Licht rijden. S^S^^OPRUIMING 10 °/o korting VIJFTIG JAAR INTERLOCALE TELEFONIE VRIJDAG 21 JANUARI 1938 Het is heelemaal niet mijn bedoeling in deze luchtige beschrijving van leerling-erva ringen technisch te worden. Dan zou zij im mers niet luchtig meer zijn. Bovendien mis ik er ten eenenmale de bevoegdheid voor, het geen zelfs bij zorgvuldige raadpleging van de paardsche wetenschap tot noodlottige weg latingen zou leiden. Men is paardengeleerde of men is het niet. Ik ben het zeer zeker niet. Maar wel kan ik u verzekeren dat weinige be zigheden-te-paard in den aanvang zóo zwaar zijn als juist licht rijden. In een min of meer ver verwijderd verleden schijnt dit niet te hebben bestaan. Duizenden jaren geleden reed de mensch al paard. Het edele dier was toen aanmerkelijk kleiner dan nu Het was ook minder geschikt voor den ruiter. De fokkerij heeft daar in den loop dei- eeuwen veel in verbeterd. Maar het grootere paard vertoonde ook een andere lichaams actie, waarbij men bij het draven meer werd opgegooid uit den zadel, zoodat bij snellen draf het blijven zitten zoowel voor mensch als voor paard te ongezond en te ver moeiend werd. Dus werd het licht rijden uit gevonden, waarbij men zich telkens even uit den zadel opheft om den schok te ontgaan. Maar dat moet op het goede oogenblik ge beuren, namelijk als het zadel onder u rijst. Doet gij het op het verkeerde moment, dan daalt gij, als het zadel onder u omhoog komt en de botsing is niet vermakelijk. Scha kelen die botsingen zich aaneen tot een serie dan wordt het uitputtend. De zwarte Caroline, die vanwege haar be daardheid en verdraagzaamheid mij vaak toegewezen werd, kan het ook niet prettig ge vonden hebben. Maar zij was, op haar leeftijd en met haar langdurige manége-ervaring, veel o-ewend. En zij wist het nu eenmaal: op haar leeftijd kreeg zij de beginners. Ik daarente gen was niets van dezen aard gewoon. Het scheen dus nog erger voor mij dan voor Caroline. En als het soms eens een eindje lukte, als ik haar rhythme even te pakken had en herademde, kwam de bocht en daarmee ver korting in Lien's actie, die mij er telkens weer uit deed raken. En toen het wat langer achtereen lukte, gaf onze mentor af en toe eens een slag- ln-de-lucht met die lange circuszweep in vaktaal heet dat: een aanwijzing met de chambrière waarop alle aanwe zige paarden hun gang versnelden en een reeks hevige schokken mijn gan- sche structuur deed schokken. „U leert al aan", placht hij op zoo'n oogen blik te zeggen. „H-het v-valt t-tegen". Hij lachte. „Bent u moe?" Geen van de mannelijke rijders heb ik daar ooit ja op hooren antwoorden. Wel sommige dames. Je hoopte er wel eens op dat die ja zouden zeggen. Want dan mocht „de colonne" (als er tenminste een colonne was) in stap. Maar als Floris en ik samen reden was er geen kans. En op de basis van zijn tien les sen-in-het-grijs-verleden deel hij het beter dan ik. Misschien toonde hij ook meer aan leg. Vanwege mijn gespannen aandacht zag ik hem nooit rijden. Ik hoorde hem alleen rij den. Maar uit de opmerkingen van den leeraar, dien ik ook alleen hoorde maar nooit zag, bleek onmiskenbaar dat hij verder in de kimst was dan ik. Na veel hotsen en botsen, bewijzend hoe hecht het menschelijk geraamte, de spierweef sels en verdere organen in elkaar zitten, werd het licht rij den behoorlij k. Waarna wij ook dit zonder stijgbeugels moesten doenWie uwer zich gedrongen voelt tot oefening en versterking van zijn lendenen en dijspieren ga zich hierop toeleggen. Hij zal succes heb ben. Maar de term licht rijden za.1 hem tot een sarcasme worden. Toen kwam de aardigheid met de karwats. De eerste maal was ik op niets verdacht. „Lien is weer erg lui", zei ik. „Is Caroline lui? Hier heb ik een zweep. Pakt u 'm maar in het voorbijrijden". Inzameling van gelden voor K. S. D.-fonds stopgezet. Binnenkort zal de tweede en laatste ver deeling plaats hebben van gelden uit boven genoemd fonds. In verband hiermede wordt de inzameling, overeenkomstig den oorspronkelijken opzet ervan, thans geheel beëindigd, waarom de mi nister van sociale zaken. prof. mr. Romme, verzoekt van Zaterdag den 22en dezer af geen gelden meer op de postrekening 141400 te storten en geen briefkaarten met postzegels ten behoeve van het fonds meer te zenden. Het heeft der regeering groote voldoening geschonken, dat het werkende deel van het Nederlandsche volk zoo spontaan en in zoo grooten getale aan den oproep van minister Romme gevolg heeft gegeven. Het bedrag dei- ingezamelde gelden heeft dan ook de ver wachting overtroffen. Aan duizenden kon dientengevolge een niet onbelangrijke tegemoetkoming in kleeding, schoeisel en dekking worden verleend. Het is voor deze geholpenen, dat de minister op de Nederlandsche pers een beroep doet om zijn dank aan allen, die op eenigerlei wijze hebben medegewerkt om de actie te dn mi sla gen ovar fo h re neen Argeloos nam ik de teugels in één hand en greep naar de zweep. Op hetzelfde moment nam de zwarte Lien een spurt, mijn greep was ver mis en ik bleef met moeite aan boord. „Ja, u moet niet misgrijpen. Nog'es." Lien week nu zij waarts uit en haai manen redden mijn evenwicht. De derde en de vierde maal mis lukten al even erg Toen werd de zweep in een raam kozijn gezet, Lien zag 'm net iets te laat en ik greep eindelijk raak. Autorijden is wer kelijk veel makke lijker te le eren. Maar wij gingen wel beseffen dat onze men tor de paarden èn ons precies door had, dat hij nauwkeurig taxeerde wat wij nu voor nieuws konden probeeren, dat er ook telkens iets aangeleerd was als dat nieuwe kwam, dat wij dus toch wel vooruitgingen en dat zijn scherp oog tot op het nippertje zuiver zag, hoe wij de moeilijkheid nog aan konden zonder in het zand te bijten. Wij bleven er steeds op. Ik rekende hem dat tot een eer. En mijzelf tot een genoegen. R. P. Bimanu al in ons land gevangen. Nabij Budel. Heeft men den afgeloopen zomer de eerste caloradokever in ons land ontdekt, thans heeft ook de bisamrat onze landsgrenzen overschreden. En evenals de gevreesde kever kwam ook de rat hierheen uit het Belgische land. In de omgeving van Budel hadden eenige landbouwers den laatsten tijd herhaaldelijk een vreemdsoortige rat opgemerkt. Pogin gen om het dier te vangen lukten niet, waar om de hulp werd ingeroepen van 'n Maas trichtenaar zekeren Olieslagers, die op 't ge bied van de rattenvangst zijn sporen heeft verdiend. De man zette zijn vallen en het gelukte hem, het dier levend te vangen. Om dat het hem, die toch wel als deskundige mocht beschouwd worden, een heel bijzon der exemplaar bleek te zijn, nam hij het mee naar Maastricht naar het natuurhistorisch museum aldaar. Daar werd het dier positief herkend als een bisamrat. Of er in de omgeving van Budel nog meer van deze dieren zijn, of dat het gevangene alleen daarheen verdwaald is, is nog niet be kend. De autoriteiten zijn van de vangst in kennis gesteld. De bisamrat, die uit Amerika afkomstig is, is in 1905 door graaf CollerodeMannsfeld naar Bohemen overgebracht. Vandaar heeft het dier zich over geheel Europa verspreid. De bisamrat wordt 5560 c.M. lang. waarvan 3036 c.M. voor lichaam en kop en 2024 c.M. voor den staart. De rat leeft grootendeels in en steeds bij het water. Hij begeeft zich 's win ters echter ook op het land, waar hij land bouwgewassen zoekt om er zich mee te voe den. Aan knol- en wortelgewassen wordt de voorkeur gegeven, maar bloembollen en groenten worden evenmin versmaad. Natuur lijk eet het dier ook visch vnl. karper en zoet watermosselen. Het grootste nadeel wordt door de bisamrat echter toegebracht door de holen, welke hij graaft. Daardoor worden waterkeeringen en oevers vernield, wat voor ons land zeer ern stige gevolgen zou kunnen hebben. ONZE H.y. tied. Qasteu Si iaon's COMPLETE WONINGINRICHTING BARTELJORISSTRAAT 13—17, HAARLEM wordt nog slechts enkele dagen voortgezet ZATERDAG GEHEEL NIEUWE ETALAGES!! OP ALLE VOORRADIGE NIET OPRUIMINGS-GOEDEREN (Adv. Ingez. Med.) Geweldige groei in dien tijd. Eerste fijnen van Amsterdam naar Haarlem en Zaandam. Vijftig jaar geleden deed de in- terlocale telefonie haar in trede in Nederland. Verschil lende steden bezaten toen reeds plaatselijke netten, door een particuliere maatschappij geëxploi teerd.. Steeds duidelijker echter bleek het voordeel van de telefoon voor handel en industrie, steeds meer werd de geniale uitvinding van Graham Bell gewaardeerd, steeds krachtiger drong men aan op verruiming van de toe passing van de telefonie door onder linge verbinding van de locale centra les en zoo werd bij Koninklijk Besluit van 7 December 1887 aan de Neder landsche Bell Telefoon Mij. concessie verleend voor den aanleg van gelei dingen tusschen Amsterdam en Zaan dam. Spoedig kwam de verbinding tot stand en deii 23sten Januari 1888 kon den de eerste interlocale gesprekken in Nederland worden gevoerd. De Bell Maatschappij ontving de concessie voor den duur van één jaar, welke periode door het Rijk werd verlengd. De voorwaarden waarop toestemming tot exploiteeren van de lijn was gegeven, bevatten o.m. de volgende merkwaardige bepaling Het telefoonbedrijf moest aan den Staat de volle opbrengst van de telegraafverbinding tusschtn de betrokken steden waarborgen. De posterijen vreesden toch, dat de telefonie na deel zou berokkenen aan den telegraafdienst; het Rijk wilde door de garantie gedekt zijn tegen geldelijk verlies. De pessimistische ver wachtingen misten eiken grond. De nieuwe uitvinding van Bell werd geen concurrentie voor de schepping van Morse. Integendeel! Weldra konden de aangeslotenen hun tele grammen telefonisch opgeven de Ned. Bell Tel. Mij. werkte samen met de Rijkstelegraaf kantoren. Naast de garantie van de telegraafopbrengst moest de telefoonmaatschappij de helft van haar inkomsten uit de intercommunale lijnen aan het Rijk afstaan. Zóó was de financieele verhouding tusschen den Staat en de exploi- teerende vennootschap hoe waren de ta rieven voor het pubuiek geregeld? Degenen, die vaak intercommunaal wilden spreken konden zich abonneeren op het net van de andere stad. Een Amsterdammer be taalde dan per jaar behalve f 118 (waarvan 21 y2 pet. aan de gemeente werd afgedragen) bovendien nog f 60, zijnde het tarief van Haarlem. Een Haarlemmer ontving een nota groot f 60 plus f 90. Van de uitkeering aan de stad Amsterdam was hij namelijk vrijge steld. In een geschrift uit die jaren lezen wij als commentaar op bovenstaand tarief: „Deze be rekening is zeer juist, omdat den Haarlemmer zoodra hij aangesloten is, het verkeer open staat 'met 1500 Amsterdammers, terwijl de Amsterdammer slechts het voordeel geniet dat hij met ruim 100 Haarlemmers kan spre ken". Later, toen de interlocale verbindingen in aantal toenamen, kon niet meer worden ge- eischt, dat een abonné de aansluitingskosten en jaarlijksche bedragen voor alle bereikbare plaatselijke netten zou betalen. Men voerde dan ook 'n gesprekken-tarief in. De aangeslo tenen storttten een bedrag van f 50voor ieder gesprek van drie minuten werd vijftig cent van de waarborgsom afgeschreven. Eén enkele draad. De technische uitvoering van de interlocale verbinding geschiedde door het spannen van één enkelen bronsdraad. Het gebruik van dit materiaal beteekende een vooruitgang ten opzichte van de voorafgaande jaren, want voor de stedelijke netten benutte men staal draad, waarvan de electrische weerstand be duidend grooter was en dat bovendien door roestte. De interlocale geleidingen, bestaande uit slechts één draad, lieten toe de abonnés on middellijk te verbinden met deze lijnen. De stadsnetten bestonden eveneens uit enkele draden met aardverbinding. Voor de inter- cummunale lijnen werd het echter noodzake lijk dubbele geleidingen aan te leggen, om al dus den storenden invloed van inductie en zelf-inductie-te beperken. Een tweede dubbele verbinding naar Haarlem werd met gebruik making van de geplaatste palen aan de enkele lijn toegevoegd op de route Amsterdam- Zaandam spande men een tweeden draad. Een rechtstreeksche aansluiting van de enkele stadslijnen op de dubbele intercommunale geleidingen was niet meer mogelijk; de tus- schenschakeling van een speciaal apparaat was vereischt. Gestadigd breidde zich zoowel het locale als het interlocale telefoonverkeer uit. De Ned. Bell Telefoon Mij. verkreeg concessie in vele andere plaatsen: enkele andere venootschap- pen werkten eveneens in ons land. De in 1888 ingevoerde interlocale verbindingen werden uitgebreid: Rotterdam, Dordrecht, Den Haag, Utrecht, Arnhem en andere steden werden onderling en met Amsterdam verbonden. Toen den lsten October de intercummunale dienst door het Rijk werd overgenomen, be stonden er- 38 verbindingen, waarvan drie in ternationale. De taak van de particuliere maatschappij zou door de overheid worden verricht. In 1896 hadden Amsterdam en Rot terdam de telefoon als gemeentebedrijf ge organiseerd. Andere locale centrales werden door de gemeenten overgenomen; het Rijk naastte de plaatselijke netten. Den eersten Januari 1916 eindigden de werkzaamheden van de Nederl. Bell Telefoon Mij., toen haar laatste centrales, waaronder Haarlem Zaandam, onder Rijksbeheer kwamen. Na den wereldoorlog begon de groote opbloei van het telefoonverkeer. De automatiseering, reeds in het buitenland en in één der Am- sterdams'che centrales toegepast, werd inge voerd voor de grootere netten van het Rijk. In 1925 werd de centrale Haarlem, met de ondercentrales Heemstede, Aerd-enhout en Bloemendaal, geautomatiseerd. Andere net- complexen volgden. Ook kleinere districten en het platteland konden profiteeren van de nieuwste vindingen. In Maart 1933 is in den sector Wageningen, behoorende tot het dis trict Arnhem, het eerste volautomatische in terlocale verkeer geopend: dit jaar zal een belangrijk gedeelte van de intercommunale gesprekken zonder tusschen-komst van een telefoniste kunnen worden afgewikkeld. R. A. I.-tentoonslelling geopend. Minister Van Buuren verricht de plechtigheid. De lieer Leonard Lang' klaagt over de hooge lasten, Onder groote belangstelling is hedenmid dag de 26e R.A.I.-tentoonstelling te Amster dam door den minister van Waterstaat mr. dr. ir. J. A. M. van Buuren geopend. Voordat de minister de openingsplechtig heid verrichtte heeft de vöorzitter van de vereeniging „De Rijwiel- en Automobiel industrie" de heer J. Leonard Lang, het woord gevoerd, in de eerste plaats om, mede namens het RA..I.-hoofdbestuur en de leden, uiting te geven aan de erkentelijkheid je gens den minister van Waterstaat, die zich bereid verklaard heeft deze tentoonstelling officieel te openen. Wij zien, aldus de heer Lang, in deze bereidheid een bewijs van be langstelling en welwillendheid, hetwelk wij op zeer hoogen prijs stellen. Men zal op deze tentoonstelling kunnen vaststellen dat de evolutie van het motorvoertuig wederom een schrede verder is gegaan. Mr. Dr. Ir. J. A. M. van Buuren Minister van Waterstaat Zou de uitvinder van de automobiel ooit vermoed hebben, dat het min of meer ge brekkige en in 1885 zeker 'fantastische ve hikel een zoo ingrijpende wijziging zou ver oorzaken, in het vervoer van personen en goederen? Hoe het zij, de groote verandering dateert eerst van na den wereldoorlog. Daarvoor was de automobiel in hoofdzaak een luxe voer tuig. Deze inderdaad zeer ingrijpende verande ring op vervoergebied bracht, het spreekt wel vanzelf, allerlei moeilijkheden mede. o.m. trof het snel stijgende aantal automo bielen een wegennet aan, dat natuurlijk al lerminst op een dergelijk vervoermiddel be rekend was. Thans kan gezegd worden, dat deze moei lijkheid, dank zij het ministerie van Water staat, overwonnen mag heeten. Met het toenemen van het aantal motor voertuigen namen helaas ook de fiscale lasten op het motorverkeer gelegd, toe en op een wijze, en in een tempo, waarvoor de aan duiding „crescendo" eigenlijk te muzikaal is.- Vooral de laatste jaren zijn deze lasten enorm verhoogd en de gevolgen hiervan zijn niet uitgebleven. Zoo heeft de verzwaring der wegenbelas ting in 1935 een dusdanig ongunstigen in vloed op de ontwikkeling van het wegver keer uitgeoefend dat het aantal automobie len in Nederland in 1936 een daling ging vertoonen. Een beangstigend verschijnsel, wanneer aangenomen mag woi'den, dat het aantal motorvoertuigen als het ware een graadmeter is voor de economische ontwik keling van ons land. Naast dit ernstige ver schijnsel, gevolg van de stellig te hooge motorrijtuigbelasting, zagen wij en zien wij ook heden nog, dat en nu als gevolg van de personeele belasting het Nederlandsche wa- Maximaal 20 gesprekken per uur. Toen de lijnen AmsterdamHaarlem en AmsterdamZaandam in 1888 werden ge opend, konden per uur maximaal twintig ge sprekken worden gevoerd. In 1910 werden reeds ruim vier millioen interlocale gesprek ken geteld na de invoering van een ver laagd gesprekkentarief op 1 Januari 1930 nam het aantal abonnés en gesprekken geweldig toe. De statistische gegevens over 1937 zijn ons nog niet bekend; het is waarschijnlijk, dat het aantal gesprekken in het vorige jaar ongeveer 40.000.000 heeft bedragen. Veel is er in de vijftig jaar na 1888 ver anderd! Strijdvragen zooals de keuze tusschen staal- en koperdraad, zooals de voordeelen van een enkele of een dubbele lijn verbinding zijn reeds lang opgelost. Andere technische en economische problemen, veel grootscher en ingewikkelder, houden de ingenieurs van den telefoondienst bezig. De honderden aange slotenen zijn aangegroeid tot duizenden en tienduizenden. Het uiterlijk van de apparaten heeft een ander aspect gekregen: de ouder- wetsche toestellen met een genera torkruk om de centrale op te bellen zijn vervangen dooi de moderne telefoon met de kiesschijf. De palen met de draadverbindingen langs de wegen en de stellages op de daken zijn ver dwenen; dikke kabels, welke niet minder dan 448 dubbele aders kunnen bevatten, kwamen in de plaats van den enkelen draad. En auto matisch werkende machines vervingen de telefoniste Vijftig jaar geleden deed de interlocale telefoon haar intredehet was een klein en bescheiden beginEen groote vooruitgang valt te constateeren: van een stedelijk bedrijf is de telefoon intercommunaal en slotte inter nationaal geworden. De telexapparaten bren gen getypten tekst over. De radio heeft nieuwe ongekende mogelijkheden geschapen. Hoe zal de toekomst van de tele fonie zijn? De volledige uitschakeling- van de menschelijke tusschenkomst bij het totstandbrengen van de ver bindingen is 't eerstvolgende stadium: in 1946 zal de ge-heele telefoondienst in Nederland geautomatiseerd zijn. En daarna? Zal de combinatie met de radio onverwachte verrassende wijzi gingen teweeg brengen? De ontwikke ling van de techniek gaat steeds voor waarts; de stoutste fantasie kan niet beschrijven hoe de intercommunale telefonie er bij haar eeuwfeest in 1988 zal uitzien. CAROL SUGAR. Na dru k verboden genpark in hooge mate verouderd is. De in het laatste jaar, d.w.z. tot 1 Augustus 1937 weder geconstateerde minimale stijging geeft allerminst aanleiding onze ongerust heid te laten varen. Deze zeer ongunstige situatie ontnam ons den moed in 1937 een automobieltentoon stelling te houden. Wij kunnen en mogen echter niet bij de pakken blijven neer zitten en organiseerden derhalve wederom een expositie, teneinde den verkoop van motorvoertuigen te stimu- leeren. Ik veroorloof mij, zoo ging de heer Lang verder, met nadruk te zeggen, dat het weg transport overmatig te belast- en ik hoop dat de regeering het groote economische belang van een gezonde ontwikkeling van het weg transport zal willen inzien. Openingsrede minister van Buuren. De minister noemde het een verheugend verschijnsel, dat in den. nog steeds moeilijken tijd, dien wij thans beleven, de Nederlandsche vereeniging „De rijwiel- en Automobiel In dustrie" opnieuw den moed vond een tentoon stelling te organiseeren. Als het waar is, dat de ernstige crisis, die wij doorstaan hebben en nog niet te boven zijn, de „crisis van het geschokte vertrouwen" is, dan is een kloeke daad, als het organisee ren van een groote tentoonstelling zooals deze een der gepaste middelen tot crisisbe- strijding, immers zij helpt mede om het ver trouwen te doen terugkeeren, moge de onder nemingsgeest van hare organisatoren en ex posanten anderen tot voorbeeld strekken. Met dit goede voorbeeld gaat de R.A.I. voor zichzelf slechts voort op den steeds door haar gevolgden weg. Het verheugt spr., dat er thans in de sta tistiek van het aantal motorrijtuigen weer een opwaartsche tendenz is te bespeuren, bij ver gelijking met andere landen kan deze tendenz gering lijken, maar men moet zich hierbij toch wel ï'ealiseeren, dat de verhoudingen elders zeer belangrijk van de onze kunnen afwijken. Het trof spr., dat de voorzitter na de hulde, welke hij bracht aan de rijkswaterstaats- ingenieurs voor welke hulde spr. hem gaar ne dank zeide een ietwat somber beeld heeft gegeven van de lasten, waaronder het wegverkeer gebukt gaat. Het was spr. bekend, dat dit een punt is van zorg in den kring van den automobielhandel en van het motorverkeer en spr. kan daaraan dadelijk toevoegen, dat dit ook voor hem zoo is. Elders is door de regeering reeds als haar standpunt verkondigd, dat zij erkent de zwaarte van de lasten op het motorverkeer drukkende, maar dat zij daarin op het oogen blik geene verlichting kan brengen met het oog op de eischen van het budget. Spr. zou in dit verband ook nog eens de aandacht willen vestigen op de zeer hooge bedragen, welke de overheid in hoofdzaak ten bate van het motorverkeer voor haar re kening neemt. Op de verkeersfondsbegrooting voor 1938 is rond 26 millioen uitgetrokken om aan de rijks wegen te- verwerken en meer dan 10 millioen voor bruggenbouw. Let men nu verder op de uitgaven van pro vincies, gemeenten, waterschappen en andere lichamen voor de onder hun beheer staande wegen, waarvan een eenigszins nauwkeurige schatting spr. niet ter beschikking stond, maar waarbij men toch zeker wel op eenige tientallen millioenen per jaar moet rekenen, en denkt men dan voorts aan de nog enorme programma's van verdere wegenaanleg en wegverbeteriong niet alleen voor de rijks wegen, maar mede voor de secundaire en ter tiaire wegen, waarvan ook de laatstgenoem de van groot belang zijn voor het motorver keer dan gelooft hij toch wel te mogen zeg gen, dat de belastingopbrengst van het motor verkeer een nuttige bestemming vindt. Uit economisch oogpunt gezien, is het be lang van deze tentoonstelling ongetwijfeld groot. Zij vormt immers het tijdelijke brand punt van den geheelen Nederlandschen automobielhandel, haar welslagen is van zeer veel beteekenis voor den gang van zaken ge durende 1938 in dezen tak van handel als mede in een aantal industrieën. Spr.'s ambtgenoot van economische zaken heeft hem dan ook speciaal verzocht, zijn beste wenschen voor het slagen der R. A. i.- tentoonstelling te willen overbrengen. Hier aan ook zijn goede wenschen parende, ver klaarde spr. de 26ste R. A, I.-tentoonstelling geopend. Eenige steunverruiming voor de meest-behoeftigen. Sedert eenigen tijd is bij de regeering in nadere overweging de vraag, of binnen het kader der door haar gevolgde steunpolitiek nog aanwezig is de mogelijkheid tot het aan brengen van een verruiming voor die groepen van werkloozen, wier steunverleening reeds eerder de bijzondere aandacht der regeering had wegens haar naar verhouding bestaande achterstelling bij de steunvoorziening, zulks in verband met haar loonklasse en gezins grootte. Naar wij vernemen, heeft dit beraad geleid tot de conclusie, dat een wijziging in de scha len der maximum loonpercentages mogelijk is, waardoor tot het bereiken van het doel, dat de regeering zich heeft gesteld, wordt bijgedragen. Diensvolgens is tot een wijziging dier scha len ten gunste van de relatief meest behoefti- gen besloten. Ten departemente van sociale zaken wordt aan deze herziening met spoed gewerkt. Moeder van vondeling opgespoord Kindje maakt het goed. 's-GRAVENHAGE, 20 Januari. Na een minutieus ingesteld onderzoek is de Haagsche politie er nog in den loop van gisterenavond in geslaagd de moeder van het gisternacht in de Gerard Doustraat te vondeling gelegd kindje op te sporen. Zij is een 34-jarige onge huwde vrouw, die als dagmeisje bij een fami lie te dezer stede werkzaam is. Gebleken is, dat de vrouw in den bewusten nacht in een zeer overspannen toestand heeft gehandeld. Zij is nog gisteravond overge bracht naar de Ramaerkliniek, waar ze ter verpleging is opgenomen'. Het kindje, dat nau welijks een uur ter wereld was, toen het op straat werd gevonden en dat in het zieken huis aan den Zuidwal is opgenomen, maakt het goed. VERSCHEIDENE MINISTERS VERGEZELLEN HITLER NAAR ITALIë. ROME, 19 Januari. (Havas). Naar ver luidt zal Hitier bij zijn bezoek aan Italië ver- gzeld worden door het grootste deel van de Duitsche regeering, n.l. von Neurath, Goering, Goebbels, Hess, Frank, Darré, von Blomberg en generaal von Fritsch.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1938 | | pagina 5