Een Hondenleven.
ri Justitie treedt op tegen
„Volk en Vaderland
Zijnde fragmenten
verhuisd, Tom! Wij zijn verhuisd en wij wo
nen nu hier! Wij blijven hier, Tom!"
Mijn kop heeft, den heelen dag scheef ge
staan ven verbazing. Hij staat nóg scheef. Hij
zal wel nooit weer recht komen. Wat een
toestand!
Den heelen nacht zal ik geen oog dicht
doenvan de verflucht en de rare gelui
den hier. En var: de ellende over 't oude huis...
Hoe kónden ze dat doen?.
Baas toegeblaft.
Plieuwt
Het liefdes-seizoen is voorbij. Ik had nooit
gedacht dat het zóo kort zou duren, ondanks
de waarschuwing van een bedaarden ouden
Duitschen herder, die zei: „Jongeman, over
drijf niet zoo. Kijk niet zoo hemelsch, doe niet
zoo sentimenteel, meen niet dat Elvira de
eenigste teef ter wereld is. Over een paar we
ken prefereer je de eerste de beste vuilnis
bak."
„Klets niet, seniele ouwe bromtol", gromde
ik nijdig. Maar hij had gelijk. Het is waar
achtig waar: de hondenliefde is een seizoens
verschijnsel.
Dat heeft zijn voordeelen. Als het over is
voel je je>veel rustiger, en filosofischer en
zoo. Maar net toen ik daar kalm van wou gaan
genieten, kwam er er een nieuwe, onverwach
te emotie. En wat voor een!
Het begon met bezoeken aan een leegstaand
huis in de buurt. Dat was een nieuwgebouwd
huis, en toen ik er de eerste maal met den
Baas kwam vond ik er heelemaal niets aan.
Het was heelemaal leeg, en het rook eentonig
naar verf en hout. Sfeer had het natuurlijk
heelemaal niet, hetgeen alleen maar wil
zeggen, dat het ver beneden de finesse van
mijn reukorgaan bleef. Mij leek het even
kil en unheimisch als een nieuw hondenhok,
en ik blafte ertegen. Alleen de niet-aangeleg
de achtertuin beviel me wel: je kon er gaten
in graven zooveel je maar wou. Dat deed ik
dus bij alle bezoe
ken die wij er aan
brachten, terwijl de
Baas. en dan weer
de Vrouw, en soms
de heele familie in
dat leege ding rond
liepen en er iets in
schenen te zoeken.
Af en toe hield ik
eens op met graven
en keek verbaasd
naar boven als er
weer eens iemand op een balcon kwam. Had
den ze nu nóg niet gemerkt dat er heele
maal niets in was?
Rustige overpeinzing leidde tot de slotsom,
dat zij zich blijkbaar een tweede huis hadden
aangeschaft. Dat leek wel vreemd, vooral om
dat het ding naar niets honds of mensche-
lijks rook, maar menschen zijn soms heel
raadselachtig. Enfin, ik begreep mijn plicht.
Vraag niet, doe uw plicht!
Den volgenden morgen ging ik er dus al
leen heen, mij voornemend deze nieuwe dé
pendance zoo'n paar uurtjes per dag te be
waken en mij den tijd te korten met gaten
graven. Nu, ik kwam op 't nippertje. Nauwe
lijks was ik aan het eerste gat in den voor
tuin begonnen, toen er een paar mannen met
gereedschap kwamen die niet alleen den
tuin betraden, maar zelfs, de ongelooflijke on
beschaamdheid hadden, het huis binnen te
gaan. Ik blafte ze natuurlijk woedend aan. en
even natuurlijk gaf het-niets, want er was
geen van mijn menschen om ze te verjagen.
Zij lachten en zeiden: „Hij is er ook vroeg bij!
Sna-pt zoo'n beest dat nou?" alsof ik een kip
of een koe ware ine te de van een rashond.
Daarna smeten ze de deur voor mijn neus
dicht.
Ik was ontzet. Ik rende naar de Vrouw en
trachtte haar mee te krijgen. Zij begreep er
niets van. Om halfeen kwam de kleine jon
gen thuis. Dien kreeg ik mee. Er waren nog
meer kerels gekomen, en het maakte mij ra
zend. Maar Bob schaterde van 't lachen. Hij
nam mij mee terug en vertelde het thuis. De
heele familie lachte en was aangedaan bo
vendien. Zij waardeerden mijn optreden
blijkbaar, maar schenen het overbodig te vin
den. Blijkbaar hadden zij zich een tweede
huis aangeschaft, waarin iedereen mocht
komen en doen wat hij wou. Ik be
greep er totaal niets van. Ma-ar ze gaven mij
een prachtkluif, en daar leidde ik uit af, dat-
het toch maar zoo door moest gaan. Gevolg:
een week lang hevige scènes bij dat ellendige
huis.
Maar het ergste moest nog komen. Toen ik
op een kwaden dag van zoo'n uitstapje thuis
kwam, stopte er net een groote vrachtauto
voor het tuinhek. Mannen kwamen daaruit,
die naar binnen wandelden alsof zij er hoor
den en kalmweg onze kostelijke woning be
gonnen leeg te halen!
Iedereen kan zich voorstellen hoe woe
dend ik was, en hoe wanhopig. Ik blafte als
een razende, beet er een in zijn broekspijp,
maar het gaf niets. Hij schudde mij af en
zij gingen door met leeghalen, en inladen in
dat bakbeest van een auto.
Gejaagd rende ik de trappen op, en vond
de Vrouw en Lotte. Zij hielpen nota bene! Zij
hielpen die kerels!
Mijn ontzetting steeg. De Baas was weg
naar zijn kantoor. Wist hij hier iets van?
Keurde hij dit goed?
Niet denkbaar!
Toen nam ik het grootste initiatief van
mijn jonge leven. Ik rende naar zijn kan
toor. De concierge herkende mij en liet me
binnen. Ik blafte voor zijn deur. Hij kwam.
Als een wilde sprong ik om hem heen. trok
aan zijn broekspijpen, blafte op mijn welspre
kendst, vloog naar de deur en keek om, her
haalde dat een keer of drie vier.
En hij lachte maar! Nooit heb ik den Baas
zóó zien en hooren lachen.
Eindelijk zei hij: „Je bent een beste, trou
we vriend. Maar je maakt je druk over niets.
Ga hier zitten en wacht. Straks gaan we sa
men kijken."
Nu, ik dwong me tot wachten. Het was een
pijniging. Het duurde uren. Eindelijk trok hij
zijn jas aan en we gingen. Naar 't oude huis.
Er was niemand meer. Het was er doodstil.
En het was leeg. Wij waren te laat!
Ik huilde van ellende. Tot ik zag dat de
Baas wéér lachte. „Ga mee, ouwe jongen",
zei hij. En ik volgde hem naar dat nieuwe
huis. Waarachtig, daar brachten ze alles in!
En de Vrouw was er, en Lotte, en al die man
nen die ineens vrij entrée in onze domeinen
schenen te hebben
Ik gaf het op. Doodmoe viel ik in slaap,
tusschen de gaten in dien leelijken, nieuwen
voortuin zonder bloemen. En bij mijn ont
waken riep de heele familie me toe: „Wij zijn
Rotatiepers in beslag genomen.
Tegen drie redacteuren proces verbaal
opgemaakt.
De Officier van Justitie bij de Ar-
rondissements-rechtbank te Utrecht,
mr. A. N. Fabius, heeft Woensdag
middag beslag doen leggen op de
rotatiepers der N.V. Drukkerij v.h.
L. E. Bosch en Zoon, welke gebruikt
wordt voor het drukken van „Volk
en Vaderland", weekblad voor de
Nationaal-Socialistische Beweging in
Nederland. De inbeslagneming en
verzegeling van de pers geschiedde
door den Officier persoonlijk.
Tevens is op de redactie van „Volk
en Vaderland" proces-verbaal opge
maakt tegen drie redacteuren in ver
band met een vijftal artikelen in het
laatste nummer van genoemd week
blad.
Naar wij vernemen houdt de actie
der Justitie voornamelijk verband
met een in het blad voorkomend en
trefilet, waarin in den vorm van een
advertentie „Voor spoedige indienst
treding" gevraagd wordt „een nette
Minister van Defensie" enz.", terwijl
een aantal andere in het blad voor
komende beleedigende uitlatingen
aan het adres van de Regeering en
openbare lichamen mede aanleiding
vormden voor het ingrijpen der Jus
titie. (A.N.P.)
De Tel. vernam in verband met boven
staande nog het volgende:
Vóór deze inbeslagneming waren op het
redactie bur eau van „Volk en Vaderland" ge
legen naast het gebouw der drukkerij, eenige
besprekingen gevoerd tusschen de politie en
later de justitie eenerzijds, en den hoofd
redacteur van het blad, mr. S. A. van'Lun
teren, anderzijds.
Het zal ongeveer'drie uur in den middag
zijn geweest, toen op het redactiebureau de
commissaris van politie, de heer Hamoen, en
een inspecteur van politie verschenen, die
den hoofdredacteur wenschten te spreken.
Toen zij door den hoofdredacteur werden
ontvangen, verzochten zij hem mede te dee-
len, wie de auteurs waren van de advertentie,
voorkomende op het eerste blad van „Volk
en Vaderland" van de vorige week en een
viertal artikelen, die, naar het oordeel van
de politie, beleedigend waren voor openbare
lichamen en verschillende overheidsperso
nen.
Toen de heer Van Lunteren weigerde de
namen der schrijvers, voor zoover hij die
kende, te noemen vertrokken de commissa
ris en de inspecteur weer.
Na een uur ongeveer kreeg de hoofdredac
teur opnieuw bezoek, ditmaal van den rech-
ter-commissaris, mr. H. P. I. M. Loeff, en den
officier van justitie mr. A. N. Fabius, die den
hoofdredacteur* wederom ongeveer dezelfde
vragen stelden. De justitieele autoriteiten
zeiden echter tevens, dat, zoo de hoofdredac
teur de namen niet wenschte te noemen,
alles in beslag zou worden genomen opdat
men door een gerechtelijk onderzoek zou ko
men te weten wie de schrijvers van de adver
tentie en de artikelen waren. Hierop noemde
de heer Van Lunteren de namen der schrij
vers van de artikelen.
De heer Van Lunteren. zeide echter niet
den naam te weten van den steller der ad
vertentie. daar deze overgenomen was uit
..De Daad". Ook den naam van den schrijver
van een artikel, overgenomen uit ..De Vic
torie", wist de heer Van L. niet mede te dee-
len. Dit artikel, dat den titel droeg „Visschers
in Nood" was nl. uit „De Victorie" overgeno
men. De justitie-autoriteiten wezen vervol
gens in de verschillende artikelen de zin
sneden aan, die zij beleedigend achtten. Zij
weigerden echter te zeggen, wat zij beleedi
gend vonden in het kantstukje, getiteld
„Absolutie van A. B. K."
Er zouden volgens bericht van andere zijde
pogingen zijn gedaan een anderen drukker
te vinden, doch tot nu toe zou men daarin
niet zijn geslaagd.
De drukkerij Bosch bezit nog wel een nieu
we rotatiepers, welke eerst' sinds korten tijd
in gebruik is, doch zij wenscht niet de risico
te loopen, dat ook deze pers in beslag zou
worden genomen.
COLPORTAGE-RELLETJES TE AMSTERDAM
De N.S.B.-colportage op het Blauwe Zand
aan de overzijde van het IJ te Amsterdam
heeft Dinsdag de politic weer handen vol werk
gegeven. Tal van personen volgden de colpor-
teux*s in de verschillende straten en scholden
voortdurend.
Toen de andersdenkenden hinderlijk op
drongen en van achter een schutting met stee
nen werd gegooid, werden eenige charges uit
gevoerd, waarbij twee personen werden gear
resteerd. Eén hunner belemmerde een agent
door zijn fiets vast te houden, terwijl een 18-
jarige jongen ingerekend moest worden we
gens beleediging. De gearresteerden zijn opge
sloten in het bureau Adelaarsweg.
DE DISTRIBUTIE VAN RUNDVLEESCH
IN BLIK.
DEN HAAG, 30 Oct. (A.N.P.) De minister
van binnenlandsche zaken heeft een circulaire
gericht tot de gemeentebesturen betreffende
de distributie van rundvleesch in blik. De mi
nister schrijft, dat hem gebleken is dat niet
overal ten plattelande dezelfde opvatting be
staat omtrent de vraag of kleine boeren, die
een eigen bedrijf voeren, doch slechts geringe
inkomsten genieten, al of niet voor de ver
strekking van vleesch en gehakt in blik
in aanmerking komen. In dit verband
verwijst de minister naar een vorige
circulaire, waarin is medegedeeld, dat die per
sonen in aanmerking komen, die een inkomen
genieten, hetwelk in het algemeen ten hoogste
gelijk is te stellen met dat, hetwelk ter plaatse
door de steuntrekkenden wordt genoten. De
beantwoording van die vraag is dus uitslui
tend afhankelijk van de inkomsten van den
betrokkene.
(Adv. Ingez. Med.)
Haagsch effectenhandelaar in
arrest gesteld.
Verdacht van verduistering van 25 mille.
DEN HAAG. 30 Oct: AN.P.) Na te zijn
voorgeleid voor den officier van justitie is
heden in het huis van bewaring in Den Haag
ingesloten de effectenhandelaar W. B., wo
nende Gentschestraat 114 en kantoor houden
de Bosschestraat 26. B. wordt verdacht van
verduistering van een belangrijk bedrag aan
geld en effecten gepleegd ten nadeele van een
aantal deelnemers aan een door hem opge
richte combinatie tot het speculeeren voor ge
zamenlijke rekening in effecten. Naar wij ver
nemen moet een som van ongeveer 25 mille
zoek zijn, waarvan het grootste gedeelte is
verspeculeerd, terwijl voor pl.min. 7000 gulden
is verdwenen als gevolg van de vrij luxueuze
levenswijze van B. Aan actief is nog slechts
een betrekkelijk gering deel van het totaal in
onderpand gegeven bedrag aanwezig.
DE INVLOED VAN WERKLOOSHEID OP
DE CRIMINALITEIT.
De tiende aflevering van het „Tijdschrift
van den Nederlandschen werkloosheidsraad"
bevat o.a. een artikel van mr. B. van der
Waerden getiteld „Werkloosheid en crimina
liteit". Zooals uit den titel valt op te ma
ken behandelt de schrijver in dit artikel den
invloed van de maatschappelijke toestanden,
eii speciaal van de werkloosheid, op de crimi
naliteit in Nederland.
Te dien einde verdeelt hij de criminaliteit in
twee soorten, economische criminaliteit, (de
licten ter verkrijging van materieel voordeel,
zooals diefstal) en agressieve criminaliteit
(geweldsdelicten, zooals mishandeling). Ver
volgens geeft hij een crimineele statistiek van
het centraal bureau voor de statistiek in Den
Haag over de jaren 19011935.
Hieruit blijkt, dat' na een aanvankelijke da
ling van het aantal misdragingen omstreeks
1903/ na 1907 weer een '"toeneming inzét, die;
echter overgaat in een daling omstreeks de
eerste oorlogsjaren, wanneer het laagste
punt wordt bereikt. In de jaren 1917, 1918,
1919 en 192-0 loopt de curve daarentegen weer
tot een maximum omhoog.
De schrijver verklaart dit verschijnsel met
de constateering dat het statistisch waar
neembaar. gevolg van een crisis in het alge
meen één of twee jaar ha de oorzaak komt:
in de eerste plaats heeft de werkloosheid eerst
na eenig tijdsverloop haar fatale uitwerking,
terwijl in de tweede plaats tusschen het
oogenblik waarop het strafbaar feit gepleegd
wordt en het moment der berechting (dat
de statistiek aangeeft), meestal nog eenige
maanden liggen. Vandaar dan ook dat in de
eerste jaren na den oorlog het aantal veroor
deelde individuen voor economische en agres
sieve delicten bijzonder groot was. Na 1925
zet wederom de oude dalende tendenz zich
voort, tót in 1929 en 1930 een punt bereikt is,
ongeveer gelijk aan dat van 1914.
Dan komt mr. Van der Waerden tot de be
handeling van de huidige depressieperiode.
Hij stelt vast, dat in 1931 en 1932 geen betee-
kenende toeneming van de criminaliteit is te
constateeren. „Het is niét voor twijfel vat
baar", zoo schrijft hij, dat dit voorloo-
pig gunstige verloop te danken is aan de
werkloozen-ondersteuning, welke althans ge
durende een eerste periode de buiten hun
schuld zonder werk gekomen arbeiders be
waart voor pauperisme en demoralisatie. Bij
een langdurige periode van werkloosheid is de
criminogene kracht echter toch de sterkste".
Uit de crimineele statistiek over 1933 blijkt
dan ook, dat de economische criminaliteit ten
opzichte van 1929 van 62,0 op 77.1 per 100.000
der bevolking is gestegen, dus met ongeveer
25 procent; de diefstal van 30.7 tot 36.8 per
100.000, dus met ongeveer 20 percent. Deze
stijging heeft zich in versneld tempo voort
gezet.
In de vier grootste steden van Nederland is
de diefstal van af 1930 in vier jaar in totaal
met ongeveer 50 percent toegenomen.
De aantallen der veroordeelden wegens
diefstal per 100.000 der bevolking bedroe
gen hier namelijk: in 1930 41,8, in 1931 48.3 in
1932 51.0 en in 1933 64.3.
Bij de bestudeering van dezelfde cijfers
voor het platteland valt op, dat de invoering
van de Tarwewet 1931 in 1932 het aantal ver
oordeelden doet dalen, welk aantal daarna
weer sterk stijgt. De aantallen voor gemeen
ten met minder dan 500 inwoners waren resp.
30.9 40.5. 33.9 en 42,4 voor 1930, 1931, 1932 en
1933.
De indexcijfers der economische criminali
teit voor 1934 en 1935 zijn onrustbarend. Bij
een gemiddelde van 100 voor 1911-1913 waren
de getallen voor het geheele jaar 1933 115
1934 127 en in 1935 voor het eerste kwartaal
132, voor het tweede 142. Het treurige hiervan
is. dat het overgroote deel der veroordeelden
uit jongeren bestaat, die later heel moeilijk
te reclasseeren zijn. Bovendien kost het den
staat schatten aan geld.
Een statistiek van het aantal wegens
economische misdrijven schuldig verklaarde
minderj. beneden 18 jaar volgt dan.Terwijl dit
aantal in de jaren 1930. 1931 en 1932 gemid
deld 1060 bedraagt stijgt het in 1934 tot 1495
en in de eerste twee kwartalen van 1935 tot
in totaal 1156. Een waarschijnlijke stijging
dus van 100 percent ten opzichte van 1933!
De schrijver eindigt met er op te wijzen, dat
iedere maatregel, die het euvel der werkloos
heid. vooral onder- de jonge arbeiders beperkt,
dezen last doet verminderen.
Werkloosheid blijft stijgen.
De Directeur van den Rijksdienst der
Werkloosheidsverzekering en Arbeidsbemid
deling deelt mede, dat in de week 7 tot en
met 12 October 1935 het aantal leden van
ingevolge het Werkloosheidsbesluit 1917 ge
subsidieerde vereenigingen bedroeg 542.800
waarvan 74.700 landarbeiders. In de maan
den Mei tot en met November worden geen
gegevens aangaande de werkloosheid van de
vereenigingen van landarbeiders ontvangen.
De werkloosheid onder de overige 468.100
verzekerden bedroeg 30.3 pet.
In de vorige verslagperiode (23 tot en met
28 September (1935) bedroeg de werkloos
heid 30.2 pet.
In de overeenkomstige week van de jaren
1934 en 1933 was de werkloosheid onderschei
denlijk 26.2 pet. en 24.3 pet.
Om een vergelijking mogelijk te maken
van de zomer-werkloosheid in de laatste ja
ren, volgt hier een opave van het gemiddel
de werkloosheidspercentage, ontleend aan de
persberichten over de periode April tot en
met September van elk der jaren 1929 tot en
met 1935
1929 2.7 pet.
1930 5.7 pet.
1931 11.3 pet.
1932 25.3 pet.
1933 24.8 pet.
1934 25.4 pet.
1935 29.4 pet.
Bij 1062 organen der openbare arbeidsbe
middeling stonden op 12 October 1935 in to
taal 385.937 werkzoekenden ingeschreven,
onder wie 385.397 mannen. Van deze werk
zoekenden waren er 367.074 werkloos, onder
wie 350.064 mannen.
Op 28 September 1935 bedroeg het totale
aantal ingeschrevenen bij een ongeveer gelijk
aantal organen 380.014, onder wie 360.743
werkloozen. Van deze werkloozen waren er,
blijkens mededeeling van de af deeling Werk
verschaffing en Steunverleening van het De
partement van Sociale Zaken, 51.897 perso
nen geplaatst bij een werkverschaffing. Bo
vendien waren einde September nog 3960
personen met financieelen steun van de
Overheid ingevolge de loonbijslagregeling te
werkgesteld in het land- en tuinbouwbedrijf.
Dit laatste aantal is niet begrepen onder het
als werkloos opgegeven aantal personen.
Het aantal bij de organen der openbare
arbeidsbemiddeling ingeschreven werkzoe
kenden is blijkens het bovenstaande sedert
28 September 1935 gestegen met 5.383, het
aantal werkloozen daaronder met 6.331.
Bij de beoordeeling van deze cijfers moet
in aanmerking worden genomen, dat de toe
neming van het aantal ingeschreven werk
loozen ten deele moet worden toegeschreven
aan de omstandigheid, dat categorieën van
werkzoekenden, ook met name van hoofdar
beiders, die vroeger niet of althans in min
dere mate van de organen der openbare ar
beidsbemiddeling gebruik maakten, daartoe
thans overgaan.
Het blijft in Oss stevig
druppelen.
Weer vijftig diefstallen en inbraken
opgehelderd.
De Gemeentepolitie van Oss is erin ge
slaagd door een verhoor, dat zij de laatste da
gen verschillende gedetineerden in de straf
gevangenis te Den Bosch heeft afgenomen,
nieuw licht te brengen in een vijftigtal tot
dusverre onopgehelderde zaken, meestal dief
stallen en inbraken in dezen omtrek.
Nadere bijzonderheden konden nog niet
verstrekt worden. Het staat echter vast, dat
in verband hiermede nog verschillende arres
taties te wachten zijn.
PROF. HUGO DE VRIES GEëERD.
Gedenksteen onthuld in zijn voormalige
woning.
Woensdagavond is een gevelsteen onthuld
in bet voormalige woonhuis van prof. Hugo
de Vries, Plantage Parklaan te Amsterdam,
waar thans gevestigd is de Vereeniging „Beis
Jisroeil". (Joodsch Ons Huis).
Hierbij waren o.m. tegenwoordig het be
stuur van de Plantage Buurtvereeniging en
dat van „Beis Jisroeil" benevens een zoon van
prof. de Vries, mr. de Vries en eenige vrien
den des huizes.
De onthulling van den gedenksteen ge
schiedde door prof. dr. Th. J. Stomps.
BOERDERIJ AFGEBRAND.
Aan de Maasstraat te Acht is Woensdag
avond om half acht brand uitgebroken in het
woonhuis van de boerderij van den landbou
wer P. Weststijn.De vlammen grepen zeer snel
om zich heen, zoodat de brandweer niet kon
verhinderen, dat de geheele boerderij en de
naastgelegen schuur en stallen door het vuur
werden aangetast. Acht stuks vee konden
worden gered. Landbouwinventaris en oogst
gingen evenwel verloren. De boerderij brand
de tot den grond af.
De oorzaak van den brand is onbekend. De
schade wordt door verzekering gedekt
GENOODSCHAP TER BEVORDERING VAN
NATUUR-, GENEES- EN HEELKUNDE.
Tot lid van af deeling 2 van bovengenoemd
genootschap is gekozen de heer G. Kotter te
Haarlem.
Zeedijk Nes-Buren dreigt door
te breken.
Door den storm ernstig beschadigd.
Wederom heeft de storm de zeedijk van
het waterschap Nes-Buren op Ameland ern
stig beschadigd.
Men doet thans pogingen de gaten te dich
ten. Hievoor zijn 500 zaken zand en een hoe
veelheid ander materiaal aangerukt.
De toestand van den dijk is echter van
dien aard, dat bij het aanhouden van den
storm een doorbraak niet uitgesloten geacht
moet worden.
BURGERLIJKE STAND.
HAARLEM, 30 October.
Ondertrouwd 29 October: N. M. Roetman en
P. H. M. M. E. Hogenbirk; J. L. Koningsveld
en H. Peters.
Bevallen 26 October: P. J. Joosten—Hoek
stra, d.; 28 October: N. Brassinnev. d. Hart,
z.; A. A. M. VerhagenMens, z.; 29 October:
W. IckeSpoor, z.
Overleden 26 October: D. G. Muntinga, 73 j.,
Delftlaan; 27 October: A. Rijsdijk, 70 jPie
terstraat; W. Boosman—v. d. Horst, 79 j., Ja-
vastraat; 28 October: A. BreekManders, 76
j., Kamperlaan.
DONDERDAG 31 OCT. 1933
75 jaar Chr. Nat. School
onderwijs.
Ds. M. van Grieken door de regeering
onderscheiden.
In het gebouw van Kunsten en Wetenschap,
pen te Utrecht, werd Woensdag het 75-jarig
bestaan herdacht van de „Vereeniging voor
Nationaal Schoolonderwijs", in 1860 opgericht
door Groen van Prinsteren. De Minister-presi
dent dr. H. Colijn, die op de vergadering werd
verwacht, zond een telegram van verhinde
ring.
Prof. dr. J. R. Slotemaker de Bruine, minister
van Onderwijs Kunsten en Wetenschappen
werd door luid applaus begroet.
Ds. M. van Grieken sprak een feestrede
uit, getiteld ,/De school en het Koninkrijk
Gods".
Heirna nam Profa Slotemaker de Bruine
het woord. Spreker stelde er prijs op als
minister van Onderwijs de belangstelling der
regeering te tóonen in het jubileum van de
75-jarige vereengiing. Vijf en zeventig jaar
geleden werd een der grondslagen gelegd
voor den grooten invloed van het Christelijk
beginsel in het onderwijs, hetgeen van be
duidenden invloed op het volksleven is ge-
ke.st.
De regeering erkent de verdiensten der Ver
eeniging door den- voorzitter Ds. M. van
Grieken te bevorderen tot Officier in de Orde
van Oranje Nassau.
Spr. wil eenige opmerkingen maken omtrent
het Christelijk onderwijs. Dat onderwijs
kwesties spanningen verwekken, is een goed
teeken, daar hierdoor gepeild wordt de diepte
van het volksleven, dat in beweging gerakt
wanneer overtuigingen in het spel zijn.
Naar overtuiging van spr. heeft het intel
lectualisme thans afgeaan. Het ligt in den
geest van dezen tijd, dat overtuigingen in
vloed uitoefenen in de school.
De vrijheid van onderwijs is een der verwor
ven geestesvrijheden van ons volk en is een
kostelijk goed. Wie weet, is spr. meer actueel
dan beseft wordt, als hij dit goed verre stelt
boven het overheidsdictaat in de school.
Wanneer uit het volk geheele maatschap
pelijke instellingen vortkomen, is dit voor
de regeering een teeken, daaraan te moeten
vastknoopen.
Het conflict Italië
Abessynië.
Men zendt ons de volgende resolutie:
De leden van „Kerk en Vrede", „Interna
tionaal Anti-Militaristische Vereeniging en
„Jongeren Vredes Actie", bijeen in gezamen
lijke huihoudelijke vergadering te Sneek, op
Vrijdag 25 October 1935, spreken zich ten
scherpste uit tegen den oorlog, die het fas
cistische Italië begonnen is; zij verklaren zich
tegen ieder fascisme en ieder militarisme;
het is voor hen echter onaanvaardbaar, dezen
strijd te voeren aan de zijde van die re
geeringen, die thans beweren, de vrede te
handhaven, maar dat echter doen door mid
del van hun oorlogsvloten; dat zijn dezelfde
regeeringen, die eerst zelf in de afgeloopen
weken Italië van al het noodige hebben voor
zien of deze voorziening stilzwijgend hebben
toegestaan;
de leden van bovengenoemde vereenigingen
stellen vast:
militaire acties der regeeringen zullen thans
evenmin het fascisme verslaan, als zij in 1914:
dictatuur en militarisme hebben vernietigd?
tegenover iedere suggestie van dien aard
stellen zij hun vaste overtuiging, dat deze
vorm van sancties oorlog beteekent en oorlog
beteekent wèreldooriog;
daartegen Terzetten zij zich met allé
kracht; zij spreken zich uit voor boycot, ech
ter niet door de vloten, maar door de vol
keren, waartoe zij een vurig beroep doen
o.a. op de arbeidersbeweging, die zich van
zijn verantwoordelijkheid ook thans bewast
moge zijn.
ZEILSCHIP OP DE GREVELINGEN
GEZONKEN.
OUDSDORP, 30 Oct. (A.NP.) Tengevolge
van het ruwe weer heeft gisteravond het zeil
schip Lena, schipper T. Brader, afkomstig uit
Stad aan het Haringvliet, welk schip uit de
haven de Kil te Oudsdorp zou vertrekken, het
zeiltuig verloren. Hierna is het scheepje bij de
gasboei van de Grevelingen gestooten en vol
water geloopen. De opvarenden, schipper en
knecht, zijn erin geslaagd met de roeiboot aan
wal te komen. Van de Lena steekt alleen nog
de mast boven water uit.
Het gaat onze scheepvaart
iets beter.
Gevolg van bijzondere
omstandigheden.
Opgelegde schepen van de K. N. S. M.
in de vaart.
Van de tien of twaalf groote en minder
groote vrachtschepen van de Kon. Ned. Stoom
boot Mij., welke geruimen tijd opgelegd zijn
geweest verleden jaar waren her er nog
ongeveer twintig zijn er op het oogenblik
een viertal, w.o. de „Amsterdam", het groot
ste vrachtschip van ons land, overgebleven.
De andere zijn dank zij een opleving in
de vrachtdiensten naar de havens van de
Middellandsche Zee en van Spanje, weer in
de vaart gebracht. Een en ander kan echter
niet uitsluitend op rekening worden ge
schreven van een verbetering in den algemee-
nen economischen toestand, doch is meer een
gevolg van bijzondere omstandigheden, welke
wellicht in de naaste toekomst in ongunstigen
zin kunnen worden beïnvloed. Daartegenover
staat, dat een der grootere schepen van de
K. N. S. M., de „Boskoop", heden met een la
ding van 4000 ton naar Chili is vertrokken.
Deze lading is belangrijk grooter dan de ge
middelde lading per schip in het vorig jaar.
Ofschoon de vrachtprijzen tengevolge van
het groote aanbod aan scheepsruimte
uiteraar dnog laag zijn, zijn de hoeveelheden
lading toegenomen en beteekent dit een
kleine, doch waarschijnlijk tijdelijke opleving.
Ook met de passagiersvaart op West-Indië
is het gunstilger gesteld; zoo is het mailschip
„Costa Rica" verleden week, wat passagiers en
lading betreft, volgeboekt van Amsterdam
vertrokken.
Mede bij den Koninklijken Hollandschen
Lloyd, welke nog een geregelden 14-daagschen
vrachtdienst op Zuid-Amerika onderhoudt,
alsmede bij de Stoomvaart Mij „Nederland"
zijn de toestanden, wat de lading betreft,
eenigermate verbeterd. Niettemin is de alge-
meene situatie voor de Nederlandsche vracht-
vpart nog allerminst rooskleurig.