HET NIEUWE AVONDBLAD De Tentoonstelling. Waarom nu toch een pufverbod? RIJWIELEN KINDERWAGENS STOFZUIGERS 22e JAARCANC No. 202 DONDERDAG 1 JULI 1937 NMUIDER COURANT ABONNEMENTEN: per week 10 ets., per maand 40 cents plus 2]/2 cents incasso, per kwartaal 1.20 plus 5 cents incasso, losse nummers 3 cents. Kantoor: Kennemerlaan 42 - IJmuiden. Telef. 5301 VERSCHIJNT DAGELIJKS BEHALVE OP ZON- EN FEESTDAGEN UITGAVE LOURENS COSTER. MIJ. VOOR COURANTUITGA VEN EN ALG. DRUKKERIJ N.V. DIRECTIE P W PEEREBOOM EN ROBERT PEEREBOOM. AD VERTE NTIëN15 regels 0.75. Elke regel meer 15 ct. Bij abonnement belangrijke korting. Adverten ties van Vraag en Aanbod 1-3 regels 25 ct., elke regel meer 10 ct. Ingezonden mededeelingen dubbele prijs. ALLE ADVERTENTIeNOPGEGEVEN VOOR DIT BLAD. WORDEN KOSTELOOS OPGENOMEN IN DE NEVEN-EDITIE HET NIEUWE AVONDBLAD DE KEN NEMER COURANT. Gratis Ongevallenverzekering voor betalende abonnès. Levenslange ongeschiktheid J 2000.— overlijden ƒ400.—. verlies van hand, voet of oog ƒ200.—, beide leden duim f 100.één lid duim ƒ50.alle leden wijsvinger ƒ60.— één of twee leden wijsvinger f 25.—, alle leden anderen vinger ƒ15.—. één of twee leden anderen vinger ƒ5.—, arm- of beenbreuk 30.—enkelbreuk ƒ15.—, polsbreuk 15.—Opvarenden van visschers-, marinevaartuigen enz. ƒ400.- bij verdrinkingsdood door ongeval tijdens de vaarttot een maximum van ƒ2000.indien hetzelfde ongeval den dood van vijf of meer abonnés mocht tengevolge hebben. Nog afzonderlijke verzekering voor abonnés op het Geïllustreerd Zondagsblad. Alles indien het gevolg van een ongeval en volgens gratis ten kantore van dit blad verkrijgbare voorwaarden. Gistermiddag is de Frans Hals-tentoon stelling geopend door den Minister van On derwijs. Het is een groote gebeurtenis voor onze stad. Het is tevens een groote gebeurte nis in de kunstwereld, want nimmer tevoren is een zoo veelomvattende blik gegund op het oeuvre van dezen kunstenaar, dien de wereld sinds lang erkend heeft als te behooren tot de kleine groep der opperste uitverkorenen: die der genieën. Deze tentoonstelling in het stedelijk museum, in een stil Haarlemsch straatje, zal haar licht uitstralen in de gan- sche beschaafde wereld. Vele kunstgeleerden, kunstkenners-van-professie en kunstmin- naars-amoris causa zullen duizenden kilome ters reizen om dit te kunnen zien. Er zal over geschreven worden in tallooze artikelen in dagbladen, periodieken, vaktijdschriften in vele landen en talen. Het is goed voor Haarlem en goed voor het Frans Hals Museum, aldus in het middenpunt van de kunst-belangstel ling der wereld te worden geplaatst. Dinsdagmorgen, toen het college van Bur gemeester en Wethouders ons journalisten in het museum ontving en wij werden rondge leid door den directeur, den heer G. D. Grata- ma, werd ons niet alleen allerlei over het werk van Frans Hals verteld maar ook over de er varingen die de directeur had opgedaan bij zijn pogingen in binnen- en buitenland, om werken van Hals voor deze tentoonstelling ter beschikking te krijgen. Niet overal was hij geslaagd in zijn streven, maar de uitkomst bewijst wel dat hij in het algemeen zeer veel bereidwilligheid heeft ontmoet. Zelfs zijn er schilderijen bij die nog nimmer tevoren ten toongesteld zijn en dus hun debuut maken in het licht der openbaarheid. De geschiedenis van de groote schilderijen tentoonstellingen der laatste jaren, o.a. van een reeks exposities in Londen en in Amster dam, toont duidelijk aan dat de toeschiete lijkheid op dit punt sterk stijgende is. Veel meer dan vroeger schijnt gevoeld te worden dat men het genot van kostelijke kunstschep pingen ook aan zijn medemenschen moet gunnen en daarvoor de onloochenbare risico's dan ook maar over hebben. Dat is een ver heugende nieuwe opvatting. Meer dan honderd werken van den genialen portretschilder tijdens een enkel bezoek van een uurtje in zich op te nemen is natuurlijk volslagen onmogelijk. Zelfs de kenner-par- excellence zou daar niet in slagen. Maar on der de eerste indrukken die men bij zoo'n snellen rondgang opdoet is ook deze, voldoe ning gevende, dat de zeven Halsen die ons Museum zelf bezit toch inderdaad wel tot zijn belangrijkste werk behooren. Wij eindigden er den rondgang mee. Maar voor de zooveel- ste maal, en niet minder dan tevoren, werd ik weer intens geboeid door die beide regenten stukken, die de meer-dan-tachtigjarige Hals schiep toen hij armlastige van de gemeente was geworden. Die slotstukken van zijn oeuvre, waarin hij het innerlijk van zijn su jetten in hun „tronies" weergaf zijn ook hier weer als een apothéose van een groot kun stenaarsleven In den aanvang van dit artikel heb ik de kunstgeleerden en -kenners en -minnaars genoemd die duizenden kilometers zouden rei zen om een tentoonstelling als deze te zien. Misschien hebben sommige lezers gedacht: hij vergeet de kunstenaars. Maar dat was niet zoo. Ik heb wel aan hen gedacht en zelfs in de eerste plaats. Maar hoevelen zouden er onder hen zijn, die reizen van duizenden kilo meters kunnen betalen? Zijn er? De meesten zijn in dezen tijd armlastig, gelijk Hals het was op het einde zijns levens, dat als geheel zich kenmerkte door een voortdurende vlucht van logies-naar-logies, met den deur waarder als achtervolger. Het lot van den kunstenaar in de twintigste eeuw is wéinig- beter dan dat van zijn voorzaat in de zeven tiende. Het mooiste dat hem geworden kan is, door velen verstaan te worden. Ik wil mij daarom op dezen openingsdag in de eerste plaats wenden tot u, duizenden Haarlemmers, wien het voorrecht ten deel valt deze wereldge beurtenis op kunstgebied te kunnen beleven zonder er lange reizen voor behoeven te ma ken. Ten koste van een klein geldelijk offer kunt gij een schoonheidsgenot smaken dat talloozen u zullen benijden omdat het voor hen onbereikbaar is. Ik verwacht dat gij dit allen beseffen zult. Velen onder u hebben het Frans Hals Museum zelfs nog nimmer be zocht. Daar hebben zij de kunst en zichzelf onrecht mee gedaan. Een beter gelegenheid om dit tekort in hun leven weg te nemen is niet denbaar en een evenwaardige zal zich ook niet pieer binnen afzienbaren tijd voor doen. Het Frans Hals Museum verwacht thans in de eerste plaatsde Haarlemmers. Het heeft ook hun zeer veel schoons te bieden. v R.E. IJMUIDEN Ledenvergadering Harddraverij- vereeniging „IJmuiden". De draverij gaat door. In de gisteravond gehouden leden vergadering van de Harddraverij vei-. „IJmuiden" heeft de voorzitter, de heer S. J. P. Stevens den leden mede gedeeld, dat dank zij de medewerking van de winkeliers van IJ. O. V., het doorgaan van de draverij ook in dit jaar verzekerd is. De draverij zal ge houden worden op Donderdag 9 Sep tember, wederom in de Trompstraat. Na de opening en het lezen der notulen van de vorige vergadering deed de voorzitter eenige mededeelingen over de conferenties met den burgemeester in verband met het verzoek, om drie dagen kermis te mogen hou den. De burgemeester, wijzende op het besluit van den gemeenteraad, waarbij de kermis werd afgeschaft, had in Februari den raad gegeven een desbetreffend verzoek in te die nen. Het bestuur had de beschikking over een terrein van 4000 M2„ waarvoor een ex ploitant gevonden was. De politie vond het terrein echter te klein, reden waarom naar een grooter terrein werd omgezien. Er kon toen de hand worden gelegd op een terrein van 10.000 M2. Er werd vele malen met den burgemeester en de politie geconfereerd. Toen kwam er een protest tegen de kermis van de zijde van de winkeliers, maar ten slotte zegde de burgemeester zijn medewerking tot het houden van vermakelijkheden toe. Totdat dezer dagen bericht werd, dat slechts gedu rende één dag en wel op den dag der draverij kermisvermakelijkheden zouden mogen plaats vinden. Dit besluit was onherroepelijk. Na mens het bestuur heeft de voorzitter toen den burgemeester medegedeeld, dat van de toe stemming geen gebruik zou worden gemaakt. Later heeft het bestuur met de winkeliers vergaderd en dat heeft tot resultaat gehad, dat de draverij zal doorgaan. Na de gehouden bestuursverkiezing, die tot resultaat had, dat de heer Vellekoop geko zen werd, zette de voorzitter nader den stand van zaken ten opzichte van de draverij uit een. Er is voor vooruit te betalen belasting, voor garantie en voor prijzen een bedrag van ongeveer f 1300 noodig. Het bestuur is avond aan avond in de weer geweest en de zaken staan thans zoo, dat dank zij een particu lier en het reclame-comité van IJ. O. V. de benoodigde som beschikbaar is. De voorzitter riep aller medewerking in, opdat ook nu weel de draverij zal slagen. Er zullen maatrege len genomen worden om „blinde passagiers" van de baan te weren. Tot dit doel zal aan alle bezoekers een kenteeken worden uitge reikt, dat zichtbaar gedragen moet worden. Zij die zulk een kenteeken niet dragen, krij gen een proces-verbaal en zullen door de po litie van de baan verwijderd worden. Voor vuurwerk is echter geen geld beschikbaar. Bij monde van den heer S. Baarda werd het bestuur, in het bijzonder den voorzitter hulde gebracht, voor zijn volharding, waar door het mogelijk is, dat ondanks dat alles tegenliep, de draverij gehouden kan worden. De heer v. d. Kleij wees er nog op, dat het adres der winkeliers niet ging tegen de kermis der harddraverij in het bijzonder, maar tegen kermissen in het algemeen. Ook deelde de heer v. d. Kleij nog mede, dat de steun aan de draverij officieel door IJ. O. V. is ver leend. IJ. O. V. stelt tevens toegangsbewijzen beschikbaar tegen inlevering van IJ. O. V. ze gels. Met een woord van dank tot de aanwezige leden voor hun opkomst, sloot de voorzitter de vergadering. HET ROER WAS DEFECT. Toen de stoomtrawler Uiver IJ.M. 384 te Amsterdam in het dok droog kwam, bleek, dat er een slag in den roerkoning zat, waar door het roer ontzet was. Het merkwaardige is, dat men hiervan te voren niets gemerkt had. De tegenstanders aan het woord. Interessante brochure van de Nederl. Vereeniging van Belanghebbenden bij de Schar- en Scholvisscherij. Het vraagstuk der pufvisscherij is door de eenigen tijd geleden inge voerde minimum-maaswijdte en het in de lucht hangende aanvoerver- bod van ondermaatsche visch weer actueel geworden. Zooals men weet zoekt men reeds gedurende eenige jaren op interna tionaal gebied naar middelen, om het vernietigen van den vischstand door het wegvisschen van het broed, spe ciaal dat van platvisch tegen te gaan. Men meent dit te kunnen vinden door 'n combinatie van bovengen, maatre gelen, welke maatregelen de belangen der eendenhouders en die der visch- meelfabrieken zoodanig in het gedrang komen, dat deze bedrijven bij in voering van een aanvoerverbod van visch wel moeilijk in stand gehouden kunnen worden. Thans is echter reeds gebleken, dat het vaststellen van een minimum-maat op de ma zen alléén geen noemenswaardige resultaten heeft opgeleverd. De aanvoer van puf wordt op dezelfde wijze voortgezet, niet alleen tot schade van den vischstand, maar ook tot groot verdriet van duizenden ingezetenen, wier reuk organen door de geuren, inhaerent aan deze visscherij, nog voortdurend worden „ge streeld". De belanghebbenden bij de pufvisscherij, die thans het aanvoerverbod van ondermaatsche visch als een ernstige bedreiging van hun be staan boven het hoofd zien hangen hebben hunne bezwaren kenbaar gemaakt in een brochure „Waarom nu toch een pufverbod?" De brochure, uitgegeven door de Nederl. Ver eeniging van Belanghebbenden bij de Schar en Scholvisscherij zullen wij in gedeelten in ons blad overnemen. Inleiding. In November 1931 is door onze vereeniging een brochure uitgegeven getiteld „Waarom geen pufverbod", waarin werd betoogd dat ver bod van aanvoer van puf het kwaad van de vangst van deze visch niet tegenging en dus nimmer eenig nuttig effect kon ten gevolge hebben. Breedvoerig werd aldaar uiteengezet, dat de constructie en de wijze van gebruik van het trawlnet vernietiging van ontzaglijke hoe veelheden ondermaatsche visch tot gevolg had. Daarnaast werd met voorbeelden aangetoond, dat uitdunning van de jonge schol geenszins als schadelijk voor den vischstand behoorde te worden aangemerkt, terwijl ten slotte op de schadelijke gevolgen van een pufverbod voor verschillende bedrijven werd gewezen. Geëindigd werd met als oplossing voor te stel len uitvaardiging van voorschriften omtrent het te gebruiken vischmateriaal. Langzamerhand is de overtuiging dat het gebruikte vischmateriaal de oorzaak van ver nietiging van jonge visch is, steeds meer door gedrongen. Het verdient in dit verband opmerking hoe èn de visscherij bioloog Dr. Tesch èn de Ree- dersvereeniging te IJmuiden, de eerste in zijn puf rapport, de tweede in zijn antwoordbro- chure „Daarom een pufverbod", beiden slechts één oplossing wisten, die zoo spoedig mogelijk moest worden toegepast, namelijk een pufver bod. Voorschriften omtrent de maaswijdte van 'n vischmateriaal werden door den bioloog zelfs niet genoemd, door de Reedersvereeniging on uitvoerbaar geacht, tenzij dit vraagstuk inter nationaal werd geregeld. In Juli 1933 heeft de Engelsche Regeering tot bescherming van den vischstand een ver bod uitgevaardigd voor alle ingeschreven visschersvaartuigen om netten beneden een VAN ZEELAND IN DE VEREENIGDE STATEN. De Belgische minister president Van Zeeland, die op het oogenblik in Amerika besprekingen voert met president Roosevelt, bij zijn aankomst in New-York. In het midden zijn echtgenoot?. bepaald voorgeschreven maat buiten de drie mij lsgrens te gebruiken. Daarnaast is bij ge lijke wet een verbod ingevoerd van aanvoer van hake, schelvisch, schol, schar en tong be neden een bepaald voorgeschreven maat. In verschillende anadere landen is dit voorbeeld gevolgd. Eerst sedert Januari 1937 geldt voor ons land de bepaling, dat netten beneden een maaswijdte van 7 cM. niet voor de gewone visscherij mogen worden gebezigd. Uitvaar vergunning wordt voor visscherijschepen al leen dan verleend, indien netten van voormelde maaswijdte aan boord zijn. Voor ons land geldt tot op heden nog geen verbod van aanvoer van visch beneden een zekere maat, doch alles wijst er op dat een dergelijk verbod niet lang meer op zich zal la ten wachten. Binnen korten termijn zal de be trokken Minister omtrent dit vraagstuk voor ons land een principieele beslissing moeten nemen. Uitstel met het oog op de belangen van derden schijnt thans niet meer mogelijk en voorgelicht door zijn deskundige raadge vers valt te verwachten, dat ook ons land het voorbeeld van het buitenland zal volgen. Hoe de deskundige raadgevers den Minister zullen adviseeren is voor ingewijden niet on bekend. Reeds in zijn bekend pufrapport van 1925 adviseert Dr. Tesch tot een verbod van aan voer van puf. De sinds eenige jaren door de Regeering opgerichte Visscherij-Centrale om trent de verbetering van den vischstand in de Noordzee rapport uitbrengend, volgt het En gelsche voorbeeld en adviseert een minimum maaswijdte en verbod van aanvoer van be paalde vischsoorten beneden een voor iedere soort voorgeschreven maat. Wanneer de visscherij-deskundigen van Duitschland, België Denemarken, Finland, Frankrijk, Groot-Brittannië, Noorwegen, Ne derland, Polen, Portugal en Zweden op een Internationaal Congres in Juni van het jaar 1934 te Kopenhagen bijeenkomen, dan wor den de verschillende besprekingen samengevat in onderscheidene conclusies, die bedoelen aan de verschillende regeeringen te adviseeren in de allereerste plaats voor het te gebruiken vischmateriaal een minimum maaswij dte voor de netten voor te schrijven en daarnaast aan voer te verbieden beneden zekere maat van bepaalde vischsoorten. Londensche Conventie. Als klap op de vuurpijl komt in een onzer groote bladen het bericht, dat sinds eenige tijd te Londen besprekingen zijn gevoerd tus- schen de verschillende landen betrokken bij de visscherij op de Noordzee om te trachten middelen te vinden tot verbetering van het vischbestand in de Noordzee, waarbij voor ons land optraden Dr. Tesch wetenschappelijk viseur in visscherij zaken aan het departement van Landbouw en Visscherij en de heer Jans- sens directeur van de N.V. Ned. Visscherij Centrale. Na in November van het vorig jaar de be sprekingen bij gebreke van overeenstemming te hebben afgebroken, werd in Maart van dit jaar de conferentie hervat en kwam men tot een internationale conventie die werd onder teekend door België, Denemarken, Duitschland, Groot-Brittannië, N.-Ierland, IJsland, den Ier- schen Vrijstaat, Nederland, Noorwegen, Polen en Zweden. Alleen Frankrijk meende zich voorloopig nog afzijdig te moeten houden. De voornaamste bepalingen daarvan zijn een mi nimum-maaswijdte van 7 c.M. voor de netten en een minimummaat voor kabeljauw 24 c.M. schelvisch 24 c.M., hake 30 cJM., schol 23 c.M. tong 21 c.M., tarbot 25 c.M., griet 25 c.M. en schartong 23 c.M. Deze conventie wordt van kracht drie maan den na de ratificatie der deelnemende landen. Zoodra de Minister zijn goedkeuring aan deze bepalingen heeft gehecht worden deze na voor melde periode van kracht. Practisch komt dit alles neer op een pufver bod. De Minister die sinds jaren met het oog op de belangen der eendenhouders, vischmeel- fabrikanten en de loonen der opvarenden van motorloggers een pufverbod heeft geweigerd, hoezeer hierop èn zijn departement èn de trawlerreeders speciaal te IJmuiden aandron gen, zal thans en wel binnen korten termijn hebben te beslissen welk systeem hij voor ons land het beste acht. De vorm waarin dit vraagstuk thans aan hem ter beslissing wordt voorgelegd, doet vree zen dat tal van factoren daarin mede een rol gaan spelen, die met het eigenlijke vraagstuk waarom het hier gaat niets te maken hebben. Wanneer vertegenwoordigers der Nederland- sche Regeering een internationale conventie medeonderteekenen, dan valt te verwachten dat dit niet is geschied zonder ruggespraak met het betrokken departement, dit te meer waar de conferentie wegens gebrek aan over eenstemming van Notfëmber 1936 tot Maart 1937 is verdaagd geworden. Onder deze omstandigheden spelen interna tionale hoffelijkheid en het gezag der Neder- landsche Regeering tegenover het buitenland een wel zoo gewichtige rol, dat moeilijk van den betrokken Minister een weigerende hou ding kan worden verwacht. Hierbij komt en dit telt niet gering, dat binnen- en buitenlandsche deskundigen op visscherij gebied gesteund door de trawlerree- derijen, dus menschen uit de praktijk, een puf verbod noodig en wenschelijk achten. Hoe kan onder deze omstandigheden worden verwacht dat de Minister nog langer voor de belangen van de eendenhouders, vischmeelfa- brikanten en opvarenden der loggerschepen op de bres zal staan? OPDRACHT. Het bouwen van een landhuis aan de Lom- uar Petrilaan te Overveen onder architec tuur van Ir. F. Kruger te Heemstede is op gedragen aan de la. de Boer en Zwart alhier. 0.75 per week 0.60 per weck. 0.60 per week. Handelsonderneming,, UNIC" HOUTMANSTRAAT 4. BI7 DEN WATERTOREN. (Adv. ingez. Med.) De omzet in den Rijksvischafslag. In het eerste halfjaar van 1937 ruim 432.000.meer dan in 1936. De omzet in den Rijkschvischafslag gedu rende de maand Juni bedroeg f 374.458 tegen f 323.971 in dezelfde maand van het vorig jaar. De omzet in het eerste halfjaar van 1937 is daardoor tot f 3.012.811 gestegen en was f 432,024 meer dan in hetzelfde tijdvak van 1936, toen een totaal bereikt werd van f 2,580.787. NAAR ZEE. De stoomtrawler Vios V zal deze week naar zee vertrekken. Voorts zijn de Schoorl en de Beatrice in het dok geplaatst om voor de visscherij te worden gereed gemaakt. TERAARDEBESTELLING J. APPEL. Onder zeer groote belangstelling vond gis termiddag op de bijzondere begraafplaats alhier de teraardebesteling plaats van den 20-jarigen J. Appel, die j.l. Zaterdag het slachtoffer werd van een bedrijfsongeval op de Papierfabriek, aan de gevolgen waarvan hij nog denzelfden dag in het Antonius Zie kenhuis overleed. In den rouwstoet volgden achter den lijk wagen vele kameraden van den doode. Door eenigen van hen werd de baar naar het graf gedragen. De plechtigheid had een tragisch verloop, daar de moeder zoodanig door haar verdriet werd overmand, dat zij het bewustzijn ver loor. Maar ook vele anderen waren zeer on der den indruk. Eenige treffende woorden van afscheid wer den gesproken namens den patroon van den overledene en door een familielid. Diep onder den indruk verlieten allen den doodenakker. AANRIJDING OP DEN RIJKSWEG. Dinsdagmorgen stak een jongen achter een hooiwagen, den rijksweg over, zonder op het verkeer te letten, met het gevolg, dat hij werd aangereden door een auto waarbij hij een been brak BLOEMENDAAL L. W. R. Wenckebach. Teraardebestelling Op de Algemeene begraafplaats aan den Bergweg is Dinsdagmiddag het stoffelijk over schot van den bekenden kunstschilder L. W. R. Wenckebach onder groote belangstelling ter aarde besteld. Van de aanwezigen noemen wij prof. Huib Luns, voorz. en A. F. Reicher, secretaris van „Arti et Amicitiae", Leonard A. Springer, A. IJzerman, rar. P. Tideman, mr. M. M. Kwint, burgemeester van Velsen, dr. Ch. Winckel, P. E. Peaux, K. Laan. M. P. Hulshoff Pol, Jac. v. d. Bosch, prof. P. H. van Moerkerken, R. A. Cornelissen, A. W. Bos, oud-directeur der Ge meentewerken te Amsterdam, H. J. L. Donker, C. Roeloffszen, W. Thibaut, J. H. Griessen, K. Brender a Brandis, J. Woermans Jr., K. Bridée, R. Dunlop. Prof. Huib Luns sprak in de aula een ge dachtenisrede uit, waaraan wij het volgende ontleenen. Het is jammer, ving spr. aan, dat Wencke bach de lof van H. M. de Koningin voor zijn schilderij, dat in de zalen van Arti et Ami citiae hangt, niet meer heeft mogen hooren. In 1905 door Arti's bestuur met de gouden medaille van H. M. begiftigd, behoorde Wenckebach tot de ouderen, wier werken nu tentoongesteld zijn. Spontaan gaf H. M. Hare bewondering te kennen. Wenckebach begon als een bekwaam en kundig teekenaar en graficus, voor zijn natuur hem tot schilderen dwong. Hij was een knap penteekenaar en verluchter, in den tijd van het réveil in de versieringskunst en pas later trok de doodverklaarde schilderkunst henj aan. Hij bezat een warm natuurgevoel, de macht, die den mensch los maakt van de dagelijksche, vaak kleinzielige bezigheden. Gij Wenckebach, die in liefde en grooten eenvoud middelaar werdt tusschen zeer velen hebt door uw natuur vooral blijk gegeven van een eenvoudige conceptie, die u verbindt aan de groote Hollandsche landschapsschilders, van wie Ruysdael het groote voorbeeld is ge weest. De groote rivieren, machtige luchten, Haar lem's omgeving hadden jouw liefde! Wij zijn volkomen gerust over het oordeel der toe komst van deze eenvoudige landschapskunst. Wij zullen je gedenken in de schoonheid van het duinlandschap, waarvan je veel geno men doch waarvan je ons ook veel gegeven hebt. De heer A. N. Verkade sprak als vriend en richtte woorden van troost tot de familie. Aan de groeve dankte de heer H. Wencke bach voor de laatste eer den overledene be wezen,

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1937 | | pagina 1