Met de ééndaagsche over Java. H' De eenige vrouw, die den Karakorum beklom H' Inlandsche bevolking past zich bij de crisis aan. Spoorwegviaduct tusschen Bandoeng en Batavia. et is wel vooral de vliegdienst ge weest, die de Staatsspoor deed ont waken en noopte tot het leggen van een ééndaagsche verbinding tus schen de beide groote havenplaatsen aan Java's Noordkust en in verband daarmee, het mogelijk maakte ook de plaatsen in Midden- Ja va zooveel sneller te bereiken. De treinver bindingen mogen, vooral in West Java thans werkelijk goed genoemd worden. De wagens zijn gerieflijk. De eerste klas is met leer be kleed, akelig warm en plakkerig, maar die is ook alleen voor de vrijkaarten. Wie betalen kan reist 2de op banken met rieten zittin gen, comfortabel en koel en gezellig. De 3de klas zit meest tjokvol en is voor Europeanen gliet zoo erg aan te raden. Eén nadeel, dat van buiten komt, hebben de drie klassen ge meen, Spotters zeggen, dat de S.S. zoo goed voor ons welzijn zorgt, dat ze fijn verdeelde kool, Norit, in het eten geeft. Die kool komt overal binnen en maakt alles zanderig en vuil, maar daar is in een tropenland weinig aan te doen, nu de kolen eenmaal slecht zijn en de overgang tot oliestokende locomotie ven natuurlijk enorme kosten met zich mee zou brengen. Verder kan het warm zijn over dag op Java, dat is bekend en komt in den trein ook voor. 's Nachts reizen durft men niet aan, -men is bang dat de wachtposten steeds zullen slapen en eigenlijk is Java daar voor ook net te klein. Dat gaat in Britseh- Indië beter. De ééndaagsche doet er net twaalf uur over en vertrekt natuurlijk on geveer 6 uur om juist bij daglicht aan te komen. Wat zijn die ochtenden in Java toch heer lijk! Het is nog koel als wij wegrijden om 6.10 uit Soerabaja. In het Oosten is de lucht gloeiend rood gekleurd achter de palmkronen en dat rood weerkaatst overal in de Poin- cetfcla's, de Kerstkransen, die de Inlander zoo graag om zijn erf heen plant. Ze zijn alweer wakker, de vlijtige Javanen. Overal ziet ge ze met patjol en ploeg op den schouder naar de akkers gaan of in regelmatigen draf langs de wegen hun vrachtjes naar de stad brengen. Eindeloos ligt de vlakte onder den morgen nevel. En wat een uitgestrekte velden met mais of aardnoten of rijst of tapioca. Gewoon lijk beplant de Inlander toch veel kleinere perceelen. En dan pas schiet het mij door het hoofd! Natuurlijk, die kolossaal uitgestrekte velden, zoo prachtig gelijk, zoo uitstekend geïrrigeerd, dat was vroeger allemeel sui ker. En die witte ruïne zooeven was een half afgebroken suikerfabriek en daar komt er al wéér een. Hoe is het mogelijk, dat de In lander kans heeft gezien, de fut heeft gehad om dat geweldige areaal zóó zorgvuldig te beplanten, want op die heele reis door dat uitgestrekte suikerland van Soerabaja over Djocja naar Cheribon, heb ik om zoo te zeg gen geen stukje braakliggend land gezien! Natuurlijk, het land was-beschikbaar en de verdiensten bleven uit, maar ik blijf het een van de wondere aanpassingen van Java's dappere bevolking aan de crisis vinden! Het is aan hun eigen vlijt en voorzorg te dan ken, dat de crisis op de Inlandsche bevolking nog zoo weinig vat heeft en aan de spaar zaamheid en tevredenheid met het hoog noodige er bij Daar vallen de eerste zonnestralen op een bamboebosch, waarin de kampongs hier alle verscholen liggen. De omheining ziet er keurig uit; even verder een heuvel vol Chi- neesohe graven, die het komende licht sterk weerkaatsen. Thans worden ook de bergsil- houetten duidelijker, tot vooral de Ardjoeno diepblauw tegen den morgen-hemel afsteekt; maar al vóór we hem uit het gezicht verlie zen wordt hij aan het oog onttrokken door dat eigenaardige waas, dat Java's bergen na 's morgens 8 uur meest geheel aan ons oog onttrekt, in den drogen tijd tenminste. Het is dat mengsel van rook, stof, waterdamp en onschuldige asempjes. dat tot 1800 a 2000 M. hangt en waar alleen vliegtuig en bergteer U boven uit brengen. Wel heel jammer, want dat ontneemt Java een van zijn groot ste landschapsschoonheden, den achter grond van bergruggen en vulkaantoppen. Nu ook uit den trein is het vooral de voorgrond, die ons boeien moet en die is vaak interessant genoeg. Het heele land ziet er frisch uit, goed beplant, vroolijke dessa's overal er tusschen. De kleurige bevolking is soms nog bezig met den rijstoogst maar op andere plaatsen wordt de patjol diep in de modder geslagen, zijn de zaaibedden al groengeel en wordt het eerste irrigatiewater over de velden geleid. Die wa- terverdeeling is op Java altijd het grootste Waagstuk'. De heele welvaart van Oost-Java hangt absoluut af van het goede onderhoud van honderden kilometers bevloeiïngskanalen. Suiker en gouvernement konden die in den rij ken tijd. samen aanleggen en onderhouden, maar wat zóóver buiten het waakzaam oog van den eenvoudigen dessaman ligt kan bin nenkort wel eens gevaar gaan loopen. Water- diefstal is op Java altijd een der zwaarste misdrijven geweest, maar onderhoud van dij ken en stuwdammen voor kameraden op tien tallen kilometers afstand kan straks veel moeilijkheden opleveren. Laten we 'hopen, dat het Gouvernement zijn volle zorgen er aan zal kunnen blijven besteden. Maar thans wente len de karbouwen nog rustig in de modder of draven hun jeugdige bewakers naar een nog lekkerder plekje. De kleine witte reigers rij den ook graag mee om straks weer rond de logge pooten te gaan jagen en of de insecten van de huid weg te pikken, zooals we de Dja- laks, de spreeuwen ook V3ak zien doen. Dan gelukkig nog een suikerrietveld, één aan het Buijden toe, één in aanplant, één halfwas. Wel- varende dorpen, witte hekjes, pas gewit, eere poortje, een forsch irrigatiekanaal, een roo- kende fabriekschoorsteenZoo gaat-ie goed! Onze suikercultuur zat zóó prachtig in elkaar, die kan niet zonder meer gemist worden en zal binnenkort ook wel weer worden uitge breid. Daar is wel een beetje te forsch op inge hakt! Als wij in Holland de suiker-accijns eens afschaffen en den bietensteun (er is im mers toch te kort!) dan was de Indische sui ker en waren honderdduizend Inlanders er weer boven op. En onze boeren zeggen, dat er zelfs mét den steun nog geld bij moet. Dus Daar komt weer een verlaten fabriek, verla ten huizen. De Ampas, het uitgetrokken riet, wordt een prooi van weer en wind. Tropische plantengroei overwoekert reeds de kalkhoo- pen. Boven de verlaten kampong hangen de kapoikvruchten opengesprongen aan de hoo rnen. De hiooge bamboestaken dragen geen kooitje meer waarin de tortelduif voorspoed voorspelt. Een treurig gezicht. Dan verandert het aspect van het land schap, het wordt heuvelachtiger. Groote djattibosschen, die meest hun bladeren heb ben laten vallen, bedekken de hellingen, die naar boven toe in nevelwolken verdwijnen. Maar dat duurt niet lang. Dan is het weer rijstvelden en mais en tapioca en soms suiker en lange rechte met tamarinde beplante we gen. En mooie breede rivieren met bamboe om zoomd. Bij Madioen is de Lawoe nog juist zichtbaar en dan is het de Merapi, die de aan dacht vraagt boven de eindelooze vlakte. De rookpluim, die door den passaatwind van zijn top meteen horizontaal wordt weggevoerd, toont duidelijk dat Java's werkzaamste vul kaan nog steeds met recht gevreesd wordt. In Djocja tien minuten oponthoud. Koop vrouwen aan het station met hoorn- en been- en leerwerk. Ze verkoopen voor een kwart van wat ze vragen. En de vraagprijs is een kwart van wat je'vroeger betaalde. En ze lachen even vriendelijk tegen de versleten dubbeltjes en kwartjes, die ge haar uittelt. En op die stations geniet ik ook altijd van het spoorwegpersoneel, dat meest tot in de hoogste rangen Javaansch is. Zoo'n uniformpet boven op de keuriggevouwen hoofddoek, daar wen nen wij niet zoo gauw aan. Dat heeft de trein conducteur trouwens meestal ook. Alles is toch altijd zoo keurig bij deze menschen of het eerste of derke klas passagiers zijn, man nen of vrouwen, het is allemaal netjes, schoon, af, vaak een lust om naar te kijken. De keurige, haast overbeleefde manier, waarop een stationscontroleur je kaartje vraagt en knipt en je vertelt waar je trein komt te staan, het is vaak o.m je te schamen over je mede-Europeanen. Beleefdheid en vormen be- hooren tot de dingen, waarin zelfs de eenvou digste Inlander zelden of nooit zal te kort schieten. Behalve natuurlijk wat in de ste den vaak door omgang met minderwaardige Europeanen bedorven is. En daarbij hoeft ge heusch niet dadelijk te denken aan kruiperige onderdanigheid, zooals die door de Inland sche hoofden veel geëischt werd en nog wordt en dus vanzelf op den Europeanen werd over gedragen; en ook onder elkaar in den gewo nen omgang staan wij bij deze menschen vaak verre achter in beleefdheid en in algemeene menschenliefde, in het bereid zijn om steeds te helpen waar het ncodig blijkt. Zonder on derzoek, zonder omslag, zonder zelfs de bij gedachte, dat elke goede daad eens zijn be looning zal vinden. O ja wij zaten op het station in Djocja. Dan komt een mooi deel, dwars over Java naar de Noordkust, met beboschte berghellingen, diepe ravijnen vol weelderigen plantengroei en breede valleien met cocos en betelpalm, pisang en rijstvelden. Maar de hitte van den middag maakt loom, de halve biefstuk met rijst in den keurigen restauratiewagen voor de somma van 50 cent, draagt het hare er toe bij om de oogen te doen dichtvallen. De Salak is toch nauwelijks te zien en na Cheribon is het vlak en warm, tot de zon achter de don kere wolkengevaarten in het Westen ver dwijnt en de avondkoelte over het uitgedorste land valt. Dan een ijsthee of een kwast en we komen vuil maar vroolijk en meest precies op tijd in Batavia aaai. Ik zei het reeds, dat vooral West Java te-, genwoordiig niet te klagen heeft. Vier snelle verbindingen van Batavia regelrecht met Bandoeng in een kleine 3 uur en 4 met Bui- ten z org - S óek ab oem i en eventueel door naar Bandoeng en Garoet. En dez-e spoorreizen be- hooren tot het mooiste wat men op dit gebied in tropenlanden zien kan. Het prachtige ter raslandschap tusschen Salak en Gedeh met de kleurig gekleede bevolking aan het werk in de rijstvelden, de mooie ravijnen in de buurt van Tjibadak en vooral de rit door de Preanger, zoowel bij de Goenoeng Missigit als tusschen Bandoeng en Tjikampek, waar de groote viaducten liggen, die iedereen van de luchtfoto's kent. Daar rijden wij voortdurend langs steile berghellingen, neerziende in diepe dalen. Daar vooral kan het vroeg in den mor gen en laat in den middag zoo wondermooi zijn door de lichteffecten, die de laagstaande zon toovert in de wolkenmassa's. Een pias regentje is in Indië vaak zeer welkom om de afkoeling die het brengt en dan kan het treinreisje van Bandoeng omlaag naar Bata via tot een verfrissching worden. Het treinrei zen in Indië is mij tenminste heel erg mee gevallen, niet in het minst om den geheel nieuwen kijk op het landschap, waar je zoo veel meer middenin zit dan langs den grooten weg, die natuurlijk altijd door de meest be bouwde streken voert. Dus reist per spoor. Snel en goedkoop. VAN DER SLEEN. DINSDAG 26 NOV. 1935 Geen deelneming van Frank rijk aan het olie-uitvoerverbod? Laval wil nieuwe bemiddelings pogingen ondernemen. Directe besprekingen txxsschen Londen en Rome? LONDEN, 25 Nov. (A.N.P.) Het uitstel van de bijeenkomst te Genève van de commis sie van achttien, die zich zal bezig houden met de kwestie van een uitvoerverbod van petro leum naar Italië, is. veroorzaakt door de mede- deeling van Laval, dat het de Fransche regee ring' tengevolge van den moeilijken binnen- landschen toestand nog niet mogelijk was haar houding ten aanzien van deze belangrij ke kwestie te bepalen. De Britsche ambassa deur, Sir George Clerk, heeft opdracht gekre gen Laval mede te deelen, dat Groot-Brittan- nië met het voorstel tot uitstel van die zitting accoord gaat. De diplomatieke medewerker van de Daily Telegraph schrijft, dat ter ver krijging, van een effectief uitvoerverbod van petroleum de onbeperkte medewerking noodig is van Sovjet-Rusland, Roemenië, Nederland, de V.S. en Venezuela. Laval zou den gewonnen tijd willen gebruiken voor nieuwe bemidde lingspogingen. Hij zou Mussolini nogmaals hebben overtuigd van de vriendschappelijke houding van Frankrijk tégenover Italië en de ze toenadering zou ten gevolge hebben gehad, dat de toezegging inzake het steunen van Groot-Britannië in de Middellandsche Zee aanzienlijk slapper is geworden. Frankrijk zou Italië hebben verzekerd, dat het met de toe passing van de sanctiemaatregelen tot de uiterste grens is gegaan, In geval van het uitbreiden van de sancties tot steenkool en petroleum zou Frankrijk daaraan geen werk zaam aandeel behoeven te nemen. De Britsche regeering is vastbesloten bij de verdere betrek kingen met Rome een onafhankelijker rol te spelen dan tot dusver. Dit is het resultaat van de goedkeuring, die de Volkenbond op 3 No vember heeft uitgesproken over de verdere pogingen van Frankrijk en Engeland tot her stel van den vrede. Gedurende dé laatste drie maanden heeft de Britsche regeering er ge noegen mee genomen, het initiatief daartoe aan Laval over te laten. Het bezoek van den Britschen ambassadeur aan Mussolini heeft moeten toonen, dat ook directe besprekingen tusschen Italië en Groot-Britannië mogelijk Zijn, Het aangekondigde uitstel van de zitting der commissie van 18. PARIJS, 25 Nov. (A.N.P.) De verklaring uit Genève, volgens welke de Fransche en de Britsche regeeringen in volle overeenstemming hebben besloten de bijeenkomst van de com missie van advies, die op 29 November zou be ginnen, tot een later tijdstip uit te stellen, wordt door een deel der Parijsche pers onjuist genoemd. Men wijst erop, dat de regeéringen van beide landen niet het recht hebben tot een dergelijk uitstel te besluiten, aangezien het initiatief daartoe slechts door den voorzitter der commissie kan worden genomen. Mevrouw Visser—Hooft vertelt. Noodlottige poging tot smokkelen. Smokkelaar in de Maas verdronken. SITTARD, 2-5 Nov. (A.N.P.) Tusschen Ur- mond en Stein heeft zich Zaterdagnacht op de Maas een smokkeldrama afgespeeld. Zekere J. J. B. uit Sittard had op een geïmproviseerd vlot plaats genomen om smokkelwaar over de Maas te brengen. Nog op het Belgische gedeel te van de Maas is de man te water geraakt en verdronken. B. was 33 jaar oud en onge huwd. Ontzettend drama op Lombok. AMPENAN, 25 Nov. (Aneta) Een man, die door zijn echtgenoote was getergd, ging over tot amok maken. Hij doodde zijn vrouw en twee kinderen, stichtte daarna brand in zijn woning en viel daarop de toegestroomde me nigte aan. Hij doodde in totaal dertien men schen. Hij werd gepakt en achter slot en grendel gezet. Het vreèselijke drama geschied de in de onderafdeèling Ampenan (West- Lombok). Verliezen der Italianen in het Zuiden? Weer een bericht over oneenigheid tusschen RaS Seyoem en Ras Kassa. ADDIS ABEBA, 25 Nov. (A.N.P.) Een regeeringscommuniqué beweert, dat in de laatste twee weken groote hoeveelheden geweren, machinegewe- weren en munitie op de Italianen zijn buit gemaakt. Er zouden in deze perio de 4700 Italianen zijn gesneuveld. In het Zuiden zouden de Abessyniërs een „succes" te boeken hebben in de pro vincie Bale, waarbij 2000 Italianen zou den zijn gedood. Van het Tigre-front 25 Nov. (Reuter), -r- Vernomen wordt, dat Ras Seyoem zich weer bij Ras Kassa heeft gevoegd, en Tembien ver laten heeft, om naar het zuiden van Makalle te trekken. Tusschen de beide legeraanvoerders zou ver schil van meening bestaan. Ras Seyoem zou namelijk onmiddellijk slag willen leveren om zijn troepen, die na het bombardement van 18 November zeer zijn gedemoraliseerd, weder moed te geven, terwijl Ras Kassa daarentegen meer met matiging zou willen optreden. De Negus heeft verklaard, dat hij naar het front zou komen om den toestand te bestu- deeren en de te volgen taktiek vast te stellen. Aan het front van het tweede legercorps is een Itallaansch detachement slaags geraakt met de troepen van Fitaurari Abbai, die ver liezen' moesten boeken en tot voorbij Weri terugtrokken. Een aantal manschappen werd gevangen genomen. Op het nieuw aangelegde vliegveld van Ma- kalle zijn twee vliegtuig-escadrilles gestatiom neerd. Troepentransporten duren voort. NAPELS. 25 Nov. (Reuter). Het s.s. „Prin- cipessa Giovanna" is met 34 officieren en 1500 i minderen, drie secties automobielen en een sectie pantserwagens naar Oost-Afrika vertrok ken. Heden zullen met de ..Colomba" 124 officie ren en 2100 minderen vertrekken, terwijl aan boord van de „Nazario Saura" 1.000 werklieden zullen vertrekkeï et is een groot geluk, als men door een toevallige omstandigheid over de be kende expedities in den Karakorum iets te hooren kan krijgen van één van de voornaamste deelnemers aan de expeditie zelve, den heer Ph. Visser of mevrouw Visser-Hooft. Want in de eerste plaats hooren de heer en mevrouw Visser, als ze niet in den Karakorum zitten, in Calcutta thuis, waar de heer Visser consul-generaal is. en in de tweede is de tijd van hun driemaan- delijksch verlof in Holland zoo gevuld, dat het bijna onmogelijk is één van hen ergens te treffen. Vooral de heer Visser schiet in de ze dagen als een meteoor op en neer door ons land,~en van tijd tot tijd laat hij ook het bui tenland genieten van zijn evoluties op het ge bied* van de kunst van het zich snel verplaat sen. lederen avond houdt hij lezingen^ is het er niet één in Meppel, dan is het er één in Weenen; en houdt hij geen lezingen, dan be reidt hij lezingen voor, is onderweg om een lezing te gaan houden, schrijft couranten artikelen of houdt conferenties. Het maken van Karakorum-expedities heeft zijn char mante zijden de heer en mevrouw Visser zullen de laatsten zijn, die het willen ontken nen en zelfs de naslepen ervan hebben vele charmante zijden, maar ook van het goe de kan men op den duur te veel krijgen! Zoodat degene, wien 't in deze dagen lukt den heer Visser bij zijn jas te pakken en een gesprek van langer dan twee minuten met hem gaande te houden, zich gelukkig mag achten. En met mevrouw Visser-Hooft is 't niet veel anders. Zij is de eerste vrouw, die den Kara korum besteeg. Zelfs al moet het onmiddellijk erkend wor den dat de „eerste vrouw die den Karakorum beklom", er merkbaar weinig voor voelt om die rol te spelen in den stijl, waax'in men toch eenigszins zou verwachten, dat die gespeeld zou worden. Geen zelfbewuste verhalen, geen allure van „ueberlegen" reizigster, die meer achter den rug heeft dan iedere andere rei zigster niets van dat alles. En dat maakt het nog interessanter om zoo langzamerhand met de verschillende wederwaardigheden, van de avonturen, van het aandeel in het weten schappelijk werk der expeditie van mevrouw Visser op de hoogte te komen en niette genstaande alle bescheidenheid en onopge smuktheid zoo achter de simpele woorden om de geweldige moeilijkheden en bezwaren te ontleden, die toch op deze expedities vooral het aandeel moeten zijn geweest van de eeni ge vrouw, die eraan deel nam. „Of ik ooit geaarzeld heb of ik er wel aan mee zou doen, toen het plan voor de eerste Karakorumexpeditie in 1922 opkwam?" Me vrouw Visser lacht een beetje verbaasd. „Wel nee mijn man en ik zijn altijd hartstoch telijke Alpinisten geweest en toen we hier in Europa zoowat alles afgewerkt hadden, Zwit serland, Noorwegen, de Dolomieten, en we wer den in Britsch-Indië geplaatst, toen vonden we, dat we ons nu maar eens aan den Kara korum moesten wagen". „En of ik nooit een oogenblik spijt gehad heb, dat ik ermee begonnen ben? Of ik nooit eens schoon genoeg van alles heb gehad en bij mezelf overlegd, dat dit soort dingen toch eigenlijk geen vrouwenwerk waren?" Mevrouw Visser lacht nog een beetje verbaasder. „Nee, om u de waarheid te zeggen is die gedachte nog nooit, geen seconde lang bij me opgeko men. Ik heb aan iedere nieuwe expeditie altijd weer met groot plezier meegedaan, ik heb alle vier de keeren weer opnieuw mijn berg- plunje met plezier aangetrokken en de civili satie verlaten voor een paar maanden van eenzaamheid te midden van die prachtige bergen ik heb ook iederen keer weer, als we terug kwamen, me met plezier in een iets toonbaarder en flatteuzer toilet gestoken en de geneugten van de beschaving genoten als of ze iets totaal nieuws voor me waren maar daar zijn we vrouwen voor! en als straks eventueel de vijfde expeditie op touw gezet wordt, zal ik geen oogenblik aarzelen en weer meegaan!" En de „eerste vrouw, die den Karakorum be klom" glimlacht verontschuldigend, als het haar schromelijk spijt, dat ze ten opzichte van de expedities geen interessanter standpunt kan innemen. Dan komen, bij stukjes en beetjes, de verha len en wederwaardigheden los allemaal van die kleine1; simpelen verhalen en wederwaar digheden, die intusschen wel een alleraardigst licht werpen op het speciale standpunt van de eenige vrouwelijke deelnemer aan de Ka rakorum-expedities ten opzichte van die dik wijls vijf of zes maanden durende onderne mingen te midden van de eenzaamheid van de bergen van den Himalaya. Maar dat mijn respect voor haar ook nog door anderen ge deeld wordt, brengt ze zelf eerst nog aan het licht door me lachend het kostelijk verhaal te vertellen van de Britsch-Indische vrouw van den topograaf der expedities, die, toen ze ge hoord had, dat de „Mem-sahib" ook mee ging. verbaasd uitgeroepen had, dat dat dan toch wel een vrouw> moest zijn die twee maal zoo groot en twee maal zoo dik was als iedere an dere, wanneer ze zulke bovenmenschelijke dingen volbrengen kon! Mevrouw Visser vertelt, dat gedurende de expedities op haar, de eenige vrouw, ook de gewone huishoudelijke plichten rusten --al bestaan die dan in dit geval niet uit sokken stoppen en de maaltijden verzorgen. Het laat ste tenminste ten hoogste indirect want er gaat natuurlijk altijd een kok mee om voor het koken te zorgen; maar voordat men zoo ver is, dat er op zoo'n expeditie aan koken ge dacht kan worden, is er al het noodige werk en hoofdbreken achter den rug! Want hoewel er voor ieder lid van de expeditie zes of acht dragers meegaan, is het toch nog zaak, dat de omvang en het gewicht van den mond voorraad zooveel mogelijk beperkt wordt-, ter wijl er natuurlijk toch voldoende voedsel mee genomen moet worden. Vooral voor de eerste expeditie kostte dat probleem het noodige hoofdbreken; ten slotte is men tot de oplos sing gekomen, dat men altijd den heelen blik- jesvoorraad regelrecht uit Holland liet komen op de „onherbergzame hoogten" van den Karakorum plegen dus geregeld dergelijke vaderlandsche kostjes als zuurkool met spek en boerenkool met worst op het menu te prij- j ken, terwijl de andere voorraden in Kashmir worden ingeslagen. Maar daarmee is men dan I nog niet klaar want als de Thibetaansche j koelies aangeworven worden, kost dat weer een week oponthoud de vrouwen moeten het j graan roosteren, dat hun hoofdvoedsel is en dat zij dus in formidabele hoeveelheden mee nemen, en dat neemt dagen achtereen in be slag! Van haar bediende vertelt mevrouw Visser dat hij, toen in Indië de geruchten de ronde deden, dat de familie Visser van plan was een vierde expeditie op touw te zetten, van vier dagmarscnen ver kwam aanloopen om te vra gen of hij weer mee mocht! Van haar andere bedienden in Calcutta, die het in hun hart bijzonder gekleed vinden in dienst te zijn bij I de „Mem-sahib", die meegaat met de expedi-1 ties naar den Karakorum, en die dat aan ieder uitbazuinen, die het maar hooren wil. Die eigen bediende is trouwens één van me vrouw Vissers steun en toeverlaten ,zegt ze lachend, want één van de groote moeilijkhe den voor haar is het oversteken van de snel- stroomende rivieren in het gebergte, waar ze steeds duizelig van wordt, of ze het te paard, per bediendenrug, of per primitieve hulpbrug doet en haar bediende, die die zwakheid van haar kent, helpt er haar steeds op bijzon der handige en subtiele wijze doorheen! Ter wijl hij bovendien, als ze soms dagen achter een, soms zelfs een week. alleen met den kok en hem achterblijft in één van de basiskam pen, een trouwe hulp is bij haar aandeel in de wetenschappelijke doeleinden der expedi ties: het verzameien en drogen van planten werkje overigens, dat haar buitengewoon lief is, en dat haar geen oogenblik tijd gunt om last te hebben van de „eenzaamheid der ber gen", die volgens het oordeel van velen haar in zulke dagen toch wel eens te machtig zou moeten worden! Op de expeditie van 1925 heeft ze ook aan vlinderverzamelen gedaan en toen het genoegen gesmaakt een onbeken de variëteit te ontdekken, die ter eere van de ontdekster die Jeanette heet naar haar „Janeta" werd genoemd! Zonder eenigen ophef kabbelen zoo de ver halen door en in steeds stijgende verbazing monster ik de „eerste vrouw die den Karako rum beklom", zooals ze daar tegenover me zit. De wonderen zijn waarlijk de wereld nog niet uit! Terwijl zij bezig is, nemen de Karakorum expedities ongeveer de afmetingen aan van wandelingen in de Scheveningsche boschjes, en haar eigen aandeel erin wordt gereduceerd tot het aandeel, dat uit den aard der zaak nu eenmaal iedere huisvrouw heeft in een Zon- dagsch picnicpartijtje met de familie! Uit een zacht en vriendelijk gezicht met de erboven gladjes gescheiden haren kijken een paar heldere, met de drukte, die er cm haar gemaakt wordt, even verlegen oogen; haar lachje is een vriendelijk, tintelend lachje en haar handen, keurig gesoigneerd, bewegen zich zoo af en toe in een licht gesticuleereiid gebaar over het inderdaad allercharmantste japonnetje dat ze aan heeft. De eenige vrouw, die den Karakorum be klom. Niet alleen de eenige Nederlandsche, maar de eenige op de heele wereld. De wonde ren zijn inderdaad de wereld nog niet uit! En de charme van sommige van die wonderen is onweerstaanbaar. WILLY VAN DER TAK 470e STAATSLOTERIJ (Niet officieel) lste klasse, 1ste lijst Trekking; van Maandag 25 November 1935 Hooge Prijzen f 20.00018286 f 1.000.— 5718 6665 7081 9626 20462 f 400.— 2310 8191 13678 f 200.— 8063 12284 f 100.— 323 1289 1488 8925 10258 10314 13521 13864 20938 Prijzen van 20. 8 9 10 31 47 59 84 148 225 228 268 272 328 341 420 427 432 502 552 553 596 600 609 635 677 693 703 712 727 743 792 808 842 848 850 852 865 873 907 948 964 968 997 1007 1048 1072 1075 1080 1084 .1152 1153 1282 1321 1367 1373 1402 1407 1434 1475 1506 1570 1610 1692 1727 1745 1859 1868 1870 1965 1968 1970 1978 1988 1998 2008 2014 2015 2093 2118 2141 2172 2191 2193 2206 2212 2237 2241 2267 2269 2341 2385 2387 2398 2416 2430 2441 2455 2712 2715 2756 2783 2842 2896 2911 2951 2954 3032 3078 3085 3116 3122 3124 3130 3144 3146 3166 3175^3268 3301 3310 3557 3563 3584 3599 3623 3684 3697 3738 3742 3751 3797 3830 3870 3875 3882 3984 4007 4023 4057 4064 4097 4162 4173 4181 4239 4243 4328 4379 4380 4384 4430 4*48 4457 4484 4550 4551 4552 4565 4577 4597 4615 4683 4696 4730 4736 4738 4774 4*59 4867 4878 4903 4923 4980 5069 5095 5113 5193 5194 5307 5313 5335 5357 5365 5S97 5411 5426 5430 5512 5529 5587 5606 5629 5636 5688 5698 5701 5732 5735 5743 58.11 5822 5824 5867 5883 5908 5958 6008 6016 6031 6047 6048 6082 6088 6113 6118 6122 6137 6145 6155 6196 6241 ,6326 6327 5329 6350 6352 6413 6446 6469 6486 6491 3502 6527 6568 6634 6652 6667 6688 6691 6705 6713 6749 6771 6842 6881 6984 7032 7045 7050 7075 7094 7135 7153 7167 7192 7234 7268 7349 7350 7378 7427 7444 7501 '7528 7577 7618 7717 7776 7815 7832 7899 7934 7951 7953 7979 8038 8112 8214 8224 8407 8412 8424 8454 8460 8463 8477 8511 8527 8548 8563 8583 8613 8626 8642 8648 8684 8688 8696 8713 8733 8756 8819 8879 8386 8940 8967 9003 9013 9034 9055 9065 9127 9140 9166 9169 9179 9185 9187 9200 9260 9286 9313 9338 9348 9357 9418 9456 0493 9504 9532 9534 9563 9588 9678 9682 9626 9694 9740 9745 9760 9762 9772 9774 9777 9783 9873 9895 9907 9946 9947 9983 1C031 10038 10062 10072 10098 10122 10209 10217 i.C'252 10262 10276 10344 10331 10398 10453 10496 10527 10534 10569 10577 10606 10635 10641 10707 10726 10733 10758 10777 10817 10819 10827 10879 10882 10889 10925 10961 10980 10985 11001 11007 11026 11044 11082 11109 11111 11144 11191 11207 112?9 11286 11290 11306 11329 11362 11364 11432 11446 11449 11468 11567 11687 11690 11718 11777 U8O0 11831 11848 11851 11924 11957 11970 11986 11996 12094 12096 12104 12152 12195 12216 12250 12252 12292 12329 12427 12462 12503 12506 12536 12560 12581 12673 12678 12687 12732 12737 12795 12798 12953 12960 12963 12971 12974 13013 13081 13082 13116 13123 13136 13140 13143 13145 13194 13)96 13237 13245 13304 13321 13436 13452 13495 13570 13606 13612 13662 13713 13742 13772 13896 13D05 13912 13957 13987 14072 14073 14081 14085 14088 14119 14136 14170 14183 14221 14248 14261 14291 14332 14370 14404 14469 14486 14496 14517 14534 14535 14560 14604 14620 14709 14716 14719 14721 14737 14759 14773 14737 14811 14833 14846 14857 14865 14874 14898 14945 14976 15001 15024 15065 15067 15076 15087 15136 15166 15194 15198 15204 1529S 15347 15390 15410 15448 15493 15509 15569 15587 15593 15640 15659 15716 15754 15788 15806 15813 15825 15855 15868 15908 15909 15915 15923 15935 16013 16055 16056 16106 16153 16195 16236 16260 16263 16274 16288 16306 16330 16419 16542 16558 16620 16679 16723 16753 16759 16805 16927 16938 16940 16972 16976 16999 17021 17036 17126 17134 17164 17225 17244 17383 17416 17465 17471 17481 17517 17623 17647 17683 17690 17693 17732 17770 17793 17823 17869 17877 17902 17934 18024 18115 18121 18219 18225 18302 18310 18314 18359 18364 18378 18421 18439 18443 18449 18461 18474 18500 18520 18530 18537 18563 18618 18678 18690 18739 18742 18782 18786 18791 18812 18825 18827 18885 18903 18979 19001 19002 19017 19036 19068 19082 19088 19125 19182 19193 19197 19244 19246 19249 19349 19406 19413 19447 19464 19501 19515 19613 19619 19621 19634 19711 19718 19805 19813 19858 19868 19892 19944 19953 19962 19973 20091 20122 20137 20150 20177 20233 20246 20302 20310 20321 20430 20435 20461 20465 20493 20503 !0532 20534 20546' 20553 20571 20576 20619 20623 .0624 20625 20667 20693 20707 20710 20790 20808 20842 20900 20907 20915 20917 20941 20946 20948 20950 20970

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1935 | | pagina 7