BESTE VRIENDINNETJES EN VRIENDJES. DE WANDELENDE HUT. Vandaag bepaal ik me tot het beantwoor den der briefjes. Lief LELIETJE VAN DALEN. Hoe heb je ons clubuurtje gevonden? Wel prettig' denk ik, A.s. Woensdag krijg je je werk en wanneer je trouw komt, heb je het tegen St. Nicolaas klaar. Je kunt ook Woensdag je album mede brengen. Dag Lelietje van Dalen. Best DUINROOSJE. Je hebt dit keer keurig geschreven. Ik vind het altijd prettig keurige briefjes te ontvangen. Of ik een St. Nicolaassurprise weet? Ja zeker, zelfs weet ik er zeer veel. Als je werkje van de club klaar is en we hebben tijd over, dan mag je het iii een passende zelf gemaakte surprise stoppen. Tot Woensdag. Dag Duinroosje. Beste DREUMES. Vriend heb je nu reeds Herfstvacantie? Je bent er vroeg bij zeg en treft het bijzonder met het weer. Je hebt het gezellig op de club gevonden? Dat vind ik prettig. Speel maar fijn en tot Woensdag. Dag Dreumes. Lief KLAVERTJEVIER. Of je je vrien dinnetje a.s. Woensdag mag medebrengen? Ben je vergeten wat ik geschreven en 1.1. Woensdagavond gezegd heb? Je vriendinnetje moet beginnen met haar naam en adres op te geven en mij geregeld te schrijven. Haar ouders moeten natuurlijk op de IJm. Courant geabonneerd zijn. Zij mag dan Woensdag 13 November voor het e.erst medekomen. Laat haar dit briefje maar lezen dan weet ze alles. Dag Klavertje vier. Lief ZONNESTRAALTJE. 'k Zou de klos jes van het rijggaren maar bewaren. Voor een kandelaartje kunnen ze wel geen dienst, doen. 'k Ben echter nogal vindingrijk en zal er wel een doelmatig gebruik van weten te maken. Prettig zeg, als je het zilverpapier voor mij krijgt. Ben ik niet thuis, dan is Vrijdagavond m'n werkster thuis, hoewel ik je aanraad niet na zes uur te komen. Het clubuur is je dus weer goed bevallen? Prettig zeg. Dag Zonne straaltje. Best MEIKEVERTJE. Ja ik krijg ook Herfstvacantie maar moet nog even geduld hebben. Ik krijg het pas Zaterdag 26 Oct, Maar je weet het, er is altijd nog een baas boven baas. Het is nu prachtig weer en ik hoop, dat je prettig buiten of in den speeltuin kunt spelen. Dag Meikevertje. Lief RANONKELTJE. Ja zeker a.s. Woens dag is er weer club. Ga je as. week de ge- heele week uit? Dat is fijn zeg. Je vriendinne tje mag mij ook schrijven, en als ze er nu mede begint en me trouw schrijft, dan mag ze Woensdag 13 November op de club komen. Ge- rardje is nog veel te jong. dat begrijp je wel. Prettige Herfstvacantie. Dag Ranonkeltje Besf ROODBORSTJE. Verlang jij alweer naar Woensdag en naar ons clubuur? Alle kin deren hebben het heel prettig gevonden en ik zelf vond het ook heel aangenaam jullie weer eens te kunnen vertellen en voorlezen. A.s, Woensdag beginnen we met ons werk en dat is dan heelemaal gezellig. Jammer dat ik je vo rige brief niet gezien heb. Dag Roodborstje. Beste KLEIN MAAR DAPPER. Zoo ben jij zoo fijn naar de club geweest en kom je kom je Woensdag vast weer? Dat vind ik heel prettig. Als je vader van zee thuis komt ver tel je hem natuurlijk van de club. 1-Iij zal het ook prettig vinden dat je zoo groot wordt en met Freek naar de club gaat. Tot Woensdag. Dag Klein maar Dapper. Besle THIJS IJS Jongen wat een keurige brief heb ik van je ontvangen. Je hebt weer heel wat sommen voor mij gemaakt. Flink hoor, voor een zesjarig jongetje. Blijf maar goed je best doen.Tot Woen-sdag.Dag Thijs IJs. Lief KRULLENKOPJE. k Kan me begrij pen dat je zus heel blij was het met nieuws. Ze heeft het ook wel verdiend want ze behoort tot m'n trouwste vriendinnetjes. Ze krijgt na tuurlijk werk, dat voor haar geschikt is. Tot Woensdag. Dag Krullenkopje. Best SNEEUWKLOKJE. Je hebt dus ook het zaaltje gezelliger-dan het vorige gevonden. Het is ook zoo en bovendien hebben we be hoorlijke tafels om aan te werken en behoeven we ons niet zoo te behelpen. De volgende week zullen er niet veel meisjes meer zijn omdat ik niet voor 13 November nieuwelingen toelaat. Alleen zij, die zich op tijd hebben op gegeven, mogen komen, Gezellig dat jullie met een heel clubje heen en weer gaat. Al babbe lend ben je zoo thuis. Dag Sneeuwklokje. Beste BEP. Ik dank je voor je mooie teekening. A.s. Woensdag' ben je ook van de partij. Gezellig zeg. Verlang je ook zoo naai den Woensdag, zooals de andere rubriekertjes? Tot ziens. Dag Bep Lief GOUDBLONDJE. Neen hoor, je be hoeft. wanneer je veertien jaar bent, niet van de club af. Je zus maakt het dus gelukkig goed. Wil je het nu al St. Nicolaas hebben? Ik niet hoor. De tijd gaat me al veel te vlug. Neen ik heb niet op je zitten machten, maar ik moest voor verschillend werk toch thuis zijn. Tot Woensdag. Dag Goudblondje.; Lief ROZEKNOPJE. Ja, ik weet wel wat de moeders prettig vinden, 'k Begreep ook je moeder met m'n regeling een plezier te doen. 't Is heel verstandig in tijds naar bed te gaan. 's Morgens sta je dan weer frisch op en bent in staat op school behoorlijk op te letten. Ik wou dat alle moeders hun kinderen op tijd naar bed lieten gaan. Tot Woensdag. Dag Ro- zeknópje. Best VERONIKA. Wat ben je op school gezellig aan het handwerken. Maar maar dat je werk netjes wordt. Je vraagt me weer een raadsel op te geven? 'k Zal eens zien of m'n moppentrommel er nog één bevat. Je kunt anders ook 's avonds eens een mooie teekening voor me maken. Dat is ook een prettig werk Tot Woensdag. Dag Veronika. Lief MANESCHIJNTJE. Je hebt je nog nog net precies op tijd opgegeven en daarom mag je a.s. Woensdag op de club komen. Je moet komen om tien minuten over half zes. De club eindigt om zeven uur. Werk behoef jè niet mede te brengen. Ik zorg er voor. We houden ae bijeenkomst in het zaaltje van den lieer v. d. Outenaar. v. d. Sluijsstraat hoek Enschedestraat. Tot Woensdag. Dag Mane schijntje. Best ROZA FLUWEELTJE. Nu zijn je kleedjes dus af. Breng je ze eens mede? De zijde die je over hebt bewaar je maar. Ze komt nog wel te pas. Ja zeker ik verlang ook weer naar ons clubuur. Tot Woensdag. Dag Roza Fluweeltje. I Lief KEUKENPRINSESJE. Meisjelief ik ben heel blij met hetgeen je mij schrijft en dat het Je gelukt is het poesje te bevrijden. Het arme beest zou anders na heel veel pijn, van gebrek zijn omgekomen. Wij, kinderen en menschen, moeten altijd de dieren helpen, wanneer ze hulp noodig hebben. Het wordt wel eens al te veel vergeten. Nogmaals, ik ben heel blij. dat je het dier geholpen hebt. Ik hoop dat je altijd zoo blijft handelen. Dag Keukenprinsesj e. Best KLAPROOSJE. Je zusjes zijn na tuurlijk heel teer en kunnen lang nog niet alles gebruiken, 'k Hoop dat je moeder toch nog met ze naar „Zuigelingenzorg" gaat. Ze hoort dan precies wat ze wel en wat ze niet mogen gebruiken. Vooral met een tweelinge- t-je ls het oppassen, omdat de kindertjes meestal minder sterk zijn. „Zuigelingenzorg" is een schitterende instelling en het is jammer er geen gebruik van te maken. Hoe heb je ons clubuurtje gevonden? Ben je Woensdag weer van de partij? Dag Klaproosje. Lief BOGDSCHAPSTERTJE. Zoo vind je het altijd zoo fijn om bij me te zijn en wil je weer zoo graag komen? Wel dat mag. A.s. Woensdag houden we weer club en ik hoop je weer te zien. Ik kan zien dat je al in de tweede klas zit. Wat heb je me een keurig briefje geschreven. Flink zoo hoor. Dag Boodschap- stertje. Beste MOEDERS HULP. Ik vond 't ook jammer dat je broertje niet op de club kon komen temeer, daar hij er zich zoo op ver heugd had. 'k Hoop echter dat hij weer spoe dig beter is. Het is anders een klein zieken huisje bij jullie thuis, 'k Wensch alle zieken van harte beterschap, 'k Zal Kaboutertje, om dat hij ziek is, ook een briefje schrijven. Dag Moeders-Hulp. Best KABOUTERTJE. Zeg vriend, wat ga je nu doen? Ziek worden en nog wel nu we weer club hebben? k Hoop dat je weer spoedig beter bent en met je vriend kunt mede komen. Met werk zal ik op je rekenen. Dag Kaboutertje Lief BOSCHVIOOLTJE. Zal je Woensdag beter om je tijd denken en zorgen niet te vroeg te komen? Als je me een plezier wilt doen en dat wil je wel, dan zorg je niet eerder dan 10 min. over half 6 bij het zaaltje te zijn. Je weet nu hoe lang je loopen moet en kunt dus precies op tijd van huis gaan. Als je weer bij Mej. L. komt, wil je haar dan m'n groeten doen? Tot Woensdag. Bag Bosch viooltje. Beste JOPIE SLIM. Vriend, wat ik ver moedde is uitgekomen. Met geen mogelijkheid heb ik je briefje kunnen lezen. Je moet er voortaan heusch meer zorg aan besteden en het papier glad houden. Het was nu geheel verkreukeld. Een volgend keer hoop ik een be ter briefje van je te ontvangen. Dag Jopie Slim Best BRUINTJE. Van je moeder heb je dus vernomen dat ik bij jullie thuis ben ge weest. Je hebt het jammer gevonden dat je niet meer op was? Maar ik kwam pas na acht uur en dan moeten jongetjes zooals m'n Bruintje er één is, reeds meer dan een uur in hun bedje liggen. Dag Bruintje. Beste ROBBEDOES. Nu ben ik bij je moe der geweest en heb heelemaal vergeten de sigarenbandjes achter te laten, 'k Had ook zooveel te doen, schrijven en nog eens schrij ven en desondanks was ik nog niet klaar ge komen. 'k Had de bandjes wel bij me. Enfin Als ik weer eens kom, hoop ik ze te geven. Hoe heb je het clubuurtje gevonden? Heb je thuis de verhaaltjes aan je moeder verteld? Dag Robbedoes. Best SPARRETJE. Toen ik de eerste re gels van je briefje las. dacht ik. 'k kan be grijpen, dat Sparretje het nu heel erg druk heeft. Als een echt poppenmoedertje zal ze direct haar gewonde kinderen zijn gaan ver binden en het leggen van poppenverbanden met naald en draad kost zeer veel tijd. Maar hoe schrikte ik, toen ik verder las. Staat het er werkelijk? 'k Las nog eens over. Ja ik had goed gelezen. Er stond werkelijk „Toen heb ik ten einde raad maar alles in de kast gesme ten en voorgoed!'' Die arme poppenkinderen. Door steeds met zich te laten spelen, zijn hun lichaampjes versleten en ter belooning heb je ze in een kast gesmeten. Je kon het echter niet over je hart verkrijgen om Dora ook weg te doen. Dora zal anders met angst haar ouden dag tegemoet zien. Ze weet nu welk lot haar wacht. Jammer dat ik het „Verteluurtje" van Hinse en Stamperius niet bezit, 'k Zou je an ders het verhaal getiteld „De oude en de nieuwe pop" ter lezing geven. Zeg, wat zal die kast er van binnen gezellig uitzien. Weet je, je hebt een radicaal middel toegepast. Je moest nu nog maar eens ten einde raad aan het werk gaan en de arme poppenkinderen uit hun benarde positie verlossen, 'k Ben nieuwsgierig naar je volgend briefje en of je m'n raad opgevolgd hebt. Dag Sparretje. ben. Nu vriend, ergens over tobben doe ik) te komen." 'k Vond het zelfs heel verstandig zelden. Je komt er niet verder mede en de Je behoeft a s. Woensdag geen werk mede te zaak is er niet door gediend. Ik ga bij alles van het standpunt uit „niet tobben, niet zeu ren, niet zoo gauw ergens tegen op zien, maar durf hebben en aanpakken, zonder meer. Dus beste Pietje Pelle, k wil je wel vertellen aan tobben zooals je mij gebiedt, doe ik lekker niet. Dag Pietje Pelle. Beste ZUS. Het is en blijft jammer, dat je niet aan de club kunt deelnemen. Twee heeren tegelijk dienen is mu eenmaal een on mogelijkheid. Of ik het beschreven spelletje leuk vind? Niet zoo heel erg. 'k Vind het ta melijk gevaarlijk. Men kan met het onver wachts laten vallen, leelijk terecht komen en b.v. een pols breken, 'k Zou dus maar heel voorzichtig zijn. Dag Zus. Best FILMSTERRETJE. Neen ik was 11. niets verwonderd over je verzuim. Het regende fimk en ik dacht „Filmsterretje is doornat van Beverwijk thuis gekomen en heeft groot gelijk dat ze nu fijn thuis blijft, om wat op verhaal brengen. Alle meisjes krijgen werk van mij Is dat even fijn, zeg? Nu tot Woensdag. Dag Filmsterretje. Lief VUURVLINDERTJE. Of ik beuken nootjes ook erg lekker vind? Ik heb ze in ja ren niet gegeten, 'k Weet echter nog wel dat ik na het eten altijd een beetje keelpijn kreeg In de oorlogsjaren 19141918 heb ik ze wel veel met m'n leerlingen gezocht. Ik trok er dan met de heele klas op uit. Ook met de leer lingen van de avondschool. De vrije Woensdag middag werd toen besteed aan een fiksche wandeling naar één of ander bosch in de om geving van Utrecht. Hertha lust ook al beu kennootjes en dan nog wel het liefst gepiept met boter? Hij is er achter zeg. Mag je nog niet naar school? Beterschap hoor. Dag Vuur vlindertje. Veel groeten van MEJ. E. VIJLBRIEF. Er heerschte groote vrees in het dorpje Als de avond gekomen was, ging iedereen naar huis en sloot de deuren en ramen met gren dels dicht, en men waagde het bijna met- naar buiten te kijken. Het was de kinderen streng verboden na zes uur op straat te gaan. Want er gebeurden verschrikkelijke dingen. Om onbekende redenen spookte de gevreesde heks Baba-Jaga in het dorpje. Zij kwam, zoo verleiden de weinigen, die haar weieens gezien hadden, 's avonds op een bezemsteel gezeten en pakte alle kinderen mee, die ze maar krij gen kon. Men beweerde ook, dat een kleine hut. die kippepooten had. haar volgde en dat ze daar dan haar onschuldige slachtoffertjes insloot, die nooit meer terug werden gezien RAADSELHOEKJE. Hier volgt een opgaaf. Bij minder dan 10 goede oplossingen stel ik 1 prijsje, bij meer dan 10 goede oplossingen 2 prijsjes beschikbaar. Maak uit onderstaande letters iets. waar voor vele menschen een reis naar het buiten land gemaakt hebben. llltdttrwsgeenenonoie. Allen aan het werk. Veel groeten van MEJ. E. VIJLBRIEIF. NAGEKOMEN BRIEFJES. Juist had ik de enveloppe dichtgeplakt, toen ik de brievenbus hoorde kleppen en ik daarna eenige briefjes in de bus vond. Deze briefjes waren feitelijk te laat. Dit is ook de laatste maal dat ik te laat ontvangen briefjes be antwoorden zal. De briefjes moeten uiterlijk Donderdags 's morgens 9 uur aan het bureau van de courant, Kennemerlaan of aan mijn huis, Roggeveenstraat 27, bezorgd zijn. Best JULLAANTJE. 'k Dank je voor de teekening. 'k Vind haar echt grappig. Je hebt weer heel keurig geschreven. Wat dom hè, dat ik dat eenvoudige raadsel dat je me op gaf niet heb kunnen oplossen? Maar ik gunde me er ook geen tijd voor. om even over na te denken. Zevenendertig briefjes beantwoorden kost reeds heel veel tijd. Het versje vind ik snoezig maar meer van pas in 't voorjaar. Tot Woensdag. Dag Juliaantje. Beste PIETJE PELLE. Wat schrijf jij toch steeds grappige briefjes, 'k Heb er echt om moeten lachen, 'k Dank je ook voor je teeke ning. Stelt het krabbeltje op één der zeilen het mannetje voor, waar ik naar moest zoe ken? Je wilt me ook nog ergens over laten tob- Men begrijpt dus de angst, die er in het dorp heerschte. En niemand had tot nu toe gewaagd de heks aan te vallen. Dien avond verzamelde de oude boer Gre- gor zijn gezinsleden om zich hen: zijn vrouw zijn kleine dochtertje en zijn negentienjarige zoon Iwan, die men in het dorp Iwan de On wijze noemde en die door iedereen mishan deld werd. Hij was altijd treurig en zwijgend; maar soms ook zong hij luidruchtige liedjes die geen begin en geen eind hadden. Dan legde zijn vader hem met een harden klap het zwijgen op. Anoesjka speelde met een rooden bal; zij gooide hem tegen den muur en ving hem dan weer op en haar vroolijke lachen ver vulde het vertrek. Alleen Gregor was angstii en keek van tijd tot tijd bezorgd naar buiten. Babe-Jaga was dien avond weer gezien. Het was nu al acht dagen, dat ze iederen avond het dorp onveilig maakte en ze had nog niemand kunnen vangen; want de boeren waren uiterst voorzichtig Iwan de Onwijze had zich reeds te bed begeven en snurkte als een os. Zijn ouders waren juist van plan ook te bed te gaantoen met groot lawaai de deur opengegooid werd en Baba-Jaga op haar bezemsteel in het vertrek verscheen. Haar groene haren fladderden achter haar aan; haar oogen fonkelden en boosaardi; stak ze haar tong uit. Anoesj ka gaf een gil en wilde zich achter haar verschrikten vader verbergen. Maar de skeletachtige hand van de heks had haar al bij haar jurk gegrepen en trok haar naar zich toe. Gregor wilde tus- schenbeide komen, maar Baba-Jaga spuwde hem in het gezicht, zoodat hij niets kon zien. Iwan de Onwijze, die uit zijn slaap gewekt was onderging hetzelfde lot terwijl de wan hopige moeder hartverscheurende kreten uitte. Een oogenblik later was de heks met het kind verdwenen. Gregor veegde zijn gezicht af en rende naar buiten. Hij zag hoe Baba-Jaga zoo vlug ze kon wegvloog, terwijl ze gevolgd werd door het hutje op de kippenpooten. De arme vader probeerde haar te achterhalen; maar tevergeefs. De heks haastte zich naar het donkere woud, dat vlak achter het huis lag en verdween daarinde arme boer durfde haar daarin niet te volgen, want hij was niet gewapend. Hij ging langzaam terug, terwijl groote tranen in zijn witte baard druppelden. Iwan de Onwijze wachtte hem op aan de deur. „Anoesjka?" vroeg hij met gesmoorde stem Gregor maakte een vertwijfeld gebaar en ging naar binnen. Maar na eenige minuten kwam zijn moed terug. .Ah," schreeuwde hij, „maar dat gaat zoo maar niet! Morgen ga ik mijn dochtertje zoe ken". „Ik ga met u mee, vader," zei Iwan. „Wat heb ik aan jou? Je zou me last be zorgen!" De arme Iwan zweeg. Zijn vader ging niet meer slapen; maar zette zich in een stoel bij het vuur en begon van een boomtak een ste vige stok te snijden. Toen de dageraad aan brak was zijn werk beëindigd. Hij omhelsde vrouw en zoon en begaf zich op weg. Hij kwam aan het donkere woud, waar de heks den vorigen avond in verdwenen was en liep er moedig in. De boomen stonden heel dicht tegen elkaar en het gras groeide er zoo dicht, dat hij er haast niet door kon komen. Dan gebruikte hij zijn stok. Hij had zich ten doel gesteld de heks te dooden, zijn kind mee naar huis te nemen en de andere kleine slacht offertjes, wier aantal ontelbaar was, te wre ken. Uren gingen voorbij en onvermoeibaar te rusten. Hij ging tegen een boomstam, zitten en opende zijn rugzak. Maar dadelijk strek ten de takken zich als grijparmen naar hem uit. Verschrikt sprong hij op. Hij begreep, dat. wanneer hij zich te slapen zou leggen in dit betooverde woud het met hem gedaan zou zijn. Dus liep hij weer door, onderweg at hij een stuk zwart brood op. Het werd donker. Gregor ging voorzichtig verder, zijn stok klaar om te slaan. Om zich heen hoorde hij griezelig geritsel en gekraak en soms zag hij groene oogen, die naar hem loerden. Hij voel de zich door allerlei gevaren omringd en alleen de gedachte aan zijn kleine Anoesjka gaf hem moed. Hoe lang zou deze verschrikkelijke tocht nos duren? Hij wist het niet! Zijn beenen waren iood; maar hij durfde niet te gaan zitten, uit angst aangevallen te worden. Te moe om zich verder te verzetten, wilde hij maar laten ge beuren wat kwam, toen hij plotseling in het licht van de maan, op een open plek de hut op kippenpooten zag staan. Met een kloppend hart naderde Gregor, ieder geluid vermijdend. Eindelijk had hij het doel bereikt, waar naar hij streefde. In de hut scheen alles te slapen. Gregor kwam nader, kwam naderPlotseling begon de hut te sidderen en op zijn pooten te trillen. Voor Gregor de deur kon bereiken, was de hut op de loop gegaan. Iedere voorzichtig heid uit het oog verliezend begon de oude boer de achtervolging, terwijl hij allerlei be dreigingen uitte. Hij liep door doorns en prikkels; maar in zijn haast voelde hij ze niet. De strijd was ongelijk en toen de oude boer van vermoeidheid in elkaar zonk, zag hij met verbazing, dat hij aan den rand van het woud was. De wandelende hut was verdwenen. Voor hem zag hij een vlakte, een weg, die hij goed kende.... Daarginds lag een vredig dorpje. De ongelukkige slaakte een kreet van wan hoop. De hut had hem bij zijn uitgangspunt teruggebracht. Dat was zijn eigen dorp en daar ginds wachtte zijn vrouw in tranen op den terugkeer van de kleine Anoesjka. Hij dacht er nog even aan om weer terug te kee- ren naar het woud; maar toen bedacht hij, dat het dwazenwerk zou zijn, in de uitgeput te toestand, waarin hij verkeerde. Hij kwam thuis met tranen in de oogen en viel dadelijk in een diepe slaap, waaruit niets hem wek ken kon. Toen hij den volgenden ochtend wakker werd, zag hij Iwan de Onwijze zich meester maken van zijn rugzak en zijn stok. „Vader," zei hij, „laat mij Anoesjka zoeken". „Nee, want ze zullen je pakken!" „Laat mij alstublieft gaan!" De oude boer haalde de schouders op, on danks zichzelf geroerd. „Ga dan," zei hij, na zijn zoon omhelsd te hebben! Iwan begaf zich op weg. Nauwelijks was hij in het bosch, of hij ontmoette dezelfde moeilijkheden als zijn vader. Maar met zijn stok sloeg hij de takken af, die hem probeer den tegen te houden en toen hij onder een boom ging zitten om zijn boterhammen op te eten, hakte hij eerst alle takken af. Dadëlijk weerklonken er verschrikkelijke kreten om hem heen en Iwan meende de woorden te verstaan: „Pas maar oppas maar op!" Zijn stok in het rond slaande, ging hij verder. Voor hem vluchtten kleine monsters, padden met een visschenkop, gevleugelde kikkers, vogels met twee koppen en sprinkha nen op hooge plooten, die zoo hard als hazen liepen. Zonder eenige verbazing te toonen. liep Iwan verder, luidkeels een vreemd lied zin- :end! Niets kon hem tegenhouden, zijn zusje Anoesjka terug te vinden, was een eerezaak voor hem geworden. Jong en sterk was hij besloten lot iederen prijs te slagen, liever dan onverrichterzake terug te keeren. Hij schoot zoo vlug op, dat hij na eenige uren reeds de open plaats had bereikt waar zijn vader de wandelende hut had gezien Hü wilde juist doorloopen, toen een wolk ver scheen, waaruit Baba-Jaga stapte, op haar be zem gezeten en vreeselijk om te zien. „Goedendag, moedertje", zij Iwan kalm bet is mooi weer vandaag" is het donker en waar moet ik dan slapen*- Baba-Jaga lachte triomfantelijk. Ze jy haar vijand in haar macht. „Ga maar mee," zei ze, terwijl ze haar zelige hand uitstak, „ik weet 'n goede plaats voor je!" Iwan legde vastbesloten zijn hand in die van de heks en volgde haar. Ze waren er vlug; de boomen gingen opzij bij ri! nadering van Baba-Jaga en alles was kalm <*e worden. Ze kwamen eindelijk bij een hooien berg en Iwan slaakte bijna een kreet van ver rassing, toen hij daar de wandelende hut zaa Na een oogenblik zwijgen zei de heks: „Kom dat is mijn huis. Daar kun je uit- rusten!" Toen „Hutje lief hutje, open je deurtje!" Dadelijk ging de deur open en de heks ging naar binnen, Iwan achter zich aantrekkend „Nu," zei ze „gaan we eten. Je zult wei honger hebben!" „Doe geen moeite voor mij, moedertje," zei Iwan, „ik heb alles, wat ik noodig heb bij mij,'. Baba-Jaga, die het booze plan had hem te vergiftigen, zweeg. „Maar je wilt toch wel iets drinken," zei ze, ten einde raad. Iwan nam dat voorstel aan, omdat hij het gevaarlijk vond opnieuw te weigeren. Maar hij hoedde zich er voor te drinken, voor hij wist of het goed was. Een reusachtige zwarte kat liep door de hut. „Oh, wat een lieve kat; ik zal hem iets van mijn drinken geven!" Maar de heks hield hem tegen en gaf de kat iets uit haar eigen glas. „Hij neemt alleen maar voedsel en drinken van mij aan," zei ze toen. Iwan begreep, dat het met zijn drank niet pluis was en deed of hij het glas geheel vergat. ,,Ik heb u nog nooit op het dorp gezien," zei hij toen. „Jawel," zei Baba-Jaga, die plotseling van houding veranderde, „je hebt me gezien, toen ik Anoesjka meegenomen heb!" De heks gaf een tik tegen een tusschenwand en dadelijk hoorde men kinderen huilen. „Daar zijn ze allemaal," riep ze. „Het zijn er veertig, juist het aantal, dat ik noodig heb om aan de booz-e Geest te geven, die er zijn knechtjes van maken zal. En jij zult me ook niet ontsnappen." Iwan zat nog altijd rustig op zijn steel en bewoog zich niet. „Dus jij bent Baba-Jaga," zei hij toen met gespeelde verwondering. „Ja!" „Dan ben ik blij je te leeren kennen. Ik ben altijd vol bewondering geweest voor je too- verkunsten en daarom zal ik nu op je gezond heid drinken." Een wreede vreugde kwam op-het gezicht van de heks. Plotseling gooide Iwan zijn rugzak in een hoek en toen de heks zich omkeerde verwisselde hij gauw de glazen. „Laten we drinken," zei hij toen. Hij ledigde zijn glas; 1 de toovenares deed hetzelfde. Toen werd ze vreeselijk om aan te zien: een vlam ontsnapte uit haar mond en ze viel dood neer „Goed zoo," zei Iwan. Toen trapte hij met zijn voet de tusschen- muur door. Anoesjka het eerst. Zij lachten en huilden tegelijk van blijdschap. „St." zei Iwan plotseling. Hij hoorde lawaai buiten. De kinderen zwe gen en de jongen keek uit het raam. Daar zag hij alle monsters uit het bosch, die verschrik kelijke kreten slaakten. Ze omringden de hut; geen ontkomen mogelijk. Toen kreeg Iwan een idee: „Hutje, lief hutje," „breng ons dadelijk naar het dorp!" En o geluk, de hut gehoorzaamde en rende uit alle macht door het bosch, de monsters er achter aan. - - - o En net doend, of stapte de oude boer voort. De zon gmg reeds hij de heks niet kende, ging hij verder onder, toen hij er eindelijk aan dacht eens uit 1 jk ben den weg kwijt. Over een paar uur „Vlugger hutje, vlugger lief hutje!" De boomen van het bosch, die dachten dat de heks er in zat, gingen opzij. Eindelijk kwamen ze bij het dorp; daar durfden de monsters niet te komen en ze bleven in het bosch. Op bevel van Iwan opende de hut haar deur en de kinderen sprongen er uit. Onder het slaken van vreugdekreten holden ze naar hun ouders. Iwan zette Anoesjka op zijn ichouders en ging, naar huis. De vreugde daar was niet te beschrijven! 't Avonds was er groot feest in het dorp: alle menschen deden er aan mee; want ze wa ren nu niet bang meer voor de heks; want die was dood. En Iwan was natuurlijk de held van het dorp; hoeveel keeren hij omhelsd werd is niet te zeggen. En als hoogtepunt van den avond maakte men een groote brandstapel, waarop de wan delende hut, met alles wat er nog inzat, ver brand werd. LAM. Een nieuwe verkeersweg. Dat is de tun nel of liever de tunnels onder de Schelde door te Antwerpen. Men heeft hier een tunnel aan gelegd voor voetgangers en een voor 't ver keer. Deze laatste, die 2 kilometer lang en 6 3/4 Meter breed is kan 2000 voertuigen per uur verwerken, terwijl de voetgangerstunnel die 570 meter lang en 3 4 5 nieter breed is. be rekend is op een verkeer van 16000 voetgan gers per uur.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1935 | | pagina 10