Poets met wat goeds. Poets met Ivorol-tandpasta - Parelschoonheid voor Uw tanden. Ernstige gevechten op komst? Examinatoren doen examen. HOE THIJS IJS HET ZEEPALEIS VEROVERDE ZATERDAG 21 DECEMBER 1935 De oorlog in Abessynië. Inval van Ras Desta in Somaliland verwacht. De slag aan de Takazze. Uit de berichten, die gisteren te Asmara zijn ontvangen, blijkt, dat de Italiaanse he en Abessynische legers weer contact met elkaar hebben gekregen, zoowel in het noor den als in het Zuiden Men beschouwt dit als het voorspel tot belangrijke krijgsbedrijven. De correspondent van Reuter-AN. P. te Mogadiscio meldt, dat men een slag verwacht ten noorden van Dolo bij de gr»ens van Ke nya, waar zich het leger van Ras Desta be vindt. Dit leger is 20.000 man sterk en dreigt reeds sedert weken een inval te doen in Italiaansch Somaliland, met het doel, de Ita- liaansche stellingen te Ogaden te verzwak ken. Herhaaldelijk hebben schermutselingen plaats tusschen Italiaansche patrouilles en kleine Abessynische afdeelingen, terwijl da gelijks Abessynische formaties door de lucht macht worden gebombardeerd. In het noorden heerscht er bedrijvigheid langs de geheele linie ten zuidwesten van Aksoem. in Tembien en ten zuiden van Ma- kalle. Afzonderlijke groepen Abessyniërs dringen tusschen de Italiaansche linies en hebben volgens een bericht uit Abessynische bron ook Makalle bereikt. Men heeft hier klaarblijkelijk slechts met een gering aantal Abessyniërs te doen, maar in ieder geval zal het „zuiveringswerk" der Italianen er lan ger door duren en zoo zullen de Abessyniërs hun doel, het ophouden van den Italiaan- schen opmarsch, bereiken. Ten zuiden van Addi Abbi heeft een klein gevecht plaats ge had. waaruit blijkt, dat de Italianen hun vijanden nog niet uit Tembien hebben kun nen verjagen. De correspondent van Reuter-A. N. P. te Asmara bericht, dat de eersten der gewonde Askari's, die de gevechten aan de Takazze hebben meegemaakt, in de hospitalen zijn aangekomen. Velen hunner hebben ver schrikkelijke wonden, die door sabelhou wen zijn veroorzaakt. Uit hun verhalen over een slag valt op te maken, dat er verwoede gevechten van man tegen man hebben plaats gehad, waarbij kwartier werd ge vraagd noch gegeven. Gemeld wordt, dat de Abessynische afdee lingen infanterie en cavalerie, die zich nog ten noorden van de rivier bevinden, voort durend door de Italiaansche luchtmacht worden gebombardeerd Zij zouden groote verliezen lijden. De doorwaadbare plaatsen in de Takazze worden door de Italia/nen be waakt, zoodat men hier van meening is, dat slechts een zeer gering deel der Abessyniërs er in zal slagen, zich ten zuiden van de ri vier in veiligheid te stellen. Legerbericht van Badoglio. ROME, 20 December. Het 76ste legerbe richt van maarschalk Badoglio luidt als volgt: „Onze afdeelingen hebben gisteren na een hevig gevecht een groep gewapende Abes syniërs verspreid ten zuiden van Abbi Addi. Aan Italiaansche zijde zijn een onderoffi cier en een Askari gedood. 15 zwarthemden zijn gewond. De vijandelijke verliezen zijn aanzienlijk. De luchtvaartafdeeling heeft opnieuw afdeelingen gewapende Abessyniërs gebombardeerd in de buurt, van de Maitint- sjet. De stamhoofden van Ogaden hebben te Gorahei een bijeenkomst gehouden, waarin zij opnieuw hun volledige onderwer ping aan Italië herhaalden. Gewapende afdeelingen uit Ogaden af komstig zijn opgenomen in de formaties van onze Dubatten." DeitscMamcL Bisschop van Breslau uit zijn functie gezet. De bisschop van Breslau, Zanker, is naar Reuter verneemt op bevel van den minister voor Kerkelijke Aangele genheden, Kerrl, afgezet, evenals de predikant van de Kaiser Wilhelm Ge- dachtnis Kirche te Berlijn, Jacobi. Naar men zich zal herinneren was tegen den bisschop een disciplinair onderzoek inge steld, omdat hij ondanks de verordening van den minister doorging met het examineeren van theologische candidaten. Oostenrijk. Oud politiecommissaris tot 7 jaar kerkerstraf veroordeeld De voormalige Weensche politie-commissa- ris Steinhausl is, naar het A. N. P. meldt, wegens medeplichtigheid aan de nationaal- socialistische omwentelingspoging van 25 Juli 1934, veroordeeld tot 7 jaar zware kerkerstraf, met aftrek van 1J/2 jaar preventieve hechte nis. Engeland. Lagerhuis tot 4 Februari op reces. Het Lagerhuis is gisteren op reces gegaan tot 4 Februari 1936. De „speaker" heeft, zooals dat gebruikelijk is, de bevoegdheid de leden voor dien datum bijeen te roepen, indien het openbaar belang zulks wenschelijk zou doen zijn. Londen informeert naar eventueelen steun in de Middellandsche Zee. Naar te Londen vernomen wordt heeft Groot-Brittannië bij de Middel landsche Zee-mogendheden stappen ondernomen om te vragen, of zij mili taire en vlootvoorzorgsmaatregelen hebben genomen met het oog op moei lijkheden die uit de toepassing van de sancties zouden kunnen voortvloeien, eveneens of zij bereid zouden zijn om, ingeval van een aanval op de Britsche vloot, den bij paragraaf 3 van artikel 16 voorzienen wederzijdschen steun te verleenen. Ten aanzien van de démarche van Groot- Brittannië bij de Middellandsche-Zee mogend heden meldt Reuter nog, dat men het wen schelijk acht, dat deze zaak te Genève ter sprake komt vóór de behandeling van de ver sterking van de sancties, doch men weet nog niet, of Engeland daartoe het initiatief zal nemen. In verband hiermede herinnert men aan de rede, welke Sir Samuel Hoare Donder dag heeft gehouden, waarin hij de aandacht van het Lagerhuis vestigde op het dringende en belangrijke van de kwestie van onvoor- waardelijken wederkeerigen bijstand. Wilkins op zoek naar Ellsworth. Expeditie vertrekt heden naar het Zuidpoolgebied. Sir Hubert Wilkins en de vlieger Linburner zullen vandaag blijkens een telegram uit Buenos Aires, vergezeld door den mecanicien Kienkejr uit Porto Gallegos, een der Zuide lijkste havens aan de Oostkust van Patagonië, naar het Zuidpoolgebied vertrekken om te trachten, den verdwenen Pool-onderzoeker Ellsworth en zijn metgezel op te sporen. Gis teren heeft de reddingsexpeditie de laatste hand gelegd aan haar uitrusting en o.a. het vliegtuig voorzien van ski's, waardoor het op ijs- en sneeuwvelden zal kunnen landen. OUD-GEZANT VON FLOTOW OVERLEDEN. BERLIJN, 20 December. Gisteren is hier in den leeftijd van 73 jaar overleden de heer Von Flotow, die vroeger gezant van Duitsch- iand te Den Haag is geweest. De overledene is ook diplomatiek vertegen woordiger geweest te Washington, bij den Heiligen Stoel, te Parijs, te Brussel en te Rome. (A.N.P.) Scherpe Italiaansche aanvallen op Baldwin. Na hun overlijden worden de Parijsche voorstellen geëerd (Van een specialen correspondent). ROME, Vrijdag. Nu het debat in het Engelsche Lagerhuis over de bemiddelingsvoorstellen achter den rug is. ziet Italië met spanning uit naar de bijeenkomst van den Grooten Fascistischen Raad van hedenavond. Een regeeringsverte- genwoordiger deelde mede, dat de Fascisti sche Raad de bemiddelingsvoorstellen aan een verdere bespreking zal onderwerpen, daar geen officieele mededeeling uit Londen of Parijs is ontvangen omtrent een intrekken der Parijsche voorstellen, zoodat de Duce nog steeds bezig is, het aanbod te overwegen. Men vraagt wel ironisch, of de voorstellen niet in het vergeetboek zullen zijn geraakt tegen den tijd. dat de dictator zijn beslissing openbaar maakt! In welingelichte kringen gelooft men, dat de raad geen beslissingen zal nemen, maar dat de Duce zal vaststellen, dat het met het oog op den internationalen toestand geen zin heeft om nog te trachten tot een beslis sende formuleering te komen en dat hij dan ook zal voorstellen de zitting te verdagen. Wel is het merkwaardig, dat het bemidde lingsvoorstel betreurd wordt, nu het overle den is, en sinds minister Baldwin verklaard heeft, dat hij niet van plan is het nieuw le ven in te blazen, woi-dt het hier gekenmerkt als een „goed plan", hoewel de regeerings- bladen het in het begin van de week een zeer slechte pers gaven. In officieele kringen wordt geen commen taar geleverd op de debatten, die gister avond in het Lagerhuis hebben plaats ge had. Over het algemeen heerscht in de pers een stilte, waarvan men zou kunnen zeggen, dat zij aan den storm voorafgaat. Overigens zijn de berichten uit Londen het er grooten- deeis over eens. dat Sir Samuel Hoare als overwinnaar uit de debatten te voorschijn is gekomen. Scherpe critiek wordt geleverd op minister-president Baldwin. Gayda. die als de spreekbuis van Musso lini wordt beschouwd, schrijft in de „Gior- nale d'Italia": „Een nieuwe merkwaardige episode is toegevoegd aan de geschiedenis van Europa, een episode, die niet gemakke lijk is te rangschikken onder de verschillen de duidelijk sprekende gebeurtenissen op in ternationaal gebied". Het feit. dat Baldwin de voorstellen van Parijs heeft gedesavoueerd, wordt „meêdoo- genloos" genoemd en de „Tribuna" schrijft, dat Baldwin een droevig figuur heeft gesla gen. „Hij verwierp de Parijsche voorstellen zonder eenig berouw en vroeg vergiffenis voor een vergissing, waarvan hij zich een paar uur tevoren nog niet bewust was. Men vraagt zich af, welken weg de Britsche bui- tenlandsche politiek thans zal gaan volgen" De pers maakt van de gelegenheid gebruik om te wijzen op de voordeelen van het fas cistische regime. „Scènes zooals ze zich in het Lagerhuis hebben afgespeeld ontbreken gelukkig in ons parlement", zegt een der bladen hooghartig. Intusschen hoort men hier ook wel eens de meening verkondigen, dat, wanneer Mus solini vlotweg verklaard had. dat hij de voorstellen als basis voor onderhandelingen accepteerde, de situatie zich niet zoo zou hebben toegespitst als thans het geval is. Laval wordt opnieuw genoemd als bemid delaar in den ontstanen toestand en het feit, dat de Fransche premier niet is afgetreden en blijkbaar ook niet van nlan is dat te doen. heeft nieuwe hoop in Italr gewekt. Auteursrecht News Chronicle-A.N.P.) Een merkwaardige proef in Engeland. (Van onzen correspondent). LONDEN, December. Er heerscht ontsteltenis en verlegenheid, respectievelijk in de zakenwereld en in de onderwijswereld over de uitkomsten van non examen van examinatoren, dat dezer d n in Engeland heeft plaats gehad. Het exau.m werd gehouden door de Engelsche af deeling van een internationale commissie van on derzoek naar de waarde van examens en heeft uitgemaakt, dat ze in het algemeen hun doel niet dienen. Examinatoren hebben hier examinatoren examen laten doen en de examinatoren zijn gezakt als baksteenen. De vraag moet echter terstond worden gesteld of aan de uitkomsten van dit examen waar de mag worden gehecht, indien het tevens heeft uitgemaakt, dat examens als waarde loos kunnen worden beschouwd. De heeren gingen oa. als volgt te werk: Zij beschikten over het examenwerk van 15 candidaten voor het „schoolcertificaat" (dat komt overeen met ons eindexamen middelbaar onderwijs). Het werk werd naar verschillende groepen examinatoren gezonden ter beoordeeling. De zelfde examinatoren kregen het na een lange tusschenpoos opnieuw te beoordeelen, Het re sultaat was, dat een examinator in vele ge vallen. in drie van elke vier gevallen, cijfers voor het werk gaf die hemelsbreed verschil len van de cijfers, welke hij er bij de eerste gelegenheid aan had gegeven. Dit gold zoo wel voor de algemeene qualificatie voor het werk in zijn geheel („verdienstelijk" .„vol doende", onvoldoende" e.d.) als voor de cij fers der afzonderlijke vakken of de toewij zing van punten. Toen het oordeel van een examinator over hetzelfde werk, op twee redelijk van elkaar verwijderde tijdstippen, zulke afwijkingen kon toonen, begon men te vreezen dat de afwijkingen in het oordeel van verschillende examinatoren wellicht nog grooter zouden zijn. Bij onderzoek bleek dat inderdaad 't geval te zijn. Waar de eene exa minator voor het Engejsch proefwerk b.v. 58 punten gaf daar meende de andere dat het met 19 punten voldoende was beloond. Het verschil in waardeering is in dit geval zoo groot dat de examinandus, die het ongeluk had voor zijn Engelscli door den schrielen examinator te worden beoordeeld zijn certifi caat niet kreeg. Twee examinatoren, die hetzelfde reken kundig examenwerk beoordeelden, hadden 34 punten verschil bij een maximum toewijzing van 200. Twee examen-raden namen aan 16 candidaten hetzelfde examen af. De eene raad plaatste een zekeren candidaat no. 1. De andere raad plaatste hem no. 13. De can didaat, die voor dezen raad no. 1 was ge weest werd no. 11 bij de andere heeren. Eenige „headmasters" van de middelbare scholen hebben erkend, dat examens wel licht niet de beste middelen zijn om de ver standelijke vermogens van de jeugd te pei len--maar dat ze'-nochtans noodzakelijk zijn, zoo lang men niets beters heeft gevonden om er voor in de plaats te stellen. Zij ver klaren ook dat zij persoonlijk zelden verrast zijn over de uitkomsten van de examens van hun leerlingen, hetgeen bewijst, dat examens niet zulk een slechte toets zijn als het on derzoek zou doen vermoeden. Op het misbaar van de zakenwereld antwoorden zij, dat de leiders in deze wereld weinig begrip hebben van de zaak hetgeen blijkt uit het feit. dat zij van candidaten voor betrekkingen in hun ondernemingen (winkels, fabrieken, han delskantoren enz.) eischen dat zij „matricu lation" hebben behaald. „Matriculation" is het toelatingsexamen tot de universiteit. Leerlingen van middelbare scholen kunnen „matriculation" krijgen tegelijk met het eindexamen (certificaat) van hun school. Dat gebeurt, wanneer zij bij het afleggen van dit examen tevens den „matriculation"- standaard bereiken. De hoofden der middel bare scholen leggen er echter nadruk op, dat uiteraard geen candidaten voor posten in den handel voor die posten geschikter zijn. wanneer zij een examen als „matriculation" hebben afgelegd, dat bedoeld is en ontwor pen is om hen in staat te stellen het hooger onderwijs aan de universiteiten te volgen. De meeste hoofden van middelbare scholen mee- nen, dat de handel het best gediend is. hn dien hij uitsluitend te rade gaat met de wijze, waarop een candidaat voor een han delspost gedurende zijn verblijf op de school heeft gewerkt. Zij vinden in het algemeen, dat men er een scholier beter naar kan be oordeelen dan naar de wijze waarop hij een examen heeft afgelegd. A. K. VAN R. Van twee Hongaarsche schoonheidskoninginnen. En twee huwelijken. Onze Weensche correspondent schrijft uit Boedapest: De Hongaren, die een natie zijn van „Ka- valiers", zooals men dat in Duitsch-sprekende landen noemt, hebben altijd een bijzonder zwak voor vrouwelijk schoon gehad en hebben dit nóg, en het behoeft daarom niemand te verwonderen, dat zij de Hongaarsche schoon heidskoninginnen met bijzondere égards be handelen en dat zij deze jongedames, die de trots van het geheele Magyaarsche volk zijn, nooit uit het oog verliezen. Het is dus ieder- ebn opgevallen en ieder rechtgeaard Magyaar heeft er notitie van genomen, dat Ica Lam pei, een van die allerschoonste Hongaarsche bloemen, dezer dagen in het huwelijk is ge treden. Ica Lampei was maar amper zeventien jaar, toen zij tot Hongarijes schoonheidskoningin werd uitgeroepen. Zij was een van de elegant ste verschijningen van de society te Boedapest. Haar vader was een bekend dokter. Na haar enorme succes op de Hongaarsche schoon- heidsmarkt was zij haast overal, waar de wereld, waarin men zich niet verveelt den tijd doodslaat, te zien. Zij woonde met haar moeder premières van tooneelstukken in schouwburgen bij, waarbij de geheele Boedapester haute volée ver schenen was, men zag haar op de renbaan en zij dook, ook alweer met mama, eveneens aan de Riviera op. Het mooie jongemeisje meende opeens ontdekt te hebben, dat zij aanleg voor het tooneel had. Zij vonden anderen waren het met haar eensdat zij een aar dig stemmetje had en zij begon zanglessen te nemen. Zij trad zelfs in het openbaar op, maar zij moest weldra zelf inzien, dat het succes, dat zij behaalde, meer een mondain dan een artistiek karakter had. Zij paste toch beter in de zaal, waarin zij uitsluitend decoratief was, dan op de planken. Ica's ouders, verstandige menschen, waren blij, dat him dochter zelf zoo vernuftig was. Ica zei dus de wereld van den schijn achter het voet licht adieu en bleef eenvoudig een schoon heidskoningin in een loge of op een fauteuil d'orchestre. Een paar dagen geleden nu is onze brave jongedame gehuwd. Haar echtgenoot is dr. Michael Molnar, die secretaris is van een ver- eeniging van fabriekseigenaren. Hij is in den wereldoorlog geweest en verschillende eere- teekenen sieren zijn borst. Hij is buitendien een begaafd musicus, in zijn jeugd was hij een „wonderkind" en heeft hij ettelijke concerten gegeven. Hij componeerde ook en doet dit nog steeds. Nog voor de oorlog uitbrak had hij een heele symphonie geschreven. Nu bestaat zijn grootste geluk hierin, dat hij zijn mooie jonge echtgenoote des avonds zijn eigen com posities mag voorspelen. Julia Gal is een andere Hongaarsche schoonheidskoningin. Als „Miss Hungaria" nam zij deel aan een wedstrijd, waarin het allermooiste meisje van ons heele wereld deel, Miss Europe, gekozen zou worden Toen zij tot schoonheidskoningin van Hon garije geproclameerd was, verscheen haar portret in tal van couranten. Een in Chili wo nende Hongaarsche koopman, die engros in boter en kaas handelde, Klein geheeten, zag het aardig conterfeitsel van zijn bekoorlijke landgenoote en raakte tot over de ooren ver liefd op haar. Hij schreef haar gloeiende liefdesbrieven en het duurde niet lang, of hij kwam in eigen persoon opdagen om optima forma haar hand te vragen. De lieden in Boedapest wisten elkaar te vertellen, dat hij schat- en schatrijk was, dat hij een van de bekendste millionnairs van Zuid-Amerika was en dat hij een schitterende „partij" voor het van huis uit arme meisje zou zijn. Weldra werd de verloving van het tweetal publiek. Doch opeens kwam een onaangename bood schap uit Kronstadt het geluk bederven. Klein was er opeens vandoor gegaan en het heette, dat hij een bank in Kronstadt opgelicht en te- gronde gericht had. De bank verlangde zelfs zijn uitlevering, maar Klein had de plaat ge poetst. De schoone Julia bleef vertrouwen in hem stellen, niettegenstaande zij op aandrin gen van haar verontwaardigde ouders haar engagement officieel moest verbreken. Klein was inmiddels naar Santiago gereisd. Dezen zomer schreef hij de uitverkorene zijns harten, dat hij zijn schuld aan de bank betaald had en dat niets hun geluk meer in den weg be hoefde te staan. Hij sloot een passagiersbiljet in den brief bij en niettegenstaande haar ouders en haar ooms en tantes haar waar schuwden, reisde de schoone Julia naar haar Romeo in Zuid-Amerika. In September werd haar huwelijk gesloten maar het geluk is niet van langen duur geweest, want dezer dagen ontving men in de Hongaarsche hoofd stad het bericht, dat een rechtbank te San tiago het tweetal van tafel en bed gescheiden heeft. Men verwacht nu, dat Julia binnenkort van haar dooltocht terug zal keeren. W. M. BEKAAR. AANSLAG OP EEN MONUMENT TE GENèVE. In den nacht op Vrijdag is te Genève <3p het monument ter herdenking van de diensten van de Zwitsersche grenswacht tijdens dén oorlog een dynamiet-aanslag gepleegd, meldt het A.N.P. Het monument, dat niet ver van het Volkenbondsgebouw aan het einde van de Quai Wilson nabij den oever van het Meer is gelegen, werd beschadigd, evenals de erach ter liggende muur van het park „Mon Repos". De dader is vermoedelijk een jeugdig anarchist en de aanslag is bedoeld als een „waarschu wing" tegen de veroordeeling van een dienst weigeraar tot een jaar gevangenisstraf, zooals blijkt uit een brief, die men nabij het monu ment heeft gevonden. Hoofdpijn, Kiespijn. deze pijnen te verdrijven is een Mijnhardt's Poeder. Per st. 8 ct.; doos 45 ct. Bij Uw Drog. (Adv. Ingez. Med.) De toekomstige ontwikkeling van Haarlemmermeer. Rede van den heer S. van Wijk Lzn. Door het bestuur der Anti-Rev. Bondskies- vereeniging „Haarlemmermeer" werd te Hoofddorp een openbare bijeenkomst gehou den voor een inleiding van den heer S. van Wijk Lzn., lid van den gemeenteraad van Haarlemmermeer, over: „De toekomstige ontwikkeling van de gemeente Haarlemmer meer". Nadat de voorzitter, de heer J. A. van Arkel de vergadering op de gebruikelijke wijze had geopend, werd aan den heer van Wijk het woord gegeven. Hij zei de toekomstige ontwikkeling van de gemeente Haarlemmermeer te kunnen bezien uit een kerkelijk oogpunt, uit een politiek oogpunt en ten opzichte van de maatschappelijke ontwikkeling in het alge meen, dooh niet voornemens te zijn dit te doen. Zijn betoog zou voornamelijk betrekking hebben op het landelijk karakter van de ge meente, de ontwikkeling van de volkshuis vesting en het bedrijfsleven. De gemeente Haarlemmermeer bevat de zelfde oppervlakte als het waterschap de Haarlemmermeerpolder; het geheele polder land met zijn akkers en velden, begrensd door de ringvaart is een geografische eenheid; zij is van omtrek zeer ovaal. Als polderland is het wel een van de mooi ste polders van ons geheele land; gelegen tusschen drie groote steden, Amsterdam, Haarlem en Leiden; aan beide zijden geflan keerd door -de bloemend or pen. In de gemeente Haarlemmermeer is d®" binnenscheepvaart altijd van weinig be teeke nis geweest ;er is zelfs een tijd geweest dat- van de Ringvaart uit, geen enkel schuitje in de Hoofdvaart kon worden gebracht; al leen toen terzake van militaire doeleinden de geniedijk werd aangelegd, is er nabij Aals meer een haven gemaakt, waardoor het binnenwater met het buitenwater verbin ding heeft gekregen in het belang van de scheepvaart. In onzen tijd heeft echter deze binnen scheepvaart alle beteekenos verloren, omdat de wegen in Haarlemmermeer buitengewoon zijn verbeterd en het motorvrachtvervoer zóó is toegenomen, dat transport van goe deren geen enkel bezwaar meer onder vindt. Ten opzichte van de uitbreiding der volks huisvesting heeft het gemeentebestuur zeker een roeping en taak. Er moet voor worden gezorgd dat er vol doende doelmatige woongelegenheid is voor alle groepen der volksgemeenschap, daarom moeten er ook zijn arbeiderswoningen, welke voor redelijke huren te verkrijgen zijn. Het verdient aanbeveling dat hierin door een krachtig optreden van particulieren wordt voorzien. Bovenal moet er op worden gelet dat het landelijk karakter van de gemeente niet wordt geschonden; het is noodig op ver schillende plaatsen woonkernen te vormen, waar inwoners zich kunnen vestigen, doch voorkomen moet worden dat iedere grond bezitter op zijn landerijen huisjes laat bouwen, welke afzonderlijke groepjes gaan vormen. Er moet een systematisch goed doordacht uitbreidingsplan worden opgemaakt voor de vestiging van verschillende woningcomplexen met breede wegen, terreinen voor kerk en school, sport en spel. Met nadruk werd be toogd, dat in een dorp in de Haarlemmer meer een weiland met boomen en koeien zeer op zijn plaats is te achten. Ook werd betoogd dat bij het geven van namen aan nieuwe buurtschappen en nieuwe wegen logisch moet worden gehandeld; his-, torische namen moeten zooveel mogelijK worden bewaard (in dit opzicht is het jam mer dat Hoofddorp niet meer als „Het Kruis" kan worden aangeduid)levende personen dienen niet te worden vernoemd, alleen de namen van overledenen, die zich in vroe gere jaren voor de ontwikkeling van de ge meente buitengewoon verdienstelijk hebben gemaakt, kunnen hiervoor in aanmerking komen. Met betrekking tot de toekomstige ont wikkeling van het bedrijfsleven werd de verwachting uitgesproken, dat bij het aan breken van betere tijden langs den Ringdijk nabij Aalsmeer nog meer rozenkweekérijen zouden kunnen verrijzen; dat in de omgeving van het luchtvaartterrein Schiphol de cul tuur van druiven, aardbeien en tomaten wegens de dichtbij gelegen stad Amsterdam vrij zeker tot meer ontwikkeling zal worden gebracht. Ook werd de verwachting uitge sproken dat de vestiging van fabrieken en industrie alleszins waarschijnlijk wordt, om dat Haarlemmermeer omgeven is door groot vaarwater en doorsneden met uitstekend aan gelegde wegen voor het doorgaand ver keer. Aan het slot van zijn rede deelde de heer Van Wijk mede, dat hij ook voor de toe komst van de ontwikkeling van Haarlem mermeer nog groote verwachtingen heeft, mits maar de tijden mogen veranderen. Deze toespraak werd met groote aandacht gevolgd en gaf aanleiding tot een belang rijke nabespreking. ONZE DACELIJKSCHE KINDERVERTELLINC. Met een snelle beweging heeft de zeemeerman zich aan boord van het schip gewerkt en hij beveelt Thijs onmiddellijk achter hem aan te komen. En meteen legt hij Thijs uit, wat zijn bedoeling is. De gangen en de patrijspoorten van het schip zijn soms te nauw voor den zeemeerman, zoodat hij niet overal bij kan komen. Daar heeft hij Thijs nu voor noodig. Thijs is met dat werkje maar matig te vreden, maar hij besluit voorloopig maar alles te doen, wat die vreemde man met zijn visschenstaart zegt. Je kunt immers nooit weten, hoe hij op de een of andere manier dezen zeeroover te pak ken kan nemen, als hij eenmaal binnen in het schip was!

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1935 | | pagina 2