De „Zesdaagsche" begonnen. UROL maakt ze gaaf en zacht Vier jaar geëischt tegen politiecommissaris 3 Staatsleening ver overteekend. Paleis Soestdijk voor Prinselijk paar. WOENSDAG 11 NOVEMBER 1936 Algemeene beschouwingen over de R ijksbegro o ting. Het huwelijksgeschenk der schooljeugd. Handen rood en ruw het Verduisteringen te Nijmegen van grooten omvang. Een halve eeuw geleden Uit Haarlem's Dagblad van 1886 Drie lijken aangespoeld. Brandstoffenhandel over het rapport-V erschuur TWEEDE KAMER I W. Albard» (S.D.A.FJ DEN HAAG Dinsdag. Nadat de Kamer o.m. besloten had de wets ontwerpen tot naturalisatie van Prins Bern- hard en tot goedkeuring van het huwelijk van Prinses Juliana met dezen, Woensdag in de afdeelingen te onderzoeken, volgden een paar korte verklaringen met 't oog op de eindstem ming van de nieuwe pachtwet. Ds. Ling- b e e k (Herv. Ger.) zou het tegen laten hooren, omdat z.i. het voorstel revolutionair was. Dr. B i e r e m a (lib.) meende met zijn fractie eenzelfde houding te moeten aannemen aan gezien zij de regeling i.z. het continuatierecht onaanvaardbaar vonden en de Staatk. Ger. Kersten moest evenmin iets van de rege ling op pachtgebied hebben. Met 7612 (met de reeds genoemde opposanten stemden tegen de plattelander Mr. Vervoorn en Mr. Wester man.) Toen kon de groote parlementaire zesdaag sche, oftewel het algemeen begrootingsdebat beginnen. Niemand wilde aanvankelijk den kop nemen: er was n.l. geen enkel lid als spre- ïer ingeschreven. Doch ;enslotte was Ir. A1- 3 a r d a (s.d.) bereid het ijs te breken. Hij stipte allereerst aan, dat men thans ten gevolge van het feit, dat de gulden inmid dels zwevend is ge maakt aan de oor spronkelijke begroo- tingscijfers geen hou vast meer heeft. Dat er nog geen vast punt voor den gulden is be paald vindt spr. ver klaarbaar. Gelijk de kapitein van een schip niet voor een storm, wel voor de navigatie verantwoor delijk is, moet gezegd, dat het kabinet-Colijn natuurlijk geen verwijt treft voor het bestaan van de economische crisis. Doch dit kabinet gaat niet vrij uit, wat betreft het in verband met die crisis gevoerde beleid. En daarop nu oefende de leider van de s.d. fractie vrij scherpe kritiek uit. Noodlottig voor ons land is geweest de aan passingspolitiek door het kabinet-Colijn ge voerd. Zeker, bezuinigingen op de staatsuit gaven waren noodig en zeker was meermalen loonsvermindering tengevolge van den be- dri.jfstoestand geboden. Doch de heer Albarda en zijn partijgenooten blijven van meening, dat de aanpassingspolitiek geen genees methode is, en integendeel het herstel tegen werkt. Spr. betoogt dan, dat het programma waar mee dr. Colijn in 1933 optrad niet verwezen lijkt is: het liep op mislukkingen uit. Dit geldt zoowel den toestand der staatsfinanciën als de economische situatie waarin ons land zich bevindt. Spr. erkent, dat er eenige symptomen van opleving thans, sinds de gewijzigde munt- politiek, wel merkbaar zijn. Maar hebben we hier te doen met een definitieve keer ten goede of alleen met 'n vleugje? Dit laatste is het geval. Boven alles is het gewenscht afneming van de werkloosheid te bevorderen. En dus passé men toe, wat met 't oog hierop het Plan van den Arbeid aanbeveelt. Dat intusschen het kabinet tot inkeer zal komen en conjuctuur-verbetering zal gaan bevorderen op een wijze, die o.a. de S. D. A. P. juist zou achten, gelooft spr. niet. Welnu vol gens hem zal 't kiezersvolk over het beleid van dit kabinet een ongunstig oordeel uitspreken. Ware de vraag of men voor dan wel tegen een constructieve economische politiek, is in zet van den stembusstrijd, dan zou zich volgens spr. ongetwijfeld een groote meerderheid voor constructieve economische politiek verklaren. Maar de bedoeling schijnt te zijn om niet op die basis den strijd aan te gaan. Er is 'n stre ven merkbaar om de electorale troepen weer volgens godsdienstig-politieke indeeling op te stellen en toch is er geen voldoende overeen stemming omtrent praktisch staatkundig be leid tusschen de vroegere deelgenooten eener rechtsche coalitie aanwezig. Evenmin is dit 't geval op economisch-sociaal gebied. Ook zijn de vooruitzichten op een stembus overwinning eener rechtsche coalitie uiterst gering en zoo zal een krachtig bewind na een aldus ingeganen electoraten strijd niet te vormen zijn. En nu is in de huidige, ernstige interna tionale omstandigheden een dergelijk bewind, dat een moedige Volkenbondspolitiek durft te voeren, ten zeerste noodig. Maar ook is een sterk kabinet, door een breede meerderheid gesteund, gewenscht met het oog op den na- tionalen strijd. Na betoogd te hebben, dat de leuze van het „bolsjewistische gevaar" waar tegen dan het fascisme bescherming moest bieden, een valsche leuze is, zette de soc. dem. woordvoerder uiteen, dat in Nederland zulk een voorstelling geen ingang mag noch kan vinden. Ten onzent zijn zoowel communisten als fascisten een kleine minderheid. Dat zullen, dat moeten ze blijven. Alles bij elkaar haalden deze beide de dictatuur aanhangende groe pen bij de jongste Staten-verkiezing niet meer dan 12.7 pet. Men zal intusschen den voedingsbodem voor dergelijke bewegingen moeten wegnemen en ook daarom luidt het parool: constructieve crisispolitiek. Met een verwijzing naar de krachtige lei ding voor de democratie door de Belgische Regeering genomen, wat onze Regeering tot voorbeeld kan strekken en met het uitspre ken van de hoop, dat de verkiezingen ons een Kabinet en Kamer zullen brengen, die met bezieling zulten opkomen voor een krachtige constructieve economische politiek tevens met bezieling de leiding nemend voor het ongeschonden behoud van onze demo cratische instellingen en vrijheden, besloot de heer Albarda zijn rede. Ds. Lingbeek (Herv. Ger.) had bezwa ren tegen „Rome" en tegen het volgens hem verraad plegen door de, op een sa mengaan met de R.K. Staatspartij gesteld zijnde, groote protes- tantsche groepen. Eere kwam z.i. toe aan den Utrechtschen hoogleeraar, die het gewaagd had in te genwoordigheid van den aartsbisschop te betoogen, dat Neder- land's grootheid stamt uit de hervorminghier sprak aldus deze afgevaardigde de eenige waardige na zaat "an den Geus. M„ Westerman (nationaal) meende te kunnen vaststellen, dat de aanpassingspoli- Mr. dr. W. Westerman aangezien de tiek van het Kabinet geen resultaat had op geleverd. Vooral de door de Regeering ge volgde export-politiek achtte hij laakbaar en in dit verband stelde spr. de vraag, of onze nationale rijkdom zoo onmetelijk is, dat we nog langer kunnen voortgaan producten 3p de buitenlandsche markt te brengen bene den kostprijs. Tevens veroordeelde hij o.m. het steeds nOig maar olijven steunen van z.i. ten doode opgeschreven bedrijven. Hij drong er voorts op aan den gulden niet te lang zwevend te houden, handel vastheid noodig heeft. Met betrekking tot het vraagstuk der gezagshandhaving klaagde deze afgevaardigde er o.a. over, dat de Regeering niets doet of gedaan heeft te gen de straat-terreur, waarvan menigeen bij colportage van zekere bladen het slachtof fer werd, terwijl hij verder nog te kennen gaf, dat er, eveneens tengevolge van „ter reur" geen arbeidsvrijheid meer zou bestaan. Na voorts de aandacht gevestigd te hebben op den gezagsondermijnenden invloed van „De Tribune" wijdde Mr. Westerman nog bij zondere aandacht aan 's lands defensie, die hij volkomen onvoldoende noemde. Den Mi nister-President, welke zelf Defensie onder zich heeft, verweet hij een teleurstellend ge brek aan voortvarendheid. Waarom kunnen wij hier niet doen, wat in (België wel mogelijk is. waar nog wel vijf sociaal-democraten deel uitmaken van het kabinet? Scherpe kritiek oefende spr. uit op het standpunt der Regee ring. dat zij eerst een uitspraak der kiezers noodig acht alvorens wijziging der dienst plichtwet (tot opvoering van den diensttijd en uitbreiding van het jaarlijksch contin gent) zou mogen plaats hebben. Dat deze afgevaardigde ook ons buiten- landsch beleid niet bewondert, was bekend. Hij betreurde de houding aangenomen te gen landen met een ader gedachten leven dan het onze en keurde het af, dat wij ons in hoofdzaak plegen aan te sluiten bij die staten, welke steunen op Genève, waar vol gens hem Rusland den boventoon voert. E. v. R. Men deelt ons mede: het comité van de Ne- derlandsche schooljeugd mocht van H. K. H. Prinses Juliana bericht ontvangen, dat H. K. H. met groote belangstelling heeft kennis genomen van de plannen en de werkwijze van het comité en dat het geschenk van de Ne derlandsche schooljeugd door haai- en Prins Bernhard gaarne als zelfstandig geschenk zal worden aanvaard. DE TRUC MET DE TROUWBELOFTE. Bij de politie te Amsterdam is door een be woonster van de Eerste Jacob van Campen- straat aldaar aangifte gedaan terzake van oplichting door een diamantsnijder uit Ant werpen voor f 1245 en een bedrag van circa f 2100 aan effecten. De man had de vrouw trouwbeloften gedaan en herhaaldelijk geld van haar geleend. Tenslotte heeft de man de relatie met de vrouw verbroken, zonder haar de voorgeschoten bedragen terug te betalen. Het betreft hier dus een truc, welke reeds vaker is toegepast. D«. C. A. Linfbe«fc (Herr. Ger/P.) Frans Hals' portret van Zaffius in het Frans Hals-Museum en nog wat. In het laatste der Frans Halskabinetten,, waar de Regentessen, als de rijpe glorie van zijn kunst, den bezoeker als het ware tot het hoogtepunt van zijn beteefcenis voeren, is tevens ook Hals' vroegst gedateerde werk uit het Museum, het portret van den aartsde ken Zaffius, opgehangen. Hals was ongeveer dertig jaar oud toen hij dit schilderde, had dus nog een halve eeuw van staag stijgende productie te goed en het zal wel een der eerste Haarlemsche opdrach ten geweest zijn waaraan Van Mander's leer ling gevolg gaf. Toch is reeds één van zijn groote qualiteiten de pittige uitbeelding van de markante trekken in dien guitig-schran- deren denkerskop, aanwezig. De toon van de schilderij mag in den loop der tijden wel wat verkild zijn, de karakteristiek der uitbeelding is scherp en zonder aarzeling. Het zou wel eens interessant zijn te weten hoe de vrienden uit Zaffius' kring over zijn beeltenis gesproken hebben. Of ze het mooi .gevonden hebben en gelijkend, of dat ze ge zegd zullen hebben: onze deken kijkt heel anders, niet zoo fel, hij is vriendelijker, enz., enz. Want de menschen zijn in sommig op- zich nu eenmaal niet zoo heel veel veranderd in drie honderd jaar en wie wel eens heeft bijgewoond hoe een modern portret in den kring van familie en kennissen ontvangen wordt bij de aflevering, kan zich de daarbij gebruikelijke disputen, waarin onze voor ouders zich vermeid zullen hebben, wel eenigszins voorstellen. Toch is er een verschil en een anders ge aarde waardeering gangbaar geworden en wij nemen Zaffius' portret dan ook maar als uit gangspunt om daarover een paar notities te maken. In de eerste plaats dan, heeft zich de ar tistieke waardeering voor het portret als kunstwerk wel grondig gewijzigd. De moderne kunstenaar heeft zich het recht verworven in een portret veel van zichzelf te leggen, zelf mee te praten en zijn „kijk" op de geportret- teerden niet onder stoeten of banken te ste ken. Als de kunstenaar psycholoog is en tege lijkertijd zijn vak beheerscht, kan dat tot merkwaardige en artistiek hoogstaande uitin gen leiden, die desondanks niet iedereen uit de omgeving van het model voldoen, omdat Doos 30, Tube 45 ct. Bij Apoth. en Drogisten. (Adv. Ingez. Med.) f 338 millioen ingeschreven. Naar het A.N.P. van bevoegde zij de verneemt, is Dinsdag op de 3 pet. staatsleening ad f 100 millioen (waar van f 50 millioen was geplaatst bij de Rijksfondsen) ingeschreven voor pl.m. f 338 millioen. Dit beteekent derhalve dat de f 50 millioen voor vrije inschrijving bijna zevenmaal is volteekend. Omtrent de toewijzing op de in schrijvingen zullen nog nadere be richten volgen. C. N. V. TEGEN HET ONTWERP - ZIEKENFONDSWET. Het dagelijksch bestuur van het Christelijk Nationaal Vakverbond heeft in een adres aan de Tweede Kamer zijn voor het oogentolik afwijzend standpunt kenbaar gemaakt ten op zichte van het ontwerp-ziekenfondswet, aan gezien de voorgestelde regeling voor de toe gelaten fondsen nieuwe lasten zal mee brengen. DE INBRAAK IN HET STATION TE BEESD. Zware straffen opgelegd. Het gerechtshof te Arnhem veroordeelde Dinsdag twee jeugdige Amsterdammers wegens inbraak met diefstal gepleegd in het stationsgebouw te Beesd, resp. tot twee en drie jaar gevangenisstraf. Men meldt ons, dat H.M. de Koningin aan Prinses Juliana en Prins Bern hard een gedeelte van het paleis Soestdijk heeft aangeboden, om als toekomstige woning in te richten. Het prinselijke paar heeft den wensch te kennen gegeven, dat de noodige veranderingen en inrichting van hun aanstaande woning een ge deelte zullen vormen van het natio nale geschenk, hetwelk aan de prinses en den prins bij gelegenheid van hun huwelijk zal worden aangeboden. Verd. niet geheel toerekenings vatbaar? De witste tanden, Indien U poetst met wat eoeds, dus met To^e 60 en 40 ct. Doos 20 ct. IVOROL «as—»MWIII» «Uil iinnnillHIIHIII IHIimm (Adv. Ingez. Med.) daar verlangd wordt dat het portret geeft, wat men zelf in de(n) afgebeelde gezien heeft. Vaak ook is men dan niet breed ge noeg om een, van het eigen inzicht afwijken de visie van den schilder als waardevol te erkennen en ontwikkelen zich conflicten die niet gemakkelijk geschikt kunnen worden, omdat het goed recht in den grond van de zaak bij beide partijen aanwezig is. Wie wel eens adviezen heeft moeten geven terzake van het doen maken van een portret, kent die moeilijkheden, die met het vrijer worden van den kunstenaar gegroeid zijn. Men omzeilt die moeilijkheden vaak door een zoo neutraal mogelijk opgevat portret, doch loopt dan veelal de kans dat het als kunstwerk onbeduidender wordt. De portretschilders onzer zeventienden eeuw kenden dezelfde gebondenheid. Rembrandt's eerste successen als portrettist, worden over schaduwd door de oppositie die later werk, toen hij zich zelfstandig-persoonlijker ging uiten, moest ondervinden. Hoewel zijn kunst bij het ouder worden zeker niet minder be lang rijk werd. Een eigenaardig verschil tusschen heden en verleden is nog, dat in de oogen der artisten zelf de portretkunst geheel verschillend be oordeeld werd. Voor de grooten van onzen tijd is het portret uitermate belangrijk. De moderne artist voelt zich, soms misschien wel wat zichzelf overschattend psycholoog en werkt met wetenschappelijke begrippen die onzen braven voorvaders onbekend waren. De besten onder dezen waren psycholoog zonder j hetzelf te weten en er waren er velen die het portretschilderen niet tot de hoogste kunst uitingen rekenden.. Maarhet behoorde in de zeventiende Toen de zitting van de rechtbank te Arn hem Dinsdagmiddag om half drie begon, was de tribune in verband met de behandeling van de zaak tegen den Nijmeegsehen politie commissaris dicht bezet, terwijl zich in de zaal tal van politie- en gemeentelijke auto riteiten bevonden en talrijke advocaten aan wezig waren. Verdachte was zeer zenuwachtig. Hij werd aanstonds door den president ondervraagd. Daarna las de officier van justitie de dag vaarding voor en vervolgens werden de ver schillende punten der ten lastelegging be handeld. Allereerst dat betreffende de ver- valsching van de schuldbekentenis. Verdachte gaf toe, dat hij het stuk zelf op de schrijfmachine had getikt en onder teekend met den naam Paré. De president merkte op, dat dit niet de eerste keer was, maar dat ook in de Haag- sche geschiedenis van verdachte dergelijke gevallen waren voorgekomen. Bij bespreking van de overige punten van de dagvaarding gaf verdachte de verduiste ring toe van een bedrag van tweeduizend gulden, hetwelk hem ter hand was gesteld in de strafzaak, waarbij een tekort van twee duizend gulden was te dekken. Hij had zich dat geld wederrechtelijk toegeëigend, even als een bedrag van 945 gulden, dat hij van zekeren L. kreeg om een door dezen veroor zaakt tekort bij de firma Heek te Nijmegen aan te zuiveren. Ook dit geld had hij zich we derrechtelijk toegeëigend. Hij verklaarde, dat hij al deze gelden voor zich zelf gebruik te, daar hij in financieele moeilijkheden verkeerde. De officier van justitie wees er op, dat blijkens proces-verbaal van den curator in het faillissement van verdachte verd. zich in totaal 28.000 gulden heeft toegeëigend. Eigen lijk gaat het om veel meer. Verschillende be dragen, die verdachte in den laatsten tijd heeft ontvangen van personen, die hem geld leenden, komen niet op de lijst voor. „Gebeurde dit alles sedert 1930?" Verdachte: „al voor dien tijd". Vervolgens ondervroeg de president den verdachte over een tweetal strafzaken, waar in de betrokkenen gelden hadden verduisterd en waarbij verdachte er op aandrong, dat zij geld bijeen zouden brengen om de tekorten aan te zuiveren. Hij beloofde dan, te zullen trachten, de zaken met den officier van justitie te regelen. Bij dit verhoor van den verdachte bleek, dat de officier van justitie nimmer de pro cessen-verbaal had ontvangen van eenige strafzaken, waarbij de verdachte den betrok kenen beloofd had de zaak met den officier van justitie te regelen, mits zij zorgden, dat het verduisterde geld weer terecht kwam. Officier van justitie: „die processen-ver baal zijn later bij u thuis op zolder gevon den. U hebt die menschen op eigen houtje in vrijheid gesteld en er nooit met de justitie over gesproken. Het is heel erg, dat u de justitie misleidde en het geld in den zak stak". De verdachte verklaarde, dat het wel in zijn bedoeling had gelegen de processen-ver baal in te zenden. Vervolgens werd een begin gemaakt met het getuigenverhoor. Dr. J. G. Schnitzler, ze nuwarts te Arnhem, die een onderzoek naar verdachte's geestvermogens had ingesteld kwam tot de conclusie, dat de door den ver dachte begane feiten hem niet ten volle kun nen worden toegerekend. Requisitoir. De officier, mr. Couvée, herinnerde in zijn eeuw tot de best betaalde bezigheden en dat is tot op zekere hoogte nog het geval. De negentiende-eeuwer Wiertz drukt dat al heel ongegeneerd uit, als hij zegt: „peindre des tableaux pour la gloire et des portraits pour le pot-au-feu, telle sera l'occupation in variable de ma vie" (schilderijen te maken voor mijn glorie en portretten te schilderen voor de hap-hapdat zal mijn onveran derlijke tevensbezigheid zijn). Maar al veel vroeger waren er groote kunstenaars ge weest, die het portret slechts als noodzakelijke bijkomstigheid beschouwden. Van onzen groo ten Haarlemmer Cornelis Corneliszen vertelt Van Mander dat hij vele en heerlijk schoone portretten schilderde, doch het met tegenzin deed, omdat zijn geest zich er te veel door aan banden gelegd en beperkt voelde. En Van Mierevelt wordt door de kunstkenners van zijn tijd beklaagd. Wat een jammer zeggen zij dat zooveel schepzinnige koppen zich op het portretschilderen dit zijpad der schilderkunst geworpen hebben, die anders wonderbaarlijk mooie dingen op elk ander ge bied zouden hebben gemaakt.. Men ziet alweer, dat het moeilijk is het ieder naar den zin te maken, want wij zouden toch ongaarne de mooie portretten die Miere velt ons naliet uit onze musea missen. En om de moeilijkheden, die Rembrandt en misschien ook wel Frans Hals, met hun opdrachtgevers gehad hebben, behoeven wij ons thans gelukkig niet meer te bekommeren. De werken spreken voor zich zelf en in een taal die wij meenen te verstaan. Wij zien in Zaffius' portret al den voorlooper dier reek sen conterfeitsels waarin de meest schilder- lijke schilder onzer historie, de „tronies" zij ner tijdgenooten boetseerde op een wijze, die psychologisch was zonder eigenwijsheid, en schilderkunstig schoon zonder eenig voorbe houd. Allicht zullen ook in z ij n dagen ooms en tantes en kennissen wel eens hun op- en aanmerkingen ten beste gegeven hebben, maar die mogen ons nu, rustig koud laten. En tot opgewonden, diepzinnige debatten en ondoor dachte openbare kritiek die de moderne tijd ons ter tij-dpasseering voorzet, gaf de zeven tiende eeuw slechts bij uitzondering gelegen heid. Van een, strijd zoo pas gestreden, om Toorop's beeld door Radecker, kon men voor driehonderd jaar nog geen idee hebben.. Thans maakt de tijdgenoot zich druk om wat de tijd zelf wel zal uitmaken: wat waar devol is en wat niet in de kunstproductie on zer dagen. Vermoedelijk heeft zelfs deken Zaffius de belangrijkheid van zijn portret nooit zóó gezien als wij dat doen. J. H. DE BOIS. 11 November: UIT DEN GEMEENTERAAD. Art. 130 betrof de betaling van den lOden of laatsten termijn, groot 1000.—, van de door den Raad toegestane bij drage voor de herstelling van de Groote Kerk. De heer Krelage verklaarde zich meer dan iemand anders voor de restauratie van de St. Bavo Kerk en herinnerde wat er vóór tien jaar met die bijdrage is voorgevallen, en hoe hij zelf een werk zaam aandeel heeft gehad bij het doen toestaan van die bijdrage. De spr. wilde wel nieuw subsidie geven, maar eerst in gelicht worden over den stand der werk zaamheden. De heer Macaré vroeg, of de Groote Kerk was het eigendom van de burger lijke gemeente of van de kerkelijke. De heer Kist beantwoordde den heer Macaré met er op te wijzen, dat er in 1817 of 1819 een contract is gemaakt tusschen de stad Haarlem en de kerke lijke gemeente, waarbij het gebouw, be halve het orgel en de toren, is over gedragen aan de Kerk. Er is verder ge vraagd naar plannen of stukken, maar die zijn alle in Den Haag. Wat kerk voogden hebben, stellen zij gaarne ter beschikking, ter inzage van den Raad. Het is tot nu toe niet mogelijk geweest, een plan van het werk te maken. Eerst nu, na tien jaren arbeids, heeft er een opneming plaats gehad, en daaruit bleek, dat, als men de kerk in een goeden toestand wil brengen, er nog 8 jaren aan zal moeten worden voortgewerkt. Voor datgene wat nu nog te doen is, is een plan in bewerking bij het ministerie. Er is geen vrees, dat de Tweede Kamer geld zal weigeren voor een werk, dat reeds zoo ver in behandeling is. De spr. zag er geen bezwaar in, de 1000 toe te staan, welke toch vervallen als het eveneens aangevraagde Rijks-subsidie mocht worden geweigerd. requisitoir aan edn dag der arrestatie. Lang zamerhand zijn toen meerdere feiten aan het licht gekomen en steeds sterker rees de twijfel of de verdachte wel het slachtoffer was van chantage, zooals hij beweerde. Tenslotte kwam vast te staan, dat het chantage-verhaal geheel gefantaseerd was. De vraag besprekend, wt dezen politie-chef tot een dergelijken val heeft gebracht, gaf Mr. Couvée als zijn meening te kennen, dat de wijze waarop v. d. M. als politie-inspec- teur werd geprezen, hem over het paard heeft getild. Het rapport van den psychiater gaf spre ker geen aanleiding een mildere straf te vra gen. Gezien de ernst der feiten eischte spreker wegens valschheid in ge schrifte en wegens verduistering door een ambtenaar van gelden, welke hij uit hoofde van zijn dienstbetrekking onder zich had, een gevangenisstraf voor den tijd van vier jaar. Mr. Lem uit Nijmegen, die als verdediger optrad, bepleitte mede op grond van het psy chiatrisch rapport een voorwaardelijke ver oordeeling met een langen proeftijd. PI. ver zocht tevens verdachte onmiddellijk in vrij heid te stellen, hetgeen door de rechtbank werd afgewezen. De uitspraak is bepaald op 24 November aanstaande. Vermoedelijk van één der vergane loggers. Dinsdagmiddag zijn aan het noorderstrand te Callantsoog twee lijken aangespoeld, die in verren staat van ontbinding verkeerden. Men meent hier te doen te hebben met twee leden van de bemanning van de kort geleden vergane logger „Sch. 179" De identiteit van de slachtoffers kon nog niet worden vastgesteld. Inwoners vaïi Scheveningen zijn met een autobus naar Callantsoog vertrokken, teneinde zoo mogelijk de lijken te identificeeren. Op het Noordzeestrand te Sint Maartenszee gemeente Zijpe, is Dinsdag een lijk van een manspersoon aangespoeld. De identiteit van het lichaam, dat aan het hoofd een ernstige wonde vertoonde, is nog niet vastgesteld. Blijkens de kleeding heeft men hier te doen met een visscher, vermoedelijk een opvarende van een der tijdens den storm van twee weken geleden vergane loggers. Naar aanleiding van het dezer dagen ver schenen rapport-Verschuur heeft de Bond van Nederlandsche handelaren in brandstof fen een adres aan de Eerste en Tweede Ka mer der Staten Generaal gezonden waarin gezegd wordt wel met enkele denkbeelden van den rapporteur te kunnen medegaan, doch waarin anderzijds critiek wordt uitge oefend op den inhoud van het rapport even als op het feit, dat het eerst ruim een jaar na dagteekening gepubliceerd is, zoodat het voor een beoordeeling van de huidige situa tie als vrijwel waardeloos moet worden be schouwd, en slechts tot misverstand aanlei ding kan geven. Ontkend wordt, dat de huidige saneering door het belang van den detailhandel wordt beheerscht. Daartegenover wordt juist ge steld, dat de saneering vooral tot stand is gekomen ten behoeve van de Nederlandsche mijnen, welke daarvan blijkens de jaarver slagen over 1935 reeds hebben geprofiteerd. Verder wordt den rapporteur verwijt ge maakt geen enkel argument te hebben aan gevoerd voor zijn geheel willekeurig advies om de marge van de detailhandelaren met 50 cent per ton, d.i. 4 cent per H.L. voor an- thraciet en 25 cent per ton of 2 ct. per H.L. voor eierkolen te verminderen. Het denkbeeld tot verkleining van de winst marge is echter inmiddels al door de feiten achterhaald, aangezien de Nederlandsche mijnen voor de meest gevraagde soorten den handelaren in dit Jaar in tegenstelling met 1935 de omzetbelasting in rekening hebben gebracht, welke belasting circa 60 ct. per ton voor anthraciet en 35 ct. per ton voor eier kolen bedraagt. Daardoor is de toch al niet te hooge winstmarge van den detailhandel reeds aangetast.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1936 | | pagina 2