Werkzaamheden op Schiphol.
DE GOUDEN BRUG.
In de St. Laurenskerk te Rotterdam wordt een groot podium gebouwd voor de uitvoering der Mattheus Passion op De bouw van het nieuwe restaurant op Schiphol vormt een belangrijk onderdeel van de uitbreidingswerk-
Donderdag en Vrijdag a.s. zaamheden aan de Amsterdamsche luchthaven
President Lebrun woonde te Parijs het jaarlijksche feest der
Fransche provincies en der koloniën bij
Op het strand te Scheveningen is men druk bezig met het verspreiden van het zand dat zich langzamerhand tot een grooten berg
had gevormd. Met kipkarren worden de zandmassa's vervoerd
Een typisch kijkje op het constructiewerk van de
nieuwe pier te Vlissingen, die nagenoeg gereed is
en een attractie belooft te worden voor de badgasten
Nabij de historische wallen van Brussel is bij graafwerk een
groote onderaardsche zaal blootgelegd, welke vermoedelijk
afkomstig is van een klooster uit de dertiende eeuw
De ruïne na den brand, die het hoofd
gebouw der veilingvereeniging „Over
Betuwe te Eist geheel verwoestte
Koning Gustaaf van Zweden is eere
burger van de stad Nice geworden.
De Koning tijdens zijn dankrede
FEUILLETON
ROMAN VAN HANNO PLESSEN.
(Nadruk verboden)
25)
Het epistel, dat zij Therese ter bezorging
heeft gegeven, luidt:
Zeer geachte Heer Szartossy,
Gun mij s.v.p. een der eerste dagen van
het nieuwe jaar, dat U alles goeds moge
brengen, Uw zeer gewaardeerde bezoek en
ontvang intusschen mijn hartelijken dank
voor de mooie bloemen.
Met vriendelijke groeten,
RENATE LIEN.
Met Wolfgang Lien heeft zij elk jaar een
allergenoegelijksten Oudejaarsavond in uitge
laten vroolijkheid gekend. Zonder hem bestaat
er voor Renate niets anders meer dan de
jaarlijksche balans. Een diepe weemoed,
die langzamerhand haar innige smart om den
doode heeft vervangen, beheerscht, haar
denken.
Sylvester Vonberg weet al lang niet meer
waar hij zich bevindt en hoe lang hij reeds
doelloos door het wintersche landschap dwaalt
zonder op den weg te letten.
Mechanisch en zonder bepaald overleg was
zijn handelen geweest van het oogenblik af,
waarop hij Hotel Iglerhof verliet en den direc
teur de paar regels deed toekomen, welker ge
forceerd cynisme ten doel had alle eventueele
ophef over zijn plotselinge verdwijning reeds
bij voorbaat in de kiem te smoren.
Nu kan hij er zeker van zijn, dat men van
daaruit niet naar een verongelukte zal zoe
ken, noch een oplichter zal vervolgen, maar
dat eenvoudig meneer Vonberg van Kamer
65 als vertrokken zal worden afgeschreven en
daarmee tot de orde van den dag zal worden
overgegaan.
Vragen zal wel niemand naar hem, noch
in het hotel, waar hij den laatsten, korten,
zalig-onzaligen tijd heeft doorgebracht en
evenmin elders in het leven. In de heele
wijde wereld is geen sterveling, die zich voor
zijn verblijf interesseert. Nergens ontstaat
een hiaat, als hij verdwijnt. Bitter, wel zeer
bitter is deze erkenning voor een drie-en-der-
tig jarig zeer begaafd mensch, die voor het
eerst in zijn veelbewogen leven tegenover
zichzelf eerlijk rekenschap aflegt van zijn
daden en daarmee zijn eigen vonnis velt.
Zooals men zich in belangrijke ©ogenblik
ken van het leven plotseling een of andere
kleinigheid uit vroeger dagen herinnert, zoo
komt Sylvester nu een avond uit zijn ver
lovingstijd voor den geest. Een avond, welke
hij in gezelschap van eenige vrienden en ken
nissen in Monika's salon heeft doorgebracht.
Als een film rolt de scène voor hem af, dui
delijk openbaart zij zich in de duisternis van
het bosch
Hij ziet het blonde poppengezicht van zijn
verloofde en de scherpe gelaatstrekken van
haar oom, den beroemden musicus. Hij hoort
de warm getimbreerde stem van de vrouwe
lijke medicus, dr. Agnes Schirmer in een
levendig dispuut met den Officier van Justi
tie, von Lingen. Hij voelt den onderzoekenden
blik van Dettenborn, den bekenden tooneel-
schrijver, ja, hij ruikt zelfs het sterke par
fum, een mengsel van Chypre en Peau d'Es-
pagne, dat Blandine Steeg, Monika's excen
trieke vriendin placht te gebruiken.
Men filosofeerde over den zelfmooi'd in het
algemeen. Levensmoeheid was het thema,
waarover deze zorgeloos tevreden mcmschen
na een voortreffelijk diner van gedachten
wisselden. Er hadden zich twee partijen ge
vormd, welke twee geheel verschillende mee
ningen vertegenwoordigen. Een uitvloeisel
van jammerlijke lafheid •noemde de eene
groep het, een bewijs van bovenmenschelijken
moed, zei de andere. Zij spraken erover als
de blinde over een kleur, de millionnair over
hongeren. zij hadden toch allen on
gelijk.
Dat wordt Sylvester Vonberg op dit oogen
blik volkomen duidelijk. Uit bittere ervaring
en door eigen gevoelens weet hij het nu beter.
Eerst nu beseft hij, dat het niet meer willen
leven voortkomt uit de diepste moedeloosheid.
Maar moedeloosheid is niet hetzelfde als laf
heid. Moedeloosheid is een gebroken moed,
een oneindige vermoeidheid, die allen weer
stand verlamt. Zij getuigt van een diepe te
leurstelling in het bewustzijn van den een
zame, die zich door niemand bemind voelt.
Want de oorsprong van alle bestaan is liefde
en slechts beantwoorde liefde geeft de kracht
het leven, dat tot een last is geworden, te
verdragen.
Evenzoo plotseling als de scène in Monika's
salon voor Sylvester's geestesoog is opge
doken, zoo snel is zij ook weer verdwenen om
plaats te maken voor andere herinneringen
uit het verleden. De beelden veranderen als in
een kaleidoscoop, zij rijen zich aaneen in
bonte afwisseling, maar, zonder innerlijke
waarde, vermogen zij op dit oogenblik zijn
gewond gemoed niet te heelen.
Traag sleept hij zich voort, zich geleidelijk
overgevend aan een snel opkomende ver
moeidheid, tot hij eensklaps een lichtschijnsel
ontwaart.
Een oogenblik blijft hij staan; dan gaat hij
een paar schreden terug om zich in het bosch
te verbergen. Want op de vrije helling staat
een huis, waarvan de verlichte vensters de
aanwezigheid van menschen verraden. En
menschen wenscht Sylvester Vonberg op dit
oogenblik tot eiken prijs te vermijden.
Aan den voet van een spar zoekt hij een
plaats in de zachte witte sneeuw. Hij leunt
het hoofd tegen den stam in een gevoel van
weldadige ontspanning en staart omhoog
naar den helderen sterrenhemel.
De diepe, schier heilige stilte van den
maannacht vindt ingang in zijn gemoed.
Langzaam maakt hij zich los van al het
aardsche
Geleidelijk verliezen zijn, door den vorst
verstijvende ledematen elk physiek gevoel
Een plotselinge windvlaag schudt de
sneeuw van de takken. Zij verstuift en valt
omlaag op Sylvester's bleek gelaat. Hij sluit
zijn oogen. Zijn laatste bewuste gedachte
zoekt God. Den God van zijn kinderjaren, tot
Wien zijn moeder, een vrome boerin, hem ge
leerd heeft te bidden.
De draad breekt af.
„JohannaJo.dringt het zich plot
seling onweerstaanbaar aan hem op.
Gedachten en gevoelens vloeien ineen.
Vijf minuten voor twaalf wijze de kunstig
bewerkte wijzers op Renate's oud Weensche
pendule. De, uit den zestiger jare, van de
hand van meester Lorenz Resch stammende
klok, is een oud erfstuk van de familie Royter.
Het verloop van den tijd van Renate's
kinderjaren heeft deze klok gemeten en ge
regeld. Daarna heeft zij de jonge vrouw ver
gezeld in de woning van Wolfgang Lien, waar
zij louter gelukkige uren heeft geslagen. Op
het oogenblik, waarop de dood deze aan het
aardsche leven onttrok, heeft het uurwerk
zijn regelmatig werk plotseling gestaakt.
Sindsdien heeft Renate's levende en ontvan
kelijke fantasie de pendule een soort van
leven en bewustzijn gegeven. Zij leende haar
zoo te zeggen een stukje van haar ziel en gaf
haai" daarmee in zekeren zin de mogelijkheid
zich met haar te onderhouden. En zoo is dan
de oude klok eigenlijk een deel van haar eige
nares geworden en neemt zij een soort eere
plaats in de Lantaarn in.
Tik-tak, tik-tak, gaat onophoudelijk de
slinger in korte, elkaar steeds gelijkblijvende
tijdsafstanden.
Renate overziet het verleden en richt haar
blik op de toekomst, waarmee zij eigenlijk
eveneens heeft afgedaan en waarvan ze in
het diepst van haar ziel toch niet meer ver
wacht.
„Verrassingen kan het nieuwe jaar ons toch
niet meer brengen", zegt ze, uit haar over
peinzingen ontwakend, halfluid tot de oude
pendule, terwijl ze het langzame voortglijden
van de wijzers gadeslaat.
Twaalf uur! Het fijne slagwerk begint het
juist beëindigde laatste uur van het oude
jaar aan te kondigen....
Renate opent het raam. Het gelui der klok
ken van de omliggende dorpskerken vermengt
zich met de slagen van de oude pendule.
Plechtig klinkt dat in de stilte van den nacht.
Bella spitst haar ooren. Met de voorpooten
op de vensterbank geleund, kijk zij vol ver
wachting naar haar meesteres op. Instinctief
gevoelt zij het bijzonder karakter van dit
oogenblik.
Renate knikt den hond toe en haalt haar
mantel en shawl
De dog antwoordt met een uitbundig ge-
kwispel van zijn staart en sleept haastig
Renate's warme overschoenen aan.
Als zij kort daarop het huis verlaat, blijft
Bella dicht aan haar zijde.
Langzaam loopt Renate om haar woning
heen en vervolgens door de sneeuw naar de
zoom van het bosch
De echo der bergen weerkaatst het gebeier
van de klokken, die het nieuwe jaar inluiden.
„Sylvester", denkt Renate en zij glimlacht
weemoedig.
•{Wordt vervolgd)