Licht rijden.
S^S^^OPRUIMING
10 °/o korting
VIJFTIG JAAR INTERLOCALE TELEFONIE
VRIJDAG 21 JANUARI 1938
Het is heelemaal niet mijn bedoeling in
deze luchtige beschrijving van leerling-erva
ringen technisch te worden. Dan zou zij im
mers niet luchtig meer zijn. Bovendien mis ik
er ten eenenmale de bevoegdheid voor, het
geen zelfs bij zorgvuldige raadpleging van
de paardsche wetenschap tot noodlottige weg
latingen zou leiden. Men is paardengeleerde of
men is het niet. Ik ben het zeer zeker niet.
Maar wel kan ik u verzekeren dat weinige be
zigheden-te-paard in den aanvang zóo zwaar
zijn als juist licht rijden.
In een min of meer ver verwijderd verleden
schijnt dit niet te hebben bestaan. Duizenden
jaren geleden reed de mensch al paard. Het
edele dier was toen aanmerkelijk kleiner dan
nu Het was ook minder geschikt voor den
ruiter. De fokkerij heeft daar in den loop dei-
eeuwen veel in verbeterd. Maar het grootere
paard vertoonde ook een andere lichaams
actie, waarbij men bij het draven meer
werd opgegooid uit den zadel, zoodat bij
snellen draf het blijven zitten zoowel voor
mensch als voor paard te ongezond en te ver
moeiend werd. Dus werd het licht rijden uit
gevonden, waarbij men zich telkens even
uit den zadel opheft om den schok te ontgaan.
Maar dat moet op het goede oogenblik ge
beuren, namelijk als het zadel onder u rijst.
Doet gij het op het verkeerde moment, dan
daalt gij, als het zadel onder u omhoog
komt en de botsing is niet vermakelijk. Scha
kelen die botsingen zich aaneen tot een serie
dan wordt het uitputtend.
De zwarte Caroline, die vanwege haar be
daardheid en verdraagzaamheid mij vaak
toegewezen werd, kan het ook niet prettig ge
vonden hebben. Maar zij was, op haar leeftijd
en met haar langdurige manége-ervaring, veel
o-ewend. En zij wist het nu eenmaal: op haar
leeftijd kreeg zij de beginners. Ik daarente
gen was niets van dezen aard gewoon. Het
scheen dus nog erger voor mij dan
voor Caroline. En als het soms
eens een eindje lukte, als ik
haar rhythme even te pakken
had en herademde, kwam
de bocht en daarmee ver
korting in Lien's actie,
die mij er telkens weer
uit deed raken. En
toen het wat langer
achtereen lukte, gaf
onze mentor af en
toe eens een slag-
ln-de-lucht met die
lange circuszweep
in vaktaal heet dat:
een aanwijzing met
de chambrière
waarop alle aanwe
zige paarden hun
gang versnelden en
een reeks hevige
schokken mijn gan-
sche structuur deed
schokken.
„U leert al aan", placht hij op zoo'n oogen
blik te zeggen.
„H-het v-valt t-tegen".
Hij lachte. „Bent u moe?"
Geen van de mannelijke rijders heb ik daar
ooit ja op hooren antwoorden. Wel sommige
dames. Je hoopte er wel eens op dat die ja
zouden zeggen. Want dan mocht „de colonne"
(als er tenminste een colonne was) in stap.
Maar als Floris en ik samen reden was er
geen kans. En op de basis van zijn tien les
sen-in-het-grijs-verleden deel hij het beter
dan ik. Misschien toonde hij ook meer aan
leg. Vanwege mijn gespannen aandacht zag ik
hem nooit rijden. Ik hoorde hem alleen rij
den. Maar uit de opmerkingen van den leeraar,
dien ik ook alleen hoorde maar nooit zag, bleek
onmiskenbaar dat hij verder in de kimst was
dan ik.
Na veel hotsen en botsen, bewijzend hoe
hecht het menschelijk geraamte, de spierweef
sels en verdere organen in elkaar zitten, werd
het licht rij den behoorlij k. Waarna wij ook dit
zonder stijgbeugels moesten doenWie
uwer zich gedrongen voelt tot oefening en
versterking van zijn lendenen en dijspieren
ga zich hierop toeleggen. Hij zal succes heb
ben. Maar de term licht rijden za.1 hem tot
een sarcasme worden.
Toen kwam de aardigheid met de karwats.
De eerste maal was ik op niets verdacht.
„Lien is weer erg lui", zei ik.
„Is Caroline lui? Hier heb ik een zweep.
Pakt u 'm maar in het voorbijrijden".
Inzameling van gelden voor
K. S. D.-fonds stopgezet.
Binnenkort zal de tweede en laatste ver
deeling plaats hebben van gelden uit boven
genoemd fonds.
In verband hiermede wordt de inzameling,
overeenkomstig den oorspronkelijken opzet
ervan, thans geheel beëindigd, waarom de mi
nister van sociale zaken. prof. mr. Romme,
verzoekt van Zaterdag den 22en dezer af geen
gelden meer op de postrekening 141400 te
storten en geen briefkaarten met postzegels
ten behoeve van het fonds meer te zenden.
Het heeft der regeering groote voldoening
geschonken, dat het werkende deel van het
Nederlandsche volk zoo spontaan en in zoo
grooten getale aan den oproep van minister
Romme gevolg heeft gegeven. Het bedrag dei-
ingezamelde gelden heeft dan ook de ver
wachting overtroffen.
Aan duizenden kon dientengevolge een niet
onbelangrijke tegemoetkoming in kleeding,
schoeisel en dekking worden verleend.
Het is voor deze geholpenen, dat de minister
op de Nederlandsche pers een beroep doet om
zijn dank aan allen, die op eenigerlei wijze
hebben medegewerkt om de actie te dn mi sla
gen ovar fo h re neen
Argeloos nam ik de teugels in één hand en
greep naar de zweep. Op hetzelfde moment
nam de zwarte Lien een spurt, mijn greep was
ver mis en ik bleef met moeite aan boord.
„Ja, u moet niet misgrijpen. Nog'es."
Lien week nu zij
waarts uit en haai
manen redden mijn
evenwicht.
De derde en de
vierde maal mis
lukten al even erg
Toen werd de
zweep in een raam
kozijn gezet, Lien
zag 'm net iets te
laat en ik greep
eindelijk raak.
Autorijden is wer
kelijk veel makke
lijker te le eren.
Maar wij gingen wel beseffen dat onze men
tor de paarden èn ons precies door had, dat
hij nauwkeurig taxeerde wat wij nu voor
nieuws konden probeeren, dat er ook telkens
iets aangeleerd was als dat nieuwe kwam, dat
wij dus toch wel vooruitgingen en dat zijn
scherp oog tot op het nippertje zuiver zag, hoe
wij de moeilijkheid nog aan konden zonder in
het zand te bijten. Wij bleven er steeds op. Ik
rekende hem dat tot een eer. En mijzelf tot
een genoegen.
R. P.
Bimanu al in ons land gevangen.
Nabij Budel.
Heeft men den afgeloopen zomer de eerste
caloradokever in ons land ontdekt, thans
heeft ook de bisamrat onze landsgrenzen
overschreden. En evenals de gevreesde kever
kwam ook de rat hierheen uit het Belgische
land.
In de omgeving van Budel hadden eenige
landbouwers den laatsten tijd herhaaldelijk
een vreemdsoortige rat opgemerkt. Pogin
gen om het dier te vangen lukten niet, waar
om de hulp werd ingeroepen van 'n Maas
trichtenaar zekeren Olieslagers, die op 't ge
bied van de rattenvangst zijn sporen heeft
verdiend. De man zette zijn vallen en het
gelukte hem, het dier levend te vangen. Om
dat het hem, die toch wel als deskundige
mocht beschouwd worden, een heel bijzon
der exemplaar bleek te zijn, nam hij het mee
naar Maastricht naar het natuurhistorisch
museum aldaar. Daar werd het dier positief
herkend als een bisamrat.
Of er in de omgeving van Budel nog meer
van deze dieren zijn, of dat het gevangene
alleen daarheen verdwaald is, is nog niet be
kend.
De autoriteiten zijn van de vangst in kennis
gesteld.
De bisamrat, die uit Amerika afkomstig is,
is in 1905 door graaf CollerodeMannsfeld
naar Bohemen overgebracht. Vandaar heeft
het dier zich over geheel Europa verspreid. De
bisamrat wordt 5560 c.M. lang. waarvan
3036 c.M. voor lichaam en kop en 2024 c.M.
voor den staart. De rat leeft grootendeels in
en steeds bij het water. Hij begeeft zich 's win
ters echter ook op het land, waar hij land
bouwgewassen zoekt om er zich mee te voe
den. Aan knol- en wortelgewassen wordt de
voorkeur gegeven, maar bloembollen en
groenten worden evenmin versmaad. Natuur
lijk eet het dier ook visch vnl. karper en zoet
watermosselen.
Het grootste nadeel wordt door de bisamrat
echter toegebracht door de holen, welke hij
graaft. Daardoor worden waterkeeringen en
oevers vernield, wat voor ons land zeer ern
stige gevolgen zou kunnen hebben.
ONZE
H.y. tied. Qasteu Si iaon's
COMPLETE WONINGINRICHTING
BARTELJORISSTRAAT 13—17, HAARLEM
wordt nog slechts
enkele dagen voortgezet
ZATERDAG GEHEEL
NIEUWE ETALAGES!!
OP ALLE VOORRADIGE
NIET OPRUIMINGS-GOEDEREN
(Adv. Ingez. Med.)
Geweldige groei in dien tijd.
Eerste fijnen van Amsterdam
naar Haarlem en Zaandam.
Vijftig jaar geleden deed de in-
terlocale telefonie haar in
trede in Nederland. Verschil
lende steden bezaten toen
reeds plaatselijke netten, door een
particuliere maatschappij geëxploi
teerd.. Steeds duidelijker echter bleek
het voordeel van de telefoon voor
handel en industrie, steeds meer werd
de geniale uitvinding van Graham Bell
gewaardeerd, steeds krachtiger drong
men aan op verruiming van de toe
passing van de telefonie door onder
linge verbinding van de locale centra
les en zoo werd bij Koninklijk Besluit
van 7 December 1887 aan de Neder
landsche Bell Telefoon Mij. concessie
verleend voor den aanleg van gelei
dingen tusschen Amsterdam en Zaan
dam. Spoedig kwam de verbinding tot
stand en deii 23sten Januari 1888 kon
den de eerste interlocale gesprekken
in Nederland worden gevoerd.
De Bell Maatschappij ontving de concessie
voor den duur van één jaar, welke periode
door het Rijk werd verlengd. De voorwaarden
waarop toestemming tot exploiteeren van de
lijn was gegeven, bevatten o.m. de volgende
merkwaardige bepaling
Het telefoonbedrijf moest aan den Staat de
volle opbrengst van de telegraafverbinding
tusschtn de betrokken steden waarborgen. De
posterijen vreesden toch, dat de telefonie na
deel zou berokkenen aan den telegraafdienst;
het Rijk wilde door de garantie gedekt zijn
tegen geldelijk verlies. De pessimistische ver
wachtingen misten eiken grond. De nieuwe
uitvinding van Bell werd geen concurrentie
voor de schepping van Morse. Integendeel!
Weldra konden de aangeslotenen hun tele
grammen telefonisch opgeven de Ned. Bell
Tel. Mij. werkte samen met de Rijkstelegraaf
kantoren.
Naast de garantie van de telegraafopbrengst
moest de telefoonmaatschappij de helft van
haar inkomsten uit de intercommunale lijnen
aan het Rijk afstaan. Zóó was de financieele
verhouding tusschen den Staat en de exploi-
teerende vennootschap hoe waren de ta
rieven voor het pubuiek geregeld?
Degenen, die vaak intercommunaal wilden
spreken konden zich abonneeren op het net
van de andere stad. Een Amsterdammer be
taalde dan per jaar behalve f 118 (waarvan
21 y2 pet. aan de gemeente werd afgedragen)
bovendien nog f 60, zijnde het tarief van
Haarlem. Een Haarlemmer ontving een nota
groot f 60 plus f 90. Van de uitkeering aan
de stad Amsterdam was hij namelijk vrijge
steld.
In een geschrift uit die jaren lezen wij als
commentaar op bovenstaand tarief: „Deze be
rekening is zeer juist, omdat den Haarlemmer
zoodra hij aangesloten is, het verkeer open
staat 'met 1500 Amsterdammers, terwijl de
Amsterdammer slechts het voordeel geniet
dat hij met ruim 100 Haarlemmers kan spre
ken".
Later, toen de interlocale verbindingen in
aantal toenamen, kon niet meer worden ge-
eischt, dat een abonné de aansluitingskosten
en jaarlijksche bedragen voor alle bereikbare
plaatselijke netten zou betalen. Men voerde
dan ook 'n gesprekken-tarief in. De aangeslo
tenen storttten een bedrag van f 50voor ieder
gesprek van drie minuten werd vijftig cent
van de waarborgsom afgeschreven.
Eén enkele draad.
De technische uitvoering van de interlocale
verbinding geschiedde door het spannen van
één enkelen bronsdraad. Het gebruik van dit
materiaal beteekende een vooruitgang ten
opzichte van de voorafgaande jaren, want
voor de stedelijke netten benutte men staal
draad, waarvan de electrische weerstand be
duidend grooter was en dat bovendien door
roestte.
De interlocale geleidingen, bestaande uit
slechts één draad, lieten toe de abonnés on
middellijk te verbinden met deze lijnen. De
stadsnetten bestonden eveneens uit enkele
draden met aardverbinding. Voor de inter-
cummunale lijnen werd het echter noodzake
lijk dubbele geleidingen aan te leggen, om al
dus den storenden invloed van inductie en
zelf-inductie-te beperken. Een tweede dubbele
verbinding naar Haarlem werd met gebruik
making van de geplaatste palen aan de enkele
lijn toegevoegd op de route Amsterdam-
Zaandam spande men een tweeden draad. Een
rechtstreeksche aansluiting van de enkele
stadslijnen op de dubbele intercommunale
geleidingen was niet meer mogelijk; de tus-
schenschakeling van een speciaal apparaat
was vereischt.
Gestadigd breidde zich zoowel het locale als
het interlocale telefoonverkeer uit. De Ned.
Bell Telefoon Mij. verkreeg concessie in vele
andere plaatsen: enkele andere venootschap-
pen werkten eveneens in ons land. De in 1888
ingevoerde interlocale verbindingen werden
uitgebreid: Rotterdam, Dordrecht, Den Haag,
Utrecht, Arnhem en andere steden werden
onderling en met Amsterdam verbonden.
Toen den lsten October de intercummunale
dienst door het Rijk werd overgenomen, be
stonden er- 38 verbindingen, waarvan drie in
ternationale. De taak van de particuliere
maatschappij zou door de overheid worden
verricht. In 1896 hadden Amsterdam en Rot
terdam de telefoon als gemeentebedrijf ge
organiseerd. Andere locale centrales werden
door de gemeenten overgenomen; het Rijk
naastte de plaatselijke netten. Den eersten
Januari 1916 eindigden de werkzaamheden
van de Nederl. Bell Telefoon Mij., toen haar
laatste centrales, waaronder Haarlem
Zaandam, onder Rijksbeheer kwamen.
Na den wereldoorlog begon de groote opbloei
van het telefoonverkeer. De automatiseering,
reeds in het buitenland en in één der Am-
sterdams'che centrales toegepast, werd inge
voerd voor de grootere netten van het Rijk.
In 1925 werd de centrale Haarlem, met de
ondercentrales Heemstede, Aerd-enhout en
Bloemendaal, geautomatiseerd. Andere net-
complexen volgden. Ook kleinere districten en
het platteland konden profiteeren van de
nieuwste vindingen. In Maart 1933 is in den
sector Wageningen, behoorende tot het dis
trict Arnhem, het eerste volautomatische in
terlocale verkeer geopend: dit jaar zal een
belangrijk gedeelte van de intercommunale
gesprekken zonder tusschen-komst van een
telefoniste kunnen worden afgewikkeld.
R. A. I.-tentoonslelling geopend.
Minister Van Buuren verricht de
plechtigheid.
De lieer Leonard Lang' klaagt over de hooge
lasten,
Onder groote belangstelling is hedenmid
dag de 26e R.A.I.-tentoonstelling te Amster
dam door den minister van Waterstaat mr.
dr. ir. J. A. M. van Buuren geopend.
Voordat de minister de openingsplechtig
heid verrichtte heeft de vöorzitter van de
vereeniging „De Rijwiel- en Automobiel
industrie" de heer J. Leonard Lang, het
woord gevoerd, in de eerste plaats om, mede
namens het RA..I.-hoofdbestuur en de leden,
uiting te geven aan de erkentelijkheid je
gens den minister van Waterstaat, die zich
bereid verklaard heeft deze tentoonstelling
officieel te openen. Wij zien, aldus de heer
Lang, in deze bereidheid een bewijs van be
langstelling en welwillendheid, hetwelk wij
op zeer hoogen prijs stellen. Men zal op deze
tentoonstelling kunnen vaststellen dat de
evolutie van het motorvoertuig wederom een
schrede verder is gegaan.
Mr. Dr. Ir. J. A. M. van Buuren
Minister van Waterstaat
Zou de uitvinder van de automobiel ooit
vermoed hebben, dat het min of meer ge
brekkige en in 1885 zeker 'fantastische ve
hikel een zoo ingrijpende wijziging zou ver
oorzaken, in het vervoer van personen en
goederen?
Hoe het zij, de groote verandering dateert
eerst van na den wereldoorlog. Daarvoor was
de automobiel in hoofdzaak een luxe voer
tuig.
Deze inderdaad zeer ingrijpende verande
ring op vervoergebied bracht, het spreekt
wel vanzelf, allerlei moeilijkheden mede.
o.m. trof het snel stijgende aantal automo
bielen een wegennet aan, dat natuurlijk al
lerminst op een dergelijk vervoermiddel be
rekend was.
Thans kan gezegd worden, dat deze moei
lijkheid, dank zij het ministerie van Water
staat, overwonnen mag heeten.
Met het toenemen van het aantal motor
voertuigen namen helaas ook de fiscale
lasten op het motorverkeer gelegd, toe en op
een wijze, en in een tempo, waarvoor de aan
duiding „crescendo" eigenlijk te muzikaal is.-
Vooral de laatste jaren zijn deze lasten
enorm verhoogd en de gevolgen hiervan zijn
niet uitgebleven.
Zoo heeft de verzwaring der wegenbelas
ting in 1935 een dusdanig ongunstigen in
vloed op de ontwikkeling van het wegver
keer uitgeoefend dat het aantal automobie
len in Nederland in 1936 een daling ging
vertoonen. Een beangstigend verschijnsel,
wanneer aangenomen mag woi'den, dat het
aantal motorvoertuigen als het ware een
graadmeter is voor de economische ontwik
keling van ons land. Naast dit ernstige ver
schijnsel, gevolg van de stellig te hooge
motorrijtuigbelasting, zagen wij en zien wij
ook heden nog, dat en nu als gevolg van de
personeele belasting het Nederlandsche wa-
Maximaal 20 gesprekken per uur.
Toen de lijnen AmsterdamHaarlem en
AmsterdamZaandam in 1888 werden ge
opend, konden per uur maximaal twintig ge
sprekken worden gevoerd. In 1910 werden
reeds ruim vier millioen interlocale gesprek
ken geteld na de invoering van een ver
laagd gesprekkentarief op 1 Januari 1930 nam
het aantal abonnés en gesprekken geweldig
toe. De statistische gegevens over 1937 zijn
ons nog niet bekend; het is waarschijnlijk,
dat het aantal gesprekken in het vorige jaar
ongeveer 40.000.000 heeft bedragen.
Veel is er in de vijftig jaar na 1888 ver
anderd! Strijdvragen zooals de keuze tusschen
staal- en koperdraad, zooals de voordeelen
van een enkele of een dubbele lijn verbinding
zijn reeds lang opgelost. Andere technische en
economische problemen, veel grootscher en
ingewikkelder, houden de ingenieurs van den
telefoondienst bezig. De honderden aange
slotenen zijn aangegroeid tot duizenden en
tienduizenden. Het uiterlijk van de apparaten
heeft een ander aspect gekregen: de ouder-
wetsche toestellen met een genera torkruk om
de centrale op te bellen zijn vervangen dooi
de moderne telefoon met de kiesschijf. De
palen met de draadverbindingen langs de
wegen en de stellages op de daken zijn ver
dwenen; dikke kabels, welke niet minder dan
448 dubbele aders kunnen bevatten, kwamen
in de plaats van den enkelen draad. En auto
matisch werkende machines vervingen de
telefoniste
Vijftig jaar geleden deed de interlocale
telefoon haar intredehet was een klein en
bescheiden beginEen groote vooruitgang valt
te constateeren: van een stedelijk bedrijf is
de telefoon intercommunaal en slotte inter
nationaal geworden. De telexapparaten bren
gen getypten tekst over. De radio heeft nieuwe
ongekende mogelijkheden geschapen.
Hoe zal de toekomst van de tele
fonie zijn? De volledige uitschakeling-
van de menschelijke tusschenkomst
bij het totstandbrengen van de ver
bindingen is 't eerstvolgende stadium:
in 1946 zal de ge-heele telefoondienst in
Nederland geautomatiseerd zijn. En
daarna? Zal de combinatie met de
radio onverwachte verrassende wijzi
gingen teweeg brengen? De ontwikke
ling van de techniek gaat steeds voor
waarts; de stoutste fantasie kan niet
beschrijven hoe de intercommunale
telefonie er bij haar eeuwfeest in 1988
zal uitzien.
CAROL SUGAR.
Na dru k verboden
genpark in hooge mate verouderd is.
De in het laatste jaar, d.w.z. tot 1 Augustus
1937 weder geconstateerde minimale stijging
geeft allerminst aanleiding onze ongerust
heid te laten varen.
Deze zeer ongunstige situatie ontnam ons
den moed in 1937 een automobieltentoon
stelling te houden.
Wij kunnen en mogen echter niet bij de
pakken blijven neer zitten en organiseerden
derhalve wederom een expositie, teneinde
den verkoop van motorvoertuigen te stimu-
leeren.
Ik veroorloof mij, zoo ging de heer Lang
verder, met nadruk te zeggen, dat het weg
transport overmatig te belast- en ik hoop dat
de regeering het groote economische belang
van een gezonde ontwikkeling van het weg
transport zal willen inzien.
Openingsrede minister van Buuren.
De minister noemde het een verheugend
verschijnsel, dat in den. nog steeds moeilijken
tijd, dien wij thans beleven, de Nederlandsche
vereeniging „De rijwiel- en Automobiel In
dustrie" opnieuw den moed vond een tentoon
stelling te organiseeren.
Als het waar is, dat de ernstige crisis, die
wij doorstaan hebben en nog niet te boven
zijn, de „crisis van het geschokte vertrouwen"
is, dan is een kloeke daad, als het organisee
ren van een groote tentoonstelling zooals
deze een der gepaste middelen tot crisisbe-
strijding, immers zij helpt mede om het ver
trouwen te doen terugkeeren, moge de onder
nemingsgeest van hare organisatoren en ex
posanten anderen tot voorbeeld strekken.
Met dit goede voorbeeld gaat de R.A.I. voor
zichzelf slechts voort op den steeds door haar
gevolgden weg.
Het verheugt spr., dat er thans in de sta
tistiek van het aantal motorrijtuigen weer een
opwaartsche tendenz is te bespeuren, bij ver
gelijking met andere landen kan deze tendenz
gering lijken, maar men moet zich hierbij toch
wel ï'ealiseeren, dat de verhoudingen elders
zeer belangrijk van de onze kunnen afwijken.
Het trof spr., dat de voorzitter na de hulde,
welke hij bracht aan de rijkswaterstaats-
ingenieurs voor welke hulde spr. hem gaar
ne dank zeide een ietwat somber beeld
heeft gegeven van de lasten, waaronder het
wegverkeer gebukt gaat.
Het was spr. bekend, dat dit een punt is van
zorg in den kring van den automobielhandel
en van het motorverkeer en spr. kan daaraan
dadelijk toevoegen, dat dit ook voor hem zoo
is. Elders is door de regeering reeds als haar
standpunt verkondigd, dat zij erkent de
zwaarte van de lasten op het motorverkeer
drukkende, maar dat zij daarin op het oogen
blik geene verlichting kan brengen
met het oog op de eischen van het budget.
Spr. zou in dit verband ook nog eens de
aandacht willen vestigen op de zeer hooge
bedragen, welke de overheid in hoofdzaak
ten bate van het motorverkeer voor haar re
kening neemt.
Op de verkeersfondsbegrooting voor 1938 is
rond 26 millioen uitgetrokken om aan de rijks
wegen te- verwerken en meer dan 10 millioen
voor bruggenbouw.
Let men nu verder op de uitgaven van pro
vincies, gemeenten, waterschappen en andere
lichamen voor de onder hun beheer staande
wegen, waarvan een eenigszins nauwkeurige
schatting spr. niet ter beschikking stond,
maar waarbij men toch zeker wel op eenige
tientallen millioenen per jaar moet rekenen,
en denkt men dan voorts aan de nog enorme
programma's van verdere wegenaanleg en
wegverbeteriong niet alleen voor de rijks
wegen, maar mede voor de secundaire en ter
tiaire wegen, waarvan ook de laatstgenoem
de van groot belang zijn voor het motorver
keer dan gelooft hij toch wel te mogen zeg
gen, dat de belastingopbrengst van het motor
verkeer een nuttige bestemming vindt.
Uit economisch oogpunt gezien, is het be
lang van deze tentoonstelling ongetwijfeld
groot. Zij vormt immers het tijdelijke brand
punt van den geheelen Nederlandschen
automobielhandel, haar welslagen is van zeer
veel beteekenis voor den gang van zaken ge
durende 1938 in dezen tak van handel als
mede in een aantal industrieën.
Spr.'s ambtgenoot van economische zaken
heeft hem dan ook speciaal verzocht, zijn
beste wenschen voor het slagen der R. A. i.-
tentoonstelling te willen overbrengen. Hier
aan ook zijn goede wenschen parende, ver
klaarde spr. de 26ste R. A, I.-tentoonstelling
geopend.
Eenige steunverruiming voor de
meest-behoeftigen.
Sedert eenigen tijd is bij de regeering in
nadere overweging de vraag, of binnen het
kader der door haar gevolgde steunpolitiek
nog aanwezig is de mogelijkheid tot het aan
brengen van een verruiming voor die groepen
van werkloozen, wier steunverleening reeds
eerder de bijzondere aandacht der regeering
had wegens haar naar verhouding bestaande
achterstelling bij de steunvoorziening, zulks
in verband met haar loonklasse en gezins
grootte.
Naar wij vernemen, heeft dit beraad geleid
tot de conclusie, dat een wijziging in de scha
len der maximum loonpercentages mogelijk
is, waardoor tot het bereiken van het doel,
dat de regeering zich heeft gesteld, wordt
bijgedragen.
Diensvolgens is tot een wijziging dier scha
len ten gunste van de relatief meest behoefti-
gen besloten. Ten departemente van sociale
zaken wordt aan deze herziening met spoed
gewerkt.
Moeder van vondeling opgespoord
Kindje maakt het goed.
's-GRAVENHAGE, 20 Januari. Na een
minutieus ingesteld onderzoek is de Haagsche
politie er nog in den loop van gisterenavond
in geslaagd de moeder van het gisternacht
in de Gerard Doustraat te vondeling gelegd
kindje op te sporen. Zij is een 34-jarige onge
huwde vrouw, die als dagmeisje bij een fami
lie te dezer stede werkzaam is.
Gebleken is, dat de vrouw in den bewusten
nacht in een zeer overspannen toestand heeft
gehandeld. Zij is nog gisteravond overge
bracht naar de Ramaerkliniek, waar ze ter
verpleging is opgenomen'. Het kindje, dat nau
welijks een uur ter wereld was, toen het op
straat werd gevonden en dat in het zieken
huis aan den Zuidwal is opgenomen, maakt
het goed.
VERSCHEIDENE MINISTERS VERGEZELLEN
HITLER NAAR ITALIë.
ROME, 19 Januari. (Havas). Naar ver
luidt zal Hitier bij zijn bezoek aan Italië ver-
gzeld worden door het grootste deel van de
Duitsche regeering, n.l. von Neurath, Goering,
Goebbels, Hess, Frank, Darré, von Blomberg
en generaal von Fritsch.