OM EEN KIND
FEUILLETON
ROMAN VAN NORBERT GARAI.
Nadruk verboden.
52)
„Oho", tracht hij schertsend te protesteeren.
„U schijnt in hetzelfde schuitje te varen als
Miss Osborn. Dan had ik beter direct naar
het Leger des Heils kunnen gaan".
„Ik ben van Maud gaan houden, alsof het
mijn eigen kind was en daarom kan ik de ge
dachte niet verdragen, dat Maud's vader
een
„U behoeft u niet te geneeren! Wij kunnen
openhartig met elkaar praten. Daarom wil ik
•u ook direct wel zeggen, dat ik uw belangstel
ling voor mijn tekortkomingen hoogelijk waar
deer. Maar op den duur ik bedoel, ik behoor
hier eigenlijk niet thuis. Tenslotte ben ik aan
het leven daar in Australië gewend geraakt en
om u eerlijk de waarheid, zou ik liever van
daag vertrekken dan morgen
„En uw kind?"
„Maar miss Devine! Dat is toch mijn kind
niet meer. Het is al uw kind. Dat hebt u toch
zelf gezegd. Nu iemand u door een toeval het
kind in huis heeft gebracht, moet u het ook
behouden". Een vermakelijke gedachte schijnt
hem plotseling te amuseeren, dat hij luid be
gint te lachen. „Ziet u toch zelf in, dat ik weg
moet. Van het kind kunt u niet meer scheiden
en wilt u dan, behalve voor het kind, ook nog
voor den vader zorgen? Maar beste miss Devi
ne, u wilt toch niet de moeder van de heele
wereld worden?"
De beste miss Devine met het lieve gezichtje
als dat van een der blonde knapen van Rafaël,
maar met de onverschrokken strijdlust van
een middeleeuwschen ridder, springt overeind
en noemt Coverley een akelige zwakkeling, die
terecht yoelfc, dat hij goed doet zoo spoedig
mogelijk te verdwijnen, 't Beste zou zijn, dat
hij zich hier maar nooit meer liet zien. Waar
voor wenschte hij eigenlijk nog te leven? Al
leen om te kunnen drinken? Als hij niet eens
de kracht bezat om tot een goed voornemen
te komen, ook op gevaar af, dat hij dit niet
ten uitvoer zou kunnen brengen, dan was hij
niet veel meer dan een menschelijk wrak, dat
in de beschaafde wereld niet thuis behoorde.
Kitty is weliswaar eenigszins ondoordacht
in het spreken, maar methodisch in het han
delen. Met een beslistheid, welke geen tegen
spraak duldt; zegt zij den verbluften Coverley,
dat hij haar moet beloven een week lang geen
alcohol te zullen aanraken. Kan hij dat niet,
dan krijgt hij Maud niet te zien.
Totaal uit het veld geslagen kijkt Coverley
het meisje tegenover hem aan. Bewaar me'
denkt hij, die ziet er uit als een aardige bak-
visch, maar blijkt het temperament te hebben
van tien volwassen vróuwen. De zaak begint
hem nu werkelijk te amuseeren. „Een week?
Afgesproken!"
„En dat belooft u plechtig?"
„M'n eerewoord!"
Voldaan gaat Kitty weer naast hem op de
bank zitten. Over de, in een rooden gloed
prijkende rozenstruiken heen, ziet zij op den
straatweg Nicolle aankomen. Ook Coverley
heeft haar reeds ontdekt.
Beiden gaan Nicolle tegemoet, doch reeds na
een paar passen blijft Coverley plotseling
staan.
„Kijkt u eens", fluistert hij Kitty haastig toe.
„Die man daar achter miss Osborn..,. in dat
grijze pak dat is er beslist een van de
politie. Ik herken die menschen op het eerste
gezicht. Ziet u nu blijft hij daar bij die
benzinepomp staan Zegt u tegen miss Osborn.
dat zij bewaakt jrdt. Laat zij voorzichtig
zijn! Ik verdwijn, maar blijf in uw nabij
heid
De man in het grijze pak, die intusschen
achter de benzine prmp heeft post ge
vat, ziet dat de door hem beschaduwde miss
Osborn wordt begro( door een kleine, zeer
onschuldig uitziende blondine. Het schijnt'
echter een zeer toevallige ontmoeting te zijn,
want nadat zij slechts 'n paar woorden met
elkaar gewisseld hebben, nemen zij alweer af
scheid. De blondine verwijdert zich en miss
Osborn gaat op een bank in het park zitten,
waar z-ij een krantenverkooper aanhoudt. Een
oogenblik later is zij in de lectuur van een
tijdschrift verdiept.
Na een half uur staat zij op ^steekt den
rijweg over om aan de overzijde haar weg te
vervolgen en tenslotte te blijven staan voor
het enorme gebouw der Estna-fabrieken.
De man in het grijze pak w-enkt onopvallend
een politie-agent en trekt zich met dezen in
een zijstraat terug, maar zoo, dat hij Nicolle
in het oog kan houden.
Reeds meer dan een uur wacht Danny in het
secretariaat der Estna-fabrieken. Tenslotte
verschijnt de secretaresse en deelt hem mee,
dat mr. Gordon nu voor hem te spreken is.
In het privékantoor vindt Danny ook de
chef van het personeel der firma, mr. Reeves,
die bij het raam staat en Danny's beleefde
buiging met een hoogmoedig knikje beant
woordt.
Bovendien is ei- nog een derde heer aanwezig
dien Danny niet kent. Waarschijnlijk eveneens
een employé van de firma. Hij heeft een acte-
tasch onder den arm, leunt behaaglijk in een
fauteuil en rookt een dikke sigaar.
„Zoo, hier is mr. Ward", wendt Gordon
zich tot den heer met de actetasch.
Deze staat op, treedt op Danny toe, over
handig hem 'n vel papier en verzoekt hem de
ontvangst hiervan te willen bevestigen door
zijn handteekening te plaatsen onder een zeer
officieel uitziend formulier. Eenigszins ver
wonderd voldoet Danny aan dezen wensch en
zet zijn naam op de plaats, welke een zwaar
beringde, vleezige vinger aanwijst.
Daarna neemt de heer met de actetasch met
een minzamen hoofdknik afscheid en verlaat
het vertrek.
Danny wil het stuk, dat men hem in de
handen heeft geduwd, lezen, maar Gordon
zegt, dat hij zich tot zijn spijt genoodzaakt
heeft gezien door het opmaken van een voor-
loopige verklaring, welker ontvangst mr.
Ward zooeven den deurwaarder heeft beves
tigd, te voorkomen, dat de Estna-fabrieken
door de onbezonne handelwijze van mr.
Ward zeer belangrijke financieel nadeel
zou worden toegebracht. Reeds inge
volge zijn dienstcontract was mr. Ward
verplicht geweest, tijdens zijn werkzaamheid
bij de Estna-fabrieken gedane uitvindingen
ter beschikking van de firma te stellen. Zon
der eenige vergoeding.
Weliswaar had men daarbij slechts het
oog op uitvindingen, welke op het bedrijf be
trekking hadden, terwijl er in dit geval mis
schien aan zou kunnen worden getwijfeld, of
hier van een uitvinding op het bedrijf betrek
king hebbende, kon worden gesproken, maar
waar ir. Reeves mr. Ward bij de uitwerking-
van zijn plannen ter zijde had gestaan, was
het van zelfsprekend dat deze uitvinding als
het uitsluitend eigendom der Estna-fabrieken
moest worden beschouwd.
„Wat? Mr. Reeves zou mij geholpen heb
ben?" vraagt Danny, geheel buiten zichzelf.
„Mr. Reeves ziet die teekeningen immers voor
het eerst!"
Hoewel Reeves zich zelfs niet beweegt,
wendt Gordon zich met een kalmeerend ge
baar tot dezen: „Pardon, mr. Reeves, windt u
zich niet op! Laat u mij maar met mr. Ward
praten!"
Dan glijdt zijn blik weer loerend naar
Danny.
„Ik geloof, dat u verstandig doet, mr. Ward,
bij de waarheid te blijven. Mr. Reeves heeft
onder eede, verstaat u mij goed. mr. Ward,
door een eed! zijn verklaring bekrachtigd
aan uw uitvinding te hebben meegewerkt.
Het zal u moeilijk vallen het tegendeel te be
wijzen. Teneinde echter deze kwestie tot aller
tevredenheid te regelen, zijn wij bereid u op
nieuw in dienst te nemen laten wij zeggen,
voorloopig voor vijf jaar. Bovendien - kunnen
wij u een salarisverhooging geven van vijf
pond per maand. Alles vrijwillig, mr. Ward! U
kunt u een en ander nog eens overleggen.
Mocht u echter de integriteit van mr. Reeves
in twijfel trekken door de juistheid van zijn,
door een eed bekrachtigde verklaring te ont
kennen, dan zouden wij hoezeer ons dat ook
zou spijten, ons aanbod natuurlijk niet kun
nen handhaven".
Eerst hu dringt het tot hem door welke
strik hier voor hem gespannen wordt. Een
felle woede laait in hem op. Hij springt van
zijn stoel en treedt op Reeves toe: „Wat, u
durft te beweren, datU bent een infame
leugenaar!"
„Wij zijn niet van plan ons van u brutali
teiten te laten welgevallen, mr. Ward", zegt
Gordon met eenige stemverheffing. „Wanneer
u mr. Reeves niet direct uw excuses aanbiedt,
vliegt u er uit, begrepen? Maar dan voor
goed!"
Reeves staat, de armen voor de borst ge
kruist, bij het raam, alsof de heele zaak hem
niets aangaat.. Met zeldzame vrijmoedigheid
merkt hij op, dat hij op de excuses van mr.
Ward in 't geheel geen prijs stelt. Diens hou
ding tegenover hem in aanmerking genomen,
is het wel vanzelf sprekend, dat van een ver
dere samenwerking geen sprake meer kan zijn.
„Ik begrijp werkelijk niet, mr. Ward", zegt
Gordon op zalvenden toon, „dat u zelf niet
verstandiger bent. Wij meenen het toch goed
met u. De situatie moet u toch volkomen dui
delijk zijn. De door u onderteekende voorloo-
pig-e overeenkomst ontneemt u ten eenenmale
het recht uw uitvinding ergen anders aan te
bieden. Een eventueel proces, waartoe u trou
wens de middelen wel zullen ontbreken, zou
zeker tot geen andere resultaten leiden. Wat
wilt u dus doen? Wij zijn niet klein. Wanneer
u dat wenscht, zijn wij OQk bereid u een be
paald bedrag uit te keeren. Als tegemoetko
ming wel te verstaan, want ik meen er nog-,
m^als met nadruk op te moeten wijzen, dat*
wij daart-oe geenszins verplicht zijn. Derhalve*
mr. Ward.
Voor het paleis Soestdijk worden telefoonkabels gelegd, waarlangs straks
de blijde tijding wereldkundig zal worden gemaakt
Soestdijk wordt middelpunt van internationale belangstelling. - In het postkantoortje tegenover het
paleis worden extra telefoon- en telegraaftoestellen opgesteld
In het ski-paradijs.
Een suggestieve
opname bij de be
oefening der win
tersport in de
nabijheid van St.
Moritz
De begrafenis der slachtoffers van den
brand in het krankzinnigengesticht te
Montredon heeft in allen eenvoud
plaats gehad
Handen warmen. Het personeel van de open
bare diensten tijdens de stakingen in Parijs
Nauwelijks is de verkeersbrug over de Maas bij Hedel geopend of de schipbrug is uit het
verkeer genomen. De brugdeelen worden naar den wal gesleept
Een der Parijsche politie-beambten geeft telefonisch rapport
aan het hoofdbureau omtrent den toestand in zijn wijk;
tijdens de stakingen in de Fransche hoofdstad