ZONDERLINGE LEVENS I WIE JU4S DE GRAAF VA VEL DE VERSAY? Litteraire Kantteekeningen. i j iaat afzichtelijk mismaakt was en ze daarom Hef mysterie zonder oplossing. steeds een masker droeg. IN 1803 reed een voorname equipage, ge trokken door twee glanzende schimmels en bestuurd door een koetsier in bijna vorstelijk livrei, het stadje Ingelfinden in Würtemberg binnen. De inzittende, heer was een waardig veertiger, dien men kon aan zien dat hij uit een adellijk geslacht stamde. Merkwaardigerwijs droeg zijn begeleidster een zwaren sluier, bovendien nog een groenen bril, zonder welken zij'zich hooit zou laten zien. De vreemdelingen, die een eenvoudige wo ning huurden, vertoonden zich uiterst zelden. De in dienst genomen werkmeid mocht het huis niet anderes dan op bepaalde uren betre den en. zag de gemalin van den vreemdeling, die zich Graaf of Baron noemde, nimmer van aangezicht tot aangezicht. Geen inwoner van Ingelfingen, die ooit haar stem hoorde. Men beweerde dat zij vaak in tranen was; een.en keling die vertelde, haar bij toeval van nabij te hebben gezien, meende dat zij hoogstens 18 jaar oud kon zijn en een opvallende gelijkenis vertoonde met de dochter van Lodewijk XVI. Soms bezocht de graaf den winkel van den apotheker, in wiens scheikundig werk hij in bijzondere mate belang bleek te stellen en waarbij hij een grondige kennis van de medi sche wetenschap aan den dag legde. Men fluisterde, dat hij een Fransche prins was, die om politieke redenen was uitgeweken. Zelfs hield men hem voor den hertog van Angoulême in hoogst eigen persoon. Op een goeden morgen waren de vreemde lingen plotseling verdwenen. Had de graaf zich, uit vrees hetzelfde lot te ondergaan als de hertog d'Enghien die vanuit Baden naar Frankrijk was ontvoerd en daar den dood vond tijdig uit de voeten gemaakt? Het courantenbericht dat enkele maanden later in een Duitsch blad verscheen, leek aan het mysterie een nuchter einde te maken; een voornaam Fransch emigrant, die tijdelijk in Ingelf inden had verblijf gehouden en wiens persoonsbeschrijving in bijzonderheden over eenkwam met den bewusten graaf, zou plot seling overleden zijn. „Vreemde gasten". Was het nieuwsbericht niets dan een mys tificatie geweest? Had een dubbelganger de plaats van den waardigen graaf ingenomen? Hoe dan ook: in het logement „Englischer Hof" in Hildburghausen had sinds eenigen tijd een aristocraat, Graaf Vavel de Versay ge naamd, met een dame zijn intrek genomen.' Hij leefde merkwaardig teruggetrokken, voer de een aanzienlijken levensstaat en beloonde bewezen diensten vorstelijk. Het gerucht ging, dat hij een Fransche emigrant was, die zich eerst in Frankfurt had opgehouden en daarna in de kringen van Fransehe uitgewekenen in Mainz had verkeerd. Na korten tijd verhuisde het zonderlinge paar naar een alleenstaand huis, waarin men nooit een levende ziel ontdekken kon. De zwa re gordijnen waren steeds zorgvuldig geslo ten, geen geluid drong tot de buitenwereld door. Op bevel van den gxaaf was het ten strengste verboden de eenzame woning zonder zijn uitdrukkelijke toestemming te betreden. Soms „reed het factotum van den graaf, die zelden met de inwoners van Hildburghausen een woord wisselde, uitgedosch in zijn fraai- gegalonneerd livrei de équipage met de glan zende schimmels voor: zwaar-gesluierd steeg de metgezellin van den graaf in en voordat de nieuwsgierige omstanders een glimp van haar hadden kunnen opvangen had zij zich in een donkeren hoek van de koets onzichtbaar gemaakt en reed de équipage weg. Men schreef September 181Ö toen de beide vreemdelingen hun intrek namen in het slot te Eishausen, anderhalf uur gaans van Hild burghausen gelegen. Nóg teruggetrokkener werd hun leven nu: slechts twee personen deelden met hen het verblijf in het eenzame slot: de kamerdienaar koetsier, van wien de roep uitging, dat hij over wondergaven beschikte: bloed kon stel pen en het. weer wist te voorspellen; en een keukenmeid, wie het nadrukkelijk verboden was het kasteel ooit te verlaten. De vrouw van een inwoner van Hildburghausen, Schmidt, zorgde voor de noodige boodschappen, bracht de post en hield de kamers schoon. Ook zij vermeed zooveel doenlijk den omgang met an dere menschen en verried met geen woord wat zich binnen de muren van het geheimzinnige slot afspeelde. Toen de kamerdienaar van den Graaf, die volgens het zeggen van zijn heer Philipp Scharr heette en dan ruim 60 jaar oud was, overleed, was de keukenmeid de eenige levende ziel die met het mysterieuze paar het eenzame kasteel bewoonde. Ook de toch al zeldzame tochten met de équipage namen onverwacht een einde. Toen de tolgaarder, vóór wiens woning de koets steeds rechtsomkeerd maakte zonder den tol boom te passeeren, om een vergoeding vroeg, had de Graaf, wiens weldadigheid overigens wijd en zijd bekend was, hem driftig een goud stuk toegeworpen. Kort daarop werden paard en koets aan den dorpsschout verkocht. Een achtvoet hooge omheining, die daarna om den grooten tuin werd getimmerd, onttrok den graaf en zijn gezellin, wanneer zij bewe ging in de frissche lucht namen, aan de nieuwsgierige blikken der voorbijgangers. Trouwens, de dorpelingen waren genoegzaam bekend met het uitdrukkelijk verlangen van den graaf, op geen enkele wijze bespied of ge hinderd te worden. En ze eerbiedigden zijn zonderlingen wensch. Want géén in gansch den omtrek die zóó liefdadig was. Waar ar moede geleden werd bracht een milde gave van den slotbewoner leniging in den nood. Er ging geen feestdag voorbij of de armen wer den rijkelijk van vleeseh en brood voorzien; en waar het leven wonden sloeg ontbrak een gift van den „heer graaf" nimmer. Men ver borg z'n heimelijke nieuwsgierigheid en ging met heilig ontzag het verlaten slot voorbij, ja, verzuimde zelfs niet, den kinderen in te pren ten, toch vooral geen onbescheiden blik op de vensters van het geheimzinnige kasteel te richten. En men voer er wél bijhad de graaf aan een der dorpsjongens niet een maande- lijksche toelage van 24 kreutzers toegekend, omdat hij steeds met neergeslagen oogen het slot passeerde? De eenige, wien het het veroorloofd was, voor noodzakelijke werkzaamheden den drem pel te overschrijden, was de meubelmaker Christ, voor wien de Graaf een bijzondere voorliefde scheen te hebben en met wien hij vaak uren opgeruimd kon praten. Maar de gravin, aan wier aanwezigheid zoomin door den graaf als door de dorpelingen werd herinnerd, sprak of zag niemand. Een enkeling beweerde dat hij haar eens voor het geopende venster had zien staan, toen zij haar katten, waarvan zij veel scheen te houden, eten gaf. Haar stem moest ontroerend liefelijk hebben geklonken en haar gezicht van een zeldzame schoonheid zijn geweestAnde ren vertelden weer, dat een kapper, toen de sluier van de gravin onverhoeds was verscho len was, duidelijk had gezien, dat haar ge- Een merkwaardige briefwisseling. De enkele keeren, dat de graaf zich op den openbare weg vertoonde vermeed hij angst vallig elk_ contact met de menschen. Zelfs de dominé van het dorp, die meer van den zonderlingen slotbewoner wist dan wie ook, zou het niet gewaagd hebben, hem aan te spreken. En toch was hij de eenige met wien Graaf Vavél de Versay een geestelijk verkeer onderhield. Door middel van vrouw Schmidt liet hij den dominé, herhaaldelijk briefjes brengen, waarin hij zich uitsprak over letter kundige, wetenschappelijke en vooral poli tieke problemen, waarvoor hij een bijzon dere voorliefde scheen te hebben. Althans, hij sprak er zich met een merkwaardige ken nis van zaken over uit. Hoe geregeld de briefwisseling ook was, nooit bleef één epistel buiten de slotmuren: de vrouwelijke bode wachtte steeds op antwoord en nam de on- geteekende schrifturen, zooals haar was be volen, onmiddellijk mee terug. Toen de do miné in 1827 overleed hadden de beide brief schrijvers elkander nog nooit gesproken, nauwelijks gezien, hoe wel de dominé maar uit het raam had behoeven te kijken, om de vensters van het grafelijke slot te bespie den. De Graaf had zijn politieke overtuiging allerminst onder stoelen of banken gestoken. Zijn sympathie voor de Bourbons was al even duidelijk gebleken als zijn afkeer van alles wat hiet de Fransche revolutie te maken had en zijn warme gevoelens voor het Russische keizerhuis en de Russische politiek waren meer dan eens tot uitdrukking gekomen. Was dan de zonderlinge graaf waarlijk een uitgewekene; een prins van den bloede mis schien? Of moest zijn sympathie met be paalde vorstenhuizen op rekening gesteld worden van zijn verhouding tot zijn gezellin, in wie men immers een treffende gelijkenis had meenen op te merken met de familie trek der Bourbons? Och, wat giste en fanta seerde men al niet! Zelfs zag men een prin ses van Condé in haar of werd de geheim zinnige afzondering van het grafelijke paar in verband gebracht met de plotselinge ver schijning van dien jongen man in Neuren berg, die Kaspar Hauser werd genoemd, en voor een verstooten vorstenkind werd ge houden. Eéns werd Kaspar Hauser in de na bijheid van het kasteel te Eishausen ge bracht. Maar toen hij hardnekkig ontkende, gebouw en omgeving ooit in zijn leven te hebben gezien, bleek ook deze onderstelling op lasterlijk gefluister te berusten. Enkele malen werd de anonimiteit van den Graaf Vavel ernstig bedreigd: tijdens den doortocht der Russische troepen in 1814 drong een kapitein, die in de pastorie was ingekwartierd, er op aan, den zoogenaamden graaf te spreken, althans te zien. Het zou niet onmogelijk zijn, beweerde hij, dat hij in. den vreemdeling een goede bekende zou her- nen, De dominé deed, uit eerbied voor zijn welvertrouwden correspondent, al het moge lijke om zoo'n samentreffen te voorkomen, wat hem niet dan met groote list gelukte. Ernstig kwam het mysterie van den graaf in gevaar toen bij dén overgang, van het hertog dom Hildburghausen aan een ander Herto gelijk Huis, d.e nieuwe, regeering aandrong op een behoorlijke legimitatie van den on bekende. Of het uitsluitend de roep van graaf Vavel's liefdadigheid was, die de re geering deed berusten in de besliste weige ring van den graaf, nadere mededeelingen omtrent zijn identiteit te' doen, is niet be kend. En toch gebeurde het niet lang daar na dat de slotdeur geopend moest worden voor de Justitie.... Gerechterlijk onderzoek. In 1837 stierf namelijk de gravin. Geen medicus was aan haar ziekbed geroepen. Te middernacht werd het stoffelijk overschot ten grave gedragen, met fakkels begeleid. Talrijke dorpelingen volgden de eenvoudige baar. Dicht bij de groeve werd op last van den graaf het deksel van de kist nog eens gelicht: gehuld in witte zijde lag een ont slapene van aandoenlijke schoonheid Booze tongen fluisterden, dat men een wassen pop begraven had en de gravin in de nachtelijke stilte haar kloosterlijk verblijf verlaten had. Het onderzoek van het gerecht, dat de vertrekken die bijna dertig .jaren lang door geen vreemden voet betreden waren - doorzocht, leverde geen verrassende bijzon derheden op. De acht-en-vijftig jarige ont slapene zou volgens de mededeelingen van den Graaf den naam van Sophia Botta heb ben gedragen en uit een Westphaalsch bur gergezin stammen. Van een diepgaander on derzoek scheen door tusschenkomst van een vreemde regeering te zijn afgezien. Wie was Graaf Vavel de Versay? Acht jaren later betrad de Justitie op nieuw het geheimzinnige kasteel. Op den 8sten April 1845 waren voor het eerst sinds 35 jaren de poorten geopend! de dorpelingen verdrongen zich op den landweg; sommigen lieten hun tranen den vrijen loop, anderen zagen met bedrukte gezichten toe, hoe een doode werd uitgedragen: Graaf Vavel de Versay, de weldoener van Eishausen en om geving was overleden. Was het een banneling, die door den dood uit zijn kluizenaarschap werd verlost? Een misdadiger soms, die zich uit vrees voor ont dekking vijf en dertig levensjaren had schuil gehouden? o,f offerde hij zijn leven in dienst van een politieke roeping, aan de zijde van een vrouw, die om. wie7 weet wat voor staatkundige reden in strenge afzondering haar jaren zag voorbijgaan zonder ze geno ten te hebben? Mysterie, niets dan mysterie, geheel in overeenstemming met de raadselachtige toe speling in een Fransch blad omstreeks 1825 op een Fransche prinses, wier spoor in Thü- ringen teruggevonden zou zijn Een Hollander? Het gerechtelijk onderzoek, ingesteld na het overlijden van den Graaf, bracht aan het licht dat zich in de nalatenschap talrijke brieven, gericht aan Leonardus Cornelius van der Valck, gedoopt te Amsterdam den 22sten September 1769, bevonden. Deze Hol lander zou aanvankelijk als officier in het Fransche leger hebben gediend en later ge zantschapssecretaris der Hollandsche lega tie te Parijs zijn geweest. Voorts werden in de nagelaten papieren épistels aangetroffen van een zekere Agnès Berthelmy, geboren Daniels, met wie de ge storven „gravin" identiek geacht werd. Wel meldde zich op de bekendmaking van het gerecht een Hollandsch bloedverwant aan en stelde het gerecht dezen de nalaten schap ter hand Maar deze verre familie relatie had den bewoner van het Slot te Eishausen nooit ontmoet. Zoo blijft de vraag open, of de overledene zonder een van der Valck te zijn, slechts in het bezit was van de bewuste papieren. Het mysterie van Graaf Vavel de Versay en zijn gezellin bleef onopgelost, tot op den huidi- gen dag. C. J. E. DINAUX. KORFBAL. NED. KORFBALBOND. Overzicht. Ook in deze competities is er in deze maand niet veel voortgang; gelukkig, dat in 1937 een flink programma verwerkt is. Zoo gaf Ja nuari deze uitslagen: West III E. Haarlem IAmsterdam Z 2 8—4; S. V. I—W. K. 3 2—4; W. K 3-D. T. V. 2 3—3. In West III F verloor N. Flora van Swift 2 met 26; T. H. B. I deed beter en hield haar concurrente met 32 er onder. De Amster dammers bezetten nu de vierde inplaats de tweede plaats. In West II B won Rohda I van Blauw Wit 3 met 26. RANGLIJSTJES. West II B gesp. gew. gel. yerl. p. v.-t. gem. met 12; S. V. I en Watervliet I verdeelden de punten 00. In de 2e klasse blijft Animo door haar over winning op T. H. B. nummer één. De Zwalu wen 'zijn 'n goede tweede, Patrimonium 2 ver loor al haar negen wedstrijden; nu weer won Animo met 3—0 van haar en de Zwaluwen met 14—0. In de derde klasse won Watervliet 2 haar vierden wedstrijd. Haarlem 3 versloeg Meerle- bosch met 21, dat nog geen punt ver overde. RANGLIJSJES ADSPIRANTEN. Ie kl. gesp. gew. gel.verl. p. v.-t. gem. A. W. I 10 7 1 2 15 57—29 1.50 O. K. I 10 7 1 2 15 50—29 1.50 Rohda I 11 7 0 4 14 42—29 1.27 W. K. 2 10 6 0 4 12 38—37 1.20 Z. K. V. I 9 4 1 4 9 37—31 1.— S. V. I 10 5 0 5 10 29—36 1.— Amsterdam Z I 11 5 0 6 10 4247 0.91 BI. Wit 3 12 3 1 8 7 39—61 0.58 Oosterpark I 9 0 0 9 0 27—62 0.— W. Ill E. gesp. gew. gel.verl. p. v.-t. gem. W. K. 3 11 8 2 1 18 57—26 1.64 D. T. V. 2 10 6 2 2 14 51—31 1.44 Haarlem I 9 5 •2 2 12 29—25 1.33 BI. Wit 4 10 5 2 3 12 58—34 1.20 Amsterdam Z. 2 10 2 4 4 8 26—33 0.80 O. K. 2 8 2 1 5 5 16—36 0.63 S. V. 2 9 1 2 6 4 13—35 0.44 Rohda 3 9 1 1 7 1 18—48 0.11 Rohda 3 2 verliespunten. W. III. F. T. H. B. I 10 8 1 1 17 44—28 1.70 District V 7 4 1 2 9 36—26 1.29 Amstelodanum 7 4 1 2 9 36—30 1.29 Swift 2 9 5 1 3 11 27—24 1.22 N. Flora I 8 2 3 3 9 33—32 0.88 De Wester I 10 2 2 6 6 34—43 0.60 Volharding 2 9 0 1 8 1 20—47 0.11 SPORT EN SPEL Haarlem I Patrimonium I K. I Watervliet I S. V. I 2e kl. Animo I Zwaluwen I T. H. B. I Meerlebosch I Haarlem 2 Patrimonium 2 3e kl. Watervliet 2 Aurora I V. 2 Haarlem 3 Meerlebosch 2 VOETBAL. De gestaakte wedstrijd Helder—De Volewijckers. Men verzoekt ons hetvolgende te willen- mededeelen: De Zondag gespeelde voetbalwedstrijd Hel derDe Volewijckers is elf minuten, voor dat de officieele speeltijd verstreken was, ge staakt. De oorzaak hiervan was een misver stand,-dat ontstaan was door twee signalen op de fluit van den scheidsrechter, waarvoor een nadere -verklaring kan worden gegeven. De wedstrijd werd onder abnormaal slechte weersomstandigheden gespeeld. In de tweede helft had de wind een snelheid van 9 Meter- per seconde en het regende hard. De scheids rechter, de heer W. Prins uit Alkmaar, liet echter doorspelen, 'maar hij was .gekleed in regenjas en had een pet op. Helder moest in deze periode tegen den elementen optornen, hetgeen niet eenvoudig was. Elf minuten voor. het einde (de Amster dammers stonden met 20 voor) kreeg de linksbuiten van De Volewijckers een comer te nemen. Terwijl hij zijn aanloop nam kregen een Helder-speler en een Volewijcker het met elkaar aan den stok. De scheidsrechter, die dit zag, blies tweemaal op zijn fluit, waarna verscheidene Helder-spelers hét veld verlie ten. Zij verkeerden n.l. door dit fluitsignaal in de meening, dat de wedstrijd gestaakt was. In deze meening werden zijn nog gesterkt doordat dé scheidsrechter even te voren tegen een der spelers gezegd had: „we scheiden er mee uit". De scheidsrechter en De Volewijckers ver lieten' eveneens het veld. In de kleedkamer werd echter aan de Hel der-spelers duidelijk gemaakt, dat er geen sprake van staken was. De spelers wilden daarop weer in het veld gaan, doch het spel werd niet meer hervat, omdat de heer Prins den wedstrijd toch staakte wegens de inmid dels ingevallen duisternis. De Helder-spelers hebben dus niet moed willig het veld verlaten, zooals medegedeeld werd, doch de wedstrijd werd na het misver stand door den scheidsrechter gestaakt. Op deze wijze zagen De Volewijckers zich een zoo goed als zekere overwinning ontgaan. HAARL. KORFBALBOND SENIOREN-AFDEELING. Tot nog toe was de maand Januari voor korfbal niet zeer gunstig. Heel wat wedstrij den moesten afgelast worden. De eerste klasse gaf slechts de volgende uitslagen Always Ready I—O. K. 3 3—3; T. H. B. 2— Aurora I 0—10; Haarlem 2Always Ready 2—2 en N. Flora 2Aurora 1 04. In de 2e klasse werden meer resultaten be haald. We noteeren in 1938: Meerlebosch I- Always Ready 33, Animo IHaarlem 4—0; Aurora 2—S. V. 3 5—1; Always Ready —Aurora 3 0—2; Aurora 3—Animo I 0—: O. K. 4—Haarlem 3 4—1. In 3 A waren de uitslagen:' O. K. 5N. Flo ra 3 3—2; S. V. 5—Oosthoek I 0—8; Zwalu wen—O. K. 5 3—2; S. V. 5—N. Flora 3 0—10. In 3 B: T. H. B. 3—Palvu 2 1—3; Eensgezind heid—Aurora 4 2—0; Palvu 2—Patrimonium I 2—3; Patrimonium IO, K. 6 04 en Oost hoek 2—T. II. B. 3 0—7. RANGLIJSTJES SENIOREN. le kl. gesp. gew gel.verl. p. v.-t. gem. O. K. 3 9 8 1 0 17 38—16 1.89 Aurora I 10 7 1 2 15 36—12 1.50 Alw. Ready I 10 4 4 2 12 22—16 1.20 Palvu I 7 2 3 2 7 15—12 1.— N. Flora 2 10 4 1 5 9 20—28 0.90 Haarlem 2 8 1 3 4 5 15—22 0.63 Watervliet I 9 2 1 6 5 15—28 0.56 T. H. B. '2 9 1 0 8 2 9—36 0.22 2e kl. O. K. 4 10 9 0 1 18 48—11 1.80 Aurora 2 8 4 3 1 11 23—7 1.38 Meerlebosch I 9 3 4 2 10 17—18 1.11 S. V. 3 9 4 2 3 10 16—21 1.11 Aurora 3 11 3 5 3 11 13—14 1.— Animo I 10 2 2 6 6 18—40 0.60 Haarlem 3 8 2 0 6 4 7—23 0.60 Always R. 2 9 1 2 6 4 21—27 0.44 3 A. Oosthoek I 6 4 1 1 9 27—12 1.50 Zwaluwen I 6 4 1 1 9 25—15 1.50 O. K. 5 6 4 0 2 8 19—11 1.33 N. Flora 3 8 3 1 4 7 27—22 0 88 S. V. 4 6 0 1 5 1 6—26 0.16 S. V. 5 2 0 0 2 0 0—18 0.— 3 B. O. K. 6 9 9 0 0 18 67—7 2.— Eensgezindheid 7 5 0 2 10 34—11 1.43 Patrimonium I 7 5 0 2 10 23—20 1.43 Palvu 2 8 4 0 4 8 29—12 1.— Aurora 4 9 2 0 7 4 19—49 0.44 T. H. B. 3 6 1 0 5 2 13—28 0.17 Oosthoek 2 6 0 0 6 0 4—62 0.- ADSPIRANTEN-AFDEELING. De adspiranten, die de maand December vrijaf hebben gehad, hebben weer twee speel dagen achter den rug. In de eerste klasse gaat Haarlem I aan het hoofd. Momenteel kan al leen Patrimonium ze lastig vallen. Zeer vast staat S. V. I onderaan met één punt uit acht wedstrijden. Watervliet verloor van Haarlem Leo Vandaele - Vergeefsche Bloei. Amsterdam Uitgeverij Kosmos. Een schrijver, die in Nederland debuteert dank zij een aardige uitvinding van een han dige uitgeversfirma. De uitgeverij Kosmos looft namelijk telken jare een bedrag van dui zend gulden uit voor den besten, haar aange boden roman, door een auteur van wien nog nimmer een roman gepubliceerd werd. Deze, voor Hollandsche verhoudingen niet on aanzienlijke belooning, gaf zij den naam „Kos mos Eerstelingen Prijs" en een jury van vijf bekende litteratoren kent haar toe. Of kent haar niet toe, als de qualiteit van het gebo- dene haar niet de volle duizend waard lijkt. Zoo begrijp ik het tenminste dat aan Leo Van daele, met nog twee anderen, voor hun in zendingen op prijsvraag 1937, een eervolle ver melding is waardig gekeurd. En dat is al heel wat, als we vernemen dat er niet minder dan 159 manuscripten bij de jury waren ingele verd! Am Golde hangt, nach Golde drangt doch allesDat hebben de heeren van den Kosmos in praktijk weten te brengen en de Nederlandsche litteratuur is met 159 roman tische schrijvers en schrijfsters verrijkt. 159 debuten! Dat beduidt een omzet aan schrijf papier van bij de twee duizend cahiers; eer tijds goede huisvrouwen die het eten lieten aanbranden, eerzuchtige klerken die ontel bare fouten getikt hebben en het knarsen der tanden van 156 onder- en bovenkakenna de bekroning. Drie complete gebitten van eerstelingen glinsteren van plezier om de eer volle vermelding! En Leo Vandaele's „Ver- I geefsche Bloei" is niet vergeefs geweest. Neen, inderdaad niet. Want als wij nu ver der dien artistieken wedloop laten voor wat hij was, dan mogen we toch blij zijn dat die heer Vandaele er door voor het front geko men is. In zijn boek zit zoo veel moois, zooveel jongs, zooveel ook dat schriftuurlijk reeds ge heel geslaagd is, dat onzerzijds de kennisma king bijzonder aangenaam geacht wordt. Na tuurlijk, hij heeft veel vóór, deze Vlaam al weer, wien het vertellen zoo gemakkelijk af gaat, die niet, als zijn boven-Moerdijksché col lega's altijd maar weer in angst zit, dat hij (of zij) niet diepzinnig genoeg, niet analy seerend genoeg, niet ernstig genoeg en vooral niet redeneerend genoeg geweest is. Hij zint diep genoeg, maar herkauwt niet, hij is ernstig genoeg, doch niet vervelend, hij rede neert niet, maar schetst gebeurtenissen en feiten en omrankt zijn voorstelling met be hoedzame illustreerende woorden, die aan de gebeurtenissen hun dieperén zin opleggen. Vandaele dunkt ons een uitmuntend vertel ler, van het genre dat wij aangaven. Reeds in den aanvang blijkt dat als hij ons naar het weldadigheidsfeest van den bond der .kroost rijke gezinnen voert. Dat geval krijgt leven onder zijn pen. Een goedmoedige ironie slui mert onder zijn beschrijving van de voorbe reidingen en toch moet hij niet lang geleden, jong geweest zijn qm zoo aardig den gang van het feest te herscheppen; het feest waar hij de relatie laat ontstaan tusschen de twee jonge menschen, wier lot zijn boek vertellen gaat. Het lot van Fernand Borgers en Agnes Bastiaensen. Es ist eine alte Geschiehtemaar al heel spoedig geeft de verteller er een onvoorzienen draai aan die 't geval een zeldzamen kant geeft, het van het vaak-voorkomende in het zeer bijzondere overbrengt en ons ontroert door zijn heftigheid. Daar zijn wij op dat tuinfeest niet op voorbereid geweest. Na dat feest zijn Fernand en Agnes elkaar blijven ontmoeten. .Hij studeert, rechten in Leuven; zij werkt op een bureau in Antwerpen. Zij meenen het eerlijk me,t elkaar. En als het onvermijdelijke gebeurd is op een zomerdag, dat Agnes haar jongen in het kamp bij Kalmthout is gaan bezoeken is dat nog geen reden tot ongerustheid. Fernand wil Agnes trouwen. Zij houden van elkaar en Fernand' vader is vermogend immers. Agnes is een braaf en moedig meisje dat op Fernand bouwt. Maar bij dezen is een ommekeer aan het komen. Wel voelt hij de verantwoorde' lijkheid, maar ze komt hem te vroeg. En daar bij komt nog dat hij voor een ander meisje gevoelens gaat koesteren die met zijn staat van zaken niet te rijmen zijn. Hij leeft tus schen plicht en vrijheidsbegeerte. Bij Agnes is geen onzekerheid: zij wil Fernand behouden, ook als hij haar zegt dat van een huwelijk niets komen kan. Maar zelfs ook nog, als bij den dokter blijkt dat zij voor een kind geen vrees behoeft te hebben. Dat zij den strijd strijdt, ter wille van haar kind dat misschien komen zal, is minder ongewoon dan dat zij hem, die haar bedroog en verstootte, blijft be- geeren. Dat ongewoone geval behandelt de schrijver op zielkundig zeer overtuigende wij ze. In haar heftigheid is die begeerte van Agnes, het zuivere meisje, tot een pathologisch geval uitgegroeid, daarnaast staat Fernand, als een meer alledaagsch flirter, als volkomen onbelangrijke figuur. Zeer indringend in het wezen van Agnes geeft de schrijver ons de mijlpalen van den droeven weg dien Agnes gaat, een weg die eindigen zou met drie re volverschoten in een stille straat: twee die zij op Fernand, één dat zij op zichzelf afvuurt. Zij zal in het hospitaal van de gevangenis genezen en door de rechtbank vrijgesproken worden: Fernand zal aan de gevolgen sterven en aan zijn bed zal Agnes staan, zijn hand in de hare, zijn blik in haar oogen. Een slot dat bijna melodrama wordt en naar mijn smaak den prachtigen ontwikkelingsgang van het drama in suikerwater legt. Maar dat Vandaele een heel mooi boek schreef staat vast. J. H. DE BOIS 10 27—7 1.67 7 16—9 1.40 7 19—9 1.16 5 65 1.— 1 3—41 0.13 17 40—7 1.70 14 42—6 1.56 9 19—10 1.— 7 32—16 0.88 5 17—9 0.71 0 1—103 0.— 8 7—0 2.— 10 16—3 1.67 5 3—4 1— 5 7—11 0.83 0 1—16 0.— WATERPOLO. DE WINTERCOMPETITIE. Zelden is op één avond een aantal zoo spannende wedstrijden gespeeld als Zondag in het Sportfondsenbad te Haarlem. De eerste wedstrijd bracht ons de plaatse lijke ontmoeting tusschen de beide Haarlem- sche eerste-klassers DW.R. en H.P.C. Laatstgenoemde heeft hier een 5—3 over winning behaald, vooral dank zij het buiten gewoon productieve werk van Eldering op de 2 Meter-lijn. Om de eerste plaats in de 1ste afdeeling werd gevochten door H.P.C, 2 en V.Z.V. Deze laatste ploeg was nog ongeslagen. H.P.C. 2 speelde een snellen wedstrijd, waarin vooral het veel en snelle werk van Mauritz opviel. Door deze overwinning van H.P.C. 2 staan thans V.Z.V. 1, H.P.C. 2 en H.V.G.B. 1 met 1 verloren wedstrijd aan den kop. V.Z.V. 4 3 0 1 23—13 H.V.G.B. 4 3 0 1 17—14 H.P.C. 2 1 3 2 0 1 8—10 Nereus 4 1 0 3 11—17 Haarlem 3 0 0 3 12—17 Van groot belang was ook de strijd tus schen Haarlem 2 en D.W.R. 2. die ibeide nog ongeslagen aan den kop van de 2de afd. stonden. Hier was het vooral de grootere rou tine, waardoor de Ratten hun Haarlemsche makkers de baas bleven. Door deze 3—1 over winning van D.W.R. staan zij thans ongesla gen bovenaan de ranglijst. H.V.G.B. speelde tegen D.A.W. uit Alk maar. Zij wist het niet verder dan tot een gelijk spel te brengen. Bij H.V.G.B. viel het aardige werk van doelman Haverschmidt op. Door dit gelijke spel staat thans H.V.G.B. 2 gelijk met H.P.C. 3, ieder met drie verlies- punten. De ranglijst van de 2de afdeeling ziet er nu als volgt uit: D.W.R. 2 Haarlem 2 H.P.C. 3 H.V.GD. 2 D.A.W. Nereus 2 De Ham Halfweg 19— 6 2L5 22— 7 25—12 14—14 6— 8 9—2b 1—35 Voor de vierde afdeeling speelden Haarlem 3 en H.V.G.B. 4 gelijk (2—2), terwijl D.W.R. 3 met 30 van K.Z. won. Voor de komende week staan vijf wedstrij den op het progx'amma. Donderdag speelt H.V.G.B. 4 tegen Zand- voort. Thans zal Zandvoorrt tegen het vol ledige H.V.G.B. 4 niet zoo'n gemakkelijke zege behalen als twee weken geleden. Zondagavond wordt te Velsen gespeeld. De belangrijkste ontmoeting is hier H.P.C. 3— H.V.G.B. 2. Den thuiswedstrijd wonnen de H.V.G.B.'ers met 64. V.Z.V. speelt een vriendschappelijken wedl strijd tegen een D.W.R. combinatie. Het volledig programma te Velsen luidt: VelserendK.Z. 7. 30 uur, V.Z.V. 3Zandvoort H.P.C. 3—H.V.G.B. 2 Halfweg—Nereus 2 V.Z.V.—D.W.R. TAFELTENNIS. VICTORIA—T.O.G. Met een 82-overwinning heeft T. O. G. re vanche genomen van de 6—4-nederlaag wel ke zij in December leed. De punten voor Victoria werden gescoord door D. Wolters. Hij versloeg v. Abbevé en Wille. Vooral zijn overwinning tegen laatst genoemde mocht er wezen. Lobbes heeft uitstekend gespeeld; hij had echter geen geluk en moest de overwinning aan zijn tegenstander laten. N. N. kon het eveneens niet tot een overwin ning brengen. Het dubbelspel werd gewonnen door het T.O.G. dubbel van Abbevé en Wille. Zij ver sloegen nl. N. N. en D. Wolters. Voor de tweede klasse speelde T. O. G. 4 te gen het derde team van Victoria. Eerstge noemde behaalde met 64 de overwinning. II. T. T. C. 2—VICTORIA 2 (7—3). G. Wolters was uitstekend op dreef en hij slaagde er in zijn drie enkelspelen te win nen. Van Gouman (2115, 22—20) en in valler Weener (2118, 21—18) won hij in twee sets. Van Bonting won hij met groote moeite. De eerste set liep zelfs op tot 3028. De tweede set was voor Bonting 2114 en de derde weer voor Wolters 2119. v. Beelen kon zijn gewonen vorm niet vin den. Van Gouman verloor hij met 2116, 21—10 van Weener met 21—18, 2113 en Van Bonting met 20—22, 2110, 2114. Ook Rozeboom zagen wij wel eens beter spelen. Slechts tegen Weener wist hij een set te veroveren (2118, 16—21,2220). Van Bonting (2111, 24—22) en Gouman (2111, 2725) won hij in twee sets. Het dubbelspel werd gewonnen door Wee ner—Bonting met 21—14, 21—17 van Wolters- Rozeboom. Wie dit bord voor zich ziet moet x t r a voo rz i c ht i g zijn, want Mj nadert 'n voor- rangsweg (óók het verkeer van links laten véórg aenlj

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1938 | | pagina 3