BESTE VRIENDINNETJES EN VRIENDJES. DE BEURT IS AAN KLEINE TEEKENAARS. DE LEGENDE VAN DEN VLIEGENDEN HOLLANDER. CARLO VAN LUCANO M'n briefjesoogst is dit keer al erg schraal lk ondervind dat jullie allen, ook ten op zichte van het brief schrijven, vacantie nemen, 'k Geloof dat ik jullie voorbeeld maar moet volgen. Als ik geen briefjes ontvang, kan ik ook geen briefjes beantwoorden. In ieder geval bericht ik wel nader. DE KLEURWEDSTRIJD. Het aantal ingekomen gekleurde plaatjes is dit keer niet zoo groot, dat ik niet meer dan 3 prijsjes behoef beschikbaar te stellen. De vacantie zal hier ook wel schuld aan heb ben. z Over het algemeen is het werk niet netjes. Er is geen zorg aan besteed. (Misschien ook een gevolg van de vacantie)Een zeer gunstige uitzondering maakt echter het werk van Willy Lanser. Dit tienjarige meisje heeft keurig ge kleurd, het geheel netjes uitgeknipt en op een keurig stukje triplex geplaatst. Flink zoo Willy, 'k Hoop meer werk van je te ontvan gen. Wie hebben een prijsje gewonnen? De le prijs heeft Willy Lanser. De 2e prijs heeft Krullenkopje. De 3e prijs heeft Bep Vos. De prijsjes mogen volgende week, Donder-, dag namiddags tusschen 6 en 7 uur aan mijn huis, Roggeveenstraat 17 worden afgehaald. Lief KRULLENKOPJE. Zeg, het was zeker een groote verrassing voor je, zoo maar mee uit te mogen? 'k Hoop dat je je uitstekend geamusee"d hebt. Je werk is, zooals je ge lezen zult hebben, met een prijsje bekroond. Je vergeet het natuurlij niet te komen halen. Dag Krullenkopje. Beste VERONIKA. Fijn zeg, dat je het feestje van de Winkeliersvereeniging te ÏJmuiden O. mede mocht maken. Met het weer hebben jullie het tamelijk goed getrof fen. Het regende niet en dat is thans een bof. Waarom heb je niet aan den klc-urwedstrijd deelgenomen? 'k Ben het niet van je gewend, dat je niet deelneemt aan de uitgeschreven wedstrijden, 'k Dank je voor je wensch. Dag Veronika. Beste BEP. Ik dank je voor je teekening en sommen. Hoe vind je het dat je een prijsje hebt gewonnen? Je hebt, je leeftijd in aan merking genomen, aardig werk geleverd. Kom je je prijsje a.s. Donderdag op het vastgestelde uur halen? Wil je m'n groeten aan je moeder doen en haar namens mij voor haar vrien delijk briefje bedanken. Dag Bep. Veel groeten van Mej. E. VIJLiBRIEFè De regeering der Vereenigde Staten heeft 50 mannen aangenomen, die dagelijks en ook 's nachts met ratels door de straten van Washington loopen. Jarenlang is Washington n.l. een geliefde verblijfplaats van spreeuwen. Nu hoopt men door lawaai de spreeuwen te verjagen. We weten echter niet, of de men- schelijke bewoners niet eveneens door dit la waai verjaagd zullen worden. Iets over Arabische kunst. De Arabische kunst is eerst gein:erd door den Romaanschen- en vervolgens door den Byzantijnsche stijl. In de Arabische stijl kunst vindt men geen afbeeldingen van levende wezens. D versierselen der Arabische kunst kent men onder den naam „arabesken". Ofschoon men in de Arabische kunst alle soorten koepels vindt, zijn de twee, waarvan wij de afbeeldingen geven, de meest karakte ristieke. De mooiste moskeeën vindt men in Constan tinopel, Cordova, enz. Vooral in Spanje ziet men veel gebouwen in den Arabischen of Moorschen stijl. In Sevilla en Granada o.a. „En dat is dus de geschiedenis van den Vlie genden Hollander, die tot het laatste oordeel gedoemd is over de zeeën te zwerven en ner gens voor anker te kunnen gaan!" besloot Jan-Koen, de oude zeerob, zijn verhaal. De kinderen hadden vol aandacht geluisterd. Ze zaten met zijn allen om Jan-Koen. Die klopte zijn pijpje uit op den rand van de sloep, waarop hij zat. „Jongelui, het loopt tegen acht uur, ik denk dat het tijd wordt voor jullie, om naar huis te gaan!" In gedachten verzonken liep Ints na te denken over de vreemde legende, die hij zoo even gehoord had. Toen hij al in zijn bed lag, speelde het verhaal nog door zijn ge dachten. Kapitein van Straaten was met een prachtigen driemaster naar Oost-Indië ver trokken. In de buurt van Kaap de Goede Hoop echter, werd hij, als straf voor het goddeloos leven, dat hij geleid had, verdoemd om altijd over de zeeën te blijven zwerven. Wanneer de Vliegende Hollander nu door de bemanning van een of ander schip gezien werd, wanneer het schip met ongereefde zei len, bij een verschrikkelijken storm over de golven schoot, den doods-kop hei-wit afge- teekend op de zwarte zeilen, dan beteekende dit, dat het schip zou vergaan. Frits sliep in. Hij droomde, dat hij op de brug van een groot schip stond, dat den oceaan overstak. Tot zijn verwondering be merkte hij, dat hij een uniform droeg met gouden strepen. Vier strepen met een lus. Hij was dus kapitein. Er liepen nog anderen over de brug. De stuurlieden. „De lucht ziet er vreemd uit, kapitein!" zei iemand tegen hem. Hij knikte. „Ik denk, dat we een flink wind je krijgen. Laat alles stormvast sjorren!" Meer en meer betrok de lucht. Was het eerst windstil geweest, thans begon de storm op te steken. In woeste vaart slierden de wol ken langs het zwerk; wilder en wilder werden de golven. Frits ging naar zijn hut, om olie goed aan te trekken en zeelaarzen. De stuur lieden deden insgelijks. Daar kwamen de eer ste vlagen al. Het gierde door de touwen. De regen viel in stroomen neer. De hemel was donker. Plotseling werd het doodstil; be nauwend warm was het op eens. Dan plotse ling een kreet van den man uit het kraaien nest, een kreet vol angst en afgrijzen: „Kijk daar.... aan bakboord.... de Vlie gende Hollander!" Ontzet staarde iedereen naar links: met duizelingwekkende vaart schoot daar een fre gat over de golven. Zwart en scherp teekenden zich de zeilen tegen den hemel af. De doods kop scheen te lichten tegen den donkeren ondergrond. Een oogenblik slechts duurde deze verschijning, toen was ze verdwenen en de storm begon met hernieuwde kracht. „Het schip is lek!" Voor Frits iets had kun nen zeggen, voelde hij de boot onder zich wegzinken, zinken „Help, help", gilde hij luid. „Wat maak jij een lawaai!" riep een stem. Versuft opende hij de oogen en zag, dat hij op den grond voor zijn bed lag. „Het schip verging...." mompelde de jongen. „Welk schip?" vroeg vader lachend. Toen was Frits klaarwakker. „Hè, ik droomde van den Vliegenden Hollander. Ik hoop ,dat Jan-Koen ons nooit meer zulke op windende verhalen vertelt, voor het slapen gaan. RITA. EEN OLIFANT ALS AANKLAGER EN EEN HOND ALS RECHTER Een Indisch advocate heeft onlangs een zon derlingen cliënt voor het gerecht vertegen woordigd. Ze verdedigde n.l. een olifant. Deze olifant was het lievelingsdier van een Indisch vorst, die het dier in zijn testament een waar devolle suikerplantage vermaakte. Uit de op brengst hiervan moest het dier onderhouden worden, pe zoon en opvolger van den vorst voerde dé laatste wil van zijn vader uit. Maar na zijn dood kwam een neef op den troon en deze vond het eigenlijk zonde, dat de rijke op brengst der plantage alleen den olifant ten goede kwam. Die kon wel zelf in het oerwoud voor zijn kostje zorgen. Maar de kornak, de geleider van het dier, diende een aanklacht in. Hij zocht een advocate op en verzocht haar de rechten van het dier te willen verdedigen. Deze ging op het voorstel in en begaf zich naar het gerechtshof om haar cliënt te ver dedigen. Ongelukkigerwijze was een neef van den vorst rechter. De advocate had dan ook weinig hoop, dat ze het proces zou winnen Niettegenstaande dat verscheen ze op den vastgestelden dag met haar cliënt voor den rechter. De kornak had den olifant „Harte- smaragd" zijn mooisten zadeldoek van groen en goud laken omgelegd. Zijn voorhoofd was beschilderd, zijn slagtanden verguld en om zijn nek hingen zijden kwasten. In zijn ooren fonkelden edelsteenen. De olifant kon echter de rechtszaal niet betreden. Hij moest voor de deur blijven wachten. Alleen beklom de ad vocate de trappen van het gerechtshof. Op een der treden zat een mooie hond en de advoca te, die een dierenvriendin was, streek het dier, in het voorbijgaan over 'zijn kop. Toen liep het dier met haar mee naar de rechtszaal. En nu gebeurde er iets zeldzaams. Nog voor de advocate iets gezegd had, sprak de rechter zijn oordeel uit enstelde haar in het gelijk. „Hartesmaragd" had tot zijn dood toe recht door W. B. Z. Ik ben Carlo van Lugano 'k Vaar je over naar de stad, Kom maar mee, mijn boot is stevig 't Is mijn allergrootste schat. 'k Moet mijn brood ermee verdienen, 'k Vaar bij avond en bij dag, Als het donker is daarbuiten, Hoor je nog mijn riemenslag. 't Licht brandt als een maan op 't water, 'k Zing mijn liedje hela ho, 'k Zing van bergen en van meren Van mijn schoon Italio. 'k Steek van wal, kom zet je neder, 't Water lijkt zoo hemelsblauw. Hoor de avondklokken luiden, Of ze roepen: kom, kom gauw! op de suikerplantage. Sprakeloos maakte de advocate een buiging en ging naar buiten. Daar vroeg zij een der wachters naar de op lossing van dit vreemde geval en die zei het volgende „U hebt die gunstige uitspraak aan den hond te danken. De rechter weet namelijk niets van de rechtspraak af. Hij heeft daarom besloten op den hond af te gaan. Hij is er van overtuigd, dat het dier met zijn onfeilbaar in stinct de goede van de slechte menschen kan onderscheiden. Als de hond met iemand mee loopt, heeft deze bij voorbaat zijn proces ge wonnen De Chineesche taal wordt door 453 millioen menschen gesproken; Indische talen door 230 millioen menschen; Engelsch wordt door 163 millioen menschen gesproken en door 190 mil lioen begrepen. Duitsch spreken 91 millioen menschen en 100 millioen begrijpen het. Spaansch wordt door 80 millioen menschen gesproken; Russisch wordt door 70 millioen menschen gesproken en door 140 millioen be grepen. Italiaansch wordt door 41 millioen menschen gesproken en door 50 millioen ver staan. heeft iiitili pi civ l. -w - v. i-vo -i' J Moorsche bouwkunst. Behalve hierin, waren de Moren ook zeer bedreven in het graveéren op verschillende soorten metaal VOOR DE KLEINTJES Knippen jullie dezen olifant eens uit en plak hem dan weer op een stukje carton of op een briefkaart. Je kleurt hem dan grijs, geeft hem een zwart oog en een rooden teng. Het tonnetje, waarop hij zijn kunstjes ver richt, kun je bruin kleuren met witte stre pen. Om het dier stevig te doen staan, kun je het onderste deel weer door een gleuf van een cartonnen deksel of doos steken. Je kunt hem natuurlijk ook op een houten blokje lij men. Voor de aanvulling van je dorp geef ik hier nog een mooi buitenhuis met bijgebouwtje. Kleur of verf het huis helderwit. Raamkozij nen, deur, hekken en boomen kleur je groen. Het dak helderrood. Kleur den schoorsteen wit met een rooden lijst. Ik zou het bijgebouwtje dezelfde kleuren geven. Je kleurt natuurlijk pas, nadat je de teekening op carton hebt gelijmd. Het onderstuk dient voor bevestiging. Ik zou het maar plaatsen op je groote carton nen vlak tusschen de andere huizen. Ten derde zie je hier een naar boomen, die dichtbij hooren te staan en dan nog twee, die den indruk geven, alsof je ze heel in de verte ziet. Plaats deze twee dus op den ach tergrond van je dorp en zet den iep en den populier b.v. op een hoek. De bladeren verf je natuurlijk groen en de stammen bruinachtig grijs. W. B.—Z. Ik ben Carlo van Lugano 'k Vaar je over naar de stad. In mijn bootje ben je veilig, 't Is mijn allergrootste schat, Ik laat je zien de zee, de bergen Van mijn wondersehoone land. En ik breng je, vroolijk zingend Naar den groenen overkant. LOUKI HELPT GERDA BIJ 'T MAKEN VAN EEN POPPEMANTELTJE. Louki en haar vriendin Gerda hebben af gesproken, dat ze op hun vrijen Woensdag middag met hun poppekinderen gaan wan delen. Ze zullen elkaar, met de poppekinde ren, in het park, vlak bij Louki's huis, ont moeten. „Dag Gerda", zegt Louki vriendelijk. „Hoe gaat het er mee? En hoe is het met je poppe- kind?" „Goed, dank je", antwoordt Gerda, die meteen in haar rol is. Louki buigt zich belangstellend over Ger- da's wagen. „Is je pop ziek, Ger?" vraagt ze dan. „Neen, waarom?" „Omdat ze zoo dik gekleed is met deze warmte". „Oh", zegt Gerda en ze lacht. „Ik heb geen anderen mantel voor mijn pop dan deze win termantel. Ik weet ook niet, wat voor een model ik maken zal". „Hoe vind je het manteltje, dat Tony aan heeft?" En Louki haalt haar pop uit den wagen. „Ja, dat is een leuk modelletje", zegt Gerda enthousiast. „Maar hoe moet ik dat maken, Louk?" „Dan moet je een lapje wit, blauw of rose flanel aan je moeder vragen. Daarop leg je het patroontje, dat ik je straks geven zal en dan knip je het. Je stikt de naadjes op de machine. Onder het kleine ronde kraagje maak je de pelerine vast. Een pelerine is gemakkelijk, dan hoef je er geen mouwtjes in te zetten. Het manteltje wprdt aan den voorkant met drie knoopen en knoopsgaten gesloten. Tenslotte borduur je op de pelerine vier biesjes van kettingsteken in een afste kende kleur Dan strijk je het manteltje op n het i? klaar Den binnenkant moet je ook utjes afwerken, hoor!" „Ik ga meteen vanavond beginnen!" Dank je wel voor je raad, hoor Louki!" zegt Gerda blij. TANTE TINE.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1936 | | pagina 9