Liefde in de wildernis FEUILLETON Uit het Engelsch van OTTWELL BINNS. (Nadruk verboden.) T> Soms klonk Legrand's stem door de stilte, soms die van den Swahili-hoofdman en eens, toen het gestadige stappen van de dragers even ophield klonk een kreet als van een man, die plotseling een zweepslag krijgt. Steeds verder trok de lange rij en Honor kon het ten slotte niet meer bijhouden. Hoe ze haar krach ten ook inspande, ze kon niet meer den vast- gestelden afstand tusschen haar en den zwarten, glimmenden rug voor haar bewaren. Steeds grooter werd de ruimte en steeds on dragelijker werd de hitte en het verblin dende zonlicht, tot ze tenslotte, toen de co lonne een bocht maakte om een heuvel heen, den rug van den laatsten man tijdelijk uit het oog verloor. Mannering, zelf doodmoe, tracht te haar aan te moedigen. Houd vol. Honor! Ze zullen binnenkort wel halt houden. Zelfs inboorlingen kunnen het niet volhouden ln den middag. Ze worstelde verder, blindelings, en twintig minuten later zag ze iets lichts door de hoo rnen voor haar schemeren. Een oogenblik la ter kwam Legrand haastig op haar toeloopen. Toen hij dichterbij kwam, zag zij, dat hij er nog even onvermoeid en frisch uitzag, als toen ze dien ochtend vertrokken waren. Toen hij bij haar was riep hij: Ik was bang dat ik u kwijtgeraakt was mademoiselle. Ik wist niet. dat we te vlug liepen voor u. Honor was te uitgeput om antwoord to ge ven en Mannering zei: U voert de snelheid wel wat hoog op. monsieur, als Het spijt me meer dan ik zeggen kan, mademoiselle, viel Legrand in en terwijl hij naast Honor ging ioopen, trok hij haar arm door de zijnen. Het meisje maakte een ge baar van tegenzin, maar hij nam er geen no titie van, en aan den eenen kant ondersteund door hem en aan den anderen kant door Mannering, wankelde ze naar de plaats, waar de dragers halt hadden gehouden. Het was in de diepe bedding van een rivier, die nu geheel droog was. op een paar kleine plaatsen met water op de rotsen na. In de schaduw tusschen de boomen lagen de zwarte lichamen van de dragers al uitgestrekt in alle moge lijke houdingen. De Swahili-hoofdman. die op den grond zat sprong op, toen hij hen in het oog kreeg, en liep op hen toe, met een uitgeholde kalebas half vol water. Legrand nam ze van hem over. Hier drink, zeide hij. Honor nam het zwijgend aan en dronk ma chinaal. Het, water, dat uit een van de be schutte poelen tusschen de rotsen kwam, was frisch en koel en deed haar goed. Langzaam dronk ze alles op en toen ia klaar was. wierp Legrand de kalebas op den grond en bracht haar naar een beschaduwde plek. waar de groene tent haastig was opgeslagen. Rust nu hier uit, zei hijEerst moet u wat eten en dan slapen. Hij zelf ging wat eten voor haar halen maar toen hij terug kwam was Honor al in slaap gevallen. Een oogenblik stond hij naar haar te kijken met een vreemden glimlach op zijn gezicht. Toen draaide bij zich om en keek naar de rivier. Hij kon Mannering's helmhoed juist boven den steilen rand zien uitkomen en hij lachte zacht. Een oogenblik latei zette hij het eten naast haar neer. sloot de klep van de tent en ging op een kor ten afstand ervan in de schaduw van een boschje zitten. Zijn oogen vielen dicht, maar hij sliep niet, want toen Mannering langs den oever naar boven klom. gingen de oogen open en hij wierp een minachtenden blik op den Engelschman, die met zijn rug naar hem toestond. Hij mompelde zacht een scheldwoord en sloot de oogen weer. Na een rust van ruim twee uur werd de tocht weer hervat. Honor werd nu op een draagbaar gedragen door twee inboorlin gen die Legrand haastig voor haar ge ïmproviseerd had. Ze had heftig geprotes teerd, maar Legrand had zich aan haar niet gestoord. Mademoiselle, ik voer hier het bevel. En wat zijn die dragers anders dan lastdieren? Maakt u zich maar niet ongerust over hun schouders. Ze schoten flink op. De begroeide heuvel, waar ze recht op aan trokken, teekende zich steeds duidelijker af, het woud kwam nader bij. En van haar hooge zitplaats op de schou ders van de dragers zag Honor plotseling tot haar verbazing de omtrekken van een fort. Ze staarde er naar. haar oogen niet kunnend gelooven, maar ze zag duidelijk den zwaren ringmuur en het vierkante hoofd gebouw. Het moest een luchtspiegeling zijn, want M'Buma was de dichtsbijzijnde post in deze een oneindige wildernis en lag op min stens dertien dagreizen verder. Maar het beeld verdween niet; integendeel, het werd steeds duidelijker en tenslotte riep ze Legrand. Monsieur, ik denk, dat ik droom. Ik zie een fort daarginds op den heuvel. Legrand lachte. Het is werkelijkheid een geen droom, ma demoiselle. We zullen daar halt houden voor den nacht. Maar ik dacht dat M'Buba Wat u daar ziet is een oude post die ver laten is. legde hij uit. Er is nu geen bezetting meer, maar in de oorlogsjaren beheerschte het fort de heele omgeving. En het komt den negers, die hier passeeren, goed van pas, al is het troosteloos en verlaten. Zijn beschrijving bleek precies overeen te stemmen met de werkelijkheid, toen ze an derhalf uur later den brokkeligen muur be reikten, die het fort omringde. Het vroegere exercitieterrein was dicht begroeid met on kruid, de twee of drie leemen gebouwen wa ren verwaarloosd, van één was het dak ver dwenen en alleen de buitenmuren stonden nog in het wegstervende daglicht. Op Honor maakte het een indruk van on eindige troosteloosheid. En uit het woud rechts van haar klonk een dof geluid, dat steeds sterker werd en aanzwol tot een klank loos geroffel van veel trommels, somber, ge stadig, als het eentonig getik van regendrup pels in den stillen nacht. Ze had het geluid al eerder gehoord en er met aandacht naar ge luisterd: maar hier, op deze eenzame plek. wekte het angstige voorgevoelens bij haar op en ze huiverde, alsof het doffe geroffel haar een sombere bedreiging van onbekende mach ten overbracht. IV. Honor was vroeg naar haar tent gegaan. Legrand was bezig eenige toebereidselen voor den volgenden dag te maken en Mannering zat alleen op den uitgezakten drempel van het hoofdgebouw. Een tijdlang zat hij zwij gend voor zich uit te staren in den maanver- lichten nacht. Toen stond hij op en liep over de binnenplaats naar een plek. waar de om ringde muur geheel verbrokkeld was. Daar stond hij stil en keek langs de heuvelhelling naar het woeste land, dat ze dien dag in den heeten zonneschijn doorgetrokken waren. Plotseling zag hij iets bewegen achter een struik rechts van hem en dat vestigde zijn aandacht op een anderen lagen muur, die daar schijnbaar zonder doel opgetrokken was. Maar toen viel zijn oog op twee vreemd ge* vormde voorwerpen, die glansden in he" maanlicht en nieuwsgierig stapte hij over d( overblijfselen van den muur en liep naar d* andere omheining. Toen hij den lagen muui bereikt had, begreep hij opeens dat hij voor een kerkhof stond; waarschijnlijk d< laatste rustplaats van de mannen, die jarer geleden gestorven waren op deze eenzami plek. Hij haalde zijn schouders op en was op hel punt om zich om te keeren, toen een nieuwe gedachte bij hem opkwam. Die twee steenen waren niet oud, want dan zouden ze allang overdekt zijn geweest met het lange gras. dat overal elders binnen de omheining groeide. Ze moesten niet lang geleden zijn opgericht en nieuwsgierig naar de namen van hen, die daar begraven waren stapte hij over den lagen muur en baande zich een weg door het lange gras. Hij had een paar stappen gedaan, toen zijn voet stootte op iets, dat in bet dichte onkruid verborgen was en hij on verwachts in zijn volle lengte op den grond viel. Hij stond op en keek naar de oorzaak van zijn val. Het was een half vergaan houten kruis dat door zijn gewicht in tweeën was gebroken. Een oogenblik aarzelde hij en hervatte toen zijn weg, voorzichtig, om andere grafteekens te vermijden. In een paar minuten had hij de witte stee nen bereikt en daar wachtte hem een tweede verrassing, want het lange gras er omheen was afgesneden. Hij zag de afgesneden hal men om zich heen liggen en in het maanlicht kon hij zien, dat ze versch afgeknipt waren. Hij keek verward om zich heen, zich afvra gend wie zich die nuttelooze moeite getroost :ou hebben, want het zou niet lang duren f het gras zou weer hoog opgeschoten zijn. (Wordt vervolgd.). Legertanks, door de Abessijnen op de Italiaansche troepen buitgemaakt, genieten te Jijiga de onverdeelde belangstelling der bevolking Abessijnsche soldaten worden getraind in het gebruik van dit oorlogswerktuig Het inrichten der Gebr. Mans-tentoonstelling, welke door minister prol dr Slotemaker de Bruine in het Gemeente museum te den Haag geopend is De onvindbare. Generaal Nasibu, de bekende Abessijnsche De Delttsche Studenten roeivereeniging „Laga" sloot Vrijdag het seizoen met een roei- legerchef in zijn hoofdkwartier te Jijiga tocht naar den Haag De te Parijs wonende Italiaansche vrouwen offerden ook deze week haar gouden ringen voor de nationale inzameling Sir Samuel Hoare in gezelschap van zijn echtgenoote op weg naar het Lagerhuis voor het uitspreken van zijn rede over de vredesvoorstellen De generale re petitie voor de Kerstuitvoering in intiemen kring

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1935 | | pagina 8