Het Parijsche vredesplan voor den Volkenbondsraad. HOE THIJS IJS HET ZEEPALEIS VEROVERDE Professor Geyl's werk in Londen. DONDERDAG 19 DECEMBER 1935 BUITENLAND De voorstellen feitelijk reeds van de haan. Engeland zal de voorstellen niet verder aanbevelen als er bezwaren komen. LAVAL. De Volkenbondsraad is gisteravond in open bare zitting bijeengekomen ter behandeling van het Britsch-Fransche voorstel tot bij- bij legging- van liet Italiaansch-Abessyniscbe conflict. Aanwezig waren Laval, Eden, de ministers van buitenlandsche zaken van Polen, Dene marken, Turkije en Portugal. De Sovjet-Unie was vertegenwoordigd door haaT ambassa deur te. Parijs Potemkin, Roemenië door zijn permanenten vertegenwoordiger bij den Vol kenbond. De plaats van Italië aan de Raads tafel was leeg gebleven. Onder de deskundi gen in de zaal van de overige delegaties be vond zich echter ook de Italiaansche -waar nemer. De zitting begon met een gelukwenseh voor dr. Benesj, wegens diens verkiezing tot president der Tsj echo-Slowaaksche republiek De Raadsvoorzitter, de Argentijnsche verte genwoordiger Ruiz Gunazu, prees het werk, dat Benesj voor den Volkenbond had ver richt. De Fransche minister-president Laval verklaarde, dat de verkiezing tot president van een met Frankrijk bevriend land een symbolische beteekënis had. Eden namens de Britsche regeering, De Madariaga namens Spanje en de vertegenwoordigers van Roe menië, TUrkije, Portugal en de Sovjet-Unie sloten zich bij deze gelukwenschen aan. Kort na 6 uur vanavond begon de Raad met de behandeling van het Italiaansch-Abes- synische conflict. De voorzitter deed mededeeling van de bij den Raad ingekomen stukken, nl. de Fransch- Britsche voorstellen'van 8 December, en de thans gepubliceerde uiteenzetting van het Abessynische standpunt. Vervolgens legde de Britsche Volkenbonds minister Eden een verklaring af. Hij verze kerde, dat het altijd de bedoeling der beide regée-ringen geweest was, dat alvorens men den .partijen «enige regelingsvoorwaarden in definitieven vorm zou hebben voorgelegd, deze voorwaarden door den Volkenbond goedgekeurd zouden zijn. Ook al mocht de huidige poging van Engeland en Frankrijk niet slagen, dan blijft toch de poging tot verzoening het voornaamste, ook voor den Volkenbond. De grondslag voor deze ver zoening was juist, ook al bleef de toepassing ervan in dit geval zonder resultaat. De Pa rijsche voorstellen zijn niet gemaakt, om op elk punt ongewijzigd aangenomen te worden. Het was in de eerste plaats van belang welk standpunt de drie partijen ertegenover aan namen, en slechts daarom werden zij dooi de Britsche regeering aanbevolen. Wanneer inderdaad bleek, dat deze voorstellen niet voldoende waren om de instemming van den Volkenbond en der beide partijen te verkrij gen, zou de Britsche regeering ze niet verder aanbevelen of steunen. De huidige verzoe ningspoging moet dan als mislukt beschouwd worden en de Britsche regeering wenscht haar dan niet voort te zetten. Laval verklaarde, eveneens, dat voor elke regeling de goedkeuring van den Volkenbond noodig was. Hij wilde thans niet op het ver leden ingaan, doch zoolang de andere re geeringen hun houding niet hadden bepaald, zou de Raad het misschien juister achten, geen uitspraak te doen. De Raad zou ech ter waarschijnlijk geen gelegenheid voorbij laten gaan om zijn taak te ver-vullen, nl. het vinden van een eervolle, rechtvaardige en in overeenstemming met het Volkenbondspact zijnde oplossing- Na een uitvoerige verklaring van den Abessynischen vertegenwoordiger Wolde Ma- riam, gezant te Parijs, die den Volkenbond verzocht, Abessynië niet in den steek te la ten, constateerde de Raadspresident, dat het standpunt der Italiaansche regeering nog niet bekend was en dat derhalve de Raad de discussie tot een rater tijdstip werrschte te verdagen. Stilzwijgend ging de Raad hiermee accoord en werd de zitting gesloten. De corr. van het A.N.P. te Genève meldt in aansluiting op het bovenstaande: De Raadszitting te Genève heeft tot nog toe weinig opheldering gebracht en de toe stand is nog niet veel duidelijker geworden. Algemeen is men echter van meening, dat na de verklaringen van Laval en Eden het Parijsche vredesvoorstel als van de baan be schouwd kan worden. In Fransche kringen is men van meening, dat de toestand van voor het opduiken van het Fransch-Britsche voorstel weer is hersteld en van Engelsche zijde wordt dat nadrukkelijk bevestigd dooi de mededeeling, dat Vrijdag a.s. de Commissie van Achttien, die verleden week haar besluit inzake de verscherping van de sancties doo; afkondiging van den petroleumboycot van Italië voor onbepaalden tijd heeft uitgesteld, weer bijeenkomt en dat de deskundige voor de petroleum-, steenkool- en ijzersvoorziening van de Board of Tra-de, Sterling, met Eden naar Genève is gekomen. Men zegt niet. dat Engeland thans verscherping der sancties zal voorstellen, doch men geeft te verstaan, dat een dergelijk voorstel bij Engeland niet op verzet zal stuiten. Hoewel heden niet officieel besloten is tot behandeling van net Fransch-Britsche plan door de Commissie van Dertien d.w.z. de Vol kenbondsraad zonder Italië, zal dat in feite toch vandaag in een geheime zitting gebeuren In deze zitting verwacht men ook een open lijke gedachtenwisseling' van die Raadsleden die daartoe in de openbare zitting van heden niet wilden overgaan. De toestand wordt uiterst dubbelzinnig, als men nagaat, dat de Fransche en Britsche initiatiefnemers tot 'het plan hun voorstellen noch hebben aanbevolen, noch teruggetrok ken, terwijl de Abessynische regeering slechts haar antwoord wil geven, nadat de Raad zijn houding heeft vastgesteld. Frankrijk. Herriot bedankt als voorzitter der radicaal-socialistische partij. Herriot is, naar het A.N.P. verneemt, afge treden als voorzitter der radicaal-socialisti sche partij. De regeering Hodza blijft aan. Het A.N.P. meldt uit Praag 18 December: De president der republiek dr. Benesj, heeft den voorzitter van het kabinet, dr. Hodza, een eigenhandig geschreven brief doen toekomen, waarin hij de ontslagaanvrage van het kabi net inwilligt. In een tweede schrijven benoemt dr. Benesj den afgevaardigde dr. Hodza op nieuw tot minister-president en wordt hij tegelijkertijd belast met de leiding van het ministerie van buitenlandsche zaken. Ook de overige leden der afgetreden regeering wor den in hun tot nog toe bekleede functie her benoemd. President Gomez overleden. Juan Vicente Gomez. De president van Venezuela, generaal Juan Vincente Gomez, is overleden. Generaal Gomez werd op 24 Juni 1857 géboren en dus 78 jaren geworden. Generaal Gomez is sedert December 1908 president van Venezuela geweest, nadat hij zich tijdens de afwezigheid van generaal Castro, die een bezoek aan Europa bracht, met de leiding der staatszaken had belast, na te voren vice-president te zijn geweest. In 1910 werd generaal Gomez voor den duur van vier jaren tot constitutioneel president van Venezuela gekozen, Tijdens het bestuur van Gomez zijn d-e diplomatieke betrekkingen met de vreemde mogendheden, welke verbroken waren, her vat. Venezuela ging de verplichting aan, de buitenlandsche schulden te betalen. Overeenkomstig de grondwet liep de ambts termijn van den president op 19 April 1914 af. Het, Congres koos generaal Gomez tot op perbevelhebber van het leger. Op 3 Mei 1915 heeft het Congres, dat volgens de grondwet van 1914 was gekozen, generaal Gomez met algemeene stemmen be noemd tot president der republiek voor de periode eindigende 19 April 1922. De gekozen president aanvaardde het presidentschap evenwel niet. De voorloopige president be hield de leiding der staatszaken, terwijl Generaal Gomez opperbevelhebber van het leger bleef met den titel van „Gekozen presi dent der republiek". In Mei 1922 werd gene raal Gomez met algemeene stemmen her kozen als president van Venezuela. Op 19 Juni 1931 werd Gomez wederom herkozen. Gomez heeft zich tijdens zijn bestuur latei kennen als een vooruitstrevend leider. Hij heeft veel gedaan voor den vooruitgang van zijn land. De landbouw heeft hij krachtig bevorderd, terwijl hij het initiatief heeft ge nomen tot verschillende open-bare werken Vooral heeft hij zich verdienstelijk gemaakt bij zijn leiding een net van verkeerswegen te scheppen Lopez Conpreras voorloopig president. Na den dood van president Vincent Gomez is een kabinetsraad gehouden, waarin als op volger van den overleden president de minis ter van oorlog en marine Eleazar Lopez Con preras tot voorloopig president werd gekozen. Hij blijft deze functie waarnemen totdat het Congres is bijeengekomen voor de definitieve verkiezing van een nieuwen president. (A.NP.) 'n „VELO" TAFELBILJART brengt gezelligheid in huis, is van hoogste kwaliteit, belastingvrij en ongelooflijk goedkoopl Verkrijgbaar la onze 100 filialen in Nederland ga w Contante betaling geen ^eretschtel (Adv. Ingez. Med.) Italië, Het koningspaar offert zijn trouwringen. Uit Rome, 18 Dee.: Reeds vroeg hedenochtend had zich op het piazza Venezia te Rome een groote menigte verzameld. Kurassiers in groot tenue dragen een krans met linten in de kleuren van het Huis van Savoye. Voor een altaar, waar wierook brandt, staan drie drievoeten met bronzen urnen. Op een podium bevindt zich een koor, dat volksliederen zingt. Bij het graf van den Onbekenden Soldaat staan 20 jonge meisjes, gekleed in donker blauw kleed met schalen, waarop de ringen van staal liggen, welke worden gegeven voor de geofferde gou den ringen. Vóór het platform wachten de secretaris van de fascistische partij, hooge autoriteiten en hofdignitarissen. Te kwart voor negen komt de Koningin, zij bestijgt de trap en werpt haar trouwring en dien des konings in een der drie urnen. Ver volgens richt zij zich tot de moeders en we duwen van de gesneuvelden in den wereld oorlog met de volgende woorden: „Wij bestijgen het heiligdom van de over winning tezamen met de trotsche moeders en weduwen van ons geliefd Italië om op het al taar van den Onbekenden Held onze trouw ringen te leggen, het symbool van onze eerste vreugde en hoogste opoffering, als een zuiver offer van het vaderland. „Wij buigen ons ter aarde om ons in den geest te vereenigen met onze glorierijke geval lenen en smeeken tezamen met hen van God de overwinning af. „U, kinderen van Italië, die de heilige rech ten verdedigt en nieuwen roem vergaart voor het vaderland, wenschen wij de overwinning van de Romeinsche beschaving in Afrika, wel ke door allen wordt verlangd". Wij groeten de glorierijke vanen, de offi cieren en soldaten van de land- en lucht macht,, de Zwarthemden, de werklieden en de trouwe Ascari's. „Zalig Kerstfeest". Nadat de geweldige menigte op het Piazza Venezia de rede van de Koningin, welke door middel van de radio werd uitgezonden, had aangehoord, ontving de Koningin de stalen ringen, welke de gouden trouwringen van het Koninklijk echtpaar zullen vervangen. In de nieuwe ringen staat gegraveerd „Goud voor het vaderland 18 December 1935 XIV". Na deze plechtigheid verliet de Koningin het Piazza Venezia, luide toegejuicht door een half millioen mensehen, die op het plein bijeen gekomen waren. Na het vertrek der Koningin trokken hon derdduizenden vrouwen langs het monument om hun trouwringen te offeren. Mussolini wijdt de derde gemeente in het Pontijnsche gebied in. Woensdagmorgen heeft Mussolini zich naar Potinia begeven, de derde gemeente in de droogmakerij van de Pontijnsche moerassen. Littoria was de eerste in het Noorden van het gebied. Daarop volgde Sabaudia. in het Zuid westen bij de zee en het meer van Paola. Thans komt als derde in de rij P-ontinia. Het volgend jaar zal wederom een gemeen te worden ingewijd en het jaar daarop de vijfde. Mussolini heeft bij de inwijding der nieuwe gemeente o.a. gezegd: „In vier jaar tijd hebben we ongeveer 30 millioen vierkante meter terrein vruchtbaar gemaakt. Deze grond is eigendom van Italië en zal worden ontgonnen. Ik wil hiermede zeggen, dat wij de bloem van de natie niet naar afgelegen barbaar- sche landen zullen zenden, zoolang deze ge bieden niet worden beschermd door de Ita liaansche vlag. Verder wil ik zeggen dat het Italiaansche volk een volk is. dat dagelijks den bodem be arbeidt. Dit volk is in staat zeer lang weer stand te bieden aan een blokkade,, vooral als het overtuigd is, dat het recht aan zijn zijde is en het onrecht aan de andere zijde. Een oorlog voor beschaving. De oorlog welken wij zijn begonnen is een oorlog voor beschaving en een oorlog van het volk. Het volk begrijpt ook, dat deze oorlog de zijne is Voor ons staat het front van conservatis me, egoïsme en schijnheiligheid. Tegen dit ■front richten wij onzen krijg en zullen dezen tot het einde voortzetten; zeker van de diep gevoelde* en eensgezinde toestemming van het Italiaansche volk, zal de regeering haar rechten weg vervolgen. Zij kan en wil niet anders". Mussolini's ring geofferd. Donna Raehele Mussolini, de vrouw van den Duce vervoegde zich om half een op het „altaar des vaderlands" om de trouw ringen van haar en haar man te offeren. Om twee uur des middags had men te Rome 45000 ij-zeren ringen uitgereikt ter ver vanging van de gouden ringen, welke aan het vaderland waren aangeboden. Men is vervolgens overgegaan tot de ver deeling van nogmaals 120.000 bonnen ter verkrijging van evenveel ijzeren ringen bij de fascistische wijkgebouwen. Tracht de Paus een wapenstilstand te bereiken. Het gerucht doet te Rome de ronde, dat de paus met het oog op het Kerst feest een wapenstilstand in den Ita- liaansch-Abessynischen oorlog wil trachten te bereiken, evenals destijds bij den strijd in den Gran Chaco. 2. Geen orgaan van den Volkenbond is be voegd, een staat die lid van den Bond is het afstaan van economische voorrechten voor een deel van zijn gebied aan een derden staat op te leggen of aan te bevelen. De Parijsche voorstellen zijn erop gericht, Abessynië te dwingen of op gebiedende wijze aan te be velen. 3. Geen orgaan van den Volkenbond is be voegd, een staat, die lid van den Bond is, bui tenlandsche controle op zijn bewind of de be noeming van adviseurs op te leggen. Slechts deze staat zelf heeft het recht, den Volken bond om deze controle te verzoeken. 4. Het volledig afstand doen van een strook land en van de haven Assab zou een zuivere schijnprestatie zijn. De situatie van dit ge bied en van de haven is zoodanig, dat het slechts van Italië afhangt, door een enkel ge baar Abessynië zijn-eigendom en het vrije ge bruik ervan te ontnemen. De strijd in Qost-Afrika. Twee aan dagen bloedige strijd het noordelijke front, Groote verliezen aan beide zijden. Ruwe Huid OU OAS Ruwe Handen a (Adv. Ingez. Med.) ROME, 18 December. Maarschalk Ba- doglio seint het volgende, 74ste leger-bericht: Het gevecht, dat op 15 December is begon nen tusschen de Mai Timsjet en de Dembegina is in den loop van den 17en beëindigd. Onze strijdkrachten hebben een Abessynische co lonne aangevallen, welke een omtrekkende beweging had gemaakt naar den bergpas van de Dembegina. De A-bessyniërs werden na een hevig bajonetgevecht verspreid. De vijandelijke verliezen zijn, naar is komen vast te staan, hooger dan 500 man. Aan Italiaansche zijde zijn ge sneuveld: 7 officieren, 20 onderoffi cieren en zwarthemden48 Eritree- sche gegradueerden en 197 Askari's. Twee officieren en twee soldaten en 25 Askari's zijn gewond. De Italiaansche vliegtuigen hebben op doel treffende wijze de vijandelijke colonne bombardeerd ten Zuidwesten van Makalle. De onderwerping van onderleiders van Eedsjats Kassa Ee-boeat- duur voort. Zij mel den zich bij de commandatuur van de Dan- kalicolonne te Azbi. In Somaliland zijn de voorbereidingen vol tooid. Te Boeslei is een koninklijke residentie in gesteld met juris dictie over de stammen van Ogaden, welke zich aan ons hebben onder worpen. De laatste schikkingen worden ge troffen voor andere streken, waar de opper hoofden zich eveneens aan ons hebben onder worpen. De gezant van Abessynië te Parijs, Wolde Mariam, heeft naar het A. N. P. mededeelt den secretaris-generaal van den Volkenbond den aangekondigde verklaring inzake het standpunt van Abessynië tegenover den hui- digen diplomatieken toestand overhandigd, en daarbij met nadruk erop gewezen, dat deze verklaring niet als het antwoord van Abessy nië op de Fransch-Britsche voorstellen moest worden beschopwd. Dit antwoord zal later worden overhandigd. In de Abessynische verklaring wordt scher pe critiek geoefend op de procedure, die bij de uitwerking der Fransch-Britsche voorstel len is gevolgd. Herinnerd wordt aan het grondbeginsel van het rapport van de Commissie van Vijf, waar van de Britsch-Fransche voorstellen „de vol ledige en flagrante ontkenning" zijn. Tegen deze voorstellen worden de volgende bezwaren geopperd 1. Geen orgaan van den Volkenbond Is be voegd, een staat, die lid van den Bond is ge- biedsafstand of zelfs maar gebiedsruil op te leggen of aan te bevelen. ONZE DACELIJKSCHE KINDERVERTELLINC. Als Thijs wat van zijn ontsteltenis bekomen is en daar den zee meerman nog steeds zoo kwaadaardig ziet lachen, zegt hij boos: „Wat zijn.dat voor rare manieren om een fatsoenlijken beer zoo maar te ontvoeren? Wat-ben je eigenlijk van plan met me te doen?" De zeemeerman is van dien toon blijkbaar heelemaal niet gediend, want hij schreeuwt Thijs woedend toe: „Wat je te doen hebt? Alles, wat ik je beveel, begrepen?" „Dat-beteekent dus het plunderen van gezonken schepen, is 't niet? Daar" denk ik niet aan, dat wil ik je vooruit wel zeggen," antwoordt Thij s onverschrokken." „Ik zal je wel weten te dwingen," roept de zeemeerman buiten Blchzelf van woede. (Van onzen correspondent) LONDEN, 15 December. Voor de tweede maal binnen korten tijd verliest de Nederlawdsohe kolonie in Londen een Van haar belangrijke leden. Eerst was het Dr. van Eyck die ons verliet. En nu zal professor Pieter Geyl, die hoogleeraar is ge worden te Utrecht, ons vaarwel gaan zeggen. Hij heeft van 1913 af in Londen gewoond en gewerkt, tot 1919 als correspondent van de Nieuwe Rotterdamsohe Courant en daarna als professor in Neder land sche geschiedenis en instellingen aan de universiteit van Londen. Deze werkkring- eischte zeker in de eerste vier of vijf jaren een aanzienlijke dosis vol harding, geduld, optimisme en arbeidslust die zich door geen teleurstelling liet ondermij nen. De meer dan gematigde belangstelling, welke de Britten tegenwoordig toonen voor leven en geschiedenis van andere landen, deed zich toen Geyl aan de Lonaensche uni versiteit begon, nog niet gelden. Zijn leerstoel was iets nieuws en de traagheid waar-mede de Britten in het algemeen het nieuwe aan vaarden deed zich ook in dit geval kennen. Het feit d'at de geschiedenis van Engeland en Nederland in haar belangrijkste stadia ten nauwste verbonden zijn geweest, was wel be kend, maai- de voor de hand liggende con clusie werd niet zoo spoedig -getrokken. Eien zekere overtuigingskracht was noodïg om zelfs bin-nen de muren van de universiteit de beteekenis van den leerstoel te doen beseffen. Het is niets ongewone. Men staat tegenover die geestesgesteldheid op elk gebied van pionierswerk. Geyl ontkwam er niet aan. Maar hij toonde de eigenschappen te bezitten d;ie succes kunnen waarborgen. En toen hij door onvermoeid werk onder zijn collega's, er in geslaagd was de wetenschap van zijn col leges te doen betrekken in de examens kon hij het pleit gewonnen achten. De leerstoel is thans degelijk gevestigd en de colleges worden door een steeds toenemend aantal studenten gevolgd. De openbare voordrachten welke professor Geyl op gezette tijden heeft gegeven wij herinneren aan die over Johan de Witt, den Belgischen opstand van 1830. en Willem van Oranje mochten zich steeds in groote belangstelling verheugen. Door publicatie van deze lezingen in The Contemporar Review of in History kwamen de resultaten van Geyl's studie van belangrijke tijdperken onzer geschiedenis onder de aandacht van een wijden kring van intellectueelen in Groot- Brittannië. Op andere wijzen heeft hij in dit land zuiverder begrip gebracht van geschie denis en leven van onizen stam. Onder den titel „The Revolt of the Netherlands" heeft hij het tweede gedeelte van het eerste deel van zijn werk „Geschiedenis van de Neder- landsche Staan" in het Engelseh vertaald. Het boek is door de vaktijdschriften en door de dagbladpers met blonderen lof besproken. History noemde het een onschatbare bijdrage tot de historische literatuur van de zestiende eeuw, de English Historical Review beval het werk warn aan, de Londen Mercury heette de correcties welke het leverde op Motiey's le-zingen welkom en de Tinnes getuigde van de transparante eerlijkheid van het werk. Kunstenaarsschap en kennis in professor Geyl hebben gelukkig samengewerkt in zijn Erugelsche vertaling van he middeneeuwsche abele spel „Lancelot of Denmark". Het was een bewerking die naar het oordeel der beste kenners las en klonk als een middeneeuws-ch spel, met juist voldoende ouder we tschheid in stijl en woordkeus. De schoonheid en het ont roerend vermogen van het oude spel bleven trouw bewaard in Geyl's bewerking, in rij mende verzen, die om me-t den Manchester Guardian van den tijd, elf jaren geleden, te spreken van fijnen smaak en vaardigheid getuigde. „Lancelot of Denmark" is ook drie maal in Engeland opgevoerd, eenmaal in Cambridge en twee maal in Londen. Het spel, door het gezelschap van de Playroom Six en het eerste voorbeeld in de Europeesche literatuur van een seculier tooneelstuk, bleek in de opvoering allerminst een curiositeit te zijn. Het was levend en menschelijken het trok veel aandacht. De meeste bladen wijd den aan dit fijne geestesproduct uit het Middelnederiandsch uitgebreide en bewonde rende besprekingen. Tenslotte heeft professor Geyl hier altijd op de bres gestaan om verkeerde voorstel lingen over Nederlandsche gebeurtenissen en Nederland-sch leven recht te zetten. Hij trad hier op als vertegenwoordiger van het Nationaal Bureau voor Documentatie in Den Haag en zijn waakzaamheid als zoodanig was herhaaldelijk merkbaar in mededeelingen en lang niet alleen correcties in de Engel- sche pers. Het aantal misvattingen, dat hij aldus uit den weg heeft geruimd, en de ophel deringen die hij aldus over ons aan de Engel sehen heeft gegeven moeten er toe hebben bijgedragen meer kennis over en 'n beter be grip van ons land en- ons volk onder de Britten te verspreiden. De opvolger van prof. Geyl de Nederlandsche kolonie ziet zijn vervanging met niet weinig belangstelling tegemoet zal zich in de gelukkige positie bevinden de baan voor hem geruimd te zien. En de pionier zal met voldoening terug kunnen zien op zijn Londenschen arbeid. A. K. VSfrN R.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1935 | | pagina 3