BESTE VRIENDINNETJES
EN VRIENDJES.
DE WANDELENDE HUT.
Vandaag bepaal ik me tot het beantwoor
den der briefjes.
Lief LELIETJE VAN DALEN. Hoe heb je
ons clubuurtje gevonden? Wel prettig' denk ik,
A.s. Woensdag krijg je je werk en wanneer je
trouw komt, heb je het tegen St. Nicolaas
klaar. Je kunt ook Woensdag je album mede
brengen. Dag Lelietje van Dalen.
Best DUINROOSJE. Je hebt dit keer
keurig geschreven. Ik vind het altijd prettig
keurige briefjes te ontvangen. Of ik een St.
Nicolaassurprise weet? Ja zeker, zelfs weet
ik er zeer veel. Als je werkje van de club
klaar is en we hebben tijd over, dan mag je
het iii een passende zelf gemaakte surprise
stoppen. Tot Woensdag. Dag Duinroosje.
Beste DREUMES. Vriend heb je nu reeds
Herfstvacantie? Je bent er vroeg bij zeg en
treft het bijzonder met het weer. Je hebt het
gezellig op de club gevonden? Dat vind ik
prettig. Speel maar fijn en tot Woensdag. Dag
Dreumes.
Lief KLAVERTJEVIER. Of je je vrien
dinnetje a.s. Woensdag mag medebrengen?
Ben je vergeten wat ik geschreven en 1.1.
Woensdagavond gezegd heb? Je vriendinnetje
moet beginnen met haar naam en adres op
te geven en mij geregeld te schrijven. Haar
ouders moeten natuurlijk op de IJm. Courant
geabonneerd zijn. Zij mag dan Woensdag 13
November voor het e.erst medekomen. Laat
haar dit briefje maar lezen dan weet ze alles.
Dag Klavertje vier.
Lief ZONNESTRAALTJE. 'k Zou de klos
jes van het rijggaren maar bewaren. Voor een
kandelaartje kunnen ze wel geen dienst, doen.
'k Ben echter nogal vindingrijk en zal er wel
een doelmatig gebruik van weten te maken.
Prettig zeg, als je het zilverpapier voor mij
krijgt. Ben ik niet thuis, dan is Vrijdagavond
m'n werkster thuis, hoewel ik je aanraad niet
na zes uur te komen. Het clubuur is je dus
weer goed bevallen? Prettig zeg. Dag Zonne
straaltje.
Best MEIKEVERTJE. Ja ik krijg ook
Herfstvacantie maar moet nog even geduld
hebben. Ik krijg het pas Zaterdag 26 Oct, Maar
je weet het, er is altijd nog een baas boven
baas. Het is nu prachtig weer en ik hoop, dat
je prettig buiten of in den speeltuin kunt
spelen. Dag Meikevertje.
Lief RANONKELTJE. Ja zeker a.s. Woens
dag is er weer club. Ga je as. week de ge-
heele week uit? Dat is fijn zeg. Je vriendinne
tje mag mij ook schrijven, en als ze er nu
mede begint en me trouw schrijft, dan mag ze
Woensdag 13 November op de club komen. Ge-
rardje is nog veel te jong. dat begrijp je wel.
Prettige Herfstvacantie. Dag Ranonkeltje
Besf ROODBORSTJE. Verlang jij alweer
naar Woensdag en naar ons clubuur? Alle kin
deren hebben het heel prettig gevonden en ik
zelf vond het ook heel aangenaam jullie weer
eens te kunnen vertellen en voorlezen. A.s,
Woensdag beginnen we met ons werk en dat is
dan heelemaal gezellig. Jammer dat ik je vo
rige brief niet gezien heb. Dag Roodborstje.
Beste KLEIN MAAR DAPPER. Zoo ben jij
zoo fijn naar de club geweest en kom je
kom je Woensdag vast weer? Dat vind ik heel
prettig. Als je vader van zee thuis komt ver
tel je hem natuurlijk van de club. 1-Iij zal het
ook prettig vinden dat je zoo groot wordt en
met Freek naar de club gaat. Tot Woensdag.
Dag Klein maar Dapper.
Besle THIJS IJS Jongen wat een keurige
brief heb ik van je ontvangen. Je hebt weer
heel wat sommen voor mij gemaakt. Flink
hoor, voor een zesjarig jongetje. Blijf maar
goed je best doen.Tot Woen-sdag.Dag Thijs IJs.
Lief KRULLENKOPJE. k Kan me begrij
pen dat je zus heel blij was het met nieuws.
Ze heeft het ook wel verdiend want ze behoort
tot m'n trouwste vriendinnetjes. Ze krijgt na
tuurlijk werk, dat voor haar geschikt is. Tot
Woensdag. Dag Krullenkopje.
Best SNEEUWKLOKJE. Je hebt dus ook
het zaaltje gezelliger-dan het vorige gevonden.
Het is ook zoo en bovendien hebben we be
hoorlijke tafels om aan te werken en behoeven
we ons niet zoo te behelpen. De volgende
week zullen er niet veel meisjes meer zijn
omdat ik niet voor 13 November nieuwelingen
toelaat. Alleen zij, die zich op tijd hebben op
gegeven, mogen komen, Gezellig dat jullie met
een heel clubje heen en weer gaat. Al babbe
lend ben je zoo thuis. Dag Sneeuwklokje.
Beste BEP. Ik dank je voor je mooie
teekening. A.s. Woensdag' ben je ook van de
partij. Gezellig zeg. Verlang je ook zoo naai
den Woensdag, zooals de andere rubriekertjes?
Tot ziens. Dag Bep
Lief GOUDBLONDJE. Neen hoor, je be
hoeft. wanneer je veertien jaar bent, niet van
de club af. Je zus maakt het dus gelukkig
goed. Wil je het nu al St. Nicolaas hebben? Ik
niet hoor. De tijd gaat me al veel te vlug. Neen
ik heb niet op je zitten machten, maar ik
moest voor verschillend werk toch thuis zijn.
Tot Woensdag. Dag Goudblondje.;
Lief ROZEKNOPJE. Ja, ik weet wel wat
de moeders prettig vinden, 'k Begreep ook je
moeder met m'n regeling een plezier te doen.
't Is heel verstandig in tijds naar bed te gaan.
's Morgens sta je dan weer frisch op en bent
in staat op school behoorlijk op te letten. Ik
wou dat alle moeders hun kinderen op tijd
naar bed lieten gaan. Tot Woensdag. Dag Ro-
zeknópje.
Best VERONIKA. Wat ben je op school
gezellig aan het handwerken. Maar maar dat
je werk netjes wordt. Je vraagt me weer een
raadsel op te geven? 'k Zal eens zien of m'n
moppentrommel er nog één bevat. Je kunt
anders ook 's avonds eens een mooie teekening
voor me maken. Dat is ook een prettig werk
Tot Woensdag. Dag Veronika.
Lief MANESCHIJNTJE. Je hebt je nog
nog net precies op tijd opgegeven en daarom
mag je a.s. Woensdag op de club komen. Je
moet komen om tien minuten over half zes.
De club eindigt om zeven uur. Werk behoef jè
niet mede te brengen. Ik zorg er voor. We
houden ae bijeenkomst in het zaaltje van den
lieer v. d. Outenaar. v. d. Sluijsstraat hoek
Enschedestraat. Tot Woensdag. Dag Mane
schijntje.
Best ROZA FLUWEELTJE. Nu zijn je
kleedjes dus af. Breng je ze eens mede? De
zijde die je over hebt bewaar je maar. Ze komt
nog wel te pas. Ja zeker ik verlang ook weer
naar ons clubuur. Tot Woensdag. Dag Roza
Fluweeltje.
I Lief KEUKENPRINSESJE. Meisjelief ik
ben heel blij met hetgeen je mij schrijft en dat
het Je gelukt is het poesje te bevrijden. Het
arme beest zou anders na heel veel pijn, van
gebrek zijn omgekomen. Wij, kinderen en
menschen, moeten altijd de dieren helpen,
wanneer ze hulp noodig hebben. Het wordt
wel eens al te veel vergeten. Nogmaals, ik ben
heel blij. dat je het dier geholpen hebt. Ik
hoop dat je altijd zoo blijft handelen. Dag
Keukenprinsesj e.
Best KLAPROOSJE. Je zusjes zijn na
tuurlijk heel teer en kunnen lang nog niet
alles gebruiken, 'k Hoop dat je moeder toch
nog met ze naar „Zuigelingenzorg" gaat. Ze
hoort dan precies wat ze wel en wat ze niet
mogen gebruiken. Vooral met een tweelinge-
t-je ls het oppassen, omdat de kindertjes
meestal minder sterk zijn. „Zuigelingenzorg"
is een schitterende instelling en het is jammer
er geen gebruik van te maken. Hoe heb je ons
clubuurtje gevonden? Ben je Woensdag weer
van de partij? Dag Klaproosje.
Lief BOGDSCHAPSTERTJE. Zoo vind
je het altijd zoo fijn om bij me te zijn en wil
je weer zoo graag komen? Wel dat mag. A.s.
Woensdag houden we weer club en ik hoop je
weer te zien. Ik kan zien dat je al in de tweede
klas zit. Wat heb je me een keurig briefje
geschreven. Flink zoo hoor. Dag Boodschap-
stertje.
Beste MOEDERS HULP. Ik vond 't ook
jammer dat je broertje niet op de club kon
komen temeer, daar hij er zich zoo op ver
heugd had. 'k Hoop echter dat hij weer spoe
dig beter is. Het is anders een klein zieken
huisje bij jullie thuis, 'k Wensch alle zieken
van harte beterschap, 'k Zal Kaboutertje, om
dat hij ziek is, ook een briefje schrijven. Dag
Moeders-Hulp.
Best KABOUTERTJE. Zeg vriend, wat ga
je nu doen? Ziek worden en nog wel nu we
weer club hebben? k Hoop dat je weer spoedig
beter bent en met je vriend kunt mede komen.
Met werk zal ik op je rekenen. Dag Kaboutertje
Lief BOSCHVIOOLTJE. Zal je Woensdag
beter om je tijd denken en zorgen niet te
vroeg te komen? Als je me een plezier wilt
doen en dat wil je wel, dan zorg je niet eerder
dan 10 min. over half 6 bij het zaaltje te zijn.
Je weet nu hoe lang je loopen moet en kunt
dus precies op tijd van huis gaan. Als je
weer bij Mej. L. komt, wil je haar dan m'n
groeten doen? Tot Woensdag. Bag Bosch
viooltje.
Beste JOPIE SLIM. Vriend, wat ik ver
moedde is uitgekomen. Met geen mogelijkheid
heb ik je briefje kunnen lezen. Je moet er
voortaan heusch meer zorg aan besteden en
het papier glad houden. Het was nu geheel
verkreukeld. Een volgend keer hoop ik een be
ter briefje van je te ontvangen. Dag Jopie Slim
Best BRUINTJE. Van je moeder heb je
dus vernomen dat ik bij jullie thuis ben ge
weest. Je hebt het jammer gevonden dat je
niet meer op was? Maar ik kwam pas na
acht uur en dan moeten jongetjes zooals m'n
Bruintje er één is, reeds meer dan een uur in
hun bedje liggen. Dag Bruintje.
Beste ROBBEDOES. Nu ben ik bij je moe
der geweest en heb heelemaal vergeten de
sigarenbandjes achter te laten, 'k Had ook
zooveel te doen, schrijven en nog eens schrij
ven en desondanks was ik nog niet klaar ge
komen. 'k Had de bandjes wel bij me. Enfin
Als ik weer eens kom, hoop ik ze te geven.
Hoe heb je het clubuurtje gevonden? Heb je
thuis de verhaaltjes aan je moeder verteld?
Dag Robbedoes.
Best SPARRETJE. Toen ik de eerste re
gels van je briefje las. dacht ik. 'k kan be
grijpen, dat Sparretje het nu heel erg druk
heeft. Als een echt poppenmoedertje zal ze
direct haar gewonde kinderen zijn gaan ver
binden en het leggen van poppenverbanden
met naald en draad kost zeer veel tijd. Maar
hoe schrikte ik, toen ik verder las. Staat het
er werkelijk? 'k Las nog eens over. Ja ik had
goed gelezen. Er stond werkelijk „Toen heb ik
ten einde raad maar alles in de kast gesme
ten en voorgoed!'' Die arme poppenkinderen.
Door steeds met zich te laten spelen, zijn hun
lichaampjes versleten en ter belooning heb je
ze in een kast gesmeten. Je kon het echter
niet over je hart verkrijgen om Dora ook weg
te doen. Dora zal anders met angst haar ouden
dag tegemoet zien. Ze weet nu welk lot haar
wacht. Jammer dat ik het „Verteluurtje" van
Hinse en Stamperius niet bezit, 'k Zou je an
ders het verhaal getiteld „De oude en de
nieuwe pop" ter lezing geven. Zeg, wat zal die
kast er van binnen gezellig uitzien. Weet je,
je hebt een radicaal middel toegepast. Je
moest nu nog maar eens ten einde raad aan
het werk gaan en de arme poppenkinderen
uit hun benarde positie verlossen, 'k Ben
nieuwsgierig naar je volgend briefje en of je
m'n raad opgevolgd hebt. Dag Sparretje.
ben. Nu vriend, ergens over tobben doe ik) te komen." 'k Vond het zelfs heel verstandig
zelden. Je komt er niet verder mede en de Je behoeft a s. Woensdag geen werk mede te
zaak is er niet door gediend. Ik ga bij alles
van het standpunt uit „niet tobben, niet zeu
ren, niet zoo gauw ergens tegen op zien, maar
durf hebben en aanpakken, zonder meer. Dus
beste Pietje Pelle, k wil je wel vertellen aan
tobben zooals je mij gebiedt, doe ik lekker
niet. Dag Pietje Pelle.
Beste ZUS. Het is en blijft jammer, dat
je niet aan de club kunt deelnemen. Twee
heeren tegelijk dienen is mu eenmaal een on
mogelijkheid. Of ik het beschreven spelletje
leuk vind? Niet zoo heel erg. 'k Vind het ta
melijk gevaarlijk. Men kan met het onver
wachts laten vallen, leelijk terecht komen en
b.v. een pols breken, 'k Zou dus maar heel
voorzichtig zijn. Dag Zus.
Best FILMSTERRETJE. Neen ik was 11.
niets verwonderd over je verzuim. Het regende
fimk en ik dacht „Filmsterretje is doornat van
Beverwijk thuis gekomen en heeft groot gelijk
dat ze nu fijn thuis blijft, om wat op verhaal
brengen. Alle meisjes krijgen werk van mij
Is dat even fijn, zeg? Nu tot Woensdag. Dag
Filmsterretje.
Lief VUURVLINDERTJE. Of ik beuken
nootjes ook erg lekker vind? Ik heb ze in ja
ren niet gegeten, 'k Weet echter nog wel dat
ik na het eten altijd een beetje keelpijn kreeg
In de oorlogsjaren 19141918 heb ik ze wel
veel met m'n leerlingen gezocht. Ik trok er
dan met de heele klas op uit. Ook met de leer
lingen van de avondschool. De vrije Woensdag
middag werd toen besteed aan een fiksche
wandeling naar één of ander bosch in de om
geving van Utrecht. Hertha lust ook al beu
kennootjes en dan nog wel het liefst gepiept
met boter? Hij is er achter zeg. Mag je nog
niet naar school? Beterschap hoor. Dag Vuur
vlindertje.
Veel groeten van
MEJ. E. VIJLBRIEF.
Er heerschte groote vrees in het dorpje Als
de avond gekomen was, ging iedereen naar
huis en sloot de deuren en ramen met gren
dels dicht, en men waagde het bijna met-
naar buiten te kijken. Het was de kinderen
streng verboden na zes uur op straat te gaan.
Want er gebeurden verschrikkelijke dingen.
Om onbekende redenen spookte de gevreesde
heks Baba-Jaga in het dorpje. Zij kwam, zoo
verleiden de weinigen, die haar weieens gezien
hadden, 's avonds op een bezemsteel gezeten
en pakte alle kinderen mee, die ze maar krij
gen kon. Men beweerde ook, dat een kleine
hut. die kippepooten had. haar volgde en dat
ze daar dan haar onschuldige slachtoffertjes
insloot, die nooit meer terug werden gezien
RAADSELHOEKJE.
Hier volgt een opgaaf.
Bij minder dan 10 goede oplossingen stel ik
1 prijsje, bij meer dan 10 goede oplossingen
2 prijsjes beschikbaar.
Maak uit onderstaande letters iets. waar
voor vele menschen een reis naar het buiten
land gemaakt hebben.
llltdttrwsgeenenonoie.
Allen aan het werk.
Veel groeten van
MEJ. E. VIJLBRIEIF.
NAGEKOMEN BRIEFJES.
Juist had ik de enveloppe dichtgeplakt, toen ik
de brievenbus hoorde kleppen en ik daarna
eenige briefjes in de bus vond. Deze briefjes
waren feitelijk te laat. Dit is ook de laatste
maal dat ik te laat ontvangen briefjes be
antwoorden zal. De briefjes moeten uiterlijk
Donderdags 's morgens 9 uur aan het bureau
van de courant, Kennemerlaan of aan mijn
huis, Roggeveenstraat 27, bezorgd zijn.
Best JULLAANTJE. 'k Dank je voor de
teekening. 'k Vind haar echt grappig. Je hebt
weer heel keurig geschreven. Wat dom hè,
dat ik dat eenvoudige raadsel dat je me op
gaf niet heb kunnen oplossen? Maar ik gunde
me er ook geen tijd voor. om even over na te
denken. Zevenendertig briefjes beantwoorden
kost reeds heel veel tijd. Het versje vind ik
snoezig maar meer van pas in 't voorjaar. Tot
Woensdag. Dag Juliaantje.
Beste PIETJE PELLE. Wat schrijf jij toch
steeds grappige briefjes, 'k Heb er echt om
moeten lachen, 'k Dank je ook voor je teeke
ning. Stelt het krabbeltje op één der zeilen
het mannetje voor, waar ik naar moest zoe
ken? Je wilt me ook nog ergens over laten tob-
Men begrijpt dus de angst, die er in het dorp
heerschte. En niemand had tot nu toe gewaagd
de heks aan te vallen.
Dien avond verzamelde de oude boer Gre-
gor zijn gezinsleden om zich hen: zijn vrouw
zijn kleine dochtertje en zijn negentienjarige
zoon Iwan, die men in het dorp Iwan de On
wijze noemde en die door iedereen mishan
deld werd. Hij was altijd treurig en zwijgend;
maar soms ook zong hij luidruchtige liedjes
die geen begin en geen eind hadden. Dan
legde zijn vader hem met een harden klap het
zwijgen op. Anoesjka speelde met een rooden
bal; zij gooide hem tegen den muur en ving
hem dan weer op en haar vroolijke lachen ver
vulde het vertrek. Alleen Gregor was angstii
en keek van tijd tot tijd bezorgd naar buiten.
Babe-Jaga was dien avond weer gezien.
Het was nu al acht dagen, dat ze iederen
avond het dorp onveilig maakte en ze had
nog niemand kunnen vangen; want de boeren
waren uiterst voorzichtig Iwan de Onwijze
had zich reeds te bed begeven en snurkte als
een os. Zijn ouders waren juist van plan ook
te bed te gaantoen met groot lawaai de
deur opengegooid werd en Baba-Jaga op haar
bezemsteel in het vertrek verscheen.
Haar groene haren fladderden achter haar
aan; haar oogen fonkelden en boosaardi;
stak ze haar tong uit. Anoesj ka gaf een gil en
wilde zich achter haar verschrikten vader
verbergen. Maar de skeletachtige hand van de
heks had haar al bij haar jurk gegrepen en
trok haar naar zich toe. Gregor wilde tus-
schenbeide komen, maar Baba-Jaga spuwde
hem in het gezicht, zoodat hij niets kon zien.
Iwan de Onwijze, die uit zijn slaap gewekt
was onderging hetzelfde lot terwijl de wan
hopige moeder hartverscheurende kreten uitte.
Een oogenblik later was de heks met het kind
verdwenen. Gregor veegde zijn gezicht af en
rende naar buiten. Hij zag hoe Baba-Jaga
zoo vlug ze kon wegvloog, terwijl ze gevolgd
werd door het hutje op de kippenpooten. De
arme vader probeerde haar te achterhalen;
maar tevergeefs. De heks haastte zich naar
het donkere woud, dat vlak achter het huis
lag en verdween daarinde arme boer durfde
haar daarin niet te volgen, want hij was niet
gewapend. Hij ging langzaam terug, terwijl
groote tranen in zijn witte baard druppelden.
Iwan de Onwijze wachtte hem op aan de
deur.
„Anoesjka?" vroeg hij met gesmoorde stem
Gregor maakte een vertwijfeld gebaar en ging
naar binnen. Maar na eenige minuten kwam
zijn moed terug.
.Ah," schreeuwde hij, „maar dat gaat zoo
maar niet! Morgen ga ik mijn dochtertje zoe
ken".
„Ik ga met u mee, vader," zei Iwan.
„Wat heb ik aan jou? Je zou me last be
zorgen!"
De arme Iwan zweeg. Zijn vader ging niet
meer slapen; maar zette zich in een stoel bij
het vuur en begon van een boomtak een ste
vige stok te snijden. Toen de dageraad aan
brak was zijn werk beëindigd. Hij omhelsde
vrouw en zoon en begaf zich op weg.
Hij kwam aan het donkere woud, waar de
heks den vorigen avond in verdwenen was en
liep er moedig in. De boomen stonden heel
dicht tegen elkaar en het gras groeide er zoo
dicht, dat hij er haast niet door kon komen.
Dan gebruikte hij zijn stok. Hij had zich ten
doel gesteld de heks te dooden, zijn kind mee
naar huis te nemen en de andere kleine slacht
offertjes, wier aantal ontelbaar was, te wre
ken. Uren gingen voorbij en onvermoeibaar
te rusten. Hij ging tegen een boomstam, zitten
en opende zijn rugzak. Maar dadelijk strek
ten de takken zich als grijparmen naar hem
uit. Verschrikt sprong hij op. Hij begreep, dat.
wanneer hij zich te slapen zou leggen in dit
betooverde woud het met hem gedaan zou
zijn. Dus liep hij weer door, onderweg at hij
een stuk zwart brood op. Het werd donker.
Gregor ging voorzichtig verder, zijn stok
klaar om te slaan. Om zich heen hoorde hij
griezelig geritsel en gekraak en soms zag hij
groene oogen, die naar hem loerden. Hij voel
de zich door allerlei gevaren omringd en alleen
de gedachte aan zijn kleine Anoesjka gaf hem
moed.
Hoe lang zou deze verschrikkelijke tocht nos
duren? Hij wist het niet! Zijn beenen waren
iood; maar hij durfde niet te gaan zitten, uit
angst aangevallen te worden. Te moe om zich
verder te verzetten, wilde hij maar laten ge
beuren wat kwam, toen hij plotseling in het
licht van de maan, op een open plek de hut
op kippenpooten zag staan. Met een kloppend
hart naderde Gregor, ieder geluid vermijdend.
Eindelijk had hij het doel bereikt, waar naar
hij streefde.
In de hut scheen alles te slapen. Gregor
kwam nader, kwam naderPlotseling begon
de hut te sidderen en op zijn pooten te trillen.
Voor Gregor de deur kon bereiken, was de
hut op de loop gegaan. Iedere voorzichtig
heid uit het oog verliezend begon de oude
boer de achtervolging, terwijl hij allerlei be
dreigingen uitte. Hij liep door doorns en
prikkels; maar in zijn haast voelde hij ze niet.
De strijd was ongelijk en toen de oude boer
van vermoeidheid in elkaar zonk, zag hij met
verbazing, dat hij aan den rand van het woud
was. De wandelende hut was verdwenen. Voor
hem zag hij een vlakte, een weg, die hij goed
kende.... Daarginds lag een vredig dorpje.
De ongelukkige slaakte een kreet van wan
hoop. De hut had hem bij zijn uitgangspunt
teruggebracht. Dat was zijn eigen dorp en
daar ginds wachtte zijn vrouw in tranen op
den terugkeer van de kleine Anoesjka. Hij
dacht er nog even aan om weer terug te kee-
ren naar het woud; maar toen bedacht hij,
dat het dwazenwerk zou zijn, in de uitgeput
te toestand, waarin hij verkeerde. Hij kwam
thuis met tranen in de oogen en viel dadelijk
in een diepe slaap, waaruit niets hem wek
ken kon.
Toen hij den volgenden ochtend wakker
werd, zag hij Iwan de Onwijze zich meester
maken van zijn rugzak en zijn stok.
„Vader," zei hij, „laat mij Anoesjka zoeken".
„Nee, want ze zullen je pakken!"
„Laat mij alstublieft gaan!"
De oude boer haalde de schouders op, on
danks zichzelf geroerd.
„Ga dan," zei hij, na zijn zoon omhelsd te
hebben!
Iwan begaf zich op weg. Nauwelijks was
hij in het bosch, of hij ontmoette dezelfde
moeilijkheden als zijn vader. Maar met zijn
stok sloeg hij de takken af, die hem probeer
den tegen te houden en toen hij onder een
boom ging zitten om zijn boterhammen op te
eten, hakte hij eerst alle takken af. Dadëlijk
weerklonken er verschrikkelijke kreten om
hem heen en Iwan meende de woorden te
verstaan:
„Pas maar oppas maar op!"
Zijn stok in het rond slaande, ging hij
verder. Voor hem vluchtten kleine monsters,
padden met een visschenkop, gevleugelde
kikkers, vogels met twee koppen en sprinkha
nen op hooge plooten, die zoo hard als hazen
liepen.
Zonder eenige verbazing te toonen. liep
Iwan verder, luidkeels een vreemd lied zin-
:end! Niets kon hem tegenhouden, zijn zusje
Anoesjka terug te vinden, was een eerezaak
voor hem geworden. Jong en sterk was hij
besloten lot iederen prijs te slagen, liever dan
onverrichterzake terug te keeren.
Hij schoot zoo vlug op, dat hij na eenige
uren reeds de open plaats had bereikt waar
zijn vader de wandelende hut had gezien Hü
wilde juist doorloopen, toen een wolk ver
scheen, waaruit Baba-Jaga stapte, op haar be
zem gezeten en vreeselijk om te zien.
„Goedendag, moedertje", zij Iwan kalm
bet is mooi weer vandaag"
is het donker en waar moet ik dan slapen*-
Baba-Jaga lachte triomfantelijk. Ze jy
haar vijand in haar macht.
„Ga maar mee," zei ze, terwijl ze haar
zelige hand uitstak, „ik weet 'n goede
plaats voor je!" Iwan legde vastbesloten zijn
hand in die van de heks en volgde haar. Ze
waren er vlug; de boomen gingen opzij bij ri!
nadering van Baba-Jaga en alles was kalm <*e
worden. Ze kwamen eindelijk bij een hooien
berg en Iwan slaakte bijna een kreet van ver
rassing, toen hij daar de wandelende hut zaa
Na een oogenblik zwijgen zei de heks:
„Kom dat is mijn huis. Daar kun je uit-
rusten!"
Toen
„Hutje lief hutje, open je deurtje!"
Dadelijk ging de deur open en de heks ging
naar binnen, Iwan achter zich aantrekkend
„Nu," zei ze „gaan we eten. Je zult wei
honger hebben!"
„Doe geen moeite voor mij, moedertje," zei
Iwan, „ik heb alles, wat ik noodig heb bij mij,'.
Baba-Jaga, die het booze plan had hem te
vergiftigen, zweeg.
„Maar je wilt toch wel iets drinken," zei
ze, ten einde raad.
Iwan nam dat voorstel aan, omdat hij het
gevaarlijk vond opnieuw te weigeren. Maar
hij hoedde zich er voor te drinken, voor hij
wist of het goed was. Een reusachtige zwarte
kat liep door de hut.
„Oh, wat een lieve kat; ik zal hem iets van
mijn drinken geven!"
Maar de heks hield hem tegen en gaf de
kat iets uit haar eigen glas.
„Hij neemt alleen maar voedsel en drinken
van mij aan," zei ze toen. Iwan begreep, dat
het met zijn drank niet pluis was en deed of
hij het glas geheel vergat.
,,Ik heb u nog nooit op het dorp gezien,"
zei hij toen.
„Jawel," zei Baba-Jaga, die plotseling van
houding veranderde, „je hebt me gezien, toen
ik Anoesjka meegenomen heb!" De heks gaf
een tik tegen een tusschenwand en dadelijk
hoorde men kinderen huilen.
„Daar zijn ze allemaal," riep ze. „Het zijn
er veertig, juist het aantal, dat ik noodig heb
om aan de booz-e Geest te geven, die er zijn
knechtjes van maken zal. En jij zult me ook
niet ontsnappen."
Iwan zat nog altijd rustig op zijn steel en
bewoog zich niet.
„Dus jij bent Baba-Jaga," zei hij toen met
gespeelde verwondering.
„Ja!"
„Dan ben ik blij je te leeren kennen. Ik ben
altijd vol bewondering geweest voor je too-
verkunsten en daarom zal ik nu op je gezond
heid drinken."
Een wreede vreugde kwam op-het gezicht
van de heks. Plotseling gooide Iwan zijn rugzak
in een hoek en toen de heks zich omkeerde
verwisselde hij gauw de glazen.
„Laten we drinken," zei hij toen.
Hij ledigde zijn glas; 1 de toovenares deed
hetzelfde. Toen werd ze vreeselijk om aan te
zien: een vlam ontsnapte uit haar mond en
ze viel dood neer
„Goed zoo," zei Iwan.
Toen trapte hij met zijn voet de tusschen-
muur door. Anoesjka het eerst. Zij lachten en
huilden tegelijk van blijdschap.
„St." zei Iwan plotseling.
Hij hoorde lawaai buiten. De kinderen zwe
gen en de jongen keek uit het raam. Daar zag
hij alle monsters uit het bosch, die verschrik
kelijke kreten slaakten. Ze omringden de hut;
geen ontkomen mogelijk. Toen kreeg Iwan een
idee:
„Hutje, lief hutje," „breng ons dadelijk naar
het dorp!"
En o geluk, de hut gehoorzaamde en rende
uit alle macht door het bosch, de monsters er
achter aan.
- - - o En net doend, of
stapte de oude boer voort. De zon gmg reeds hij de heks niet kende, ging hij verder
onder, toen hij er eindelijk aan dacht eens uit 1 jk ben den weg kwijt. Over een paar uur
„Vlugger hutje, vlugger lief hutje!" De
boomen van het bosch, die dachten dat de
heks er in zat, gingen opzij. Eindelijk kwamen
ze bij het dorp; daar durfden de monsters niet
te komen en ze bleven in het bosch.
Op bevel van Iwan opende de hut haar
deur en de kinderen sprongen er uit. Onder
het slaken van vreugdekreten holden ze naar
hun ouders. Iwan zette Anoesjka op zijn
ichouders en ging, naar huis. De vreugde daar
was niet te beschrijven!
't Avonds was er groot feest in het dorp:
alle menschen deden er aan mee; want ze wa
ren nu niet bang meer voor de heks; want
die was dood.
En Iwan was natuurlijk de held van het
dorp; hoeveel keeren hij omhelsd werd is niet
te zeggen.
En als hoogtepunt van den avond maakte
men een groote brandstapel, waarop de wan
delende hut, met alles wat er nog inzat, ver
brand werd.
LAM.
Een nieuwe verkeersweg. Dat is de tun
nel of liever de tunnels onder de Schelde door
te Antwerpen. Men heeft hier een tunnel aan
gelegd voor voetgangers en een voor 't ver
keer. Deze laatste, die 2 kilometer lang en
6 3/4 Meter breed is kan 2000 voertuigen per
uur verwerken, terwijl de voetgangerstunnel
die 570 meter lang en 3 4 5 nieter breed is. be
rekend is op een verkeer van 16000 voetgan
gers per uur.