HET NIEUWE AVONDBLAD De noodtoestand in de Vssscherij 20e JAARGANG No. 282 DONDJSDAC 3 OCT. 1935 IJMUIDER COUPANT ABONNEMENTEN: per week 10 ct.% per maand 40 cents plus cents Incasso, per kwartaal 1.20 plus 5 cents incasso, losse nummers 3 cents. Kantoor: Kennemerlaan 42 - IJmuiden, Telef. 5301 Verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. Uitgave Lourens Coster, Maatschappij voor Courantuitgaven en Algemeene Drukkerij N.V. Directie: P. W. PEEREBOOM en ROBERT PEEREBOOM ADVERTENTIëN: 1—5 regels 0.75. Elke regel meer 15 ct. Bij abonnement belangrijke korting. Adverten ties van Vraag en Aanbod 1-3 regels 25 ct., elke regel meer 10 ct. Ingezonden medeaeelingen dubbele prijs. ALLE ADVERTENTIëN, OPGEGEVEN VOOR DIT BLAD, WORDEN KOSTELOOS OPGENOMEN IN DE NEVEN-EDITIE HET NIEUWE AVONDBLAD DE KENNEMER COURANT. Alle abonnés van dit blad zijn. zoodra zij 14 dagen als zoodanig in de registers zijn ingeschreven en verder op voorwaarden, die van tijd tot tijd gepubli ceerd en ten kantore van dit blad gratis verkrijgbaar zijn, kosteloos ver zekerd tegen de gevolgen van ongevallen voor de navolgende bedragen ƒ2000.- bij algeheele invaliditeit; 600.- bij overlijden; ƒ400.- bij verlies van een hand, voet of oog; 250.- bij verlies van een duim; 150.- bij verlies van een wijsvinger; 30.— bij breuk van boven- en/of onderarm; 30.- bij breuk van boven- en/of onderbeen; 50.- bij verlies van een anderen vinger. Ten gevolge van spoor-, tram- of autobusongeval; ƒ5000.- bij overlijden van man en vrouw beiden; ƒ3000.- bij overlijden van den man alleen; ƒ2000.- bij overlijden van de vrouw alleen. Opvarenden van visschers-, marine-vaar- tulgen enz. ƒ400.- bij verdrinkingsdood door ongeval tijdens de vaart, tot een maximum van 2000.-, indien hetzelfde ongeval den dood van vijf of meer abonnés mocht tengevolge hebben. Alleen de abonné(e) zelf is verzekerd, behoudens het vermelde omtrent spoor-, tram- of autobusongevallen. Polis is niet noodig. Uitkeeringen krachtens deze verzekering worden gewaarborgd door de Nieuwe H.A.V.- Bank te Schiedam. Het pufaanvoerverbod niet noodzakelijk Andere middelen ter verbetering. Men schrijft ons: Naar aanleiding van het onlangs versche nen artikel van een A.N.P.-medewerker inzake den noodtoesi&nd in het visscherijbedrijf, waarin o.a. ter verbetering een pleidooi ge voerd wordt voor de beteugeling der „puf"- visscherij', dachten wij goed te doen, ook eens inliphtingen in te winnen onder die kringen, waar juist een pufaanvoerverbod ongewenscht geacht wordt. Temeer, daar het ons voorkwam, dat bedoelde medewerker wel hoofdzakelijk zijn licht had opgestoken te IJmuiden, waar, gelijk bekend, de pufaanvoer uit den booze wordt geacht en men een verbod daarvan ten zeerste zou toejuichen. Dit in tegenstelling bijv. tot Katwijk en Scheveningen, waar deze aanvoer voor velen een kleine aanvulling op het loon beteekent. De stelling, dat de „puf"- kwestie zulk een voorname oorzaak van de misère in de visseherij zou zijn, leek ons bij voorbaat reeds eenigszins eenzijdig. Veeleer is 't in dezen zorgelijken tijd zaak, naar oplossingen te zoeken en dit geldt voor ieder bedrijf die alle betrokkenen fcen goede kunnen komen, waarbij dus misschien de onderscheidene belanghebbenden ieder „wat water in den (visch) wijn moeten doen, maar die tezamen het trawlvisscherijbedrijf verbeteren. Hierbij vooral niet de aandacht concentreeren op één bepaald onderdeel, doch den blik richten naar wijder horizonten en op den uitkijk staan naar meerdere wegen, die tot een herstel kunnen leiden. In gesprek ken met diverse deskundigen, die blijk gaven van een breeden kijk op dit netelige vraag stuk te bezitten, die zoowel de belangen van IJmuiden, als die van andere visseherij - plaatsen goed begrepen, is het voor ons wel duidelijk geworden, dat 't allerminst noodza kelijk is, zich op een „puf-aanvoervèrbpd" dood te staren, teneinde het „gemeenschappe lijk" reeders- en vissehersbelang te dienen. Om eerst nog even bij dat „pufaanvoerver bod" te blijven. Men weet, hoe zeer men bijv. te IJmuiden het den Katwijkers en visschers van andere plaatsen verwijt, dat zij met den aanvoer van „platvisch" puf den vischstand der Noordzee vernietigen. Maar onmiddellijk kan daartegenover ge steld worden: En hoe staat 't dan in IJmui den met den vangst der „rondvisch" (schel- visch, kabeljauw etc.) puf? Het is toch voorzeker in visscherskringen wel bekend, dat de IJmuidensche stoom trawlers, vooral na invoering van het z.g. „Fransche patent" het visschen met het Yigneron-Dahl-net hetwelk de trawllog- gers niet gebruiken, den vangst aan volwas sen schelvisch op de eertijds zoo vischrijke gronden volkomen hebben doodgeslagen. Hoe komt het anders, dat een boot, die op den scbelvischvangst uitgaat, vroeger reeds goede resultaten had op 54/55 gr. N,B. (Doggers- bank) en nu eerst veel dieper, op 59 a 60 gra den, de schelvisch aantreft? Hierdoor kan deze visseherij nog slechts door de groote booten uitgeoefend worden en de z.g. „mid delbooten" die eertijds ook aan den schel- vischvangst hij Doggersbank deelnamen zijn thans tot opleggen gedurende het grootste heel van het jaar gedoemd. Wanneer over massavernietiging van jonge visch gesproken wordt, dan treft het stoom trawler bedrijf te IJmuiden daarvoor wel al lereerst een verwijt en het doet zeker vreemd aan, dat hierover te IJmuiden maar overheen gesproken wordt! Het feit, dat deze puf niet wordt aangevoerd, heeft dezen toestand niet kunnen voorkomen. Wat Katwijk in verhou ding tot IJmuiden vernietigt, is betrekkelijk gering. Van wetenschappelijke zijde heeft men uit gemaakt, dat ,.puf" voor 50 pet. in het leven kan blijven. Doch door de mannen van de praktijk wordt deze uitspraak ten stelligste weerlegd. Zij verklaarden ons tenminste, dat in de practijk 99 ptc. reeds dood is, voordat de jon ge visch overboord geworpen kan worden. Hetgeen men op een „onderzoekingsvaar tuig bereiken lean, om de „puf" in 't leven te houden, geldt nog niet voor een trawler. Zeker: het is mogelijk, met behulp van een ..bun", met overleg en genoegzamen tijd, een groot percentage „levend" te houden. Maar de practijk leert wel anders; het grootste ge deelte der kleine visch is reeds dood, vóór zij aan boord komt, doordat zij tusschen scheipen en ander vuil in de kuil op elkaar ge pakt gezeten heeft. Dan wordt eerst het net weer overboord gezet, daarna de goede bruik bare visch uitgezocht. Er is dan zeker al oen half uur verloopen; resultaat is, dat de kleine visch, waar nog eenig leven bij het „aan boord komen" in was, ook in dien tusschentijd is doedgegaan- Als een onderzoekingsvaartuig „eenige" dagen in Mei op den vangst gaat en dan 50% van de puf in leven h^idt: dat is mooi, maar niet te mooi om waar te zijn. Doch tallooze vragen rijzen dan terstond op: „wat voor weer was het in die dagen"? Welke gron den werden bevischt? Hoelang vischte men per trek? Werd de visch direct in de bun of op het dek uitgestort? Hoeveel tijd verliep er tusschen het scheephalen en het uitzoeken der marktwaardige visch? Zóó kan men doorgaan met vragen: ge noeg evenwel om aan te toonen, dat de vis schers in de practijk van een geheel jaar, aan wisselende en belemmerende factoren onder hevig zijn en dikwijls waarschijnlijk in lang niét zulke gunstige condities ter vischvangst zijn, als het bedoelde onderzoekingsvaartuig. Men moet dan ook de practiscbe trawlvis- scherij wel zéér goed kennen, om een oordeel over het probleem: „de puf nog levend, dan wel dood" een oordeel te durven uit spreken. De betrekkelijk geringe aanvoer van puf, die de bemanning nog een aanvulling op het loon geeft, is waarlijk onmisbaar voor hen in dezen benarden tijd, (de reederijen hebben er geen cent voordeel van!) en legt werkelijk niet zóó veel gewicht in de schaal, aldus onze zegslieden, dat men een verbod daarvan nu j.uist als hoofdargument mag aanvoeren om tot verbetering van de visseherij te geraken. Desnoods zouden enkele Katwijkers met ge noemd verbod nog vreden kunnen hebben, al verwachten zij er in 't geheel geen heil van. Zij zien echter andere middelen om die visseherij te helpen, waarover straks. Hoe echter zulk een verbod te regelen? Dan toch alleen „internationaal" met alle daaraan ver bonden moeilijkheden. Voorts wordt ge sproken over het vaststellen van een minimum maaswijdte. Echteralwéér een probleem: de kos telijke „tong" bijvoorbeeld, die zoo aardig kronkelen en spartelen kan en reeds nü dik wijls een handigen uitweg uit 't net weet te vinden, neemt dan den visscher heelemaal in 't ootje en blijft rustig in zee. Zoodat men de gedachte aan een waarlijk goede tongvangst, waarop de kustvisscherij om een goede be somming te verkrijgen, toch is aangewezen, in dat geval gevoegelijk overboord mag gooien. Voor de practijk stelle men dus zijn ver wachtingen niet al te hoog! Bovendien: het vaststellen van een minimum-maaswijdte kan ook alweer alléén „internationaal" eenig nut afwerpen. Een maatregel, die echter inderdaad van belang kan zijn, is de „afzetting van pufrijke gebieden" d.w.z. een verbod tot uitoefening van de algeheele vischvangst op bepaalde plaatsen gedurende een bepaalden tijd. Daar krijgt dan de jonge visch volop gelegenheid zich te ontwikkelen, hetgeen den vischstand zeker ten goede zal komen. De Nederlandsche regeering zou daartoe wederom indertijd is een poging mislukt op aanbeveling van de „Visscberij-Centrale" het initiatief kunnen nemen. Daarmee zou dan ook de., massavernietiging van puf en de pufaanvoer verminderd worden. IJMUIDEN I handel vele practische bezwaren met zich meebrengt. Als tweede factor ter verbetering der vis seherij zij genoemd het meer en intensiever Dropaganda maken voor het vischverbruik, )ijv. door het instellen van een vasten visch- dag in de week. De Regeering zou hiertoe een voorbeeld kunnen geven, door het invoeren van grooter vischgebruik in onderscheidene in stellingen. Tenslotte zou dit is echter één der v.n. zaken! een verlaging van den bak olie-accijns, die thans de bereiding zeer duur maakt, ernstig overwogen dienen te worden. Ziehier dus eenige middelen, die door velen als doelmatiger beschouwd worden, om den noodtoestand der .visseherij te doen vermin deren, dan het „pufaanvoerverbod", dat door anderen tè eenzijdig als „alléén-zaligmakend" wordt aanbevolen. Nu komen echter de heiden punten, die véél meer dan een „pufaanvoerverbod", „minimum maaswijdte", of „afzetting van pufrijke ge bieden", de visseherij in haar gehéél, dus óók die van IJmuiden, zouden kunnen steunen. Wij bedoelen „regeling van den aanvoer" en „verbetering van de distributie en consump tie". De aanvoer. Hoe is 't daarmee gesteld? Deze is nu uiterst onregelmatig met zeer onsta bile prijzen als gevolg.Den eenen dag goedkoope visch den anderen dure; 't publiek kan dit niet verklaren, betwijfelt of de prijzen wel altijd verantwoord zijn. Het komt dus veel minder spoedig tot vischkoopen dan wanneer de visch prijzen over het algemeen gelijkmatiger zou den zijn. Er moet regelmatiger aanvoer zijn en wel in dien zin dat bijv. een gedeelte der schepen des Maandags en een ander deel des Dinsdags - enz. binnen komt. Dan weten de handelaren, dat er altijd visch in voldoende mate aan wezig is 'tgeen een meer constanten prijs ten goede komt, wat weer den afzet kan verhoo- gen. Want als het publiek wéét, wat het te betalen heeft, komt het immers veel eerder tot koopen. Ook de vleeschprijzen zijn stabiel: waarom zou dit dan ook bij visch althans eenigermate niet mogelijk zijn? ■Gelijkmatiger aanvoer zou van hoogerhand uitstekend zijn te regelen. Zooals het nu het geval is, n.l. dit maal plotseling enorme aanvoer, dan weer zoo goed als niets lijkt 't ons voor een lucratieven afzet absoluut foutief. Brengt een regelmatiger aanvoer dus reeds als logisch gevolg een meer constante prijs regeling mede, deze zou desnoods door de autoriteiten bovendien nog bevorderd kunnen worden, door een van hoogerhand vaststellen der détailprijzen voor lederen dag, zoodat men dan niet meer voor het onmogelijke geval komt te staan, dat op denzelfden dag in de zelfde stad abnormaal uiteenloopende prijzen gevraagd worden. Doch velen zullen het met ons eens zijn, dat, zoo eenigszins mogelijk, den handel ge laten moet worden, wat des handels is, temeer daar een dergelijk ingrijpen in den vrijen Het is echter, wil er werkelijk iets voor de visseherij „in haar geheel" gedaan kunnen wor den, noodig, dat vóór alles dit bedrijf ook „in zijn geheel" eenstemmig is in het zoeken naar wegen tot verbetering. Men kan van de Regee ring geen maatregelen verwachten, indien deze dadelijk weer in botsing komen met tegenstrijdige belangen. .Eenheid" ter visseherij is dus noodig en aan de bedrijven, die steun verzoeken, is het, deze „eenheid" te vinden. Mogen alle betrokkenen er in slagen"en dat moet toch mogelijk zijn! uit alle belan gen den grootsten gemeene-deeler te vinden, waarover met Visseherij Centrale en Regeering gesproken kan worden, om op die wijze al thans een draad te krijgen, waarlangs de on derhandelingen kunnen loopen. HET OCTOBER-PROGRAMMA VAN „DE VELSER HUISVROUW". Op het programma voor October van de afdeeling Velsen-IJmuiden van de Neder- landche Vereeniging van Huisvrouwen staat allereerst en wel op 11 October een bezoek aan de toonzalen van' de Sphinx-aardewerk- fabrieken en de demonsctratiezalen der Phi- lipsfabrieken te Amsterdam. Dinsdagmiddag 8 October zal voor leden eien openbare les worden gegeven in de school voor bewegingskunst. •Vrijdagmiddag 2-5 October houdt Drs. A. H. Boeser van Nijmegen een lezing in het badhuis aan de Wüstelaan te Santpoort over „Karakterstudie". Donderdag 10 en 24 Oc tober worden in Kennemerhof weer hand- werkmlddagen gehouden. Het is de bedoeling in November een kleine tentoonstelling van werkstukken te houden. LAAT UW RIJWIEL NIET ONBEHEERD STAAN. Het onbeheerd laten staan van een rijwiel kan soms voor den eigenaar onaangename gevolgen hebben. Niet alleen wordt daarmede diefstal vergemakkelijkt, doch ook leeg laten loopen der ventiels wordt er mede door be vorderd en wel voornamelijk in de uren dat de jeugd vrij van school heeft. Tot deze laat ste minder aangename ontdekking kwam gis teren een bewoner van het Velserduinplein alhier. Het rijwielbelastingmerk bleek even eens verdwenen te zijn. DE BAZAR VAN DE VER. V. VRIJZ. HERVORMDEN. Wij hebben een kijkje genomen in de bazar in aanbouw van de Vrijz. Hervormden in hun gebouwtje aan den Groene weg en hoewel er nog veel gebeuren moest zooals meestal bij bazars en tentoonstellingen gebruikelijk is konden we toch zien, dat het een mooie bazar belooft te worden. Bij het binnenkomen vindt men aan den linkerkant een stand met krui denierswaren, het postkantoor, een stand met galanterieën en een met heerenmodeartikelen. Rechts zijn de fraaie handwerken en kin der- kleeding gevestigd, vervolgens bloemen en fruit en enkele andere artikelen. Het attractiecen trum ligt aan de achterzijde van de zaal. Men vindt er een rad van avontuur, een werptent, een schiettent en een sweepstake, met fraaie prijzen. En tenslotte als middelpunt van alles, de Winter-bar, waar men met een dubbeltje al in komen kan. Hedenmiddag vindt de opening van de bazar plaats door mevr. M. A. FaberProctor, om half 3, waarna men van al het hier genoemde en van nog veel meer, zal kunnen profiteeren. De Vereeniging „Rypere Jeugd". Veel animo voor de nieuwe cursussen. Dezer dagen hield de Vereeniging „Rijpere jeugd" haar laatste vergadering ter voorberei ding van de wintercursussen. Aangemoedigd door het succes van de ge houden tentoonstelling waarvan wij destijds een verslag gaven, durfde het bestuur er toe over te gaan, uitbreiding te geven aan de cursussen. De dames en heeren, die 't afgeloo- pen seizoen de cursussen hebben geleid werden direct bereid gevonden op de zelfde basis d.w.z. geheel belangeloos het uitgebreidere werk op zich te nemen. Wat betreft de locali- teit vond zij een gewillig oor bij de autoritei ten, met name den Wethouder van Sociale Zaken en zoo kon de voorzitter met een enkel woord van hoop en verwachting in de toe komst, het werkseizoen openen. De cursus Scheepjesbouwen blijkt weder en dat is begrijpelijk in ons waterrijk IJmui den favoriet te zijn. De cursus daarvoor is reeds verdubbeld en toch moesten verschei dene jongens afgewezen worden.Dat is jammer, maar de tijd van de leiders en de kas stellen beide hun grenzen. Evenals bij de timmer- of knutselcursus, die ook te vol werd, hebben de jongens voor wie geen plaats meer was een briefje gekregen dat zij nog wat jong waren en liever eerst eens een jaartje moesten gaan teekenen of figuurzagen. Op deze cursussen is namelijk nog plaats omdat hier meer jon gens tegelijk kunnen zijn. En teekenen? Ja dat teekenen schijnt dooi' onze jongens nog niet genoeg gewaardeerd te worden. Het is waar het spreekt niet zoo tot de verbeelding als de andere takken van huisvlijt, maar het moest hun eens duidelijk worden gemaakt, dat; juist teekenen zooveel genot en zooveel nut geeft. Immers teekenen is het begin en het eind van bijna alle han denarbeid, zoodra deze een beetje fijn en ar tistiek wordt. Het is natuurlijk eenvoudig ge noeg om naar een plaat een wandlampje uit fce zagen, maar als je er eerst zelf het ontwerp voor teekenen kunt wint het aanzienlijk aan waarde. Wie de teekeningen op de tentoonstel ling gezien heeft en gehoord het oordeel daar over van deskundigen op dat gebied, zal het hier volkomen mee eens zijn. De handwerk-cursus werd eveneens verdub beld, zoodat we op de volgende tentoonstel ling zeker nog veel meer fraais op dat gebied zullen kunnen bewonderen. De figuurzaag-cursus is uitgebreid met een houtsnij-a-fdeeling en als de vereeniging er in slaagt en gewoonlijk slaagt „Rijpere Jeugd'' wel als haar bestuur en leiders iets op touw zetten krijgt deze cursus een filiaal in IJmuiden-Oost. Dit zijn de resultaten tot nu toe er zijn nog jongens, die zich op de tentoonstelling opgeven en nu nog niet aangemeld zijn daarvoor is op de eerste cursuslessen nog ge legenheid en de vereeniging kan dus tevreden zijn met het aantal leerlingen. Wanneer zij nu ook nog haar tevredenheid mocht uit strekken tot de gemeentenaren, dan zou het leven volmaakt zijn en zij verzocht ons daar om, en wij voldoen daaraan gaarne, al onze lezers nog eens op te wekken deel te nemen in dit mooie werk. Iedereen kan lid worden in de eerste plaats en voor elke leerling moeten er een paar leden zijn om de kosten te dragen. Maar verder kunt U nog steunen door u met het bestuur in verbinding te stellen om haar in haar propagandawerk en cursuswerk te helpen of zelfs door haar een gebruikte bei tel, hamer, schaaf af te staan of wat mate riaal voor timmer- of handwerkcursus te schenken. En om het u gemakkelijk te maken het adres van de secretaris is Ericssonstraat 1, tel. 440. Giro 204384. ANTI - REV OLUTIONNAIRE EN NAT. SOCIALISTISCHE BEGINSELEN. Donderdag 31 October belegt de A.R. Kies- vereeniging „Nederland en Oranje" een openbare vergadering in de Gereformeerde. Kerk aan de Wilhelminakade. Als spreker zal optreden prof. mr. P. A. Diepenhorst uit Amsterdam met als onder werp „Anti-revolutionnaire en Nat.-Socialis- tische beginselen". Van het Plaatselijk Crisis- Comité. Voor de Collecte op Zaterdag 5 October a.s. Collectrices gevraagd! Dames, helpt allen mee! Ten bate van het Crisis-Comité. U kunt zich aanmelden bij de volgende adressen: voor IJmuiden (W.) bij den heer A. P. Bak ker, Cronjéstraat 5; voor IJmuiden (O.) bij den heer R. de Boer, Zeeweg 86; voor Velsen en Velsen-Noord bij den heer H. H. Meijer, Wij kerstraatweg 12. Hoe meer collectrices, hoe beter resultaat! De gemeente Velsen in 1934. Londen heeft weer een nieuwen burgemeester. Met het gebruikelijke ceremonieel is Sir Percy Vincent (rechts op den voorgrond) dezer dagen in dit ambt geïnstalleerd. Naast hem zijn voorganger Sir Stephen Killick. IJmuiden ging in bevolking achteruit. Crisis- paarden, vleesch in blik, drink- en ander water. Op 31 December 1934 bedroeg de bevolking onzer gemeente 22132 mannen en 22197 vrou wen totaal 44329 tegen 21821 mannen en 21781 vrouwen, totaal 43602 op 31 December 1933. Er kwamen dus in een jaar bij 311 an. en 416 vr. totaal 727. De bevolking vermeer derde door geboorte en vestiging met 1726 m. en 2062 vr. totaal 3788 en verminderde door sterfte en vertrek met 1415 m. en 1646 vr. totaal 3061. Hadden verleden jaar de mannen de meer derheid, thans is de schaal weer doorgesla gen naar den vrouwenkant. De vrouwen zijn dus in Velsen de baas; als ze het /met elkaar eens kunnen worden, krijgen we over vier jaar een gemeenteraad, die uit louter vrou wen bestaat. Maar deze voorwaarde zal wel niet verwezenlijkt worden. Ook de vrouwen zijn het nog niet met elkaar eens. De meeste menschen wonen in IJmuiden, nl. 28545 van de 44329, verdeeld over 6920 ge zinnen. Op IJmuiden volgt Santpoort met - 8307 inwoners en 2093 gezinnen. Velsen komt achteraan met 7477 inwoners en 1764 gezin nen. Hierin zit iets bijzonders: het is voor de eerste maal in de geschiedenis van IJmui den, dat de bevolking terugliep, want op 3-1 December 1933 waren er 29014 IJmuidenaren verdeeld over 7031 gezinnen. Waarschijnlijk is deze achteruitgang het gevolg van een in wendige volksverhuizing, vooral naar Velsen, dat vooruit ging met 382 inwoners. Sant poort zag zijn bevolking toenemen met 820 zielen, die niet uit IJmuiden kwamen, maar uit andere gemeenten, behalve natuurlijk die welke er het levenslicht aanschouwden. Op het gemeentehuis werden 286 paartjes in den echt verbonden. Zeventien mannen en even zooveel vrouwen, die elkaar voor al tijd trouw hadden gezworen, hebben bewe zen, dat dit „voor altijd" met een korreltje zout genuttigd moet worden. Dit alles kan men vinden in het „Verslag van den toestand der gemeente Velsen over het jaar 1934", dat zoo juist verschenen is; en nog veel meer. Weet u, hoe groot het grondgebied van Velsen is? Precies 4862.95.45 H.A. Dat is een heele oppervlakte. Van deze 4862.95.45 H.A. zijn 253.65.44 H.A. eigendom van de gemeen te. Het totale grondbezit van de gemeente is echter 256.24.54 H.A. Hoe is dat mogelijk, zal men wellicht zeggen. Heel eenvoudig: een gebied van 2.59.10 H.A. gemeentegrond ligt onder Wijk aan Zee en Duin. Dat hebben de Velsenaren niet veroverd, maar eerlijk ge kocht en betaald. Het is een stuk van Roos- wijk. Of Velsen dit terrein gewonnen heeft om het te beschaven weten we niet. Laten we maar aannemen, dat het een goedaardig soort imperialisme is. Op alle mogelijke vragen geeft het verslag antwoord. Hoeveel belasting er geheven is? Even optellen; ziehier het resultaat: f 1.075.312.89. Hoeveel branden er in 1934 voorkwamen? Negen en veertig, waaronder 13 bosch-, duin- en gras-branden. Onze brandweer had dus gemiddeld bijna elke week wat te blusschen of te dooven. Er wa ren natuurlijk heel wat schoorsteenbrand jes bij. Onze ge-meente telt 53 vleeschwinkels. In. de 40 slachtplaatsen werden geslacht 1358 (v. j. 1714) runderen, 228 (187) paarden, 4599 (4331) varkens, 410 538) vette kalveren, 300 (251) graskalveren, 524 (384) nuchtere kal veren, 155 (326) schapen. We hebben dus minder rundvleesch, doch meer paarden- vleesch gegeten, waaruit blijkt, dat de paar den het meest van de crisis hebben geleden. Deze rekening komt echter niet heelemaal op nul uit, want er werd nog 52-326 K.G. vleesch in blik geconsumeerd. Verder werd nog ingevoerd 39483 K.G. (v. j. 26787 K.G.) bevroren vleesch, 16798 K.G. (v. j. 11404 K.G.) bevroren vet, en 32472 K.G. (v. j. 37255 K.G.) vet. Of al deze massa's vleesch en vet dooi de ingezetenen van Velsen zijn opgegeten vermeldt het verslag helaas niet, maar on getwijfeld vindt de eet-meer-visch-propa- ganda dicht bij huis een vruchtbaar ar beidsveld. We gebruikten veel vleesch, maar ook veel water, nl. 782.283.000 L. Dat is een heele sloot. Natuurlijk wei-den deze millioenen Li ters niet alle opgedronken. Sommige men schen drinken nooit water. Het Staats- visscherijbedrijf verschrobde er 124.652.000 L. van en met spuien, brandblusschen, sproeien en door lekkage gingen 104.867.000 L. in ze keren zin verloren. Er bevindt zich in deze gemeente één par ticuliere badinrichting, zegt het verslag. Dit is of onjuist, of onvolledig, want er zijn er drie: Sneiliusstraat IJmuiden; Papierfabriek en Wüstelaan, alle particulier, althans niet van de ge-meente. Het verslag vertelt nog veel meer. Maar hierover le.ter.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1935 | | pagina 1