De nieuwe Bisschop van Haarlem. Alg. Vereen, voor Bloembollencultuur. Een groot Mariavereerder. MGR. J. T. HUIBivRS Vader zijner parochianen, vriend van armen en zieken. Zooals wij Zaterdag nog in een groot deel onzer oplage konden vermelden, heeft de Zeer- eerw. Heer J. P. Huibers, Deken en pastoor te Hoorn, een telegram van den Internuntius te Den Haag ontvangen, waarin wordt medege deeld, dat Deken Huibers in het Maandag a.s. te Rome te houden consistorie door den Paus tot Bisschop van Haarlem zal worden be noemd. Deken Huibers werd 15 November 1875 te Amsterdam geboren. Na zijn studies aan de Seminaries Hageveld en Warmond te hebben voltooid, werd hij in 1899 tot priester gewijd, waarna hij benoemd werd te Moordrecht en in 1902 te Leiden. Drie jaar later werd hij leeraar aan het Seminarie Hageveld, waar hij zich onder de studenten tal vrienden heeft verworven. In 1917 volgde zijn benoeming tot Bouw pastoor te Amsterdam in de Chasséestraat al daar (O.L.- Vrouwe van Altijddurenden Bij stand). In 1923 werd hij benoemd tot pastoor en deken van Hoorn. Met Mgr. Joannes Petrus Huibers krijgt het Haarlemsche diocees een groot Mariavereerder aan iiet hoofd. Reeds als jong kapelaan te Leiden kon de thans benoemde bisschop deze devotie uitvieren, daar zijn pastoor, deken Bots een der eersten in den lande was, die 'n beuk aan de kerk bouwde, welke was toegewijd aan O. L. Vrouw van Lourdes. Later, toen de Hageveldsche professor werd benoemd tot bouwpastoor te Amsterdam en, als tijdelijk kapelaan van de parochie „De Liefde", gelden in Amsterdam en in tal van parochies in het bisdom inzamelde, voor de tot standkoming van het nieuwe Godshuis, behoefde het geen verwondering te wekken, dat hij de nieuwe parochie aan „de Baarsjes" toewijdde aan O. L. Vrouw van Altijddurend en Bijstand. Een onverwoestbaar vertrouwen in de voor spraak van de H. Maagd, hielp den sociaal voelenden pastoor Huibers, die zich bijzonder tot de armen aangetrokken gevoelde, door zelfs de grootste moeilijkheden heen. In 1917 begon de bouwpastoor zijn herder lijk werk met het oprichten van een hulpkerk aan de Chasséestraat op de plaats waar zich thans het parochiehuis bevindt. Deze kers stond toen nog vrijwel in het veld. Met 600 ge zinnen begonnen, telde de nieuwe parozhie een zevental jaren later tegen de 3000 gezin nen, zoodat bouwen van de definitieve kerk gebiedende noodzaak was. Bij de veeleischende werkzaamheden, welke het stichten van een nieuwe parochie met zich brengt, vond pastoor Huibers gelegenheid de oprichting van een Conferentie der St. Vin- centiusvereeniging en van een afclesling van de Vereeniging van den Allerheiligsten Ver losser te bevorderen, en voor hun financieels zorgen had hij een voortdurende aandacht. Hij leerde zijn parochianen geven, maar ging daarin zelf voor, zoodat hij, toen hij de paro chie in 1928 verliet, van zijn eigen bezit maar heel weinig meer over had. De vrijgevigheid is in de parochie, waar heel veel nooden gelenigd moeten worden, levendig gebleven, evenals de dankbare herinnering aan den stichter. Pastoor Huibers was voor «ijn parochianen in de eerste plaats een vader en een vriend, die als het noodig was zeer streng kon op treden. Zooals gezegd stelde hij zijn volle ver trouwen in de H. Maagd Maria: iederen Zon dagavond hield hij een, telkens weer verschil lende, Mariapreek en bij het patroonsfeest van de kerk, die telkenjare met een luister rijke processie werd gevierd, bleek de kerk altijd te klein om het aantal geloovigen en andersdenkende belangstellenden te bevatten. Hoezeer pastoor Huibers 'oamind was bleek op ondubbelzinnige wijze bij de viering van zijn v zilveren priesterfeest in 1924. Zijn uiterste krachten gaf hij aan het werk, dat hij zelf bouwde, en waarbij hij nog Bis schoppelijk Inspecteur van het Lager Onder wijs was, totdat in 1928 Mgr. Aengenent hem benoemde tot deken van het dekenaat Hoorn. Ook hier wist de werkzame zielzorger niet van iets rustiger arbeiden. Het godsdienstig leven bracht hij op hooger peil, de kerkelijke fees ten werden met groote plechtigheid gevierd, de volkszang in de kerk werd bevorderd. Deken Huibers interesseerde zich sterk voor het on derwijs, bepaaldelijk voor het M.U.L.O., waar door het aantal M.U.L.O.-leerllngen sterk steeg. Ook was hij penningmeester van het St. Radboud Comité van de afdeeling Noord-Hol land in het bisdom Haarlem. Van het Hoofd bestuur van het apostolaat der Vereeniging maakte deken Huibers deel uit, terwijl ook de Diocesane Jeugdraad van zijn krachten heeft mogen gebruik maken. Tijdens het dekenaat van deken Huibers werd in Hoorn het comité „Katholiek Hoorn" opgericht. Verschillende charitatieve vereeni- gingen telden hem als haar directeur of ad- 1 viseur. Ook een Graalhuis kwam tot stand. Armen en zieken waren degenen tot wie de meeste belangstelling van den nieuwen bis schop uitging. Van het St. Jans Gasthuis was hij Bisschoppelijk commissaris, terwijl hij als aalmoezenier van de Vereeniging tot Samen stelling van Nederlandsche Bedevaarten her haaldelijk in Lourdes kwam. Toen hij verleden Jaar van de bedevaart te rugkeerde, hadden de Hoornsche parochianen een grootsch feest aangericht om hun gevier- deir deken en pastoor met zijn 35-jarig pries terschap te huldigen. Dit heeft bij Mgr. Hui bers een onvergetelijken indruk achtergelaten. Een typeerend staal voor het innig-gods- dienstige leven van den nieuwen bisschop mag gezien worden in het feit, dat hij die door parochiewerk verhinderd was de massale bedevaart van den Stillen Ommegang mede te maken op den feestdag van het H. Sacra ment van Mirakel des morgens in alle stilte alleen den Omgang in de hoofdstad maakte, om daarna in de kapel van het Begijnhof het H. Misoffer op te dragen. Zoo zal dan binnenkort de statige figuur van Mgr. J. P. Huibers als negende bisschop van Haarlem de St. Bavo-kathedraal binnentre den om daar tot de episcopale waardigheid te worden geconsacreerd. De heer Schouten over de onderwijsbezuiniging. Feitelijk onaanvaardbaar. Het anti-revolutionaire Kamerlid de heer J. Schouten heeft te. Arnhem de moeilijkheden ten aanzien van de onderwijsbezuiniging aan geroerd. Hij zeide o.m, dat de A. R. van oor deel zijn, dat de bewuste paragraaf 12 van het bezuinigingsontwerp niet kan worden geaccepteerd. Hun bezwa ren zijn, dat de overheid zal te beslis sen krijgen of ergens een bijzondere school zal blijven bestaan, zoodra deze beneden het leerlingen-minimum zal komen. Wel is waar is hiervan dispensatie door den minister moge lijk, doch daar ligt juist het princi- pieele bezwaar: naar a,r. opvatting mag niet de regeering hebben te be slissen over het geven van bijzonder onderwijs. De bezuiniging, welke de regeering tSsa©' -.:ï£^figsg2 denkt te bereiken, ia zóó klein, dat men daarvan naar de meening van den heer Schouten geenKabi netscrisis noeft te maken. Wel is in de regee- ringsverklaring, die het kabinet-Golijn in Mei 1933 heeft afge legd, gezegd dat de regeering de onder- wijsvragen niet zou toespitsen, doch men besehouwe deze kwestie geheel zakelijk, niet politiek: een kabinets crisis zal de a.r. partij hiervan niet maken. Zij zal het kabinet blijven steunen. J. Schouten (A.K.) „Weer-afdeelingen" van de N. S. B. opgeheven. Met ingang van 31 December a.s. Naar wij in Volk en Vaderland lezen, heeft ir. Mussert, algemeen leider van de Nat. Soc. beweging, met ingang van 31 December de W.A. en de R.W.A. („weer-afdeeling" en ruiter-,.weerafdeeling") opgeheven, evenals het motorkorps. Aantal stamboekrunderen naar Engeland. In het Rijksquarantainestation te Hoek-van- Holland zijn volgens het Alg. Handelsblad on dergebracht 100 eerste klasse stamboekrun- leren. Deze dieren zijn bestemd om, na het onder gaan van een drieweeksche quarantaine, te worden verscheept naar Engeland. Door samenwerking van de Engelsche en Nederlandsche veterinaire autoriteiten schijnt de mogelijkheid te zijn geschapen aan het ver zoek van het betreffende Engelsche stamboek te voldoen, en voor aanvulling en bloedverver- sching dezen belangrijken aankoop in Neder land te mogen doen. De autoriteiten van het Engelsche stamboek vertoefden gedurende een tiental dagen in Nederland om zelf een keus te maken en be zochten daarvoor in het gebied van het Neder landsche en dat van het Friesche rundvee- stamboek vele der meest vooraanstaande vee- fokkersbedrijven. MAANDAG 16 DEC. 1935 Een storm van verzet in Engeland over de vredesvoorstellen. Kabinet vestigt zijn hoop op den Volkenbond (Van ónzen correspondent). LONDEN, 13 December. De laatste verklaring van het zwichten van Engeland voor edn.wil van Laval is dat laatst genoemde aan Hoare, toen zij in- Parijs samen waren, feitelijk een ultimatum stelde. Laval maakte het duidelijk, dat Frankrijk niets uit staande wilde hebben met petroleumsancties. Hij was juist van-een onderhoud met den Italiaanschen gezant teruggekeerd en dit on derhoud had er hem van overtuigd dat Mus solini, indiein de petroleum produceerende landen hun leveranties zouden staken, in het nauw gedreven en met ondergang in Abes- synië en Italië bedreigd, een aanval zou ge lasten op de Britsche vloot. Laval maakte oHare deelgenoot van deze overtuiging en be toogde verder dat Franrkijk slechts beschei den hulp zou kunnen verschaffen aan de Britsche vloot. Onder deze omstandigheden, zoo drong Laval aan, leek het het beste dat Frankrijk en Engeland tesamen voorstellen voor een regelingv an het conflict deden welke Mussolini, zoo niet den Volkenbond, zouden bevredigen. Het schijnt, dat Hoare wat te gauw onder den invloed is gekomen van deze verontrustende voorstelling van zaken en in het bijzonedr van de technische moeilijkhe den welke aan snellen en doeltreffenden bij stand van de Fransche vloot in den weg ston den. Zoo liet de Britsche minister zich inpal men voor de verbazingwekkende Fransche voorstellen. Toen de voorstellen bij het Britsche Kabi net in bespreking kwamen waren de meeste ministers ontsteld over den aard der voor stellen, waaraan Hoare zijn goedkeuring had gegeven. Neville Chamberlain was er het he vigst tegen gekant en een ernstig meenings- verschil binnen de muren van Downing Street 10 eindigde in een soort compromis. De verwerping der voorstellen zou hebben betee- kend, dat Sir Samuel Hoare door zijn colle ga's zou zijn verloochend en dat hij dus zijn ontslag zou hebben moeten nemen. Ook de hevigste tegenstanders van het plan meenden dat zij zoo ver niet konden gaan. En men be sloot dus te redden wat kon worden gered door extra nadruk te leggen op de oude for-, mule, dat een voorwaarde voor elke regeling was dat ze door den Volkenbond, door Italië en door Abessynië zou worden aanvaard. Het is inmiddels duidelijk geworden, dat de Britsche regeering met meer of minder vuui hoopt, dat de Volkenbond haar uit de moei lijkheden zal redden en het heeft er allen schijn van dat de Volkenbond haar ter wilh zal zijn. Hoewel de verantwoordelijkheid voor de heele zaak bij het Kabinet berust is het ge voelen algemeen, dat Hoare een verbazing wekkenden flater heeft begaan. De storm van verzet in Engeland is nog veel erger geworden dan de regeering die uiteraard wel op te genstand rekende had verwacht. De opstand in haar eigen gelederen groeit. Bij de zeven regeeringsvolge.lingen in het La gerhuis, die een motie tegen de voorstellen 'hebben ..ohderteekéhd, 'hébben zióh één acht-, tal nieuwe onderteekenaars gevoegd. Er is ze ker een meerderheid van 'verlichte Conserva tieven in het Lagerhuis die in sympathie zijn met de motie. En de populaire ontsteltenis over wat de New Statesman ant Nation ken schetst als „het groote verraad" vindt- uitdruk king, niet alleen in de pers van alle partijen maar ook in een lawine van brieven uit de kiesdistricten aan hun vertegenwoordigers in het parlement. Het spreekt van zelf dat het protest van de Oppositie-partijen algemeen en hevig is. Een gevoel van onbehagelijkheid is gegroeid in ruim verspreide en diepe verontwaardiging in het besef, dat er verraad is gepleegd en dat het gezag van Engeland in enkele dagen hevig heeft geleden, dat het inderdaad van de groote hoogten waarop het zich nog slechts een week geleden bevond vernederd, is neergestort. De opvatting van een radicaal blad als de New Statesman, reeds genoemd, kon men voorzien. Maar The Spectator, het politieke weekblad dat in den regel aan den kant yan de regeering staat, is weinig minder fel in zijn veroordee ling dan het radicale blad. „Indien deze voor stellen zouden winnen", schrijft The Specta tor, „zou Italië triomfeeren, zou blijken dat aanvalszucht voordeelig is, zou Abessynië met eer en zou de Volkenbond met oneer worden verslagen. Het nieuws uit Parijs is niet alleen in dit land maar in de geheele.wereld ontvan gen met ongeloof, verslagenheid en veront waardiging". De Times zet in een hoofdartikel onder den titel „De Uitweg" het woord Vre desvoorstellen ironisch tusschen aanhalings- teekens. Het blad betoogt, dat de Parysche voorstellen niet vereenigen zijn met de ver-1 plichtingen onder den Volkenbond. Een poging tot bemiddeling op zulk een basis lean niet slagen en is bereids mislukt. Bemiddeling moet voortgaan, vindt het blad, maar ze moet lee- ren van de ervaring van deze week n de be middelaars moeten zich laten leiden door de vastberaden openbaring der openbare mee ning die lang in de herinnering zal blijven. „De regeering", besluit de Times, „kan op nieuw beginnen en behoeft 'geen aandacht meer te geven aan voorwaarden voor een re geling die nimmer hadden moeten worden ge steld. Haar plicht is, als tevoren, tot het uiter ste te helpen bewijzen dat aanvalszucht niet loont". A. K. v. R. K. L. M. zal nieuwe machines moeten koopen. Voor vervanging van verkochte» toestellen. De K.L.M. heeft vier Fokkermachines van het F 12-type aan de Crilly Airways Ltd. te Londen overgedaan. Hierdoor komt de Kl.M. zelf voor de noodzakelijkheid te staan nieuw materiaal aan te schaffen. Naar de Tel van de directie der K.L.M. ver neemt, is echter n-og geen enkele beslissing genomen welk type vliegmachines men voor de F 12-vliegtuigen in de plaats zal nemen. Men heeft met de Douglas DC 2-machines goede resultaten bereikt, zoowel op de Euro- peesc-he ais op de Indische lijnen, maar het is onzeker of men opnieuw tot de aan schaffing van dit type zal overgaan. Op het oogenblik kan men zich met het be- schibare materieel nog redden, maar tegen 1 Juli van het volgende jaar als de zomer dienst wordt uitgebreid zal men moeten zorgen nieuwe machines ter beschikking te hebben. Deze zaak is thans bij de directie der K.L.M. in onderzoek. Organisatie der Wereld jamboree. Kapitein Breunese' trekt zich terug. De kapitein-adjudant J. M. Brennese, orga nisator der internationale vierdaagsche af- standmarschen van den Nederlandschen Bond voor Lichamelijke Opvoeding, die door de re geering ter beschikking was gesteld van de Nederlandsche Padvindersvereeniging voor de organisatie van de Wereldjamboree 1937, zich niet kunnende vereenigen met de inzichten op organisatorisch gebied der Nederlandsche Padvindersvereeniging, heeft, naar het Hbld. meldt, zijn werkzaamheden afgebroken en zijn militaire functie, kapt.-adjudant van den commandant der Eerste Divisie, 's Gra- venhage, weder hervat. Mr. J. E. W. Duys verdedigt zich. Brief aan het partijbestuur. Mr. J. E. W. Duys, die uit de sociaal demo cratische fractie der Tweede Kamer is getre den en inmiddels geroyeerd werd als lid der S. D. A. P. heeft een verweer tegen het ant woord der S. D. Kamerfractie aan het Partij bestuur der S. D. A. P. geschreven Volgens „eenstemmig oordeel" der fractie zou ik eigenlijk, zoo zegt mr. Duys, sedert 1913 reeds, dus zegge 22 jaar lang, mijn plicht als Kamerlid schandelijk hebben verwaarloosd. Hij wijst erop, dat in dien tijd zijn stemmen- cijfer van 25.000 tot 90.000 is gestegen en dat- op de lijst waarvan hij vijfmaal als lijstaan voerder fungeerde, nog de heeren Cramer en 'Thijss.en de Kamer zijnbinnengesleept. Na zich nog tegen enkele aanvallen te" heb ben verdédigd, zegt de heer Duys wèl gekozen te zijn op eén p a r t ij-lijst, maan niet op een kliek lijst. De taak van de pers in onzen tijd. Regeering vraagt medewerking Naar men weet, heeft de minister van So ciale Zaken eenigen tijd geleden overleg ge pleegd met Gedeputeerde Staten der provin cie inzake een plan tot opneming van jeug dige werklooze in het bedrijfsleven. Reeds hebben verschillende colleges van Gedeputeer de Staten een rondschrijven aan de gemeen tebesturen laten'uitgaan. In aansluiting daarop heeft de minister zich thans per brief tot een groot aantal, on geveer 60 organisaties, van werkgevers en werknemers gericht met het verzoek, bij de uitvoering van het plan, dat in den brief meer uitvoerig wordt toegelicht, zooveel mogelijk medewerking te verleenen. Het plan beoogt jonge werkloozen werk zaamheden te doen verrichten, welke in de verschillende bedrijven onder de tegenwoor dige omstandigheden niet worden uitgevoerd, doch waren de tijden beter, zeker ter hand zouden worden genomen. Het wordt de taak van de op te richten plaat selijke comité's dergelijke werkzaamheden op te sporen, plannen tot uitvoering te ontwer pen en deze den minister ter goedkeuring voor te leggen. 1-Iet ligt nu voor de hand, dat daar bij de medewerking zoowel van werkgevers als van werknemerszijde niet zal kunnen wor den gemist. Rede van prof. dr. J. Huizinga. Prof. dr. J. Huizinga, te Leiden, wiens laat ste boek „In de Schaduwen van morgen" zoo zeer de aandacht heeft getrokken, heeft Za terdagmiddag in Hotel De Witte Brug in den Haag gesproken over: De taak van de pers in onzen tijd. De krant staat daar als maatschappelijke factor en cultuur-object, bovenal als levens orgaan der samenleving. Wat publiek wordt, wordt terstond door de geheele wereld bekend. IJdel is de vraag of de publiciteit goed is. Alle andere organen der samenleving bedie nen zich van de pers, Men kan zich voor stellen, dat men uit onze cultuur kan wegden ken de legers, de banken, het hospitaal, de spoorwegenmaar de pers weg te denken is niet mogelijk. De pers, als wij aan haar denken, neemt in onzen geest een sterk persoonlijk karakter aan. Ook de krant zelve voelt zich als een wezen, een persoon. Juist de personificatie van de krant brengt ons op de vraag: wat is de taak der pers? Het begrip „taak" brengt ons op het terrein van het behooren, het ethische domein. Is er nu zulk een subject? Men geve zich er nauwkeurig rekenschap van, hoe ver een blad mag toegeven aan de bijna onvermijdelijke neiging tot reclame en sensatie. Een belangrijk deel der taak van de pers ligt in het negatieve, in het beteugelen van de euvelen. Wie er buiten staat, geeft er zich geen rekenschap van, hoeveel selectie, hoe veel snel beraad is voorafgegaan aan de ver schijning van een nummer. De positieve taak. Hoe is de positieve taak der pers? Kan zij opvoeden, oordeelen? Of is zij alleen een uit drukking, een weerspiegeling? Inlichten is niet genoeg. Zij moet voorlichten ook De pers kan de taak der school en der vrije associatie echter niet overnemen, maar zij kan wel de andere maatschappelijke organen bij hun taax sterken en steunen. Moet de pers leiden? Als zij leidt, is zij in een macht geraakt, die zien van haar heeft meester gemaakt. Kan men een algemeen oordeel over het maatschappelijk gebeuren aan de pers toe schrijven? Als de pers wilde zeggen, wat bar- baarsch is en wreed, wat trouweloos en laf, wat mallepraat als het wreken van neder lagen van vijftig jaar geleden is... als de pers dit alles dagelijks wilde zeggen, zou het ondragelijk worden. De pers moet wel een zekere gelijkmoedigheid betrachten. Als de pers der geheele wereld echter dagelijks zei: „En voorts moet er een eind komen aan de particuliere wapenfabricage". zou dit een groote invloed oefenen. Doch men weet vol gens spr. wel, waarom dit niet kan. De cultuurtaak der pers ligt overal beslo ten in onoplosbare conflicten en tegenstrij digheden. De pers moet geven en nemen, moet selecteeren en corrigeeren. Zij moei schrij ven, alsof het publiek verstandig was Des avonds werd prof. Huizinga een maal tijd aangeboden .waarbij het woord is gevoerd door minister de Wilde Heden, Maandag, hield de Algemeene Ver eeniging voor Bloembollencultuur haar 179e algemeene vergadering in het Krelagehuis, voor het laatst onder leiding van den heer E. H. K r e 1 a g e, die zooals bekend met 1 Januari a-s. als voorzitter der vereeniging af treedt. Rede van den voorzitter. In zijn openingsrede wierp de voorzitter een terugblik op het ten einde spoedende jaar 1935. De Vereeniging vierde op waardige wijze haar 75-jarig bestaan. De Koningin en Prinses Juliana gingen voor in het toonen van be langstelling in de Jubileumtentoonstelling ..Flora 1935" en landgenoot en vreemdeling hebb enin drommen van meer dan een half millioen tezamen zich kunnen overtuigen van den vooruitgang van onze bloembollen- en de Nederlandsche siergewassen-teelt in het laatste decennium. Mede hieraan mag het toe te schrijven zijn dat onze export in 1935 naar vrijwel alle landen is toegenomen, met uitzondering van den door de beperkende maatregelen van Duitschland en Denemarken met 4.000.000 K..G verminderden export naar naar beide landen. Het eindresultaat komt neer op de hand having van het exportcijfer, zoowel in kwa liteit als waarde van 1934. Het bewijst op nieuw dat het artikel „bloembollen" door de buitenlandsche klanten beschouwd wordt als een onmisbare grondstof voor hun bedrijven, waarvan deze, zelfs in deze wereldcrisis, niet verstoken kunnen zijn. De invoerbeperkingen dn Duitschland en Denemarken staan geheel op zich zelf. In Duitschland dwong de economische nood tot zoo groot mogelijke beperking van invoer: in Denemarken werd de'invoer geheel afhanke lijk gesteld van uitvoer van Deensche pro ducten. Een en ander beteekende voor ons niet alleen een vermindering van den export met 4.000.000 Kilo ter waarde van rond f 2000.000, maar bovendien een onevenredig groot overschot aan vroegee tulpen op het eind van het seizoen. Juist Duitschland en Denemarken plachten groote hoeveelheden vroege tulpen te gebruiken, die thans niet te plaatsen zijn. Met volkomen instemming heeft dan ook het hoofdbestuur kennis genomen van het adres van het bestuur van het bloembollen- surplusfonds oogst-1935, waarin een bijdrage van f 500.000 uit het Landbouwcrisisfonds wordt gevraagd om een vergoeding mogelijk te maken die het in uitzicht gestelde percen tage van' den minimumprijs eenigermate be nadert voor de overschotten vroege tulpen. Het hoofdbestuur heeft gaarne namens de vereeniging van den Minister van Landbouw en visscherij instemming betuigd met het adres van het Surplusfonds. Het landbouwcrisisfonds noemende, maakte spr. melding van de uitschakeling van dit fonds van de bloembollensaneeringsfinan- cierdng. Deze uitschakeling eischte de onmiddellijke instelling van een orgaan dat de financiering van de bloembollensan eer in g kon ter hand nemen voor den oogst van het jaar 1935. Dank zij de eendrachtige samenenwerking van de vier daartoe door den Regeeringscommissaris uitgenoodigde vereenigingen is het mogen gelukken binnen enkele dagen de Stichting „Bloembollensurplusfonds oogst-193'5" op te richten en in werking te stellen juist op het tijdstip- -dat het exportseizoen zou -begin nen. De oprichtingvan deze nieuwe sticht- ting is een stap in 'dè richting van behartiging der vakbelangen door het vak zelf: deze stichting toch slaat ten opzichte van de Regeering veel vrijer dan de Sierteelt centrale. De innige samenwerking, die tus schen beide lichamen noodzakelijk is, wordt op zeer gelukkige wijze bevorderd door de omstandigheid dat de bestuursleden van het fonds bijna allen tegelijk zitting hebben in het bestuur der Centrale. Dientengevolge heeft spr. in de laatste maanden het voorrecht gehad het werk der Sierteeltcentrale van nabij te leeren kennen en daarbij allen eerbied gekregen voor het geen de vakgenooten in die functie reeds heb ben verricht. Spr. heeft thans ook van nabij de vaak ontmoedigende bezwaren leeren ken nen, waarmede het bestuur der Centrale voortdurend te kampen heeft. Minister Deckers heeft aanspraak op warme erkentelijkheid voor de instelling van een commissie, die ook zal hebben na te gaan of bij de landbouwcrisismaatregelen meer invloed aan de organisaties kan worden toe gekend en het is bijzonder verheugend, dat daarin een plaats is verleend aan den voor zitter van den Tuinbouwraad den heer Men- sing, die als voorzitter van den Sierteeltcen trale de aangewezen man is om de commissie voor te lichten. Moge de commissie bij haar onderzoek over tuigd worden, dat, zoo niet over de geheele linie, dan toch voor het bloembollenvak, dat nog nooit een cent uit de schatkist of het landbouwcrisisfonds heeft ontvangen, de regeling der saneering aan de door het.bloem- bollenbedrijf zelf aangewezen vakmannen behoort te worden overgelaten, wat een wenschelijk geacht toezicht van de zijde van het departement niet uitsluit. Het streven der vertegenwoordigers van het vak in de Centrale en het Fonds behoort ge- richtte zijn op verlichting van de lasten, die aan de vakgenooten moeten worden opge legd. Verlichting kan ook bereikt worden door beperking van kosten; in deze richting zou het stelsel van percentageheffing van het Surplusfonds dienstbaar kunnen worden ge maakt aan de inning voor zoover noodig van alle eventueele geldelijke verplichtin gen der hij de Ned. Sierteelt centrale aan geslotenen. De onvermijdelijk zeer kostbare administratie, aan de inning door de Cen trale op de oude wijze verbonden, zou daarmee grootendeels kunnen vervallen. Uitvoering saneerings- maatregelen verbeterd. Hoe men in beginsel over de saneering moge denken, aldus spr., hierin kan het oordeel van voor- en tegenstanders overeen stemmen, dat de uitvoering, die aan vankelijk tot gerechtvaardigde critiek aan leiding gaf, geleidelijk verbeterd is. Indien ditmaal de Koninklijke besluiten en verdere beschikkingen omstreeks 1 Januari inplaats van eerst met Augustus bekend gemaakt zouden kunnen worden, zal dit een belang rijke vooruitgang zijn waardoor men vóór het begin van het handelsseizoen en niet pas vele maanden daarna, nauwkeurig zal weten waaraan men zich te houden heeft. De nei ging tot ontduiking zal daardoor even sterk verminderen als de ontstemming, waartoe inderdaad meermalen aanleiding bestond. Volmaaktheid en algemeene tevredenheid zal ook nu niet worden bereikt, maar wel mag verwacht worden dat de uitvoering van het nieuwe saneeringsplan meer bevrediging zal schenken dan de voorafgaande.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1935 | | pagina 2