Haarlems Kunstschatten. HET LONDENSCHE ROOKPROBLEEM. Invloed van Kosmische stralen op den mensch. Rede van prof. dr. J. Clay. Tilanus-medaille uitgereikt. In de groote gehoorzaal van de gemeente lijke Universiteit te Amsterdam heeft heden het Genootschap ter bevordering van Natuur- Genees- en Heelkunde onder groote belangstel ling zijn jaarlijksche algemeene vergadering gehouden, waarin wat de openbare bijeen komst betrof twee belangrijke punten op de agenda stonden: een voordracht van prof. ör. J. Clay over kosmische stralen en de uitreiking van de Tilanus-medaille door prof. dr. P. R. Michael aan df. Chr. van Gelderen. In de huishoudelijke vergadering zijn o.m. nieuwe leden benoemd en heeft de overdracht plaats gehad van het algemeen-voorzitter schap aan prof. dr. E. Laqueur. Na de opening der openbare bijeenkomst door den algemeen-voorzitter prof. dr. J. Boeke, werd aan prof. Clay het woord gegeven voor het houden van zijn belangwekkende voordracht, waarin hij een uiteenzetting gaf van zijn onderzoekingen aangaande de kosmi sche straling, resultaten van de expedities naar Noorwegen en Zuid-Amerika. Spreker ving aan met een korte inleiding te geven, waarin hij naging, welke eigen schappen de straling heeft, hoe ze ontdekt is en hoe ze, met behulp van ionisatiekamers en Geigerteller gemeten wordt. Door deze metingen weten wij thans vrijwel zeker, dat de primaire stralen die de aard atmosfeer binnendringen, alle korpusculair zijn. De minimum waarde voor de energie die toegelaten is door het magnetisch veld, kan uit de theorie van Störmer worden gevonden en bedraagt aan de aequator ruim 10 milliard volt. Op onze breedte is nog geen 2 milliard noodig en er worden dus meer deeltjes toege laten. We nemen derhalve waar, dat de stra ling hier sterker is, ongeveer 17 pet. meer dan aan de aequator. Aan de Pool is, wat het mag netisch veld betreft, de energielimiet nul ge worden, en er zou veel meer toegelaten wor den, ware het niet dat het doorboren van de aardatmosfeer een laagste grens stelt, die een verdere toename verhindert. Hoe groot deze grenswaarde is, zullen wij juist kunnen vinden door de breedte te bepalen waar de verande ring ophoudt. Terwijl wij aldus spr. voor dergelijk onderzoek vroeger de onmisbare hulp van de Stoomvaart Mij. Nederland ondervonden, bood dit jaar de groote welwillenheid van de Ko ninklijke Nederlandsche Stoomboot Mij. ons de mogelijkheid, de metingen met een viertal verschillende toestellen te verrichten van Am sterdam naar de Noordkaap en terug. In dezen kring wilde spr. in het bijzonder nog een enkel woord zeggen over de werking van de straling op het levende wezen. Aange zien blijkt, dat Röntgen- en gammastralen sterke destructieve werking, in het bijzonder op de kiemcellen, hebben, meet men wel aan nemen, dat dit ook met deze stralen, wellicht in nog sterkere mate, het geval is. Het volwassen individu schijnt er echter w-el zeer weinig last van te ondervinden, of schoon het per cm.2 door een deeltje per mi nuut getroffen .."wordt, dat er dwars doorheen gaat. Dit zou echter nader onderzocht kunnen worden door vergelijking van levende wezens in een mijn of op een zeeniveau en anderzijds bijv. op 5000 meter hoogte, waar de straling ongeveer 6 maal zoo sterk is en vooral de in- dividueele stoten veel heviger zijn. Waar de stralen 'ontstaan,' wéten we niet. Alleen is het zeker, dat zé niet uit "óns melk wegstelsel karnen. Dat beteekent, dat ze dus meer dan eèni-ge millioenen jaren onderweg geweest moeten zijn voor ze ons treffen, of schoon ze zich met lichtsnelheid, d.i. 300.000 K.M. pér seconde bewegen. Na deze voordracht geschiedde de plechtige uitreiking van de Tilanus-medaille. NED. HERV. KERK. Drietal' te Amsterdam (vac. wijlen H. G. W. Briedé) D. L. G. Gregory te Wageningen; C. M. Luteyn te Groningen en Dr. K. H. Midkotte te Haarlem. Regeering bereidt de uitvoering van sancties voor. Einde der volgende week- gereed? DEN HAAG, 29 October (R.P.D.) Ten einde de verdere toepassing van de uitvoer- verbodenwet en de toepassing van de -Maan dag afgekondigde sanctiewet mogelijk te maken, houdt de regeering zich thans bezig met de voorbereiding der vereischte uitvoe ringsmaatregelen. Deze maatregelen, respec tievelijk betreffende de credietverleening, den invoer uit Italië en den uitvoer van zekere grondstoffen naar Italië, maken overleg nood zakelijk tusschen tal van departementen en moeten, wat de beide eerstgenoemde betreft vooraf nog aan den Raad van „State worden voorgelegd. Verwacht wordt, dat de regeering aan het eind-der volgende week gereed zal kunnen zijn tot de toepassing over te gaan. In dien zin is het Volkenbondssecretariaat ingelicht. Het vaststellen van den definitieven datum zal geschieden in verband met den uit slag der besprekingen in het coördinatie comité te Genève, welke op 31 October aan vangen. De Nederlandsche regeering zal al daar zijn vertegenwoordigd door den gezant te Bern, Ridder van Rappard. permanent ver tegenwoordiger van Nederland bij den Vol kenbond Weer verpachting van vergunningen? Regeering dient wetsontwerp in. De regeering beeft een wetsontwerp tot wijziging van de Drankwet-1931 ingediend, waardoor de mogelijkheid wordt geopend, dat een vergunninghouder zijn bedrijf voor tijde lijke uitoefening aan een ander overdraagt, dus verpacht. Dit wetsontwerp beoogt, e enigermate tege moet te komen aan de moeilijkheden, welke de vergunaiings- en verlofsbedrijven heden ten dage ondervinden. Principeele punten blijven onaangeroerd, behoudens de genoemde tijdelijke uitoefening van de vergunning door een ander. Dit wordt overigens aan eenige beperkingen onderwor pen. Zoo zal de overdracht slechts kunnen ge schieden met toestemming van B. en W., in het bijzonder ten aanzien van degenen, aan wien men verpacht, en is zij beperkt tot den wettelijken duur der vergunning. Ook mag de toestemming tot tijdelijke overdracht door B. en W. niet worden verleend, indien voor het gebruikt der vergunning een hooger bedrag is bedongen dan f 750 per jaar, omdat er, volgens de memorie van toelichting, bij de verpachting, welke ook- thans geschiedt door middel van schijncontracten, gevallen van woekerprijzen voorkomen, die tot ongezonde toestanden leiden. Deze ongezonde toestanden en de ontdui king door schijncontracten, met de daaraan verbonden moeilijkheden en risico's voor hou ders en vervangers, zijn dan ook de voor naamste motieven voor de voorgestelde wij ziging. Van belang is voorts, dat de bestaande grondslag v-oor het vergunningsrecht, de huur waarde van het perceel, wordt vervangen door een juistere, den omzet van sterkedrank over het laatst verloopen kalenderjaar. Ook wordt het minimum-recht iets verlaagd, n.l. van f 40 op f30 gebracht. De gelegenheid tot verhuizing met een ver gunning wordt van eenmaal uitgebreid tot tweemaal per jaa;\ Het veranderen .yaij. $en tapverguhning ïtf een slijtvergunning ëri om gekeerd kan door B. en W.- worden toegestaan. De'Drankwet nïits tot dusverrè" eeh bepa ling, krachtens welke als strafmaatregel het bedrijf enkele dagen kan worden stopgezet, indien dat bedrijf in strijd met het algemeen belang wordt uitgeoefend. De mogelijkheid daartoe acht minister Slimgenberg -gewenscht, Zoo wordt in volkskroegën jenever verkocht in deciliter-glazen; deze wijze van verkoop acht hij voor de arbeiders gevaarlijk, zij kan met de voorgestelde bevoegdheid worden te gengegaan. Het gemeentebestuur zal den ver koop van alcoholhoudende dranken - in het klein gedurende ten hoogste veertien dagen kunnen verbieden. Zware Ossche misdrijven worden berecht. In de zitting van a.s. Donderdag. In de vijfde strafzitting van de Arrondis- sements-Rechtbank te 's Hertogenbosch, welke Donderdag 31 October gehouden zal worden ter berechting van de misdaden der Ossche bende en haar aanhang, zal o.m. de gewezen 23-jarige Ossche wielrenner Johan nes Petrus Ceelen (Den Ceel), die tot nu toe in verscheidene strafzaken als getuige is op getreden, terechtstaan voor den door hem op 9 November 1932 onder Berchem bedreven moord op den caféhouder J. M. C. van der Pas, op wiens lichaam hij naar de dag vaarding mededeelt van zeer kort een met scherp geladen revolver herhaalde malen heeft afgevuurd, waardoor verscheidene kogels doeltroffen en het hart werd doorboord tengevolge waarvan het slachtoffer spoedig overleed. Ceelen zal bovendien, tezamen met den 23-jarigen opperman Hendrikus Adrianus van der Putten, den zeer beruchten 20-jarïgen fabrieksarbeider Petrus Wilhelmus -de B. en den eveneens beruchten 23-jarigen land bouwer Antonius Johannes Hendriks, bijge naamd „De Jonge Toon de Soep", terecht staan terzake van den in den nacht van 20 op 21 Februari 1934 te Uden gepleegden roof overval in de woning van het echtpaar Bouw man. Volgens de dagvaarding hebben zij zich tot deze woning toegang verschaft -door in klimming door een gat in het dak en door een gat in een muur, terwijl zij den diefstal van een geldsbedrag van f 1900 deden voorafgaan, vergezeld gaan en volgen door geweld tegen den 65-jarigen landbouwer Bouwman en zijn 55-jarige echtgenoote Hendrica Keiler, hierin bestaand dat zij beiden geslagen, vastgegrepen en vastgebonden hebben. De verdachten H. A. der Putten en A. J. Hendriks zullen zich bovendien te verant woorden hebben terzake van den in den nacht van 15 op 16 Mei te Oyen gepleegden roof overval, in de woning van de gebroeders Ver hoeven, die verdachten en hun deelgenooten, na zich toegang tot die woning verschaft te hebben door een gesloten raam open te bre ken en alvorens met een buit van ongeveer f 150 te verdwijnen, zoodanig o.a. met eeh stuk ijzer hebben mishandeld, dat An toon Verhoeven is overleden en de thans 62-jarige Petrus Verhoeven verscheidene bloedende wonden kreeg. Voorts zal terechtstaan de thans 45-jarige verzekeringsagent te Tilburg Theodorus Johan Leonardus Kooien, uit wiens zondenregister hem tenlaste is gelegd, dat hij den door het veirtal van der Putten, Piet de Bie, A. J. Hendriks (De Jonge Toon de Soep) en J. P. Ceelen in de woning van den landbouwer Bouwman te Uden gepleegden roofoverval opzettelijk heeft uitgelokt door aan Ceelen mede te deelen, dat bij Bouwman 'n aan merkelijk geldsbedrag was te stelen en hem de woning van Bouwman aan te wijzen. In de tweede plaats is hem tenlastegelegd, dat hij omstreeks het begin van Maart 1934 in het Arrondissement !s Hertogenbosch op zettelijk althans terwijl het aan zijn schuld te wijten was, dat zijn handeling door mis drijf verkregen geld betrof van Johannes Petrus Ceelen door diefstal verkregen geld ten geschenke heeft aangenomen. Iflte.^n. .Vrouwenbond voor Vrede en Vrijheid. Jaarvergadering van de afd. Nederland. In de te 's-Gravenhage gehouden „jaarlijk- sché algemeene vergadering van den I. V. V. V. afd. Nederland, onder leiding van mevrouw. Ramondt Hirschmann, is aangenomen het voorstel van het hoofdbestuur, luidende: De Nederlandsche afdeeling van den I. V. V. V. rich te- zich tot de Nederlandsche regeering met het dringend verzoek, aan den Volken bond het voorstel te doen om de mogelijkheid te scheppen, de fabricage en den in-, uit- en doorvoer van chemische preparaten, geschikt voor oorlogsvoering, op dezelfde wijze te beper ken en te controlesren als bepaald is voor opium en verdere verdoovende middelen. Het voorstel tot het inzamelen van bijdra gen voor het Jane Addams Internationaal Vredesfonds door afdeelingen en verspreide groepen werd eveneens aangenomen, waarbij werd vastgesteld dat een deel van de gelden wordt afgedragen voor de internationale pro paganda. Besloten werd een protest te richten aan de Italiaansche. regeering inzake het Italiaansch- Abessynische conflict. Aangenomen werd een voorstel om de poli tieke partijen te verzoeken, in hun partij meer aandacht te schenken aan de studie van inter nationale vraagstukken en te bewerken, dat de voorstellen voor den Volkenbond tevoren in de parlementen worden behandeld; dat de gedelegeerden naar den Volkenbond niet al leen door de regeering, maar mede door het parlement worden genoemd, en dit voorstel te brengen op de agenda voor de vergadering van. den Int. Vrouwenbond in het voorjaar 1936. Aangenomen werd verder o.a. een voorstel om den internationalen bond in overweging te geven, de medewerking van de vrouwen van staatshoofden, leidende i>ersonen, in te roepen in landen waar een gewapend conflict dreigt. De vergadering verklaarde zich tegen den wedstrijd, uitgeschreven door het Comité H.M. pantserkruiser de Ruyter voor vervaardiging, van een ontwerp oorlogsschip door drie cate gorieën der jeugd. Het hoofdbestuiir werd op gedragen. bij genoemd comité tegen den wed strijd te protesteeren. Vervolgens besloot de vergadering tot aan neming van een urgentievoorstel luidende: De Nederlandsche afdeeling van den I. V. V. V. doet een beroep op het Nederlandsche volk om achter de regeering te staan bij de toepassing van de sancties waartoe in Genève besloten is. Den Haag werd aangewezen voor den Vrou wen vredesgang in 1936. De presidente gewaagde van de wenschelijk- heid om het plan, bij het Vredeshuis in den Haag een centraal vredes-centrum te vestigen, moreel en materieel te steunen. De benoeming van een nationaal comité voor internationale aangelegenheiden beval zij warm aan. De be doeling is dat elke plaatselijke afdeeling één of meer leden voor dit comité zal benoemen. Die leden kunnen dan een kern vormen voor de vorming van een delegatie naar de interna tionale congressen .De leden der commissie werden benoemd en zullen voor het eerst in December bijeenkomen. Mevrouw van Geuns-Godfried, redactrice van het bondsorgaan Vrede en Vrijheid, kwam op voor de belangen van dit blad. Besloten werd met de uitgave van het blad voort te gaan .en het door de afdeelingen zelf te laten verzenden. Bosboom's Kerk in Edam. (in Teyler's Museum). Johannes Bosboom zal wellicht de schilder uit de Hoilandsche kunst der vorige eeuw blijken, wiens werk het grootste aantal jaren na ons nog van onbeknibbelde belangrijk heid geacht zal worden. Aan de glorie der Marissen heeft een deel der jongere generatie zoo nu en dan al eens geknabbeld; de Haag- sche School schijnt voor velen weer vieux Jongkind en Van Gogh houden het nog altijd wel uit ais de internationals van Hollandschen huize op hét picturale voetbal veld en van de passante glorie van zoovele na- komers der Hagenaars zullen we nu maar geen diepgaande beschouwingen produceeren ren. Maar tegenover Bosboom staan de schil ders van nu al bijna drie generaties nog im mer met diezelfde beschroomdheid, die aan eerbied grenst en die dat verrukkelijke „af tuigen" waar artisten onder elkaar zoo tuk op zijn, in den weg staat. Het is waarschijnlijk dat die houding verklaard wordt door de haast tastbare nobelheid van Bosboom's kunst en leven; zijn werk is, zoowel naar de techniek van den vorm als naar den geest van den inhoud het werk van een superieur mensch bij wien geen toespeling op mercan tiele productie, technische handigheidjes of serviele navolging te pas komen. En de meest praatgrage schilder voelt dat bij intuïtie en houdt zich gedekt. Is er —om te beginnen onder zijn tijdgenooten iemand met zulk een prachtige hand van teekenen geweest? De Marissen, Weissenbruch en de geheele rij meesters die ik nu niet telkens weer behoef te noemen, waren inderdaad groote artisten, echte schil ders die in hun materie de verf „dach ten". Natuurlijk konden zij teekenen maar hun teekening ging schuil onder hun verbluf fende schilders-voordracht. Bij Bosboom blijft de teekening zelfs in zijn latere im pressionistische iichtschildering in de kerk interieurs altijd het klaarblijkelijk hoofd zakelijke en het is wel dat, wat hem het meest van zijn tijdgenooten aan het genie van Rembrandt bindt in wiens sepiateekening'en men van tijd tot tijd den lateren naneef in de kunst, ziet aankomen. Dit prachtige hand schrift waarvan ook Marius Bauer een goed stuk erfde, vormt de verbinding tusschen Rembrandt en de geniaalste teekenaars van den lateren tijd. Bosboom was in 1817 in Den Haag geboren, wat dus heel wat ouder dan de Marissen, zelfs dan Jozef Israels. Zijn opleiding kreeg hij bij Huib van Hove, een knap schilder, die ook de tooneeldecoraties voor den Haagschen schouwburg maakte. Bosboom mocht daarbij komen helpen en dit-werk zal hem vooral in het architecturale een a;roote gemakkelijkheid van doen bezorgd, doch ook zijn eerste vrije composities op eigenaardige wijze be ïnvloed hebben. In de kerkinterieurs uit zijn eerste periode gebruikt Bosboom nog gaarne allerlei requisieten Standbeelden, graftom ben en dergelijke die de ruimtewerking moeten accentueeren, later heeft hij die niet meer noodig en concentreert hij alles op een zoo eenvoudig mogelijke lijnencompositie en de lichtwerking daarbinnen. Het Teyler-schil- derij nu, dat in 1858 of 59 geschilderd moet zijn, behoort tot de latere periode en werd nog juist geschilderd vóór de artist weer één zijner sombere perioden zou hebben, die in zijn leven nog al eens voorkwamen. Luchthartigheid was hem vreemd en hij kon het moeilijk van zich afzetten als zor gen wel eens gingen kwellen of het werk niet vlotten wilde. Iets' wat hem niet geheel vol deed, uit handen geven, stiet hem tegen de borst en daarover kon hij dan tijdenlang blijven tobben. Zijn kinderloos gebleven hu- wei ijk niet. de romancière Geertruida Tous- saint, voor wie hij een hooggestemde ver- esring koesterde, was hem in zulke donkere dagen een bron van vertroosting en mevrouw Bosboom hem een steeds bereidwillige steun. Weinig groote figuren onzer kunsthistorie zijn er, over wier dagelij ksch leven wij zoo goed zijn ingelicht als over dat der Bos booms. Beider brieven zijn voor een deel ge publiceerd en de uitgebreide levensschets, die in 1917 het licht zag (Johannes Bosboom door prof. dr. W. Martin en mej. G. H. Marius) be- City-theater te Amsterdam geopend. Openingsrede van Mr. Slingenberg. De opening van het nieuwe City Theater, de groote, moderne bioscoop aan het Kleine Gart-manplant-scen te Amsterdam is een fees telijke gebeurtenis geworden voor het geheele Amsterdamsche stadsgedeelte rondom he<t Leid-sqhe plein. Tegen half negen Dinsdagavond was de aan ruim 1800 personen plaats biedende zaal ge heel gevuld met een feestelijk gestemd publiek. De directeur van het theater, de heer J. ter Linden, trad voor het witte doek en heette namens den Raad van Commissarissen de autoriteiten en genoodigden welkom, en in het bijzonder den president-commissaris, den man die zijn schouders onder dit werk had gezet, den grijzen heer Bart Wilton, die juist hersteld was van een ziekte, die naar men ge vreesd had zijn aanwezigheid op dezen avond had kunnen verhinderen. Vervolgens kreeg de Minister van Sociale Zaken, Mr. M. Slingenberg het woord, die o.a. zei-de, dat het 5 a 10 jaar geleden als zeer vrij postig zou zijn beschouwd, als een deftig Ne- d-erland-sch minister van het toon-eel eener bioscoop het woord tot het publiek had durven richten. Ook thans had de minister even ge aarzeld, toen hem verzocht was, dit bioscoop theater officieel 'te openen. Hij had zijn aar zeling echter overwonnen en was tenslotte zelfs enthousiast voor het denkbeeld geworden, omdat het werk dat hier tot stand is gekomen van groote beteekenis is, niet alleen artistiek en cultureel, maar vooral ook voor een Mi ni-ster van Sociale Zaken, die zich heeft bezig te houden met het vraagstuk, hoe men werk- looze menschen aan het werk kan zetten. Door dit werk hebben 600 menschen gedurende ver scheidene maanden werk gehad tegen loonen, die op het departement normaal, dus goed worden genoemd, en in de toekomst zal het een vasten s-taf van ruim 100 menschen blij vend werk verschaffen. De minister bracht vooral hulde aan den heer Bart Wilton, die zich vroeger reeds naam heeft verworven als scheepsbouwer en thans, door het ondernemen van dit werk, een voorbeeld heeft gegeven van moed en ondernemingsgeest, en ook van ge meenschapszin tegenover diegenen die hun ongebruikte kapitalen onproductief in hun brandkast laten liggen. Met den wensch, dat het theater het Nederlandsche publiek tot in lengte van dagen aangename en nuttige uren zou verschaffen en dat het tot vreugde van de ondernemers geëxploiteerd zou worden verklaarde Minister Slingenberg het City Theater voor geopend. Terwijl alle aanwezigen zich van hun zetels verhieven speelde het orgel het Wilhelmus. Vervolgens dankte de heer Ter Linden den minister en sprak een kort woord van hulde voor de architecten, en daarna kon het eigenlijke programma aanvangen. Na afloop van de hoofdfilm werden de ge noodigden nog verrast met een staaltje van kranige filmreportage van Polygoon, door deze onderneming terecht „bliksemreportage" ge- noemd, n.l. een filmpje van het feestelijk ver lichte Leidscheplein en de aankomst van de genoodigden voor het theater, dienzelfden avond voor den aanvang v-an de voorstelling. Paleiszaak nadert een voorloopig einde. Donderdag requisitoir. De behandeling van dé Paleis voor Volksvlijt- zaak-blijft nog s'teëds voortduren. In de giste ren gehouden zitting werden o.m. twee com missarissen gehoord. Een van deze erkende geweten te hebben, dat er onregelmatigheden waren voorgekomen, doch, dat die zoo dicht bij lagen ontkende hij-geweten te hebben. Hij vermoedde, dat deze van jaren her dateerden. Een van hen verklaarde, dat in de practijk alles op den directeur neerkwam. De president van de rechtbank verweet een van hen de balans en de andere bescheiden maar getee- kend te hebben zonder dat hij wist wat hij teekende. De president maakte er den com missarissen voorts ook een verwijt van, dat zij hoort tot de beste monographieën onzer mo derne schilderkunst. Hoe dit kunstenaarspaar tot elkaar kwam? Wel, even kalm en „hoogachtend" als hun later leven vertrouwend en waardig zou zijn. Truitje Toussaint had met haar „Graaf van Leycester in Nederland" al aardig naam ge maakt als schrijfster toen zij, bij een bezoek aan den Haag door haar collega, den dich ter Sam van den Bergh, eens naar het atelier van Bosboom werd meegenomen en aan hem voorgesteld. Dat bezoek schijnt op beiden een diepen indruk gemaakt te hebben. Truitje mocht een aquarel uit Bosboom's voorraad uitzoeken en zij zond hem, als revanche, haar graaf van Leycester. Een jaar later moest Bosboom erg noodig de Groote Kerk in Alk maar gaan schilderen, de stad waar de Tous- saint's woonden, en. natuurlijk zagen zij el kaar dikwijls. Toch heeft het nog wel een paar jaar geduurd eer Johannes zijn Geertruida naar het altaar mocht voeren. Dat geschied-ae in diezelfde Groote Kerk van Alkmaar, vijf jaar nadat zij elkaar op Bosboom's atelier het eerst gezien hadden. Mejuffrouw Toussaint was eigenlijk al verloofd geweest met Potgie ters vriend Bakhuizen van den Brink, en schijnt zich terdege bedacht te hebben voor en aleer ze wederom zich binden wilde. Der gelijke scrupules zijn thans uit den tijd en ietwat verwonderlijk geworden. Maar ook kan het zijn dat Bosboom's inkomsten nog niet de vestiging- van een gezin veroorloofden en van „trouwen óp den steun" was toentertijd nog geen sprake, noch waren de aspiranten de daarvoor geëigende personen. Hoe het zij hun huwelijk is lang engelukkig ge weest ondanks den voorzichtigeh aanvang. Wi-e er meer van weten wil, verwij zen wij naar het geciteerde boek van Martin en Marius. De kerk te Edam, die in Teyler hangt, zou een der juweelen dier verzameling zijn, zoo het werk door den tijd niet in een eenigszins onaanzien- lijken toestand ge raakt was. Het is na melijk sterk in de verf gebarsten en de tijd schijnt nog niet rijp den patiënt onder handen te nemen Maar die bersten ver hinderen niet, dat men er een prachtig staal van Bosboom's waarlijk magïstralen schildertrant in be wonderen kan. J. H. DE BOIS. WOENSDAG 30 OCT. 19,55 geen zorgvuldiger onderzoek hebben inge„ steld, temeer daar commissarissen eigenllik sinds December 1933 wisten wat er aan de hand was. Tenslotte werden de beide verdachten no» eens gehoord, doch zij bleven alle schuld ont kennen. De directeur zeide niet te hebben ge fraudeerd, terwijl de gedetineerde commissa ris verklaarde op den directeur te hebben ver trouwd, op wien toch ook de andere commis sarissen hebben vertrouwd. Donderdag zal de officier van justitie requi sitoir nemen. Holl. Electr. Spoorweg Mij. wordt ontbonden. Lijnen aan de H. IJ. S. M. verkocht. In de Dinsdag te Amsterdam gehouden buitengewone algemeene vergadering van aandeelhouders der N.V. Hoilandsche Electri- sche Spoorweg Maatschappij, is onder voor behoud van de goedkeuring van den mi nister van waterstaat besloten: a. -de directie te machtigen tot verkoop aan de Hoilandsche IJzeren Spoorweg Maat schappij van dé spoorwegen Amsterdam HaarlemmermeerAalsmeerUithoom en NieuwersluisHaarlem •b. tot ontbinding der vennootschap met ingang van 1 Januari met benoeming van de directie tot liqu-idatrice, onder toezicht van commissarissen. Vergeef'sche actie tegen den open haard. (Van onzen correspondent). Het branden van steenkool in huiselijke haarden en werkplaatsen is in Londen verbo den. Het verbod is reeds 622 jaar oud en een andere merkwaardigheid er van is, dat er nimmer de geringste- aandacht aan is ge schonken. De wettenmaker van het verre ver leden wilde geen steen koolv uren hebben ln de stad, omdat ze zooveel rook maakten. Hij sprak van een „gore en helsche wolk" die door de stad waarde. Maar hij kon niets in de plaats stellen van de ruwe steenkool, dat warmte kon verschaffen aan de verkleumende Britten van zijn dagen. Het was dus een ver bod, dat voorbestemd was veronachtzaamd te worden; en eens veronachtzaamd bleef 't steeds veronachtzaamd. In onze dagen is er geen reden meer voor het stoken van kolen, versch uit de mijnen, in de zeer geliefde maar toch ook hartelijk verwenschte Engelsche open haarden. Men kan kiezen tusschen het stille schoone vuur der electriciteit en dat van gas, Men kan anthraciet en cokes gebruiken, die rookloos zijn. Voor 95 percent der bevolking echter zijn electrische haarden te duur en voor 80 percent der bevolking zijn gashaarden te duur. Vulkachels voor het branden van anthraciet blijven zeer zeldzaam- in Engel sche woningen. Men vindt ze niet gezellig. Aan cokes kleeft ook het bezwaar der .ongezellig heid én men heeft er in het algemeen niet de geschikte kachels voor. De open haard blijft daarom bij het gansche volk, behoudens enkele uitzonderingen, het meest gewild voor huisbrand; de brand er in is die van de ruwe kolen. Er is een Verbondvoor Rookbestrij- ding in Engeland, dat al een kwarteeuw lang zonder merkbaar resultaat heeft gezwoegd voor de afschaffing van den gezelligen huise- lij ken haard en het industrieel gebruik van steenkool. In zijn jaarvergadering, dezer da gen te Bristol (een stad, die deerniswekkend getuigt in haar aanblik van het vervuilend vermogen van kolenrook) gehouden, is weer eens in getallen met lange nullenstaarten verteld, hoe groot de kapitalen zijn, welke met de nationale stookgewoonte worden ver morst. Men heeft berekend, dat de bevolking in haar geheel elk jaar een bedrag van min stens 50.000.000 betaalt aan herstellingen en het opknappen van eigendommen, aan extra verlichting en aan het wasschen van lijfgoe deren, noodig geworden door het effect van de roetspuwende schoorsteenen. Het monu ment voor Nurse Cavell bij Trafalgar Square, een van de weinig blanke monumenten, welke Londen bezit, moet zes maal per jaar worden schoongemaakt om het blank te houden. De steenen ornamentiek van Londensche gebou wen wordt onder den invloed van de met roet en zwavel bezwangerde atmosfeer in enkele jaren pokdalig en brokkelt af en verpoedert binnen een eeuw, zooals de beelden van de Parlementsgebouwen, waarvan zoo als niets is overgebleven, hebben bewezen. Men moet eerbied hebben voor de taaiheid en het weer- stadsvermogen van menschelijke longen, die meestal maar niet altijd ongestraft blijven functionneeren. Heelemaal immuun zijn ze niet want dokters schrijven vele kwalen toe aan de vuiltjes, die hun patiënten hebben inge ademd; en longen, die niet al te robust zijn en die in Londen haar werk moeten doen, vin den de taak moeilijker naarmate de jaren voortschrijden. Deze omstandigheid, welke het leven rechtstreeks bedreigt, zal het genoemde Verbond wellicht over een zes of zevenhonderd jaren doen triomfeeren. De toestand is al wat beter dan een 15 jaren geleden. De industrie stookt haar brandstof wetenschappelijker. Er zijn wat meer vulkachels, gas- en electrische haarden. Maar het proces, dat de lucht van de Engelsche steden zindelijk moet maken, treuzelt zeer langzaam voort. Het loover van de Londensche boomen is nog even groen als zwart. Wie proper wil zijn om den hals moet nog altijd twee of drie maal per dag van boord verwisselen. En drie zakdoeken per dag zijn niet overbodig, indien men wil verhoeden, dat het vuil der schoorsteenen zich in vettige lagen op het gezicht neerzet. Zooeven is ge zegd, dat de -bevolking van deze eilanden 50.000.000 per jaar betaalt voor de bestrij ding van den verontreinigend en invloed van het als vroolijk zoowel als ouderwetsch ge kenschetste huisvuur. Maar dat is niet de heele rekening. De schoorsteenen geven aan den Londenschen mist zijn beruchte erwtensoep- kwaliteit; en wanneer de mist zich in die gedaante aandient (en dat is zijn gewoonte) dan lijdt het zakenleven terstond aanzien lijke schade. En dan is er het vuil zelf, dat geen vuil zou zijn, indien het tijdig werd ver vangen. Bij een beter verbrandin gsnroces dan dat van den huiselijken haard zouden de bij producten in den vorm van teer, zwavel en kleurmiddelen niet verloren gaan maar nut tig kunnen worden aangewend. De schoor steenen vermorsen ze en dat vertegenwoor digt, zeggen de deskundigen, ook een verlies van ministens 20.000.000 per jaar. A. K. V. R.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1935 | | pagina 2