Liefde in de wildernis
Voor de Kerstmarkt. De ronde Bi eton, die zijn pluimvee pe-sooniijk naar de j^jr- N Schwartz, burgemeester van De begraienis van den leerling-vlieger A. F. Mets, die bij het vliegtuigongeluk nabij Schiphol om het
markt te Parijs kwam brengen Tweede Kamer in ae vacature dr A. 'even kwam. Een toto van de droeve plechtigheid op de Algemeene Begraafplaats te Heemstede
A. L. Rutgers
FEUILLETON
Uit het Engelsch van
OTTWELL BINNS.
(Nadruk verboden.)
9)
Hoehoe lang geleden was het?
Vijf jaar geleden, antwoordde Legrand.
Toen voegde hij er bij:
Monsieur, u en ik hebben samen veel te
bespreken. Er zijn dingen, die u weten moet;
dingen, die u niet zou willen dat- made
moiselle Honor hoorde.
Wat voor dingen? vroeg Mannering.
Dat zult u dadelijk hooren. Kom maar,
dat wil zeggen als u klaar bent met uw graf
schennis.
Zijn woorden klonken hoonend. maar Man
nering hoorde het niet.
Hij volgde hem als een man, die weet, dat
hij op genade of ongenade overgeleverd is aan
een ander en eenige minuten later zat hij in
de eenige bewoonbare plaats van de verla
ten post op Legrand te wachten. Hij speelde
nerveus met de vingers en het schijnsel van
de stormlantaarn, die voor lamp diende, ver
lichtte zijn doodsbleek, vertrokken gezicht,
waarop hot zweet parelde in groote droppels,
terwijl zijn oogen schichtig rondkeken.
Een paar minuten verliepen, toen kwam
Legrand binnen. Hij floot en zette een
flesch brandy en twee tinnen bekers op tafel
Er gaat niets boven "-veiligheid, mijn
vriend, zei hij. terwijl hij de kurk van de
flesch trok en Mannering een van de bekers
toeschoof. Als u zoo goed wilt zijn. u zelf te
bedienen.
Mannering gaf gretig gehoor aan de uit
nood iging, want hij voelde, dat hij iets noodig
had om zijn zenuwen tot bedaren te brengen.
Hij schonk; den kroes boordevol en dronk
hem leeg. alsof het water was en hij liet
zwijgend toe, dat Legrand zijn beker voor de
tweede maal vulde. Toen wachtte hij en
dwong zich al de vragen die hem op de tong
lagen, terug te houden. De ander wachtte
blijkbaar tot hij het woord zou nemen, want
hij maakte geen aanstalten om te beginnen.
Toen opeens lachte hij.
Monsieur, hebt u mij niets meer te vra
gen?
Wat valt er verder te vragen? zei Man
nering heeseh.
Ik zou zeggen dat" er heel wat was, ant
woordde de ander met een lach. Bijvoorbeeld,
hoe kwam het, dat Sir Roger niet sneuvelde
daarginds bij Karana? Hoe kwam hij er
toe met mademoiselle Schaunard te trou
wen? Waarom kwam hij na den oorlog niet
naar Engeland terug, om zijn huwelijk pu
bliek te maken? Hoe komt 't dat hij en zijn
vrouw hier op deze plek begraven liggen? Dat
zijn een paar van de vragen, die u me, naar
het mij toeschijnt, had kunnen doen.
De brandy had zijn uitwerking niet ge
mist op den ander. Zijn gelaat was niet lan
ger bleek, maar een donkerroode gloed brand
de op zijn wangen en hij zei uitdagend:
Je hebt zelf de vragen gedaan, Legrand.
Waarom beantwoord je ze niet?
Het is gemakkelijk om die vragen te doen
monsieur, zei de Franschman, maar de ant
woorden zijn moeilijker, ingewikkelder.
Maar ik zal probeeren u alles duidelijk te ma
ken.
Hij zweeg even, alsof hij naar woorden
zocht en hervatte toen:
Uw broeder overleefde de geschiedenis
daarginds bij Karana, maar zijn gezondheid
was totaal geschokt. Hij was op drie plaat
sen erg gewond en zijn hersens hadden ge
leden door den slag met de kolf van een ge
weer op zijn hoofd. Al zijn mannen waren
afgemaakt en hij bleef voor dood liggen, maar
toen de Duitschers weggetrokken waren, werd
hij gevonden door de inboorlingen uit een
naburig dorp, die hem meenamen en ver
pleegden op hun primitieve manier. Nadat
zijn wonden genezen waren, bleef hij daar,
maar zijn geest herstelde nooit heelemaal en
hij stelde absoluut geen belang meer in den
oorlog of in zijn eigen land. Een tijdlang stel
de hij zelfs geen belang meer in zichzelf. Hij
wist zelf niet eens wie hij was; hij leefde het
primitieve leven mee van de inboorlingen, die
de vrees, welke zij gewoonlijk voor blanken
voelen, volkomen hadden afgelegd.
Verscheidene (maanden later kwam het ont
waken. De oorlog was geëindigd, u weet dat
allemaal en in het dorp, waar hij was kwam
een oude olifantenjager, een Belg Emile
Schaunard.
Mannering maakte een korte beweging toen
hij dien naam hoorde en de ander knikte.
U hebt het geraden, monsieur. Emile was
de vader van Madeline, en het meisje een
knappe, blonde Belgische was bij hem.
Emile was ziek. De moeraskoorts had hem te
pakken en hij lag een langen tijd daar in het
dorp, zwevend tusschen leven en dood, terwijl
Madeline hem verpleegde en Roger Manne
ring haar hielp. Misschien was het de aflei
ding, die hem wakker maakte, misschien wek
te het meisje vergeten gevoelens bij hem op
ik weet het niet, maar de wolk, die zoo
lang over zijn geest had gehangen, verdween
en hij herinnerde zich alles. Het moet een
vreemd ontwaken zijn geweest, maar dat
heeft niets met mijn verhaal te maken. Hij
herinnerde zich wie hij was en zijn gevoe
lens voor Madeline werden door haar beant
woord en toen de oude Schaunard geheel her
steld was, om te kunnen reizen, ging uw broer
met hem en zijn dochter mee. Zij kwamen
hier naar toe, monsieur, want de oude Schau
nard had hier altijd zijn hoofdkwartier ge
had en omdat de oude jager zwakker en
zwakker werd of misschien om de blonde Ma
deline, bleef Roger bij hem.
Hij was niet heel sterk; zijn beenen waren
half verlamd. De slag, die zijn hersens zoo
lang buiten werking had gesteld, had zijn ge
zicht misvormd. Hij was niet meer de knappe
man die hij eens geweest moest zijn. Mis
schien was het dat, wat hem hier in Afrika
hield, hoewel hij in zijn eigen land een
schatrijk man was, of misschien was het de
eenige afwijking, die hij gehouden had, hoe
wel zijn geest overigens weer heelemaal nor
maal was. Hij had namelijk het zonderlinge
idee, dat aan het verzoek om hulp, dat hij
naar een Engelschen officier op de dichtst
bijzijnde post had gestuurd, niet voldoende
aandacht was geschonken en dat tijdige
hulp hem had kunnen redden.
George Mannering schrok zichtbaar; de
ander vervolgde echter rustig:
Hij was er vast van overtuigd, dat de man
die hem hulp weigerde of in ieder geval
niet stuurde, zijn broer was. monsieur.
Jeje gelooft toch zeker zooiets niet,
Legrand. Er is absoluut geen bewijs voor. Het
is niets anders dan een afwijking van een....
De inboorling, die de boodschap over
bracht, was hartstochtelijk gehecht aan Ro
ger Mannering. Hij kwam terug, .terwijl ze nog
tegen de Duitschers aan het vechten waren,
en wat hij vertelde maakte, dat Sir Roger
zijn broer vervloekte.
Het is niet waar, dat ikdat ik
Monsieur, ik ben de hemelsche rechter
niet. God weet de waarheid en ik vertel
u alleen de geschiedenis van den man, wiens
grafsteen u zoojuist hebt getracht te ver
donkeremanen.
Er klonk iets in zijn toon, dat Marmering
deed zwijgen. Hij begreep, dat verder ont
kennen nutteloos zou zijn en hij greep weer
naar de brandy om moed te verzamelen voor
wat nog komen zou.
Legrand vervolgde na een korte pauze tot
Mannering
In Engelsche bladen, die Sir Roger later
in handen kreeg, las hij, dat men had aan
genomen, dat hij dood was en dat u den titel
en de familiebezittingen had geërfd, en ik
denk dat het toen was, dat zijn dolle wraak
zucht vasten vorm aannam. Hij was nog bij
de Schaunards en de oude man was sterven
de en terwijl het meisje haar vader verzorgde,
maakte hij jacht op olifanten en verkocht
het ivoor. Toen stierf de oude man en het
tweetal bleef alleen achter.
De blonde Madeline was niet afkeerig van
hem; ze was niet van zijn stand en de een
zaamheid in Afrika had haar tot wanhoop
gedreven. Op een dag kwamen ze overeen met
elkaar te trouwen. Ik, vrijwel de eenige blan
ke in de buurt, was getuige bij het huwelijk.
Roger Mannering vertelde mij toen na afloop
der huwelijksplechtigheid in het geheim zijn
geschiedenis, want hij stond er op om alles
zoo te regelen, dat, als hem iets overkwam,
lady Madeline haar rechten zou 'kunnen doen
gelden. Hij liet alle papieren en bescheiden
bij mij achter.
Aha! Er klonk verlichting in Manne-
ring's stem, als of hij eindelijk een uitweg
gevonden had in het dilemma, dat Legrand
hem geopenbaard had.
En hij ging weer terug terug naar de
plaats, vanwaar hij gekomen was, waar hij
weer op de olifantenjacht ging met zijn
vrouw, de blonde Madeline.
Maar ze zijn dood! riep Mannering, ze
zijn dood, als die twee steenen tenminste de
waarheid gesproken hebben.
Ze hebben de waarheid gesproken, mon
sieur. Zooals u zegt, ze zijn dood.
Maar dan is er ook niets om me verder on
gerust over te maken.
Denkt u dat, monsieur? Daar ben ik nog
zoo zeker niet van.
(Wordt vervolgd.).
Het stoffelijk overschot van den bij het vliegtuig ongeluk nabij Schiphol om het
leven gekomen leerling-vlieger A. F Mets wordt uit de ouderlijke wonmg te
Haarlem gedragen, om naar de begraaiplaats te worden overgebracht voor de
teraardebestelling
De sloopingswerkzaamheden van de bij Egmond
aan Zee gestrande sleepboot Drente" vor
deren thans snel, zoodat binnen afzienbaren
tijd nog maar heel weinig van deze sleepboot
te bespeuren zal zijn
Een minister op klompen. Mr. dr L. N. Deckers, minister van Landbouw en Visscherij,
bracht Maandag een bezoek aan het Rijksvee quarantainestation te Hoek van Holland in
verband met de vei zending van stamboekvee naar Engeiand, welke op 4 Januari a.s. voor
het eerst sinds 1913 weer zal plaats hebben. In het midden de minister
De inwoners van den Helder werden
Maandag in de gelegenheid gesteld, te
défileeren langs het stoffelijk overschot
van hun overleden burgervader, den
heer W. F. G. L. Driessen, waarvan
veelvuldig gebruik werd gemaakt
De heer J. A, Klauwers»
inspecteur van den Vee-
artsenijkundigen Dienst en
de Volksgezondheid, is te
Amsterdam overleden