Het groote Avontuur
mmÊÊÊËÊïm
Op enthousiaste wijze werden de winnaars van de Monte Carlo-Rallye, Bakker Schut, Barendrecht
en Karei Ton, Zaterdag bij aankomst in ons land aan de grens te Wernhout ontvangen en gehuldigd
V
Jong leven in
deLondensche
diergaarde
De burgemeester van Zundert, dr. W.
Brokx, is benoemd tot waarnemend
burgemeester van Rijsbergen
Te Bloemendaal werden Zondag de dames-hockey-
selectiewedstrijden gehouden waarvan hierboven een
snapshot
De oudste deelnemer aan den sterrit naar Monte Carlo,
de 73-jarige heer Oosthoek, had Zaterdag bij zijn terug
keer in ons land te Wernhout een spontane hulde in ont
vangst te nemen
Het nieuwe gebouw van de school voor reserve-officieren bij de cavalerie is te Amers
foort Zaterdag officieel geopend. Overzicht tijdens de plechtigheid welke vóór het
gebouw plaats vond
De keeper van Sparta ziet zich voor de derde i
den wedstrijd welke zijn club Zondag te
speelde
naai gepasseerd gedurende
Rotterdam tegen D.W.S.
FEUILLETON
Roman uit de Tropen door
FRANS DEMERS.
25)
Toen zette de karavaan zicli in beweging
Geboeid keek Riefenberg eerst om zich heen.
Het huisje, dat hij zooeven had verlaten, stond
heelemaal afgezonderd in een koffieplantage,
aan den rand van een zeer steile helling. Een
breede weg liep naar een reeks van groote
gebouwen, vermoedelijk de eigenlijke Avakoe-
bi-hoeve. Er viel op dien weg geen spoor van
menschen te ontdekken. De dragers hadden
hem den rug toegekeerd en daalden langs een
weggetje de helling af.
Vooruit, klonk het achter hemen
Riefenberg volgde de negers. In die richting
zag hij een indrukwekkend berglandschap en
in de verte ontdekte hij de glinstering van
een stroom, die niet anders dan de Itoeri kon
zijn.
Wij gaan allesbehalve de beschaving te>
gemoet, overwoog de journalist. Hij wist niet
veel af van deze gebieden, maar wol was het
hem bekend, dat achter de Avakoebi-hoeve
zich de onbetreden wildernis uitstrekte. Het
doel van dezen tocht bleek hem duidelijk en
in overeenstemming met zijn vermoedens. Op
de Reading-hoeve was hij. in de oogen van
de misdadigers, niet veilig genoeg en vermoe
delijk beschikten zij. enkele kilometers verder
op, over een betere schuilplaats.
Het weggetje slingerde zich tusschen het
hooge gras en struiken. Een kans om te ont
vluchten werd Riefenberg niet geboden, want
de twee blanken volgden hem op de hielen
Aan den voet van de helling vloeide een
kristalheldere rivier met laag waterpeil. De
karavaan trok er over, liep gedurende een
tijdje langs den oever en begon dan de be
stijging van een hoogen, steilen berg. Toen
zij den top hadden bereikt, kregen de dragers
toestemming even uit te rusten. De twee
blanken ging op een stuk rots zitten uitbla
zen. Voor Riefenberg's oogen spreidde zich
een wonderbaar landschap uit, gevormd door
een indrukwekkend net van waterwegen, met
in het midden de Itoeri, die hier door donde
rende watervallen was onderbroken.
Even later werd de tocht voortgezet: eerst
over den berg, dan naar de diepte langs voor
uitspringende rotsen en kloven. Zoo bereikte
de karavaan tenslotte een massalen bergwand
en verdween in een natuurlijke, onderaard-
sche galerij, nadat enkele inlanders toortsen
hadden ontstoken. Toen zij weer in het dag
licht kwamen, was het landschap heelemaal
van uitzicht veranderd. De oever van de Itoeri
was bereikt, de indrukwekkende watervallen
lagen achter den rug. Er waren nog grillige
rivierarmen tusschen steile rotsen, maar ver
der strekte de wildernis zich zacht golvend
uit en was de stroom een enkele, zeer breedp
en rustige waterweg geworden.
Plotseling bleef Riefenberg verrast staan,
lil een bocht ontdekte hij, bij den oever, een
groote boot, waarboven een rookpluim kron
kelde.
Maar dat is een stoomboot, riep hij
verbaasd.
Het lijkt er zoo naar, klonk het spot
tend achter hem. en speciaal voor u vaart
die. nog wel bij vollen dag, mijnheer.
Op den achterboeg stonden een blanke en
twee negers. De blanke wuifde en riep:
Vooruit jongens, vlug wat, het is mijn
tijd.
Voor Riefenberg het goed besefte, stond hij
op het metalen dek van de stoomboot en had
de blanke hem de hand gedrukt.
Kom maar binnen, kameraad, zei hij
lachend tot den verbouwereerden journalist,
de baas heeft gezegd, dat ik goed voor u
moet zorgen en op mijn woord
Klets niet, Sam, onderbrak een van Rie
fenberg's onvriendelijke begeleiders deze
vriendelijke begroeting.
Ola, lachte Sam, op mijn bark ben ik de
baas.
De negers hadden hun vrachten op het
achtergedeelte van de boot neerlegde en over
de reeling gebogen, besproeiden zij zich het
lichaam met water. Het kwam Riefenberg
voor alsof ze aanstalten maakten de reis met
de stoomboot mee te maken.
Een neger, naar Europeesche wijze gekleed,
groot en kloek van gestalte, met schrandere
oogen, had den journalist almaar door staan
aankijken.
Toen een van de barbaarsche blanken „ca
pita" riep, antwoordde hij „présent" en kwam
langzaam nader. Eerst ving een gesprek aan
in een voor Riefenberg onverstaanbare taal,
dan wendde een blanke zich tot hem:
Deze neger hier is belast met uw bewa
king. Hij is gewapend en heeft eveneens het
recht u neer te schieten als zulks noodzakelijk
mocht blijken.
De journalist haalde de schouders op en
volgde den inlander naar een kajuit met een
deurtje en een venster van muskietengaas. Hij
zag de mannen nog een tijdje fluisterend met
elkaar spreken en dan de twee kerels, die hem
hadden gebracht, aan wal stappen. De loop
plank werd ingehaald. De machines van de
boot begonnen te daveren en langzaam gleed
het vaartuig tusschen de rotsen door.
Even later bevond het zich op den breeden
hoofdader van de Itoeri. De zon stond hoog
aan den hemel.
Riefenberg probeerde het deurtje van zijn
kajuit te openen, maar het bleek gesloten te
zijn. Bij het gerucht had de neger zich om
gekeerd.
Wat wenscht de blanke?
Ik heb honger en dorst, zei de journa-
Mst.
De nauwgezette wachter verliet zijn post
niet. Hij riep iets en even later verscheen
een boy met een wit schort voor. Die ver
dween dan om spoedig terug te komen met
een flesch bier. brood, boter en een doos in
gelegde ham. Toen alles voor Riefenberg was
neergezet, grendelde de bewaker opnieuw het
deurtje.
Van den blanke, die aan boord van het
bootje regeerde en Sam bleek te heeten, kreeg
de journalist voorloopig geen spoor te zien.
Hij zou dan maar rustig de komende gebeur
tenissen afwachten en liet zich ondertusschen
het eten goed smaken, al werd hij gehinderd
door een reuk van brandhout, gerookte visch
ennegers. De stoomboot voer met den
stroom mee, dan eens dicht langs den be-
boschten oever, dan in het midden van de ri
vier. De machines stampten regelmatig en
zorgden voor een flinke vaart.
In den laten namiddag llfede de boot einde
lijk bij den oever aan. Een paar negers spron
gen in het water met een kabel, dien zij rond
den stam van een boom bonden. De loopplank
werd uitgelegd en dadelijk sprongen de bij
Avakoebi ingescheepte inlanders aan wal.
Daar ontdekte Riefenberg een stapel brand
hout en de Kongoleezen begonnen dadelijk
houtblokken aan te sleepen.
Toen verschen eindelijk de blanke.
Hier is Sam, riep hij luidruchtig, terwijl
hij de deur van Riefenberg's kleine kajuit
openduwde.
De journalist nam Sam van het hoofd tot
de voeten op, want hij vond het een eigen
aardig kereltje. Sam had een witten stippel-
baard, een grooten, ronden neus en kleine
dito oogen. Zijn voorhoofd was doorploegd
met diepe rimpels. Op het hoofd droeg hij
een visscherspet en hij rookte een steenen
pijpje met gebroken steel. Verder was hij ge
kleed in een blauwen kiel, die vol olievlekken
zat.
Als het u niet hindert, begon Riefenberg,
zou ik gaarne een beetje beweging willen
nemen.
Sam stiet het deurtje van de kajuit wagen
wijd open en noodigde den journalist met een
breed gebaar uit naar buiten, te stappen.
Toen ze bij de reeling stonden, herhaalde Sam
zijn breed gebaar, doelend op het land.
Riefenberg zag hem wantrouwig aan en
keek dan naar zijn bewaker, die achter hem
stond.
Sam had zijn blik gevolgd en zei lachend:
Van dat zwarte postuur moet gij u niets
aantrekken. Gij zijt zoo vrij als een visch in
het water, maar ge moet mee naar den baas
De baas, wie dat en waarheen gaan we?,
vroeg Riefenberg.
De baas is de baas, antwoordde Sam, en
we hebben nog een heel eind af te leggen
Maar hij heeft gezegd goed voor u te zor
gen, en dat zal ik doen.
De jounalist liep rond op de boot en toen
zijn bewaker hem wilde volgen, werd deze
door den schipper tegengehouden. Aan de an
dere zijde van het schip ontdekte Riefenberg
een kajuit, die dienst deed als eetsalon en
daarnaast een slaapkajuit. Op het voordek,
bij de machines, stond een fornuis en daar
was de boy, die hem daarstraks had bediend
bezig met koken. Op het overdekte voordek
stond een zetel en het moest wel heerlijk zijn
daar te zitten onder het varen. Dat zou hij
zoo dadelijk dan ook probeeren.
Sam was ondertusschen aan wal gestapt en
stond te bulderen tegen de negers, die naar
zijn meening niet vlug genoeg opschoten. Na
dat een voldoende hoeveelheid hout was inge
laden, werd de kabel losgemaakt en even later
waren zij opnieuw op weg. Riefenberg had
verwacht weer te worden opgesloten, maar
niemand scheen naar hem om te kijken. Toch
wel; toen de schemering was ingetreden, tikte
zijn bewaker hem op den schouder en bedui
de hem te volgen. Zij liepen tot in het mid
den van de boot en daar ontdekte Riefenberg
de beenen van Sam. Van zijn bovenlijf was
niets te zien, want dat stak door het dak van
de boot.
CiWordt vervolgd)