Vijf dooden door het zware onweer. Crediet voor werkverruiming goedgekeurd. Bliksem op vele plaatsen ingeslagen Bijna overal zeer hevige regenval. De Johannes-Stichting te Nieuwveen. Handelshoogescholen krijgen wettelijken grondslag. Eveneens faculteit der econo mische wetenschappen te Amsterdam. Een halve eeuw geleden Uit Haarlem's Dagblad van 1886. Goudvoorraad Ned. Bank vermeerdert. Debatten over de werkwijze van het werkfonds. Kolenconventie in het geding. Het contingent dienst plichtigen. WOENSDAG 8 J U E I 1936 Evenals vorige week heeft ook nu weer het onweer, dat Dinsdag middag over een groot deel van ons land heeft gewoed, verschillende menschenlevens geëischt. In Bergschenhoek werd een tuindersknecht tijdens zijn werkzaam heden in den tuin door den bliksem getroffen en op slag gedood. In Amsterdam-Noord, nabij Durgerdam, schuilden een man met zijn vrouw en een neef, in het veld voor het hevige onweer. De man werd door den bliksem getroffen en op slag gedood; de vrouw en de neef kregen ernstige brandwonden, in ïonkersland werd een veehouder doodelijk door het hemelvuur getroffen en eenzelfde lot ondergingen een vee houdersknecht uit Kortezwaag en een elfjarige jongen te Alem. Stagnatie veroorzaakt. Te Durgerdam is de 28-jarige heer Krul uit de Commelinstraat te Amsterdam, die op het z.g. „Blauwe Hoofd" bij Durgerdam met zijn vrouw en een neef schuilde voor den hevigen regenval gedood. Zijn twee metgezellen verloren het bewust zijn door toepassing van kunstmatige adem haling konden de levensgeesten weer spoedig worden opgewekt. Het drietal was op het Buiten-IJ gaan zwemmen, toen zij door het onweer overvallen werden. Zij kleedden zich aan en zochten in een kuil op den dijk een schuilplaats, terwijl zij als dekking een regenjas over zich heen trokken. Een hevig noodweer barstte los en op een gegeven oogenblik sloeg de bliksem vlak achter hen in den grond. Waarschijnlijk tengevolge van den luchtdruk verloren alle drie het be wustzijn. Een eindje verder op zaten in een kuil elf andere personen te schuilen. Zij ble ven allen ongedeerd en kwamen onmiddellijk het drietal te hulp. Onder hen bevonden zich leden van de Amsterdamsche Reddingsbrigade, die dadelijk begonnen kunstmatige ademha ling toe te passen. Later arriveerde ook ge neeskundige hulp. Bij de vrouw en de neef werd de kunstma tige ademhaling met succes toegepast. De man bleek echter overleden te zijn. De 27-jarige tuindersknecht A. A. Langeveld te Bergschenhoek werd tijdens zijn werkzaam heden in een tuin door den bliksem getroffen en gedood. De man laat een vrouw en kind achter. Te Kortezwaag bij Gorredijk is de 20-jarige boerenknecht D. Hansma-, in dienst bij den landbouwer J. W. Wind, terwijl hij van het maaien huiswaarts keerde om te schuilen, vlak bij de woning van zijn patroon door den bliksem getroffen en gedood. Gisteravond omstreeks half zeven, toen de landbouwer J. van Mook te Alem (N.-Br.) met zijn elfjarig zoontje Christiaan bezig was met het melken der koeien, werd het knaapje op een gegeven moment door den bliksem getrof fen en op slag gedood. De vader bevond zich op ongeveer vijftig meter afstand, toen het ongeluk gebeurde. De te Jonkersland onder Lange-Zwaag om het leven gekomen veehouder, de 29-jarige Bouke Krikke, keerde per fiets van het melken huiswaarts, toen de doodende straal hem trof. De man was gehuwd en vader van één kind. Wolkbreuk. Het on weder ging bijna overal -met zulke hevige regens gepaard, dat men van een wolkbreuk kan spreken. Deze regen heeft soms groote schade aan gericht en het verkeer geruimen tijd gestagneerd. In Amsterdam barstte de bui die den ge- heelen morgen al gedreigd had, des middags klokslag drie uur los. Het was weinig minder dan een wolkbreuk, die zich boven de hoofdstad ontlastte. Pluvius sloeg trouwens voor Amsterdam al zijn vroe gere records en deed in een uur tijds even veel verkoelende droppels op de hoofdstede lingen neerdalen als gewoonlijk in den tijd van een maand pleegt te geschieden. 57 m.m. regen werd in een uur tijds gemeten door het filiaal van het Kon. Ned. Meteorlo- gisch Instituut aan de Handelskade. De bliksem was tijdens deze tropische regen bui nauwelijks van de lucht en voortdurend ratelde de donder boven de stad. Zoowel de regen als de bliksem hebben op vele plaatsen ernstige schade veroorzaakt. De bliksem is op tal van plaatsen ingeslagen, maar veroorzaakte overal slechts materieele schade. Op het Rokin verzakten de liggers onder de tramrails, waardoor het tramverkeer ernstig gestagneerd werd tot groot ongerief van de vele honderden menschen, die bij de haltes een half uur of meer moesten wachten, voor dat zij vervoerd konden worden. Andere tramlijnen werden eveneens gestag neerd, doordat de houten blokken, die op som mige plaatsen gebruikt worden voor de bestra ting tusschen de rails, uitzetten en uit de straat sprongen. Te Diernen is het dak van een woning ten gevolge van den zwaren regenval ingestort. Bliksem in auto geslagen. In de Banningstraat te Soesterberg is de bliksem gselagen in de auto van derf adjudant vlieger P. v. d. Griendt, die daarmede op weg was naar het militaire vliegterrein te Soester berg. De heer Van der Griendt werd geheel ver suft, tengevolge waarvan de wagen met groote snelheid tegen een aan den rechterkant van den weg geparkeerd staande auto van den arts Van Beek op reed. Door den bliksem waren de handen en het gelaat van den heer v. d. Griendt geheel zwart geschroeid. Door de aanrijding brak hij het neusbeen en verder liep hij eenige schaaf wonden op. Hij is overgebracht naar het militair hos pitaal. De auto van den vlieger werd grooten- deels vernield. De andere wagen kreeg slechts weinig schade Militairen aan den dood ontsnapt. Toen militairen op de „Stompert" onder Soesterberg bezig waren een telegraafdraad op te rollen, sloeg de bliksem op dien draad en werden allen geheel versuft ter aarde ge slagen. Op eenige brandwonden na bekwam geen der manschappen verder letsel De „kop van Noord-Holland" en vooral de Zaanstreek, hebben van de onweders te lijden gehuid. Ruim vier uur duurde daar het nood weer. Op een gegeven oogenblik was het te Krommenie zoo donker, dat automoblisten hun lichten moesten ontsteken. Op verschil lende plaatsen sloeg de bliksem in, zonder echter noemenswaardige schade aan te rich ten. Te Krommeniedijk werden de boerde rijen van Aukes, Reyne en Rol getroffen, ter wijl te Krommenie de bliksem insloeg in een woonhuis, gelegen aan de Wilhelminastraat. Hier moesten de radio en de lichtleiding het ontgelden. Te Wormerveer werd de School met den Bijbel getroffen. Materieele schade werd niet aangericht, doch de kinderen, die in paniek stemming naar buiten vluchtten, liepen eenige verwondingen op. 'Het aantal blikseminslagen in boerderijen is zeer groot geweest en verschillende zijn door het vuur verwoest. De bekende Johannes-stichting te Nieuw veen is met een complex gebouwen uitge breid. De hernieuwde stichting zal Donder dag officieel in gebruik worden gesteld door den commissaris der Koningin in Zuid-Holland Onderwijsbevoegdheid aan doctoraal examen verbonden? Bij de Tweede Kamer is een wets ontwerp ingediend tot wijziging en aanvulling der hooger onderwijswet. Volgens de toelichting acht de minis ter het van.groot belang, dat aan de handelshoogescholen en aan de fa culteit der economische wetenschap pen aan de gemeentelijke universi teit te Amsterdam een wettelijke grondslag wordt gegeven en dat de mogelijkheid wordt geopend, om aan hen, die het doctoraal examen aan deze Instellingen hebben afge legd, onderwijsbevoegdheden te ver- leenen. Ongetijfeld is bij het in het leven roepen van de handelshoogescholen en van de fa culteit der economische wetenschappen te Amsterdam in de eerste plaats gedacht aan het vormen van handelslieden voor het be zetten van de hoogste posten in den handel. Dit neemt evenwel niet weg, dat er bij den minister geen bedenking tegen bestaat om daarnaast de mogelijkheid te openen tot het verbinden van enkele onderwijsbevoegdheid aan 't doctoraal examen, zonder dat hierbij de bedoeling behoeft voor te zitten, deze in stellingen al te zee-r dienstbaar te gaan ma ken an de vorming van leeraren. Jelgersma, artist uit den Prui kentijd; Frans Halsmuseum. In een dier gezellige achttiende-eeuwsche zijkamers van ons gemeente-museum vindt de lezer het hierbij afgebeelde, kleine maar fijnkleurige pastelportret van een spruit uit het geslacht Fabricius, geslacht, dat in Haarlem en in de kunst der Haarlemmers van groot belang is geweest. In tegenstel ling met de gangbare, hoewel nimmer vleiend bedoelde uitdrukking „oude pruik" kan men hier zonder gewetenswroeging van een jonge pruik spreken, want het zelfbe wust en reeds deftig uitziende knaapje dat wij den lezer deze week voorstellen heeft juist den twaalfjarigen leeftijd bereikt. Het is de jongeheer Albert Fabricius, die latei- raad in de vroedschap en schepen der stad Haarlem worden zal, Heer van Almkerk. Santwijk, Uppel en Doorn wezen en als ju rist als lid der Haarlemsche Rechtbank zit ting nemen zal. Onze jonge vriend ziet er nu wel niet be paald naar uit om straks zijn plaats in zijn voetbalelftal aan de Spanjaardslaan te gaan innemen, maar een slap ventje is Albert om den drommel ook niet. Zijn vastberaden mondje staat een beetje scheef onder den stevigen neus, maar hij kijkt frank en vrij uit zijn oogen en hij zal met zijn gepoederde krulpruik en kanten jabot wel een aardig ventje om te zien geweest zijn, op wien de ouders trotsch waren. Vier jaar te voren toen was Albert pas acht hebben zij hem ook al laten uitschil deren. Dat portret vindt ge ook in ons mu seum en het poseeren was voor den jongen dus geen nieuwtje toen meester Jelgersma werd opgedragen hem en zijn broertje Hen drik in het zachtkleurig pastel te vereeuwi gen. Wie was die meester Jelgersma, die in die jaren zulk een drukke praktijk als por trettist heeft gehad? Taco Hajo Jelgersma kwam uit Harlingen naar Haarlem. In de eerste stad was hij in 1702 geboren; in Haar lem stierf hij in 1795 zoodat hij op enkele jaren na. precies de achttiende eeuw verte genwoordigt. 8 Juli; Uit het hoofdartikel, geteekend Sw.: ZOMERGENOEGENS. Ieder jaargetijde heeft zijn eigenaardi ge genoegens en voorzeker spant de zomer hierbij de kroon. Pleizier van allerlei aard biedt hij aan en wat het mooiste is, een ieder, rijk of arm, kan daarvan genieten. Wie zeer veel geld heeft en daarom niet op een paar hon derd gulden behoeft te zien, gaat naar het buitenland om de schoonheden van Italië te bewonderen, de bergen van Zwitserland te beklimmen, op de helder blauwe meren aldaar een heerlijk tochtje te doen; of wel hij trekt den Rijn met zijn immer schoone bergen, zijn trotsche ruïnen van ridderkasteelen of roofsloten langs, of vermeit zich in de merkwaardigheden van Frankrijk's hoofdstad, waar allerlei genietingen te smaken zijn. Andere rijke lieden, die niet de trekvogelachtige natuur hebben en meer op hun gemak gesteld zijn, terwijl zij toch van het buitenleven willen ge nieten, koopen of huren een villa om daar de zomermaanden door te brengen, of zij trekken naar Scheveningen, Zand- voort en Wijk aan Zee, om het genot van het buitenleven te vereenigen met de afwisselende vermaken van de bad plaats. Ook aan hen, die weinig of geen geld hebben, biedt de zomer genoegens in overvloed aan. Wat toch is er heerlijker dan de zon 's morgens te zien opkomen en vooral waar men dit zien kan in omstreken zoo schoon als Haarlem die aanbiedt? Waar kan men prachtiger vergezicht genieten dan op den top dei- duinen ,als men den blik over de zee in haar grootsche uitgestrektheid, of over de heerlijke, golvende landstreek van Kennemerland laat wijden? Leveren niet de dreven van den Hout de uitlokkend- ste wandelplaatsen en is het niet ver rukkelijk daar de heerlijke tonen der muziek onder het lommerrijk geboomte te hooren weerklinken? Het genot des Zondags of op een vrijen dag een kortere of langere wandeling te doen, zoodat ge kunt genieten van den geur der bloe men, het liefelijk gekweel der vogels, van frissche lucht en beschuttend lommer, wie zou u hiervan kunnen weerhouden, al hadt ge geen cent zelfs in den zak? De goudvoorraad van de Nederland- sche Bank vermeerderde volgens de thans gepubliceerde weekstaat met 17 millioen. De edelmetaalvoorraad is nu op 631 millioen gekomen, waar door de direct opeischbare verplich tingen thans voor 75.8% (vorige week 74.3%) door goud en zilver zijn gedekt. In Harlingen was hij een leerling geweest van den Frieschen rechtsgeleerde en kunst schilder Vitringa, een artist die om zijn knappe, op den ouden Van de Velde geïn spireerde zeestukjes met schepen en strand gezichten met figuur een meer dan locale beroemdheid was. In datzelfde genre werkte ook Jelgersma aanvankelijk, doch in Haar lem gekomen wierp hij zich op als portret schilder en dat wel met succes. Wel schrijft Van der Willigen van hem, dat het jammer is dat hij zijn eerste kunstsoort in den steek liet. maar wij kunnen dat niet controleeren daar ons geen zeestukken van Jelgersma be kend zijn. Portretten kennen wij daarente gen voldoende van zijn hand om te mogen zeggen, dat hij in die richting een weliswaar niet sterk doch beschaafd en gevoelig talent bezat. Hij was om zijn karakter en om gangsvormen in onze stad zeer gezien en zooals dezelfde Van der Willigen vertelt met den bekenden rechtsgeleerde en histori cus Van Oosten de Bruyn, zeer bevriend. Die zal hem ook wel een weinig aan de, voor een portretschilder zoo noodige, relaties gehol pen hebben. Jelgersma is pastellist, bedient zich voor zijn portretten van het pastel, die typisch achttiende-eeuwsche werkwijze. Niet dat het gebruik van pastel eerst in die eeuw zou zijn uitgevonden.... het is zeer waarschijnlijk dat reeds Leonardo da Vinei een soort pastel gebruikte om zijn teekeningen in zwart en rood krijt te verlevendigen. Maar de acht tiende eeuw bracht een aantal meesters voort, die de tot pastel verwerkte verfstof (door vermenging met krijt en pijpaarde in hoofdzaak) gebruikten als uitdrukkingsmid del. dat parallel kon loopen met de olieverf- schildering. Het eigenaardige is, dat de pas telschildering aanvankelijk tot het portret beperkt bleef; landschappen in pastel zijn van veel lateren datum. Maar men behoeft slechts de namen van Nattier, Chardin, La Tour, Perroneau neer te schrijven om zich meesterstukken der pastelportretkunst voor den geest te halen. Jelgersma is éen dergenen die in Holland die techniek betrekkelijk vroeg beoefent. Later, TWEEDE KAMÉR D. Wijnkoop (C.P.H.» DEN HAAG, Dinsdag. Het wetje i.z. vergunningen voor oprich ting van gemeentelijke girodienten ging er, met aanteekening dat de communisten er tegen waren, z.h.st. door. Eveneens waren eenige voorzitterlijke hamerslagen voldoen de om den weg naar de Eerste Kamer te banen voor een aantal contingenteerings- voorstellen. En toen kwam men weer terecht bij het crediet voor werkverruiming (6 3'4 millioen gulden) en het voorstel tot wijzi ging der begrooting van Handel en Nijver heid en Scheepvaart met het oog op de in dustrie-financiering, waartoe de beginsel- wet al geruimen ti.id geleden is aangeno men De communist W ij n- k o o p vond, dat er veel meer geld be schikbaar diende te zijn voor den bouw van goedkoope volks woningen, terwijl naar zijn smaak al te veel bouwwerken in werkverschaffing worden uitgevoerd. Het werkfonds leidt tot niets anders dan loondruk. Hierna con stateerde de revol^soc. Sneevliet misluk king van het werkfonds. De heer Drees (s.-d.) klaagde over de z.i. veel te omslachtige organisatie van het werkfonds, wat bedenkelijke vertraging in het aanpakken van allerlei werken veroor zaakt. De heer Schil thuis (v.d.) kon zijn te leurstelling over de resultaten van het werk fonds niet verbergen en vroeg hoe het zit met het onderzoek naar de vertraging in de ten uitvoerlegging van werkfondsplannen. De heer Kuiper (r.-k.) klaagde, gelijk menige andere spreker, alweer over loondruk en het uitvoeren van normale werken in werkverschaffing, waarna Mr. Wende- laar (lib.) inlichtingen vroeg over een vreemd geval van weigering van een klein renteloos voorschot aan een werf te Ridder kerk. die anders een zeer belangrijke loonen- de opdracht had kunnen krijgen en zich deze nu zag ontgaan Minister Slingen- berg zette allereers uiteen, dat de inter departementale com missie den gang var zaken bij het werk fonds geenszins ver traagt, doch veeleer bespoedigt. Na ver loop van jaren, hoopt de bewindsman, zal men kunnen consta- teeren, dat er toch met eenige voortva rendheid te werk wordt gegaan. (Ge lach). Zoo snel als men het zou willen, kan het nl. niet. Tal van organen, (gemeentebe sturen, waterschappen enz.) moeten nu een maal bij voorbereiding en vooral ook bij uit voering van werken meespreken. Daar is bo vendien zoo iets als de noodzakelijkheid om veelal tot heel wat tijd in beslag nemende onteigeningprocedures over te gaan. Wat het oponthoud met gemeenten aangaat, herin nerde de Minister aan 't bestaan van finan- cieele commissies, van commissies voor open bare werken en niet te vergeten de schoon heidscommissie. Zoolang men intusschen geen ruime machtiging aan de Regeering geeft om de verschillende autonome orga nen en ook de onteigeningswet voorbij te gaan, kan het niet vlugger, merkte Mr. Slin- genberg op. die intusschen erkende, dat hij wel een beetje aan het overdrijven was. Maar dat hadden de critici in de Kamer ook ge daan. Wat de kwestie van den woningbouw aan- W. Dreea (S.D.A.PJ in het begin der 19e eeuw krijgen wij hier ook het modieuse pastel portret van Tisch- bein en zijn tijdgenooten, die Holland af reisden om opdrachten, en uit onzen eigen tijd zal menig lezer zich de successen der razend knappe pastelliste, die Thérèse Schwartze was, herinneren. Men heeft de pastelschildering wel eens een speciaal vrouwelijk procédé geacht. Zon der de minste plausibele reden overigens De gewraakte weeke teerheid bijvoorbeeld werd juist door een Thérèse Schwartze abso luut vermeden. Het procédé zelf heeft zijn voor en zijn tegen. Wanneer het gebruikte materiaal goed is, is de kleur standvastiger, ze donkert niet na en houdt de kracht van een krijtteekening onveranderd vast. Daar staat tegenover dat de pastelmaterie veel spoediger door inwerking van stof en atmos feer (vocht) beschadigd kan worden en dus altijd door glas beveiligd moet zijn. Daar mee hangt weer samen, dat werk op groot formaat zich minder voor pastelbehandeling eigent. Maar overigens.... iets bijzonder moois te maken in pastel blijft even moeilijk als dat te doen in olieverf en omgekeerd. Daar zit aan de pasfeRei-hniek meer vast dan men meent te omzeilen door bij den verfhandelaar eenvoudig een kistje kant-en- klare Lefranc-pastels te koopen. Wie daar dieper op in wil gaan kan ik het boekje van den knappen Schotschen pastellist John Duff aanbevelen. De eerste druk verscheen in 1909 en het heet: Pastel, a treatise for beginners. Maar de leek heeft er niet veel aan, dat zeg ik er bij. Keeren wij tot Albert Fabricius terug. Ook hij zit achter glas, de arme. Hij werd door het ruitje heen, gekiekt en daardoor krijgt de reproductie onvermijdelijk iets „ver- schwommen's", iets minder scherps. Maar men ga hem en zijn broertje eens opzoeken, men krijgt, nu men iets meer van ze weet. allicht belangstelling voor hun portrettist, hun tijd en hun brave moeder, die zoo trotsch op ze was. Dat was een geborene Wilhelmina Henriette Huyghens, dus ook uit een roemrijk geslacht afkomstig. En zonder Albertje zou er in 1883 geen legaat-Fabricius aan Haarlem gekomen zijn, geen Jelgersma maar ook geen Versproncken, die in een an der zaaltje hangen. J. H. DE BOIS. W. Drop (S.D.A.P.) gaat, wees de Minister er op, dat er momen teel toch in Rotterdam en Amsterdam 12 000 woningen leegstaan. Intusschen had de Ka mer het vaste lastenontwerp aangenomen, dan zou men daardoor Verlaging der huren hebben kunnen bereiken. Woensdagochtend komt in een conferentie met vertegenwoordi gers van alle groote gemeenten de vraag om trent goedkoopen woningbouw aan de orde. Via een Standje aan de provincie Zuid-Holland die in tegenstelling b.v. met Noord-Holland haar eigen normale provinciale taak op 't gebied va*n versnelden wegenaanleg achter wege wil laten om de kosten heelemaal door 't Rijk te laten betalen, kwam de Minister tot de vraag of er niet al te veel in werkverschaf fing wordt uitgevoerd, wat feitelijk op nor male wijze had moeten geschieden. Beter arbeid in werkverschaffing laten ver richten dan heelemaal niet. Dit laatste komt tegenwoordig vrij veel voor met onderhouds werken. Niets doen zou alleen maar toene ming van de werkloosheid veroorzaken. Dikwijls is er slechts keuze tusschen laten liggen van het werk of uitvoering in werk verschaffing. Dan valt dit laatste toch te ver kiezen. Bij het werkfonds wordt geen enkel werk uitgevoerd als er niet eerst overeenstemming is bereikt tusschen de looncommissie en de vertegenwoordigers van de vakvereenigingen. Met aanteekening van 's heeren Sneevliet's tegen zijn ging dit agendapunt er z. h. st. door. De voorgestelde bekrachtiging van de ver lenging der steenkolencontingenteering maakte nog verschillende tongen los. Zoo liet de heer Drop (s. d.) zich hooren om betere grenscontrole op den invoer van cokes zon der consent te beplei ten en om daarna te betoogen, dat het er in 't mijnbedrijf, on danks de contingen- teering heelemaal niet zoo fraai uitziet. Zoo valt er 'n bedenkelijke daling in het aantal arbeiders waar te ne men. Deze afgevaardigde, die er op aandrong in elk geval de con clusie te publiceeren van het rapport Ver schuur, klaagde verder over 't eigenmachtig optreden van de huisbrandcommissie, die als het ware een „economische dictatuur" uit oefent. De a. r. Mr. v. D ij k e drong op maat regelen aan ter verlaging van de prijzen van de huisbrand-kolen, terwijl ook de heeren Louwes (lib.) en Schilthuis (v. d.) slecht te spreken waren over de kolencon ventie. De heer Hermans (R.K.) wijst er op, dat de mijnwerker ten onzent-geen behoorlijk be staan heeft. Alle voordeelen van de rationali satie kwamen uitsluitend ten goede aan den consument en aan den handel, terwijl de ar beider het kind van de rekening werd. Het distributie-stelsel deugt niet. Daar wringt hem de schoen. De Regeering moet ingrijpen. Zij kan op korten termijn heel wat bereiken, want zij staat sterk door de contingenteering en door allerlei andere factoren, genoemd in het rapport-Verschuur, dat echter nog steeds in studie is. Maatregelen zijn thans noodig. Ook de communist Wijnkoop verkondig de, dat hij elke dictatuur' verafschuwde, even eens die van de steenkolenconventie verfoeit; verder drong hij aan gelijk anderen op spoe dige publicatie van 't rapport-Verschuur. Na dat de plattelander Mr. Vervoorn de ver lenging der contingenteering onnoodig had genoemd, omdat er geen overmatige invoer meer is, betoogde Minister G e 1 i s s e n, dat de contingenteering aan het mijnbedrijf ten goede is gekomen. En komen meer Nederland- sche kolen op de Nederlandsche markt dan vroeger. Maar niettegenstaande de productie bijkans niet is teruggeloopen moet erkend, dat met de rationalisatie daling van het aantal arbeiders gepaard is gegaan. Voor zoover er hier verminderde productie valt waar te ne men, ligt de. oorzaak daarvan in verminderde uitvoer. De prijzen, aan de mijn zelf, zijn in Neder land lager dan waar ook ter wereld. Een ver blijdend verschijnsel is, dat in tegenstelling met wat 1934 nog te zien gaf. zoowel staats- als particuliere mijnen in 1935 geen verlies meer hebben geleden. Er is dus gelukkig voor uitgang in de bedrijfsresultaten merkbaar. De kolenconventie die pl.m. 85 pet. van het Nederlandsche gebruik dekt, bestaat uit de staatsmijnen, de particuliere mijnen en drie importeurs, waaronder de groote Steenkolen Handelsvereeniging. De Minister toonde voorts met sprekende cijfers omtrent de verscheiden heid met betrekking tot den handel in huis- brandkolen aan, hoe moeilijk het is „orde ning" bij de distributie te bereiken. Wat nu voorts de steenkolenconventie be treft, er is een nieuwe regeling in voorberei ding, die zooveel mogelijk met alle belangen rekening zal houden. Er is daarbij ook gedacht aan een beroepsinstantie, terwijl in laatste instantie de Minister zelf prijsregelend zal kunnen optreden. Nadat we nog vernomen hadden, dat het rapport-Verschuur over den toestand in het mijnbedrijf waarschijnlijk over een paar weken, hetzij in zijn geheel, hetzij in uittreksel gepubliceerd zal worden, nam de Kamer de verlenging der steenkolen-contin- genteering z. h .st. aan. Tot besluit van den middag een discussie in verband met de vijf ton voor extra-steun voor kleeding, schoeisel enz.), een bedrag dat met verschillende andere sprekers, de heer Kupers (s.d.) hooger zou willen zien. Over zijn motie zal men Woensdag stemmen. E. v. R. In het Kon. Besluit van 29 Juni 1936, houdende vaststelling van het contingent ge wone dienstplichtigen der lichting 1937 wordt o.m. bepaald: met betrekking tot de lichting 1937 wordt als jaar, bedoeld in art. 27, eerste lid, der dienstplichtwet, aangewezen het jaar 1935; van de voor inlijving aangewezen personen der lichting 1937 worden 25.232 bestemd tot gewoon dienstplichtige. van de 25.232 tot gewoon dienstplichtige be stemde ingeschrevenen der lichting 1937 wor den 850 bestemd voor de zeemacht.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1936 | | pagina 2