den trein heeft we
ten op te sporen teneinde u ons duidelijk te
maken wat hij te zeggen heeft. Na-dat hij zijn
pet van het hoofd heeft genomen en een bui
ging voor ons heeft gemaakt, zet hij uiteen,
dat er geen plaats meer in de eerste klas is
en dait hij ons daarom verzoekt genoegen te
willen nemen met den restauratiewagen.
Daarna stelt hij ons een bon ter hand, welke
wij aan het station van Nikko kunnen inwis
selen voor het bedrag, dat het versohü tus-
sdhien de eerste en de tweede klas uitmaakt;
de restauratiewagen wordt namelijk ge
bruikt door de reizigers van beide klassen.
Als we te Nikko aankomen, constateeren
we, dat er maar weinig autobussen naar de
meren gaan, zoodat we de kans loopen geen
plaats meer te krijgen, als we eerst nog on
zen bon zouden willen inwisselen. Dus ver
trekken we dadelijk voor de op het program
ma staande excursie.
Tegen twee uur zijn we in Nikko terug,
waar de lunch gebruikt wordt in een Euro-
peesch hotel (er is er doorgaans in iedere stad
één)Aan het kantoor van het hotel geven we
onzen naam op en daarop deelt men ons
mede, dat er in de hall iemand al een uur op
ons wacht. Dat is wel merkwaardig, want wij
kennen hier niemand. De portier dient ons als
tolk en de bezoeker verklaart, dat de sta
tionschef van Nikko, die het duplicaat van
onzen bon had ontvangen, ontdekt had, dat
we ons niet waren komen aanmelden om het
geld in ontvangst te nemen. Hij dacht wel,
dat we in dit hotel zouden lunchen, en had
daarom een boodschapper met het bedrag ge
stuurd om te voorkomen, dat we tijd en geld
zouden verliezen.
In hotel Impérial te Kobé laat mijn vrouw
een witte blouse met glazen knoopen was-
schen. Den volgenden dag komt de bleeker,
zichtbaar ontdaan, de blouse brengen, terwijl
hij de knoopen in de hand houdt. „Ik moet
mij verontschuldigen", zegt hij, „maar ik heb
bij het strijken twee knoopen gebroken, hier
zijn de overigen. Ik bied u er ook mijn
excuus voor aan, dat ik zoo vrij geweest ben
andere knoopen te koopen, zooveel mogelijk
gelijkend op die eersten, en dat ik de heele rij
op de blouse vervangen heb." Als we de nieu
we knoopen betalen willen, weigert hij hals
starrig.
In New Osaka Hotel, dat een der mooiste
hotels van Japan is en kortgeleden opnieuw
geopend werd, geef ik mijn overjas aan de
garderobe af. Terwijl het meisje de jas in
ontvangst neemt ontdek ik, dat de voering
gescheurd is. Ik maak er evenwel geen enkele
opmerking over. Als ik later de j as kom terug
halen is de voering genaaid.
In welk ander land zal men den vreemde
ling en den toerist dergelijke intelligente en
welwillende attenties bewijzen?
(Nadruk verbod-en.)
Versterking der Britsche
troepen op Malta.
Garnizoen wordt op 3400 man gebracht.
LONDEN, 27 Augustus. Volgens een
nader bericht zal het garnizoen van Malta
met 481 man worden versterkt en gebracht
op 3400 man, terwijl het aantal batterijen
van vijf tot zes zal stijgen. Tot de suppletie-
troepen zullen ook af deelingen luchtdoel ar
tillerie behooren. Uit Nicosia op Cyprus wordt
gemeld, dat het wachtschip „Ormonde", dat
naar de Perzische golf zou vertrekken, be
vel heeft ontvangen zich naar Malta te bege
ven,