Dr. Colijn sprak op verzoenenden toon Haarlems Kunstschatten. WOENSDAG 25 SEPTEMBER 1935 TWEEDE KAMER Kansen voor het kabinet gunstig? Devaluatie kan worden voorkomen. Mits men rustig blijft. DEN HAAG Dinsdag. Op het Binnenhof de noodige belangstelling en binnen de vergaderzaal ook een vrij goede opkomst. Dit alles getuigde van interesse voor de dingen, die komen zouden. En wel bovenal voor. de door den Premier voort te zetten, eind Juli/afgebroken, rede. Dr. Colijn. 1 Dr. Colijn begon met de beantwoording van de twee maanden geleden in tweede ter mijn gemaakte opmerkingen. Allereerst dan de toen door Prof. Aalberse gestelde vraag i,z. maatregelen tot stuiting van executies. In verband met den in den allerlaatsten tijd als gevolg van zekere financieele onrust voorge komen opzegging van hypotheken en toepas sing van executies, is de Regeering bereid om maatregelen te gaan treffen tot stuiting van onredelijke executies. Deze zullen ongeveer overeenstemmen met wat in dit opzicht reeds geschiedt t.o.v. executie-stuiting in verband met landbouwhypotheken. Na vervolgens ook nog even over het capi- tulantehstelsel gesproken te hebben, kwam de Minister-President tot de hoofdzaak: de vèrhoüd'ing tusschen kabinet en Kamer, en dan speciaal die tot de crit-iseerende R.K. fractie. Dat de Regeering hierdoor in te ge prikkelde stemming verkeerde, was z.i. een op 'n ernstig misverstand berustende meening. De heer Aalberse had 'n drietal punten (han delspolitiek, industrialisatie en verlaging van woninghuren) aangegeven, die er op wezen, dat 't kabinet achteraf de katholieke kritiek juist had geacht. De Regeering was volgens hem te dien aanzien dufs .wan koers veranderd. Indien dit al zoo ware aldus de Premier dan getuigde dit toch juist" van bereidheid om naar kritiek te luisterenden niet van .een daar tegenover aangenomen verstoofde houding. Dr. Coliin trachtte thans duidelijk te maken, dat er van koerswijziging van eenïgszins wis- pelturigen aard geen sprake was geweest. Instantelijk verzocht de Minister de Kanier vooral niet te gelooven, dat de Regeering op 't punt der industrialisatie wënscht stil te staan, ook al meende zij herhaaldelijk tegen de gevaren van overdrijving te moeten waar schuwen. „Toen in mijn vorige Kabinet (ge lach!) 'n vacature aan Economische Zaken kwam vond ik 't juist 't beste om naar iemand te zoeken die t.o.v. industrialisatiekansen wer kelijk geloof koestert. En toen ik dit kabinet moest vormen, heb ik terstond aan Prof. Gelissen's verzoek gevolg gegeven hem alle gelegenheid te schenken, dank zij 'n andere departementale indeeling, zijn krachten op het stuk van industrialisatie te concentree- ALs volstrekt onjuist wees de Minis ter de' vroeger door Ir. Albarda ver kondigde opvatting van de hand, als zou in de praktijk Prof. Gelissen bij de rest van het kabinet tenslotte toch geen -voldoenden steun voor z'n plan nen ontmoeten. De gewijzigde depar tementale indeeling èn het binnen énkele weken in te dienen wetsont werp tot financiering van verdere in dustrialisatie wijzen op 't tegendeel. Maar nogeensmen hoede zich voor al te schoone' verwachtingen en bedenke, dat het noodige kapitaal ter beschikking zal moe- ten worden gesteld, dat hetgeen men gaat on dernemen rendabel dient te wezen en dat te letten valt op de noodzakelijkheid den uitvoer niet al te zeer te doen afnemen, want dan krijgt men alleen verplaatsing van werkloos heid. „Hoofd voor hoofd staan alle Ministers aan Prof. Gelissen's zijde". Maar het Kabinet acht het tevens plicht het volk in dit opzicht j geen gouden bergen te beloven. Gaven bezuinigingsontwerp en voorstel i,z. vaste lasten voldoende zekerheid voor het in j evenwicht brengen van productiekosten en prijzen? „Mij spijt het zoo gaf Dr. Colijn te verstaan dat ik Prof. Aalberse bij de beantwoording dezer vraag in Juli niet heb bevredigd. Ik kan er echter niet veel aan toevoegen en bepaal me tot de volgende ver klaring. Ondanks den vasten wil der Re geering om de muntpariteit zoolang maar eenigszins mogelijk te hand haven, ware devaluatie moeilijk to voorkomen indien het Ncderlandsche publiek met zijn geld in 't buiten land ging vluchten. Blijft 't publiek echter rustig, dan zal devaluatie, geheel onvoorziene omstandigheden natuurlijk daargelaten, ongetwijfeld kunnen uitblijven. Aangenomen, dat door devaluatie het pro bleem' der 'vaste lasten eenvoudiger zou wor den, zou men met de grondstoffen weer in een moeilijker parket komen en nu maken deze een grooter deel uit van de productie- kosten dan de vaste lasten. M.a.w. het nadeel ware toch grooter dan het voordeel. Onjuist en verwarring stichtend is de wel in de Kamer gemaakte tegenstelling tus schen devaluatie en consequente deflatie. Devaluatie geeft voor geen enkel probleem een blijvende oplossing en dus ook niet door dat van aanpassing tusschen kosten, lasten en prijzen. Het systeem Brüning bevatte niet aantas ting der hoofdsommen, wel echter van con tractueel vastgestelde salarissen en ioonen. Toepassing van het stelsel-Brür.ing op het gebied der rente. nl. verlaging van deze over de geheele linie is hier niet noodig. Voor zoo ver z-ij zich boven het redelijke beweegt bij wijze van uitzondering, is het Kabinet be reid de rente redelijk te maken. In overleg met de Kamer wil hij ook wel tot huurverlaging komen. Wat daarentegen gedwóngen ingrijpen in loonen en salarissen aangaat, de Regeering acht dat niet aanbe velenswaardig. De Kamer evenmin. Voorts merkte de Premier op, dat voor aantasting van de hoofdsommen eerst Grondwetswijzi ging noodig ware. Dr. Colijn kwam thans op de zes door Prof. Aalberse in Juli op den voorgrond geplaatste stellingen, waarvan er onmiddellijk twee wa ren, die het Kabinet ten volle onderschreef. Wat den wensch aangaat om het contingen- teexingsstesel door iets anders tariefsver- hooging) te vervangen, de Regeering is in derdaad bereid te onderzoeken of het niet mogelijk is in de plaats van het praktisch bijkans niet meer te hanteeren contingentee- ring-sapparaat tot heffingen aan de grens' over te gaan. Op dit punt ziet de Regeering dan ook geen onoverkomelijke moeilijkheden cm overeenstemming met de meerderheid der Kamer te bereiken. Lastiger is echter de kwestie der z.gn. con sequente deflatie, want blijkbaar verstaat men hieronder het systeem-Brüning plus aantasting van de hoofdsommen. Dit nu zou z-ulk een schok op monetair gebied veroor zaken (met als voornaamste gevolg: kapi- taalvlucht), dat hiervan devaluatie het ge volg zou zijn. Op dit punt nu is thans wer kelijk bovenal waarheid noodig. Uitermate gewenscht noemt de Minister het dat. dit debat aan de huidige onzekerheid een einde maaikt. Voor de crisis intrad was er voor ongeveer 4 pet. crediet te krijgen; thans is het 7 a 7K pet. Komt er geen rust en zeker heid, dan zou ons land stuurloos in schadelijke richting worden gedreven. De noodzakelijke klaarheid op monetair gebied moge dank zij dit debat verkregen worden. De Regeering heeft op dit punt een stellige zekerheid omtrent wat zij wil: handhaving van den muntpariteit en aanpassing van het bedrijfsleven aan de gewijzigde omstandigheden. Noodzakelijk is de klaarheid ook en niet in 't minst met het oog cp den internationalen gespannen toestand. Zoo groot mogelijke harmonie tusschen Kamer en Regeering is dus meer dan ooit vereischt. Vandaar de wen- schelijkheid dat thans klaarheid kome t.a.v. verhouding tusschen Kamer en kabinet. Dit laatste wil de onaangename Juli-episode ver geten en onder biddend opzien om den steun Gods zijn uitertse krachten inspannen 0111 voor land en volk binnen de grenzen van het mogelijke het bereikbare te bereiken. Na het betoog van den Minister-president .hield Minister Oud nog eenige speciaal finan- cieel-getinte uiteenzettingen. Deze kwamen in hoofdzaak hierop neer, dat de voorgestelde belastingverzwaringen noodzakelijk zijn om erger te voorkomen. Nauwelijks had de Minister van Financiën zijn taak voor heden volbracht, of het reeds de vorige week aangekondigde afdeelingson- derzoek van een aantal wetsontwerpen nam een aanvang. Zoodoende kregen de afgevaar digden, die straks in derde instantie het woord willen voeren (waarbij zij ongetwijfeld ook nog wel wat over het verloop van de kabinets crisis in het midden zullen brengen!gele genheid om zich op wat zij thans willen op merken, nistig te bezinnen. In het algemeen is de prognox, vooral na wat, en zeker ook niet te vergeten na de wijze waarop Dr. Colijn vandaag gesproken heeft, gunstig met betrekking tot het levens lot van het kabinet. Althans wat den gang van zaken bij de verdere behandeling van het nog steeds aanhangige Bezuinigingsontwerp aangaat. Had de Minister-president zich aldus in Juli geuit, dan ware er toen vermoedelijk geen enkel ongeluk gebeurd. Aldus veler gevoelen, Ook van meer dan een voorman uit het R.K. kamp. De toon van 's Ministers rede was im mers van .gansch anderen, veel meer op toe na dering berekenden aard. Wel moge hij in be paalde opzichten misschien vooral ook t.a.v. het vaste las ten-ontwerp dingen gezegd hebben, die Prof. Aalberse en de zijnen niet zullen kunnen bevredigen, in hoofdzaak be vatte Dr. Colijn's rede verder heel wat, dat den R.K. afgevaardigden slechts aangenaam kon zijn. Kortom, de wog om elkaar te bena deren schijnt momenteel open te staan. En dus- ziet het er voor het kabinet op dit oogenblik eer gunstig dan ongunstig uit. Met een beetje takt over en weer zal men dan ook aldus de overheerschende meening in parlementai ren kring ditmaal tot aanneming van het Bezuinigingsontwerp kunnen komen zonder nieuwe politieke crisis. E. v. R. De dagboekbladen van Jos. van Langen. Overgedragen aan het Persmuseum. Vele journalisten waren Dinsdagmiddag in het Persmuseum te Amsterdam bijeengekomen om getuige te zijn van de overdracht van de aanteekeningen, die hun collega Jos. van Langen gemaakt had op de noodlottige laatste reis van de „Gaai" op 20 Juli jJ. De voorzitter van den Kring Noord-Holland van de R.K. Journalisten Vereeniging, de heer H. baron van Lamsweerde zeide, dat deze luttele blaadjes uit het zakboekje van Van Langen een menschelijk, historisch en jour nalistiek document vormen Een menschelijk document, omdat zij, een menschelijk .actie ven geest verraden en een historisch document omdat zij. de eenige en onweerlegbare bewijs stukken vormen voor de rehabilitatie van den piloot van de „Gaai". De Zwitsersche autori teiten immers waren van meening, dat hij te laag had gevlogen en de róute onvoldoende kende. Uit deze aanteekeningen echter blijkt, dat de piloot zeer spoedig na zijn start tot 4009 meter gestegen is en toen door de weersom standigheden is gedwongen om te dalen. Spr. bood hierop de fraai ingelijste dag boekblaadjes aan den voorzitter van het Pers museum aan, benevens een album met een le vensbeschrijving van Vaii Langen én versla gen van de ramp. Namens het bestuur van de stichting het Persmuseum dankte de voorzitter, de heer J. H. Rogge, voor dit geschenk. Deze enkele blaadjes vormen een journaal, zooals er ze ker in de luchtvaart geen tweede bestaat en wij zijn er dankbaar voor, zoo beide hij, dat deze in het Persmuseum bewaard kunnen blijven. De plechtigheid weird bijgewoond door eenige familieleden van wijlen Jos. van Langen. STAKERS TE TILBURG WILLEN ]j WERK HERVATTEN. Bemiddelingsvoorstel aanvaard. Fabrikanten moeten nog beslissen. De tekst van het voorstel dat de bemidde laar in het stakingsconflict in de wollenstof- fenindustrie, de burgemeester van Tilburg Mr. Dr. Vonk de Both aan het stakings comité heeft voorgelegd en aan de Vereeni ging van Fabrikanten, luidt als volgt: a. de arbeiders aanvaarden het werk met de bepaling, dat de nieuwe loonen zullen in gaan op een datum in overleg met de vereeni- gingen St. Lambertus, de Eendracht en Uni- tas nader vast te stellen, welke datum niet eerder wordt gesteld dan 14 dagen na de aanvaarding van het werk, en niet later dan een maand. Een en ander geschiedt teneinde de leden van de organisaties gelegenheid te geven met hun besturen over deze aangelegen heid van gedachten te wisselen. b. de werkgevers betalen 40% van het ingehouden loon en van hetgeen door de werk nemers is verdiend voor alsnog gepresteerden arbeid en dat van de drie kermisdagen. c. partijen verbinden zich geen rancune maatregelen van welken aard ook tegen el kaar te zullen nemen. Het voorstel is Dinsdagavond in een viertal stakersvergadelingen met overgroote meerderheid aangenomen. Het comité kon niet met alle stakers tegelijk beraadslagen, waarom achter eenvolgens vier vergaderingen met een gedeelte van lien werden belegd. Van de drie duizend stakers verklaarden zich slechts ongeveer honderd tegen. Morgen zouden de fabrikanten bij eenkomen. Wanneer deze het voorstel aannemen, zal het werk Donderdag hervat worden. (A.N.P.) J. Pzn. Sweelinck in Amsterdam teruggekeerd. In het algemeen belang. Het Comité voor de Zomerpostzeg-els heeft, in samenwerking* met het S tudentenmuzie k ge - zeischap „J. Pzn. Sweelinck" een merkwaar dige prestatie verricht. Zij heeft/om redenen van algemeen belang, den beroemden. oud-Ne- derlandschen componist en eertijds organist van de 'Sint Nicolaaskerk in de hoofdstad „in het leven teruggeroepen", waarna men zich gehaast heeft, hem een gastvrij onderdak aan te bieden in een behuizinge aan den Willems parkweg. Dinsdagmorgen heeft het nageslacht van de burgerij, die eertijds Amsterdam bevolkte, den, ondanks zijn hoogen leeftijd, kranigen ouden heer aanschouwd op een tocht met open rijtuigen door de stad. Aan het hoofdpostkantoor aangekomen^ zweeg de muziek, welke door het studenten gezelschap „J. Pzn. Sweelinck" kwistig ten gehoore was gebracht, teneinde den directeur en de heer en J, A. Joseplius Jitta en W. F. De- tiger, gedelegeerden van het Comité voor de ZomerpostzegeLs, gelegenheid te geven, den roemruchtigen gast hun opwachting te ma ken. Toen dit geschied was, volgde, ten over staan van een groote menigte nieuwsgierigen, die voor het meerendeel niet wist wat er aan de hand was, een muzikale hulde op de trappen van "t gebouw, waarna' de heer Sweelinck zich met de overige leden 'naar binnen begaf en een groot gebaar maakte dóór persoonlijk een groot aantal zomerzegels, waarvan er één zijn beeltenis draagt, te koopen. Mogen velen want daar gaat het om! dit goede voor beeld volgen. (A. N. P.) DE RUBBERRESTRICTIE VERSCHERPT. Het internationaal' Rubber-comité heeft gisteren te Londen vergaderd en besloten de beslissing, vervat in het communiqué van Maart 1935 te wijzigen. Het percentage van de basis-contingenten welke kunnen worden geëxporteerd is voor October, November en December vastgesteld op 60. pet Jan Diert's huisvrouwe, door Scorel. (Bisschop pelijk Museum). Nadat wij, veertien dagen geleden, het man nelijk pendant van dit portret gereproduceerd hebben, zal het wellicht aangenaam zijn ook dezen anderen Scorel in afbeelding te bezitten. Temeer, waar het een waarlijk mooi schilderij geldt, dat gerust in wat breeder kring bekend mag zijn. Wij willen den schilder en zijn leven nu ver der laten rusten, om aan dit portret'een paar korte opmerkingen over het vrouwenportret in het algemeen toe te voegen. In de vroeg Nederlandsche kunst is eigenlijk eerst in Scorel's tijd van, een portret als zelf standig opgedragen arbeid sprake en het valt in de kunst van die periode op, hoe sterk rea listisch de kunstenaar zich tegenover zijn mo del instelt. De idealiseering waarmee tevoren de Moeder Gods werd afgebeeld, het meest voorkomend vrouwenbeeld natuurlijk dat in de vroeg Europeesche schilderkunst gevonden wordt, heeft voor een nucliter-scherpe obser vatie plaats gemaakt die zelfs al bij de dona trices op de altaarstukken van Van Eyk de plaats der verheerlijking inneemt. Een zeer zuiver gevoelde onderscheiding overigens, maar die wij in dien tijd nauwelijks verwacht zouden hebben. Zoo is er ook bij dit portret van Diert's huisvrouw niet de minste poging gedaan haar te flatteeren: de scherpe profiellijn van den kop is nergens verzacht, de breede jukbeende ren en de spits toeloopende kin geven, met den vastberaden gesloten mond, aan mevrouw Dierts al den lof eener betrouwbare intelli gentie doch een beauty is zij niet. En was ook Scorei's bedoeling niet er van te maken. Doch haar beeld zal voor haar omgeving geleefd hebben zooals zij in de werkelijkheid van allen dag verscheen: als de verstandige, besturende vrouw van een machtig burger, en die op haar beurt leven en lot der hai'en in de stevige vingers hield. In dit realisme der kunstenaars aanschouwing vinden wij reeds den werkelijk heidszin onzer zeventiende eeuwsche kunste naars voorhanden. Scorel is hier reeds echt Hollandsch, al laat het versierende landschap, dat hij als achtergrond benut, hem ruimte te over om zijn fantasie en herinnering vrij spel te geven. Daarin leeft het Italië van zijn rei zen evenzeer als de smaak van zijn tijd. Dat deze realistische visie op het mensch- beeld geen voornaamheid behoeft buiten te sluiten zien wij reeds in zulk een portret van Scorel. De rijzige compositie, de prachtige ge leidelijkheid, waarmee de lichte bovenhelft uit een basis van zware orchestkleur ontwik keld wordt, verraden ook hier den meester, terwijl men zich nog aan de vaardigheid, waarmee ringen en gordel geschilderd zijn, kan verlustigen. Toch is zulk een beeld een ln hoofdzaak intellectueel portret en het ligt voor de hand dat er later in de portretkunst, van vrouwen vooral, elementen van gansch anderen aard zullen komen opzetten. Zoo men in zulk een Scorel reeds verwantschap met Holbein's latere straffe structuiir kan erken nen, er blijft in de portretkunst ook een an dere, meer sensueele visie mogelijk, die in de achttiende eeuw tot wuftheid kon overslaan, maar in haar zuivers ten vorm door alle tijden heen wordt aangetroffen. Zelfs al in de aller vroegste historie. Wie in het Musée du Cin quantenaire te Brussel wel eens met verwon dering in de Egyptische af deeling naar de res ten der mummies gestaard heeft en de ge schilderde portretplankjes bekeken waarop de overledene soms werd afgebeeld en die dan met het omwikkelde lichaam werden begraven, die zal zich zonder twijfel dat kleine, intens lieftallige beeldje eener jonge vrouw herinne ren, met het Romemsch-Egyptiseh gelaat, waarin prachtige donkere vraag-oogen bo ven een Gioconda-achtigen glimlach staan. De Egyptische schilder van dat plankje heeft, onbewust, daarin een type van nobel sensuee le kunst gegeven zooals we die met allerhand variaties alle tijden door zullen overnemen, We noemden reeds de Gioconda. Hoe ver staat haar schepper. Da Vinei, weer van Scorel af en hoe zal, weer wat later, het nobel-sensuee- le bij een Rubens bijvoorbeeld, weer een meer- direct-aansprekenden draai nemen, een luid ruchtiger toon aanslaan. Om in de achttien de eeuw bij een Boucher en een Greuze weer meer omsluierd maar misschien frivool te worden en van de nobilitas van het sentiment wel wat verloren te doen gaan. De negentien de eeuw brengt in haar beste kunstenaars weer een gezonde realiteit; het vrouwenpor tret is noch overwegend intellectueel, noch overwegend sensueel gezien, maar houdt den royalen middenweg. Met uitzondering mis schien van een even opduikenden fin-de- siècle geest tegen dat de twintigste eeuw be gint. En wat nu kort vóór ons ligt, zal mis schien de tijd van het experiment later ge noemd worden. Een teveel aan intellect, een beredeneerde sensualiteit, een verpopulariseer- de psychische wetenschap en een vergissing ten opzichte der noodzakelijke vakkundigheid van den artist, vormen het mengsel waaruit de schilderkunst, dus ook het portret, van de eerste dertig jaren onzer eeuw gebrouwen moest worden. Overweldigend werd het niet. Voor de latere historieschrijvers wel interes sant, en waarschijnlijk nog moeilijker uit el kaar te pluizen dan de tijdperken van een Scorel en een Da Vinei. J. H. DE BOIS. Een halve eeuw geleden Uit Haarlem's Dagblad van 1885. 25 September: Een duel, waartoe twee heeren uit Koningsbergen in allen ernst dezer dagen besloten hadden, vond op de vol gende wijze zijn einde. De duellisten en secondanten kwamen ter afgesproken plaatse, maar op voorstel van één hunner ging men eerst te zamen nog een glas wijn drinken. In dien tusschen- tijcl werd een papieren soldaat tegen een boom gespijkerd en de beleedigde partij stelde nu voor dat men, in plaats van op elkander, op die schijf zou schie ten. Wie de slechtste schoten deed, zou een geldboete betalen. De andere partij nam het voorstel aan en deed de beste schoten. Daarop betaalde de beleedigde de afgesproken som, men bleef nog een poos gezellig bijeen en scheidde als goede vrienden. Welk een aardige parodie op het tweegevecht, niet het minst omdat er uit blijkt, dat in den „eerestrijd" niet de- geen die gelijk heeft, maar die het best kan schieten, gelijk krijgt! Prof. Vening Meinesz over zijn reis. Belangrijke resultaten. Aarde aan aequator niet afgeplat. Prof. dr. F. A. Vening Meinesz, die de reis met de K XVm in verband met verschillende wetenschappelijke onderzoekingen heeft mee gemaakt, is met het m.s. Tajandoen te Am sterdam aangekomen. Prof. Vening Meinesz verklaarde o.a. een verslaggever van liet A. N. P., dat hij een goede reis met de K XVHI had gehad, welke uit wetenschappelijk oog punt volkomen is geslaagd. Gewoonlijk tweemaal per etmaal en soms wel drie of vier maal is, aldus prof. Vening Meinesz te mijnen behoeve gedoken; in 't ge heel zijn wij op onzen wereldtooht van acht maanden 231 maal onder water geweest, waar bij ik bij mijn arbeid veel hulp heb gehad vau de beide radio-seiners, die het echo-loodings- toëstel bedienden. Het leven in zoo'n kleine ruimte, waarvan nog zoo'n groot gedeelte is ingenomen door de instrumenten, is overigens niet bepaald aangenaam; men kan het alleen en vooral als de boot zich onder water be vindt verduren als de onderlinge verstand houding-en de inschikkelijkheid niets te wen- schen overlaten. Daaraan heeft het echter allerminst ontbroken! De opofferingsgezind heid van de bemanning teekent bovendien in het algemeen den uitstekenden, prettigen geest bij onze Marine, terwijl ik feitelijk niet behoef te herhalen, van hoe groote beteekenis de reis is geweest voor het Nederlandsche vlagvertoon. Hebt U met uw wetenschappelijken ar beid successen geboekt Gelukkig zeer veel, was het enthousiaste antwoord. Omtrent den nauwkeurigen vorm van de 'aarde- pp het Zuidelijk halfrond was tot nu toe weinig bekend. Wij wisten niet of de aarde niet alleen is afgeplat aan de polen, maar ook een geringe afplatting heeft in het vlag van "den- aequator. Gebleken is/ dat dit niet het geval is; de afwijkingen die ik- gevonden heb, zijn van an deren aard en hangen waarschijnlijk samen met de wijze, waarop de continenten en de oceanen over de aarde verdeeld zijn. Dit is een probleem, dat de wetenschap der geodozie (aardmeting) lang bezig heeft gehouden. Verder wilde ik graag meer weten over de processen, die in de aarde zelve- optreden om haar in evenwicht te brengen. Het belang rijke resultaat van mijn onderzoek is geweest dat er systematische verschillen blijken te be staan wat betreft de zwaartekracht tusschen de vastelanden en oceanen. Beide deelen blij ken niet met elkaar in evenwicht te zijn, het geen tot nu toe een vermoeden was, hetwelk ik thans op tal van plaatsen bevestigd heb ge kregen. De zwaartekracht is op de oceanen iets grooter dan op de vastelanden; het gaat echter om zeer geringe verschillen. De aarde blijkt rond te zijn, met slechts een geringe afplatting aan de polen. Bijzonder interessant waren de indrukken, welke prof. Vening Meinesz desgevraagd me dedeelde over het in den Atlantischen Oceaan liggende eiland Tristan da Cunha, wiaaraan de K XVIII op verzoek der Engelsche regeering een bezoek heeft gebracht teneinde rapport uit te brengen over de levensomstandigheden -. .in de sohaarsche bevolking. Prof. Vening Meinesz noemde het zeer merkwaardig dat bij een zoo kleine en zoo sterk geisoleerde bevolking de inteelt vrijwel geen nadeelig effect voor het ras schijnt te hebben. Behalve bronchitis komen ziekten niet op het eiland voor. Er leeft een goed gebouwd, flink slag mensehen, van wie vooral het gebit zeer sterk is. Van afstomping of verwildering is geen sprake. Het spoor van Klein-Duimpje. Dieven werden al heel gemakkelijk gesnapt. In het Belgische grensplaats je Santvliet is in den nacht van Maandag op Dinsdag inge broken in een schuur van den landbouwer Heylaerts. De dieven maakten zich meester van een zak erwten, inhoudende ongeveer 100 K.G., en zij laadden de erwten in kleinere zakjes over. Ongelukkig voor hen zat in een dier zakjes een gaatje, met het gevolg, dat zich, toen zij de boerderij verlieten een spoor van erwten vormde. Toen de landbouwer Dinsdagmorgen de dief stad ontdekte, waarschuwde hij de politie van Santvliet, die gemakkelijk werk had, doordat zij dit spoor van Klein-Duimpje maar had te volgen. Zij kwam zoo in de wo ning van een der dieven, een zekeren Hendriks uit Santvliet, die op den zolder van zijn huis werd aangetroffen in gezelschap van zijn medeplichtigen, Van Lcenhout, eveneens uit Santvliet, en den Nederlander Hugens uit Os* sendrecht. De politie vond op dezen zolder de erwten en bovendien een groote hoeveelheid fietsenonderdeelen en koffie. De drie mannen werden gearresteerd; men vermoedt, dat nog meer arrestaties zullen volgen, daar de inbre kers handlangers moeten hebben. Hugens is uitgeleverd aan de marechaussee te Ossendrecht. Het onderzoek wordt door de Belgische en de Nederlandsche politie ge zamenlijk voortgezet.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1935 | | pagina 2