EINDELIJK THUIS. jubileum der Zeevaartschool te Amsterdam Het 150-jarig FEUILLETON Roman, door JOE LEDERER. Vertaling van ELSA KAISER. 13) „Corodi, lieve. Ik wil niets weten. Dat alles gaat mij toch niet aan". Maar Mathieu liet zich niet het zwijgen opleggen. Hij stamelde nogeens een veront schuldiging' en was oprecht wanhopig. „Zij heeft mij eenvoudig overvallen. Heeft in de krant gelezen dat ik vanavond weer speel en is hier gekomen. Ik dacht dat zij mij pas morgen zou opzoeken en daarom vond ik het prettig dit meisje nogeens duidelijk te zeggen, dat.ik weet niet wat ik met haar moet beginnen is van staal. Zie je Jearinine zij heeft mij een jaar lang dwaze brieven ge schreven en in dezen herfstiederen dag heeft zij voor het huis heen en weer geloopen zelfs in den regen en eens, toen was het al koud, toen heb ik haar. binnen laten roe pen „Groene thee is een heerlijke drank". Jeannine bracht haastig haar kopje naar haar mond. „U moet mij het adres geven waar u ze koopt". „Graag", zei Corodi. „Ik zal het opschrij ven. Ik liet dus dat meisje binnen roepen, ik had medelijden met haar, zij was kletsnat geregendJeannine het is alles zooais ik het je vertel, zij zat bij mij en ik wist nieteens waarover ik met haar moest praten. Zij zag eruit alsof zij geschrokken was van haar eigen moed. En ik dacht: het is een arm schepsel, men moet haar-een beetje warmte Eeven.,,." - --• Tommy had het zich in een zachten stoel gemakkelijk gemaakt en sliep. Het kleine houtvuur flakkerde. Op den steenen rand lagen krantenknipsels en cahiers met rollen in bonten mengeling door elkaar, daartus- schen stond een oude tinnen kroes, een kalender, een Fayence doos en een doos luci fers. Een stoflaag lag over alles verspreid.. Jeannine dacht: Nooit heb ik geloofd dat Andy een ander zou kunnen liefhebben. Wat zal er nu van mij worden. Wat zal.... „Jeannine, waarom luister je niet?" Zij hief het hoofd op en lachte zwak. Hij zeide boos: „De schijn is tegen mij. Maar u moet mij gelooven dat meisje is mij zoo onverschillig als wat. Ik heb geen andere schuld dan dat ik te vriendelijk voor haar was". Hij zeide bijna de waarheid hoewel dat meisje -hem een paar dagen lang niet heele- maal onverschillig was. Het had hem gestreeld dat dit bleeke meisje in zijn armen was ge vallen. En hij was werkelijk vriendelijk tegen haar geweest. Maar het jonge meisje had heel snel de verwonderlijke gave getoond om zich met ijzeren energie aan hem vast te klampen. Toen Mathieu haar op een dag 'n brief zond waarin hij haar voor de belangstelling dankte, nam zij de kennisgeving niet aan. „Ik had een verkeerde meening' van haar", zei Mathieu nederig. „Zij leek, voor mij, op glas, voorzichtig te behandelen, gemakkelijk te breken". „Maar zij is als een kabeltros", voegde hij er na eenige oogerablikken aan toe. Jeannine keek opmerkzaam in het vuur waar een houtblok in gloeiende stukken viel. Jeannine zuchtte en sloot de oógen., Maar zelfs met gesloten- oogen zag zij Andy voor zich. Jeannine geloof je in ernst dat Ulla iets •oor mij heeft beteekend?" „Wie?" „Nu", zeide Mathieu en gooide een nieuw kputfelok 5© het yuur. ^Ulla, het meisje waar over wij den geheelen tijd spreken. Dat u helaas hier hebt gezien". „Ach, ja, zijmompelde Jeannine. Zij keerde zich weer om en keek in het vuur. Alle meisjes schenen plotseling Ulla te heeben. Spitse,1 helle vlammetjes sprongen uit het vuur. „Ulladacht Jeannine. Zij rilde. Deze naam was als een spooksel een zwarte vleermuis, die haar cedert gisteren Corodi stond op en begon in de kamer heen en weer te loopen. Zóó kon 't niet door gaan, neen, zoo kón het niet doorgaan. Hij bleef dikwijls staan en wierp een blik naar Jeannine. Zij verroerde zich niet. Zij zat voorovergebogen, de kin nadenkend in de han den geleund. Haar gezicht, de lange in zacht- kleurige zijden kousen gestoken beenen, waren rozig door het vuur bestraald. Mathieu kwam langzama naderbij. Hij keek naar haar mond, haar oogen. Gezicht vol geheim. Zeven dagen geleden kende hij haar nog niet. En nu was hij voor bestemd om van haar te houden. „Jeannine", begon hij onbeholpen. Hij wilde haar een vraag doen. sedert dien mor gen toen hij met Ha-rald den D-trein Rome- Berlij-n nagejaagd had, had hij het besluit genomen haar deze eene gewichtige vraag te doen. Maar een stem, vreemd en toch die van Jeannine zeide plotseling: „Mathieu, ik zou graag iets willen weten, het is dwaas, maar ikhoe heet dat meisje van haar achternaam?" Mathieu zweeg, hij glimlachte tegen haar verlegen en gestreeld tegelijk. In de kamer er naast telde een klok half luid het zesde uur af. Als Jeannine later probeerde om zich dezen avond te herinneren, scheen alles wat toen gebeurd was, in een dichten nevel gehuld. Al leen dook nu en dan een enkel beeld op, scliadu-wachtig als een verbleekte sfflfna^ Zij wist niet meer hoe zij van Corodi af scheid had genomen, zij wist ook niet hoe zij in het hotel was teruggekomen, misschien had zij eerst door de straten gerend en had dan ergens een auto genomèn, tenminste zij meende zich een schokkende taxi te her inneren. waarin de geur van ouden sigaret tenrook had gehangen. Een uur later had zij voor den theater- ingang gestaan, de wind blies door haar zil- verbrocaten avondmantel maar eerst had den zich nog een paar merkwaardige dingen voorgedaan. Het was gebeurd dat Andy haar in de hotel hall opwachtte en haar met gedwongen vroolijkherd tegemoet trad. „Ik wilde maar even zien hoe je het maak te. Misschien kunnen wij een beetje uit gaan?" Zij staarde hem aan en brachtg een woord uit. ,3en je niet goed?", vroeg Andy. Zij nam haar hoed af en schudde de sneeuw uit beur haar. Zij voelde dat men naar haar keek, maar het was haar onverschillig wat de menschen van haar dachten. „Neen, zeide zij. „Ik ben heel wel, het gaat mij goed, ik heb een wonderlijken dag be leefd". Haar oogen hingen strak aaan zijn ge zicht. „Een wonderlijke dag", herhaalde zij. Zij had het onweerstaanbare verlangen hem in het gezicht uit te lachen, zij liet haar nat ten hoed op haar vingertoppen dansen en brak plotseling in een luid gelach uit. Andy keek haar bevreemd aan. Zij had tranen in de oogen. Zij hield zich aan Tommy's halsband vast, dat was een kleine steun. Haar vingers sloten zich vast om den lederen riem. „Ik wil alleen zijn Andy, ik Hij ging niet weg, integendeel hij bleef naast haar staan. Misschien dacht hg dat zg. -ója. geluk leed en wilde haar troosten. Misschien hield hij haar voor zwak en hulpeloos, terwijl zij voor niets anders bang was dan voor haar eigen macht en dat zijn lot in haar handen was gegeven. Nu kon zij hem losrukken van zijn kleine heilige, die stilletjes op avontuur uitging. Nu had het toeval haar den weg aan gewezen waarlangs zij hem kon terughalen, hem, de makker, die voor haar bestemd ge weest was, haar eerste en eenige liefde. Zij hoorde dat Andy iets tot haar zeide, maar zij verstond de woorden niet. Zij zag zijn gezicht, ver weg, als achter een sluier. En er was een gevaarlijke, bittere lust in haar die haar met de gedachte, hem alles te zeggen, liet spelen. Maa-r zij wilde zwijgen, zij wilde sterker zijn dan haar hongerig gewetenloos hart. Maar daarom moest zij hem wegsturen tot eiken prijs, gauw, voordat zij hem alles vertelde. Zij zocht naar een leugen. „Ik moet mij verkleeden, Andy, het is laat, ik moet mij haasten „Ga, je naar de comedie?", vroeg hij. „Ja, natuurlijk, naar de comedie". „Om Mathieu. Corodi in „Caro Asz" te zien? Het is van daag de honderdtwingtiste voor stelling". „Ja", stotterde zij. Andy keek opgewonden langs haar heen. „Ik zal hier op je wachten en je erheen brengen. Ik moet tochlangs het Stads theater". Nu was zij in haar. eigen netten gevangen. Zij ging naar boven, waar was de schakelaar, zij struikelde over een stoel. De kroon vlamde aan. Tommy liep geeuwend, naar zijn hoek. Zij had moeten zeggen dat zij naar Ha-rald ging, dat zou het eenvoudig ste geweest zijn. Als ik vandaag niet naar Mathieu was ge gaan, als ik alles niet gehoord had.... Het was hard, zooveel te weten! (Wordt vervolgd). De officieele herdenking van het 150-jarig bestaan der Kweekschool voor de Zeevaart werd Donderdagmiddag o.m. bijgewoond door den minister-president dr. H. Colijn, minister prof. dr. Siotemaker de Bruïne, den commissaris der Koningin in Noord Hol land, jhr. mr. dr. A. Röell en den burgemeester van Amsterdam, dr. W. de Vlugt Op de terreinen van het hoögovenbedrijf te IJmuiden werd Donderdag de enorme berg slakken met dynamiet opge blazen. De deskundigen hadden op veiligen afstand in een versterkte schuilplaats post gevat ln bewondering voor het van kleine chrysanten vervaar digde stuk .Elsje Fulton" op de tentoonstelling, welke de gelijknamige Chrysanthemumclub in het IJpaviljoen te Amsterdam heeft georganiseerd Een vreemde figuur vertoonde zich Donderdag in de straten der hoofdstad. De Katwijksche omroeper Piet Hoek, deed de Amsterdamsche burgerij konde, dat er in het Oude Mannen en Vrouwenhuis van 29 31 October a.s. een bazar gehouden zal worden Te Scheveningen heerscht thans groote drukte in verband met het invaten en verzenden van haring naar Polen. Duizenden tonnen zeebanket liggen voor transport gereed De oud-president van Spanje, Aza- na, tijdens zijn rede bij de jongste meeting der repu blikeinen teMadrid De heer en mevrouw dr. Ph. C. Visser- Hooft (derde en vierde van links) op terugreis van hun vierdè Karakorum- expeditie bij aankomst te Genua aan boord van het m.s. .Victoria"

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1935 | | pagina 5