O iciersbeëediging te Soesterberg. De „Statendam" naar het dok gesleept. GELD EN LIEFDE FEUILLETON Door niet minder dan zeven sleepbooten werd de „Statendam" van de HollandAmerika Lijn Dinsdag naar het dok van Wilton-Feyenoord gesleept, om aldaav grondig gerepareerd te worden Bij de vliegtuigafdeeling op Soesterberg heeft Dinsdag de beëediging van een dertigtal officieren plaats gehad. Een foto tijdens de plechtigheid Het bezoek van graaf Ciano, Italiaansch minister van Buitenlandsche Zaken, aan Weenen. Boven graat Ciano na zijn bezoek aan den Oostenrijkschen bondspresident, Miklas. Onder namens de Italiaansche regeering werd door graaf Ciano (links) een krans gelegd op het graf van den Onbekenden Soldaat De nieuwe Lord Mayor van Londen in zijn statiekoets op weg naar de Guildhall Een historische foto van 11 November 1918 De Duitsche troepen, die bij Roosteren doortocht kwamen vragen, moesten even voorbij da internationale brug te Maesyck hun kanonnen en mitrailleurs onder bewaking van Nederlandsche soldaten achterlaten De schaapskooi op de heide nabij Crailoo, door de Vereeniging van Vrienden van het Gooi reservaat aan het Gooisch Natuurreservaat geschonken, is gereed Voor den eersten nacht-exprestrein Batavia-Soerabaia op 1 Novem ber j.l. hadden de Posterijen in Ned. Indië een bijzonder stempel ver vaardigd Roman van HUGO BETTAUER. (Nadruk verboden.) 24) Wat zou Rolf wel uitvoeren? Reeds ver scheidene weken had zij niets meer van hem gehoord. Waarschijnlijk zoo hoopte zij had hij een lief meisje gevonden, waardoor hij haar zou vergeten. Als het hem maar niet slecht ging; als hij maar niet in armoede en ellende zat! Arme jongen, met het geld dat alleen voor bloemen voor dit feest werd uitgegeven, zou hij zijn vurig verlangde studiereis naar Italië hebben kunnen onder nemen. Franzi zuchtte en iets als haat tegen al het goud, dat haar omringde, kwam bij haar op. Een ongeval. Het feest had zijn hoogtepunt bereikt. Boven de zee, in het park en hoog in de lucht schitterden de vuurwerkfiguren, door tientallen vliegtuigen afgestoken, de muziek schetterde, tafelspeeches werden gehouden en de optredende artisten werden met geestdrif tige bijvalsbetuigingen beloond. Franzi zat op het terras in een kring van vereerders en hoorde al de vleiende compli menten afwezig en verstrooid aan. Haar ge dachten wijlden ver aan de overzijde van deri oceaan, in haar goede, arme Weenen, waar zij honger en armoede had geleden, geschreid en van een onzekere toekomst gedroomd had Henry Garrick, de gastheer, wandelde met Lilian Mervil door het park. Zij spraken over Frances. Henry beschuldigde zichzelf en er kende, dat hij Frances verwaarloosde en dat zij daar erg onder leed. „Ik ben er nu eenmaal niet de man naar, om met mijn vrouw achter het spinnewiel te zitten. Frances lijdt er onder, dat ik haar slechts vluchtige uren kan wijden; zij begrijpt mijn wereld en mijn strijd niet. Ik beklaag haar, omdat ik haar met heel mijn hart be min. Zij had een man moeten trouwen, die tevredener, kalmer en minder eerzuchtig is tan ik'. „Zoo is het", viel Lilian hem in de rede. ,men moet zich zijn levensgezellin niet uit een zoo vreemde omgeving halen! Jouw schoone, lieve vrouw zou aan de zijde van een welgesteld winkelier oneindig gelukkiger zijn geworden. Maar het tempo van jouw vereld en van jouw leven is haar vreemd; zij haat ons allen, zij haat je rijkdom en je eerzucht, omdat zij niet mee kan. Toen ik een klein meisje was, had ik een vriendin netje dat prachtig op haar hoofd kon staan en op haar handen loopen. En toen ik dat ook niet leeren kon. begon ik haar te haten. Precies zoo gaat het Frances ten opzichte van ons allen. En daarin schuilt een gevaar voor haar en voor jou! Ik geloof, dat als zij van daag met honderdduizend dollar naar Weenen kon reizen en daar een braven burgerman zou kunnen trouwen, zij nog de gelukkigste vrouw zou worden" Onaangenaam getroffen beet Garrick zich op de lippen. Hij voelde dat er veel waars in deze woorden lag, maar wilde dat toch niet toegeven. Heesch fluisterde hij: „Frances bezit te veel eergevoel om mij te bedriegen en ik geloof ook, dat zij mij wer kelijk bemint en niet mijn rijkdommen. Van daar die innerlijke strijd". Lilian triomfeerde in haar binnenste. Zij voelde dat haar woorden wortel schoten. Nu nog een haar gunstig toeval en zij zou haar spel winnen. Luid vervolgde zij: „Het merkwaardigste is, dat Frances dat gene als een ongeluk beschouwt, wat andere vrouwen als het hoogste geluk waardeeren Als ik weer eens trouwen mocht, zou het slechts moeten zijn met een man die door eerzucht gedreven wordt. Iedere triomf, dien hij viert, zou ik dubbel meevieren en het enkele uur van den dag dat hij mij wijdde, zou ik als een kostelijk geschenk beschouwen. Wij Amerikaanschen zijn nu eenmaal heel an ders dan die Duitsche meisjes, met haar sen timentaliteit en haar Gretchen-romantiek". Het was tegen middernacht, toen een woedend hondengeblaf en een gillende kreet plotseling de feestvreugde verstoorden. De kreten herhaalden zich en het geblaf der honden werd nog woedender. De gasten en hun gastheer snelden in de richting van het geblaf, dicht bij het hooge ijzeren hek, dat het park van den landweg afsloot. Maar reeds kwamen de bedienden hen tegemoet en op desbetreffende vragen vertelden zij: ,.Een landlooper heeft over het hek willen klimmen, waarschijnlijk om ongestoord het een en ander te kunnen stelen. Maar hij heeft buiten onze wolfshonden gerekend. Nog voor hij in het park was, zijn de beesten als dol op hem aangevlogen enTiebben hem leelijk toegetakeld. Hij ligt daarginds, misschien is hij wel dood". „Breng hem naar het politieposthuis, daar zal men wel uitvinden wat er met hem aan de hand is", zei Garrick kalm, terwijl een Yankee uit Boston, een man met een stieren nek, zijn voldoening uitsprak. „Hij heeft zijn verdiende loon. Wanneer iemand zonder mijn toestemming mijn huis binnen komt, schiet ik hem neer als een dolle hond". Franzi, die ook was komen toeloopen. drukte haar hand op het hart. Zij voelde zich ontzettend beklemd en de haat tegen al die verzadigde en verwaande menschen deed het bloed naar haar hoofd stijgen. Luid en ge biedend zei zij tegen een der lakeien: „John, breng mij naar den man toe. Ik duld niet, dat hij misschien stervende wegge sleept wordt!" De omstanders lachten geamuseerd, Henry daarentegen verheugde zich over dit kordate optreden van zijn vrouw. Fred ging met Franzi mee en volgde haar met den lakei naar de plaats waar het ongeval gebeurd was. Doodsbleek en badend in zijn bloed lag daar een slanke jonge man op het gras uitgestrekt besnuffeld door twee honden, die hem op nieuw zouden zijn aangevlogen, wanneer men ze niet met geweld had vast gehouden. Het was donker op deze plek, men zag slechts het lichaam met een bleek gelaat Fred streek een lucifer aan en hield de vlam boven het gelaat van den landlooper. En met een gillenden smartkreet „Rolf!" wierp Franzi zich op den man, die nu de oogen opende, droevig glimlachte en daarop weer het bewustzijn verloor. De kreet van Franzi was ver ip het rond gehoord. Allen kwamen toegesneld, maar niemand kon zich het geval verklaren. „Frances, wat moet dat beteekenen?", vroeg Henry, terwijl hij zijn vrouw overeind trok. Franzi stond op en antwoordde snik kend: „Het is Rolf Hörmann, een vriend uit m'n jeugd. Fred kent hem, het is een soede. brave jongen; nu hebben de honden hem ver scheurd". Franzi stond rechtop en haar stem klonk koel en gebiedend: „Ik eisch dat onmiddellijk een dokter ge haald wordt en dat de man in een der logeer kamers gebracht wordt". Gemompel van stemmen, opschudding en uitingen van verbazing waren het gevolg. ,JEen herinnering uit het verleden", zei Lilian zoo luidt, dat iedereen het hooren moest. Garrick was echter de situatie mees ter. „Een vriend van mijn vrouw, dus ook een vriend van mij en thans mijn welkome gast! Al het overige zal wel spoedig opgehelderd worden". Door het ongeval was aan het feest een einde gekoi- :n. Vijf „tuigen suisden door de lucht, auto's rolden over den weg en weldra lagen het kasteel en het park weer stil en verlaten. Franzi zat aan Rolf's bed, terwijl de dokter en een verpleegster de wonden hechtten en uitwaschten. „Er is in het geheel geen gevaar bij", zeide de dokter tenslotte. Een diepe beetwonde in de rechter borstzijde, een tweede in de dij en een derde onder de heup, maar geen van drieën is levensgevaarlijk. De arme stakker zal een paar weken in het ziekenhuis moeten blijven. Ik zal zorgen dat hij daarheen ver voerd wordt". „Neen", zei Franzi bedaard, ,hij blijft hier, tot hij geheel hersteld is". Vroeg in den morgen ontwaakte Rolf, hij had een beetje koorts, maar leed geen pijn. Verwonderd keek hij om zich heen, niet be grijpend waar hij was en hoe hij hier was gekomen. De verpleegster snelde weg, om mevrouw Garrick overeenkomstig haar wensch te waarschuwen dat de man wakker was geworden. Franzi kwam en knielde bij het bed neer, legde haar koele hand op het heete voorhoofd van den vriend uit haar ieugd en vroeg zacht: Rolf, hoe kom je zoo hier? „Herken je mij niet? Ik ben het; ik Franzi Lehner!" Toen begon hij, gelukkig glimlachend te vertellen wat hij allemaal doorstaan had en hoe hij hierheen was gekomen. „Weet je, Franzi, ik verlangde zoo erg naar je! Wees niet boos; ik weet immers dat je getrouwd bent en de voornaamste vrouw van de wereld geworden bent. Maar ik mocht toch wel naar je verlangen, is 't niet? Dat is toch reen misdaad! En bovendien gaat het in Weenen slecht, slechter dan men het be schrijven of zeggen kan. Niets dan werklooze ambtenaren, die door bezuiniging hun be trekking verloren hebben en nu overal, als er wat is, de voorkeur genieten. Verder duurte m faillissementen. De Staatsfinanciën zijn oo gesaneerd, dat alles te gronde gaat. (Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1936 | | pagina 8