HET NIEUWE AVONDBLAD
De noodtoestand in de Vssscherij
20e JAARGANG No. 282
DONDJSDAC 3 OCT. 1935
IJMUIDER COUPANT
ABONNEMENTEN: per week 10 ct.% per maand
40 cents plus cents Incasso, per kwartaal 1.20
plus 5 cents incasso, losse nummers 3 cents.
Kantoor: Kennemerlaan 42 - IJmuiden, Telef. 5301
Verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen.
Uitgave Lourens Coster, Maatschappij voor Courantuitgaven en Algemeene Drukkerij N.V.
Directie: P. W. PEEREBOOM en ROBERT PEEREBOOM
ADVERTENTIëN: 1—5 regels 0.75. Elke regel meer
15 ct. Bij abonnement belangrijke korting. Adverten
ties van Vraag en Aanbod 1-3 regels 25 ct., elke regel
meer 10 ct. Ingezonden medeaeelingen dubbele prijs.
ALLE ADVERTENTIëN, OPGEGEVEN VOOR DIT BLAD, WORDEN KOSTELOOS OPGENOMEN IN DE NEVEN-EDITIE HET NIEUWE AVONDBLAD DE KENNEMER COURANT.
Alle abonnés van dit blad zijn. zoodra zij 14 dagen als zoodanig in de registers
zijn ingeschreven en verder op voorwaarden, die van tijd tot tijd gepubli
ceerd en ten kantore van dit blad gratis verkrijgbaar zijn, kosteloos ver
zekerd tegen de gevolgen van ongevallen voor de navolgende bedragen
ƒ2000.- bij algeheele invaliditeit; 600.- bij overlijden; ƒ400.- bij verlies van
een hand, voet of oog; 250.- bij verlies van een duim; 150.- bij verlies van
een wijsvinger; 30.— bij breuk van boven- en/of onderarm; 30.- bij breuk
van boven- en/of onderbeen; 50.- bij verlies van een anderen vinger. Ten
gevolge van spoor-, tram- of autobusongeval; ƒ5000.- bij overlijden van man
en vrouw beiden; ƒ3000.- bij overlijden van den man alleen; ƒ2000.- bij
overlijden van de vrouw alleen. Opvarenden van visschers-, marine-vaar-
tulgen enz. ƒ400.- bij verdrinkingsdood door ongeval tijdens de vaart,
tot een maximum van 2000.-, indien hetzelfde ongeval den dood van vijf
of meer abonnés mocht tengevolge hebben.
Alleen de abonné(e) zelf is verzekerd, behoudens het vermelde omtrent
spoor-, tram- of autobusongevallen. Polis is niet noodig. Uitkeeringen
krachtens deze verzekering worden gewaarborgd door de Nieuwe H.A.V.-
Bank te Schiedam.
Het pufaanvoerverbod niet noodzakelijk
Andere middelen ter verbetering.
Men schrijft ons:
Naar aanleiding van het onlangs versche
nen artikel van een A.N.P.-medewerker inzake
den noodtoesi&nd in het visscherijbedrijf,
waarin o.a. ter verbetering een pleidooi ge
voerd wordt voor de beteugeling der „puf"-
visscherij', dachten wij goed te doen, ook eens
inliphtingen in te winnen onder die kringen,
waar juist een pufaanvoerverbod ongewenscht
geacht wordt. Temeer, daar het ons voorkwam,
dat bedoelde medewerker wel hoofdzakelijk
zijn licht had opgestoken te IJmuiden, waar,
gelijk bekend, de pufaanvoer uit den booze
wordt geacht en men een verbod daarvan ten
zeerste zou toejuichen. Dit in tegenstelling
bijv. tot Katwijk en Scheveningen, waar deze
aanvoer voor velen een kleine aanvulling op
het loon beteekent. De stelling, dat de „puf"-
kwestie zulk een voorname oorzaak van de
misère in de visseherij zou zijn, leek ons bij
voorbaat reeds eenigszins eenzijdig.
Veeleer is 't in dezen zorgelijken tijd zaak,
naar oplossingen te zoeken en dit geldt
voor ieder bedrijf die alle betrokkenen fcen
goede kunnen komen, waarbij dus misschien
de onderscheidene belanghebbenden ieder
„wat water in den (visch) wijn moeten doen,
maar die tezamen het trawlvisscherijbedrijf
verbeteren. Hierbij vooral niet de aandacht
concentreeren op één bepaald onderdeel, doch
den blik richten naar wijder horizonten en
op den uitkijk staan naar meerdere wegen,
die tot een herstel kunnen leiden. In gesprek
ken met diverse deskundigen, die blijk gaven
van een breeden kijk op dit netelige vraag
stuk te bezitten, die zoowel de belangen van
IJmuiden, als die van andere visseherij -
plaatsen goed begrepen, is het voor ons wel
duidelijk geworden, dat 't allerminst noodza
kelijk is, zich op een „puf-aanvoervèrbpd"
dood te staren, teneinde het „gemeenschappe
lijk" reeders- en vissehersbelang te dienen.
Om eerst nog even bij dat „pufaanvoerver
bod" te blijven. Men weet, hoe zeer men bijv.
te IJmuiden het den Katwijkers en visschers
van andere plaatsen verwijt, dat zij met den
aanvoer van „platvisch" puf den vischstand
der Noordzee vernietigen.
Maar onmiddellijk kan daartegenover ge
steld worden: En hoe staat 't dan in IJmui
den met den vangst der „rondvisch" (schel-
visch, kabeljauw etc.) puf?
Het is toch voorzeker in visscherskringen
wel bekend, dat de IJmuidensche stoom
trawlers, vooral na invoering van het z.g.
„Fransche patent" het visschen met het
Yigneron-Dahl-net hetwelk de trawllog-
gers niet gebruiken, den vangst aan volwas
sen schelvisch op de eertijds zoo vischrijke
gronden volkomen hebben doodgeslagen.
Hoe komt het anders, dat een boot, die op den
scbelvischvangst uitgaat, vroeger reeds goede
resultaten had op 54/55 gr. N,B. (Doggers-
bank) en nu eerst veel dieper, op 59 a 60 gra
den, de schelvisch aantreft? Hierdoor kan
deze visseherij nog slechts door de groote
booten uitgeoefend worden en de z.g. „mid
delbooten" die eertijds ook aan den schel-
vischvangst hij Doggersbank deelnamen zijn
thans tot opleggen gedurende het grootste
heel van het jaar gedoemd.
Wanneer over massavernietiging van jonge
visch gesproken wordt, dan treft het stoom
trawler bedrijf te IJmuiden daarvoor wel al
lereerst een verwijt en het doet zeker vreemd
aan, dat hierover te IJmuiden maar overheen
gesproken wordt! Het feit, dat deze puf niet
wordt aangevoerd, heeft dezen toestand niet
kunnen voorkomen. Wat Katwijk in verhou
ding tot IJmuiden vernietigt, is betrekkelijk
gering.
Van wetenschappelijke zijde heeft men uit
gemaakt, dat ,.puf" voor 50 pet. in het leven
kan blijven. Doch door de mannen van de
praktijk wordt deze uitspraak ten stelligste
weerlegd.
Zij verklaarden ons tenminste, dat in de
practijk 99 ptc. reeds dood is, voordat de jon
ge visch overboord geworpen kan worden.
Hetgeen men op een „onderzoekingsvaar
tuig bereiken lean, om de „puf" in 't leven te
houden, geldt nog niet voor een trawler.
Zeker: het is mogelijk, met behulp van een
..bun", met overleg en genoegzamen tijd, een
groot percentage „levend" te houden. Maar de
practijk leert wel anders; het grootste ge
deelte der kleine visch is reeds dood, vóór
zij aan boord komt, doordat zij tusschen
scheipen en ander vuil in de kuil op elkaar ge
pakt gezeten heeft. Dan wordt eerst het net
weer overboord gezet, daarna de goede bruik
bare visch uitgezocht. Er is dan zeker al oen
half uur verloopen; resultaat is, dat de kleine
visch, waar nog eenig leven bij het „aan boord
komen" in was, ook in dien tusschentijd is
doedgegaan-
Als een onderzoekingsvaartuig „eenige"
dagen in Mei op den vangst gaat en dan
50% van de puf in leven h^idt: dat is mooi,
maar niet te mooi om waar te zijn. Doch
tallooze vragen rijzen dan terstond op: „wat
voor weer was het in die dagen"? Welke gron
den werden bevischt? Hoelang vischte men
per trek? Werd de visch direct in de bun of
op het dek uitgestort? Hoeveel tijd verliep er
tusschen het scheephalen en het uitzoeken
der marktwaardige visch?
Zóó kan men doorgaan met vragen: ge
noeg evenwel om aan te toonen, dat de vis
schers in de practijk van een geheel jaar, aan
wisselende en belemmerende factoren onder
hevig zijn en dikwijls waarschijnlijk in lang
niét zulke gunstige condities ter vischvangst
zijn, als het bedoelde onderzoekingsvaartuig.
Men moet dan ook de practiscbe trawlvis-
scherij wel zéér goed kennen, om een oordeel
over het probleem: „de puf nog levend,
dan wel dood" een oordeel te durven uit
spreken.
De betrekkelijk geringe aanvoer van puf,
die de bemanning nog een aanvulling op het
loon geeft, is waarlijk onmisbaar voor hen in
dezen benarden tijd, (de reederijen hebben er
geen cent voordeel van!) en legt werkelijk
niet zóó veel gewicht in de schaal, aldus onze
zegslieden, dat men een verbod daarvan nu
j.uist als hoofdargument mag aanvoeren om
tot verbetering van de visseherij te geraken.
Desnoods zouden enkele Katwijkers met ge
noemd verbod nog vreden kunnen hebben, al
verwachten zij er in 't geheel geen heil
van.
Zij zien echter andere middelen om die
visseherij te helpen, waarover straks. Hoe
echter zulk een verbod te regelen? Dan toch
alleen „internationaal" met alle daaraan ver
bonden moeilijkheden. Voorts wordt ge
sproken over het vaststellen van een minimum
maaswijdte.
Echteralwéér een probleem: de kos
telijke „tong" bijvoorbeeld, die zoo aardig
kronkelen en spartelen kan en reeds nü dik
wijls een handigen uitweg uit 't net weet te
vinden, neemt dan den visscher heelemaal in
't ootje en blijft rustig in zee. Zoodat men de
gedachte aan een waarlijk goede tongvangst,
waarop de kustvisscherij om een goede be
somming te verkrijgen, toch is aangewezen, in
dat geval gevoegelijk overboord mag gooien.
Voor de practijk stelle men dus zijn ver
wachtingen niet al te hoog! Bovendien: het
vaststellen van een minimum-maaswijdte kan
ook alweer alléén „internationaal" eenig nut
afwerpen.
Een maatregel, die echter inderdaad van
belang kan zijn, is de „afzetting van pufrijke
gebieden" d.w.z. een verbod tot uitoefening
van de algeheele vischvangst op bepaalde
plaatsen gedurende een bepaalden tijd. Daar
krijgt dan de jonge visch volop gelegenheid
zich te ontwikkelen, hetgeen den vischstand
zeker ten goede zal komen. De Nederlandsche
regeering zou daartoe wederom indertijd
is een poging mislukt op aanbeveling van
de „Visscberij-Centrale" het initiatief kunnen
nemen.
Daarmee zou dan ook de., massavernietiging
van puf en de pufaanvoer verminderd worden.
IJMUIDEN I handel vele practische bezwaren met zich
meebrengt.
Als tweede factor ter verbetering der vis
seherij zij genoemd het meer en intensiever
Dropaganda maken voor het vischverbruik,
)ijv. door het instellen van een vasten visch-
dag in de week. De Regeering zou hiertoe een
voorbeeld kunnen geven, door het invoeren van
grooter vischgebruik in onderscheidene in
stellingen. Tenslotte zou dit is echter één
der v.n. zaken! een verlaging van den bak
olie-accijns, die thans de bereiding zeer duur
maakt, ernstig overwogen dienen te worden.
Ziehier dus eenige middelen, die door velen
als doelmatiger beschouwd worden, om den
noodtoestand der .visseherij te doen vermin
deren, dan het „pufaanvoerverbod", dat door
anderen tè eenzijdig als „alléén-zaligmakend"
wordt aanbevolen.
Nu komen echter de heiden punten, die véél
meer dan een „pufaanvoerverbod", „minimum
maaswijdte", of „afzetting van pufrijke ge
bieden", de visseherij in haar gehéél, dus óók
die van IJmuiden, zouden kunnen steunen.
Wij bedoelen „regeling van den aanvoer" en
„verbetering van de distributie en consump
tie".
De aanvoer. Hoe is 't daarmee gesteld? Deze
is nu uiterst onregelmatig met zeer onsta
bile prijzen als gevolg.Den eenen dag goedkoope
visch den anderen dure; 't publiek kan dit niet
verklaren, betwijfelt of de prijzen wel altijd
verantwoord zijn. Het komt dus veel minder
spoedig tot vischkoopen dan wanneer de visch
prijzen over het algemeen gelijkmatiger zou
den zijn.
Er moet regelmatiger aanvoer zijn en wel in
dien zin dat bijv. een gedeelte der schepen
des Maandags en een ander deel des Dinsdags -
enz. binnen komt. Dan weten de handelaren,
dat er altijd visch in voldoende mate aan
wezig is 'tgeen een meer constanten prijs ten
goede komt, wat weer den afzet kan verhoo-
gen. Want als het publiek wéét, wat het te
betalen heeft, komt het immers veel eerder
tot koopen. Ook de vleeschprijzen zijn stabiel:
waarom zou dit dan ook bij visch althans
eenigermate niet mogelijk zijn? ■Gelijkmatiger
aanvoer zou van hoogerhand uitstekend zijn
te regelen. Zooals het nu het geval is, n.l. dit
maal plotseling enorme aanvoer, dan weer zoo
goed als niets lijkt 't ons voor een lucratieven
afzet absoluut foutief.
Brengt een regelmatiger aanvoer dus reeds
als logisch gevolg een meer constante prijs
regeling mede, deze zou desnoods door de
autoriteiten bovendien nog bevorderd kunnen
worden, door een van hoogerhand vaststellen
der détailprijzen voor lederen dag, zoodat men
dan niet meer voor het onmogelijke geval
komt te staan, dat op denzelfden dag in de
zelfde stad abnormaal uiteenloopende prijzen
gevraagd worden.
Doch velen zullen het met ons eens zijn,
dat, zoo eenigszins mogelijk, den handel ge
laten moet worden, wat des handels is, temeer
daar een dergelijk ingrijpen in den vrijen
Het is echter, wil er werkelijk iets voor de
visseherij „in haar geheel" gedaan kunnen wor
den, noodig, dat vóór alles dit bedrijf ook „in
zijn geheel" eenstemmig is in het zoeken naar
wegen tot verbetering. Men kan van de Regee
ring geen maatregelen verwachten, indien
deze dadelijk weer in botsing komen met
tegenstrijdige belangen.
.Eenheid" ter visseherij is dus noodig en
aan de bedrijven, die steun verzoeken, is het,
deze „eenheid" te vinden.
Mogen alle betrokkenen er in slagen"en
dat moet toch mogelijk zijn! uit alle belan
gen den grootsten gemeene-deeler te vinden,
waarover met Visseherij Centrale en Regeering
gesproken kan worden, om op die wijze al
thans een draad te krijgen, waarlangs de on
derhandelingen kunnen loopen.
HET OCTOBER-PROGRAMMA VAN „DE
VELSER HUISVROUW".
Op het programma voor October van de
afdeeling Velsen-IJmuiden van de Neder-
landche Vereeniging van Huisvrouwen staat
allereerst en wel op 11 October een bezoek
aan de toonzalen van' de Sphinx-aardewerk-
fabrieken en de demonsctratiezalen der Phi-
lipsfabrieken te Amsterdam.
Dinsdagmiddag 8 October zal voor leden
eien openbare les worden gegeven in de
school voor bewegingskunst.
•Vrijdagmiddag 2-5 October houdt Drs. A.
H. Boeser van Nijmegen een lezing in het
badhuis aan de Wüstelaan te Santpoort over
„Karakterstudie". Donderdag 10 en 24 Oc
tober worden in Kennemerhof weer hand-
werkmlddagen gehouden. Het is de bedoeling
in November een kleine tentoonstelling van
werkstukken te houden.
LAAT UW RIJWIEL NIET ONBEHEERD
STAAN.
Het onbeheerd laten staan van een rijwiel
kan soms voor den eigenaar onaangename
gevolgen hebben. Niet alleen wordt daarmede
diefstal vergemakkelijkt, doch ook leeg laten
loopen der ventiels wordt er mede door be
vorderd en wel voornamelijk in de uren dat
de jeugd vrij van school heeft. Tot deze laat
ste minder aangename ontdekking kwam gis
teren een bewoner van het Velserduinplein
alhier. Het rijwielbelastingmerk bleek even
eens verdwenen te zijn.
DE BAZAR VAN DE VER. V. VRIJZ.
HERVORMDEN.
Wij hebben een kijkje genomen in de bazar
in aanbouw van de Vrijz. Hervormden in hun
gebouwtje aan den Groene weg en hoewel er
nog veel gebeuren moest zooals meestal bij
bazars en tentoonstellingen gebruikelijk is
konden we toch zien, dat het een mooie bazar
belooft te worden. Bij het binnenkomen vindt
men aan den linkerkant een stand met krui
denierswaren, het postkantoor, een stand met
galanterieën en een met heerenmodeartikelen.
Rechts zijn de fraaie handwerken en kin der-
kleeding gevestigd, vervolgens bloemen en fruit
en enkele andere artikelen. Het attractiecen
trum ligt aan de achterzijde van de zaal. Men
vindt er een rad van avontuur, een werptent,
een schiettent en een sweepstake, met fraaie
prijzen. En tenslotte als middelpunt van alles,
de Winter-bar, waar men met een dubbeltje
al in komen kan. Hedenmiddag vindt de
opening van de bazar plaats door mevr. M. A.
FaberProctor, om half 3, waarna men van
al het hier genoemde en van nog veel meer,
zal kunnen profiteeren.
De Vereeniging „Rypere
Jeugd".
Veel animo voor de nieuwe cursussen.
Dezer dagen hield de Vereeniging „Rijpere
jeugd" haar laatste vergadering ter voorberei
ding van de wintercursussen.
Aangemoedigd door het succes van de ge
houden tentoonstelling waarvan wij destijds
een verslag gaven, durfde het bestuur er toe
over te gaan, uitbreiding te geven aan de
cursussen. De dames en heeren, die 't afgeloo-
pen seizoen de cursussen hebben geleid werden
direct bereid gevonden op de zelfde basis
d.w.z. geheel belangeloos het uitgebreidere
werk op zich te nemen. Wat betreft de locali-
teit vond zij een gewillig oor bij de autoritei
ten, met name den Wethouder van Sociale
Zaken en zoo kon de voorzitter met een enkel
woord van hoop en verwachting in de toe
komst, het werkseizoen openen.
De cursus Scheepjesbouwen blijkt weder
en dat is begrijpelijk in ons waterrijk IJmui
den favoriet te zijn. De cursus daarvoor is
reeds verdubbeld en toch moesten verschei
dene jongens afgewezen worden.Dat is jammer,
maar de tijd van de leiders en de kas stellen
beide hun grenzen. Evenals bij de timmer- of
knutselcursus, die ook te vol werd, hebben de
jongens voor wie geen plaats meer was een
briefje gekregen dat zij nog wat jong waren
en liever eerst eens een jaartje moesten gaan
teekenen of figuurzagen. Op deze cursussen
is namelijk nog plaats omdat hier meer jon
gens tegelijk kunnen zijn.
En teekenen? Ja dat teekenen schijnt dooi'
onze jongens nog niet genoeg gewaardeerd te
worden. Het is waar het spreekt niet zoo
tot de verbeelding als de andere takken van
huisvlijt, maar het moest hun eens duidelijk
worden gemaakt, dat; juist teekenen zooveel
genot en zooveel nut geeft. Immers teekenen
is het begin en het eind van bijna alle han
denarbeid, zoodra deze een beetje fijn en ar
tistiek wordt. Het is natuurlijk eenvoudig ge
noeg om naar een plaat een wandlampje uit
fce zagen, maar als je er eerst zelf het ontwerp
voor teekenen kunt wint het aanzienlijk aan
waarde. Wie de teekeningen op de tentoonstel
ling gezien heeft en gehoord het oordeel daar
over van deskundigen op dat gebied, zal het
hier volkomen mee eens zijn.
De handwerk-cursus werd eveneens verdub
beld, zoodat we op de volgende tentoonstel
ling zeker nog veel meer fraais op dat gebied
zullen kunnen bewonderen.
De figuurzaag-cursus is uitgebreid met een
houtsnij-a-fdeeling en als de vereeniging er in
slaagt en gewoonlijk slaagt „Rijpere Jeugd''
wel als haar bestuur en leiders iets op touw
zetten krijgt deze cursus een filiaal in
IJmuiden-Oost.
Dit zijn de resultaten tot nu toe er zijn
nog jongens, die zich op de tentoonstelling
opgeven en nu nog niet aangemeld zijn
daarvoor is op de eerste cursuslessen nog ge
legenheid en de vereeniging kan dus tevreden
zijn met het aantal leerlingen. Wanneer zij
nu ook nog haar tevredenheid mocht uit
strekken tot de gemeentenaren, dan zou het
leven volmaakt zijn en zij verzocht ons daar
om, en wij voldoen daaraan gaarne, al onze
lezers nog eens op te wekken deel te nemen in
dit mooie werk. Iedereen kan lid worden in
de eerste plaats en voor elke leerling moeten
er een paar leden zijn om de kosten te dragen.
Maar verder kunt U nog steunen door u met
het bestuur in verbinding te stellen om haar
in haar propagandawerk en cursuswerk te
helpen of zelfs door haar een gebruikte bei
tel, hamer, schaaf af te staan of wat mate
riaal voor timmer- of handwerkcursus te
schenken. En om het u gemakkelijk te maken
het adres van de secretaris is Ericssonstraat
1, tel. 440. Giro 204384.
ANTI - REV OLUTIONNAIRE EN NAT.
SOCIALISTISCHE BEGINSELEN.
Donderdag 31 October belegt de A.R. Kies-
vereeniging „Nederland en Oranje" een
openbare vergadering in de Gereformeerde.
Kerk aan de Wilhelminakade.
Als spreker zal optreden prof. mr. P. A.
Diepenhorst uit Amsterdam met als onder
werp „Anti-revolutionnaire en Nat.-Socialis-
tische beginselen".
Van het Plaatselijk Crisis-
Comité.
Voor de Collecte op Zaterdag 5 October a.s.
Collectrices gevraagd!
Dames, helpt allen mee!
Ten bate van het Crisis-Comité.
U kunt zich aanmelden bij de volgende
adressen:
voor IJmuiden (W.) bij den heer A. P. Bak
ker, Cronjéstraat 5; voor IJmuiden (O.) bij
den heer R. de Boer, Zeeweg 86; voor Velsen
en Velsen-Noord bij den heer H. H. Meijer,
Wij kerstraatweg 12.
Hoe meer collectrices, hoe beter resultaat!
De gemeente Velsen in 1934.
Londen heeft weer een nieuwen burgemeester. Met het gebruikelijke ceremonieel
is Sir Percy Vincent (rechts op den voorgrond) dezer dagen in dit ambt
geïnstalleerd. Naast hem zijn voorganger Sir Stephen Killick.
IJmuiden ging in bevolking achteruit. Crisis-
paarden, vleesch in blik, drink- en ander
water.
Op 31 December 1934 bedroeg de bevolking
onzer gemeente 22132 mannen en 22197 vrou
wen totaal 44329 tegen 21821 mannen en
21781 vrouwen, totaal 43602 op 31 December
1933. Er kwamen dus in een jaar bij 311 an.
en 416 vr. totaal 727. De bevolking vermeer
derde door geboorte en vestiging met 1726
m. en 2062 vr. totaal 3788 en verminderde
door sterfte en vertrek met 1415 m. en 1646
vr. totaal 3061.
Hadden verleden jaar de mannen de meer
derheid, thans is de schaal weer doorgesla
gen naar den vrouwenkant. De vrouwen zijn
dus in Velsen de baas; als ze het /met elkaar
eens kunnen worden, krijgen we over vier
jaar een gemeenteraad, die uit louter vrou
wen bestaat. Maar deze voorwaarde zal wel
niet verwezenlijkt worden. Ook de vrouwen
zijn het nog niet met elkaar eens.
De meeste menschen wonen in IJmuiden,
nl. 28545 van de 44329, verdeeld over 6920 ge
zinnen. Op IJmuiden volgt Santpoort met -
8307 inwoners en 2093 gezinnen. Velsen komt
achteraan met 7477 inwoners en 1764 gezin
nen. Hierin zit iets bijzonders: het is voor
de eerste maal in de geschiedenis van IJmui
den, dat de bevolking terugliep, want op 3-1
December 1933 waren er 29014 IJmuidenaren
verdeeld over 7031 gezinnen. Waarschijnlijk
is deze achteruitgang het gevolg van een in
wendige volksverhuizing, vooral naar Velsen,
dat vooruit ging met 382 inwoners. Sant
poort zag zijn bevolking toenemen met 820
zielen, die niet uit IJmuiden kwamen, maar
uit andere gemeenten, behalve natuurlijk die
welke er het levenslicht aanschouwden.
Op het gemeentehuis werden 286 paartjes
in den echt verbonden. Zeventien mannen
en even zooveel vrouwen, die elkaar voor al
tijd trouw hadden gezworen, hebben bewe
zen, dat dit „voor altijd" met een korreltje
zout genuttigd moet worden.
Dit alles kan men vinden in het „Verslag
van den toestand der gemeente Velsen over
het jaar 1934", dat zoo juist verschenen is;
en nog veel meer.
Weet u, hoe groot het grondgebied van
Velsen is? Precies 4862.95.45 H.A. Dat is een
heele oppervlakte. Van deze 4862.95.45 H.A.
zijn 253.65.44 H.A. eigendom van de gemeen
te. Het totale grondbezit van de gemeente is
echter 256.24.54 H.A. Hoe is dat mogelijk, zal
men wellicht zeggen. Heel eenvoudig: een
gebied van 2.59.10 H.A. gemeentegrond ligt
onder Wijk aan Zee en Duin. Dat hebben de
Velsenaren niet veroverd, maar eerlijk ge
kocht en betaald. Het is een stuk van Roos-
wijk. Of Velsen dit terrein gewonnen heeft
om het te beschaven weten we niet. Laten we
maar aannemen, dat het een goedaardig
soort imperialisme is.
Op alle mogelijke vragen geeft het verslag
antwoord. Hoeveel belasting er geheven is?
Even optellen; ziehier het resultaat:
f 1.075.312.89. Hoeveel branden er in 1934
voorkwamen? Negen en veertig, waaronder
13 bosch-, duin- en gras-branden. Onze
brandweer had dus gemiddeld bijna elke
week wat te blusschen of te dooven. Er wa
ren natuurlijk heel wat schoorsteenbrand
jes bij.
Onze ge-meente telt 53 vleeschwinkels. In.
de 40 slachtplaatsen werden geslacht 1358
(v. j. 1714) runderen, 228 (187) paarden, 4599
(4331) varkens, 410 538) vette kalveren, 300
(251) graskalveren, 524 (384) nuchtere kal
veren, 155 (326) schapen. We hebben dus
minder rundvleesch, doch meer paarden-
vleesch gegeten, waaruit blijkt, dat de paar
den het meest van de crisis hebben geleden.
Deze rekening komt echter niet heelemaal
op nul uit, want er werd nog 52-326 K.G.
vleesch in blik geconsumeerd. Verder werd
nog ingevoerd 39483 K.G. (v. j. 26787 K.G.)
bevroren vleesch, 16798 K.G. (v. j. 11404 K.G.)
bevroren vet, en 32472 K.G. (v. j. 37255 K.G.)
vet. Of al deze massa's vleesch en vet dooi
de ingezetenen van Velsen zijn opgegeten
vermeldt het verslag helaas niet, maar on
getwijfeld vindt de eet-meer-visch-propa-
ganda dicht bij huis een vruchtbaar ar
beidsveld.
We gebruikten veel vleesch, maar ook veel
water, nl. 782.283.000 L. Dat is een heele
sloot. Natuurlijk wei-den deze millioenen Li
ters niet alle opgedronken. Sommige men
schen drinken nooit water. Het Staats-
visscherijbedrijf verschrobde er 124.652.000 L.
van en met spuien, brandblusschen, sproeien
en door lekkage gingen 104.867.000 L. in ze
keren zin verloren.
Er bevindt zich in deze gemeente één par
ticuliere badinrichting, zegt het verslag. Dit
is of onjuist, of onvolledig, want er zijn er
drie: Sneiliusstraat IJmuiden; Papierfabriek
en Wüstelaan, alle particulier, althans niet
van de ge-meente.
Het verslag vertelt nog veel meer. Maar
hierover le.ter.