Het groote Avontuur FEUILLETON Roman uit de Tropen door FRANS DEMERS 31) Hij keerde tenslotte op zij nschreden terug en liet zich langs pezige lianen naar beneden glijden. Toen hij weer vasten grond onder de voeten voelde, bleef hij angstig staan. Vlag bij hem weerklonk: geknor en geritsel. Een dier sloeg op de vlucht. Takken en bladeren ver hinderen hem te zien met wat voor een wil- dernisbewoner hij te doen had. Op een gegeven oogenblik bereikte hij aldus den rand van den afgrond. Hij zag zijn prauw liggen, maar was er nog een twintigtal meter van verwijderd. Zonder touw was het onmo gelijk haar te bereiken en zoo kort van het doel, was hij verplicht opnieuw in het woud te dringen. Toen hij eindelijk aan den voet van de helling stond bemerkte hij, dat hij van de rotsvlakte was gescheiden door water. Aar zelen hielp niet. Hij moest zoo spoedig mo gelijk uit die gebied verdwijnen en hij maak te aanstalten in het water te stappen, toen hij een groote donkere gedaante onder water zag naderen. Riefenberg sprong achteruit op 't oogenblik, dat de staart van een krokodil door de lucht zwiepte. To en pas ontdekte hij overal in dezen rustigen waterarm donkere bonken, die even boven het water uitstaken. Het waren krokodillen. Het leek wel of het hier krioelde van deze monsters. Tot overmaat van ramp zag hij nog, dat tijdens zijn daal- 't partijen talrijke van deze gevreesde dieren uit -het water waren gekropen en met openge sperde muilen lagen te soezen op de heete ixotsvlakte, waarop hü prauw en lading had neergelaten. Hij wist dat krokodillen laf en schuw waren, nam zijn geweer en legde aan op een krokodil, die op een twintigtal meter afstand van hem lag met den kop naar den oever gekeerd. De loop was gericht op de plaats gelegen, tusschen de twee boven het water uitstekende oogen. Op het oogenblik, dat het onraad vermoedende dier wou duiken, haalde hij den trekker over. Een metalen klank galmde over den stroom en werd door de hooge rotsen weerkaatst. Het getroffen mon ster spartelde even boven de schuimende wateroppervlakte, die zich rood kleurde van het bloed en zonk dadelijk. Oogenblikkelijk verdwenen de overige monsters eveneens in de diepte. Onder de krokodillen, die op de rots vlakten lagen, ontstond een ware paniek. De vervaarlijke muüen klapten dicht, de monsters renden op hun korte pooten naar hun element en lieten zich met onsierlijke plonsen in den stroom vaUen. Riefenberg schoot in hun rich ting. eenmaal, tweemaal. Hij was opnieuw tot bij a en rand van den stroom geloopen. Als Lebon of een van zijn trawanten in den omtrek verkeert, ben ik verloren, dacht hij. Maar daar gaf hij nu niet om. Hij vuurde nogmaals naar een vage gedaante, die hij meende te zien vluchten onder de wa teroppervlakte. Dan greep hij steenen en graszoden en slingerde ze willekeurig voor zich uit. Hij sprong vervolgens in het doorzichtige water, bleef zoo dichtmogelijk bij den oever en naderde de rotsvlakte. Hij had zijn geweer opnieuw geladen en telkens na een paar me ters te hebben afgelegd, schoot hij. Toen hij nog een tiental meters van het rotsblok was verwijderd, kwam het water tot onder zijn armen. De reservekogels had hij reeds op het droge geslingert. Een laatste maal schoot hij om zijn gevaarlijke vijanden op een afstand te houden en toen hield hij zijn wapen met één hand boven water en zwom met de kracht der wanhoop. Het was hem alsof hij een monster zag naderen. Het duizelde hem voor de oogen en hij vorderde zeer langzaam. Wat een vreeselijk oogenblik zou het zijn, als hij de ontzettende tanden van een kroko dil rond zijn been voelde klemmen.... Hij zwom, hij zwom op leven en dood. De oever naderdenog twee meternog één meterDaar lag zijn geweer al op het droge. Een laatste inspanning en daar stond hij zelf veilig op de rotsvlakte, hijgend van spanning, maar gelukkig om deze overwonnen moeilijkheid Hij liet zich op de prauw vallen, kroop er omheen en keurde haar. Zij was on geschonden. Ook de levensmiddelen en zijn kogels waren veilig beneden geraakt. Zijn broek en zijn hemd waren gescheurd en zijn schoenen stonden vol water. Ook zijn zonne- helm was gedeeltelijk onder water geweest, Maar om dat alles gaf hij nu niet. Hij voelde niet, dat hij vermoeid was. Verder moest hij nu dadelijk weg van deze plaats. Als de wa tervallen uit het gezicht waren, zou er wel ge legenheid zijn op dreef te komen. Riefenberg liep rond. Hij vond enkele half rotte boomstammen en sleepte, ze tot bij de prauw. Hij zwoegde dat het zweet op den grond druppelde, maar een half uur later lag zijn kleine vaartuig bij de rotsvlakte op het water, precies daar waar hij wenschte. Toen dat gedaan was, klom hij langs voor uitspringende rotspunten een stuk tegen den wand van den afgrond op. De eerste groot ste moeilijkheden waren achter den rug, maar wat stond ham verder te wachten? Zou deze kalme kreek verder niet in een nieuwen water val eindigen? Wie zou het zeggenVan •vaar Riefenberg stond, was dit niet te zien. Er op of er onder, overwoog hij, liet üch weer naar beneden glijden en sprong in zijn boot. Een laatste maal keek hij naar Doven, naar den rand van den hoogsten af grond. Daar viel geen spoor van menschen te mtdekken. Hij keek dan nog even om zich heen of niets zijn doortocht hier kon verra den. Toen stiet hij zijn prauw van wal en voorzichtig begon hij te roeien. Spoedig ont dekte hij opnieuw sporen van krokodillen, maar dat hinderde hem niet meer. Aanvan kelijk was er geen beweging in het water, maar na een tijdje kwam hij voorbij een opening, waarlangs de hooger staande hoofd stroom zijn overtollig water binnenstuwde. hij immer nog de gelegenheid hebben ergens overgesteiden oever gehouden en zoolang hij daar struikgewas vond, liet hij zich met een gerust hart meedrijven. In tijd van nood zou hij immrs nog de gelegenheid hebben ergens te blijven liggen. Maar opeens, zonder over gang bijna veranderde te, toestand: hij zat gevangen tusschen twee rotswanden, schier zonder houvast. Er kwam beweging in de wateroppervlakte; hier en daar verhief zich een rotsblok. De journalist, had zijn roeispaan neerge smeten en naar den haak gegrepen. Al zijn zenuwen waren gespannen. Hij had geen tijd meer 0111 te bedenken, waar die strooming hem heen zou brengen. Al zijn aandacht werd opgeeischt door de gevaarlijke glijpartij die was begonnen. Het kwam er immers op aan niet vast te loopen op een rots. De haak schuurde over den bodem om de vaart te rem men. Gelukkig had Riefenberg al zijn aan dacht besteed aan het evenwichtig laden van de boot, zoodat zij gemakkelijk was te sturen. Hij bereikte een gedeelte, waar de opper vlakte met wit schuim was bedekt en richtte zonder aarzelen den voorsteven naar den smallen schuimloozen geul. Daar had hij de grootste kans om niet op de rotsen terecht te komen. In deze stroomversnelling werd hij een oogenblik in duizelingwekkende vaart meegesleurd. Toen zag hij een nieuwe ope ning in den bergwand. Hij durfde het niet aan de prauw die richting uit te sturen, en even later schuurde de bodem van de boot over keien en liep vast. Overal was het water ondiep en verderop bemerkte Riefenberg, dat de bedding droog lag. Zonder te aarzelen stapte hij uit en duwde de prauw terug naar het diepere gedeelte. Hij werkte zich opnieuw tegen den stroom op,( tot hij werd meegetrok ken door de opening in den wand. Eenmaal door dien smallen waterweg, bereikte hij den breeden hoofdader van de Itoeri. Ver achter zich ontwaarde hij het prachtige schouwspel van de geweldige watervallen. Vóór hem werd de stroom ingedijkt door twee woudwanden. Het was Riefenberg of meteen alle gevaar was geweken. De zon begon naar het Westen te dalen, maar nog was het op het water buitengewoon warm. Nu kon hij eindelijk denken aan rust. Hij dreef de prauw langs den oever en zocht naar een geschikte lan dingsplaats. Hij vond eindelijk- een kleine rustige inham en besloot daar den nacht door te brengen. Een beklemmende nacht. De kleine inham was overschaduwd door reusachtige kruinen van eeuwenoude boomen Het water was er rimpelloos en Riefenberg had zijn prauw tot bij den oever gedreven. Er heerschte een broeikastemperatuur en en de journalist voelde zich, na de geweldige geestelijke en lichamelijke inspanning van de laatste uren zoo uitgeput, zoo heelemaal op, dat hij zich naar den bodem van zijn prauw liet glijden en dar een poos roerloos bleef liggen. Hij hoefde maar de oogen te sluiten om in te slapen. Jammer genoeg mocht dat niet. De avond immers kon niet lang meer uitblijven en het zou al te gevaarlijk kunnen worden, als de nacht hem slapend in zijn broze vaartuig kwam overvallen. De nacht. Ja, wat zou die komende nacht hem bren gen? Wordt vervolgd). Op het Oude Vrijthof te Maastricht is de Rijks Voorjaars Te Velsen is Zondag de nationale veldloop om den Mulier-beker gehouden, waarvan de Prinses Josephine Charlotte en Prins Boudewijn van België bij hun terug- Hengstenkeurlng gehouden. Een der deelnemers voor de start op het fraai gelegen landgoed «Rooswijck» plaats vond. Eenige deelnemers komst te Brussel, na een verblijf van eenige weken in Zwitserland, waar zij keurmeesters onderweg de winte-sport beoefend hebben Het befaamde Engelsche ijshockey-team, de «Brighton Tigers», heeft Zondagmiddag op de Amster- damsche kunstijsbaan een wedstrijd gespeeld tegen een Europeesche combinatie, welke in een gelijk spel (5-5) eindigde Met niet minder dan 6 1 moest Blauw Wit te Rot terdam tegen Fey- enoord het onder spit delven. Een spelmoment uit dezen voetbalwed strijd, waarbij de sneeuw zoo nu en dan als spelbreker optrad Neerlands grootste mailschip, de «Nieuw Amsterdam», is Zondag van de Rotterdamsche Droogdok Mij. naar het dok van Wilton-Feyenoord te Schiedam versleept. Het transport van het nieuwe zeekasteel De heer B. Alberts, bekend thee makelaar te Amsterdam, die dit jaar zijn 40-jarig jubileum als zoodanig zou vieren, isop64-jarigen leeftijd overleden Een fraaie Nederlandsche inzending op de internationale pluimveetentoonstelling, welke te Brussel is gehouden

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1938 | | pagina 10