Electrisch autorijden,
de verrassing van Haarlem.
OVER ADVERTEEREN
e
Open de deur voor ^eerlands Zuivel
Haarlem's Kunstbezit.
De Avonturen
van Dr. Mol.
W O E N S D. A c 23 M A A R T-1936
Voor 60 naar Den Haag
Een simpel regeltje in een oud.
jaarboekje der stad Haarlem., ver
meldt. dat de gemeenteraad op 29
Maart 1911 aan de maatschappij
Atax vergunning verleende tot sta
tioneering van electrische auto's en
dit eene regeltje kan heel wat herin
neringen wakker roepen.
Deze vergunning had nog niet tot onmid
dellijk gevolg dat onze stad de vervaarlijke
taxi's rijk werd. Want er is nog wel eenige
tijd overheen gegaan, voor en aleer de electri-
iche monsters door de stad sjeesden.
Welzeker monsters waren het in de oogen
▼an het publiek, moordenaars werden ze ge
noemd en men moet eens hooren wat di
chauffeurs vertellen, die het begin van deze
snelle stadstractie hebben beleefd.
„Als u kans ziet mijn verloofde in dat din;
te krijgen", aldus sprak de jongeman tot den
chauffeur op het Plein, „dan wil ik best een
ritje door de bollenvelden maken."
Maar de verloofde wilde niet. Zij was sinds
heugenis met een paard voor een wagen door
de bollenvelden gereden en dan ga je maar
niet zoo één, twee drie in een moordenaar
zitten!
Tenslotte is het er toch van gekomen even
als met het bruidspaar dat door een vriend
een groote verrassing was bereid. De vriend
had «namelijk een taxi gestuurd, waarschijn
lijk om dan moeilijken gang naar 't stadhuis
Ietwat te bespoedigen. Het resultaat was
echter bedroevend, want de opgewonden toe
komstige echtgenooten hebben eerst een
uur gedelibereerd of het wel wenschelijk was
met zoo'n gevaarlijk ding ten stadhuize te
gaan.
Langzamerhand echter raakte het publiek
aan het monster gewend en hoe langer hoe
meer werd er gebruik van gemaakt. Hetgeen
enorme sommen gelds heeft gekost
Want een ritje naar Amsterdam kostte
gauw twaalf gulden en dat was dan nog in
den goedkoopen tijd. De dure tijd begon pas.
toen alles duur werd, namelijk na 1914 en
t-oen was men gemakkelijk het dubbele kwijt
of misschien zelfs wel f 3-0 wanneer de plaats
van bestemming een beetje diep de hoofdstad
in was.
En een tochtje naar Den Haag kostte m
deze dagen heelemaal een kapitaal, want toen
Lang-ademige rechtszaak.
Ex-architect van Huizen
staat terecht.
Thans anderhalf jaar gevangenisstraf
geëischt.
Het Gerechtshof te Amsterdam zette Dins
dagmiddag de behandeling voort van de
strafzaak tegen den ex-gemeente architect
van Huizen, C. M., die op 24 October 1934
door de rechtbank te Amsterdam was vrijge
sproken van de hem tenlaste gelegde valsch-
heid in geschrifte.
Hem was ten laste gelegd, dat hij op of
omstreeks 9 Febr. 1931 door den boekhouder
der gemeente een certificaat van betaling
had doen opmaken of vervalschen, waarin
den kassier van het bedrijf van openbare wer
ken werd opgedragen aan gebroeders Loodsma
te Amsterdam uit te betalen de som van
f 13S4 wegens levering van 62000 straatsteenen
Op 9 Febr. zou verdachte dit certificaat ter
uitbetaling hebben aangeboden of doen aan
bieden en hij zou het stuk voorzien hebben
van de volgende verklaring: „bovenstaand be
drag door mij ontvangen den 9en Februari
1930" en onderteekend hebben met den naam
P. Loodsma. Bij een onderzoek, dat te Huizen
had plaats gehad, bleek dat of de 62.000
steenen verdwenen, of nooit geleverd waren,
zoodat de f 1364 aan „P. Loodsma", den
schipper, die de steenen zou geleverd hebben,
ten onrechte zouden zijn uitbetaald.
Doch deze schipper Loodsma is ook bij
herhaalden politieoproep onvindbaar gebleven
bovendien bleek de haven van Huizen op den
dag door verdachte opgegeven als dag van
aanvoer met ijs bedekt te zijn geweest. Het
„spookschip" was en bleef zoek.
De verdachte hield zoowel voor Rechtbank
als Hof zijn onschuld vol, hij ontkende een
valsche handteekening te hebben gezet, in
tegenstelling met de verklaring van de
schriftkundigen, dr. J. Schrijver en den heer
S. Visser. Loodsma zou hij toevallig in een
café hebben ontmoet en deze zou hem 60.000
steenen leveren voor f 22 de duizend, vrij
van havengeld, franco op den wal.
In hooger beroep eischte de procureur-
generaal een gevangenisstraf van anderhalf
jaar wegens het doen opmaken van een
valsch geschrift en het gebruikmaken daar
van.
Op 16 Mei 1935 gelastte het Hof bij inter
locutoir arrest een nieuw onderzoek, dat
plaats had op 5 Juni. Het O.M. persisteerde
bij zijn eisch. Wederom echter wees het Hof
een interlocutoir arrest: de zaak werd terug
gewezen naar den rechtercommissaris voor
het doen van een onderzoek naar de gronden
van het rapport Boomsma. De heer Boomsma
had een rapport uitgebracht over het aantal
verwerkte steenen.
Dinsdag vervolgde het Hof de behandeling
van deze langdurige affaire.
De procureur-generaal requireerde wegens
valschheid in geschrifte, meermalen gepleegd,
en wegens gebruikmaken van het valsche ge
schrift een gevangenisstraf van anderhalf
jaar met bevel tot gevangenneming bij het
uitspreken van het arrest.
De verdediger concludeerde tot vrijspraak.
Arrest 7 April.
een chauffeur, thuiskomende slechts f 45 af
droeg, omdat de klok niet meer had aange
wezen merkte de baas op, dat een ritje naar
Den Haag ten minste f 60 moest kosten.
Boven op den bok.
Toch moet zoo'n atax-ritje vroeger wel een
pretje zijn geweest voor velen, want er werd
hoe langer hoe meer gebruik van gemaakt.
Althans een pretje voor de reizigers, want voor
den chauffeur was het allerminst aangenaam
werk. Gelijk een koetsier zat de chauffeur
boven op den bok, blootgesteld aan alle regens
en winden, waarmee ons vaderland de chauf
feurs regelmatig zegende. Regende het een
beetje flink door, dan zat de man op den bok
spoedig in een grooten regenplas, dank zij
de kussens, die uiteraard na verloop van een
tijd een holte vormen. En als het vroor was
het buiten heelemaal niet uit te houden, wan
neer men slechts denkt dat'de wagens zelfs
een snelheid van ruim vijftig kilometer kon
den halen.
Een hagelbuitje beteekende iets verschrik
kelijks en met de hand voor de oogen moest
de chauffeur verder rijden.
Gelukkig was de man, die ook werkelijk ver
der kón rijden, want een electrische auto stel
de hooge eischen. De twee accu's, die telkens
verwisseld moesten worden, wanneer ze uit
geput waren, werden met een kraan in de
auto geplaatst. Dit laat zich begrijpen, wan
neer men weet dat de gevaarten 350 kilo wo
gen en een afmeting hadden van een behoor
lijke tafel, wat de oppervlakte betrof.
Met deze accu's kon men ruim 50 of 60 ki
lometer rijden. Waren deze afgelegd, dan
moest de chauffeur nieuwe accu's halen. Doch
tevens had hij de verplichting de accu's „leeg"
te rijden, zoodat het gebeuren kon dat aan
het Haarlemsche station vijf taxi's stonden,
die alle een vrachtje naar Bloemendaal
moesten weigeren, omdat er nog maar een
paar kilometers in hun accu's zaten
Een ander geval is dat van den chauffeur,
die thuiskomende van Leiden, bij Benne-
broek maar van de bok stapte, omdat dit voor
de atax een welkome verlichting beteekende,
waarna de chauffeur, naast den wagen loo-
pende met één hand aan het stuur, de atax
huiswaarts geleidde, gelijk men heden nog een
paard naar stal zou brengen.
Zoo zijn er nog duizend en een'herinnerin
gen: van de paarden die de wagens als doods
vijanden beschouwen en terecht, want waar
ziet men nu nog een rijtuig met paard), van
de fooien, die vroeger rijkelijker waren dan
nu, nu de ritjes vaak slechts 20 eenten kos
tenVan het wiel met acht standen, dat
gelijk bij de tram, den stroomtoevoer regelde
en als rem kon dienen tevens, van alles waar
mee de hooge bok-atax met dé band-voorop
aan kan herinneren.
29 Maart 19*11 gaf de gemeenteraad de eer
ste vergunning.
En dacht er niet aan, dat er later nog eens
een snor-probleem kon ontstaan en nog zoo
vele andere moeilijkheden, die aan de taxi
bedrijven eigen zijn.
Geven geadverteerde
goederen waarborg
IV.
Alleen dan, wanneer een artikel buitenge
woon goed is en volkomen berekend om op
loyale wijze te concurreeren met al de andere
producten op de markt, zal het publiek het
b 1 ij v e n koopen.
Koopt men niet meer dan eens, dan kan de
fabrikant of winkelier onmogelijk blijven
adverteeren.
Wanneer U deze twee feiten tezamen be
kijkt, wordt het duidelijk, dat U door bij ge
regelde adverteerders te koopen de beste
waarborg geeft voor degelijke artikelen van
blijvende waarde.
Gelijk gezegd: Deze regelmatige adverteer
ders stellen hun goederen of zaken voortdu
rend aan een algemeene critiek bloot. Zij heb
ben een kostbare reputatie hoog te houden!
U zult dan ook zien dat alle degelijke artikelen
jaar in jaar uit regelmatig geadverteerd
worden.
Een voorbeeld ter verduidelijking:
Er was eens een tabaksfirma, die trouw ad
verteerde. Zij bezat zelf tabaksplantages doch
de directie constateerde dat de oogst van een
bepaald jaar beneden het normale kwaliteits
peil was uitgevallen. Hoewel dit met hooge
kosten gepaard ging, was men toch zoo ver
standig elders een verschen voorraad te
koopen.
Het ware dan ook wel zeer kortzichtig ge
weest den goeden naam en faam van een zaak
door een tijdelijke omstandigheid in de waag
schaal te stellen.
De reputatie van een firma is veelal het
kostbaarste bezit, ofschoon men deze post zel
den of nooit op de inventaris van een zaak zal
aantreffen.
Een bezit, opgebouwd gedurende een reeks
van jaren, kan zeker het gevolg zijn van een
verstandige advertentiepolitiek. De firma's
die zulk een politiek volgen, kunnen het niet
riskeeren, minderwaardig materiaal aan de
markt te brengen.
En de afnemer mag óók niets riskeeren: hij
koope dus geen onbekende artikelen bij onbe
kende zaken.
Een verstandige advertentiepolitiek dient
systeem te bezitten In een advertentie moet
met overleg een sprekende inhoud worden
vastgelegd.
Duidelijk, overzichtelijk, suggestief moet zij
zijn.
't Is verwonderlijk te zien, hoeveel gunstiger
de resultaten onmiddellijk uitvallen, wanneer
met werkelijk juist inzicht de advertenties
worden opgesteld. Gelukkig kunnen wij ten
deze reeds veel verbetering bespeuren, maar
voor velen ligt hier nog een terrein dat hun
voordeelen kan brengen, volkomen open!
Een halve eeuw geleden
Uit Haarlem's Dagblad van 1886.
25 Maart:
Gisteren is door B. en W. alhier aan
besteed: het maken en aanleggen van
een ijzeren draaibrug met gemetselde
landhoofden, pijler en vleugelmuren,
over het Spaarne, ter vervanging van
de bestaande Melkbrug. (Raming
ƒ54.700). Hiervoor zijn 8 inschrijvingen
ingekomen, waarvan de laagste ad
/52.71Q van den heer G. P. J. Beccari,
alhier, aan wien het werk is gegund.
Geen annuleering van melk
poedercontracten.
Meelcentrale zit zelf gebonden
aan contracten.
Moeilijkheden veroorzaakt door prijsstijging
ondermelkpoeder.
Ons wordt gemeld, dat de aangelegenheid
der annuleering van melkpoedercontracten
van de Nederlandsche Zuivelcentrale in het
afgeloopen jaar zich als volgt heeft toege
dragen.
Ten einde den prijs van de ondermelk te
steunen en tevens een stimulans te vinden,
om de kaasproductie eenigszins te beper
ken, heeft de Ned. Zuivelcentrale het vorige
jaar een aantal contracten afgesloten met
zuivelfabrieken, onder goedkeuring der re
geering, die zulks wenschten, voor levering
van melkpoeder tegen een prijs van f 7 per
100 KG. Op verzoek van de Zuivelcentrale
heeft de Nederlandsche Meelcentrale, die
meer direct in contact staat met de beoogde
afnemers van melkpoeder (veevoederhande
laren en bereiders van mengvoeder voor
pluimvee) toen den verkoop van de gecon
tracteerde poeder ter hand genomen. Deze
transactie leverde natuurlijk verlies op, om
dat een hoogere prijs voor de melkpoeder aan
de zuivelfabrikanten moest worden gegeven,
dan van de afnemers kon worden terugver
langd, Ware dit niet het geval geweest, dan
zou de normale handel zich natuurlijk wel
op dit artikel hebben geworpen en ware tus-
schenkomst der centrales niet noodig ge
weest.
Hieruit volgt uitdrukkelijk, dat de operatie
alleen maar zoolang en zoover zou worden
voortgezet, totdat het doel, dat men zich voor
oogen stelde, bereikt was, met andere woor
den, totdat de zuivelfabrikanten geen prijs
meer zouden stellen op afkoop van melk
poeder.
Oorspronkelijk was het plan, 5000 ton over
te nemen. Toen het scheen, dat deze hoeveel
heid bereikt zou worden, is machtiging ge
geven eventueel verder te gaan. De verkoop
van de melkpoeder ging tegen den vastge-
stelden prijs allerminst vlot.
Toen bleek, dat enkele fabrikanten de con
tracten, die zij gesloten hadden, wenschten
te annuleeren en de overeenkomstige hoe
veelheden nog niet waren verkocht, kon de
Meelcentrale daartegen geen enkel bezwaar
hebben, dit kon voor de Zuivelcentrale, resp.
het Landbouw-Crisisfonds, alleen maar een
financieel voordeel opleveren.
De aanvragen tot annuleering zijn dan
ook ingewilligd, maar met de annuleering
kon niet verder worden gegaan dan tot aan
de hoeveelheid der contracten, die de Meel
centrale met de afnemers had gesloten. Toen
deze hoeveelheid bereikt was, moest de an
nuleering worden stopgezet.
De aangevraagde annuleeringen zijn in
chronologische volgorde afgewerkt en de na
2 September 1935 binnengekomen aanvragen
moesten afgewezen worden. Toen daarna de
prijs van de ondermelkpoeder aanmerkelijk
steeg, ontstond er natuurlijk bij degenen, die
nog leveringsplicht hadden, sterke neiging
om ook te annuleeren.
Na overleg met de Nederlandsche Zuivel
centrale, welk overleg - door omstandigheden,
eenigszins vertraagd werd, heeft de minister
evenwel gemeend, de verdere annuleering
niet te kunnen goedkeuren, maar degenen,
die de verplichting tot levering hadden aan
gegaan, aan deze verplichting te moeten
houden.
Aan de Nederlandsche Zuivelcentrale, de
contractante, is nu opdracht gegeven, deze
verplichting te doen uitvoeren.
(A.N.P.)
BURGEMEESTERS.
Bij K. B. is aan F. P. Bruysten op zijn ver
zoek met ingang van 1 Mei a.s. eervol ontslag
verleend als burgemeester der gemeente Stein.
1NEERLANDS ZUIVEL VOEDT U GOED! i
(Adv. Ingez. Med.)
De nieuwste aanwinst: een fraaie
Wijbrand Hendriks in het Frans
Halsmuseum.
Sinds eenigen tijd is op de bovenzaal van
ons museum de schilderij van Wijbrand Hen
driks geplaatst, waarvan wij hierbij een re
productie geven. Ze werd aangekocht door de
vereeniging ter uitbreiding van de verzame
ling der gemeente en, hoewel de schilder zoo
wel in Teyler als in het Frans Halsmuseum
aardig vertegenwoordigd is, geloof ik dat met
dit zeer aantrekkelijk Burger-interieur toch
wel de interessantste W. Hendriks zijn intree
gedaan heeft.
Wij hebben in deze rubriek reeds een paar
malen werken van den schilder besproken: het
gezicht op het Spaarne, uit Teyler; het feest
op de Groote Markt, uit het Museum; een
paar zeer knappe portretten bezit de ge
meente ook van hem, doch dit genrestukje
completeert een en ander wel heel gelukkig.
Het typeert wel zoo buitengewoon goed den
tijd waarin het onstond en daar het zulke
uitmuntend picturale eigenschappen bezit,
wekt het onze belangstelling voor die periode
nog te meer op. Hendriks zal wel veel van
den achttiende-eeuwer Chardin gehouden en
den Delftschen Vermeer met meer dan ge
wone belangstelling bestudeerd hebben. Daar
is iets in de schildering van den achterwand,
wtfirtegen het stroohoedje' met de blauwe
linten gehangen is, dat aan Vermeer herin
nert en het groene speldkussen dat voor de
ijverig bezige juffrouw op tafel ligt mag dan
niet zoo briljant van kleur zijn als het kant
kussen van Vermeer's schilderij in den Louvre,
er is een bepaalde overeenkomst in de gene
genheid, waarmee beide voorwerpen in het
kleurensemble zijn ingelascht. Zien wij eener
zij ds hoe een schilder als Hendriks aan zijn
voorgangers verbonden is, in de schildering
van rok en kleedje der kousenstopster zijn al
qualiteiten te vinden, die wat later bij een
Bakker Korff zullen opduiken. Hendriks
staat juist tusschen twee groote perioden in
en geen zijner in Haarlem aanwezige schil
derijen vertoont dat duidelijker dan deze
nieuwe aanwinst.Met den ingedommelden man
op den voorgrond toont Hendriks welk een
goed figuurschilder en portrettist hij zijn kon.
Feitelijk staat deze figuur een beetje in con
trast tot den overigen inhoud der voorstelling,
ja, men zou bijna van tweeërlei schilderij in
dit ééne kunnen spreken. Er is in de verhou
dingen iets dat doet vermoeden dat het werk
in twee stadia gecomponeerd is, waardoor
ook de sterke tegenstelling in de belichting
het mannenlijf geheel in toon, het vrouwtje
in het volle licht verklaard wordt. Dat het
geheel, ondanks dat alles, zoo harmonieus ge
bonden is, pleit alweer voor Hendriks' knap
heid en kunde.
Daarvan kan men zich ook in de détails
overtuigen. De handen van den man die op
het prachtig de stof uitdrukkende schootsvel
liggen zijn knap en expressief geschilderd;
bezigheid en aandacht van het stoppende
vrouwtje zijn uitmuntend, alleen in het ge
opende mondje der vrouw heeft Hendriks
even een steek zijner accuratesse laten val
len: dat is een hakig visschenbekje gebleven,
waaraan schijnbaar de laatste afronding ver
geten is. Aardig en breed gezien is al de wijze
waarop het witte gordijntje over het geopen
de venster geslagen is, en leuk is het toege
ven aan die oude aardigheid een spijker in
den muur zóó natuurlijk te willen schilderen,
dat ge hem met een nijptang er uit zoudt
willen halen, daar hij toch geen dienst doet.
Over Wijbrand Hendriks' leven (1744-1831)
hebben wij in April van het vorige jaar het
een en ander verteld, dat nu geen herhaling
behoeft. Hij was jarenlang custos van de
kunstverzamelingen van Teyler geweest toen
hij op zijn 75e jaar voor dat ambt bedankte
en daarna nog een dozijn jaren rustig bleef
schilderen. Wij missen hem nu in de open
bare verzamelingen alleen nog maar als
landschapschilder. Ik kan mij geen landschap
van hem herinneren,
-q doch hij moet er in
Ede, voor zijn komst
naar Haarlem verschci
dene geschilderd heb
ben.
Wanneer wij nu ons
Haarlemsch bezit aan
Hendriks'en overzien
dan krijgen wij een
beeld van zijn veel
zijdigheid en van zijn
xeteekenis voor zijn
lagen. Naast de por-
retten, het kleine
cerkinterieur, het fi-
i uurstuk met de Markt
m het gem*e schilderij,
die alle in het Frans
Halsmuseum te bewon
deren zijn, completeert
Teyler het overzicht
nog met een bloemstuk
een wildstilleven en 'n
ander interieur met
ezende vrouw. Met
vat er in Rijksmuseum
en elders nog van hem
oewaard wordt krijgt
men langzamerhand
voldoende materiaal
om een curieus schil
dersleven samen te
stellen uit een tijd
die steeds meer de
herleefde aandacht op
vraagt.
H. DE BOIS.
Dit zijn d'avonturen van Dokter Mol.
Grooten en kleinen wilt mij aanhooren-
Goed was zijn hart en helder zijn bol,
In Haarlem was de dokter geboren,
Hem waren vreemde dingen beschoren,
En, hij woonde op de Kouden Hoorn.
Zijn oordeel was immer wijs en vroed,
Zacht en edel zijn gemoed.
Wanneer hij de menschen ruzie zag maken
Iets dat men helaas zoo vaak ziet gebeuren'
Wanneer ze elkander den schedel braken
Eikander de kleeren trachtten te scheuren
Danvoelde de dokter het harte zich
bloeden*
Het griefde hem diep, och 't deed hem
zoo zeer
En 't sloeg het brave gemoed van den
Soeden
Dokter Elias Mol terneer.
Dan klonk het van uit zijn nobel hart:
„Ach kon ik den menschen
verdraagzaamheid leeren
Dit tranendal zou in een hemel verkeeren'
Vrij van ellende en vrij van smart."
„Ach, dat ik de menschen bekeeren kon.'
De dokter peinsde, de dokter zon
Van 's morgens vroeg tot laat in den nacht,
Maar hoe hij ook peinsde en hoe i ook dacht
't Heeft allemaal niet mogen baten,
't Heeft Dokter Mol even wijs gelaten.
Maarjuist toen de nood het hoogst
was gestegen,
Heeft Dokter een' goeden inval gekregen.
„De menschen," sprak Mol, „zijn bekrompen
en klein,
Stijfhoofdig, zelfzuchtig en idioot,
En tegen den tijd dat ze wijzer zijn,
Dan worden ze oud en dan gaan ze dood.
Wanneer ik nu slechts een manier kon
ontdekken,
Die 't menschelijk leven een beetje kon
rekken,
Z' als 't ware den klauwen des doods
onttrekken
En eeuwige frissche jeugd verwekken,
Dan zou de wijsheid hier opgedaan,
Niet voor het nakroost verloren gaan.
„Levens Elixer" is daarom het doel,
Waarnaar ik onvermoeid wil streven,
Het eenige waar ik ambitie voor voel,
Het eenige middel, dat uitkomst kan geven."
Mol is toen aan 't studeeren gegaan,
Hij liet er zijn boterham dikwijls voor staan.
Hij ging aan 't lezen en las en las,
En bleef net zoolang lezen, totdat zijn bol
Tot berstens toe overladen was,
En op onrustbarende wijze zwol.
Het bruiste en borrelde in zijn brein,
En schuimde en kookte gelijk een geiser,
Maar dokter, die scheen niet veel verder
te zijn,
Hij schoot maar niet op en hij werd niet
wijzer.
Mol werd ziek. Een collega zei:
„M'n beste vrind, ik moet je raaien,
Je studie, je boeken en je plannen d'r bij,
Voor 'n maan dj en of zes te laten waaien.
Ga naar Zandvoort, gebruik de baaien
Zoo gauw als je eenigszins kan, versta je?"
De Dokter is toen naar Zandvoort getogen
Met pak en met zak, zoo gauw als i kon,
Om daar zijn geiser te laten verdrogen,
In de warreme wind en de heete zon.
En werkelijk een paar mooie weken,
Was Elias Mol zijn vreugde groot;
Want ziet, zijn dunne, magere, bleeke
Wangen, werden weer bol en rood.
Op een keer dat Mol zoo langs het strand,
Op zijn dooie gemak te wandelen liep,
Met zijn neus in den wind en z'n hoed in
zijn hand,
Zich heerlijk verkwikt' en een luchtje schiep,
Zag hij uit de schuimende, klotsende baren
Een rare gedaante te voorschijn treden;
Een rilling is door zijn leden gevaren,
Een rilling voer hem door zijn leden.
Mol die was niet op zijn gemak,
Hij was bedeesd, dat was zijn zwak,
De geest was de eerst', die 't zwijgen verbrak
En vriendelijk tot den Dokter sprak.
De geest was bizonder welbespraakt,
En Mol is weer op streek geraakt.