De voorgenomen wijziging van de
Warenwet 1919.
Liszt als Hongaar
en Oostenrijker.
Vallen de normen eerlijkheid in den handel" en f,zorg
voor de volksgezondheid" samen?
Onze Warenwet dateert van 1919. Ons land
Is in achttien keuringsdistricten verdeeld,
waarbij nog gevoegd zijn een drietal provin
ciale keuringsdiensten n.l. in de provincies
Groningen, Friesland en Drente. In totaal
zijn er dus een twintig diensten. In het oor
spronkelijke wetsontwerp werden de jaarlijk-
sche kosten geraamd op 600,000 gulden. In
1932 bedroegen deze kosten niet minder dan
1.700.000 gulden. In de laatste jaren is men
reeds tot bezuinigingen op dezen dienst over
gegaan. Zoo zijn de kosten voor dit jaar
geraamd op 1.300.000 gulden, dus nog altijd
meer dan het dubbele van de raming, gemaakt
jn 1018. Bij een beoordeeling dezer cijfers
dient men natuurlijk rekening te houden met
het feit, dat de arbeidsloonen na 1918 ver
hoogd zijn. De voor de hand liggende be
zuiniging dient in de eerste plaats gezocht te
worden in een vermindering van het aantal
keuringsdiensten. De geweldige uitbreiding en
vooral ook de verbetering van het verkeers-
apparaat zijn afdoende argumenten voor deze
inkrimping. Wanneer men bedenkt, dat er
in het Westen van het land laboratoria ge
vestigd zijn in Alkmaar, Amsterdam, Haar
lem, Leiden, 's Gravenhage, Rotterdam en
Dordrecht, dan kan waarschijnlijk zonder
eenig bezwaar dit aantal beperkt worden en
dient men daartoe over te gaan in een tijd
waarin uiterste zuinigheid geboden is. Dat de
bereikte bezuiniging in den aanvang gering
zal zijn, spreekt van zelf. Een tweede be
zuiniging is te vinden in een vermindering
van de bezetting met personeel, met inacht
neming van de functie, welke men de
keuringsdiensten wil toekennen en waarover
ook verschil van meening bestaat. Welke
voorstellen zijn nu van regeeringswege met
betrekking tot deze reorganisatie gedaan?
Kortheidshalve zij vermeld, dat op 6 Augustus
1935 bij de Tweede Kamer der Staten-Gene-
raal een wetsontwerp werd ingediend tot-
wijziging van de Warenwet 1919. Het heeft
weinig zin uitvoerig mede te deelen hoe de
Regeering zich deze reorganisatie had ge
dacht. In het Voorloopig Verslag werden n.l.
zooveel bezwaren tegen deze wijziging ge
opperd, dat de Regeering bij haar Memorie
van Antwoord met een Nota van wijzigingen
is gekomen, die feitelijk van l^et oude ont
werp weinig meer overlaat. Een der wijzigin
gen is van zuiver principieelen aard. Tot dus
verre beschermt de Warenwet n.l. de eerlijk
heid in den handel. Blijkens bovenbedoelde
Nota stelt de Regeering voor daaraan een
einde te maken. Daarnaast stelt de Regeering
voor het bedrijfsleven in de kosten van de
keuring van waren te laten medebetalen tot
een vierde gedeelte van het geheeile bedrag.
Het is duidelijk, dat- tegen dit medebetalen
ernstig verzet is gerezen van de zijde van een
groot gedeelte van het bedrijfsleven. Men
betoogt, dat het in dezen tijd ontoelaatbaar
is de bedrijfskosten nog te verhangen en dat
alles in het werk gesteld moet worden om tot
een verlichting te komen. Daartegenover
dient opgemerkt te worden, dat een ander
gedeelte van dat bedrijfsleven zich bereid
heeft.- verklaard tot het betalen van een
zekere retributie, in 't bijzonder in het be
lang dér bona fide handelaren, die maat
regelen wenschelijk achten tegen geknoei.
Nu de taak der keuringsdiensten geheel
gewijzigd zal worden en zich zal beperken
tot de zorg voor de volksgezondheid is de
geneigdheid mede te betalen voor velen ver
vallen. Intusschen heeft de Commissie van
voorbereiding uit de Tweede Kamer monde
ling overleg gepleegd met den Minister van
Sociale Zaken, waarbij in de eerste plaats het
vervallen van den norm „de eerlijkheid in
den handel" ter sprake is gekomen. Men
bleek algemeen van oordeel, dat het gewij
zigde ontwerp op dit punt een tegenstrij
digheid bevat. De commissie wees in dit ver
band op het feit. dat weliswaar in de nieuwe
artikelen 13 en 15 deze norm vervalt, doch
dat in artikel 5 van het gewijzigde ontwerp
evenals in artikel 6 van de geldende Wa
renwet wordt gesproken van „waren, die
van ondeugdelijke samenstelling zijn of in
ondeugdelijken toestand verkeeren", terwijl
daarnaast wordt gesproken van „waren, die bij
gebruik overeenkomstig de bestemming voor
het leven of de gezondheid schadelijk zijn
of kunnen zijn". De Commissie bleek van oor
deel dat handhaving van de controle op de
deugdelijke samenstelling voor een goed deel
neerkomt op behoud van de controle op de
eerlijkheid in den handel. De Minister bleek
van oordeel, dat de noodzakelijke bezuiniging
op de Rijksuitgaven oorzaak is, dat tal van
belangen minder intensief behartigd kun
nen worden, dan vroeger het geval was. De
voornaamste rechtsgrond voor het eischen
van een bijdrage van de zijde der bedrijven
achtte de Minister te'liggen in het feit, dat
de bedrijven nu eenmaal gecontroleerd moe
ten worden.
De Minister behield zich het antwoord voor
op de vraag, of door het schrappen van de
norm „eerlijkheid in den handel", de ge-
wenschte bezuiniging ten slotte niet verloren
zou gaan, doordat de controle op de deug
delijkheid van de samenstelling vrijwel op
hetzelfde neer zou komen. Wel verklaarde
de Minister, dat hij, zoo noodig ook de schrap
ping van de controle op de deugdelijkheid
der samenstelling zou voorstellen. Eenstemmig
bleek de Commissie van oordeel, dat zij ge
plaatst voor de keuze tusschen het vervallen
van de norm „eerlijkheid in den handel" of
het behoud daarvan met een zekere ver
hooging van de aanvankelijk voorgestelde bij
drage van het bedrijfsleven, de laatstbedoelde
regeling zou kiezen. Van regeeringszijde werd
voorts erkend, dat op de gemeenten, gelegen
in het gebied van een keuringsdienst, die
wordt opgeheven, zware lasten zullen komen
te drukken. Overwogen zal nog worden daar
aan zooveel mogelijk tegemoet te komen. Met
betrekking tot de bepaling dat het Rijk en
de bedrijven samen de helft van de kosten
zullen dragen (artikel 13) deelde de Minister
nog mede dat deze bepaling zoo zal worden
uitgevoerd, dat het Rijk het deel van die helft
van de kosten betaalt, dat niet door retributie
gedekt wordt.
De geheele materie is uiterst gecompli
ceerd. Tal van vragen en mogelijkheden
dringen zich als van zelf naar voren. Kom'
men tot een inkrimping van het personeel
aan deze diensten, dan zal het gevolg daarvan
zijn een beperking van de frequentie der
controlewerkzaamheden. Op zich zelf kan
men daarin een ernstig bezwaar zien. Ten
deele zou men dit kunnen ondervangen door
verhooging van de strafmaat. Daardoor zou
m en vermoedelijk kununen volstaan met een
vermindering van het aantal controles.
Hoe men ten slotte ook moge staan tegen
over de vraag, of de toekomstige Waren
wet eenerzijds dient te zorgen voor de be
langen der volksgezondheid en tevens voor
de eerlijkheid in den handel, kwalijk is toch
vol te houden, zooals de Memorie van Toe
lichting doet, dat deze begrippen samenval
len Het gebruik toch van goeakoope, doch
voor de gezondheid onschadelijke stoffen
maakt wel meer dan eens inbreuk op de eer
lijkheid in den handel, doch behoeft aller
minst in strijd te zijn met de belangen van
de volksgezondheid Een van de meest spre
kend voorbeelden was de kortgeleden gepu-
bliceerden ontdekking van den provincialen
keuringsdienst te Groningen. Daar werden
een 120-tal potten huishoudjam in beslag ge
nomen die aangeboden werden als bessen
en abrikozenjam. Zij bleken bij onderzoek 70
procent water te bevatten en voorts appel
moes die gekleurd was Zouden de thans
voorgestelde wettelijke bpalingen van kracht
worden, dan zou dit product hoogstwaar
schijnlijk buiten de controle vallen.
Het is wel als zeker aan te nemen, dat het
laatste woord over de regeeringsvcorstellen
nog niet gesproken is. Voor producenten de
taillisten maar ook voor alle consumenten is
het een vraagstuk van de grootste beteeke-
nis.
MOLLERUS.
Ontwerp-program der
R.-K. Staatspartij.
Door den Partijraad ongewijzigd over
genomen.
Ongeveer half Juni is een ontwerp-staat-
kundig program der R.K. Staatspartij ver
schenen, samengesteld door een door het
Partijbestuur daartoe ingestelde commissie.
Op dit ontwerp, waarvan wij ten tijde van het
verschijnen een uitvoerig résumé hebben op
genomen, is thans een toelichting verschenen.
Het Partijbestuur der R.K. staatspartij heeft
besloten het ontwerp der commissie onge
wijzigd over te nemen en als zijn voorstel
in te dienen bij den Partijraad, die dat voor
stel in zijn jaarvergadering van 29 Febr. 1936
zal behandelen.
In de toelichting zijn uiteraard geen zaken
opgenomen, welke niet vermeld zijn in het
bovenbedoelde ontwerp. Slechts wordt een in
leiding gegeven over de geschiedenis van de
verschillende katholieke programs, waarvan
in 1883 door Dr. H. Schaepman de grondslag
is gelegd in „Een Katholieke Partij. Proeve
van een Program". In 1896 werd door de toen
malige R.K. Tweede Kamerleden onder aan
voering en leiding van Dr. Schaepman de be
kende beginselverklaring gehandhaafd. De
later volgende Katholieke programs van 1918,
1922, 1925 en 1929 hebben alle naar voorgaan
de programs verwezen en deze gehandhaafd,
voorzoover zij niet waren gewijzigd of reeds
verwezenlijkt. Bij de voorbereiding van het
program van actie voor 1933 is een schuch
tere poging gedaan dit z.g. waschlijst-stelsel
te verlaten en bij het thans ingediende ont
werp-program heeft men er grondig mede af
gerekend.
Verder bevat de inleiding nog eenige op
merkingen over de systematiek van en de
bronnen voor het program, welke laatste ge
put zijn „uit de Openbaring, gelijk deze door
het kerkelijk leergezag wordt vertolkt, zoo
mede uit de natuurlijke eischen van het per
soonlijke en het gemeenschapsleven in zijn
verschillende vormen".
In de commissie, welke het ontwerp-pro
gram vervaardigde, hadden zitting prof. mr.
P. J. M. Aalberse, dr. D. Beaufort O. F. M., dr.
J. van Beurden, O. Praam, mr. C. M. J. F.
Goseling, prof. mr. P. W. Kamphuisen, prof.
dr. J. B. Kors O.P., prof. J. H. Niekel, prof. mr.
W. Pompe en prof. dr. ir. J. Schmutzer. Mr.
A. L. de Block was aanvankelijk secretaris, die
later om gezondheidsredenen werd vervangen
door mr. H. A. M. T. Kolfschoten.
T eraardebestelling
Th. W. Blijdenstein.
Enorme belangstelling op Westerveld.
Onder enorme belangstelling is Zaterdag
middag op de begraafplaats Westerveld ter
aarde besteld het stoffelijk overschot van den
heer Th. W. Blijdenstein, oudste directeur van
de Twentsche Bank te Amsterdam. Onder de
aanwezigen bevonden zich vertegenwoordigers
van nagenoeg alle belangrijke bankinstellingen
in den lande, in de eerste plaats de directeu
ren van de bijkantoren, verder was ook veel
personeel van de bank te Amsterdam en de
bijkantoren aanwezig.
Van het bestuur, van de Twentsche Bank
wai^n aanwezig de heeren J- H. van Heek,
oresident-commissaris, Mr. H. Telders, F.
Lieftinck J.Iizn., jhr. F. Teding van Berkhout
en dr. A- R, Zimmerman, commissarissen, de
directeuren de heeren mr. H. F. van Leeuwen,
J. M. Telders en G. Warning alsmede de hee
ren J. v. d. Linde en mr. J. D. Boltjes, secre
tarissen der directie. Verder waren. o.a. aan
wezig de heeren jhr. Teding van Berkhout,
directeur van de Haarlemsche Bank, jhr. Te
ding van Berkhout Sr., oud-directeur, N. Le
venkamp, directeur van het Westelijk Rayon.
Haarlem, Chr. Beels van Heemstede, directeur
der Associatie- en Rente Cassa, E. H. de Clercq,
Aerdenhout. H. A. de Bij 11 Nachenius, directeur
der Werf Conrad, C. A. W. Pauw, Heemstede,
directeur der N.V. Houthandel v.h. William
Pont Zaandam, H. van Beeck Vollenhoven.
Heemstede, H. Lamoraal Wiechers, Haarlem,
Henri Kaufmann, Aerdenhout, G. Warnderink
Vinke, Bloemendaal, mr. H. P. Tjeenk Willink,
directeur van de Twentsche Bank, den Haag,
mr. J. C. Stoop, oud-directeur te Dordrecht
enz.
Bij de groeve heeft de heer J. H. van Heek
namens raad van commissarissen, directie en
personeel het woord gevoerd. In het bijzonder
wees spreker op de eerlijkheid, de trouw en
de bescheidenheid van^ den overledene. Vele
jaren was hij lid van 'de directie. Er zullen
zijn die hem kunnen vervangen, maar deze
zullen toch niet de karaktereigenschappen
hebben van den overledene.
Een broer, mr. H. Blijdenstein wees op het
groote verlies, dat de familie door het heen
gaan van zijn brcer lijdt. Men zal hem noode
missen.
De oudste zoon dankte de aanwezigen voor
hunne belangstelling.
Van dief en diefjesmaat.
Drie gemaskerde kerels over
vallen zieke vrouw.
Toen men in Heerlen ging klagen, kwamen
de arrestaties
Door de recherche te Heerlen is een goede
slag geslagen door het aanhouden van een
smokkelaarsbende.
Door een zekeren P. werd bij de recherche
alhier aangifte gedaan, dat H. J. een aanzien
lijk bedrag geld verduisterd had. Bij onderzoek
bleek, dat P. aan H. J. deze som had gegeven
om in België boter en suiker te koopen en
deze waar naar Nederland te doen oversmok
kelen. H. J. maakte echter het bedrag in Bel
gië op en kwam zonder geld of koopwaar Vrij
dagavond in I-Ieerlen terug. Hij werd toen door
de recherche aangehouden en zeidie het ont
vangen geld te hebben verbrast. Maar tevens
begon hij ook te vertellen van een beruchte
smokkelaarsbende.
Naar aanleiding van dit verhaal werd een
uitgebreid onderzoek door de recherche alhier
ingesteld, met het gevolg, dat bij zekeren K.
twee automobielen in beslag werden genomen
en deze met verscheidene andere personen
werd gearresteerd. Tegen hen werd proces
verbaal opgemaakt.
P. wordt morgen ter beschikking gesteld van
den Officier van Justitie te Maastricht.
Hielp Nederlandsche politie de
Gestapo-agenten?
Zaterdagmorgen zijn drie gemaskerde ke
rels de woning binnengedrongen van den heer
L. Hendichs in het grensplaatsje Putten. Zij
overvielen de vrouw, die sedert lang ziek ligt.
Een der indringers hield een revolver op haar
gericht, terwijl de twee andere bandieten haar
gelastten, de plaats te wijzen, waar het geld
was geborgen. Steeds hield men het wapen op
haar gericht, met de waarschuwing, dat zij
bij het minste gerucht zou worden doodge
schoten,
Twee doorzochten het huis, de derde bleef
met de revolver bij het bed van de vrouw staan.
Al het geld, een zeer groot bedrag, is gestolen.
De woning ligt tegenover het Nederlandsche
douanekantoor, waar echter op het oogenblik
van den overval nog niemand aanwezig was.
Vóór de indringers zich toegang tot de wo
ning hadden verschaft, waren de heer Hen
dichs en zijn zoon uitgegaan zonder de deur te
sluiten. Men vermoedt, dat de dieven van deze
gewoonte op de hoogte zijn geweest. Niemand
in de omgeving heeft iets van het gebeurde ge
merkt. Een meisje van vijf jaar, dat in haar
bedje lag, had alles stilzwijgend aangezien;
zoodra de mannen waren vertrokken, is zij in
nachtgewaad naar haar tante gevlucht om aan
deze het heele relaas te doen.
Men vermoedt dat de daders naar België zijn
gevlucht
De heer Schalker zou bewijzen hebben.
Het Tweede Kamerlid Schalker had bij de
behandeling van de begrooting van Justitie in
de Tweede Kamer mededeelingen gedaan, die
hem ter kennis waren gekomen over het wer
ken van Gestapo-agenten in Nederland tegen
geëmigreerde Duitsche anti-fascisten en de
wijze waarop daaraan door Nederlandsche
politie-autoriteiten niet-ambtelijke medewer
king wordt verleend. (Gestapo beduidt Ge
heime Staats-Polizei)
Naar de heer Schalker ons mededeelt heeft
hij thans de documenten die op een dergelijk
geval betrekking hebben, aan den Minister van
Justitie ter hand gesteld.
Deze documenten bestaan uit een door de
betrokken Gestapo-agente afgelegde en door
haar geteekenide verklaring over haar samen
werking met politiebeambten aan een Amster-
damschen advocaat, een correspondentie in
geheimschrift tusschen deze agente en haar
superieuren in Duitschland, haar door bemid
deling van Nederlandsche politiemannen toe
gezonden, eenige schriftelijke uitnoodigingen
tot een bespreking aan deze agente gezonden
door een Nederlandsch politiebeambte, onder
een pseudoniem en een brief van dezen be
ambte ter begeleiding van een bedrag van 10
gulden aan de bedoelde Gestapo-agente.
AFWIKKELING ACHTERSTALLIGE HAN
DELSVORDERINGEN OP DUITSCHE
DEBITEUREN
In de week van 2 tot 7 December 1935 is
door De Nederlandsche Bank in totaal een be
drag van omstreeks RM 800.000 van de op
haar Sonderkonto bij de Deutsche Verrech-
nungskasse uitstaande vorderingen met cle
begunstigden afgerekend. De nummers van
deze posten liepen van 83170-83283.
Het totale bedrag van de op het Sonderkonto
uitstaande posten die nog niet tot uitbetaling
zijn gekomen, beloopt op het oogenblik om
streeks RM 30,3 millioen. De Sonderkonto-
posten, waarvoor koersfixeering is verkregen,
is hieronder begrepen.
Aan Treuhanderkonto-posten is door De
Nederlandsche Bank gedurende dezelfde pe
riode in totaal een bedrag van ongeveer RM
22.000 met de begunstigden afgerekend. Het
hoogste afgerekende volg or den u miner wa
18705.
Het totale bedrag van de op het Treuhan-
derkonto Niederlande uitstaande vorderingen
die nog niet tot uitbetaling zijn gekomen, be
loopt op het oogenblik omstreeks RM 18,8 mil
lioen. De Treuhanderkonto-posten, waarvoor
koersfixeering is verkregen, zijn hieronder be
grepen.
Scheiding tusschen Nat. Herstel
en den heer Westerman.
Wegens verschil in opvattingen.
Het hoofdbestuur van het Verbond voor
Nationaal Herstel deelt mede, dat het met den
afgevaardigde van het Verbond, mr. dr. W.
M. Westerman heeft overlegd over het feit.
dat hij over verschillende belangrijke onder
werpen opvattingen huldigt, welke volgens
het oordeel van het hoofdbestuur afwijken
van de in het algemeen in het Verbond heer-
schend e.
In verband hiermede heeft de heer Wes
terman gemeend zijn zetel in de Tweede Ka
mer ter beschikking te moeten stellen, van
welk aanbod door het hoofdbestuur geen ge
bruik is gemaakt, omdat het van oordeel is,
dat de nationale gedachte hierdoor in het al
gemeen niet gediend zou worden en de wen-
schelijkheid gevoeld wordt, dat de heer Wes
terman, ook al mogen zijn uitingen niet meer
als representatief voor het Verbond voor
Nationaal Herstel worden aangemerkt, in de
gelegenheid zal blijven gedurende den loopen
den zittingstermijn, in de volksvertegenwoor
diging als onafhankelijk nationaal afgevaar
digde zijn stem te doen hooren.
Zulks is geheel in strijd aldus deelt het
hoofdbestuur mede met het uitgangspunt
van het Verbond, dat, beweging zijnde, de
verkiezingen niet als doel, doch slechts als
middel aangrij.pt om in de vertegenwoordi
gingen een nationaal geluid te laten hooren.
Er zal een nadere regeling getroffen wor
den voor den zetel dien de heer Westerman in
den Haagschen raad bezet.
Oss beleeft nog steeds
arrestaties.
Oude bekende aan de beurt.
De Ossche gemeentepolitie arresteerde Za
terdag een 23-jarigen man onder verdenking
van diefstal van verschillende partijen goede
ren, kort geleden gepleegd. De verdachte be
hoort tot het bekende „milieu". Het vorige
jaar werd hij door de Koninklijke Marechaus
see op heeterdaad betrapt bij het plegen van
een berooving op een der wegen in de Ossche
heide. Voor dit feit werd hem een voorwaarde
lijke straf opgelegd van acht maanden met
een proef t.iid van drie jaar. De arrestant zal
ter beschikking van de Justitie worden gesteld
en naar 's-Hertogenbosch worden overge
bracht.
Laffe daad in het grensplaatsje Putten.
MAANDAG 9 DEC, 1935
Een halve eeuw geleden
Uit Haarlem's Dagblad van 1885.
9 December:
Reeds vroeger wees men er op, hoe in
België, waar eigenlijk toezicht op de
spoorbanen niet schijnt te bestaan,
nagenoeg iederen dag een of meer per
sonen onder spoortreinen geraken.
Thans is wederom een bejaard geeste
lijke, de heer Kemps, pastoor te Sempst,
het slachtoffer geworden van de inder
daad onvergeeflijke nalatigheid der be
trokken spoorwegdirectie. Bij het pas-
seeren van den niet afgesloten overweg
tusschen Weerde en Eppeghem, werd de
ongelukkige priester door den sneltrein
van Antwerpen overreden. De dood
volgde onmiddellijk.
Sommige bladen houden er een af
zonderlijke rubriek voor dergelijke
spoorwegongelukken op na. Het gou
vernement blijft kalm toezien.
Dr. Kortenhorst vond geen gul
onthaal in Duitschland.
Van uitzetting is echter geen sprake.
Naar aanleiding van berichten als zou Dr.
Kortenthorst, het Tweede Kamerlid, die als
lid der Nederlandsche delegatie voor handels
besprekingen uit Duitscland zijn gezet,
wordt van bevoegde zijde medegedeeld, dat
Dr. Kortenhorst uit Duitschland is terugge
keerd ómdat er een pauze in de onderhan
delingen was ingetreden.
Wel heeft zich een incident voorgedaan nl.
in dezen vorm dat aan dr. Kortenhorst in ver
band met den indruk, die te Berlijn verkre
gen is uit een onlangs in de Tweede Kamer
gehouden redevoering, te verstaan is gege
ven, dat hij hoewel zakelijk als lid der dele
gatie erkend, geen onverplichte beleefdhe
den van socialen aard zou genieten, terwijl er
niet voor kon worden ingestaan, dat de Duit
sche pers over Dr. Kortenhorst's uitlatingen
in de Kamer zou zwijgen.
„Bloembollencultuur".
De opvolger van E. H. Krelage als voorzitter.
De candidatuur van'Dr. A. J. Verhage te
Haarlem is thans gesteld door de afdeelingen
Andijk, Beverwijk, Heemskerk, Hillegom, Hoog-
karspel, Limmen, Lisse en Sassenheim.
Door de afdeelingen Berkhout, Bovennar
spel, Castricum, Grootebroek, Heemskerk,
Lisserbroek, Noordwijkerhout, Texel, Uitgeest
en Wassenaar werd de candidatuur- van Dr. M
D, Dijt te Haarlem gesteld.
D. W. Lefeber te Lisse werd gesteld door de
afdeelingen Hem en Venhuizen en Voorhout.
dienen uiterlijk Woensdagsavonds betaald te
zijn, daar de bezorgers op Donderdag
afrekenen.
DE ADMINISTRATIE.
BURGERLIJKE STAND
HAARLEM, 7 December 1935
Bevallen: 7 December, N. W. Peltenburg—
Botje, z.;M. A. Claij—de Waal, z.; J. Lauer—
v. Gend, z.; 6 December, W. PelKolk, z.; L.
E. L. de ZwartSpiegeler, z.; M. M. Bauer—
Kwarten, d.; J. M. G. LoomenRevers, d.
Overleden: 5 December, C. Hazevoet, 74 j
Eendjespoortstraat; E. H,, 5 mnd., d. v. W. H.
Molenaar, Dr. Schaepmanstraat; 6 December
L. T. Swaalf, 62 j., Lorentzplein.
AGENDA
VOOR VELSEN EN IJMUIDEN.
MAANDAG 9 DECEMBER.
Bioscoop de Pont: „Wolga in Vlammen" en
„Die Stimme der Liebe", 8 uur.
DINSDAG 10 DECEMBER.
Bioscoop de Pont: „Wolga in Vlammen" en
„Die Stimme der Liebe", 8 uur.
AGENDA VOOR BEVERWIJK.
MAANDAG 9 DECEMBER.
Kennemer Theater: „De bonte Sluier" en
„De dansgirls van Panama", 8 uur.
Luxor Theater: „Ruggles dient twee heeren'
en „Liefde, Dood en Duivel", 8 uur.
DINSDAG 10 DECEMBER.
Kennemer Theater: „De bonte Sluier" en
„De dansgirls van Panama", 8 uuv.
Luxor Theater: „Ruggles dient twee heeren"
en „Liefde, Dood en Duivel", 8 uur.
AGENDA TE HAARLEM.
MAANDAG 9 DECEMBER.
Luxor Sound Theater: „De uitgeworpene".
Doorloopende voorstelling van zeven uur tot
half twaalf.
Frans Hals Theater: „Suikerfreule" voor de
derde week geprolongeerd. 2.30, 7 en 9.15 uur.
Palace: Shirley Temple in „Hartedief". Op
het tooneel: Anny Myra, Musical Wonder
Star. 7 en 9.15 uur.
Rembrandt Theater: „Episode" geprolon
geerd. Op het tooneel: 3 Old Maids, Harmony
Song. 2.30, 7 en 9.15 uur.
DINSDAG 10 DECEMBER.
Bioscoopvoorstellingen.
Teyler's Museum, Spaarne 16. Geopend op I
werkdagen van 11—3 uur, behalve 's Maan-j
Twist om des meesters gebeente.
;s. Toegang vrij.
(Van onzen Weenschen correspondent).
Niet alleen in Hongarije en in Oostenrijk,
maar ook in verschillende andere landen
worden gedurende deze weken tal van fees
telijkheden ter eere van de nagedachtenis
van den grooten componist Franz Liszt ge
houden en vinden bijzondere muziekuitvoe
ringen plaats, waarop de werken van dezen
toondichter ten gehoore worden gebracht.
In concertzalen zit een aandachtig publiek
vol eerbied naar de composities van den
grooten meester te luisteren en diverse ra
diostations zenden de klanken door het lucht
ruim over de geheele wereld. Tot in de klein
ste kamertjes en tot in de meest verlaten en
eenzaam liggende huisjes en hutten dringen
deze melodieën door.
Vooral in Hongarije wordt Liszt's muziek
op het oogenblik voortdurend en overal ge
speeld. Geen stad of stadje, waar niet min
stens een paar Liszt-concerten gegeven wor
den. De Liszt-herinneringsplechtigheden du
ren in Hongarije tot diep in den volgenden
zomer. Men heeft pas het feit herdacht, dat
Liszt 125 jaar geleden geboren werd, en op
den 31 en Juli 1936 zal het 50 jaar geleden
zijn, dat hij te Bayreuth den laatsten adem
heeft uitgeblazen.
Liszt heeft het eerste levenslicht in een
klein plaatsje aanschouwd, dat Raiding heet
en in het vroegere Hongaarsche comitaat
Oedenburg (of op zijn Hongaarsch Sopron)
ligt. Liszt was dus op Hongaarsch grondge
bied op de wereld gekomen, maar daar de
streek, waarin Raiding ligt, met uitzondering
van de stad Oedenburg en de onmiddellijke
omgeving er van, na het einde van den we
reldoorlog bij Oostenrijk is gekomen, waar
van het nu onder den naam van Burgenland
een afzonderlijk bondsland (oftewel provin
cie) vormt, zou Liszt, wanneer hij hier weer
geboren werd, een Oostenrijker moeten zijn!
De Oostenrijkers kunnen er zich tegen
woordig op beroemen, dat hun grondgebied
den grooten kunstenaar heeft voortgebracht.
Wederom gaan er thans in Hongarije tal
van stemmen op, welke den wensch te ken
nen geven, dat Liszt's gebeente naar Honga
rije gebracht zou worden teneinde voorgoed
in Hongaarsche aarde te rusten. Reeds op
den 26en Februari 1887, zeven maanden dus
na Liszt's dood, is de bekende Hongaarsche
romancier Moritz Jokai in het parlement
met een interpellatie voor den dag gekomen;
hij vroeg het lichaam van den toondichter
naar Hongarije te laten brengen, „Hij was
een van de onzen" zoo zeide hij aan het ein
de van zijn redevoering, „laten wij de Hon
gaarsche aarde zijn dierbare stoffelijke over
schot teruggeven!" De afgevaardigde Cornel
hield eveneens een vlammende rede, waarin
hij zeide, dat ook andere landen hun groote
componisten na hun dood terug hadden la
ten halen. Italië deed dat met Rossini,
Duitschland met Weber, Er ontspon zich een
lang debat. De premier Koloman von Tisza,
was een tegenstander van het plan, want zoo
zeide hij, Liszt had tegen de heele wereld ge
zegd, dat de muziek van Hongarije geen
Hongaarsche muziek was, doch Zigeunermu-
ziek! Jokai's voorstel werd derhalve niet
aangenomen en de Pester Lloyd, een van
Boedapest's voornaamste dagbladen, schreef
dat er door dat besluit wel nooit meer iets
van zou komen, dat Liszt's gebeente naar
Hongarije gevoerd zou worden.
Liszt was te Bayreuth gestorven. Toen hij
daar begraven werd, dacht men aanvanke
lijk algemeen, dat zijn stoffelijke overschot
daar maar provisorisch bijgezet werd, want
zijn dochter Cosima Wagner zou bereid ge
reid geweest zijn haar toestemming er toe te
verleenen het stoffelijke overschot van haar
vader naar Hongarije te laten brengen. Wel
iswaar knoopte zij er een voorwaarde aan
vast. En deze was, dat beide kamers van het
parlement te Boedapest op plechtige wijze
moesten besluiten den toondichter te laten
exhumeeren en naar Hongarije te laten
brengen.
Toen Liszt overleden was, waren er ver
scheidene steden, die aanspraak op de eer
maken tot laatste rustplaats van den mees
ter te dienen. In Weimar vond men, dat het
niet meer dan natuurlijk en billijk zou zijn.dat
men Liszt naast Goethe en Schiller zou bij
zetten. Anderen weer wilden den toondichter
te Eisenach aan den voet van den Wartburg
begraven, bij de Elisabethkapel, op welke
plaats de heilige Elisabeth, die evenals hij
uit Hongarije gekomen was, geleefd en ge
werkt had. Liszt had haar in zijn oratorium
verheerlijkt. De broeders van de Francisca
nerorde weer wilden hem in hun kerk te
Boedapest begraven, daar hij tot de hunnen
behoord had. En in Bayreuth. waar Liszt ge
storven was, wilde men het lichaam van.
Richard Wagner's schoonvader behouden.
Liszt's stoffelijke overschot bleef te Bay
reuth en is daar tot nog toe altijd gebleven.
Maar toch ontwaakt in Hongarije altijd weer
opnieuw het verlangen den grooten man te
rug te hebben. Thans wordt er vooral te
Boedapest weer veel over gesproken en ge
schreven.
Cosima en Siegfried Wagner zijn heenge
gaan en Cosima's dochters zijn thans drie
oude dames, die zich het liefst zoo min mo
gelijk over deze aangelegenheid uitlaten.
I
W. M. BEKAAR.