Een Hondenleven. ri Justitie treedt op tegen „Volk en Vaderland Zijnde fragmenten verhuisd, Tom! Wij zijn verhuisd en wij wo nen nu hier! Wij blijven hier, Tom!" Mijn kop heeft, den heelen dag scheef ge staan ven verbazing. Hij staat nóg scheef. Hij zal wel nooit weer recht komen. Wat een toestand! Den heelen nacht zal ik geen oog dicht doenvan de verflucht en de rare gelui den hier. En var: de ellende over 't oude huis... Hoe kónden ze dat doen?. Baas toegeblaft. Plieuwt Het liefdes-seizoen is voorbij. Ik had nooit gedacht dat het zóo kort zou duren, ondanks de waarschuwing van een bedaarden ouden Duitschen herder, die zei: „Jongeman, over drijf niet zoo. Kijk niet zoo hemelsch, doe niet zoo sentimenteel, meen niet dat Elvira de eenigste teef ter wereld is. Over een paar we ken prefereer je de eerste de beste vuilnis bak." „Klets niet, seniele ouwe bromtol", gromde ik nijdig. Maar hij had gelijk. Het is waar achtig waar: de hondenliefde is een seizoens verschijnsel. Dat heeft zijn voordeelen. Als het over is voel je je>veel rustiger, en filosofischer en zoo. Maar net toen ik daar kalm van wou gaan genieten, kwam er er een nieuwe, onverwach te emotie. En wat voor een! Het begon met bezoeken aan een leegstaand huis in de buurt. Dat was een nieuwgebouwd huis, en toen ik er de eerste maal met den Baas kwam vond ik er heelemaal niets aan. Het was heelemaal leeg, en het rook eentonig naar verf en hout. Sfeer had het natuurlijk heelemaal niet, hetgeen alleen maar wil zeggen, dat het ver beneden de finesse van mijn reukorgaan bleef. Mij leek het even kil en unheimisch als een nieuw hondenhok, en ik blafte ertegen. Alleen de niet-aangeleg de achtertuin beviel me wel: je kon er gaten in graven zooveel je maar wou. Dat deed ik dus bij alle bezoe ken die wij er aan brachten, terwijl de Baas. en dan weer de Vrouw, en soms de heele familie in dat leege ding rond liepen en er iets in schenen te zoeken. Af en toe hield ik eens op met graven en keek verbaasd naar boven als er weer eens iemand op een balcon kwam. Had den ze nu nóg niet gemerkt dat er heele maal niets in was? Rustige overpeinzing leidde tot de slotsom, dat zij zich blijkbaar een tweede huis hadden aangeschaft. Dat leek wel vreemd, vooral om dat het ding naar niets honds of mensche- lijks rook, maar menschen zijn soms heel raadselachtig. Enfin, ik begreep mijn plicht. Vraag niet, doe uw plicht! Den volgenden morgen ging ik er dus al leen heen, mij voornemend deze nieuwe dé pendance zoo'n paar uurtjes per dag te be waken en mij den tijd te korten met gaten graven. Nu, ik kwam op 't nippertje. Nauwe lijks was ik aan het eerste gat in den voor tuin begonnen, toen er een paar mannen met gereedschap kwamen die niet alleen den tuin betraden, maar zelfs, de ongelooflijke on beschaamdheid hadden, het huis binnen te gaan. Ik blafte ze natuurlijk woedend aan. en even natuurlijk gaf het-niets, want er was geen van mijn menschen om ze te verjagen. Zij lachten en zeiden: „Hij is er ook vroeg bij! Sna-pt zoo'n beest dat nou?" alsof ik een kip of een koe ware ine te de van een rashond. Daarna smeten ze de deur voor mijn neus dicht. Ik was ontzet. Ik rende naar de Vrouw en trachtte haar mee te krijgen. Zij begreep er niets van. Om halfeen kwam de kleine jon gen thuis. Dien kreeg ik mee. Er waren nog meer kerels gekomen, en het maakte mij ra zend. Maar Bob schaterde van 't lachen. Hij nam mij mee terug en vertelde het thuis. De heele familie lachte en was aangedaan bo vendien. Zij waardeerden mijn optreden blijkbaar, maar schenen het overbodig te vin den. Blijkbaar hadden zij zich een tweede huis aangeschaft, waarin iedereen mocht komen en doen wat hij wou. Ik be greep er totaal niets van. Ma-ar ze gaven mij een prachtkluif, en daar leidde ik uit af, dat- het toch maar zoo door moest gaan. Gevolg: een week lang hevige scènes bij dat ellendige huis. Maar het ergste moest nog komen. Toen ik op een kwaden dag van zoo'n uitstapje thuis kwam, stopte er net een groote vrachtauto voor het tuinhek. Mannen kwamen daaruit, die naar binnen wandelden alsof zij er hoor den en kalmweg onze kostelijke woning be gonnen leeg te halen! Iedereen kan zich voorstellen hoe woe dend ik was, en hoe wanhopig. Ik blafte als een razende, beet er een in zijn broekspijp, maar het gaf niets. Hij schudde mij af en zij gingen door met leeghalen, en inladen in dat bakbeest van een auto. Gejaagd rende ik de trappen op, en vond de Vrouw en Lotte. Zij hielpen nota bene! Zij hielpen die kerels! Mijn ontzetting steeg. De Baas was weg naar zijn kantoor. Wist hij hier iets van? Keurde hij dit goed? Niet denkbaar! Toen nam ik het grootste initiatief van mijn jonge leven. Ik rende naar zijn kan toor. De concierge herkende mij en liet me binnen. Ik blafte voor zijn deur. Hij kwam. Als een wilde sprong ik om hem heen. trok aan zijn broekspijpen, blafte op mijn welspre kendst, vloog naar de deur en keek om, her haalde dat een keer of drie vier. En hij lachte maar! Nooit heb ik den Baas zóó zien en hooren lachen. Eindelijk zei hij: „Je bent een beste, trou we vriend. Maar je maakt je druk over niets. Ga hier zitten en wacht. Straks gaan we sa men kijken." Nu, ik dwong me tot wachten. Het was een pijniging. Het duurde uren. Eindelijk trok hij zijn jas aan en we gingen. Naar 't oude huis. Er was niemand meer. Het was er doodstil. En het was leeg. Wij waren te laat! Ik huilde van ellende. Tot ik zag dat de Baas wéér lachte. „Ga mee, ouwe jongen", zei hij. En ik volgde hem naar dat nieuwe huis. Waarachtig, daar brachten ze alles in! En de Vrouw was er, en Lotte, en al die man nen die ineens vrij entrée in onze domeinen schenen te hebben Ik gaf het op. Doodmoe viel ik in slaap, tusschen de gaten in dien leelijken, nieuwen voortuin zonder bloemen. En bij mijn ont waken riep de heele familie me toe: „Wij zijn Rotatiepers in beslag genomen. Tegen drie redacteuren proces verbaal opgemaakt. De Officier van Justitie bij de Ar- rondissements-rechtbank te Utrecht, mr. A. N. Fabius, heeft Woensdag middag beslag doen leggen op de rotatiepers der N.V. Drukkerij v.h. L. E. Bosch en Zoon, welke gebruikt wordt voor het drukken van „Volk en Vaderland", weekblad voor de Nationaal-Socialistische Beweging in Nederland. De inbeslagneming en verzegeling van de pers geschiedde door den Officier persoonlijk. Tevens is op de redactie van „Volk en Vaderland" proces-verbaal opge maakt tegen drie redacteuren in ver band met een vijftal artikelen in het laatste nummer van genoemd week blad. Naar wij vernemen houdt de actie der Justitie voornamelijk verband met een in het blad voorkomend en trefilet, waarin in den vorm van een advertentie „Voor spoedige indienst treding" gevraagd wordt „een nette Minister van Defensie" enz.", terwijl een aantal andere in het blad voor komende beleedigende uitlatingen aan het adres van de Regeering en openbare lichamen mede aanleiding vormden voor het ingrijpen der Jus titie. (A.N.P.) De Tel. vernam in verband met boven staande nog het volgende: Vóór deze inbeslagneming waren op het redactie bur eau van „Volk en Vaderland" ge legen naast het gebouw der drukkerij, eenige besprekingen gevoerd tusschen de politie en later de justitie eenerzijds, en den hoofd redacteur van het blad, mr. S. A. van'Lun teren, anderzijds. Het zal ongeveer'drie uur in den middag zijn geweest, toen op het redactiebureau de commissaris van politie, de heer Hamoen, en een inspecteur van politie verschenen, die den hoofdredacteur wenschten te spreken. Toen zij door den hoofdredacteur werden ontvangen, verzochten zij hem mede te dee- len, wie de auteurs waren van de advertentie, voorkomende op het eerste blad van „Volk en Vaderland" van de vorige week en een viertal artikelen, die, naar het oordeel van de politie, beleedigend waren voor openbare lichamen en verschillende overheidsperso nen. Toen de heer Van Lunteren weigerde de namen der schrijvers, voor zoover hij die kende, te noemen vertrokken de commissa ris en de inspecteur weer. Na een uur ongeveer kreeg de hoofdredac teur opnieuw bezoek, ditmaal van den rech- ter-commissaris, mr. H. P. I. M. Loeff, en den officier van justitie mr. A. N. Fabius, die den hoofdredacteur* wederom ongeveer dezelfde vragen stelden. De justitieele autoriteiten zeiden echter tevens, dat, zoo de hoofdredac teur de namen niet wenschte te noemen, alles in beslag zou worden genomen opdat men door een gerechtelijk onderzoek zou ko men te weten wie de schrijvers van de adver tentie en de artikelen waren. Hierop noemde de heer Van Lunteren de namen der schrij vers van de artikelen. De heer Van Lunteren. zeide echter niet den naam te weten van den steller der ad vertentie. daar deze overgenomen was uit ..De Daad". Ook den naam van den schrijver van een artikel, overgenomen uit ..De Vic torie", wist de heer Van L. niet mede te dee- len. Dit artikel, dat den titel droeg „Visschers in Nood" was nl. uit „De Victorie" overgeno men. De justitie-autoriteiten wezen vervol gens in de verschillende artikelen de zin sneden aan, die zij beleedigend achtten. Zij weigerden echter te zeggen, wat zij beleedi gend vonden in het kantstukje, getiteld „Absolutie van A. B. K." Er zouden volgens bericht van andere zijde pogingen zijn gedaan een anderen drukker te vinden, doch tot nu toe zou men daarin niet zijn geslaagd. De drukkerij Bosch bezit nog wel een nieu we rotatiepers, welke eerst' sinds korten tijd in gebruik is, doch zij wenscht niet de risico te loopen, dat ook deze pers in beslag zou worden genomen. COLPORTAGE-RELLETJES TE AMSTERDAM De N.S.B.-colportage op het Blauwe Zand aan de overzijde van het IJ te Amsterdam heeft Dinsdag de politic weer handen vol werk gegeven. Tal van personen volgden de colpor- teux*s in de verschillende straten en scholden voortdurend. Toen de andersdenkenden hinderlijk op drongen en van achter een schutting met stee nen werd gegooid, werden eenige charges uit gevoerd, waarbij twee personen werden gear resteerd. Eén hunner belemmerde een agent door zijn fiets vast te houden, terwijl een 18- jarige jongen ingerekend moest worden we gens beleediging. De gearresteerden zijn opge sloten in het bureau Adelaarsweg. DE DISTRIBUTIE VAN RUNDVLEESCH IN BLIK. DEN HAAG, 30 Oct. (A.N.P.) De minister van binnenlandsche zaken heeft een circulaire gericht tot de gemeentebesturen betreffende de distributie van rundvleesch in blik. De mi nister schrijft, dat hem gebleken is dat niet overal ten plattelande dezelfde opvatting be staat omtrent de vraag of kleine boeren, die een eigen bedrijf voeren, doch slechts geringe inkomsten genieten, al of niet voor de ver strekking van vleesch en gehakt in blik in aanmerking komen. In dit verband verwijst de minister naar een vorige circulaire, waarin is medegedeeld, dat die per sonen in aanmerking komen, die een inkomen genieten, hetwelk in het algemeen ten hoogste gelijk is te stellen met dat, hetwelk ter plaatse door de steuntrekkenden wordt genoten. De beantwoording van die vraag is dus uitslui tend afhankelijk van de inkomsten van den betrokkene. (Adv. Ingez. Med.) Haagsch effectenhandelaar in arrest gesteld. Verdacht van verduistering van 25 mille. DEN HAAG. 30 Oct: AN.P.) Na te zijn voorgeleid voor den officier van justitie is heden in het huis van bewaring in Den Haag ingesloten de effectenhandelaar W. B., wo nende Gentschestraat 114 en kantoor houden de Bosschestraat 26. B. wordt verdacht van verduistering van een belangrijk bedrag aan geld en effecten gepleegd ten nadeele van een aantal deelnemers aan een door hem opge richte combinatie tot het speculeeren voor ge zamenlijke rekening in effecten. Naar wij ver nemen moet een som van ongeveer 25 mille zoek zijn, waarvan het grootste gedeelte is verspeculeerd, terwijl voor pl.min. 7000 gulden is verdwenen als gevolg van de vrij luxueuze levenswijze van B. Aan actief is nog slechts een betrekkelijk gering deel van het totaal in onderpand gegeven bedrag aanwezig. DE INVLOED VAN WERKLOOSHEID OP DE CRIMINALITEIT. De tiende aflevering van het „Tijdschrift van den Nederlandschen werkloosheidsraad" bevat o.a. een artikel van mr. B. van der Waerden getiteld „Werkloosheid en crimina liteit". Zooals uit den titel valt op te ma ken behandelt de schrijver in dit artikel den invloed van de maatschappelijke toestanden, eii speciaal van de werkloosheid, op de crimi naliteit in Nederland. Te dien einde verdeelt hij de criminaliteit in twee soorten, economische criminaliteit, (de licten ter verkrijging van materieel voordeel, zooals diefstal) en agressieve criminaliteit (geweldsdelicten, zooals mishandeling). Ver volgens geeft hij een crimineele statistiek van het centraal bureau voor de statistiek in Den Haag over de jaren 19011935. Hieruit blijkt, dat' na een aanvankelijke da ling van het aantal misdragingen omstreeks 1903/ na 1907 weer een '"toeneming inzét, die; echter overgaat in een daling omstreeks de eerste oorlogsjaren, wanneer het laagste punt wordt bereikt. In de jaren 1917, 1918, 1919 en 192-0 loopt de curve daarentegen weer tot een maximum omhoog. De schrijver verklaart dit verschijnsel met de constateering dat het statistisch waar neembaar. gevolg van een crisis in het alge meen één of twee jaar ha de oorzaak komt: in de eerste plaats heeft de werkloosheid eerst na eenig tijdsverloop haar fatale uitwerking, terwijl in de tweede plaats tusschen het oogenblik waarop het strafbaar feit gepleegd wordt en het moment der berechting (dat de statistiek aangeeft), meestal nog eenige maanden liggen. Vandaar dan ook dat in de eerste jaren na den oorlog het aantal veroor deelde individuen voor economische en agres sieve delicten bijzonder groot was. Na 1925 zet wederom de oude dalende tendenz zich voort, tót in 1929 en 1930 een punt bereikt is, ongeveer gelijk aan dat van 1914. Dan komt mr. Van der Waerden tot de be handeling van de huidige depressieperiode. Hij stelt vast, dat in 1931 en 1932 geen betee- kenende toeneming van de criminaliteit is te constateeren. „Het is niét voor twijfel vat baar", zoo schrijft hij, dat dit voorloo- pig gunstige verloop te danken is aan de werkloozen-ondersteuning, welke althans ge durende een eerste periode de buiten hun schuld zonder werk gekomen arbeiders be waart voor pauperisme en demoralisatie. Bij een langdurige periode van werkloosheid is de criminogene kracht echter toch de sterkste". Uit de crimineele statistiek over 1933 blijkt dan ook, dat de economische criminaliteit ten opzichte van 1929 van 62,0 op 77.1 per 100.000 der bevolking is gestegen, dus met ongeveer 25 procent; de diefstal van 30.7 tot 36.8 per 100.000, dus met ongeveer 20 percent. Deze stijging heeft zich in versneld tempo voort gezet. In de vier grootste steden van Nederland is de diefstal van af 1930 in vier jaar in totaal met ongeveer 50 percent toegenomen. De aantallen der veroordeelden wegens diefstal per 100.000 der bevolking bedroe gen hier namelijk: in 1930 41,8, in 1931 48.3 in 1932 51.0 en in 1933 64.3. Bij de bestudeering van dezelfde cijfers voor het platteland valt op, dat de invoering van de Tarwewet 1931 in 1932 het aantal ver oordeelden doet dalen, welk aantal daarna weer sterk stijgt. De aantallen voor gemeen ten met minder dan 500 inwoners waren resp. 30.9 40.5. 33.9 en 42,4 voor 1930, 1931, 1932 en 1933. De indexcijfers der economische criminali teit voor 1934 en 1935 zijn onrustbarend. Bij een gemiddelde van 100 voor 1911-1913 waren de getallen voor het geheele jaar 1933 115 1934 127 en in 1935 voor het eerste kwartaal 132, voor het tweede 142. Het treurige hiervan is. dat het overgroote deel der veroordeelden uit jongeren bestaat, die later heel moeilijk te reclasseeren zijn. Bovendien kost het den staat schatten aan geld. Een statistiek van het aantal wegens economische misdrijven schuldig verklaarde minderj. beneden 18 jaar volgt dan.Terwijl dit aantal in de jaren 1930. 1931 en 1932 gemid deld 1060 bedraagt stijgt het in 1934 tot 1495 en in de eerste twee kwartalen van 1935 tot in totaal 1156. Een waarschijnlijke stijging dus van 100 percent ten opzichte van 1933! De schrijver eindigt met er op te wijzen, dat iedere maatregel, die het euvel der werkloos heid. vooral onder- de jonge arbeiders beperkt, dezen last doet verminderen. Werkloosheid blijft stijgen. De Directeur van den Rijksdienst der Werkloosheidsverzekering en Arbeidsbemid deling deelt mede, dat in de week 7 tot en met 12 October 1935 het aantal leden van ingevolge het Werkloosheidsbesluit 1917 ge subsidieerde vereenigingen bedroeg 542.800 waarvan 74.700 landarbeiders. In de maan den Mei tot en met November worden geen gegevens aangaande de werkloosheid van de vereenigingen van landarbeiders ontvangen. De werkloosheid onder de overige 468.100 verzekerden bedroeg 30.3 pet. In de vorige verslagperiode (23 tot en met 28 September (1935) bedroeg de werkloos heid 30.2 pet. In de overeenkomstige week van de jaren 1934 en 1933 was de werkloosheid onderschei denlijk 26.2 pet. en 24.3 pet. Om een vergelijking mogelijk te maken van de zomer-werkloosheid in de laatste ja ren, volgt hier een opave van het gemiddel de werkloosheidspercentage, ontleend aan de persberichten over de periode April tot en met September van elk der jaren 1929 tot en met 1935 1929 2.7 pet. 1930 5.7 pet. 1931 11.3 pet. 1932 25.3 pet. 1933 24.8 pet. 1934 25.4 pet. 1935 29.4 pet. Bij 1062 organen der openbare arbeidsbe middeling stonden op 12 October 1935 in to taal 385.937 werkzoekenden ingeschreven, onder wie 385.397 mannen. Van deze werk zoekenden waren er 367.074 werkloos, onder wie 350.064 mannen. Op 28 September 1935 bedroeg het totale aantal ingeschrevenen bij een ongeveer gelijk aantal organen 380.014, onder wie 360.743 werkloozen. Van deze werkloozen waren er, blijkens mededeeling van de af deeling Werk verschaffing en Steunverleening van het De partement van Sociale Zaken, 51.897 perso nen geplaatst bij een werkverschaffing. Bo vendien waren einde September nog 3960 personen met financieelen steun van de Overheid ingevolge de loonbijslagregeling te werkgesteld in het land- en tuinbouwbedrijf. Dit laatste aantal is niet begrepen onder het als werkloos opgegeven aantal personen. Het aantal bij de organen der openbare arbeidsbemiddeling ingeschreven werkzoe kenden is blijkens het bovenstaande sedert 28 September 1935 gestegen met 5.383, het aantal werkloozen daaronder met 6.331. Bij de beoordeeling van deze cijfers moet in aanmerking worden genomen, dat de toe neming van het aantal ingeschreven werk loozen ten deele moet worden toegeschreven aan de omstandigheid, dat categorieën van werkzoekenden, ook met name van hoofdar beiders, die vroeger niet of althans in min dere mate van de organen der openbare ar beidsbemiddeling gebruik maakten, daartoe thans overgaan. Het blijft in Oss stevig druppelen. Weer vijftig diefstallen en inbraken opgehelderd. De Gemeentepolitie van Oss is erin ge slaagd door een verhoor, dat zij de laatste da gen verschillende gedetineerden in de straf gevangenis te Den Bosch heeft afgenomen, nieuw licht te brengen in een vijftigtal tot dusverre onopgehelderde zaken, meestal dief stallen en inbraken in dezen omtrek. Nadere bijzonderheden konden nog niet verstrekt worden. Het staat echter vast, dat in verband hiermede nog verschillende arres taties te wachten zijn. PROF. HUGO DE VRIES GEëERD. Gedenksteen onthuld in zijn voormalige woning. Woensdagavond is een gevelsteen onthuld in bet voormalige woonhuis van prof. Hugo de Vries, Plantage Parklaan te Amsterdam, waar thans gevestigd is de Vereeniging „Beis Jisroeil". (Joodsch Ons Huis). Hierbij waren o.m. tegenwoordig het be stuur van de Plantage Buurtvereeniging en dat van „Beis Jisroeil" benevens een zoon van prof. de Vries, mr. de Vries en eenige vrien den des huizes. De onthulling van den gedenksteen ge schiedde door prof. dr. Th. J. Stomps. BOERDERIJ AFGEBRAND. Aan de Maasstraat te Acht is Woensdag avond om half acht brand uitgebroken in het woonhuis van de boerderij van den landbou wer P. Weststijn.De vlammen grepen zeer snel om zich heen, zoodat de brandweer niet kon verhinderen, dat de geheele boerderij en de naastgelegen schuur en stallen door het vuur werden aangetast. Acht stuks vee konden worden gered. Landbouwinventaris en oogst gingen evenwel verloren. De boerderij brand de tot den grond af. De oorzaak van den brand is onbekend. De schade wordt door verzekering gedekt GENOODSCHAP TER BEVORDERING VAN NATUUR-, GENEES- EN HEELKUNDE. Tot lid van af deeling 2 van bovengenoemd genootschap is gekozen de heer G. Kotter te Haarlem. Zeedijk Nes-Buren dreigt door te breken. Door den storm ernstig beschadigd. Wederom heeft de storm de zeedijk van het waterschap Nes-Buren op Ameland ern stig beschadigd. Men doet thans pogingen de gaten te dich ten. Hievoor zijn 500 zaken zand en een hoe veelheid ander materiaal aangerukt. De toestand van den dijk is echter van dien aard, dat bij het aanhouden van den storm een doorbraak niet uitgesloten geacht moet worden. BURGERLIJKE STAND. HAARLEM, 30 October. Ondertrouwd 29 October: N. M. Roetman en P. H. M. M. E. Hogenbirk; J. L. Koningsveld en H. Peters. Bevallen 26 October: P. J. Joosten—Hoek stra, d.; 28 October: N. Brassinnev. d. Hart, z.; A. A. M. VerhagenMens, z.; 29 October: W. IckeSpoor, z. Overleden 26 October: D. G. Muntinga, 73 j., Delftlaan; 27 October: A. Rijsdijk, 70 jPie terstraat; W. Boosman—v. d. Horst, 79 j., Ja- vastraat; 28 October: A. BreekManders, 76 j., Kamperlaan. DONDERDAG 31 OCT. 1933 75 jaar Chr. Nat. School onderwijs. Ds. M. van Grieken door de regeering onderscheiden. In het gebouw van Kunsten en Wetenschap, pen te Utrecht, werd Woensdag het 75-jarig bestaan herdacht van de „Vereeniging voor Nationaal Schoolonderwijs", in 1860 opgericht door Groen van Prinsteren. De Minister-presi dent dr. H. Colijn, die op de vergadering werd verwacht, zond een telegram van verhinde ring. Prof. dr. J. R. Slotemaker de Bruine, minister van Onderwijs Kunsten en Wetenschappen werd door luid applaus begroet. Ds. M. van Grieken sprak een feestrede uit, getiteld ,/De school en het Koninkrijk Gods". Heirna nam Profa Slotemaker de Bruine het woord. Spreker stelde er prijs op als minister van Onderwijs de belangstelling der regeering te tóonen in het jubileum van de 75-jarige vereengiing. Vijf en zeventig jaar geleden werd een der grondslagen gelegd voor den grooten invloed van het Christelijk beginsel in het onderwijs, hetgeen van be duidenden invloed op het volksleven is ge- ke.st. De regeering erkent de verdiensten der Ver eeniging door den- voorzitter Ds. M. van Grieken te bevorderen tot Officier in de Orde van Oranje Nassau. Spr. wil eenige opmerkingen maken omtrent het Christelijk onderwijs. Dat onderwijs kwesties spanningen verwekken, is een goed teeken, daar hierdoor gepeild wordt de diepte van het volksleven, dat in beweging gerakt wanneer overtuigingen in het spel zijn. Naar overtuiging van spr. heeft het intel lectualisme thans afgeaan. Het ligt in den geest van dezen tijd, dat overtuigingen in vloed uitoefenen in de school. De vrijheid van onderwijs is een der verwor ven geestesvrijheden van ons volk en is een kostelijk goed. Wie weet, is spr. meer actueel dan beseft wordt, als hij dit goed verre stelt boven het overheidsdictaat in de school. Wanneer uit het volk geheele maatschap pelijke instellingen vortkomen, is dit voor de regeering een teeken, daaraan te moeten vastknoopen. Het conflict Italië Abessynië. Men zendt ons de volgende resolutie: De leden van „Kerk en Vrede", „Interna tionaal Anti-Militaristische Vereeniging en „Jongeren Vredes Actie", bijeen in gezamen lijke huihoudelijke vergadering te Sneek, op Vrijdag 25 October 1935, spreken zich ten scherpste uit tegen den oorlog, die het fas cistische Italië begonnen is; zij verklaren zich tegen ieder fascisme en ieder militarisme; het is voor hen echter onaanvaardbaar, dezen strijd te voeren aan de zijde van die re geeringen, die thans beweren, de vrede te handhaven, maar dat echter doen door mid del van hun oorlogsvloten; dat zijn dezelfde regeeringen, die eerst zelf in de afgeloopen weken Italië van al het noodige hebben voor zien of deze voorziening stilzwijgend hebben toegestaan; de leden van bovengenoemde vereenigingen stellen vast: militaire acties der regeeringen zullen thans evenmin het fascisme verslaan, als zij in 1914: dictatuur en militarisme hebben vernietigd? tegenover iedere suggestie van dien aard stellen zij hun vaste overtuiging, dat deze vorm van sancties oorlog beteekent en oorlog beteekent wèreldooriog; daartegen Terzetten zij zich met allé kracht; zij spreken zich uit voor boycot, ech ter niet door de vloten, maar door de vol keren, waartoe zij een vurig beroep doen o.a. op de arbeidersbeweging, die zich van zijn verantwoordelijkheid ook thans bewast moge zijn. ZEILSCHIP OP DE GREVELINGEN GEZONKEN. OUDSDORP, 30 Oct. (A.NP.) Tengevolge van het ruwe weer heeft gisteravond het zeil schip Lena, schipper T. Brader, afkomstig uit Stad aan het Haringvliet, welk schip uit de haven de Kil te Oudsdorp zou vertrekken, het zeiltuig verloren. Hierna is het scheepje bij de gasboei van de Grevelingen gestooten en vol water geloopen. De opvarenden, schipper en knecht, zijn erin geslaagd met de roeiboot aan wal te komen. Van de Lena steekt alleen nog de mast boven water uit. Het gaat onze scheepvaart iets beter. Gevolg van bijzondere omstandigheden. Opgelegde schepen van de K. N. S. M. in de vaart. Van de tien of twaalf groote en minder groote vrachtschepen van de Kon. Ned. Stoom boot Mij., welke geruimen tijd opgelegd zijn geweest verleden jaar waren her er nog ongeveer twintig zijn er op het oogenblik een viertal, w.o. de „Amsterdam", het groot ste vrachtschip van ons land, overgebleven. De andere zijn dank zij een opleving in de vrachtdiensten naar de havens van de Middellandsche Zee en van Spanje, weer in de vaart gebracht. Een en ander kan echter niet uitsluitend op rekening worden ge schreven van een verbetering in den algemee- nen economischen toestand, doch is meer een gevolg van bijzondere omstandigheden, welke wellicht in de naaste toekomst in ongunstigen zin kunnen worden beïnvloed. Daartegenover staat, dat een der grootere schepen van de K. N. S. M., de „Boskoop", heden met een la ding van 4000 ton naar Chili is vertrokken. Deze lading is belangrijk grooter dan de ge middelde lading per schip in het vorig jaar. Ofschoon de vrachtprijzen tengevolge van het groote aanbod aan scheepsruimte uiteraar dnog laag zijn, zijn de hoeveelheden lading toegenomen en beteekent dit een kleine, doch waarschijnlijk tijdelijke opleving. Ook met de passagiersvaart op West-Indië is het gunstilger gesteld; zoo is het mailschip „Costa Rica" verleden week, wat passagiers en lading betreft, volgeboekt van Amsterdam vertrokken. Mede bij den Koninklijken Hollandschen Lloyd, welke nog een geregelden 14-daagschen vrachtdienst op Zuid-Amerika onderhoudt, alsmede bij de Stoomvaart Mij „Nederland" zijn de toestanden, wat de lading betreft, eenigermate verbeterd. Niettemin is de alge- meene situatie voor de Nederlandsche vracht- vpart nog allerminst rooskleurig.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1935 | | pagina 2