ZONDERLINGE LEVENS
I
WIE JU4S DE GRAAF VA VEL DE VERSAY?
Litteraire
Kantteekeningen.
i j iaat afzichtelijk mismaakt was en ze daarom
Hef mysterie zonder oplossing. steeds een masker droeg.
IN 1803 reed een voorname equipage, ge
trokken door twee glanzende schimmels
en bestuurd door een koetsier in bijna
vorstelijk livrei, het stadje Ingelfinden
in Würtemberg binnen. De inzittende, heer
was een waardig veertiger, dien men kon aan
zien dat hij uit een adellijk geslacht stamde.
Merkwaardigerwijs droeg zijn begeleidster
een zwaren sluier, bovendien nog een groenen
bril, zonder welken zij'zich hooit zou laten
zien.
De vreemdelingen, die een eenvoudige wo
ning huurden, vertoonden zich uiterst zelden.
De in dienst genomen werkmeid mocht het
huis niet anderes dan op bepaalde uren betre
den en. zag de gemalin van den vreemdeling,
die zich Graaf of Baron noemde, nimmer van
aangezicht tot aangezicht. Geen inwoner van
Ingelfingen, die ooit haar stem hoorde. Men
beweerde dat zij vaak in tranen was; een.en
keling die vertelde, haar bij toeval van nabij
te hebben gezien, meende dat zij hoogstens 18
jaar oud kon zijn en een opvallende gelijkenis
vertoonde met de dochter van Lodewijk XVI.
Soms bezocht de graaf den winkel van den
apotheker, in wiens scheikundig werk hij in
bijzondere mate belang bleek te stellen en
waarbij hij een grondige kennis van de medi
sche wetenschap aan den dag legde. Men
fluisterde, dat hij een Fransche prins was,
die om politieke redenen was uitgeweken.
Zelfs hield men hem voor den hertog van
Angoulême in hoogst eigen persoon.
Op een goeden morgen waren de vreemde
lingen plotseling verdwenen. Had de graaf
zich, uit vrees hetzelfde lot te ondergaan als
de hertog d'Enghien die vanuit Baden
naar Frankrijk was ontvoerd en daar den dood
vond tijdig uit de voeten gemaakt?
Het courantenbericht dat enkele maanden
later in een Duitsch blad verscheen, leek aan
het mysterie een nuchter einde te maken; een
voornaam Fransch emigrant, die tijdelijk in
Ingelf inden had verblijf gehouden en wiens
persoonsbeschrijving in bijzonderheden over
eenkwam met den bewusten graaf, zou plot
seling overleden zijn.
„Vreemde gasten".
Was het nieuwsbericht niets dan een mys
tificatie geweest? Had een dubbelganger de
plaats van den waardigen graaf ingenomen?
Hoe dan ook: in het logement „Englischer
Hof" in Hildburghausen had sinds eenigen tijd
een aristocraat, Graaf Vavel de Versay ge
naamd, met een dame zijn intrek genomen.'
Hij leefde merkwaardig teruggetrokken, voer
de een aanzienlijken levensstaat en beloonde
bewezen diensten vorstelijk. Het gerucht ging,
dat hij een Fransche emigrant was, die zich
eerst in Frankfurt had opgehouden en daarna
in de kringen van Fransehe uitgewekenen in
Mainz had verkeerd.
Na korten tijd verhuisde het zonderlinge
paar naar een alleenstaand huis, waarin men
nooit een levende ziel ontdekken kon. De zwa
re gordijnen waren steeds zorgvuldig geslo
ten, geen geluid drong tot de buitenwereld
door. Op bevel van den gxaaf was het ten
strengste verboden de eenzame woning zonder
zijn uitdrukkelijke toestemming te betreden.
Soms „reed het factotum van den graaf, die
zelden met de inwoners van Hildburghausen
een woord wisselde, uitgedosch in zijn fraai-
gegalonneerd livrei de équipage met de glan
zende schimmels voor: zwaar-gesluierd steeg
de metgezellin van den graaf in en voordat
de nieuwsgierige omstanders een glimp van
haar hadden kunnen opvangen had zij zich in
een donkeren hoek van de koets onzichtbaar
gemaakt en reed de équipage weg.
Men schreef September 181Ö toen de beide
vreemdelingen hun intrek namen in het slot
te Eishausen, anderhalf uur gaans van Hild
burghausen gelegen.
Nóg teruggetrokkener werd hun leven nu:
slechts twee personen deelden met hen het
verblijf in het eenzame slot: de kamerdienaar
koetsier, van wien de roep uitging, dat hij
over wondergaven beschikte: bloed kon stel
pen en het. weer wist te voorspellen; en een
keukenmeid, wie het nadrukkelijk verboden
was het kasteel ooit te verlaten. De vrouw van
een inwoner van Hildburghausen, Schmidt,
zorgde voor de noodige boodschappen, bracht
de post en hield de kamers schoon. Ook zij
vermeed zooveel doenlijk den omgang met an
dere menschen en verried met geen woord wat
zich binnen de muren van het geheimzinnige
slot afspeelde. Toen de kamerdienaar van
den Graaf, die volgens het zeggen van zijn
heer Philipp Scharr heette en dan ruim 60
jaar oud was, overleed, was de keukenmeid
de eenige levende ziel die met het mysterieuze
paar het eenzame kasteel bewoonde.
Ook de toch al zeldzame tochten met de
équipage namen onverwacht een einde. Toen
de tolgaarder, vóór wiens woning de koets
steeds rechtsomkeerd maakte zonder den tol
boom te passeeren, om een vergoeding vroeg,
had de Graaf, wiens weldadigheid overigens
wijd en zijd bekend was, hem driftig een goud
stuk toegeworpen. Kort daarop werden paard
en koets aan den dorpsschout verkocht. Een
achtvoet hooge omheining, die daarna om
den grooten tuin werd getimmerd, onttrok
den graaf en zijn gezellin, wanneer zij bewe
ging in de frissche lucht namen, aan de
nieuwsgierige blikken der voorbijgangers.
Trouwens, de dorpelingen waren genoegzaam
bekend met het uitdrukkelijk verlangen van
den graaf, op geen enkele wijze bespied of ge
hinderd te worden. En ze eerbiedigden zijn
zonderlingen wensch. Want géén in gansch
den omtrek die zóó liefdadig was. Waar ar
moede geleden werd bracht een milde gave
van den slotbewoner leniging in den nood. Er
ging geen feestdag voorbij of de armen wer
den rijkelijk van vleeseh en brood voorzien;
en waar het leven wonden sloeg ontbrak een
gift van den „heer graaf" nimmer. Men ver
borg z'n heimelijke nieuwsgierigheid en ging
met heilig ontzag het verlaten slot voorbij, ja,
verzuimde zelfs niet, den kinderen in te pren
ten, toch vooral geen onbescheiden blik op de
vensters van het geheimzinnige kasteel te
richten. En men voer er wél bijhad de graaf
aan een der dorpsjongens niet een maande-
lijksche toelage van 24 kreutzers toegekend,
omdat hij steeds met neergeslagen oogen het
slot passeerde?
De eenige, wien het het veroorloofd was,
voor noodzakelijke werkzaamheden den drem
pel te overschrijden, was de meubelmaker
Christ, voor wien de Graaf een bijzondere
voorliefde scheen te hebben en met wien hij
vaak uren opgeruimd kon praten.
Maar de gravin, aan wier aanwezigheid
zoomin door den graaf als door de dorpelingen
werd herinnerd, sprak of zag niemand. Een
enkeling beweerde dat hij haar eens voor het
geopende venster had zien staan, toen zij haar
katten, waarvan zij veel scheen te houden,
eten gaf. Haar stem moest ontroerend liefelijk
hebben geklonken en haar gezicht van een
zeldzame schoonheid zijn geweestAnde
ren vertelden weer, dat een kapper, toen de
sluier van de gravin onverhoeds was verscho
len was, duidelijk had gezien, dat haar ge-
Een merkwaardige
briefwisseling.
De enkele keeren, dat de graaf zich op den
openbare weg vertoonde vermeed hij angst
vallig elk_ contact met de menschen. Zelfs
de dominé van het dorp, die meer van den
zonderlingen slotbewoner wist dan wie ook,
zou het niet gewaagd hebben, hem aan te
spreken. En toch was hij de eenige met wien
Graaf Vavél de Versay een geestelijk verkeer
onderhield. Door middel van vrouw Schmidt
liet hij den dominé, herhaaldelijk briefjes
brengen, waarin hij zich uitsprak over letter
kundige, wetenschappelijke en vooral poli
tieke problemen, waarvoor hij een bijzon
dere voorliefde scheen te hebben. Althans,
hij sprak er zich met een merkwaardige ken
nis van zaken over uit. Hoe geregeld de
briefwisseling ook was, nooit bleef één epistel
buiten de slotmuren: de vrouwelijke bode
wachtte steeds op antwoord en nam de on-
geteekende schrifturen, zooals haar was be
volen, onmiddellijk mee terug. Toen de do
miné in 1827 overleed hadden de beide brief
schrijvers elkander nog nooit gesproken,
nauwelijks gezien, hoe wel de dominé maar
uit het raam had behoeven te kijken, om de
vensters van het grafelijke slot te bespie
den.
De Graaf had zijn politieke overtuiging
allerminst onder stoelen of banken gestoken.
Zijn sympathie voor de Bourbons was al even
duidelijk gebleken als zijn afkeer van alles
wat hiet de Fransche revolutie te maken had
en zijn warme gevoelens voor het Russische
keizerhuis en de Russische politiek waren
meer dan eens tot uitdrukking gekomen.
Was dan de zonderlinge graaf waarlijk een
uitgewekene; een prins van den bloede mis
schien? Of moest zijn sympathie met be
paalde vorstenhuizen op rekening gesteld
worden van zijn verhouding tot zijn gezellin,
in wie men immers een treffende gelijkenis
had meenen op te merken met de familie
trek der Bourbons? Och, wat giste en fanta
seerde men al niet! Zelfs zag men een prin
ses van Condé in haar of werd de geheim
zinnige afzondering van het grafelijke paar
in verband gebracht met de plotselinge ver
schijning van dien jongen man in Neuren
berg, die Kaspar Hauser werd genoemd, en
voor een verstooten vorstenkind werd ge
houden. Eéns werd Kaspar Hauser in de na
bijheid van het kasteel te Eishausen ge
bracht. Maar toen hij hardnekkig ontkende,
gebouw en omgeving ooit in zijn leven te
hebben gezien, bleek ook deze onderstelling
op lasterlijk gefluister te berusten.
Enkele malen werd de anonimiteit van
den Graaf Vavel ernstig bedreigd: tijdens
den doortocht der Russische troepen in 1814
drong een kapitein, die in de pastorie was
ingekwartierd, er op aan, den zoogenaamden
graaf te spreken, althans te zien. Het zou
niet onmogelijk zijn, beweerde hij, dat hij in.
den vreemdeling een goede bekende zou her-
nen, De dominé deed, uit eerbied voor zijn
welvertrouwden correspondent, al het moge
lijke om zoo'n samentreffen te voorkomen,
wat hem niet dan met groote list gelukte.
Ernstig kwam het mysterie van den graaf in
gevaar toen bij dén overgang, van het hertog
dom Hildburghausen aan een ander Herto
gelijk Huis, d.e nieuwe, regeering aandrong
op een behoorlijke legimitatie van den on
bekende. Of het uitsluitend de roep van
graaf Vavel's liefdadigheid was, die de re
geering deed berusten in de besliste weige
ring van den graaf, nadere mededeelingen
omtrent zijn identiteit te' doen, is niet be
kend. En toch gebeurde het niet lang daar
na dat de slotdeur geopend moest worden
voor de Justitie....
Gerechterlijk onderzoek.
In 1837 stierf namelijk de gravin. Geen
medicus was aan haar ziekbed geroepen. Te
middernacht werd het stoffelijk overschot
ten grave gedragen, met fakkels begeleid.
Talrijke dorpelingen volgden de eenvoudige
baar. Dicht bij de groeve werd op last van
den graaf het deksel van de kist nog eens
gelicht: gehuld in witte zijde lag een ont
slapene van aandoenlijke schoonheid
Booze tongen fluisterden, dat men een
wassen pop begraven had en de gravin in de
nachtelijke stilte haar kloosterlijk verblijf
verlaten had.
Het onderzoek van het gerecht, dat de
vertrekken die bijna dertig .jaren lang
door geen vreemden voet betreden waren -
doorzocht, leverde geen verrassende bijzon
derheden op. De acht-en-vijftig jarige ont
slapene zou volgens de mededeelingen van
den Graaf den naam van Sophia Botta heb
ben gedragen en uit een Westphaalsch bur
gergezin stammen. Van een diepgaander on
derzoek scheen door tusschenkomst van een
vreemde regeering te zijn afgezien.
Wie was Graaf Vavel
de Versay?
Acht jaren later betrad de Justitie op
nieuw het geheimzinnige kasteel. Op den
8sten April 1845 waren voor het eerst sinds
35 jaren de poorten geopend! de dorpelingen
verdrongen zich op den landweg; sommigen
lieten hun tranen den vrijen loop, anderen
zagen met bedrukte gezichten toe, hoe een
doode werd uitgedragen: Graaf Vavel de
Versay, de weldoener van Eishausen en om
geving was overleden.
Was het een banneling, die door den dood
uit zijn kluizenaarschap werd verlost? Een
misdadiger soms, die zich uit vrees voor ont
dekking vijf en dertig levensjaren had schuil
gehouden? o,f offerde hij zijn leven in
dienst van een politieke roeping, aan de zijde
van een vrouw, die om. wie7 weet wat voor
staatkundige reden in strenge afzondering
haar jaren zag voorbijgaan zonder ze geno
ten te hebben?
Mysterie, niets dan mysterie, geheel in
overeenstemming met de raadselachtige toe
speling in een Fransch blad omstreeks 1825
op een Fransche prinses, wier spoor in Thü-
ringen teruggevonden zou zijn
Een Hollander?
Het gerechtelijk onderzoek, ingesteld na
het overlijden van den Graaf, bracht aan het
licht dat zich in de nalatenschap talrijke
brieven, gericht aan Leonardus Cornelius
van der Valck, gedoopt te Amsterdam den
22sten September 1769, bevonden. Deze Hol
lander zou aanvankelijk als officier in het
Fransche leger hebben gediend en later ge
zantschapssecretaris der Hollandsche lega
tie te Parijs zijn geweest.
Voorts werden in de nagelaten papieren
épistels aangetroffen van een zekere Agnès
Berthelmy, geboren Daniels, met wie de ge
storven „gravin" identiek geacht werd.
Wel meldde zich op de bekendmaking van
het gerecht een Hollandsch bloedverwant
aan en stelde het gerecht dezen de nalaten
schap ter hand Maar deze verre familie
relatie had den bewoner van het Slot te
Eishausen nooit ontmoet.
Zoo blijft de vraag open, of de overledene
zonder een van der Valck te zijn, slechts in
het bezit was van de bewuste papieren. Het
mysterie van Graaf Vavel de Versay en zijn
gezellin bleef onopgelost, tot op den huidi-
gen dag.
C. J. E. DINAUX.
KORFBAL.
NED. KORFBALBOND.
Overzicht.
Ook in deze competities is er in deze maand
niet veel voortgang; gelukkig, dat in 1937 een
flink programma verwerkt is. Zoo gaf Ja
nuari deze uitslagen:
West III E. Haarlem IAmsterdam Z 2
8—4; S. V. I—W. K. 3 2—4; W. K 3-D. T. V. 2
3—3.
In West III F verloor N. Flora van Swift 2
met 26; T. H. B. I deed beter en hield haar
concurrente met 32 er onder. De Amster
dammers bezetten nu de vierde inplaats de
tweede plaats.
In West II B won Rohda I van Blauw Wit 3
met 26.
RANGLIJSTJES.
West II B gesp. gew. gel. yerl. p. v.-t. gem.
met 12; S. V. I en Watervliet I verdeelden de
punten 00.
In de 2e klasse blijft Animo door haar over
winning op T. H. B. nummer één. De Zwalu
wen 'zijn 'n goede tweede, Patrimonium 2 ver
loor al haar negen wedstrijden; nu weer won
Animo met 3—0 van haar en de Zwaluwen
met 14—0.
In de derde klasse won Watervliet 2 haar
vierden wedstrijd. Haarlem 3 versloeg Meerle-
bosch met 21, dat nog geen punt ver
overde.
RANGLIJSJES ADSPIRANTEN.
Ie kl. gesp. gew. gel.verl. p. v.-t. gem.
A. W. I
10
7
1
2
15 57—29 1.50
O. K. I
10
7
1
2
15 50—29 1.50
Rohda I
11
7
0
4
14 42—29 1.27
W. K. 2
10
6
0
4
12 38—37 1.20
Z. K. V. I
9
4
1
4
9 37—31 1.—
S. V. I
10
5
0
5
10 29—36 1.—
Amsterdam Z I
11
5
0
6
10 4247 0.91
BI. Wit 3
12
3
1
8
7 39—61 0.58
Oosterpark I
9
0
0
9
0 27—62 0.—
W. Ill E.
gesp. gew. gel.verl. p. v.-t. gem.
W. K. 3
11
8
2
1
18 57—26 1.64
D. T. V. 2
10
6
2
2
14 51—31 1.44
Haarlem I
9
5
•2
2
12 29—25 1.33
BI. Wit 4
10
5
2
3
12 58—34 1.20
Amsterdam Z. 2
10
2
4
4
8 26—33 0.80
O. K. 2
8
2
1
5
5 16—36 0.63
S. V. 2
9
1
2
6
4 13—35 0.44
Rohda 3
9
1
1
7
1 18—48 0.11
Rohda 3 2 verliespunten.
W. III. F.
T. H. B. I
10
8
1
1
17 44—28 1.70
District V
7
4
1
2
9 36—26 1.29
Amstelodanum
7
4
1
2
9 36—30 1.29
Swift 2
9
5
1
3
11 27—24 1.22
N. Flora I
8
2
3
3
9 33—32 0.88
De Wester I
10
2
2
6
6 34—43 0.60
Volharding 2
9
0
1
8
1 20—47 0.11
SPORT EN SPEL
Haarlem I
Patrimonium I
K. I
Watervliet I
S. V. I
2e kl.
Animo I
Zwaluwen I
T. H. B. I
Meerlebosch I
Haarlem 2
Patrimonium 2
3e kl.
Watervliet 2
Aurora I
V. 2
Haarlem 3
Meerlebosch 2
VOETBAL.
De gestaakte wedstrijd Helder—De
Volewijckers.
Men verzoekt ons hetvolgende te willen-
mededeelen:
De Zondag gespeelde voetbalwedstrijd Hel
derDe Volewijckers is elf minuten, voor dat
de officieele speeltijd verstreken was, ge
staakt. De oorzaak hiervan was een misver
stand,-dat ontstaan was door twee signalen
op de fluit van den scheidsrechter, waarvoor
een nadere -verklaring kan worden gegeven.
De wedstrijd werd onder abnormaal slechte
weersomstandigheden gespeeld. In de tweede
helft had de wind een snelheid van 9 Meter-
per seconde en het regende hard. De scheids
rechter, de heer W. Prins uit Alkmaar, liet
echter doorspelen, 'maar hij was .gekleed in
regenjas en had een pet op. Helder moest in
deze periode tegen den elementen optornen,
hetgeen niet eenvoudig was.
Elf minuten voor. het einde (de Amster
dammers stonden met 20 voor) kreeg de
linksbuiten van De Volewijckers een comer
te nemen. Terwijl hij zijn aanloop nam kregen
een Helder-speler en een Volewijcker het met
elkaar aan den stok. De scheidsrechter, die
dit zag, blies tweemaal op zijn fluit, waarna
verscheidene Helder-spelers hét veld verlie
ten. Zij verkeerden n.l. door dit fluitsignaal
in de meening, dat de wedstrijd gestaakt was.
In deze meening werden zijn nog gesterkt
doordat dé scheidsrechter even te voren tegen
een der spelers gezegd had: „we scheiden er
mee uit".
De scheidsrechter en De Volewijckers ver
lieten' eveneens het veld.
In de kleedkamer werd echter aan de Hel
der-spelers duidelijk gemaakt, dat er geen
sprake van staken was. De spelers wilden
daarop weer in het veld gaan, doch het spel
werd niet meer hervat, omdat de heer Prins
den wedstrijd toch staakte wegens de inmid
dels ingevallen duisternis.
De Helder-spelers hebben dus niet moed
willig het veld verlaten, zooals medegedeeld
werd, doch de wedstrijd werd na het misver
stand door den scheidsrechter gestaakt. Op
deze wijze zagen De Volewijckers zich een zoo
goed als zekere overwinning ontgaan.
HAARL. KORFBALBOND
SENIOREN-AFDEELING.
Tot nog toe was de maand Januari voor
korfbal niet zeer gunstig. Heel wat wedstrij
den moesten afgelast worden. De eerste
klasse gaf slechts de volgende uitslagen
Always Ready I—O. K. 3 3—3; T. H. B. 2—
Aurora I 0—10; Haarlem 2Always Ready
2—2 en N. Flora 2Aurora 1 04.
In de 2e klasse werden meer resultaten be
haald. We noteeren in 1938: Meerlebosch I-
Always Ready 33, Animo IHaarlem
4—0; Aurora 2—S. V. 3 5—1; Always Ready
—Aurora 3 0—2; Aurora 3—Animo I 0—:
O. K. 4—Haarlem 3 4—1.
In 3 A waren de uitslagen:' O. K. 5N. Flo
ra 3 3—2; S. V. 5—Oosthoek I 0—8; Zwalu
wen—O. K. 5 3—2; S. V. 5—N. Flora 3 0—10.
In 3 B: T. H. B. 3—Palvu 2 1—3; Eensgezind
heid—Aurora 4 2—0; Palvu 2—Patrimonium
I 2—3; Patrimonium IO, K. 6 04 en Oost
hoek 2—T. II. B. 3 0—7.
RANGLIJSTJES SENIOREN.
le kl.
gesp.
gew
gel.verl. p. v.-t. gem.
O. K. 3
9
8
1
0
17 38—16 1.89
Aurora I
10
7
1
2
15 36—12 1.50
Alw. Ready I
10
4
4
2
12 22—16 1.20
Palvu I
7
2
3
2
7 15—12 1.—
N. Flora 2
10
4
1
5
9 20—28 0.90
Haarlem 2
8
1
3
4
5 15—22 0.63
Watervliet I
9
2
1
6
5 15—28 0.56
T. H. B. '2
9
1
0
8
2 9—36 0.22
2e kl.
O. K. 4
10
9
0
1
18 48—11 1.80
Aurora 2
8
4
3
1
11 23—7 1.38
Meerlebosch I
9
3
4
2
10 17—18 1.11
S. V. 3
9
4
2
3
10 16—21 1.11
Aurora 3
11
3
5
3
11 13—14 1.—
Animo I
10
2
2
6
6 18—40 0.60
Haarlem 3
8
2
0
6
4 7—23 0.60
Always R. 2
9
1
2
6
4 21—27 0.44
3 A.
Oosthoek I
6
4
1
1
9 27—12 1.50
Zwaluwen I
6
4
1
1
9 25—15 1.50
O. K. 5
6
4
0
2
8 19—11 1.33
N. Flora 3
8
3
1
4
7 27—22 0 88
S. V. 4
6
0
1
5
1 6—26 0.16
S. V. 5
2
0
0
2
0 0—18 0.—
3 B.
O. K. 6
9
9
0
0
18 67—7 2.—
Eensgezindheid
7
5
0
2
10 34—11 1.43
Patrimonium I
7
5
0
2
10 23—20 1.43
Palvu 2
8
4
0
4
8 29—12 1.—
Aurora 4
9
2
0
7
4 19—49 0.44
T. H. B. 3
6
1
0
5
2 13—28 0.17
Oosthoek 2
6
0
0
6
0 4—62 0.-
ADSPIRANTEN-AFDEELING.
De adspiranten, die de maand December
vrijaf hebben gehad, hebben weer twee speel
dagen achter den rug. In de eerste klasse gaat
Haarlem I aan het hoofd. Momenteel kan al
leen Patrimonium ze lastig vallen. Zeer vast
staat S. V. I onderaan met één punt uit acht
wedstrijden. Watervliet verloor van Haarlem
Leo Vandaele - Vergeefsche Bloei.
Amsterdam Uitgeverij Kosmos.
Een schrijver, die in Nederland debuteert
dank zij een aardige uitvinding van een han
dige uitgeversfirma. De uitgeverij Kosmos
looft namelijk telken jare een bedrag van dui
zend gulden uit voor den besten, haar aange
boden roman, door een auteur van wien
nog nimmer een roman gepubliceerd werd.
Deze, voor Hollandsche verhoudingen niet on
aanzienlijke belooning, gaf zij den naam „Kos
mos Eerstelingen Prijs" en een jury van vijf
bekende litteratoren kent haar toe. Of kent
haar niet toe, als de qualiteit van het gebo-
dene haar niet de volle duizend waard lijkt.
Zoo begrijp ik het tenminste dat aan Leo Van
daele, met nog twee anderen, voor hun in
zendingen op prijsvraag 1937, een eervolle ver
melding is waardig gekeurd. En dat is al heel
wat, als we vernemen dat er niet minder dan
159 manuscripten bij de jury waren ingele
verd! Am Golde hangt, nach Golde drangt
doch allesDat hebben de heeren van den
Kosmos in praktijk weten te brengen en de
Nederlandsche litteratuur is met 159 roman
tische schrijvers en schrijfsters verrijkt. 159
debuten! Dat beduidt een omzet aan schrijf
papier van bij de twee duizend cahiers; eer
tijds goede huisvrouwen die het eten lieten
aanbranden, eerzuchtige klerken die ontel
bare fouten getikt hebben en het knarsen der
tanden van 156 onder- en bovenkakenna
de bekroning. Drie complete gebitten van
eerstelingen glinsteren van plezier om de eer
volle vermelding! En Leo Vandaele's „Ver-
I geefsche Bloei" is niet vergeefs geweest.
Neen, inderdaad niet. Want als wij nu ver
der dien artistieken wedloop laten voor wat
hij was, dan mogen we toch blij zijn dat die
heer Vandaele er door voor het front geko
men is. In zijn boek zit zoo veel moois, zooveel
jongs, zooveel ook dat schriftuurlijk reeds ge
heel geslaagd is, dat onzerzijds de kennisma
king bijzonder aangenaam geacht wordt. Na
tuurlijk, hij heeft veel vóór, deze Vlaam al
weer, wien het vertellen zoo gemakkelijk af
gaat, die niet, als zijn boven-Moerdijksché col
lega's altijd maar weer in angst zit, dat hij
(of zij) niet diepzinnig genoeg, niet analy
seerend genoeg, niet ernstig genoeg en vooral
niet redeneerend genoeg geweest is. Hij
zint diep genoeg, maar herkauwt niet, hij is
ernstig genoeg, doch niet vervelend, hij rede
neert niet, maar schetst gebeurtenissen en
feiten en omrankt zijn voorstelling met be
hoedzame illustreerende woorden, die aan de
gebeurtenissen hun dieperén zin opleggen.
Vandaele dunkt ons een uitmuntend vertel
ler, van het genre dat wij aangaven. Reeds
in den aanvang blijkt dat als hij ons naar het
weldadigheidsfeest van den bond der .kroost
rijke gezinnen voert. Dat geval krijgt leven
onder zijn pen. Een goedmoedige ironie slui
mert onder zijn beschrijving van de voorbe
reidingen en toch moet hij niet lang geleden,
jong geweest zijn qm zoo aardig den gang
van het feest te herscheppen; het feest waar
hij de relatie laat ontstaan tusschen de twee
jonge menschen, wier lot zijn boek vertellen
gaat. Het lot van Fernand Borgers en Agnes
Bastiaensen.
Es ist eine alte Geschiehtemaar al heel
spoedig geeft de verteller er een onvoorzienen
draai aan die 't geval een zeldzamen kant geeft,
het van het vaak-voorkomende in het zeer
bijzondere overbrengt en ons ontroert door
zijn heftigheid. Daar zijn wij op dat tuinfeest
niet op voorbereid geweest.
Na dat feest zijn Fernand en Agnes elkaar
blijven ontmoeten. .Hij studeert, rechten in
Leuven; zij werkt op een bureau in Antwerpen.
Zij meenen het eerlijk me,t elkaar. En als het
onvermijdelijke gebeurd is op een zomerdag,
dat Agnes haar jongen in het kamp bij
Kalmthout is gaan bezoeken is dat nog geen
reden tot ongerustheid. Fernand wil Agnes
trouwen. Zij houden van elkaar en Fernand'
vader is vermogend immers. Agnes is een
braaf en moedig meisje dat op Fernand
bouwt. Maar bij dezen is een ommekeer aan
het komen. Wel voelt hij de verantwoorde'
lijkheid, maar ze komt hem te vroeg. En daar
bij komt nog dat hij voor een ander meisje
gevoelens gaat koesteren die met zijn staat
van zaken niet te rijmen zijn. Hij leeft tus
schen plicht en vrijheidsbegeerte. Bij Agnes is
geen onzekerheid: zij wil Fernand behouden,
ook als hij haar zegt dat van een huwelijk
niets komen kan. Maar zelfs ook nog, als bij
den dokter blijkt dat zij voor een kind geen
vrees behoeft te hebben. Dat zij den strijd
strijdt, ter wille van haar kind dat misschien
komen zal, is minder ongewoon dan dat zij
hem, die haar bedroog en verstootte, blijft be-
geeren. Dat ongewoone geval behandelt de
schrijver op zielkundig zeer overtuigende wij
ze. In haar heftigheid is die begeerte van
Agnes, het zuivere meisje, tot een pathologisch
geval uitgegroeid, daarnaast staat Fernand,
als een meer alledaagsch flirter, als volkomen
onbelangrijke figuur. Zeer indringend in het
wezen van Agnes geeft de schrijver ons de
mijlpalen van den droeven weg dien Agnes
gaat, een weg die eindigen zou met drie re
volverschoten in een stille straat: twee die zij
op Fernand, één dat zij op zichzelf afvuurt.
Zij zal in het hospitaal van de gevangenis
genezen en door de rechtbank vrijgesproken
worden: Fernand zal aan de gevolgen sterven
en aan zijn bed zal Agnes staan, zijn hand in
de hare, zijn blik in haar oogen. Een slot dat
bijna melodrama wordt en naar mijn smaak
den prachtigen ontwikkelingsgang van het
drama in suikerwater legt.
Maar dat Vandaele een heel mooi boek
schreef staat vast.
J. H. DE BOIS
10 27—7 1.67
7 16—9 1.40
7 19—9 1.16
5 65 1.—
1 3—41 0.13
17 40—7 1.70
14 42—6 1.56
9 19—10 1.—
7 32—16 0.88
5 17—9 0.71
0 1—103 0.—
8 7—0 2.—
10 16—3 1.67
5 3—4 1—
5 7—11 0.83
0 1—16 0.—
WATERPOLO.
DE WINTERCOMPETITIE.
Zelden is op één avond een aantal zoo
spannende wedstrijden gespeeld als Zondag
in het Sportfondsenbad te Haarlem.
De eerste wedstrijd bracht ons de plaatse
lijke ontmoeting tusschen de beide Haarlem-
sche eerste-klassers DW.R. en H.P.C.
Laatstgenoemde heeft hier een 5—3 over
winning behaald, vooral dank zij het buiten
gewoon productieve werk van Eldering op
de 2 Meter-lijn.
Om de eerste plaats in de 1ste afdeeling
werd gevochten door H.P.C, 2 en V.Z.V. Deze
laatste ploeg was nog ongeslagen. H.P.C. 2
speelde een snellen wedstrijd, waarin vooral
het veel en snelle werk van Mauritz opviel.
Door deze overwinning van H.P.C. 2 staan
thans V.Z.V. 1, H.P.C. 2 en H.V.G.B. 1 met 1
verloren wedstrijd aan den kop.
V.Z.V.
4
3
0
1
23—13
H.V.G.B.
4
3
0
1
17—14
H.P.C. 2 1
3
2
0
1
8—10
Nereus
4
1
0
3
11—17
Haarlem
3
0
0
3
12—17
Van groot belang was ook de strijd tus
schen Haarlem 2 en D.W.R. 2. die ibeide nog
ongeslagen aan den kop van de 2de afd.
stonden. Hier was het vooral de grootere rou
tine, waardoor de Ratten hun Haarlemsche
makkers de baas bleven. Door deze 3—1 over
winning van D.W.R. staan zij thans ongesla
gen bovenaan de ranglijst.
H.V.G.B. speelde tegen D.A.W. uit Alk
maar. Zij wist het niet verder dan tot een
gelijk spel te brengen. Bij H.V.G.B. viel het
aardige werk van doelman Haverschmidt op.
Door dit gelijke spel staat thans H.V.G.B. 2
gelijk met H.P.C. 3, ieder met drie verlies-
punten.
De ranglijst van de 2de afdeeling ziet er
nu als volgt uit:
D.W.R. 2
Haarlem 2
H.P.C. 3
H.V.GD. 2
D.A.W.
Nereus 2
De Ham
Halfweg
19— 6
2L5
22— 7
25—12
14—14
6— 8
9—2b
1—35
Voor de vierde afdeeling speelden Haarlem
3 en H.V.G.B. 4 gelijk (2—2), terwijl D.W.R.
3 met 30 van K.Z. won.
Voor de komende week staan vijf wedstrij
den op het progx'amma.
Donderdag speelt H.V.G.B. 4 tegen Zand-
voort. Thans zal Zandvoorrt tegen het vol
ledige H.V.G.B. 4 niet zoo'n gemakkelijke
zege behalen als twee weken geleden.
Zondagavond wordt te Velsen gespeeld. De
belangrijkste ontmoeting is hier H.P.C. 3—
H.V.G.B. 2. Den thuiswedstrijd wonnen de
H.V.G.B.'ers met 64.
V.Z.V. speelt een vriendschappelijken wedl
strijd tegen een D.W.R. combinatie.
Het volledig programma te Velsen luidt:
VelserendK.Z. 7. 30 uur,
V.Z.V. 3Zandvoort
H.P.C. 3—H.V.G.B. 2
Halfweg—Nereus 2
V.Z.V.—D.W.R.
TAFELTENNIS.
VICTORIA—T.O.G.
Met een 82-overwinning heeft T. O. G. re
vanche genomen van de 6—4-nederlaag wel
ke zij in December leed.
De punten voor Victoria werden gescoord
door D. Wolters. Hij versloeg v. Abbevé en
Wille. Vooral zijn overwinning tegen laatst
genoemde mocht er wezen.
Lobbes heeft uitstekend gespeeld; hij had
echter geen geluk en moest de overwinning
aan zijn tegenstander laten.
N. N. kon het eveneens niet tot een overwin
ning brengen.
Het dubbelspel werd gewonnen door het
T.O.G. dubbel van Abbevé en Wille. Zij ver
sloegen nl. N. N. en D. Wolters.
Voor de tweede klasse speelde T. O. G. 4 te
gen het derde team van Victoria. Eerstge
noemde behaalde met 64 de overwinning.
II. T. T. C. 2—VICTORIA 2 (7—3).
G. Wolters was uitstekend op dreef en hij
slaagde er in zijn drie enkelspelen te win
nen. Van Gouman (2115, 22—20) en in
valler Weener (2118, 21—18) won hij in
twee sets. Van Bonting won hij met groote
moeite. De eerste set liep zelfs op tot 3028.
De tweede set was voor Bonting 2114 en
de derde weer voor Wolters 2119.
v. Beelen kon zijn gewonen vorm niet vin
den. Van Gouman verloor hij met 2116,
21—10 van Weener met 21—18, 2113 en Van
Bonting met 20—22, 2110, 2114.
Ook Rozeboom zagen wij wel eens beter
spelen. Slechts tegen Weener wist hij een
set te veroveren (2118, 16—21,2220). Van
Bonting (2111, 24—22) en Gouman (2111,
2725) won hij in twee sets.
Het dubbelspel werd gewonnen door Wee
ner—Bonting met 21—14, 21—17 van Wolters-
Rozeboom.
Wie dit bord
voor zich ziet
moet x t r a
voo rz i c ht i g
zijn, want Mj
nadert 'n voor-
rangsweg (óók
het verkeer
van links laten
véórg aenlj