Electrisch autorijden, de verrassing van Haarlem. OVER ADVERTEEREN e Open de deur voor ^eerlands Zuivel Haarlem's Kunstbezit. De Avonturen van Dr. Mol. W O E N S D. A c 23 M A A R T-1936 Voor 60 naar Den Haag Een simpel regeltje in een oud. jaarboekje der stad Haarlem., ver meldt. dat de gemeenteraad op 29 Maart 1911 aan de maatschappij Atax vergunning verleende tot sta tioneering van electrische auto's en dit eene regeltje kan heel wat herin neringen wakker roepen. Deze vergunning had nog niet tot onmid dellijk gevolg dat onze stad de vervaarlijke taxi's rijk werd. Want er is nog wel eenige tijd overheen gegaan, voor en aleer de electri- iche monsters door de stad sjeesden. Welzeker monsters waren het in de oogen ▼an het publiek, moordenaars werden ze ge noemd en men moet eens hooren wat di chauffeurs vertellen, die het begin van deze snelle stadstractie hebben beleefd. „Als u kans ziet mijn verloofde in dat din; te krijgen", aldus sprak de jongeman tot den chauffeur op het Plein, „dan wil ik best een ritje door de bollenvelden maken." Maar de verloofde wilde niet. Zij was sinds heugenis met een paard voor een wagen door de bollenvelden gereden en dan ga je maar niet zoo één, twee drie in een moordenaar zitten! Tenslotte is het er toch van gekomen even als met het bruidspaar dat door een vriend een groote verrassing was bereid. De vriend had «namelijk een taxi gestuurd, waarschijn lijk om dan moeilijken gang naar 't stadhuis Ietwat te bespoedigen. Het resultaat was echter bedroevend, want de opgewonden toe komstige echtgenooten hebben eerst een uur gedelibereerd of het wel wenschelijk was met zoo'n gevaarlijk ding ten stadhuize te gaan. Langzamerhand echter raakte het publiek aan het monster gewend en hoe langer hoe meer werd er gebruik van gemaakt. Hetgeen enorme sommen gelds heeft gekost Want een ritje naar Amsterdam kostte gauw twaalf gulden en dat was dan nog in den goedkoopen tijd. De dure tijd begon pas. toen alles duur werd, namelijk na 1914 en t-oen was men gemakkelijk het dubbele kwijt of misschien zelfs wel f 3-0 wanneer de plaats van bestemming een beetje diep de hoofdstad in was. En een tochtje naar Den Haag kostte m deze dagen heelemaal een kapitaal, want toen Lang-ademige rechtszaak. Ex-architect van Huizen staat terecht. Thans anderhalf jaar gevangenisstraf geëischt. Het Gerechtshof te Amsterdam zette Dins dagmiddag de behandeling voort van de strafzaak tegen den ex-gemeente architect van Huizen, C. M., die op 24 October 1934 door de rechtbank te Amsterdam was vrijge sproken van de hem tenlaste gelegde valsch- heid in geschrifte. Hem was ten laste gelegd, dat hij op of omstreeks 9 Febr. 1931 door den boekhouder der gemeente een certificaat van betaling had doen opmaken of vervalschen, waarin den kassier van het bedrijf van openbare wer ken werd opgedragen aan gebroeders Loodsma te Amsterdam uit te betalen de som van f 13S4 wegens levering van 62000 straatsteenen Op 9 Febr. zou verdachte dit certificaat ter uitbetaling hebben aangeboden of doen aan bieden en hij zou het stuk voorzien hebben van de volgende verklaring: „bovenstaand be drag door mij ontvangen den 9en Februari 1930" en onderteekend hebben met den naam P. Loodsma. Bij een onderzoek, dat te Huizen had plaats gehad, bleek dat of de 62.000 steenen verdwenen, of nooit geleverd waren, zoodat de f 1364 aan „P. Loodsma", den schipper, die de steenen zou geleverd hebben, ten onrechte zouden zijn uitbetaald. Doch deze schipper Loodsma is ook bij herhaalden politieoproep onvindbaar gebleven bovendien bleek de haven van Huizen op den dag door verdachte opgegeven als dag van aanvoer met ijs bedekt te zijn geweest. Het „spookschip" was en bleef zoek. De verdachte hield zoowel voor Rechtbank als Hof zijn onschuld vol, hij ontkende een valsche handteekening te hebben gezet, in tegenstelling met de verklaring van de schriftkundigen, dr. J. Schrijver en den heer S. Visser. Loodsma zou hij toevallig in een café hebben ontmoet en deze zou hem 60.000 steenen leveren voor f 22 de duizend, vrij van havengeld, franco op den wal. In hooger beroep eischte de procureur- generaal een gevangenisstraf van anderhalf jaar wegens het doen opmaken van een valsch geschrift en het gebruikmaken daar van. Op 16 Mei 1935 gelastte het Hof bij inter locutoir arrest een nieuw onderzoek, dat plaats had op 5 Juni. Het O.M. persisteerde bij zijn eisch. Wederom echter wees het Hof een interlocutoir arrest: de zaak werd terug gewezen naar den rechtercommissaris voor het doen van een onderzoek naar de gronden van het rapport Boomsma. De heer Boomsma had een rapport uitgebracht over het aantal verwerkte steenen. Dinsdag vervolgde het Hof de behandeling van deze langdurige affaire. De procureur-generaal requireerde wegens valschheid in geschrifte, meermalen gepleegd, en wegens gebruikmaken van het valsche ge schrift een gevangenisstraf van anderhalf jaar met bevel tot gevangenneming bij het uitspreken van het arrest. De verdediger concludeerde tot vrijspraak. Arrest 7 April. een chauffeur, thuiskomende slechts f 45 af droeg, omdat de klok niet meer had aange wezen merkte de baas op, dat een ritje naar Den Haag ten minste f 60 moest kosten. Boven op den bok. Toch moet zoo'n atax-ritje vroeger wel een pretje zijn geweest voor velen, want er werd hoe langer hoe meer gebruik van gemaakt. Althans een pretje voor de reizigers, want voor den chauffeur was het allerminst aangenaam werk. Gelijk een koetsier zat de chauffeur boven op den bok, blootgesteld aan alle regens en winden, waarmee ons vaderland de chauf feurs regelmatig zegende. Regende het een beetje flink door, dan zat de man op den bok spoedig in een grooten regenplas, dank zij de kussens, die uiteraard na verloop van een tijd een holte vormen. En als het vroor was het buiten heelemaal niet uit te houden, wan neer men slechts denkt dat'de wagens zelfs een snelheid van ruim vijftig kilometer kon den halen. Een hagelbuitje beteekende iets verschrik kelijks en met de hand voor de oogen moest de chauffeur verder rijden. Gelukkig was de man, die ook werkelijk ver der kón rijden, want een electrische auto stel de hooge eischen. De twee accu's, die telkens verwisseld moesten worden, wanneer ze uit geput waren, werden met een kraan in de auto geplaatst. Dit laat zich begrijpen, wan neer men weet dat de gevaarten 350 kilo wo gen en een afmeting hadden van een behoor lijke tafel, wat de oppervlakte betrof. Met deze accu's kon men ruim 50 of 60 ki lometer rijden. Waren deze afgelegd, dan moest de chauffeur nieuwe accu's halen. Doch tevens had hij de verplichting de accu's „leeg" te rijden, zoodat het gebeuren kon dat aan het Haarlemsche station vijf taxi's stonden, die alle een vrachtje naar Bloemendaal moesten weigeren, omdat er nog maar een paar kilometers in hun accu's zaten Een ander geval is dat van den chauffeur, die thuiskomende van Leiden, bij Benne- broek maar van de bok stapte, omdat dit voor de atax een welkome verlichting beteekende, waarna de chauffeur, naast den wagen loo- pende met één hand aan het stuur, de atax huiswaarts geleidde, gelijk men heden nog een paard naar stal zou brengen. Zoo zijn er nog duizend en een'herinnerin gen: van de paarden die de wagens als doods vijanden beschouwen en terecht, want waar ziet men nu nog een rijtuig met paard), van de fooien, die vroeger rijkelijker waren dan nu, nu de ritjes vaak slechts 20 eenten kos tenVan het wiel met acht standen, dat gelijk bij de tram, den stroomtoevoer regelde en als rem kon dienen tevens, van alles waar mee de hooge bok-atax met dé band-voorop aan kan herinneren. 29 Maart 19*11 gaf de gemeenteraad de eer ste vergunning. En dacht er niet aan, dat er later nog eens een snor-probleem kon ontstaan en nog zoo vele andere moeilijkheden, die aan de taxi bedrijven eigen zijn. Geven geadverteerde goederen waarborg IV. Alleen dan, wanneer een artikel buitenge woon goed is en volkomen berekend om op loyale wijze te concurreeren met al de andere producten op de markt, zal het publiek het b 1 ij v e n koopen. Koopt men niet meer dan eens, dan kan de fabrikant of winkelier onmogelijk blijven adverteeren. Wanneer U deze twee feiten tezamen be kijkt, wordt het duidelijk, dat U door bij ge regelde adverteerders te koopen de beste waarborg geeft voor degelijke artikelen van blijvende waarde. Gelijk gezegd: Deze regelmatige adverteer ders stellen hun goederen of zaken voortdu rend aan een algemeene critiek bloot. Zij heb ben een kostbare reputatie hoog te houden! U zult dan ook zien dat alle degelijke artikelen jaar in jaar uit regelmatig geadverteerd worden. Een voorbeeld ter verduidelijking: Er was eens een tabaksfirma, die trouw ad verteerde. Zij bezat zelf tabaksplantages doch de directie constateerde dat de oogst van een bepaald jaar beneden het normale kwaliteits peil was uitgevallen. Hoewel dit met hooge kosten gepaard ging, was men toch zoo ver standig elders een verschen voorraad te koopen. Het ware dan ook wel zeer kortzichtig ge weest den goeden naam en faam van een zaak door een tijdelijke omstandigheid in de waag schaal te stellen. De reputatie van een firma is veelal het kostbaarste bezit, ofschoon men deze post zel den of nooit op de inventaris van een zaak zal aantreffen. Een bezit, opgebouwd gedurende een reeks van jaren, kan zeker het gevolg zijn van een verstandige advertentiepolitiek. De firma's die zulk een politiek volgen, kunnen het niet riskeeren, minderwaardig materiaal aan de markt te brengen. En de afnemer mag óók niets riskeeren: hij koope dus geen onbekende artikelen bij onbe kende zaken. Een verstandige advertentiepolitiek dient systeem te bezitten In een advertentie moet met overleg een sprekende inhoud worden vastgelegd. Duidelijk, overzichtelijk, suggestief moet zij zijn. 't Is verwonderlijk te zien, hoeveel gunstiger de resultaten onmiddellijk uitvallen, wanneer met werkelijk juist inzicht de advertenties worden opgesteld. Gelukkig kunnen wij ten deze reeds veel verbetering bespeuren, maar voor velen ligt hier nog een terrein dat hun voordeelen kan brengen, volkomen open! Een halve eeuw geleden Uit Haarlem's Dagblad van 1886. 25 Maart: Gisteren is door B. en W. alhier aan besteed: het maken en aanleggen van een ijzeren draaibrug met gemetselde landhoofden, pijler en vleugelmuren, over het Spaarne, ter vervanging van de bestaande Melkbrug. (Raming ƒ54.700). Hiervoor zijn 8 inschrijvingen ingekomen, waarvan de laagste ad /52.71Q van den heer G. P. J. Beccari, alhier, aan wien het werk is gegund. Geen annuleering van melk poedercontracten. Meelcentrale zit zelf gebonden aan contracten. Moeilijkheden veroorzaakt door prijsstijging ondermelkpoeder. Ons wordt gemeld, dat de aangelegenheid der annuleering van melkpoedercontracten van de Nederlandsche Zuivelcentrale in het afgeloopen jaar zich als volgt heeft toege dragen. Ten einde den prijs van de ondermelk te steunen en tevens een stimulans te vinden, om de kaasproductie eenigszins te beper ken, heeft de Ned. Zuivelcentrale het vorige jaar een aantal contracten afgesloten met zuivelfabrieken, onder goedkeuring der re geering, die zulks wenschten, voor levering van melkpoeder tegen een prijs van f 7 per 100 KG. Op verzoek van de Zuivelcentrale heeft de Nederlandsche Meelcentrale, die meer direct in contact staat met de beoogde afnemers van melkpoeder (veevoederhande laren en bereiders van mengvoeder voor pluimvee) toen den verkoop van de gecon tracteerde poeder ter hand genomen. Deze transactie leverde natuurlijk verlies op, om dat een hoogere prijs voor de melkpoeder aan de zuivelfabrikanten moest worden gegeven, dan van de afnemers kon worden terugver langd, Ware dit niet het geval geweest, dan zou de normale handel zich natuurlijk wel op dit artikel hebben geworpen en ware tus- schenkomst der centrales niet noodig ge weest. Hieruit volgt uitdrukkelijk, dat de operatie alleen maar zoolang en zoover zou worden voortgezet, totdat het doel, dat men zich voor oogen stelde, bereikt was, met andere woor den, totdat de zuivelfabrikanten geen prijs meer zouden stellen op afkoop van melk poeder. Oorspronkelijk was het plan, 5000 ton over te nemen. Toen het scheen, dat deze hoeveel heid bereikt zou worden, is machtiging ge geven eventueel verder te gaan. De verkoop van de melkpoeder ging tegen den vastge- stelden prijs allerminst vlot. Toen bleek, dat enkele fabrikanten de con tracten, die zij gesloten hadden, wenschten te annuleeren en de overeenkomstige hoe veelheden nog niet waren verkocht, kon de Meelcentrale daartegen geen enkel bezwaar hebben, dit kon voor de Zuivelcentrale, resp. het Landbouw-Crisisfonds, alleen maar een financieel voordeel opleveren. De aanvragen tot annuleering zijn dan ook ingewilligd, maar met de annuleering kon niet verder worden gegaan dan tot aan de hoeveelheid der contracten, die de Meel centrale met de afnemers had gesloten. Toen deze hoeveelheid bereikt was, moest de an nuleering worden stopgezet. De aangevraagde annuleeringen zijn in chronologische volgorde afgewerkt en de na 2 September 1935 binnengekomen aanvragen moesten afgewezen worden. Toen daarna de prijs van de ondermelkpoeder aanmerkelijk steeg, ontstond er natuurlijk bij degenen, die nog leveringsplicht hadden, sterke neiging om ook te annuleeren. Na overleg met de Nederlandsche Zuivel centrale, welk overleg - door omstandigheden, eenigszins vertraagd werd, heeft de minister evenwel gemeend, de verdere annuleering niet te kunnen goedkeuren, maar degenen, die de verplichting tot levering hadden aan gegaan, aan deze verplichting te moeten houden. Aan de Nederlandsche Zuivelcentrale, de contractante, is nu opdracht gegeven, deze verplichting te doen uitvoeren. (A.N.P.) BURGEMEESTERS. Bij K. B. is aan F. P. Bruysten op zijn ver zoek met ingang van 1 Mei a.s. eervol ontslag verleend als burgemeester der gemeente Stein. 1NEERLANDS ZUIVEL VOEDT U GOED! i (Adv. Ingez. Med.) De nieuwste aanwinst: een fraaie Wijbrand Hendriks in het Frans Halsmuseum. Sinds eenigen tijd is op de bovenzaal van ons museum de schilderij van Wijbrand Hen driks geplaatst, waarvan wij hierbij een re productie geven. Ze werd aangekocht door de vereeniging ter uitbreiding van de verzame ling der gemeente en, hoewel de schilder zoo wel in Teyler als in het Frans Halsmuseum aardig vertegenwoordigd is, geloof ik dat met dit zeer aantrekkelijk Burger-interieur toch wel de interessantste W. Hendriks zijn intree gedaan heeft. Wij hebben in deze rubriek reeds een paar malen werken van den schilder besproken: het gezicht op het Spaarne, uit Teyler; het feest op de Groote Markt, uit het Museum; een paar zeer knappe portretten bezit de ge meente ook van hem, doch dit genrestukje completeert een en ander wel heel gelukkig. Het typeert wel zoo buitengewoon goed den tijd waarin het onstond en daar het zulke uitmuntend picturale eigenschappen bezit, wekt het onze belangstelling voor die periode nog te meer op. Hendriks zal wel veel van den achttiende-eeuwer Chardin gehouden en den Delftschen Vermeer met meer dan ge wone belangstelling bestudeerd hebben. Daar is iets in de schildering van den achterwand, wtfirtegen het stroohoedje' met de blauwe linten gehangen is, dat aan Vermeer herin nert en het groene speldkussen dat voor de ijverig bezige juffrouw op tafel ligt mag dan niet zoo briljant van kleur zijn als het kant kussen van Vermeer's schilderij in den Louvre, er is een bepaalde overeenkomst in de gene genheid, waarmee beide voorwerpen in het kleurensemble zijn ingelascht. Zien wij eener zij ds hoe een schilder als Hendriks aan zijn voorgangers verbonden is, in de schildering van rok en kleedje der kousenstopster zijn al qualiteiten te vinden, die wat later bij een Bakker Korff zullen opduiken. Hendriks staat juist tusschen twee groote perioden in en geen zijner in Haarlem aanwezige schil derijen vertoont dat duidelijker dan deze nieuwe aanwinst.Met den ingedommelden man op den voorgrond toont Hendriks welk een goed figuurschilder en portrettist hij zijn kon. Feitelijk staat deze figuur een beetje in con trast tot den overigen inhoud der voorstelling, ja, men zou bijna van tweeërlei schilderij in dit ééne kunnen spreken. Er is in de verhou dingen iets dat doet vermoeden dat het werk in twee stadia gecomponeerd is, waardoor ook de sterke tegenstelling in de belichting het mannenlijf geheel in toon, het vrouwtje in het volle licht verklaard wordt. Dat het geheel, ondanks dat alles, zoo harmonieus ge bonden is, pleit alweer voor Hendriks' knap heid en kunde. Daarvan kan men zich ook in de détails overtuigen. De handen van den man die op het prachtig de stof uitdrukkende schootsvel liggen zijn knap en expressief geschilderd; bezigheid en aandacht van het stoppende vrouwtje zijn uitmuntend, alleen in het ge opende mondje der vrouw heeft Hendriks even een steek zijner accuratesse laten val len: dat is een hakig visschenbekje gebleven, waaraan schijnbaar de laatste afronding ver geten is. Aardig en breed gezien is al de wijze waarop het witte gordijntje over het geopen de venster geslagen is, en leuk is het toege ven aan die oude aardigheid een spijker in den muur zóó natuurlijk te willen schilderen, dat ge hem met een nijptang er uit zoudt willen halen, daar hij toch geen dienst doet. Over Wijbrand Hendriks' leven (1744-1831) hebben wij in April van het vorige jaar het een en ander verteld, dat nu geen herhaling behoeft. Hij was jarenlang custos van de kunstverzamelingen van Teyler geweest toen hij op zijn 75e jaar voor dat ambt bedankte en daarna nog een dozijn jaren rustig bleef schilderen. Wij missen hem nu in de open bare verzamelingen alleen nog maar als landschapschilder. Ik kan mij geen landschap van hem herinneren, -q doch hij moet er in Ede, voor zijn komst naar Haarlem verschci dene geschilderd heb ben. Wanneer wij nu ons Haarlemsch bezit aan Hendriks'en overzien dan krijgen wij een beeld van zijn veel zijdigheid en van zijn xeteekenis voor zijn lagen. Naast de por- retten, het kleine cerkinterieur, het fi- i uurstuk met de Markt m het gem*e schilderij, die alle in het Frans Halsmuseum te bewon deren zijn, completeert Teyler het overzicht nog met een bloemstuk een wildstilleven en 'n ander interieur met ezende vrouw. Met vat er in Rijksmuseum en elders nog van hem oewaard wordt krijgt men langzamerhand voldoende materiaal om een curieus schil dersleven samen te stellen uit een tijd die steeds meer de herleefde aandacht op vraagt. H. DE BOIS. Dit zijn d'avonturen van Dokter Mol. Grooten en kleinen wilt mij aanhooren- Goed was zijn hart en helder zijn bol, In Haarlem was de dokter geboren, Hem waren vreemde dingen beschoren, En, hij woonde op de Kouden Hoorn. Zijn oordeel was immer wijs en vroed, Zacht en edel zijn gemoed. Wanneer hij de menschen ruzie zag maken Iets dat men helaas zoo vaak ziet gebeuren' Wanneer ze elkander den schedel braken Eikander de kleeren trachtten te scheuren Danvoelde de dokter het harte zich bloeden* Het griefde hem diep, och 't deed hem zoo zeer En 't sloeg het brave gemoed van den Soeden Dokter Elias Mol terneer. Dan klonk het van uit zijn nobel hart: „Ach kon ik den menschen verdraagzaamheid leeren Dit tranendal zou in een hemel verkeeren' Vrij van ellende en vrij van smart." „Ach, dat ik de menschen bekeeren kon.' De dokter peinsde, de dokter zon Van 's morgens vroeg tot laat in den nacht, Maar hoe hij ook peinsde en hoe i ook dacht 't Heeft allemaal niet mogen baten, 't Heeft Dokter Mol even wijs gelaten. Maarjuist toen de nood het hoogst was gestegen, Heeft Dokter een' goeden inval gekregen. „De menschen," sprak Mol, „zijn bekrompen en klein, Stijfhoofdig, zelfzuchtig en idioot, En tegen den tijd dat ze wijzer zijn, Dan worden ze oud en dan gaan ze dood. Wanneer ik nu slechts een manier kon ontdekken, Die 't menschelijk leven een beetje kon rekken, Z' als 't ware den klauwen des doods onttrekken En eeuwige frissche jeugd verwekken, Dan zou de wijsheid hier opgedaan, Niet voor het nakroost verloren gaan. „Levens Elixer" is daarom het doel, Waarnaar ik onvermoeid wil streven, Het eenige waar ik ambitie voor voel, Het eenige middel, dat uitkomst kan geven." Mol is toen aan 't studeeren gegaan, Hij liet er zijn boterham dikwijls voor staan. Hij ging aan 't lezen en las en las, En bleef net zoolang lezen, totdat zijn bol Tot berstens toe overladen was, En op onrustbarende wijze zwol. Het bruiste en borrelde in zijn brein, En schuimde en kookte gelijk een geiser, Maar dokter, die scheen niet veel verder te zijn, Hij schoot maar niet op en hij werd niet wijzer. Mol werd ziek. Een collega zei: „M'n beste vrind, ik moet je raaien, Je studie, je boeken en je plannen d'r bij, Voor 'n maan dj en of zes te laten waaien. Ga naar Zandvoort, gebruik de baaien Zoo gauw als je eenigszins kan, versta je?" De Dokter is toen naar Zandvoort getogen Met pak en met zak, zoo gauw als i kon, Om daar zijn geiser te laten verdrogen, In de warreme wind en de heete zon. En werkelijk een paar mooie weken, Was Elias Mol zijn vreugde groot; Want ziet, zijn dunne, magere, bleeke Wangen, werden weer bol en rood. Op een keer dat Mol zoo langs het strand, Op zijn dooie gemak te wandelen liep, Met zijn neus in den wind en z'n hoed in zijn hand, Zich heerlijk verkwikt' en een luchtje schiep, Zag hij uit de schuimende, klotsende baren Een rare gedaante te voorschijn treden; Een rilling is door zijn leden gevaren, Een rilling voer hem door zijn leden. Mol die was niet op zijn gemak, Hij was bedeesd, dat was zijn zwak, De geest was de eerst', die 't zwijgen verbrak En vriendelijk tot den Dokter sprak. De geest was bizonder welbespraakt, En Mol is weer op streek geraakt.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1936 | | pagina 2