r
BESTE VRIENDINNETJES
EN VRIENDJES.
Vandaag is als nummer één aan de beurt
onze vriend Tom Mix.
Beste TOM MIX. 'k Geloof graag, dat je het
flink druk hebt met al je huiswerk. Je wilt
graag een goed rapport en daarvoor moet ge
werkt worden. Denk jij dat Kingsford Smith
nog leeft, doch ergens een noodlanding heeft
moeten maken? 'k Hoop voor hem en z'n
vrouw dat je vermoeden juist is, hoewel ik
haar sterk in twijfel trek. Werk met pleizier
en verras me met een goed rapport. Wil je
m'n groeten aan je ouders terug doen? Dag
Tom Mix.
Lief ROZENKNOPJE. Ja, inderdaad is je
briefje heden zeer kort. Toch vond ik het pret
tig tóch een schrijven van je te ontvangen, al
wist je me niet veel mede te deelen. Zit je
reeds in derde klas? Als je merklap af is, mag
ik haar zeker wel eens zien, niet?
Dag Rozeknopje.
Best KABOUTERTJE. Dat was dus een ge
zellige Zaterdagavond bij Vliegeniertje thuis.
Wat weet je een boel spelletjes met een touw
tje. Een echt geduldwerkje zeg. Je hebt je
club mooi gedoopt. Bestaat ze nog of is ze
reeds de weg van zoovele vereenigingen ge
gaan? Nog veel plezier met je vrienden. Dag
Kaboutertje.
Beste MOEDERS-HULP. De door je in het
leven geroepen club beoogt een aardig doel.
De naam vind ik ook goed. Of ik een paar
voordrachten voor je heb? Ja hoor, maar....
er is een maar bij. Je moet ze zelf overschrij
ven. Ik heb de oorspronkelijke, stukjes weer
graag terug. Als je ze nu zelf overschrijft, mag
je ze leenen. Misschien breng ik ze Woensdag
mede. Dag Moeders-Hulp
Lief KEUKENPRINSESJE. Dat is gezellig
zeg met een heele club meisjes naar de club.
Maakt je zus allerlei kleertjes voor je pop?
Je kunt toch zeker zelf ook wel iets voor je
poppenkind maken? Zoo'n schoolzangles is
echt gezellig, vooral met een flinke club.
Werk en zing er maar lustig op los. Dag
Keukenprinsesje.
Best VLIEGENIERTJE. Wat jammer zeg,
dat je moeder de duiveneitjes heeft stuk ge
drukt. Ze zijn ook zoo echt teer. Dat Kabou
tertje bij je is geweest, heeft hij mij ge
schreven. Het was echt prettig schreef hij
en jullie hadden allerlei spelletjes met een
touwtje gedaan, 'k Hoop dat jullie vandaag
weer zoo'n prettig avondje hebt.
Dag Vliegeniertje.
Beste JOPIE SLIM. Zoo heb Je een tien
voor je rekenrepetitie. Dat vind ik flink.
Jullie voetbalclub heeft ook eventjes* gewon
nen zeg. 73 is geen kleinigheid. Tot Woens
dag. Dag Jöpiè Slim.
Lief LACHEBEKJE. Die goede Sint Nicolaas
weet altijd alles heel goed uit te zoeken. Hij
is expres óp een Woensdagmiddag te IJmui-
den gearriveerd. De kinderen hebben dan vrij
van school en dus gelegenheid hem op te
wachten en toe te juichen. Jij bent natuur
lijk ook gaan kijken. Je hebt het na school
tijd nog druk zeg. Tot Woensdag. Dag Lache
bekje.
Lief JULIAANTJE. Die arm Herman. Is hij
nu alweer ziek? Wil je hem m'n groeten
doen en beterschap wenschen? Jij bent al een
klein naaistertje zeg. Wat zal je vriendinne
tje blij zijn met de gemaakte poppenkleer-
tjes. Pop zal trouwens ook gelukkig zijn met
de mooie 'kleertjes. Dag Juliaantje.
Beste ZUS. 'k Begrijp dat je moeder niet
steeds maar weer een schoolfoto koopt. Boven
dien kan je vader zelf zoo goed fotogra
feeren, dat je genoeg keertjes op de kiek kunt
komen. De trui is dus af? Jij en Herman hebt
op een vreedzamer manier gespeeld, dan de
landen thans doen, die jullie voorstelden. Hoe
gaat het op de naaikrans af ga je er niet
meer heen? Hoe maakt je broer Reindert
het? Dag Zus.
Best KLAPROOSJE. Gelukkig dat je zuster
volgens den dokter niets scheelt. Je moeder
zal nu veel geruster zijn. Jammer dat je door
kiespijn niet op de club kon komen, 'k Hoop
dat het weer spoedig over is. Over een poosje
geef ik weer eens eens raadsel op. Tot Woens
dag. Dag Klaproosje.
Best BOSCH VIOOLTJE. Je briefje vond ik
later in de presentielijst van de club. Het was
toen te laat om nog te doen plaatsen. Ik heb
het toen niet meer doorgelezen. Wil je me iets
over het Belg. plaatsje Iperen vragen, doe dat
dan in je volgend briefje. Dag Bosch viooltje.
Beste THIJS IJS. Zoo vriend, zit je fijn bij
de brandende kachel? Maar ben je niet bang
te zullen smelten? Bij een warme kachel moet
ijs altijd het onderspit delven. Al drie maal
iets in je schoen? Dat is reeds veel 'k Begrijp
dat St. Nicolaas je verzocht in 't vervolg alleen
Zaterdag's je schoen te zetten. Hij zou het
anders veel te druk krijgen. Hoe heb je het
St. Nicolaasverhaal gevonden, dat ik verteld
heb? Dag Thijs IJs.
Lief BOODSCHAPSTERTJE. Ik dank je voor
de mooie teekening. Ze stelt m'n school voor?
Je hebt goed gekeken toen je langs het ge
bouw ging. De mooie bruine jekker heb ik
gezien. Je hebt een heele knappe 'moeder. Was
het St. Nicolaasverhaal mooi? Tot Woensdag.
Dag Booschapstertje.
Lief DUINVIOOLTJE. Die arme poes. Ik
hoop dat ze weer gauw beter is. Heb je het
gezellig op de club gevonden? Ik denk van
wel. Je bent voor de eerste maal reeds met
je werk flink opgeschoten. Tot Woensdag, Dag
Duinviooltje.
Beste KLEIN MAAR DAPPER. Zeg vriend
ben je weer ziek geworden? 'k Vond het jam
mer dat je niet op de club kon komen Eén
ding is gelukkig: met je werk ben je niet ach
ter gekomen. Ik heb een heel lang St. Nico
laasverhaal verteld en verder hebben we ge
zongen. Voor het werk wer er geen tijd meer
over. Beterschap hoor. Dag klein maar Dap
per.
Lief SPARRETJE. Van je .vader vernam ik
dat je weer ziek bent. Wel jammer, 'k Wensch
dat je spoedig beter zult zijn. Voor je poppen-
kinderen heb je nu natuurlijk geen gelegen
heid. 'k Hoop dat de stakkers het nog wat
in hun moeilijke positie uithouden. Kom je
5 December weer op school kijken? In m'n
klas ben je hartelijk welkom, 'k Weet nog niet
wat ik dit jaar zal doen. 'k Denk dat het weer
WAT LIESELOTJE DROOMDE.
Lieselotje heeft voor den derden keer piano
les gehad en de juffrouw heeft geprobeerd
haar de beteekenis en de duur van de ver
schillende noten duidelijk te maken. Dat vond
Lieselotje heel moeilijk en nu ligt ze in haar
bedje en droomt ervan.
Daar komt een dikke ronde dame aan
wandelen. Ze maakt een diepe buiging voor
Lieselotje en zegt haar vriendelijk goeden
dag.
Vervolg bovenaan 5de kolom.
„Wie bent u", vraagt Lieselotje verbaasd.
„Ik ben een heele noot van vier tellen en
ik zal je mijn heele familie laten zien, zoodat
je op pianoles daar geen moeilijkheden meer
mee hebt".
Lieselotje luistert verbaasd. Maar de dikke
dame stoort zich niet aan Lieselotjes ver
wondering. Ze klapt in haar handen. En daar
verschijnt een andere dame, ook wel dik en
rond, maar toch lang zoo dik niet als de
eerste.
„Dit is mijn jongere zuster", zegt de dikke
dame. „Zij is een halve noot en duurt twee
tellen. Wij hebben ieder een paar zwarte
dienstmeisjes. Ik vier en zij twee. Dat zijn de
kwart noten, die een tel duren. Kijk, daar
komen ze aan!"
En werkelijk, daar zag Lieselotje een zestal
zwarte vroolijke meiskes aan komen huppelen.
Vier gingen voor de heel dikke dame staan en
begonnen een dansje te maken, terwijl de
andere twee zich voor de halve noot opstelden
en daar eveneens begonnen te dansen.
Zoo'n grappig gezicht was het, dat Lieselotje
in schaterlachen uitbarstte.
,Maar. we zijn nog niet klaar", zei de dikke
dame glimlachend.
„Ieder van onze dienstmeisjes heeft vier
dochtertjes".
Ze klapte wederom in haar handen, en daar
kwam een heele rij kleine negermeisjes aan-
;edanst.
ZATERDAG 16 N O V. 1935
„Dat zijn achtste' noten, die zijn zwart en
hebben 1 streepje. Kun je dat wel allemaal
onthouden, Lieselotje? Want ik laat je dit alles
zien, opdat je het nooit meer vergeten zult".
Lieselotje knikte.
„Dan zal ik je nu de poppen van deze kleine
meisjes laten zien. Ieder heeft er twee. Dat zijn
de zestiende noten. Iedere pop heeft twee
dwarsstreepjes. En tenslotte zal ik je dan nog
de twee en dertigste noten laten zien, die ieder
drie dwarsstreepjes hebben".
Lieselotje knikte.
„Ja nu weet ik het goed, nu begrijp ik
het ook veel beter dan toen de juffrouw het
uitlegde. Nee, nu zal ik het niet meer ver
geten".
„Dan is het goed", zei de dikke dame. Als
bij tooverslag was alles plotseling verdwenen
Dan had ze alles zeker gedroomd.
„Maar", zei ze later tegen haar moeder, „ik
weet het nu toch, terwijl ik er eerst niets
van begrepen 'had".
RITA VAN B.
Wist je dat? Het grootste paleis van heel
de wereld is het door Philips II opgerichte
paleis Escuriol te Toledo. Het heeft 2000 ver
trekken, die tezamen 6000 ramen hebben en
in den tuin bevinden zich 73 fonteinen.
DE BEURT IS AAN KLEINE
TEEKENAARS.
We zullen ditmaal weer eens eenige bouw
werken teekenen, die we in verschillende
landschapjes kunnen gebruiken. Zoo zie je op
het linksche plaatje bovenaan: een Chinee-
sche pagode. (Pagode is een ander woord voor
tempel!) Daarnaast zie je een oude slottoren
uit de Middeleeuwen, zooals ze langs de Rijn
nog te zien zijn en die meestal op een rots
werden gebouwd.
Rechts onderaan: een Mohammedaansche
moskee. (Moskee is ook een woord voor
tempel)Het lange slanke torentje heet „mi
naret"; daarvan roept de priester de geloovi-
gen op ten gebed.
Tenslotte een modern bouwwerk en wel een
viaduct.
En nu maar vlug aan den gang, jongelui en
maar goed oefenen, net zoo lang, tot het je
zonder moeite afgaat!
KLEINE KNUTSELAARS.
Micky Mouse.
Ik wed, dat jullie allemaal wel eens gehoord
hebben van Micky Mouse, dat grappige, ver
standige muisje, dat door den teekenaar Walt
Disney een Amerikaan bedacht werd en
dat het publiek in bioscopen over de heele
wereld genieten laat van zijn kostelijke avon
turen.
Ik denk, dat julliei het ook allemaal wel
leuk zult vinden, zoo'n Micky Mousje te heb
ben en daarom zullen we hem samen gaan
vervaardigen, zooals je wilt van hout of
carton.
Je begint de verschillende deelen, zooals
je die op de teekening ziet, op het carton of
hout te teekenen. Behalve de kop worden alle
deelen twee maal geteekend en daarna z-aag
of knip je deze verschillende onde-rdeelen van
Micky uit.
Dan begint een belangrijk onderdeel van
het werkje: het kleuren of verven. Je moet
heldere frissche kleuren voor het muisje kie
zen: zijn huid wordt zwart, en zijn snuit wit
gemaakt. Hij krijgt een rood gestreept broekje
aan en gele handschoenen en schoenen.
Als alles goed droog is beginnen we met het
in elkaar zetten van Micky. Daartoe hebben
we eerst gaatjes geboord op de aangegeven
plaatsen.
Om het geheel nu goed beweeglijk te krijgen,
maak je alles met elastiekjes in elkaar. De
staart is een gewoon zwart draadje wol.
Je moet er wel aan denken, dat, als je
Micky van hout maakt, dat je alle kantjes
goed glad.vijlt, zoodat er geen splinters blij
ven. En voor je verven gaat, moet je ook het
hout goed schuren met grof schuurpapier
Anders houdt de verf niet. Dit Micky Mousje
is een aardig stuk speelgoed voor kleine
broertjes, zusjes, nichtjes of neefjes. En daal
de deelen met elastiekjes aan elkaar zitten, is
het muisje zeer beweeglijk; wat het geheel nog
aardiger maakt OOM KEES.
APENVERDRIET.
Jok en Jak waren onafscheidelijke vrien
den. In het groote Indische oerwoud, waar ze
woonden, kon men er zeker van zijn, dat waar
Jok was, Jak ook verschijnen zou en waar Jak
was Jok ook niet ver was. Ze leidden een ge
noeglijk leventje: voedsel was er in overvloed
in de hooge boomen konden ze naar hartelust
stoeien en ravotten en bijna geen enkel dier in
het oerwoud was hen kwaad gezind; want het
waren vroolijke klanten. Zoo was hun leventje
verloopen, zonder een enkele minder prettige
;ebeurtenis.
Tot het groote ongeluk kwam.Er kwam
een jachtexpeaitie in het oerwoud om dieren
te vangen voor een dierentuin. En Jak en Jok,
nieuwsgierig als ze waren, werden gevangen
in de groote netten, die de mensohen gebrui
ken.
De menschen, die hen bekeken, toen ze in
houten kisten opgesloten waren, zeiden:
„Een mooie vangst! Wat een paar pracht
exemplaren van brulapen!"
Maar Jok en Jak konden hen niet verstaan!
Die keken met treurige oogen door het lat
werk van hun kist naar buiten, de vrijheid
in. Daar zagen ze de hooge boomen, waar ze
niet lang geleden nog ingeklauterd waren en
daar zagen ze de kokospalmen, waar ze kort
geleden nog kokosnoten hadden zitten snoe
pen en de basten naar beneden hadden ge
gooid! En nu zaten ze in een ruimte, waar ze
zich nauwelijks konden bewegen.
En het werd nog erger! Na een tocht door
het oerwoud kwamen ze in een groote stad.
Daar werden ze met kist en al opgesloten in
een houten loods.
Wat zou er met ons gebeuren, Jok?" vroeg
Jak angstig. Maar Jok wist het ook niet en vol
angst wachtten ze af, wat er komen zou. Dat
kwam gauw genoeg. Er kwamen mannen in
de loods, die donkere doeken over de kist leg
den. Toen voelden ze, dat ze naar buiten ge
dragen werden. Ze hotsten en botsten heen en
weer en toen was het of ze zweefden door de
lucht. De doek over hun kist ging een eindje
op zij en ze zagen, dat ze werkelijk boven de
aarde waren. Ze werden namelijk in een schip
geheschen, dat hen naar vreemde landen
bracht. Maar voor ze daar waren, gebeurde er
nog veel narigheid. Het schip slingerde en
stampte en onze beide aapjes waren zoo zee
ziek, zoo zeeziekZe raakten niet,aan het
voedsel, dat hen gebracht werd; met ongeluk
kige treurige oogen zaten ze roerloos in een
hok en dachten aan hun land.... Ook aan
de zeereis kwam een einde. Er kwamen weer
mannen, die hen naar buiten brachten en
weer zweefden ze boven de aarde. Wat was
het koud! Kleumig en huiverend zaten ze te
gen elkaar aangedrongen.
„Oh Jok", zuchtte Jak. „Ons warme land
met de hooge palmen."
Jak antwoordde niet; maar hij dacht aan
hetzelfde.
De mannen, die hen naar buiten gebracht
hadden, schreeuwden tegen elkaar: „Dit is
een kist voor den dierentuin." Maar Jak en
Jok begrepen daar niets van.
Met auto's werden ze naar hun nieuwe huis
gebracht. Ze kregen samen een kooi. De oppas
sers en zelfs de directeur kwamen hen bekij
ken en spraken vriendelijke woorden. Maar z
werden niet vroolijk. Ze klauterden niet uit
gelaten in de touwen en tegen de tralies. „Ze
moeten wennen!" zeiden de menschen. Maar
ze wenden niet. Hoe kon dat ook: wennen in
'n nauwe kooi met tralies, waar den heelen dag
menschen en kinderen zich voor verdrongen.
Wennen in die bedompte ruimte, waar ze eerst
een heel oerwoud gehad hadden. Wennen aan
een kale boomstronk, die midden in de kooi
stond, waar eerst een heel palmenbosch hun
speelplaats geweest was.
Misschien als Jak en Jok vele jaren in hun
kooi doorgebracht hebben, dat dan de herinne
ringen aan het oerwoud vager en vager wordt;
maar als je naar hun oogen kijkt, die over
de bezoekers heenstaren, dan zul je zien, dat
het verlangen daar nooit uit verdwijnt, het
verlangen naar datgene, dat mensch en dier
het liefst is, naar de vrijheid....
RTTA.
een feestterrein wordt. Beterschap hoor en
tot ziens.
Beste ROBBEDOES. Hoe heb je het verhaal
gevonden? Je zat zoo echt te luisteren en
zult het wel goed onthouden hebben. Heb je
het nog aan Klaas en je moeder verteld? Als
ik even tijd heb kom ik nog eens gauw, maar
breng werk mede. Dag Robbedoes.
Best BRUINTJE. Wel vriend, hoe maak je
het? L.I. Woensdag heb ik je niet gezien, is
je moeder 's avonds nog naar den ouderavond
gegaan? Binnenkort hoop ik haar weer eens
te spreken.
Lief DOORNROOSJE. Ja hoor, je mag je
album mede naar de club nemen. Ik neem
haar dan mede naar huis en zal in de album
schrijven, zoodra ik er even gelegenheid voor
heb. Wanneer R. thuis kan werken behoeft ze
de doos niet mede te brengen. Ik bedoelde
alleen maar haar te helpen, wanneer ze er
zelf niet mede overweg kan. Wat wordt je
werk op het clubje snoezig. De kleuren doen
het ook zoo goed, vindt je niet? Tot Woensdag.
Lief LELIETJE VAN DALEN. Wat heb je een
goeden verjaardag gehad. Het postpapier vind
ik heel schattig. Armbanden, een ringetje,
doozen kinderpost, een handwerkdoos, ja ik
weet niet wat al. 'k Denk van iedere broer of
zus iets. Zie ik je Woensdag weer? Dag Lelie
tje van Dalen.
Best ZONNESTRAALTJE. Over je vraag
spx-eken we wel eens onder vier oogen. 'k Ge
loof wel dat ik je helpen kan, maar dan
met een ander soort kaart. Enfin, dat be
spreken we wel nader. Ja het was Woensdag
avond weer heel gezellig en de kwartieren
vlogen om. Je werk wordt ook heel netjes.
Vind je de kleuren ook niet mooi? Juist bij
handwerken is de kleurcombinatie een zeer
voorname factor. Dag Zonnestraaltje.
Best ROODBORSTJE. Wel jammer dat je
niet op de club geweest bent. Het verhaal
vonden de kinderen allen heel mooi en je kon
wel een speld hooren vallen zoo intens zaten*
allen te luisteren. Je had in ieder geval
om 4.30 wel terug kunnen komen, te meer daar
je er dan zeker van was mij aan te treffen.
Enfin, 'k Hoop je nu a.s. Woensdag te zien.
Dag Roodborstje
Lief KRULLEKOPJE. Zoo heb je met je zus
St. Nicolaas gezien en was hij precies eender
als verleden jaar? Dat wil ik graag aannemen,
maar hij is toch in ieder geval weer een jaar
tje ouder geworden; men ziet dat niet ter
stond aan z'n grijze haren. Je zet wel iederen
avond je schoen klaar, maar krijgt er toch
zeker niet geregeld iets in. Dat zou te veel wor
den van het goede. Tot Woensdag. Dag Krul-
lekopje.
Beste BEP. Wat een mooie teekeningen heb
ik weer van je ontvangen. Ze worden zoowat
iedere week mooier, grooter en talrijker. Voor
al die roode haren en wolken vond ik prachtig.
Eet je nog steeds flink? Denk er om dat Sint
en Piet alleen houden van kinderen die goed
eten. Dag Bep.
Lief SNEEUWVLOKJE. Of je je werk nog
op tijd afkrijgt, weet ik niet. In ieder geval
heeft een keurig gewerkt handwerk dat iets
langer duurt meer waarde dan een vlug ge
werkt, maar slordig werk. Slordig mag bij
mij nooit gewerkt worden. Is het niet netjes,
dan gaat het er onverbiddelijk uit en duurt
het nog veel langer voor het af is. Als je ech
ter trouw komt en geregeld door werkt, schiet
je spoedig een eind op en komt het misschien
nog voor 5 December klaar. Dag Sneeuwvlokje.
Beste VERONIKA. Heel gaarne wil ik je
handwerkje zien. Beng het Woensdag
maar mede op de club. Wat ga je nu van
bruine wol op school maken? Zoo'n nacht
zak is ook even een fijn werkje zeg. Als je
iets mooi gemaakt hebt, breng het dan maar
mede. Ik zie graag mooie handwerkjes. Tot
Woensdag. Dag Veronika.
Lief MANESCHIJNTJE. Zoo mag ik het
hooren. De centen die je krijgt niet versnoe
pen, maar opsparen om kleinigheden die je
noodig hebt er voor te koopen. Jammer dat
je Maandag zoo lang moest nablijven, zoo
dat je niet meer met je vriendinnetje kon
spelen. Maar het zal wel noodig geweest zijn.
Onderwijzers houden de kinderen niet voor
hun pleizier na, maar wel, om te zorgen dat
ze kennen hetgeen geleerd moet worden, 'k
Hoop dat je niet vaak moet blijven. Maar
goed opletten is het beste. Tot Woensdag. Dag
Maneschijntje.
Lief Vuurvlindertje. Neen, ik heb dit jaar
nog niet de eer gehad met den goeden Sint
kennis te maken. Het zal echter wel niet lang
meer duren, 'k Denk dat hij binnenkort eens
naar m'n klasseleerlingen zal informeeren.
Gelukkig kan ik hem van allen veel goeds
mededeelen en vertellen dat ze allemaal heel
lief voor elkander zijn. Vanmorgen o.a. werd
er een groot meisje in m'n klas niet goed.
Eén der kleinsten zag het en kwam uit zich
zelf met een kussen aandragen. „Blief Juf,
voor haar" zei ly.j. Schattig vindt je niet? !k
hoop dat jouw juffrouw ook veel goeds van
jou kan Vertellen. Maar dat zal wel. Dag
Vuurvlindertje.
Lief FILMSTERRETJE. Borstplaat wordt
niet gebakken maar gekookt. Ik versta ook
de kunst, maar heb er gewoonweg geen tijd
voor, hoewel ik koken, enz. heusch niet on
gezellig vind. Zou Sint je Woensdagmiddag
nog gemist hebben. Werk maar prettig. Dag
Filmsterretje.
Lief RANONKELTJE. Van je broertje „Klein
maar Dapper" meende ik, nu hij ziek is, geen
briefje te zullen ontvangen. Je moeder heeft
echter voor hem geschreven 'en vroeg me
eens iets over z'n poes te schrijven. Ik zal nu
maar in jouw briefje aan haar verzoek vol
doen, Want Cootje's briefje heb ik gisteren,
Woensdag, reeds geschreven. Zeg Cootje, je
vertelt poes alles van de club, schrijft je
moeder mij. Begrijpt Topsy je of doet ze alsof
ze je begrijpt? Welke kleur heeft ze en hoe
lang heb je ze al? Is poes een flinke muizen
vangster of hebben jullie geen muizen en
houdt je haar voor de gezelligheid? Als je
weer beter bent, schrijf je me wel op m'n
vragen, niet? Beterschap hoor. Zeg Ranon-
keltje, die kleine Gerard vind ik een schat-
tigen bengel. Hij is echter nog veel te jong
voor de club en moet nog wat geduld hebben.
Met recht heb je dit keer slecht geschreven.
Een volgenden keer hoop ik dat je wat meer
tijd voor me hebt. Wil je je moeder m'n groe
ten terug doen? Tot Woensdag.
Dag Renonkeltje.
Veel groeten van
MEJ. E. VTJLBRIEF.
en tot Woensdag op de club,