Een orgel voor de Leidsche Universiteit. ALS IEMAND VERRE REIZEN DOET Een aardig kijkje even voor den aanvang van den optocht welke Woensdagavond door Leiden trok in verband met de 3 October feesten Neville Chamberlain tijdens zijn rede in de twintigste plenaire zitting van de internationale parlementair® handelsconferentie in de Royal Gallery" van het House of Lords te Londen De partij opium en sigarettenpapier, welke door smokkel- schepen in Griekenland was binnengebracht, doch door de politie ontdekt werd. De voorraad opgeslagen in een dépot der politie op den Piiraeus Deakin (links) de leider der wetenschappelijke afdeeling vaa den tocht, die met het Engelsche expeditieschip „Discovery W" naar het Zuidpoolgebied gemaakt gaat worden, in gesprek met den kapitein Hill De nieuwe burgemeester van Ben schop, de heer C. L. Schreuders, wiens installatie Woensdag plaats had, onder houdt zich met eenige ingezetenen uit zijn gemeente De Prins van Wales en Lavél op de Engelsche ambassade te Parijs, waar de Prins den Franschen staatsman een lunch aanbood De inleiding tot den wedstrijd om het wereldkampioenschap schaken tusschen dr. Max Euwe en dr. Aljechin had Woensdagavond te Amsterdam plaats. V.r.n.L: Th A. M. Licket, dr. Euwe, G. van Dam, burgemeester dr. W. de Vlugt, minister Slotemaker de Bruine, L Judas, de Fransche consul (tijdens zijn rede), dr. Aljechin en E. Harten Het nieuwe orgel in het groot auditorium der uni versiteit te Leiden, dat Woensdagavond aan den Academischen Senaat is overgedragen. Het orgel is een geschenk der studenten, op initiatief van het Collegium van het Leidsch Studentencorps FEUILLETON. Gen avontuurlijk verhaal van drie studenten. door ARNOLD BARTEL. (Nadruk verboden) 30) En zoo gebeurt het dan, dat het drietal plaats neemt in de Rivièra-Express, die Nizza via Genua met het Noorden verbindt. Deze trein, welke voornamelijk ten dienste staat van het internationale reizigersverkeer, wordt minder streng gecontroleerd dan de anderen. De visitatie geschiedt in den trein, ten gerieve van de reizigers, die als eerste- en tweede klas passagiers op deze tegemoetkoming van de zijde der douane aansprak kunnen maken. De trein is vrij slecht bezet. Zij hebben een coupée voor zich alleen. In het aangrenzende compartiment bevindt zich slechts één reizi ger. Het is een mooie, maar geen prettige reis. Buiten vliegt het eene beroemde station na het andere voorbij. Palmen, olijfboomen en wijnbergen glijden langs het. venster en telkens ziet men weer een stukje Middelland- sche Zee met haar rotsen en klippen Morgen zullen zij aan de andere zijde van de Alpen zijn en dan volgen spoedig Zeve naar, Utrecht en Amsterdam. Harry Diesel denkt aan Nini Collijn, Snavel aan Hilde Boersma. Volkers echter is ver diept in zijn Baedeker en bereidt zich voor op hetgeen in Genua aan kunstschatten te genieten zal zijn. Een conducteur komt de coupé binnen en controleert hun plaatsbewijzen. De reiziger in de aangrenzende coupé schijnt te slapen. Zij hooren, hoe de conducteur hem wekt en hoe hij in het Italiaansch over „die eeuwige con trole" te keer gaat. Als Diesel dit verneemt vergeet hij Nini. Deze stem komt hem bekend voor. Hij staat op en slentert onverschillig langs de coupé. In één der hoeken geleund, de oogen half gesloten zit een, hem totaal onbekend man. Neen dat gezicht heeft hij nooit eerder gezien Maar wie van zijn kennissen heeft zoo'n stem? Hij laat allen met wie hij den laatsten tijd in aanraking kwam, de revue passeeren. En plotseling ziet hij een ouderen heer inet een grooten neus en grijs haar, die zich Alexander Popodotschi noemde. Geen twijfel mogelijk: diens stem is het geweest! Weliswaar ziet deze vreemdeling er min stens tien jaar jonger uit en heeft hij zwart krullend haar en een donker puntbaardje, maar een groote neus heeft hij toch ook, En verborg Popodotschi onder zijn keurige, grijze pruik niet eveneens zwart haar. toen hij aan het strand den bal van Gotlieb Pirzel tegen het hoofd kreeg? Als de vreemdeling bemerkt, dat hij be spied wordt, werpt hij Diesel een onverschil ligen blik toe en keert hij het hoofd naar het venster aan de andere zijde van de coupé. En als Diesel even later weer voorbij komt is het gordijntje aan den kant van de gang zorg vuldig dicht geschoven. Dat doet zijn wantrouwen nog toenemen. Hij gaat naar zijn beide vrienden terug en zegt zachtjes: „Jongelui, met een klein beetje geluk kunnen wij als richards in Genua aan komen". Beiden staren hem ongeloovig aan. „In de coupé hiernaast bevindt zich Alexander Popodotschi". Een oogenblik zit zoowel Snavel als Volkers met een open mond van verbazing. Dan springen zij beiden tegelijk op. ,3en je gek? Je ziet spoken!" Maar Diesel waarschuwt voorzichtig ..Sssst sssst!" Er wordt krijgsraad gehouden. En tenslotte komen zij overeen, dat het 't beste is met hun drieën naar de aangrenzende coupé te verhuizen. De vreemdeling trekt verbaasd zijn wenk brauwen op, als hij hen ziet verschijnen, maar onmiddelijk daarna verdiept hij zich weer in zijn boek. „Frissche morgen, meneer Popodotschi!" wenscht Diesel met een ironisch lachje als hij tegen hem plaats neemt. En als de andere met gespeelde verwon dering in het Italiaansch zegt: „Pardon, ik versta u niet!" antwoordt Diesel: „Ja, ja, dat hebben we al verwacht, dat u ons niet zoudt herkennen, Nou, dat is zoo erg niet. Vervelender lijkt het mij vooralsnog, dat u het Duitsch heelemaal verleerd bent!" De ander haalt wederom de schouders op. „Als de heeren geen Italiaansch of Grieksch spreken, zal ik tct mijn spijt niet met hen canverseeren". En met een hulpeloos glim lachje neemt hij zijn boek weer ter hand om verder te kunnen-lezen. Wat nu? Een oogenblik weet het drietal waarlijk niet hoe 't dij man tegenover hem nu verder zal aanpakken. Maar plotseling ont dekt Diesel in het bagagenet een koffer, waar aan een lederen étui bengelt. Daarin zit een visitekaartje met den naam Gregor Serafin. En nu krijgt hij een idéé, dat hij onmid delijk onder woorden brengt. Zich tot zijn beide vrienden wendend, zegt hij: „Ik denk, dat meneer Popodotschi onaan genaam verrast zal zijn als hij verneemt, dat Madame Manescu tegenover de politie heeft verklaard, dat hij onder den naam Gregor Serafin tracht te ontkomen en dat de politie in Genua meneer Serafin reeds ver wacht". Alle drie wachten zij in gespannen aan dacht op de uitwerking van deze woorden. En die blijft inderdaad niet uit. Als hij den naam Sarafin in één adem hoort noemen met madame Manescu en verneemt, dat deze tegenover de politie een bekentenis heeft afgelegd, is zijn belangstelling van het boek plotseling verdwenen. Het volgende oogenblik heeft een revolver in de hand en kan liij weer Duitsch spreken. „Als je leven je lief is, verlaten jullie dan onmiddellijk deze coupé en bekommer jullie je niet om hetgeen er verder zal gebeuren!" „O, wij schrikken niet zoo gauw, meneer Popodotschi", zegt Diesel, terwijl hij met een snelle beweging zijn tegenstander het wapen uit de hand tracht te slaan. Maar nog voor hem dat gelukt, heeft de ander de haan reeds overgehaald. Diesel voelt een slag tegen den linker schouder en constateert, dat ei' bloed door zijn mouw siepelt. Het schot is uit de onmiddellijke nabijheid gelost en heeft een bedenkelijk groote wond veroorzaakt. De arm valt Diesel slap langs het lichaam. Nog eer hun tegenstander echter voor de tweede maal heeft kunnen vuren, hebben de beide anderen zich op hem geworpen en nu gelukt het Diesel met zijn gezonden rech terarm den man tegenover hem het wapen uit de hand te slaan. Er ontstaaat nu een vinnige strijd. Popo dotschi krabt en bijt en verweert zich met handen en voeten, maar Snavel en Volkers houden hem stevig vast en roepen Diesel toe aan de noodrem te trekken. Deze heeft zich op de bank laten vallen en is er zoo slecht aan toe, dat hij moeite heeft zich op te rich ten. Maar tenslotte gelukt hem dit toch. Een korte ruk: allen tuimelen met het hoofd tegen den wand van de coupé Popodotschi's koffer valt uit het bagagenet en komt op het vechtende drietal terecht, maar de wielen knarsen reeds en eenige seconden later stopt de trein. Diesel laat het raampje zakken, buigt zich zoover mogelijk naar bulten en roept: „Hierheen! Hierheen!" Aan alle coupéraampjes ziet men angstige en verbaasde gezichten, conducteurs rennen langs den spoorlijn en spoedig verdringt een menigte menschen zich voor den wagon, waarin Popodotschi nog steeds voor zijn vrij heid vecht. Een conducteur, die het eerst de coupé binnentreedt, raapf voorzichtig de op den grond liggende revolver op en vraagt wat er aan de hand is. De drie studenten, die geen Italiaansch spre ken, moeten hem het antwoord schuldig blij ven en Popodotschi trekt daarvan onmiddel lijk profijt. Hij wendt zich met een wanhopï- gen blik, welke zijn machteloosheid voldoende illustreerd, tot de conducteur en zegt: „Ziet u dat niet? Ik ben overvallen.Ze willen me berooven.... Uit zelfverdediging heb ik geschoten Een medereiziger, die zich als dokter legiti meert, dringt zich door de menigte heen. Hij blijkt een Zwitser te zijn en spreekt even vlot Duitsch als Italiaansch en daarmee is dan eindelijk voor de drie studenten de mogelijk heid geschapen zich verstaanbaar te maken. Spoedig weten nu allen, die zich bij den in gang van de coupé verdringen, dat de oudste van hetv iertal daarbinnen niemand anders is dan de beruchte juweelendief Alexander Popodotschi, over wiens laatste slag de bla den nog steeds niet zijn uitgepraat. Men gaapt hem aan, als ware hij een wild dier, voor het eerst in Europa geïmporteerd. Sna vel en Volkers laten hun buit niet los. Terwijl de dokter zich met Harry Diesel bezig houdt, verlaat de conducteur de coupe om spoedig daarop terug te keeren met een jongeman, die zich als rechercheur van de politie te Rome ontpopt. Onder intense be langstelling vraagt deze inzage van de pas poorten der vreemdelingen. Die van de drie studenten blijken volkomen in orde, maar met de pas van Popodotschi is hij minder gauw klaar. Hij treedt er mee bij het licht van het raam, bladert het boekje nauwkeu rig door en keert srfch dan om met de woor den: „Die pas is inderdaad door een vakman vervalseht, meneer Serafin. Men moet wer kelijk heel goed opletten, dat hier vroeger een andere foto heeft gezeten!" (Slot volgtlji

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1935 | | pagina 8