Haarlems Kunstschatten.
HET LONDENSCHE
ROOKPROBLEEM.
Invloed van Kosmische stralen
op den mensch.
Rede van prof. dr. J. Clay.
Tilanus-medaille uitgereikt.
In de groote gehoorzaal van de gemeente
lijke Universiteit te Amsterdam heeft heden
het Genootschap ter bevordering van Natuur-
Genees- en Heelkunde onder groote belangstel
ling zijn jaarlijksche algemeene vergadering
gehouden, waarin wat de openbare bijeen
komst betrof twee belangrijke punten op de
agenda stonden: een voordracht van prof. ör.
J. Clay over kosmische stralen en de uitreiking
van de Tilanus-medaille door prof. dr. P. R.
Michael aan df. Chr. van Gelderen.
In de huishoudelijke vergadering zijn o.m.
nieuwe leden benoemd en heeft de overdracht
plaats gehad van het algemeen-voorzitter
schap aan prof. dr. E. Laqueur.
Na de opening der openbare bijeenkomst
door den algemeen-voorzitter prof. dr. J.
Boeke, werd aan prof. Clay het woord gegeven
voor het houden van zijn belangwekkende
voordracht, waarin hij een uiteenzetting gaf
van zijn onderzoekingen aangaande de kosmi
sche straling, resultaten van de expedities
naar Noorwegen en Zuid-Amerika.
Spreker ving aan met een korte inleiding
te geven, waarin hij naging, welke eigen
schappen de straling heeft, hoe ze ontdekt
is en hoe ze, met behulp van ionisatiekamers
en Geigerteller gemeten wordt.
Door deze metingen weten wij thans vrijwel
zeker, dat de primaire stralen die de aard
atmosfeer binnendringen, alle korpusculair
zijn. De minimum waarde voor de energie die
toegelaten is door het magnetisch veld, kan
uit de theorie van Störmer worden gevonden
en bedraagt aan de aequator ruim 10 milliard
volt. Op onze breedte is nog geen 2 milliard
noodig en er worden dus meer deeltjes toege
laten. We nemen derhalve waar, dat de stra
ling hier sterker is, ongeveer 17 pet. meer dan
aan de aequator. Aan de Pool is, wat het mag
netisch veld betreft, de energielimiet nul ge
worden, en er zou veel meer toegelaten wor
den, ware het niet dat het doorboren van de
aardatmosfeer een laagste grens stelt, die een
verdere toename verhindert. Hoe groot deze
grenswaarde is, zullen wij juist kunnen vinden
door de breedte te bepalen waar de verande
ring ophoudt.
Terwijl wij aldus spr. voor dergelijk
onderzoek vroeger de onmisbare hulp van de
Stoomvaart Mij. Nederland ondervonden, bood
dit jaar de groote welwillenheid van de Ko
ninklijke Nederlandsche Stoomboot Mij. ons
de mogelijkheid, de metingen met een viertal
verschillende toestellen te verrichten van Am
sterdam naar de Noordkaap en terug.
In dezen kring wilde spr. in het bijzonder
nog een enkel woord zeggen over de werking
van de straling op het levende wezen. Aange
zien blijkt, dat Röntgen- en gammastralen
sterke destructieve werking, in het bijzonder
op de kiemcellen, hebben, meet men wel aan
nemen, dat dit ook met deze stralen, wellicht
in nog sterkere mate, het geval is.
Het volwassen individu schijnt er echter
w-el zeer weinig last van te ondervinden, of
schoon het per cm.2 door een deeltje per mi
nuut getroffen .."wordt, dat er dwars doorheen
gaat. Dit zou echter nader onderzocht kunnen
worden door vergelijking van levende wezens
in een mijn of op een zeeniveau en anderzijds
bijv. op 5000 meter hoogte, waar de straling
ongeveer 6 maal zoo sterk is en vooral de in-
dividueele stoten veel heviger zijn.
Waar de stralen 'ontstaan,' wéten we niet.
Alleen is het zeker, dat zé niet uit "óns melk
wegstelsel karnen. Dat beteekent, dat ze dus
meer dan eèni-ge millioenen jaren onderweg
geweest moeten zijn voor ze ons treffen, of
schoon ze zich met lichtsnelheid, d.i. 300.000
K.M. pér seconde bewegen.
Na deze voordracht geschiedde de plechtige
uitreiking van de Tilanus-medaille.
NED. HERV. KERK.
Drietal' te Amsterdam (vac. wijlen H. G. W.
Briedé) D. L. G. Gregory te Wageningen; C.
M. Luteyn te Groningen en Dr. K. H. Midkotte
te Haarlem.
Regeering bereidt de uitvoering
van sancties voor.
Einde der volgende week- gereed?
DEN HAAG, 29 October (R.P.D.) Ten
einde de verdere toepassing van de uitvoer-
verbodenwet en de toepassing van de -Maan
dag afgekondigde sanctiewet mogelijk te
maken, houdt de regeering zich thans bezig
met de voorbereiding der vereischte uitvoe
ringsmaatregelen. Deze maatregelen, respec
tievelijk betreffende de credietverleening, den
invoer uit Italië en den uitvoer van zekere
grondstoffen naar Italië, maken overleg nood
zakelijk tusschen tal van departementen en
moeten, wat de beide eerstgenoemde betreft
vooraf nog aan den Raad van „State worden
voorgelegd. Verwacht wordt, dat de regeering
aan het eind-der volgende week gereed zal
kunnen zijn tot de toepassing over te gaan.
In dien zin is het Volkenbondssecretariaat
ingelicht. Het vaststellen van den definitieven
datum zal geschieden in verband met den uit
slag der besprekingen in het coördinatie
comité te Genève, welke op 31 October aan
vangen. De Nederlandsche regeering zal al
daar zijn vertegenwoordigd door den gezant
te Bern, Ridder van Rappard. permanent ver
tegenwoordiger van Nederland bij den Vol
kenbond
Weer verpachting van
vergunningen?
Regeering dient wetsontwerp in.
De regeering beeft een wetsontwerp tot
wijziging van de Drankwet-1931 ingediend,
waardoor de mogelijkheid wordt geopend, dat
een vergunninghouder zijn bedrijf voor tijde
lijke uitoefening aan een ander overdraagt,
dus verpacht.
Dit wetsontwerp beoogt, e enigermate tege
moet te komen aan de moeilijkheden, welke de
vergunaiings- en verlofsbedrijven heden ten
dage ondervinden.
Principeele punten blijven onaangeroerd,
behoudens de genoemde tijdelijke uitoefening
van de vergunning door een ander. Dit wordt
overigens aan eenige beperkingen onderwor
pen. Zoo zal de overdracht slechts kunnen ge
schieden met toestemming van B. en W., in
het bijzonder ten aanzien van degenen, aan
wien men verpacht, en is zij beperkt tot den
wettelijken duur der vergunning. Ook mag de
toestemming tot tijdelijke overdracht door B.
en W. niet worden verleend, indien voor het
gebruikt der vergunning een hooger bedrag is
bedongen dan f 750 per jaar, omdat er, volgens
de memorie van toelichting, bij de verpachting,
welke ook- thans geschiedt door middel van
schijncontracten, gevallen van woekerprijzen
voorkomen, die tot ongezonde toestanden
leiden.
Deze ongezonde toestanden en de ontdui
king door schijncontracten, met de daaraan
verbonden moeilijkheden en risico's voor hou
ders en vervangers, zijn dan ook de voor
naamste motieven voor de voorgestelde wij
ziging.
Van belang is voorts, dat de bestaande
grondslag v-oor het vergunningsrecht, de huur
waarde van het perceel, wordt vervangen door
een juistere, den omzet van sterkedrank over
het laatst verloopen kalenderjaar. Ook wordt
het minimum-recht iets verlaagd, n.l. van f 40
op f30 gebracht.
De gelegenheid tot verhuizing met een ver
gunning wordt van eenmaal uitgebreid tot
tweemaal per jaa;\ Het veranderen .yaij. $en
tapverguhning ïtf een slijtvergunning ëri om
gekeerd kan door B. en W.- worden toegestaan.
De'Drankwet nïits tot dusverrè" eeh bepa
ling, krachtens welke als strafmaatregel het
bedrijf enkele dagen kan worden stopgezet,
indien dat bedrijf in strijd met het algemeen
belang wordt uitgeoefend. De mogelijkheid
daartoe acht minister Slimgenberg -gewenscht,
Zoo wordt in volkskroegën jenever verkocht
in deciliter-glazen; deze wijze van verkoop
acht hij voor de arbeiders gevaarlijk, zij kan
met de voorgestelde bevoegdheid worden te
gengegaan. Het gemeentebestuur zal den ver
koop van alcoholhoudende dranken - in het
klein gedurende ten hoogste veertien dagen
kunnen verbieden.
Zware Ossche misdrijven
worden berecht.
In de zitting van a.s. Donderdag.
In de vijfde strafzitting van de Arrondis-
sements-Rechtbank te 's Hertogenbosch,
welke Donderdag 31 October gehouden zal
worden ter berechting van de misdaden der
Ossche bende en haar aanhang, zal o.m. de
gewezen 23-jarige Ossche wielrenner Johan
nes Petrus Ceelen (Den Ceel), die tot nu toe
in verscheidene strafzaken als getuige is op
getreden, terechtstaan voor den door hem op
9 November 1932 onder Berchem bedreven
moord op den caféhouder J. M. C. van der
Pas, op wiens lichaam hij naar de dag
vaarding mededeelt van zeer kort een met
scherp geladen revolver herhaalde malen
heeft afgevuurd, waardoor verscheidene
kogels doeltroffen en het hart werd doorboord
tengevolge waarvan het slachtoffer spoedig
overleed.
Ceelen zal bovendien, tezamen met den
23-jarigen opperman Hendrikus Adrianus
van der Putten, den zeer beruchten 20-jarïgen
fabrieksarbeider Petrus Wilhelmus -de B. en
den eveneens beruchten 23-jarigen land
bouwer Antonius Johannes Hendriks, bijge
naamd „De Jonge Toon de Soep", terecht
staan terzake van den in den nacht van 20
op 21 Februari 1934 te Uden gepleegden roof
overval in de woning van het echtpaar Bouw
man. Volgens de dagvaarding hebben zij zich
tot deze woning toegang verschaft -door in
klimming door een gat in het dak en door een
gat in een muur, terwijl zij den diefstal van
een geldsbedrag van f 1900 deden voorafgaan,
vergezeld gaan en volgen door geweld tegen
den 65-jarigen landbouwer Bouwman en zijn
55-jarige echtgenoote Hendrica Keiler, hierin
bestaand dat zij beiden geslagen, vastgegrepen
en vastgebonden hebben.
De verdachten H. A. der Putten en A. J.
Hendriks zullen zich bovendien te verant
woorden hebben terzake van den in den nacht
van 15 op 16 Mei te Oyen gepleegden roof
overval, in de woning van de gebroeders Ver
hoeven, die verdachten en hun deelgenooten,
na zich toegang tot die woning verschaft te
hebben door een gesloten raam open te bre
ken en alvorens met een buit van ongeveer
f 150 te verdwijnen, zoodanig o.a. met eeh
stuk ijzer hebben mishandeld, dat An toon
Verhoeven is overleden en de thans 62-jarige
Petrus Verhoeven verscheidene bloedende
wonden kreeg.
Voorts zal terechtstaan de thans 45-jarige
verzekeringsagent te Tilburg Theodorus Johan
Leonardus Kooien, uit wiens zondenregister
hem tenlaste is gelegd, dat hij den door het
veirtal van der Putten, Piet de Bie, A. J.
Hendriks (De Jonge Toon de Soep) en J. P.
Ceelen in de woning van den landbouwer
Bouwman te Uden gepleegden roofoverval
opzettelijk heeft uitgelokt door aan Ceelen
mede te deelen, dat bij Bouwman 'n aan
merkelijk geldsbedrag was te stelen en hem
de woning van Bouwman aan te wijzen.
In de tweede plaats is hem tenlastegelegd,
dat hij omstreeks het begin van Maart 1934
in het Arrondissement !s Hertogenbosch op
zettelijk althans terwijl het aan zijn schuld
te wijten was, dat zijn handeling door mis
drijf verkregen geld betrof van Johannes
Petrus Ceelen door diefstal verkregen geld
ten geschenke heeft aangenomen.
Iflte.^n. .Vrouwenbond voor
Vrede en Vrijheid.
Jaarvergadering van de afd. Nederland.
In de te 's-Gravenhage gehouden „jaarlijk-
sché algemeene vergadering van den I. V. V. V.
afd. Nederland, onder leiding van mevrouw.
Ramondt Hirschmann, is aangenomen het
voorstel van het hoofdbestuur, luidende: De
Nederlandsche afdeeling van den I. V. V. V.
rich te- zich tot de Nederlandsche regeering
met het dringend verzoek, aan den Volken
bond het voorstel te doen om de mogelijkheid
te scheppen, de fabricage en den in-, uit- en
doorvoer van chemische preparaten, geschikt
voor oorlogsvoering, op dezelfde wijze te beper
ken en te controlesren als bepaald is voor
opium en verdere verdoovende middelen.
Het voorstel tot het inzamelen van bijdra
gen voor het Jane Addams Internationaal
Vredesfonds door afdeelingen en verspreide
groepen werd eveneens aangenomen, waarbij
werd vastgesteld dat een deel van de gelden
wordt afgedragen voor de internationale pro
paganda.
Besloten werd een protest te richten aan de
Italiaansche. regeering inzake het Italiaansch-
Abessynische conflict.
Aangenomen werd een voorstel om de poli
tieke partijen te verzoeken, in hun partij meer
aandacht te schenken aan de studie van inter
nationale vraagstukken en te bewerken, dat
de voorstellen voor den Volkenbond tevoren
in de parlementen worden behandeld; dat de
gedelegeerden naar den Volkenbond niet al
leen door de regeering, maar mede door het
parlement worden genoemd, en dit voorstel te
brengen op de agenda voor de vergadering
van. den Int. Vrouwenbond in het voorjaar
1936.
Aangenomen werd verder o.a. een voorstel
om den internationalen bond in overweging
te geven, de medewerking van de vrouwen van
staatshoofden, leidende i>ersonen, in te roepen
in landen waar een gewapend conflict dreigt.
De vergadering verklaarde zich tegen den
wedstrijd, uitgeschreven door het Comité H.M.
pantserkruiser de Ruyter voor vervaardiging,
van een ontwerp oorlogsschip door drie cate
gorieën der jeugd. Het hoofdbestuiir werd op
gedragen. bij genoemd comité tegen den wed
strijd te protesteeren.
Vervolgens besloot de vergadering tot aan
neming van een urgentievoorstel luidende: De
Nederlandsche afdeeling van den I. V. V. V.
doet een beroep op het Nederlandsche volk om
achter de regeering te staan bij de toepassing
van de sancties waartoe in Genève besloten is.
Den Haag werd aangewezen voor den Vrou
wen vredesgang in 1936.
De presidente gewaagde van de wenschelijk-
heid om het plan, bij het Vredeshuis in den
Haag een centraal vredes-centrum te vestigen,
moreel en materieel te steunen. De benoeming
van een nationaal comité voor internationale
aangelegenheiden beval zij warm aan. De be
doeling is dat elke plaatselijke afdeeling één
of meer leden voor dit comité zal benoemen.
Die leden kunnen dan een kern vormen voor
de vorming van een delegatie naar de interna
tionale congressen .De leden der commissie
werden benoemd en zullen voor het eerst in
December bijeenkomen.
Mevrouw van Geuns-Godfried, redactrice
van het bondsorgaan Vrede en Vrijheid, kwam
op voor de belangen van dit blad. Besloten
werd met de uitgave van het blad voort te
gaan .en het door de afdeelingen zelf te laten
verzenden.
Bosboom's Kerk in Edam.
(in Teyler's Museum).
Johannes Bosboom zal wellicht de schilder
uit de Hoilandsche kunst der vorige eeuw
blijken, wiens werk het grootste aantal jaren
na ons nog van onbeknibbelde belangrijk
heid geacht zal worden. Aan de glorie der
Marissen heeft een deel der jongere generatie
zoo nu en dan al eens geknabbeld; de Haag-
sche School schijnt voor velen weer vieux
Jongkind en Van Gogh houden het nog
altijd wel uit ais de internationals van
Hollandschen huize op hét picturale voetbal
veld en van de passante glorie van zoovele na-
komers der Hagenaars zullen we nu maar
geen diepgaande beschouwingen produceeren
ren.
Maar tegenover Bosboom staan de schil
ders van nu al bijna drie generaties nog im
mer met diezelfde beschroomdheid, die aan
eerbied grenst en die dat verrukkelijke „af
tuigen" waar artisten onder elkaar zoo tuk op
zijn, in den weg staat. Het is waarschijnlijk
dat die houding verklaard wordt door de
haast tastbare nobelheid van Bosboom's
kunst en leven; zijn werk is, zoowel naar de
techniek van den vorm als naar den geest van
den inhoud het werk van een superieur
mensch bij wien geen toespeling op mercan
tiele productie, technische handigheidjes of
serviele navolging te pas komen. En de meest
praatgrage schilder voelt dat bij intuïtie en
houdt zich gedekt.
Is er —om te beginnen onder zijn
tijdgenooten iemand met zulk een prachtige
hand van teekenen geweest? De Marissen,
Weissenbruch en de geheele rij meesters die
ik nu niet telkens weer behoef te noemen,
waren inderdaad groote artisten, echte schil
ders die in hun materie de verf „dach
ten". Natuurlijk konden zij teekenen maar
hun teekening ging schuil onder hun verbluf
fende schilders-voordracht. Bij Bosboom
blijft de teekening zelfs in zijn latere im
pressionistische iichtschildering in de kerk
interieurs altijd het klaarblijkelijk hoofd
zakelijke en het is wel dat, wat hem het meest
van zijn tijdgenooten aan het genie van
Rembrandt bindt in wiens sepiateekening'en
men van tijd tot tijd den lateren naneef in de
kunst, ziet aankomen. Dit prachtige hand
schrift waarvan ook Marius Bauer een goed
stuk erfde, vormt de verbinding tusschen
Rembrandt en de geniaalste teekenaars van
den lateren tijd.
Bosboom was in 1817 in Den Haag geboren,
wat dus heel wat ouder dan de Marissen,
zelfs dan Jozef Israels. Zijn opleiding kreeg
hij bij Huib van Hove, een knap schilder, die
ook de tooneeldecoraties voor den Haagschen
schouwburg maakte. Bosboom mocht daarbij
komen helpen en dit-werk zal hem vooral in
het architecturale een a;roote gemakkelijkheid
van doen bezorgd, doch ook zijn eerste
vrije composities op eigenaardige wijze be
ïnvloed hebben. In de kerkinterieurs uit zijn
eerste periode gebruikt Bosboom nog gaarne
allerlei requisieten Standbeelden, graftom
ben en dergelijke die de ruimtewerking
moeten accentueeren, later heeft hij die niet
meer noodig en concentreert hij alles op een
zoo eenvoudig mogelijke lijnencompositie en
de lichtwerking daarbinnen. Het Teyler-schil-
derij nu, dat in 1858 of 59 geschilderd moet
zijn, behoort tot de latere periode en werd
nog juist geschilderd vóór de artist weer één
zijner sombere perioden zou hebben, die in
zijn leven nog al eens voorkwamen.
Luchthartigheid was hem vreemd en hij
kon het moeilijk van zich afzetten als zor
gen wel eens gingen kwellen of het werk niet
vlotten wilde. Iets' wat hem niet geheel vol
deed, uit handen geven, stiet hem tegen de
borst en daarover kon hij dan tijdenlang
blijven tobben. Zijn kinderloos gebleven hu-
wei ijk niet. de romancière Geertruida Tous-
saint, voor wie hij een hooggestemde ver-
esring koesterde, was hem in zulke donkere
dagen een bron van vertroosting en mevrouw
Bosboom hem een steeds bereidwillige steun.
Weinig groote figuren onzer kunsthistorie
zijn er, over wier dagelij ksch leven wij zoo
goed zijn ingelicht als over dat der Bos
booms. Beider brieven zijn voor een deel ge
publiceerd en de uitgebreide levensschets, die
in 1917 het licht zag (Johannes Bosboom door
prof. dr. W. Martin en mej. G. H. Marius) be-
City-theater te Amsterdam
geopend.
Openingsrede van Mr. Slingenberg.
De opening van het nieuwe City Theater,
de groote, moderne bioscoop aan het Kleine
Gart-manplant-scen te Amsterdam is een fees
telijke gebeurtenis geworden voor het geheele
Amsterdamsche stadsgedeelte rondom he<t
Leid-sqhe plein.
Tegen half negen Dinsdagavond was de aan
ruim 1800 personen plaats biedende zaal ge
heel gevuld met een feestelijk gestemd publiek.
De directeur van het theater, de heer J. ter
Linden, trad voor het witte doek en heette
namens den Raad van Commissarissen de
autoriteiten en genoodigden welkom, en in
het bijzonder den president-commissaris, den
man die zijn schouders onder dit werk had
gezet, den grijzen heer Bart Wilton, die juist
hersteld was van een ziekte, die naar men ge
vreesd had zijn aanwezigheid op dezen avond
had kunnen verhinderen.
Vervolgens kreeg de Minister van Sociale
Zaken, Mr. M. Slingenberg het woord, die o.a.
zei-de, dat het 5 a 10 jaar geleden als zeer vrij
postig zou zijn beschouwd, als een deftig Ne-
d-erland-sch minister van het toon-eel eener
bioscoop het woord tot het publiek had durven
richten. Ook thans had de minister even ge
aarzeld, toen hem verzocht was, dit bioscoop
theater officieel 'te openen. Hij had zijn aar
zeling echter overwonnen en was tenslotte
zelfs enthousiast voor het denkbeeld geworden,
omdat het werk dat hier tot stand is gekomen
van groote beteekenis is, niet alleen artistiek
en cultureel, maar vooral ook voor een Mi
ni-ster van Sociale Zaken, die zich heeft bezig
te houden met het vraagstuk, hoe men werk-
looze menschen aan het werk kan zetten. Door
dit werk hebben 600 menschen gedurende ver
scheidene maanden werk gehad tegen loonen,
die op het departement normaal, dus goed
worden genoemd, en in de toekomst zal het
een vasten s-taf van ruim 100 menschen blij
vend werk verschaffen. De minister bracht
vooral hulde aan den heer Bart Wilton, die
zich vroeger reeds naam heeft verworven als
scheepsbouwer en thans, door het ondernemen
van dit werk, een voorbeeld heeft gegeven van
moed en ondernemingsgeest, en ook van ge
meenschapszin tegenover diegenen die hun
ongebruikte kapitalen onproductief in hun
brandkast laten liggen.
Met den wensch, dat het theater
het Nederlandsche publiek tot in lengte
van dagen aangename en nuttige
uren zou verschaffen en dat het tot vreugde
van de ondernemers geëxploiteerd zou worden
verklaarde Minister Slingenberg het City
Theater voor geopend.
Terwijl alle aanwezigen zich van hun zetels
verhieven speelde het orgel het Wilhelmus.
Vervolgens dankte de heer Ter Linden den
minister en sprak een kort woord van hulde
voor de architecten, en daarna kon het
eigenlijke programma aanvangen.
Na afloop van de hoofdfilm werden de ge
noodigden nog verrast met een staaltje van
kranige filmreportage van Polygoon, door deze
onderneming terecht „bliksemreportage" ge-
noemd, n.l. een filmpje van het feestelijk ver
lichte Leidscheplein en de aankomst van de
genoodigden voor het theater, dienzelfden
avond voor den aanvang v-an de voorstelling.
Paleiszaak nadert een
voorloopig einde.
Donderdag requisitoir.
De behandeling van dé Paleis voor Volksvlijt-
zaak-blijft nog s'teëds voortduren. In de giste
ren gehouden zitting werden o.m. twee com
missarissen gehoord. Een van deze erkende
geweten te hebben, dat er onregelmatigheden
waren voorgekomen, doch, dat die zoo dicht
bij lagen ontkende hij-geweten te hebben. Hij
vermoedde, dat deze van jaren her dateerden.
Een van hen verklaarde, dat in de practijk
alles op den directeur neerkwam. De president
van de rechtbank verweet een van hen de
balans en de andere bescheiden maar getee-
kend te hebben zonder dat hij wist wat hij
teekende. De president maakte er den com
missarissen voorts ook een verwijt van, dat zij
hoort tot de beste monographieën onzer mo
derne schilderkunst.
Hoe dit kunstenaarspaar tot elkaar kwam?
Wel, even kalm en „hoogachtend" als hun
later leven vertrouwend en waardig zou zijn.
Truitje Toussaint had met haar „Graaf van
Leycester in Nederland" al aardig naam ge
maakt als schrijfster toen zij, bij een bezoek
aan den Haag door haar collega, den dich
ter Sam van den Bergh, eens naar het atelier
van Bosboom werd meegenomen en aan hem
voorgesteld. Dat bezoek schijnt op beiden een
diepen indruk gemaakt te hebben. Truitje
mocht een aquarel uit Bosboom's voorraad
uitzoeken en zij zond hem, als revanche, haar
graaf van Leycester. Een jaar later moest
Bosboom erg noodig de Groote Kerk in Alk
maar gaan schilderen, de stad waar de Tous-
saint's woonden, en. natuurlijk zagen zij el
kaar dikwijls. Toch heeft het nog wel een paar
jaar geduurd eer Johannes zijn Geertruida
naar het altaar mocht voeren. Dat geschied-ae
in diezelfde Groote Kerk van Alkmaar, vijf
jaar nadat zij elkaar op Bosboom's atelier het
eerst gezien hadden. Mejuffrouw Toussaint
was eigenlijk al verloofd geweest met Potgie
ters vriend Bakhuizen van den Brink, en
schijnt zich terdege bedacht te hebben voor
en aleer ze wederom zich binden wilde. Der
gelijke scrupules zijn thans uit den tijd en
ietwat verwonderlijk geworden. Maar ook kan
het zijn dat Bosboom's inkomsten nog niet de
vestiging- van een gezin veroorloofden en van
„trouwen óp den steun" was toentertijd nog
geen sprake, noch waren de aspiranten de
daarvoor geëigende personen. Hoe het zij
hun huwelijk is lang engelukkig ge
weest ondanks den voorzichtigeh aanvang.
Wi-e er meer van weten wil, verwij zen wij
naar het geciteerde
boek van Martin en
Marius.
De kerk te Edam,
die in Teyler hangt,
zou een der juweelen
dier verzameling zijn,
zoo het werk door
den tijd niet in een
eenigszins onaanzien-
lijken toestand ge
raakt was. Het is na
melijk sterk in de verf
gebarsten en de tijd
schijnt nog niet rijp
den patiënt onder
handen te nemen
Maar die bersten ver
hinderen niet, dat
men er een prachtig
staal van Bosboom's
waarlijk magïstralen
schildertrant in be
wonderen kan.
J. H. DE BOIS.
WOENSDAG 30 OCT. 19,55
geen zorgvuldiger onderzoek hebben inge„
steld, temeer daar commissarissen eigenllik
sinds December 1933 wisten wat er aan de
hand was.
Tenslotte werden de beide verdachten no»
eens gehoord, doch zij bleven alle schuld ont
kennen. De directeur zeide niet te hebben ge
fraudeerd, terwijl de gedetineerde commissa
ris verklaarde op den directeur te hebben ver
trouwd, op wien toch ook de andere commis
sarissen hebben vertrouwd.
Donderdag zal de officier van justitie requi
sitoir nemen.
Holl. Electr. Spoorweg Mij.
wordt ontbonden.
Lijnen aan de H. IJ. S. M. verkocht.
In de Dinsdag te Amsterdam gehouden
buitengewone algemeene vergadering van
aandeelhouders der N.V. Hoilandsche Electri-
sche Spoorweg Maatschappij, is onder voor
behoud van de goedkeuring van den mi
nister van waterstaat besloten:
a. -de directie te machtigen tot verkoop
aan de Hoilandsche IJzeren Spoorweg Maat
schappij van dé spoorwegen Amsterdam
HaarlemmermeerAalsmeerUithoom en
NieuwersluisHaarlem
•b. tot ontbinding der vennootschap met
ingang van 1 Januari met benoeming van
de directie tot liqu-idatrice, onder toezicht
van commissarissen.
Vergeef'sche actie tegen
den open haard.
(Van onzen correspondent).
Het branden van steenkool in huiselijke
haarden en werkplaatsen is in Londen verbo
den. Het verbod is reeds 622 jaar oud en een
andere merkwaardigheid er van is, dat er
nimmer de geringste- aandacht aan is ge
schonken. De wettenmaker van het verre ver
leden wilde geen steen koolv uren hebben ln
de stad, omdat ze zooveel rook maakten. Hij
sprak van een „gore en helsche wolk" die
door de stad waarde. Maar hij kon niets in
de plaats stellen van de ruwe steenkool, dat
warmte kon verschaffen aan de verkleumende
Britten van zijn dagen. Het was dus een ver
bod, dat voorbestemd was veronachtzaamd te
worden; en eens veronachtzaamd bleef 't steeds
veronachtzaamd. In onze dagen is er geen
reden meer voor het stoken van kolen, versch
uit de mijnen, in de zeer geliefde maar toch
ook hartelijk verwenschte Engelsche open
haarden. Men kan kiezen tusschen het stille
schoone vuur der electriciteit en dat van gas,
Men kan anthraciet en cokes gebruiken, die
rookloos zijn. Voor 95 percent der bevolking
echter zijn electrische haarden te duur en
voor 80 percent der bevolking zijn gashaarden
te duur. Vulkachels voor het branden van
anthraciet blijven zeer zeldzaam- in Engel
sche woningen. Men vindt ze niet gezellig. Aan
cokes kleeft ook het bezwaar der .ongezellig
heid én men heeft er in het algemeen niet
de geschikte kachels voor. De open haard
blijft daarom bij het gansche volk, behoudens
enkele uitzonderingen, het meest gewild voor
huisbrand; de brand er in is die van de ruwe
kolen. Er is een Verbondvoor Rookbestrij-
ding in Engeland, dat al een kwarteeuw lang
zonder merkbaar resultaat heeft gezwoegd
voor de afschaffing van den gezelligen huise-
lij ken haard en het industrieel gebruik van
steenkool. In zijn jaarvergadering, dezer da
gen te Bristol (een stad, die deerniswekkend
getuigt in haar aanblik van het vervuilend
vermogen van kolenrook) gehouden, is weer
eens in getallen met lange nullenstaarten
verteld, hoe groot de kapitalen zijn, welke
met de nationale stookgewoonte worden ver
morst. Men heeft berekend, dat de bevolking
in haar geheel elk jaar een bedrag van min
stens 50.000.000 betaalt aan herstellingen en
het opknappen van eigendommen, aan extra
verlichting en aan het wasschen van lijfgoe
deren, noodig geworden door het effect van
de roetspuwende schoorsteenen. Het monu
ment voor Nurse Cavell bij Trafalgar Square,
een van de weinig blanke monumenten, welke
Londen bezit, moet zes maal per jaar worden
schoongemaakt om het blank te houden. De
steenen ornamentiek van Londensche gebou
wen wordt onder den invloed van de met roet
en zwavel bezwangerde atmosfeer in enkele
jaren pokdalig en brokkelt af en verpoedert
binnen een eeuw, zooals de beelden van de
Parlementsgebouwen, waarvan zoo als niets
is overgebleven, hebben bewezen. Men moet
eerbied hebben voor de taaiheid en het weer-
stadsvermogen van menschelijke longen, die
meestal maar niet altijd ongestraft blijven
functionneeren. Heelemaal immuun zijn ze niet
want dokters schrijven vele kwalen toe aan
de vuiltjes, die hun patiënten hebben inge
ademd; en longen, die niet al te robust zijn
en die in Londen haar werk moeten doen, vin
den de taak moeilijker naarmate de jaren
voortschrijden. Deze omstandigheid, welke het
leven rechtstreeks bedreigt, zal het genoemde
Verbond wellicht over een zes of zevenhonderd
jaren doen triomfeeren. De toestand is al wat
beter dan een 15 jaren geleden. De industrie
stookt haar brandstof wetenschappelijker. Er
zijn wat meer vulkachels, gas- en electrische
haarden. Maar het proces, dat de lucht van
de Engelsche steden zindelijk moet maken,
treuzelt zeer langzaam voort. Het loover van
de Londensche boomen is nog even groen als
zwart. Wie proper wil zijn om den hals moet
nog altijd twee of drie maal per dag van
boord verwisselen. En drie zakdoeken per dag
zijn niet overbodig, indien men wil verhoeden,
dat het vuil der schoorsteenen zich in vettige
lagen op het gezicht neerzet. Zooeven is ge
zegd, dat de -bevolking van deze eilanden
50.000.000 per jaar betaalt voor de bestrij
ding van den verontreinigend en invloed van
het als vroolijk zoowel als ouderwetsch ge
kenschetste huisvuur. Maar dat is niet de heele
rekening. De schoorsteenen geven aan den
Londenschen mist zijn beruchte erwtensoep-
kwaliteit; en wanneer de mist zich in die
gedaante aandient (en dat is zijn gewoonte)
dan lijdt het zakenleven terstond aanzien
lijke schade. En dan is er het vuil zelf, dat
geen vuil zou zijn, indien het tijdig werd ver
vangen. Bij een beter verbrandin gsnroces dan
dat van den huiselijken haard zouden de bij
producten in den vorm van teer, zwavel en
kleurmiddelen niet verloren gaan maar nut
tig kunnen worden aangewend. De schoor
steenen vermorsen ze en dat vertegenwoor
digt, zeggen de deskundigen, ook een verlies
van ministens 20.000.000 per jaar.
A. K. V. R.