De nieuwe Bisschop van Haarlem.
Alg. Vereen, voor
Bloembollencultuur.
Een groot Mariavereerder.
MGR. J. T. HUIBivRS
Vader zijner parochianen,
vriend van armen en zieken.
Zooals wij Zaterdag nog in een groot deel
onzer oplage konden vermelden, heeft de Zeer-
eerw. Heer J. P. Huibers, Deken en pastoor te
Hoorn, een telegram van den Internuntius te
Den Haag ontvangen, waarin wordt medege
deeld, dat Deken Huibers in het Maandag a.s.
te Rome te houden consistorie door den Paus
tot Bisschop van Haarlem zal worden be
noemd.
Deken Huibers werd 15 November 1875 te
Amsterdam geboren. Na zijn studies aan de
Seminaries Hageveld en Warmond te hebben
voltooid, werd hij in 1899 tot priester gewijd,
waarna hij benoemd werd te Moordrecht en
in 1902 te Leiden.
Drie jaar later werd hij leeraar aan het
Seminarie Hageveld, waar hij zich onder de
studenten tal vrienden heeft verworven.
In 1917 volgde zijn benoeming tot Bouw
pastoor te Amsterdam in de Chasséestraat al
daar (O.L.- Vrouwe van Altijddurenden Bij
stand). In 1923 werd hij benoemd tot pastoor
en deken van Hoorn.
Met Mgr. Joannes Petrus Huibers krijgt het
Haarlemsche diocees een groot Mariavereerder
aan iiet hoofd. Reeds als jong kapelaan te
Leiden kon de thans benoemde bisschop deze
devotie uitvieren, daar zijn pastoor, deken
Bots een der eersten in den lande was, die 'n
beuk aan de kerk bouwde, welke was toegewijd
aan O. L. Vrouw van Lourdes.
Later, toen de Hageveldsche professor werd
benoemd tot bouwpastoor te Amsterdam en,
als tijdelijk kapelaan van de parochie „De
Liefde", gelden in Amsterdam en in tal van
parochies in het bisdom inzamelde, voor de
tot standkoming van het nieuwe Godshuis,
behoefde het geen verwondering te wekken,
dat hij de nieuwe parochie aan „de Baarsjes"
toewijdde aan O. L. Vrouw van Altijddurend en
Bijstand.
Een onverwoestbaar vertrouwen in de voor
spraak van de H. Maagd, hielp den sociaal
voelenden pastoor Huibers, die zich bijzonder
tot de armen aangetrokken gevoelde, door zelfs
de grootste moeilijkheden heen.
In 1917 begon de bouwpastoor zijn herder
lijk werk met het oprichten van een hulpkerk
aan de Chasséestraat op de plaats waar zich
thans het parochiehuis bevindt. Deze kers
stond toen nog vrijwel in het veld. Met 600 ge
zinnen begonnen, telde de nieuwe parozhie
een zevental jaren later tegen de 3000 gezin
nen, zoodat bouwen van de definitieve kerk
gebiedende noodzaak was.
Bij de veeleischende werkzaamheden, welke
het stichten van een nieuwe parochie met zich
brengt, vond pastoor Huibers gelegenheid de
oprichting van een Conferentie der St. Vin-
centiusvereeniging en van een afclesling van
de Vereeniging van den Allerheiligsten Ver
losser te bevorderen, en voor hun financieels
zorgen had hij een voortdurende aandacht. Hij
leerde zijn parochianen geven, maar ging
daarin zelf voor, zoodat hij, toen hij de paro
chie in 1928 verliet, van zijn eigen bezit maar
heel weinig meer over had. De vrijgevigheid is
in de parochie, waar heel veel nooden gelenigd
moeten worden, levendig gebleven, evenals de
dankbare herinnering aan den stichter.
Pastoor Huibers was voor «ijn parochianen
in de eerste plaats een vader en een vriend,
die als het noodig was zeer streng kon op
treden. Zooals gezegd stelde hij zijn volle ver
trouwen in de H. Maagd Maria: iederen Zon
dagavond hield hij een, telkens weer verschil
lende, Mariapreek en bij het patroonsfeest
van de kerk, die telkenjare met een luister
rijke processie werd gevierd, bleek de kerk
altijd te klein om het aantal geloovigen en
andersdenkende belangstellenden te bevatten.
Hoezeer pastoor Huibers 'oamind was bleek op
ondubbelzinnige wijze bij de viering van zijn
v zilveren priesterfeest in 1924.
Zijn uiterste krachten gaf hij aan het werk,
dat hij zelf bouwde, en waarbij hij nog Bis
schoppelijk Inspecteur van het Lager Onder
wijs was, totdat in 1928 Mgr. Aengenent hem
benoemde tot deken van het dekenaat Hoorn.
Ook hier wist de werkzame zielzorger niet van
iets rustiger arbeiden. Het godsdienstig leven
bracht hij op hooger peil, de kerkelijke fees
ten werden met groote plechtigheid gevierd,
de volkszang in de kerk werd bevorderd. Deken
Huibers interesseerde zich sterk voor het on
derwijs, bepaaldelijk voor het M.U.L.O., waar
door het aantal M.U.L.O.-leerllngen sterk
steeg. Ook was hij penningmeester van het St.
Radboud Comité van de afdeeling Noord-Hol
land in het bisdom Haarlem. Van het Hoofd
bestuur van het apostolaat der Vereeniging
maakte deken Huibers deel uit, terwijl ook de
Diocesane Jeugdraad van zijn krachten heeft
mogen gebruik maken.
Tijdens het dekenaat van deken Huibers
werd in Hoorn het comité „Katholiek Hoorn"
opgericht. Verschillende charitatieve vereeni-
gingen telden hem als haar directeur of ad-
1 viseur. Ook een Graalhuis kwam tot stand.
Armen en zieken waren degenen tot wie de
meeste belangstelling van den nieuwen bis
schop uitging. Van het St. Jans Gasthuis was
hij Bisschoppelijk commissaris, terwijl hij als
aalmoezenier van de Vereeniging tot Samen
stelling van Nederlandsche Bedevaarten her
haaldelijk in Lourdes kwam.
Toen hij verleden Jaar van de bedevaart te
rugkeerde, hadden de Hoornsche parochianen
een grootsch feest aangericht om hun gevier-
deir deken en pastoor met zijn 35-jarig pries
terschap te huldigen. Dit heeft bij Mgr. Hui
bers een onvergetelijken indruk achtergelaten.
Een typeerend staal voor het innig-gods-
dienstige leven van den nieuwen bisschop
mag gezien worden in het feit, dat hij die
door parochiewerk verhinderd was de massale
bedevaart van den Stillen Ommegang mede
te maken op den feestdag van het H. Sacra
ment van Mirakel des morgens in alle stilte
alleen den Omgang in de hoofdstad maakte,
om daarna in de kapel van het Begijnhof het
H. Misoffer op te dragen.
Zoo zal dan binnenkort de statige figuur van
Mgr. J. P. Huibers als negende bisschop van
Haarlem de St. Bavo-kathedraal binnentre
den om daar tot de episcopale waardigheid te
worden geconsacreerd.
De heer Schouten over de
onderwijsbezuiniging.
Feitelijk onaanvaardbaar.
Het anti-revolutionaire Kamerlid de heer J.
Schouten heeft te. Arnhem de moeilijkheden
ten aanzien van de onderwijsbezuiniging aan
geroerd.
Hij zeide o.m, dat de A. R. van oor
deel zijn, dat de bewuste paragraaf
12 van het bezuinigingsontwerp niet
kan worden geaccepteerd. Hun bezwa
ren zijn, dat de overheid zal te beslis
sen krijgen of ergens een bijzondere
school zal blijven bestaan, zoodra deze
beneden het leerlingen-minimum zal
komen. Wel is waar is hiervan
dispensatie door den minister moge
lijk, doch daar ligt juist het princi-
pieele bezwaar: naar a,r. opvatting
mag niet de regeering hebben te be
slissen over het geven van bijzonder
onderwijs.
De bezuiniging,
welke de regeering
tSsa©' -.:ï£^figsg2 denkt te bereiken, ia
zóó klein, dat men
daarvan naar de
meening van den heer
Schouten geenKabi
netscrisis noeft te
maken.
Wel is in de regee-
ringsverklaring, die
het kabinet-Golijn in
Mei 1933 heeft afge
legd, gezegd dat de
regeering de onder-
wijsvragen niet zou
toespitsen, doch men besehouwe deze kwestie
geheel zakelijk, niet politiek: een kabinets
crisis zal de a.r. partij hiervan niet maken.
Zij zal het kabinet blijven steunen.
J. Schouten (A.K.)
„Weer-afdeelingen" van de
N. S. B. opgeheven.
Met ingang van 31 December a.s.
Naar wij in Volk en Vaderland lezen, heeft
ir. Mussert, algemeen leider van de Nat. Soc.
beweging, met ingang van 31 December de
W.A. en de R.W.A. („weer-afdeeling" en
ruiter-,.weerafdeeling") opgeheven, evenals
het motorkorps.
Aantal stamboekrunderen
naar Engeland.
In het Rijksquarantainestation te Hoek-van-
Holland zijn volgens het Alg. Handelsblad on
dergebracht 100 eerste klasse stamboekrun-
leren.
Deze dieren zijn bestemd om, na het onder
gaan van een drieweeksche quarantaine, te
worden verscheept naar Engeland.
Door samenwerking van de Engelsche en
Nederlandsche veterinaire autoriteiten schijnt
de mogelijkheid te zijn geschapen aan het ver
zoek van het betreffende Engelsche stamboek
te voldoen, en voor aanvulling en bloedverver-
sching dezen belangrijken aankoop in Neder
land te mogen doen.
De autoriteiten van het Engelsche stamboek
vertoefden gedurende een tiental dagen in
Nederland om zelf een keus te maken en be
zochten daarvoor in het gebied van het Neder
landsche en dat van het Friesche rundvee-
stamboek vele der meest vooraanstaande vee-
fokkersbedrijven.
MAANDAG 16 DEC. 1935
Een storm van verzet in
Engeland over de
vredesvoorstellen.
Kabinet vestigt zijn hoop
op den Volkenbond
(Van ónzen correspondent).
LONDEN, 13 December.
De laatste verklaring van het zwichten van
Engeland voor edn.wil van Laval is dat laatst
genoemde aan Hoare, toen zij in- Parijs samen
waren, feitelijk een ultimatum stelde. Laval
maakte het duidelijk, dat Frankrijk niets uit
staande wilde hebben met petroleumsancties.
Hij was juist van-een onderhoud met den
Italiaanschen gezant teruggekeerd en dit on
derhoud had er hem van overtuigd dat Mus
solini, indiein de petroleum produceerende
landen hun leveranties zouden staken, in het
nauw gedreven en met ondergang in Abes-
synië en Italië bedreigd, een aanval zou ge
lasten op de Britsche vloot. Laval maakte
oHare deelgenoot van deze overtuiging en be
toogde verder dat Franrkijk slechts beschei
den hulp zou kunnen verschaffen aan de
Britsche vloot. Onder deze omstandigheden,
zoo drong Laval aan, leek het het beste dat
Frankrijk en Engeland tesamen voorstellen
voor een regelingv an het conflict deden welke
Mussolini, zoo niet den Volkenbond, zouden
bevredigen. Het schijnt, dat Hoare wat te
gauw onder den invloed is gekomen van deze
verontrustende voorstelling van zaken en in
het bijzonedr van de technische moeilijkhe
den welke aan snellen en doeltreffenden bij
stand van de Fransche vloot in den weg ston
den. Zoo liet de Britsche minister zich inpal
men voor de verbazingwekkende Fransche
voorstellen.
Toen de voorstellen bij het Britsche Kabi
net in bespreking kwamen waren de meeste
ministers ontsteld over den aard der voor
stellen, waaraan Hoare zijn goedkeuring had
gegeven. Neville Chamberlain was er het he
vigst tegen gekant en een ernstig meenings-
verschil binnen de muren van Downing
Street 10 eindigde in een soort compromis. De
verwerping der voorstellen zou hebben betee-
kend, dat Sir Samuel Hoare door zijn colle
ga's zou zijn verloochend en dat hij dus zijn
ontslag zou hebben moeten nemen. Ook de
hevigste tegenstanders van het plan meenden
dat zij zoo ver niet konden gaan. En men be
sloot dus te redden wat kon worden gered
door extra nadruk te leggen op de oude for-,
mule, dat een voorwaarde voor elke regeling
was dat ze door den Volkenbond, door Italië
en door Abessynië zou worden aanvaard.
Het is inmiddels duidelijk geworden, dat de
Britsche regeering met meer of minder vuui
hoopt, dat de Volkenbond haar uit de moei
lijkheden zal redden en het heeft er allen
schijn van dat de Volkenbond haar ter wilh
zal zijn. Hoewel de verantwoordelijkheid voor
de heele zaak bij het Kabinet berust is het ge
voelen algemeen, dat Hoare een verbazing
wekkenden flater heeft begaan. De storm van
verzet in Engeland is nog veel erger geworden
dan de regeering die uiteraard wel op te
genstand rekende had verwacht.
De opstand in haar eigen gelederen groeit.
Bij de zeven regeeringsvolge.lingen in het La
gerhuis, die een motie tegen de voorstellen
'hebben ..ohderteekéhd, 'hébben zióh één acht-,
tal nieuwe onderteekenaars gevoegd. Er is ze
ker een meerderheid van 'verlichte Conserva
tieven in het Lagerhuis die in sympathie zijn
met de motie. En de populaire ontsteltenis
over wat de New Statesman ant Nation ken
schetst als „het groote verraad" vindt- uitdruk
king, niet alleen in de pers van alle partijen
maar ook in een lawine van brieven uit de
kiesdistricten aan hun vertegenwoordigers in
het parlement. Het spreekt van zelf dat het
protest van de Oppositie-partijen algemeen en
hevig is.
Een gevoel van onbehagelijkheid is gegroeid
in ruim verspreide en diepe verontwaardiging
in het besef, dat er verraad is gepleegd en dat
het gezag van Engeland in enkele dagen hevig
heeft geleden, dat het inderdaad van de groote
hoogten waarop het zich nog slechts een week
geleden bevond vernederd, is neergestort. De
opvatting van een radicaal blad als de New
Statesman, reeds genoemd, kon men voorzien.
Maar The Spectator, het politieke weekblad
dat in den regel aan den kant yan de regeering
staat, is weinig minder fel in zijn veroordee
ling dan het radicale blad. „Indien deze voor
stellen zouden winnen", schrijft The Specta
tor, „zou Italië triomfeeren, zou blijken dat
aanvalszucht voordeelig is, zou Abessynië met
eer en zou de Volkenbond met oneer worden
verslagen. Het nieuws uit Parijs is niet alleen
in dit land maar in de geheele.wereld ontvan
gen met ongeloof, verslagenheid en veront
waardiging". De Times zet in een hoofdartikel
onder den titel „De Uitweg" het woord Vre
desvoorstellen ironisch tusschen aanhalings-
teekens. Het blad betoogt, dat de Parysche
voorstellen niet vereenigen zijn met de ver-1
plichtingen onder den Volkenbond. Een poging
tot bemiddeling op zulk een basis lean niet
slagen en is bereids mislukt. Bemiddeling moet
voortgaan, vindt het blad, maar ze moet lee-
ren van de ervaring van deze week n de be
middelaars moeten zich laten leiden door de
vastberaden openbaring der openbare mee
ning die lang in de herinnering zal blijven.
„De regeering", besluit de Times, „kan op
nieuw beginnen en behoeft 'geen aandacht
meer te geven aan voorwaarden voor een re
geling die nimmer hadden moeten worden ge
steld. Haar plicht is, als tevoren, tot het uiter
ste te helpen bewijzen dat aanvalszucht niet
loont".
A. K. v. R.
K. L. M. zal nieuwe machines
moeten koopen.
Voor vervanging van verkochte» toestellen.
De K.L.M. heeft vier Fokkermachines van
het F 12-type aan de Crilly Airways Ltd. te
Londen overgedaan. Hierdoor komt de Kl.M.
zelf voor de noodzakelijkheid te staan nieuw
materiaal aan te schaffen.
Naar de Tel van de directie der K.L.M. ver
neemt, is echter n-og geen enkele beslissing
genomen welk type vliegmachines men voor
de F 12-vliegtuigen in de plaats zal nemen.
Men heeft met de Douglas DC 2-machines
goede resultaten bereikt, zoowel op de Euro-
peesc-he ais op de Indische lijnen, maar het
is onzeker of men opnieuw tot de aan
schaffing van dit type zal overgaan.
Op het oogenblik kan men zich met het be-
schibare materieel nog redden, maar tegen
1 Juli van het volgende jaar als de zomer
dienst wordt uitgebreid zal men moeten
zorgen nieuwe machines ter beschikking te
hebben. Deze zaak is thans bij de directie der
K.L.M. in onderzoek.
Organisatie der Wereld
jamboree.
Kapitein Breunese' trekt zich terug.
De kapitein-adjudant J. M. Brennese, orga
nisator der internationale vierdaagsche af-
standmarschen van den Nederlandschen Bond
voor Lichamelijke Opvoeding, die door de re
geering ter beschikking was gesteld van de
Nederlandsche Padvindersvereeniging voor de
organisatie van de Wereldjamboree 1937, zich
niet kunnende vereenigen met de inzichten op
organisatorisch gebied der Nederlandsche
Padvindersvereeniging, heeft, naar het Hbld.
meldt, zijn werkzaamheden afgebroken en
zijn militaire functie, kapt.-adjudant van
den commandant der Eerste Divisie, 's Gra-
venhage, weder hervat.
Mr. J. E. W. Duys verdedigt
zich.
Brief aan het partijbestuur.
Mr. J. E. W. Duys, die uit de sociaal demo
cratische fractie der Tweede Kamer is getre
den en inmiddels geroyeerd werd als lid der
S. D. A. P. heeft een verweer tegen het ant
woord der S. D. Kamerfractie aan het Partij
bestuur der S. D. A. P. geschreven
Volgens „eenstemmig oordeel" der fractie
zou ik eigenlijk, zoo zegt mr. Duys, sedert 1913
reeds, dus zegge 22 jaar lang, mijn plicht als
Kamerlid schandelijk hebben verwaarloosd.
Hij wijst erop, dat in dien tijd zijn stemmen-
cijfer van 25.000 tot 90.000 is gestegen en dat-
op de lijst waarvan hij vijfmaal als lijstaan
voerder fungeerde, nog de heeren Cramer en
'Thijss.en de Kamer zijnbinnengesleept.
Na zich nog tegen enkele aanvallen te" heb
ben verdédigd, zegt de heer Duys wèl gekozen
te zijn op eén p a r t ij-lijst, maan niet op een
kliek lijst.
De taak van de pers in onzen
tijd.
Regeering vraagt medewerking
Naar men weet, heeft de minister van So
ciale Zaken eenigen tijd geleden overleg ge
pleegd met Gedeputeerde Staten der provin
cie inzake een plan tot opneming van jeug
dige werklooze in het bedrijfsleven. Reeds
hebben verschillende colleges van Gedeputeer
de Staten een rondschrijven aan de gemeen
tebesturen laten'uitgaan.
In aansluiting daarop heeft de minister
zich thans per brief tot een groot aantal, on
geveer 60 organisaties, van werkgevers en
werknemers gericht met het verzoek, bij de
uitvoering van het plan, dat in den brief meer
uitvoerig wordt toegelicht, zooveel mogelijk
medewerking te verleenen.
Het plan beoogt jonge werkloozen werk
zaamheden te doen verrichten, welke in de
verschillende bedrijven onder de tegenwoor
dige omstandigheden niet worden uitgevoerd,
doch waren de tijden beter, zeker ter hand
zouden worden genomen.
Het wordt de taak van de op te richten plaat
selijke comité's dergelijke werkzaamheden op
te sporen, plannen tot uitvoering te ontwer
pen en deze den minister ter goedkeuring voor
te leggen. 1-Iet ligt nu voor de hand, dat daar
bij de medewerking zoowel van werkgevers
als van werknemerszijde niet zal kunnen wor
den gemist.
Rede van prof. dr. J. Huizinga.
Prof. dr. J. Huizinga, te Leiden, wiens laat
ste boek „In de Schaduwen van morgen" zoo
zeer de aandacht heeft getrokken, heeft Za
terdagmiddag in Hotel De Witte Brug in den
Haag gesproken over: De taak van de pers in
onzen tijd.
De krant staat daar als maatschappelijke
factor en cultuur-object, bovenal als levens
orgaan der samenleving. Wat publiek wordt,
wordt terstond door de geheele wereld bekend.
IJdel is de vraag of de publiciteit goed is.
Alle andere organen der samenleving bedie
nen zich van de pers, Men kan zich voor
stellen, dat men uit onze cultuur kan wegden
ken de legers, de banken, het hospitaal, de
spoorwegenmaar de pers weg te denken is
niet mogelijk.
De pers, als wij aan haar denken, neemt in
onzen geest een sterk persoonlijk karakter
aan. Ook de krant zelve voelt zich als een
wezen, een persoon.
Juist de personificatie van de krant brengt
ons op de vraag: wat is de taak der pers?
Het begrip „taak" brengt ons op het terrein
van het behooren, het ethische domein. Is er
nu zulk een subject?
Men geve zich er nauwkeurig rekenschap
van, hoe ver een blad mag toegeven aan de
bijna onvermijdelijke neiging tot reclame en
sensatie.
Een belangrijk deel der taak van de pers
ligt in het negatieve, in het beteugelen van
de euvelen. Wie er buiten staat, geeft er zich
geen rekenschap van, hoeveel selectie, hoe
veel snel beraad is voorafgegaan aan de ver
schijning van een nummer.
De positieve taak.
Hoe is de positieve taak der pers? Kan zij
opvoeden, oordeelen? Of is zij alleen een uit
drukking, een weerspiegeling? Inlichten is
niet genoeg. Zij moet voorlichten ook De pers
kan de taak der school en der vrije associatie
echter niet overnemen, maar zij kan wel de
andere maatschappelijke organen bij hun taax
sterken en steunen. Moet de pers leiden? Als
zij leidt, is zij in een macht geraakt, die zien
van haar heeft meester gemaakt.
Kan men een algemeen oordeel over het
maatschappelijk gebeuren aan de pers toe
schrijven? Als de pers wilde zeggen, wat bar-
baarsch is en wreed, wat trouweloos en laf,
wat mallepraat als het wreken van neder
lagen van vijftig jaar geleden is... als de
pers dit alles dagelijks wilde zeggen, zou het
ondragelijk worden. De pers moet wel een
zekere gelijkmoedigheid betrachten. Als de
pers der geheele wereld echter dagelijks zei:
„En voorts moet er een eind komen aan de
particuliere wapenfabricage". zou dit een
groote invloed oefenen. Doch men weet vol
gens spr. wel, waarom dit niet kan.
De cultuurtaak der pers ligt overal beslo
ten in onoplosbare conflicten en tegenstrij
digheden. De pers moet geven en nemen, moet
selecteeren en corrigeeren. Zij moei schrij
ven, alsof het publiek verstandig was
Des avonds werd prof. Huizinga een maal
tijd aangeboden .waarbij het woord is gevoerd
door minister de Wilde
Heden, Maandag, hield de Algemeene Ver
eeniging voor Bloembollencultuur haar 179e
algemeene vergadering in het Krelagehuis,
voor het laatst onder leiding van den heer
E. H. K r e 1 a g e, die zooals bekend met 1
Januari a-s. als voorzitter der vereeniging af
treedt.
Rede van den voorzitter.
In zijn openingsrede wierp de voorzitter een
terugblik op het ten einde spoedende jaar
1935. De Vereeniging vierde op waardige wijze
haar 75-jarig bestaan. De Koningin en Prinses
Juliana gingen voor in het toonen van be
langstelling in de Jubileumtentoonstelling
..Flora 1935" en landgenoot en vreemdeling
hebb enin drommen van meer dan een half
millioen tezamen zich kunnen overtuigen van
den vooruitgang van onze bloembollen- en
de Nederlandsche siergewassen-teelt in het
laatste decennium.
Mede hieraan mag het toe te schrijven
zijn dat onze export in 1935 naar vrijwel
alle landen is toegenomen, met uitzondering
van den door de beperkende maatregelen van
Duitschland en Denemarken met 4.000.000
K..G verminderden export naar naar beide
landen.
Het eindresultaat komt neer op de hand
having van het exportcijfer, zoowel in kwa
liteit als waarde van 1934. Het bewijst op
nieuw dat het artikel „bloembollen" door de
buitenlandsche klanten beschouwd wordt als
een onmisbare grondstof voor hun bedrijven,
waarvan deze, zelfs in deze wereldcrisis, niet
verstoken kunnen zijn.
De invoerbeperkingen dn Duitschland en
Denemarken staan geheel op zich zelf. In
Duitschland dwong de economische nood tot
zoo groot mogelijke beperking van invoer: in
Denemarken werd de'invoer geheel afhanke
lijk gesteld van uitvoer van Deensche pro
ducten. Een en ander beteekende voor ons
niet alleen een vermindering van den export
met 4.000.000 Kilo ter waarde van rond
f 2000.000, maar bovendien een onevenredig
groot overschot aan vroegee tulpen op het
eind van het seizoen. Juist Duitschland en
Denemarken plachten groote hoeveelheden
vroege tulpen te gebruiken, die thans niet te
plaatsen zijn.
Met volkomen instemming heeft dan ook
het hoofdbestuur kennis genomen van het
adres van het bestuur van het bloembollen-
surplusfonds oogst-1935, waarin een bijdrage
van f 500.000 uit het Landbouwcrisisfonds
wordt gevraagd om een vergoeding mogelijk
te maken die het in uitzicht gestelde percen
tage van' den minimumprijs eenigermate be
nadert voor de overschotten vroege tulpen.
Het hoofdbestuur heeft gaarne namens de
vereeniging van den Minister van Landbouw
en visscherij instemming betuigd met het
adres van het Surplusfonds.
Het landbouwcrisisfonds noemende, maakte
spr. melding van de uitschakeling van dit
fonds van de bloembollensaneeringsfinan-
cierdng.
Deze uitschakeling eischte de onmiddellijke
instelling van een orgaan dat de financiering
van de bloembollensan eer in g kon ter hand
nemen voor den oogst van het jaar 1935. Dank
zij de eendrachtige samenenwerking van de
vier daartoe door den Regeeringscommissaris
uitgenoodigde vereenigingen is het mogen
gelukken binnen enkele dagen de Stichting
„Bloembollensurplusfonds oogst-193'5" op te
richten en in werking te stellen juist op het
tijdstip- -dat het exportseizoen zou -begin
nen.
De oprichtingvan deze nieuwe sticht-
ting is een stap in 'dè richting van
behartiging der vakbelangen door het
vak zelf: deze stichting toch slaat ten opzichte
van de Regeering veel vrijer dan de Sierteelt
centrale. De innige samenwerking, die tus
schen beide lichamen noodzakelijk is, wordt
op zeer gelukkige wijze bevorderd door de
omstandigheid dat de bestuursleden van het
fonds bijna allen tegelijk zitting hebben in
het bestuur der Centrale.
Dientengevolge heeft spr. in de laatste
maanden het voorrecht gehad het werk der
Sierteeltcentrale van nabij te leeren kennen
en daarbij allen eerbied gekregen voor het
geen de vakgenooten in die functie reeds heb
ben verricht. Spr. heeft thans ook van nabij
de vaak ontmoedigende bezwaren leeren ken
nen, waarmede het bestuur der Centrale
voortdurend te kampen heeft.
Minister Deckers heeft aanspraak op warme
erkentelijkheid voor de instelling van een
commissie, die ook zal hebben na te gaan
of bij de landbouwcrisismaatregelen meer
invloed aan de organisaties kan worden toe
gekend en het is bijzonder verheugend, dat
daarin een plaats is verleend aan den voor
zitter van den Tuinbouwraad den heer Men-
sing, die als voorzitter van den Sierteeltcen
trale de aangewezen man is om de commissie
voor te lichten.
Moge de commissie bij haar onderzoek over
tuigd worden, dat, zoo niet over de geheele
linie, dan toch voor het bloembollenvak, dat
nog nooit een cent uit de schatkist of het
landbouwcrisisfonds heeft ontvangen, de
regeling der saneering aan de door het.bloem-
bollenbedrijf zelf aangewezen vakmannen
behoort te worden overgelaten, wat een
wenschelijk geacht toezicht van de zijde van
het departement niet uitsluit.
Het streven der vertegenwoordigers van het
vak in de Centrale en het Fonds behoort ge-
richtte zijn op verlichting van de lasten, die
aan de vakgenooten moeten worden opge
legd.
Verlichting kan ook bereikt worden door
beperking van kosten; in deze richting zou
het stelsel van percentageheffing van het
Surplusfonds dienstbaar kunnen worden ge
maakt aan de inning voor zoover noodig
van alle eventueele geldelijke verplichtin
gen der hij de Ned. Sierteelt centrale aan
geslotenen. De onvermijdelijk zeer kostbare
administratie, aan de inning door de Cen
trale op de oude wijze verbonden, zou daarmee
grootendeels kunnen vervallen.
Uitvoering saneerings-
maatregelen verbeterd.
Hoe men in beginsel over de saneering
moge denken, aldus spr., hierin kan het
oordeel van voor- en tegenstanders overeen
stemmen, dat de uitvoering, die aan
vankelijk tot gerechtvaardigde critiek aan
leiding gaf, geleidelijk verbeterd is. Indien
ditmaal de Koninklijke besluiten en verdere
beschikkingen omstreeks 1 Januari inplaats
van eerst met Augustus bekend gemaakt
zouden kunnen worden, zal dit een belang
rijke vooruitgang zijn waardoor men vóór
het begin van het handelsseizoen en niet pas
vele maanden daarna, nauwkeurig zal weten
waaraan men zich te houden heeft. De nei
ging tot ontduiking zal daardoor even sterk
verminderen als de ontstemming, waartoe
inderdaad meermalen aanleiding bestond.
Volmaaktheid en algemeene tevredenheid
zal ook nu niet worden bereikt, maar wel
mag verwacht worden dat de uitvoering van
het nieuwe saneeringsplan meer bevrediging
zal schenken dan de voorafgaande.