Het Parijsche vredesplan voor den
Volkenbondsraad.
HOE THIJS IJS HET ZEEPALEIS VEROVERDE
Professor Geyl's werk
in Londen.
DONDERDAG 19 DECEMBER 1935
BUITENLAND
De voorstellen feitelijk reeds van de haan.
Engeland zal de voorstellen
niet verder aanbevelen
als er bezwaren komen.
LAVAL.
De Volkenbondsraad is gisteravond in open
bare zitting bijeengekomen ter behandeling
van het Britsch-Fransche voorstel tot bij-
bij legging- van liet Italiaansch-Abessyniscbe
conflict.
Aanwezig waren Laval, Eden, de ministers
van buitenlandsche zaken van Polen, Dene
marken, Turkije en Portugal. De Sovjet-Unie
was vertegenwoordigd door haaT ambassa
deur te. Parijs Potemkin, Roemenië door zijn
permanenten vertegenwoordiger bij den Vol
kenbond. De plaats van Italië aan de Raads
tafel was leeg gebleven. Onder de deskundi
gen in de zaal van de overige delegaties be
vond zich echter ook de Italiaansche -waar
nemer.
De zitting begon met een gelukwenseh
voor dr. Benesj, wegens diens verkiezing tot
president der Tsj echo-Slowaaksche republiek
De Raadsvoorzitter, de Argentijnsche verte
genwoordiger Ruiz Gunazu, prees het werk,
dat Benesj voor den Volkenbond had ver
richt. De Fransche minister-president Laval
verklaarde, dat de verkiezing tot president
van een met Frankrijk bevriend land een
symbolische beteekënis had. Eden namens
de Britsche regeering, De Madariaga namens
Spanje en de vertegenwoordigers van Roe
menië, TUrkije, Portugal en de Sovjet-Unie
sloten zich bij deze gelukwenschen aan.
Kort na 6 uur vanavond begon de Raad met
de behandeling van het Italiaansch-Abes-
synische conflict.
De voorzitter deed mededeeling van de bij
den Raad ingekomen stukken, nl. de Fransch-
Britsche voorstellen'van 8 December, en de
thans gepubliceerde uiteenzetting van het
Abessynische standpunt.
Vervolgens legde de Britsche Volkenbonds
minister Eden een verklaring af. Hij verze
kerde, dat het altijd de bedoeling der beide
regée-ringen geweest was, dat alvorens men
den .partijen «enige regelingsvoorwaarden in
definitieven vorm zou hebben voorgelegd,
deze voorwaarden door den Volkenbond
goedgekeurd zouden zijn. Ook al mocht de
huidige poging van Engeland en Frankrijk
niet slagen, dan blijft toch de poging tot
verzoening het voornaamste, ook voor den
Volkenbond. De grondslag voor deze ver
zoening was juist, ook al bleef de toepassing
ervan in dit geval zonder resultaat. De Pa
rijsche voorstellen zijn niet gemaakt, om op
elk punt ongewijzigd aangenomen te worden.
Het was in de eerste plaats van belang welk
standpunt de drie partijen ertegenover aan
namen, en slechts daarom werden zij dooi
de Britsche regeering aanbevolen. Wanneer
inderdaad bleek, dat deze voorstellen niet
voldoende waren om de instemming van den
Volkenbond en der beide partijen te verkrij
gen, zou de Britsche regeering ze niet verder
aanbevelen of steunen. De huidige verzoe
ningspoging moet dan als mislukt beschouwd
worden en de Britsche regeering wenscht
haar dan niet voort te zetten.
Laval verklaarde, eveneens, dat voor elke
regeling de goedkeuring van den Volkenbond
noodig was. Hij wilde thans niet op het ver
leden ingaan, doch zoolang de andere re
geeringen hun houding niet hadden bepaald,
zou de Raad het misschien juister achten,
geen uitspraak te doen. De Raad zou ech
ter waarschijnlijk geen gelegenheid voorbij
laten gaan om zijn taak te ver-vullen, nl. het
vinden van een eervolle, rechtvaardige en in
overeenstemming met het Volkenbondspact
zijnde oplossing-
Na een uitvoerige verklaring van den
Abessynischen vertegenwoordiger Wolde Ma-
riam, gezant te Parijs, die den Volkenbond
verzocht, Abessynië niet in den steek te la
ten, constateerde de Raadspresident, dat het
standpunt der Italiaansche regeering nog
niet bekend was en dat derhalve de Raad
de discussie tot een rater tijdstip werrschte
te verdagen.
Stilzwijgend ging de Raad hiermee accoord
en werd de zitting gesloten.
De corr. van het A.N.P. te Genève meldt
in aansluiting op het bovenstaande:
De Raadszitting te Genève heeft tot nog
toe weinig opheldering gebracht en de toe
stand is nog niet veel duidelijker geworden.
Algemeen is men echter van meening, dat
na de verklaringen van Laval en Eden het
Parijsche vredesvoorstel als van de baan be
schouwd kan worden. In Fransche kringen
is men van meening, dat de toestand van
voor het opduiken van het Fransch-Britsche
voorstel weer is hersteld en van Engelsche
zijde wordt dat nadrukkelijk bevestigd dooi
de mededeeling, dat Vrijdag a.s. de Commissie
van Achttien, die verleden week haar besluit
inzake de verscherping van de sancties doo;
afkondiging van den petroleumboycot van
Italië voor onbepaalden tijd heeft uitgesteld,
weer bijeenkomt en dat de deskundige voor
de petroleum-, steenkool- en ijzersvoorziening
van de Board of Tra-de, Sterling, met Eden
naar Genève is gekomen. Men zegt niet. dat
Engeland thans verscherping der sancties
zal voorstellen, doch men geeft te verstaan,
dat een dergelijk voorstel bij Engeland niet
op verzet zal stuiten.
Hoewel heden niet officieel besloten is tot
behandeling van net Fransch-Britsche plan
door de Commissie van Dertien d.w.z. de Vol
kenbondsraad zonder Italië, zal dat in feite
toch vandaag in een geheime zitting gebeuren
In deze zitting verwacht men ook een open
lijke gedachtenwisseling' van die Raadsleden
die daartoe in de openbare zitting van heden
niet wilden overgaan.
De toestand wordt uiterst dubbelzinnig, als
men nagaat, dat de Fransche en Britsche
initiatiefnemers tot 'het plan hun voorstellen
noch hebben aanbevolen, noch teruggetrok
ken, terwijl de Abessynische regeering slechts
haar antwoord wil geven, nadat de Raad
zijn houding heeft vastgesteld.
Frankrijk.
Herriot bedankt als voorzitter
der radicaal-socialistische
partij.
Herriot is, naar het A.N.P. verneemt, afge
treden als voorzitter der radicaal-socialisti
sche partij.
De regeering Hodza blijft aan.
Het A.N.P. meldt uit Praag 18 December:
De president der republiek dr. Benesj, heeft
den voorzitter van het kabinet, dr. Hodza, een
eigenhandig geschreven brief doen toekomen,
waarin hij de ontslagaanvrage van het kabi
net inwilligt. In een tweede schrijven benoemt
dr. Benesj den afgevaardigde dr. Hodza op
nieuw tot minister-president en wordt hij
tegelijkertijd belast met de leiding van het
ministerie van buitenlandsche zaken. Ook de
overige leden der afgetreden regeering wor
den in hun tot nog toe bekleede functie her
benoemd.
President Gomez overleden.
Juan Vicente Gomez.
De president van Venezuela, generaal Juan
Vincente Gomez, is overleden. Generaal
Gomez werd op 24 Juni 1857 géboren en dus
78 jaren geworden.
Generaal Gomez is sedert December 1908
president van Venezuela geweest, nadat hij
zich tijdens de afwezigheid van generaal
Castro, die een bezoek aan Europa bracht,
met de leiding der staatszaken had belast, na
te voren vice-president te zijn geweest. In
1910 werd generaal Gomez voor den duur
van vier jaren tot constitutioneel president
van Venezuela gekozen,
Tijdens het bestuur van Gomez zijn d-e
diplomatieke betrekkingen met de vreemde
mogendheden, welke verbroken waren, her
vat. Venezuela ging de verplichting aan, de
buitenlandsche schulden te betalen.
Overeenkomstig de grondwet liep de ambts
termijn van den president op 19 April 1914
af.
Het, Congres koos generaal Gomez tot op
perbevelhebber van het leger.
Op 3 Mei 1915 heeft het Congres, dat
volgens de grondwet van 1914 was gekozen,
generaal Gomez met algemeene stemmen be
noemd tot president der republiek voor de
periode eindigende 19 April 1922. De gekozen
president aanvaardde het presidentschap
evenwel niet. De voorloopige president be
hield de leiding der staatszaken, terwijl
Generaal Gomez opperbevelhebber van het
leger bleef met den titel van „Gekozen presi
dent der republiek". In Mei 1922 werd gene
raal Gomez met algemeene stemmen her
kozen als president van Venezuela. Op 19
Juni 1931 werd Gomez wederom herkozen.
Gomez heeft zich tijdens zijn bestuur latei
kennen als een vooruitstrevend leider. Hij
heeft veel gedaan voor den vooruitgang van
zijn land. De landbouw heeft hij krachtig
bevorderd, terwijl hij het initiatief heeft ge
nomen tot verschillende open-bare werken
Vooral heeft hij zich verdienstelijk gemaakt
bij zijn leiding een net van verkeerswegen te
scheppen
Lopez Conpreras voorloopig president.
Na den dood van president Vincent Gomez
is een kabinetsraad gehouden, waarin als op
volger van den overleden president de minis
ter van oorlog en marine Eleazar Lopez Con
preras tot voorloopig president werd gekozen.
Hij blijft deze functie waarnemen totdat het
Congres is bijeengekomen voor de definitieve
verkiezing van een nieuwen president.
(A.NP.)
'n „VELO" TAFELBILJART
brengt gezelligheid in huis, is van hoogste
kwaliteit, belastingvrij en ongelooflijk goedkoopl
Verkrijgbaar la onze 100 filialen in Nederland
ga w Contante betaling geen ^eretschtel
(Adv. Ingez. Med.)
Italië,
Het koningspaar offert zijn
trouwringen.
Uit Rome, 18 Dee.:
Reeds vroeg hedenochtend had zich op het
piazza Venezia te Rome een groote menigte
verzameld. Kurassiers in groot tenue dragen
een krans met linten in de kleuren van het
Huis van Savoye. Voor een altaar, waar
wierook brandt, staan drie drievoeten met
bronzen urnen. Op een podium bevindt zich
een koor, dat volksliederen zingt. Bij het graf
van den Onbekenden Soldaat staan 20 jonge
meisjes, gekleed in donker blauw kleed met
schalen, waarop de ringen van staal liggen,
welke worden gegeven voor de geofferde gou
den ringen. Vóór het platform wachten de
secretaris van de fascistische partij, hooge
autoriteiten en hofdignitarissen.
Te kwart voor negen komt de Koningin, zij
bestijgt de trap en werpt haar trouwring en
dien des konings in een der drie urnen. Ver
volgens richt zij zich tot de moeders en we
duwen van de gesneuvelden in den wereld
oorlog met de volgende woorden:
„Wij bestijgen het heiligdom van de over
winning tezamen met de trotsche moeders en
weduwen van ons geliefd Italië om op het al
taar van den Onbekenden Held onze trouw
ringen te leggen, het symbool van onze eerste
vreugde en hoogste opoffering, als een zuiver
offer van het vaderland.
„Wij buigen ons ter aarde om ons in den
geest te vereenigen met onze glorierijke geval
lenen en smeeken tezamen met hen van God
de overwinning af.
„U, kinderen van Italië, die de heilige rech
ten verdedigt en nieuwen roem vergaart voor
het vaderland, wenschen wij de overwinning
van de Romeinsche beschaving in Afrika, wel
ke door allen wordt verlangd".
Wij groeten de glorierijke vanen, de offi
cieren en soldaten van de land- en lucht
macht,, de Zwarthemden, de werklieden en
de trouwe Ascari's.
„Zalig Kerstfeest".
Nadat de geweldige menigte op het Piazza
Venezia de rede van de Koningin, welke door
middel van de radio werd uitgezonden, had
aangehoord, ontving de Koningin de stalen
ringen, welke de gouden trouwringen van het
Koninklijk echtpaar zullen vervangen. In de
nieuwe ringen staat gegraveerd „Goud voor
het vaderland 18 December 1935 XIV".
Na deze plechtigheid verliet de Koningin
het Piazza Venezia, luide toegejuicht door een
half millioen mensehen, die op het plein bijeen
gekomen waren.
Na het vertrek der Koningin trokken hon
derdduizenden vrouwen langs het monument
om hun trouwringen te offeren.
Mussolini wijdt de derde
gemeente in het Pontijnsche
gebied in.
Woensdagmorgen heeft Mussolini zich naar
Potinia begeven, de derde gemeente in de
droogmakerij van de Pontijnsche moerassen.
Littoria was de eerste in het Noorden van het
gebied. Daarop volgde Sabaudia. in het Zuid
westen bij de zee en het meer van Paola.
Thans komt als derde in de rij P-ontinia.
Het volgend jaar zal wederom een gemeen
te worden ingewijd en het jaar daarop de
vijfde. Mussolini heeft bij de inwijding der
nieuwe gemeente o.a. gezegd:
„In vier jaar tijd hebben we ongeveer 30
millioen vierkante meter terrein vruchtbaar
gemaakt. Deze grond is eigendom van Italië
en zal worden ontgonnen.
Ik wil hiermede zeggen, dat wij de bloem
van de natie niet naar afgelegen barbaar-
sche landen zullen zenden, zoolang deze ge
bieden niet worden beschermd door de Ita
liaansche vlag.
Verder wil ik zeggen dat het Italiaansche
volk een volk is. dat dagelijks den bodem be
arbeidt. Dit volk is in staat zeer lang weer
stand te bieden aan een blokkade,, vooral als
het overtuigd is, dat het recht aan zijn zijde
is en het onrecht aan de andere zijde.
Een oorlog voor beschaving.
De oorlog welken wij zijn begonnen is een
oorlog voor beschaving en een oorlog van het
volk. Het volk begrijpt ook, dat deze oorlog de
zijne is
Voor ons staat het front van conservatis
me, egoïsme en schijnheiligheid. Tegen dit
■front richten wij onzen krijg en zullen dezen
tot het einde voortzetten; zeker van de diep
gevoelde* en eensgezinde toestemming van
het Italiaansche volk, zal de regeering haar
rechten weg vervolgen. Zij kan en wil niet
anders".
Mussolini's ring geofferd.
Donna Raehele Mussolini, de vrouw van
den Duce vervoegde zich om half een op
het „altaar des vaderlands" om de trouw
ringen van haar en haar man te offeren.
Om twee uur des middags had men te
Rome 45000 ij-zeren ringen uitgereikt ter ver
vanging van de gouden ringen, welke aan
het vaderland waren aangeboden.
Men is vervolgens overgegaan tot de ver
deeling van nogmaals 120.000 bonnen ter
verkrijging van evenveel ijzeren ringen bij
de fascistische wijkgebouwen.
Tracht de Paus een wapenstilstand
te bereiken.
Het gerucht doet te Rome de ronde,
dat de paus met het oog op het Kerst
feest een wapenstilstand in den Ita-
liaansch-Abessynischen oorlog wil
trachten te bereiken, evenals destijds
bij den strijd in den Gran Chaco.
2. Geen orgaan van den Volkenbond is be
voegd, een staat die lid van den Bond is het
afstaan van economische voorrechten voor
een deel van zijn gebied aan een derden staat
op te leggen of aan te bevelen. De Parijsche
voorstellen zijn erop gericht, Abessynië te
dwingen of op gebiedende wijze aan te be
velen.
3. Geen orgaan van den Volkenbond is be
voegd, een staat, die lid van den Bond is, bui
tenlandsche controle op zijn bewind of de be
noeming van adviseurs op te leggen. Slechts
deze staat zelf heeft het recht, den Volken
bond om deze controle te verzoeken.
4. Het volledig afstand doen van een strook
land en van de haven Assab zou een zuivere
schijnprestatie zijn. De situatie van dit ge
bied en van de haven is zoodanig, dat het
slechts van Italië afhangt, door een enkel ge
baar Abessynië zijn-eigendom en het vrije ge
bruik ervan te ontnemen.
De strijd in Qost-Afrika.
Twee
aan
dagen bloedige strijd
het noordelijke front,
Groote verliezen aan beide zijden.
Ruwe Huid OU OAS
Ruwe Handen a
(Adv. Ingez. Med.)
ROME, 18 December. Maarschalk Ba-
doglio seint het volgende, 74ste leger-bericht:
Het gevecht, dat op 15 December is begon
nen tusschen de Mai Timsjet en de Dembegina
is in den loop van den 17en beëindigd. Onze
strijdkrachten hebben een Abessynische co
lonne aangevallen, welke een omtrekkende
beweging had gemaakt naar den bergpas van
de Dembegina. De A-bessyniërs werden na
een hevig bajonetgevecht verspreid.
De vijandelijke verliezen zijn, naar
is komen vast te staan, hooger dan 500
man. Aan Italiaansche zijde zijn ge
sneuveld: 7 officieren, 20 onderoffi
cieren en zwarthemden48 Eritree-
sche gegradueerden en 197 Askari's.
Twee officieren en twee soldaten en
25 Askari's zijn gewond.
De Italiaansche vliegtuigen hebben op doel
treffende wijze de vijandelijke colonne
bombardeerd ten Zuidwesten van Makalle.
De onderwerping van onderleiders van
Eedsjats Kassa Ee-boeat- duur voort. Zij mel
den zich bij de commandatuur van de Dan-
kalicolonne te Azbi.
In Somaliland zijn de voorbereidingen vol
tooid.
Te Boeslei is een koninklijke residentie in
gesteld met juris dictie over de stammen van
Ogaden, welke zich aan ons hebben onder
worpen. De laatste schikkingen worden ge
troffen voor andere streken, waar de opper
hoofden zich eveneens aan ons hebben onder
worpen.
De gezant van Abessynië te Parijs, Wolde
Mariam, heeft naar het A. N. P. mededeelt
den secretaris-generaal van den Volkenbond
den aangekondigde verklaring inzake het
standpunt van Abessynië tegenover den hui-
digen diplomatieken toestand overhandigd, en
daarbij met nadruk erop gewezen, dat deze
verklaring niet als het antwoord van Abessy
nië op de Fransch-Britsche voorstellen moest
worden beschopwd. Dit antwoord zal later
worden overhandigd.
In de Abessynische verklaring wordt scher
pe critiek geoefend op de procedure, die bij
de uitwerking der Fransch-Britsche voorstel
len is gevolgd.
Herinnerd wordt aan het grondbeginsel van
het rapport van de Commissie van Vijf, waar
van de Britsch-Fransche voorstellen „de vol
ledige en flagrante ontkenning" zijn. Tegen
deze voorstellen worden de volgende bezwaren
geopperd
1. Geen orgaan van den Volkenbond Is be
voegd, een staat, die lid van den Bond is ge-
biedsafstand of zelfs maar gebiedsruil op te
leggen of aan te bevelen.
ONZE DACELIJKSCHE KINDERVERTELLINC.
Als Thijs wat van zijn ontsteltenis bekomen is en daar den zee
meerman nog steeds zoo kwaadaardig ziet lachen, zegt hij boos:
„Wat zijn.dat voor rare manieren om een fatsoenlijken beer zoo maar
te ontvoeren? Wat-ben je eigenlijk van plan met me te doen?" De
zeemeerman is van dien toon blijkbaar heelemaal niet gediend, want
hij schreeuwt Thijs woedend toe: „Wat je te doen hebt? Alles, wat ik
je beveel, begrepen?"
„Dat-beteekent dus het plunderen van gezonken schepen, is 't niet?
Daar" denk ik niet aan, dat wil ik je vooruit wel zeggen," antwoordt
Thij s onverschrokken."
„Ik zal je wel weten te dwingen," roept de zeemeerman buiten
Blchzelf van woede.
(Van onzen correspondent)
LONDEN, 15 December.
Voor de tweede maal binnen korten tijd
verliest de Nederlawdsohe kolonie in Londen
een Van haar belangrijke leden. Eerst was
het Dr. van Eyck die ons verliet. En nu zal
professor Pieter Geyl, die hoogleeraar is ge
worden te Utrecht, ons vaarwel gaan zeggen.
Hij heeft van 1913 af in Londen gewoond en
gewerkt, tot 1919 als correspondent van de
Nieuwe Rotterdamsohe Courant en daarna als
professor in Neder land sche geschiedenis en
instellingen aan de universiteit van Londen.
Deze werkkring- eischte zeker in de eerste
vier of vijf jaren een aanzienlijke dosis vol
harding, geduld, optimisme en arbeidslust die
zich door geen teleurstelling liet ondermij
nen. De meer dan gematigde belangstelling,
welke de Britten tegenwoordig toonen voor
leven en geschiedenis van andere landen,
deed zich toen Geyl aan de Lonaensche uni
versiteit begon, nog niet gelden. Zijn leerstoel
was iets nieuws en de traagheid waar-mede
de Britten in het algemeen het nieuwe aan
vaarden deed zich ook in dit geval kennen.
Het feit d'at de geschiedenis van Engeland
en Nederland in haar belangrijkste stadia ten
nauwste verbonden zijn geweest, was wel be
kend, maai- de voor de hand liggende con
clusie werd niet zoo spoedig -getrokken. Eien
zekere overtuigingskracht was noodïg om
zelfs bin-nen de muren van de universiteit de
beteekenis van den leerstoel te doen beseffen.
Het is niets ongewone. Men staat tegenover
die geestesgesteldheid op elk gebied van
pionierswerk. Geyl ontkwam er niet aan. Maar
hij toonde de eigenschappen te bezitten d;ie
succes kunnen waarborgen. En toen hij door
onvermoeid werk onder zijn collega's, er in
geslaagd was de wetenschap van zijn col
leges te doen betrekken in de examens kon
hij het pleit gewonnen achten. De leerstoel
is thans degelijk gevestigd en de colleges
worden door een steeds toenemend aantal
studenten gevolgd.
De openbare voordrachten welke professor
Geyl op gezette tijden heeft gegeven wij
herinneren aan die over Johan de Witt,
den Belgischen opstand van 1830. en Willem
van Oranje mochten zich steeds in groote
belangstelling verheugen. Door publicatie van
deze lezingen in The Contemporar Review
of in History kwamen de resultaten van
Geyl's studie van belangrijke tijdperken onzer
geschiedenis onder de aandacht van een
wijden kring van intellectueelen in Groot-
Brittannië. Op andere wijzen heeft hij in dit
land zuiverder begrip gebracht van geschie
denis en leven van onizen stam. Onder den
titel „The Revolt of the Netherlands" heeft
hij het tweede gedeelte van het eerste deel
van zijn werk „Geschiedenis van de Neder-
landsche Staan" in het Engelseh vertaald. Het
boek is door de vaktijdschriften en door de
dagbladpers met blonderen lof besproken.
History noemde het een onschatbare bijdrage
tot de historische literatuur van de zestiende
eeuw, de English Historical Review beval het
werk warn aan, de Londen Mercury heette
de correcties welke het leverde op Motiey's
le-zingen welkom en de Tinnes getuigde van
de transparante eerlijkheid van het werk.
Kunstenaarsschap en kennis in professor
Geyl hebben gelukkig samengewerkt in zijn
Erugelsche vertaling van he middeneeuwsche
abele spel „Lancelot of Denmark". Het was
een bewerking die naar het oordeel der beste
kenners las en klonk als een middeneeuws-ch
spel, met juist voldoende ouder we tschheid in
stijl en woordkeus. De schoonheid en het ont
roerend vermogen van het oude spel bleven
trouw bewaard in Geyl's bewerking, in rij
mende verzen, die om me-t den Manchester
Guardian van den tijd, elf jaren geleden, te
spreken van fijnen smaak en vaardigheid
getuigde. „Lancelot of Denmark" is ook drie
maal in Engeland opgevoerd, eenmaal in
Cambridge en twee maal in Londen. Het
spel, door het gezelschap van de Playroom
Six en het eerste voorbeeld in de Europeesche
literatuur van een seculier tooneelstuk, bleek
in de opvoering allerminst een curiositeit te
zijn. Het was levend en menschelijken het
trok veel aandacht. De meeste bladen wijd
den aan dit fijne geestesproduct uit het
Middelnederiandsch uitgebreide en bewonde
rende besprekingen.
Tenslotte heeft professor Geyl hier altijd
op de bres gestaan om verkeerde voorstel
lingen over Nederlandsche gebeurtenissen en
Nederland-sch leven recht te zetten. Hij
trad hier op als vertegenwoordiger van het
Nationaal Bureau voor Documentatie in Den
Haag en zijn waakzaamheid als zoodanig was
herhaaldelijk merkbaar in mededeelingen
en lang niet alleen correcties in de Engel-
sche pers. Het aantal misvattingen, dat hij
aldus uit den weg heeft geruimd, en de ophel
deringen die hij aldus over ons aan de Engel
sehen heeft gegeven moeten er toe hebben
bijgedragen meer kennis over en 'n beter be
grip van ons land en- ons volk onder de Britten
te verspreiden. De opvolger van prof. Geyl
de Nederlandsche kolonie ziet zijn vervanging
met niet weinig belangstelling tegemoet
zal zich in de gelukkige positie bevinden de
baan voor hem geruimd te zien. En de pionier
zal met voldoening terug kunnen zien op
zijn Londenschen arbeid.
A. K. VSfrN R.