BESTE VRIENDINNETJES EN VRIENDJES. NATUURKUNDIGE PROEVEN. ZATERDAG 24 OCT. 1936 J.l. Woensdag waren er in totaal 24 kin deren voor het clubuurtje bijeen. Het wa ren rubriekertjes die zich te voren hadden opgegeven. Wanneer er nog meer kinderen van abonnés willen deelnemen, kunnen zij zich maar niet zonder meer naar het clublo kaal begeven. Zij moeten zich van te voren schriftelijk aan mij opgeven met vermelding van naam, leeftijd en adres en minstens één maand lang, iedere week, een briefje als ru- briekertje inleveren. Evenals de vorige jaren, heerschte er een gezellige sfeer en was de tijd verstreken, voor men er erg in had. Er is begonnen met het uitdeelen van het werk waaraan voor de eerste maal slechts kort gewerkt kon worden, vervolgens zijn een paar verhaaltjes voorge lezen en enkele mededeelingen in verband met een binnenkort uit te schrijven „Kleur- wedstrijd", gedaan. Tot slot werden eenige raadsels opgegeven. Toen het oogenblik van aankleeden was gekomen lieten eenige meis jes een welgemeend „hè, nu al" hooren. Maar aan alles komt een eind, dus ook aan ons clubuurtje. A.s. Woensdag, vijf minuten voor twee, verwacht ik allen weer. Dus tot Woens dag. Lief DOORNROOSJE. Je zus is met de door mij bedoelde meisjes mede gekomen. Ze kan ze best even aanhalen. Voor die meisjes is het te moeilijk om je zus'aan te halen. Het is 1.1. Woensdag uitstekend gegaan. Ze kwa men keurig op tijd. Neen, ik ben 1.1. Zondag niet aan het strand gaan zien. 't Had zoo veel werk, dat ik eerst 's avonds 7 uur uit ging en naar m'n kennissen nog werk mede- nam. 'k Geloof graag dat het schouwspel de moeite van een lange wandeling glansrijk waard was. Was het erg druk aan het strand? Lief LELIETJE VAN DALEN. Het club- uurtje is je goed bevallen? Dat vind ik pret tig. A.s. Woensdag ben je natuurlijk weer van de partij. Niet thuis vertellen wat je aan het maken bent hoor. Tot Woensdag. Dag Lelietje van Dalen. Beste MOEDER'S JONGEN. Lag de cou rant 1.1. Zaterdag weer vroeg in de bus en heb jij haar opgeraapt? Prettig dat je er weer in stond, vind je niet? Leest je moeder de rubriek ook? De meeste moeders lezen de rubriek even graag als de rubriekertjes zelf. Ontvang ik je volgend briefje weer zoo vroeg? Best hoor. Dag Moeder's Jongen. Beste MOEDER'S JONGSTE PUCK. Wat had ik deze week je briefje vroeg. Prettig hoor. Je moest nu wel lang op antwoord wachten, van Dinsdag tot Zaterdag. Heb je je niet in de dagen vergist en heb je niet reeds Donderdag gezocht naar de rubriek? Hoe maakt je moeder het en hoe gaat het met je broer? Dag Moeder's Jongste Puck. Lief SPARRETJE. Fijn dat de film prach tig was. De reis naar Haarlem stelde je dus niet teleur. Je hebt om m'n rijmelarij erg gelachen en ik heb dus mijn doel bereikt. Het was me er juist om te doen. De zetter was zoo vriendelijk geweest een letter e van wenschte op te eten. 'k Begrijp het niet goed, want ik lever m'n briefjes nooit met chocolade- of banketletters in. 'k Hoop dat je me de volgende week kunt schrijven: „Ik doe weer erg veel, ik ben weer beter en wan del veel buiten". Het beste hoor en beter schap. Doe je m'n groeten aan je moeder? Lief HANDWERKSTERTJE. Zoo, zaten Jullie zoo fijn bij elkaar? 'k Wil het aanne men. Twee handwerkende dames en één schrijvende dame. Een kopje thee met de on ontbeerlijke garneering er bij, zoo'n beetje een thé complet. Het kacheltje brandend, 'k Wensch je nog heel veel van die gezellige uurtjes toe. Dag Handwerkstertje. Best ZUSJESBESCHERMSTERTJE. Pret tig dat het clubuurtje je zoo goed bevallen is. Mij is het eveneens goed bevallen. Jullie waren allen, zonder uitzondering allerliefst. Natuurlijk vertel je niet aan je moeder, wat je aan het maken bent. Het is een verrassing en moet een verrassing blijven. Je rapport cijfers zijn nog goed. Toch moet je oppassen niet verder achteruit te gaan. Tegen 4 pun ten achteruit, staan slechts 2V2 punt vooruit, waaronder 1V2 punt voor handwerken. Met het volgende rapport zal je, dat weet ik ze ker, den achteruitgang wel hebben ingehaald. Tot Woensdag. Dag Zusjesbeschermstertje. Beste BELLA DONNA. Je broertje is van harte welkom. Jullie zijn dus met z'n vieren thuis, 2 meisjes en 2 jongens. Dat kan met verjaardagen en andere feestdagen echt ge zellig zijn. De club is je ook al goed bevallen? A.s. Woensdag kom je maar weer. Dus tot Woensdag. Dag Belladonna. Beste NEPTUNUS. Vriend je hebt een prachtigen naam bedacht. Weet je dat Nep- tunus in de oudheid de god der zeeën en oceanen was? Het clubuurtje is je best be vallen en dat vind ik prettig. A.s. Woensdag hoop ik je weer te zien. Dag Neptunus. Lief ANNELIESJE. Wanneer je dit brief je leest, ben je weer wat dichter bij ons club uurtje dan 1.1. Woensdag 3.30 uur. Alle kin deren schrijven dat ze bhj zijn dat ze op de club zijn gekomen. Je begrijpt dat ik het heel prettig vind en 'k hoop dat allen tot den laatsten middag, trouw zullen blijven komen. Denk je om hetgeen ik afgesproken heb over de kleurplaatjes? Tot Woensdag. Dag Anne- liesje. Best ROZEKNOPJE. Ja, deze week had den wel veel kinderen vacantie, maar vacan- tieweer was het direct niet. Hoewel, als we aan de zomervacantie terug denken, kan men voor de laatste helft van October tevre den zijn. Je zal je toch wel vermaakt heb ben, daar ben ik niet bang voor. Je gaat dus voortaan steeds met Anneliesje naar de club Fijn hoor. Dag Rozeknopje. Beste VEIRONIKA. Neen ik heb deze week nog geen vacantie gehad. De week van 18 November ben ik vrij. Waar meen je dat veel nieuwelingen gekomen zijn? 'k Begrijp je schrijven niet goed. Je was zeker nu zoo thuis van de club? De vorig jaren heb je ook extra ver moeten loopen en je was toch steeds trouw present. Nu tot Woensdag. Dag Ve- ronika Beste KLEINE ZUS Verlang je al weer naar Woensdagmiddag? De dagen snellen voorbij hoor, het is Woensdag voor je er erg in hebt. Tot ziens. Dag kleine Zus. Lief JASMIJNTJE. Wat moppig zeg, dat Jullie een klein hondje hebben. Het is dus DE BOKSWEDSTRIJD. 1. De groote bokswedstrijd begint en de beide kampioenen stormen op elkaar los. 2. Spoedig dringen ze zoo op elkaar toe, dat de scheidsrechter er met zijn neus vlak boven op moet staan, om te kijken, of alles wel eerlijk toegaat. Plotseling een paar harde stooten en 3. Het eind van het liedje is, dat ze alle drie knock out op den grond liggen. een klein keffertje. Gelukkig maar dat jij de jongste bent. Stel je voor als er over dag een klein broertje of zusje in een wiegje lag en het hondje maar bleef keffen. Het klein tje zou heusch niet goed kunnen slapen. Nel zal gauw klaar geweest zijn toen je haar hielp. Volgende week zal ze je echt missen. Help maar flink. Dag Jasmijntje. Best DUINVIOOLTJE. Het is best als je je zus brengt en blijft zoolang je kunt. Kan je moeder je op een middag niet missen, dan blijf je thuis. R. zal haar weg dan wel allee of in gezelschap van andere rubriekertjes wel vinden. Wil je allen m'n groeten terug doen? Tot Woensdag. Dag Duinviooltje. Best DUIKELAARTJE. 'k Weet dat je grootmoeder altijd met pleizier de tubriek leest. Het is ook grappig voor haar de brief jes aan haar kleinkinderen gericht te lezen. Je hebt weer een alleraardigst teekeningetje voor me gemaakt, 'k Dank je er wel voor. Dag Duikelaartje. Lief PRINSESJE. Zoo grappenmaakster, jij verstaat de kunst hoor. Nog grappiger zou ik het vinden als je zelf voor mij eens op den hoek van een ronde tafel ging zitten. Zoo'n demonstratie zal ik graag kosteloos bijwo nen. Dag Prinsesje. Best SNEEUWKLOKJE. 'k Vind je echt dapper hooi, heelemaai van Santpoort per fiets op de club te komen. Gezellig dat je vriendin mede komt. Over je werk vertel je natuurlijk niets thuis. Je moet je moeder met St. Nicolaas er mede verrassen. Tot Woens dag. Dag Sneeuwklokje. Lief CROCUSJE. Ook al zoo'n dapper meisje. Flink hoor. Hoe laat waren jullie 1.1. Woensdag weer op Santpoort? Jij ook je geheim trouw bewaren hoor. 'k Hoop voor je dat het van den winter 's Woensdagsmid dags steeds goed weer is. Tot ziens. Dag Crocusje. Best KALFJE. Je verstaat dus ook al de kalverendans? M'n rubriekertjes vertegen woordigen een bont allerlei. Een duikelaar, een god der oudheid, een kalverdanser, enz. Toch geloof ik dat je een stakker bent. On danks je nooit ondeugend bent moppert je moeder wel eens op je en zegt je vader soms dat je in den kelder moet. 't Moest niet mo gen. Je kalfje dat je me 1.1. Woensdag liet zien, vond ik keurig gemaakt, 'k Vind je grootmoeder echt knap. Beste POLLY. Je kastanjes krijgen later een beurt. Eerst moeten de St. Nicolaasca- deautjes af. Was de filmvoorstelling mooi? Tot Woensdag. Dag Polly. Beste BERENMAN. Ja het is nu: „Gele bladeren vallen, Reeds met honderdtallen Van de boomen af. Maar de grage handen Zamelen nu in manden Wat de zomer gaf." „Zie eens in die tuintjes Boontjes wit en bruintjes Hangen netjes op. Hangen om te drogen Tot we pellen mogen Alles uit den dop." Hoe vind je dit versje? Ik zong het als 7- jarig meisje op school. Het Halmaspel ken ik wel. Ik speel echter zelden spelletjes, omdat er altijd nuttiger werk wacht. Tot Woensdag Dag Berenman. Best TEEKENAARSTERTJE. 'k Dank je voor je mooie plakwerk, sommen en teeke- ning. Heb je je tante 1.1. Woensdag nog ge zien? Jullie waren net 2 min. weg toen ze je kwam halen. Ze zou je trachten in te halen. Je schuilnaam vind ik best. Tot Woensdag. Lief KRULLEKOPJE. Meisje wat was je laat met je briefje. De couvert was reeds ge sloten en zou weggebracht worden, toen ik je briefje vond. Voor dezen keer heb ik m'n hand over m'n hart gestreken, maar dat kan ik niet steeds doen. Van al het gestrijk zou of m'n hand of m'n hart of zouden beide slijten, Stel je voor zeg. 'k Vrees dat ik dan niet meer, zooals nu, met hart en ziel voor de klas zou staan of me aan m'n vriendinne tjes en vriendjes zou kunnen geven. Zoover zal ik het dus maar niet laten komen. Je hebt met je vacantie een halven dag geboft. Pret tig dat nu juist het weer goed was. Hoe laat was je uit de club thuis? Je had fijn gezel schap op de terugreis: Tot Woensdag. Dag Krullekopje. Lief RIETVINKJE. Je vormt dus met je zus en broertjes ook al het „Klaverblad van vier". Leuk zoo'n klein broertje van nog geen jaar. Het kleintje van twee jaar is zeker ook wel een schatje. Leuk dat je hetgeen je op de club leert, thuis in toepassing gaat bren gen. Dag Rietvcinkje. Lief KOOLMEESJE. Ja zeker, je mag je werk medenemen, maar het St. Nicolaasca- deautje gaat voor. Je kunt echter aan je werk breien, wanneer je even moet wachten voor ik je helpen kan. Wat heb je prachtig postpapier zeg. Het komt je nu goed van pas. Je schuilnaam vind ik uitstekend. Tot Woens dag. Dag Koolmeesje. Veel groeten van MEJ. E. VIJLBRIEF. RIE WIL ROOKEN. door W. B.—Z. Hè, paps, mag 'k even rooken Al uit die mooie pijp, Het hindert toch niet papsie, Als ik in 't steeltje knijp. Toe laat mij even trekken, Het lijkt me toch zoo fijn, Ik zou alleen al daarom Een jongen willen zijn. Paps geeft aan Rie zijn pijp nu Ze doet een enkle trek, Maar dan wat kijkt ze leelijk, Wat. doet die Rie nu gek. O, paps het is verschrikkelijk! Het smaakt zoo akelig naar! Ik spring maar van je schoot af Ik voel me een beetje raar. Rie zei: ,,'k Kan niet begrijpen, Dat paps dat lekker vindt". Maar vader lachte en zei toen: „Dat wil 'k graag gelooven, kind". de opening van een garenklosje wordt trechtervormig verwijd. Dat kan gemakkelijk gebeuren met behulp van een scherp mes en een ronde vijl. De andere zijde wordt voorzien van een buisje om er lucht door te olazen. Verder hebben we noodig: 'n glad kogeltje van vliermerg, waarvan de grootte tot die van het garenklosje in één verhouding staat. Blaast men nu krachtig door het buisje, dan kan men de kogel in de trechter leggen, zonder dat deze er uit geblazen wordt. Integendeel de kogel wordt tegen het klosje gezogen. Beter gezegd: de kogel blijft voor de trechter zwe ven, om den luchtstroom gelegenheid te geven zijdelings uit te wijken. Hetzelfde geschiedt, wanneer de kogel de or een speelkaart vervangen wordt. Ook deze blijft fladderen voor de opening. De stroo ming, die de kaart tegen het klosje drukt, is zoo sterk, dat deze zelfs nog een gewichtje kan dragen. Men moet echter zorgen, dat c'e kaart niet zijdelings verschuiven kan, het geen het best bereikt wordt, door er van on deren een naald door te steken, die men dan in de opening van het klosje plaatst. WIE ZOEKT ER MEE? „Hé, ik dacht toch zoo vast, dat ik een visch aan mijn hengel had en nu zie ik niets. Waar zou die visch toch zijn gebleven?" peins de de hengelaar. Probeeren jullie maar eens, of je slimmer bent dan de hengelaar en de visch kunt vinden. DE EEDAFLEGGING VAN WILLEM TELL. Jullie zuit ahen wei eens gehoora neoben. dat Wilhelm Teil, een Zwitser, eens de straf werd opgelegd een appel van het hoofd van zijn zoontje weg te schieten met pijl en boog. Daar hij een uitstekend boogschutter was gelukte hem dit Hoewel hij door dit feit we reldberoemd is geworden en hierover in alle talen en landen verhalen worden verteld, is dit niet de oorzaak, dat hij in Zwitserland geëerd wordt als een nationale held. Hij is namelijk de stichter van het Rütliverbond, een oeweging, die ten doel had een onafhan kelijk land van Zwitserland te maken. Op het plaatje, dat jullie hier zien, zie je, hoe Wil helm Teil en zijn aanhangers vurig zweren elkaar te zullen helpen in den strijd om de vrijheid van hun eigen land. Door velen wordt Teil dan ook de bevrijder van Zwitserland genoemd Hij leefde van eind van de dertiende eeuw tot de helft van de veertiende eeuw. De kleeding, die je op het plaatje ziet, wordt in Zwitserland nog veel gedragen. DE KANONPLANT. Op het plaatje zien jullie een afbeelding van de wilde komkommer, die ook wel ka- nonplant wordt genoemd. De gewone komkommer kennen jullie na tuurlijk allemaal wel. Deze wordt vooral in den zomer veel gegeten, meestal met sla. De komkommer wordt alleen rauw gegeten. Nu zal ik uitleggen, waarop de wilde kom kommer ook wel kanonplant wordt genoemd. Wanneer de plant rijp is en de vruchten af vallen, ontstaat op de plaats waar de vruch ten hebben gezeten, een groote opening. Uit deze opening werpt de plant met kracht de zaden, die eerst in een dikke slijmerige laag zaten. Dikwijls „schiet" de kanonplant de zaden bijna twee meter ver. Wanneer je deze plant zoo ziet staan, zou je heelemaai niet vermoeden, dat er zoo'n kracht in zit. Chef tegen piccolo: „Zou jij een verant woordelijke positie bij me willen bekleeden?" Piccolo: „Liever niet meneer, ik krijg nu al van alles de schuld." „Kellner, zijn deze eieren wel versch?" „Beslist meneer, 't Zijn eieren, die eigen lijk morgen gelegd hadden moeten worden." EEN AUTOMATISCHE SEINPAAL. De meeste jongens hebben wel een spoor- treintje. Het spelen ermee wordt nog aardi ger, wanneer je er 'n automatischen seinpaal bij hebt. Op de teekeningen kun je zien op welke manier je er zelf een kunt maken. Laten we eerst eens den seinpaal bezien. Deze bestaat uit een houten arm (A), die aan B verbonden is door een mast (C). De kleine hefboom (D) van dit toestel is bevestigd aan een roede, die wordt tegengehouden door een richthout (G) en uitloopt op een kram. Deze kram is weer verbonden aan den hefboom H. die door de as I in verbinding staat met den hefboom J. Deze hefboom J staat vlak Gij de tegenoverliggende spoorbaan (K). Om te maken, dat de seinpaal werkt, moet men vóór de locomotief in horizontale rich ting een klein ijzeren staafje bevestigen. Wanneer de trein het punt K passeert, komt het ijzeren staafje in aanraking met den hef boom J, de as I draait, de hefboom H trekt aan de kram F, deze bewerkt indirect weer, dat de roe (E) het kleine hefboompje D naar leneden trekt, waardoor de arm (A) van het oestel de hoogte inschiet. Wanneer de trein gepasseerd, breng je den arm weer naar leneden. Op de tweede teekening zien jullie een seintoestel dat veel eenvoudiger is dan dat op de eerste. Dit tweede seintoestel bestaat uit een mast (B), waaraan een ronde discus bevestigd is, die door een as (C) in verbin ding staat met een hefboom (D). Wanneer het ijzeren staafje, dat je voor de innnmotief hebt vastgemaakt, den hefboom D aanraakt, draait de discus A om door middel van de as C. Jullie ziet dus, dat het niet - mei- lijk is om een seintoestel in elkaar te zet ten, wanneer je een spoortrein hebt. Het maakt het spelen ermee

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1936 | | pagina 10