SCHUSCHNIGG EN HITLER CONFEREEREN. THIJS IJS GAAT DOOR DIK EN DUN Initiatief van Mussolini en Von Papen. Een streekplan voor Zuid-Kennemerland KT A" A ND4G14 F EBEUSü! '1938 Eerste ontmoeting der beide regeeringsleiders. |-\E Oostenrijksche bondskanselier dr. Schuschnigg en de Duitsche rijkskanselier Adolf Hitler hebben Zaterdag voor het eerst een persoonlijke bespreking met elkaar gehad. Het Duitsche Nieuwsbureau publiceerde hierover Zaterdagavond het volgende bericht De Oostenrijksche bondskanselier, dr. Schuschnigg, heeft vandaag in gezelschap van den Oostenrijkschen staatssecretaris van Buitenland- sche Zaken, Dr. Guido Schmidt, en van den Duitschen ambassadeur Von Papen, in tegenwoordigheid van den rijksminister van buiten- landsche zaken, Von Ribbentrop ,den Fuehrer en rijkskanselier, op diens uitnoodiging een bezoek gebracht op den Obersalzberg. Deze onofficiëele ontmoeting vond haar oorsprong in den weder- zijdschen wensch, over alle kwesties die de verhouding tusschen het Duitsche Rijk en Oostenrijk betreffen, van gedachten te wisselen. Zondagochtend vroeg is Schuschnigg per expresstrein te Weenen terugge keerd. Hoewel het onderhoud geen concrete resultaten heeft opgeleverd, geven welingelichte kringen te Weenen als hun indruk, dat er geen sprake is van een mislukking der besprekingen, aldus Havas. De „draad" is niet afge broken. De overeenkomst van 11 Juli 1936"blijft. Voor de beide, partijen be staan als basis voor de Oostenrij'ksch- D.uitsche betrekkingen en de onder handelingen, welke beoogen de at- 3 iposfeer tusschen de beide landen op te klaren, zullen worden voortgezet. Men acht het verstandig zich er voor te wachten aan het onderhoud tusschen Hitier en Schuschnigg te overhaaste waardeeringen toe te kennen. Er zijn geen wijzigingen te verwachten in de Oostenrijksche bin nen- en buitenlandsche politiek. Het initiatief. Te Weenen is men voorts van oordeel, dat de uitnoodiging voor de bijeenkomst uitging van; Hitier, dóch dat,aangezien de telefo nische oproep uit Berchtesgadeii voorafge gaan werd door een telefonischen oproep door Mussolini, het vrijwel zeker is, dat Home zoo wel als Von Papen de hand hebben gehad in het arrangeeren van de bijeenkomst. Bij. de besprekingen van Zaterdag was het, naar ojien gelooft, weer Hitler, die den wensch te kennen gaf met de Oostenrijkers schoone lei te hebben, en Schuschnigg, die, hoewel hij instemde met deze wensch," niet naliet aan te dringen op vrijheid voor de Oostenrijksche regeering, met haar nationaal-socialisten te handelen zooals zij wenschelijk oordeelt. Men (Dr. Kurt von Schuschnigg. wijst erop, dat Oostenrijk waarschijnlijk geen verandering zal brengen in den koers die het de laatste vier jaar in Midden-Europa heeft gevolgd, ofschoon in het kabinet enkele wij zigingen zouden kunnen worden gebracht. Geen concessie aan de Nazie's zegt kolonel Adam. Kolonel Adam, de chef van den Oosten rijkschen persdienst heeft voorts op een con ferentie van de Weensche hoofdredacteuren verklaard, dat de besprekingen tusschen Hitier en Schuschnigg in geen geval het kader van de overeenkomst van 11 Juli 1936 te buiten konden gaan. De grondwet van Oos tenrijk, zijn onafhankelijkheid en de rol van het Vaderlandsche Front staan buiten iedere discussie. Er kan evenmin sprake zijn van eenige partij te doen herleven of toe te stem men in het prijsgeven door Duitschland van het beginsel van iüet-inanenging in de Oos tenrijksche aangelegenheden. Het program ma van Dollfuss blijft ongeschonden, aldus Adam. Schuschnigg brengt rapport uit. Schuschnigg heeft Zondag een bezoek ge bracht aan bondspresident Miklas, wien hij in tegenwoordigheid van Guido Schmidt een uiteenzetting gaf van zijn besprekingen te Berchtesgaden. Bovendien heeft hij verschil lende leden van het kabinet op de hoogte., ge bracht, Italiaansche suggesties. De besprekingen tusschen Hitier en Schuschnigg worden te Rome met voorzichtigheid en zonder zenuwachtig heid beoordeeld, meldt Havas. Men beschouwt ze toch als het voorspel van een nieuwe toeneming van den Duitschen invloed in Oostenrijk, Terwijl men in den beginne dacht, dat vooral onderhandeld zou worden over de ver kiezing van een opvolger van Von Papen als gezant te Weenen, heeft men thans den in- dnik, dat het nationaal-soclalisme te Weenen niet officieel zal worden vertegenwoordigd, doch slechts door een nieuwen gezant van Duitschland Adolf Hitler. Volgens de Popólo di Roma is een wijziging in het Oostenrijksche ministerie tamelijk zeker. Deze zoïi overeenkomstig paragraaf 9 van het annex op het accoord van 11 Juli 1936 moeten geschieden. Volgens deze paragraaf verklaart de bonds kanselier -zich'-"bereid zich zoo noodig van de politieke medewerking te verzekeren van de nationale oppositie door steeds een beroep te doen op den persoon, die het meest zijn per soonlijk vertrouwen geniet en wiens verkie zing hij zich voorbehoudt. Volgens de Popoio di Roma zou een deze personen Seiss Inquiart een staatsraad zijn. Duitsche pers geeft geen commentaar. De geheele Duitsche Pers publiceert het bericht van het door den Oostenrijkschen Bondskanselier dr. Schuschnigg aan Hitier gebrachte bezoek als belangrijkste bericht van den dag. Commentaren zijn in de bladen nog niet verschenen. Fransch commentaar. Uit Parijs: Hoewel de Fransche bladen weinig commentaren publi- ceeren, doch wel lange verslagen hun ner correspondenten te Berlijn of Weenen, blijven zij hun aandacht concentreeren op het onderhoud tus schen Hitier en Schuschnigg. De al- Von Papen. gemeene indruk der bladen is, dat de besprekingen tusschen de beide staatslieden niet tot een positief re sultaat hebben geleid. „Geen klaroengeschal te Berlijn, dus geen positief resultaat", schrijft de Intransigeant boven de desbetreffende berichten. De Paris Soil- vraagt zich af of de Duitsch- Oostenrijksche besprekingen voortgezet zul len worden en schrijft als opschrift boven een Berlijnschen brief van Sauerwein: „Een „putsch" schijnt voor het oogenblik uitge sloten, maar een ontspanning tusschen de beide regeeringen lijkt weinig waarschijn lijk." De Temps toont zich zeer gereserveerd. Wat de positie der Weensche regeering betreft, merkt het blad op: „De bondskanselier heeft zich altijd bereid getoond tot verzoening, wanneer eenmaal de essentieele beginselen van de onafhankelijkheid van Oostenrijk en van de nietinmenging van het buitenland in •de binnenlandsche aangelegenheden van dit land toegegeven worden. Het standpunt van de Weensche regeering sluit de deur voor geen enkele redelijke regeling, mits deze in over eenstemming kan worden gebracht met de waardigheid en souvereiniteit van den Oos tenrijkschen staat". De Temps besluit: „Het onderhoud tus schen Hitier en Schuschnigg schijnt onder de huidige omstandigheden en in afwachting van meer zekerheid omtrent de werkelijke resultaten, een nieuwe poging aan te kondi gen om de Oostenrijksch-Duitsche betrek kingen op te helderen en daardoor de bedrei ging uit den weg te ruimen, die een toene mende spanning tusschen Weenen en Berlijn doet drukken op den toestand in Centraal Europa. De Britsche Pers. De Times schrijft naar aanleiding van de bespreking tusschen Hittler en Schuschnigg te Berchtesgaden, dat men wellicht moet conclu- deeren, dat beide staatslieden de gelukwen- schen van hun volk verdienen, voor een resul taat, dat geacht wordt de belangen van de twee landen te beschermen. De Daily Telegraph and Morning Post zegt, dat er geen reden schijnt te zijn om aan te nemen, dat de gebeurtenis geen gunstige werkzaamheid zou mogelijk maken. Wat de Britsche politiek betreft: er is niets in de overeenkomst, dat de' Atmosfeer kan bederven, zoolang Oostenrijk een partij is, die haar toe stemming geeft en niet onder dwang handelt. Oosterduinweg 84, Tel. 4264, IJmuidenO. (Adv. Ingez. Medj ONZE DACELIJKSCHE KINDERVERTELLING Hier ben ik al, Dickie. Waar heb jij al dien tijd toch gezeten? En wat hoorde ik toch den geheelen tijd voor lawaai? Dickie lachte. Dat was ik. Ik heb Neusopius op zijn gezicht gegeven! Thijs keek hem verwonderd aan. Op zijn gezicht gegeven? Hoe kon j ij dat nu doen? Jij bent toch veel te klein?? Maar Dickie vertelde hem de geheele toedracht van de zaak en Thijs moest hartelijk lachen, toen hij hoorde, hoe Dickie Neusopius op zijn neus had getimmerd. Tjonge, Dickie, dat vind ik erg dapper van je! lachte hij. Dat vind ik erg dapper!! Laten we nu maar maken dat we wegkomen hier, Thijs. Dat is het beste, want de vrienden van Neusopius zijn gewaarschuwd en kunnen elk oogenblik hier zijn. En die zijn veel sterker dan wij. Zoo gezegd, zoo gedaan, Thijs en Dickie verlieten haastig het donkere kasteel en begaven zich op weg. We gaan maar naar mijn boot toe, hè.. Dickie. Dan gaan we naar huis De meening van den Voorzitter der Vaste Commissie voor uitbreidings plannen in Noordholland. De heer A. W. Michels, lid van Gedeputeerde Staten van Noordholland, schrijft ons als Voorzitter der Vaste Commissie voor Uitbrei- dingplannen in Noordholland: „De artikelen over dit onderwerp heb ik uiteraard met eenige belangstelling gelezen. Ik gevoel eveneens iets voor de redeneering, dat ee nStreekplan voor dat gebied min of meer urgent is. Ik meen evenwel ook, dat, indien alle gemeentebesturen bereid waren hunne ge meentelijke uitbreidingsplannen aan bekwame stedebouwkundige ontwerpers over te laten, die urgentie heel wat minder zou zijn. Een Streek plan is er ook niet één twee drie en inmiddels gaat de verwoesting op stedebouwkundig ge bied, vooral in ëen streek als de onderhavige, lustig haar gang. En of er wel ooit een Streek plan, dat rechtskracht zal bezitten, dus tot in hoogste instantie de goedkeuring zal verwer ven. hi Nederland zal zijn? Men moet er wel aan wanhopen, als men ziet. dat de wettelijke bepalingen omtrent Streekplannen ongeveer zeven .jaar oud zijn, en er tot op den huidigen dag nog niet één Streekplan tot stand is ge komen. Men begaat dan ook naar mijn meening een fout, door al te zeer de voorstelling te wekken, dat de stedebouwkundige ontwikkeling van een streek, het behoud van natuurschoon, een ordelijke bebouwing alleen maar door een Streekplan zouden zijn te bereiken. De leek op Woningwet- en Stedebouwkundig gebied, voor wien het woord een min of meer romantische klank heeft, maar die verder van de zaak zelf niet vee notie heeft, gelooft graag wat men zoo over Streekplannen spreekt en schrijft, maar dat zegt niet veel. Zij die op dit gebied practisch werkzaam zijn kennen de bezwaren en de moeilijkheden en vooral den langen weg, die moet worden af gelegd, om tot dat fameuse plan te komen. Nog eens, er zijn ook nog wel middelen, die sneller werken, maar zij worden niet of niet voldoende gehanteerd overal. Nu ik toch aan het schrijven ben, moet mij de verzuchting toch van het hart, dat ik niet begrijp, waarom in de zakelijke beschouwingen over dit onderwerp in uw blad de schrijver aan het slot van bijn laatste artikel een min of meer denigreerend oordeel uitspreekt over het werk der Vaste Commissie voor Uitbreidings plannen in Noordholland. Zou men den schrijver gelooven, dan prutst deze commissie maar wat en past alleen uit breidingplannetjes aan elkaar. Ik volsta daarom met te zeggen, dat door deze Commissie reeds zeer veel Streekplan werk voor dit Gewest is verricht en dat dit meer zou hebben kunnen zijn, indien de gemeente lijke uitbreidingsplannen als regel wat beter waren en door kundige ontwerpers gemaakt werden. Wat deze Commissie onder veel strijd en teleurstelling op dit gebied heeft gedaan, treedt wel niet naar buiten, zooals het schrij ven in de krant, maar het is van veel grootere stedebouwkundige beteekenis. Maar bovendien, wat recht heeft schrijver, over gebrek aan initiatief van deze Commissie te klagen, waar het initiatief volgens artikel 45 der Woningwet uitsluitend bij de gemeente besturen ligt? Bij mijn weten is er nog nooit één gemeentebestuur uit Ziud Kennemerland geweest, dat eenig initiatief op dit gebied heeft getoond. Of bedoelt de schrijver soms, dat het pro vinciaal bestuur hier moet optreden? Het slot van het eerste artikel duidt daar wel op. Maar dit college zal dan toch zijn eigen orgaan, dat zoo weinig initiatief heeft, daar toe gebruiken Als een Streekplan dus urgent is, welnu: de gemeentebesturen weten den weg. Een Streek plancommissie volgens de Wet bestaat uit ver tegenwoordigers der bij het plan betrokken ge meenten en zij zijn het die het ontwerpen van het Streekplan ook zullen betalen. De Vaste Commissie zal vervolgenh, indien Gedeputeer den het plan ter goedkeuring ontvangen, haar oordeel er over uitspreken, zooals over elk uit breidingsplan. Zij is daartoe in staat, omdat zij reeds lang over de voornaamste gegevens beschikt, die voor het maken van Streekplannen noodig zijn, mede in verband met het streekplan Ymond Noord, waaiwan zij door de gemeentebesturen, daargij betrokken, als ontwerpster is aange wezen. Ik meende als verdediging tegen den zeer ongemotiveerden aanval op de Vaste Commis sie dit even te moeten zeggen." Tot zoover de heer Michels. Wij begrijpen niet wat de geachte inzender bedoelt met een ongemotiveerden aanval op de Vaste Commissie, wantzoo'n aanval heeft niet in onze bedoeling gelegen. Wij .schreven: „In het rapport van den dienst van Openbare Werken te Haarlem is een lans gebroken voor de benoeming van een streekcommissie voor één groot uitbreidingsplan van Zuid-Kenne merland. Daaraan is groote behoefte. Nu is er wel een provinciale (gewestelijke) commissie voor de uitbreidingsplannen die bevordert dat er eenheid komt in de uitbreidingsplannen der verschillende gemeenten maar dat is niet genoeg. Van die commissie gaat natuurlijk weinig initiatief uit. Wat eenmaal in de verschillende gemeenten zelfstandig ontworpen is wordt zoo goed mogelijk aan elkaar gepast, maar daar door onstaat geen ware eenheid. Als er een streekcommissie komt kan die voor heel Zuid- Kennemerland één groot uitbreidingsplan maken, waarbij rekening gehouden wordt met alle omstandigheden, terwijl alles als een eenheid kan worden gezien." Het gaat blijkbaar om de uitdrukking „Van die commissie gaat natuurlijk weinig initiatief uit", maar daarmede bedoelden wij geenszins een verwijt aan die commissie, maar alleen vast te leggen, dat die commissie geen initia tief-commissie is. De heer Michels constateert ook zelf, dat initiatief op dit gebied volgens de Woningwet alleen bij de gemeentebesturen ligt. Dat wij deze bedoeling hadden blijkt dui delijk uit onze opmerking dat er van die com missie natuurlijk weinig initiatief uitgaat. Veerboot in Australische haven gekenterd. Vermoedelijk tal van slachtoffers. Uit Sydney wordt gemeld, dat in de haven aldaar een veerboot, waarop zich 150 perso nen bevonden, is omgeslagen én gezonken. Tot nu toe zijn zes lijken geborgen. Het aantal nog vermiste passagiers wordt op 9 tot 15 geschat. Het is waarschijnlijk, dat ook deze personen zijn verdronken. Volgens Reuter worden 24 personen vermist. PRINS NICOLAAS TE RAARDERE S TELD In tegenwoordigheid van koning George, den prins-regent van Joego-Slavië, Paul, den hertog van Kent en de leden der Grieksche koninklijke familie, alsmede van de hoogste geestelijkheid des lands, is Zaterdag te Athene het stoffelijk overschot van prins Nicolaas ter aarde besteld. Tot de aanwezi gen behoorden voorts de Grieksche minister president, Metaxas alle leden van het ka binet en het diplomatieke corps. Na een uit vaartdienst in de kathedraal, werd de lijk kist per auto naar het mausoleum van Tatoi vervoerd, vergezeld van de leden der ko ninklijke familie. Ik kan et nief ge noeg op hameren! Niet alleen bij ver koudheid, maar ook bij rheumatiek er» griep is Aspirin het middel bij uitne mendheid! u Aspirin is een pro duet. Oranjebanden»Boyc*«-kruis waarborgen de werkzaam heid en onschadelijkheid (Adv. Ingez. Med.) Vlootplannen blijven geheim De Japansche regeering heeft de nota's van Engeland, Amerika en Frankrijk van 5 Fe bruari, betreffende de bewapening ter zee, be antwoord, door de overhandiging van een nota aan de ambassadeurs dezer staten. In dit antwoord verklaart de Japansche regee ring niet het voornemen te hebben zich een bewapening aan te schaffen, welke een be dreiging voor de andere landen vormt en geeft zij als haar meening te kennen, dat het ver strekken van inlichtingen betreffende den vlootbouw niet tot een redelijke ontwapening zou bijdragen aangezien een kwantitatieve beperking der bewapening ontbreekt. De Ja pansche regeering is daarom niet bij machte aan den desbetreffenden wensch dezer staten gevolg te geven. In het feit, dat de Japansche regeering de gevraagde inlichtingen niet wenscht te ver strekken, kan zij geen logische reden zien voor de veronderstelling der mogendheden, dat de Japansche regeering bezig is aan een vlootbouwplan voor schepen, welker tonnen- maat de bij het verdrag van 1936 vastgestelde grenzen overschrijdt. De Japansche regeering is te allen tijde be reid besprekingen aan te gaan, waarbij een redelijke kwantitatieve beperking der bewape ning een eerste plaat"; zou innemen. Gelijktijdig heeft de Japansche regeering een mededeeling gepubliceerd, waarin zij o.a. het volgende verklaart: De Japansche regeering zou het diep be treuren, indien de groote vlootmogendheden tot een uitbreiding van hun vlootbouw zou den overgaan. In dat geval zouden zij Japan geen andere keus laten, dan wijziging te brengen in de be staande Japansche vlootbouwplannen, ten einde aan de nieuwe ontwikkeling het hoofd te kunnen bieden. Besprekingen met Tokio thans nutteloos, zegt Huil. Naar minister Huil verklaarde, betreuren de Vereenigde Staten het antwoord van Japan. De Amerikaansche regeering is, naar men meent te weten, van oordeel, dat het op het oogenblik geen nut heeft, met Tokio bespre kingen aan te knoopen. Uit het Japansche ant woord maakt men op, dat Japan alleen in be sprekingen wil treden, indien de verhouding 5:5:3 wordt prijsgegeven om plaats te maken voor een gelijke hoogste limiet voor de Ver eenigde Staten, Engeland en Japan, hetgeen voor de Amerikaansche regeering onaanvaard baar is. Waarschijnlijk zullen thans nieuwe besprekingen tusschen Washington, Londen en Parijs worden gehouden. In welingelichte Amerikaansche kringen is men van oordeel, dat de Amerikaansche regeering als gevolg van het Japansche antwoord, haar volle vrijheid van handelen zal her nemen, hetgeen, naar men aanneemt, beteekent, dat de regeering zich thans vrij acht slagschepen grooter dan 35.000 ton te bouwen. Litanen. Oud-premier Woldemaras in vrijheid. Wegens het a.s. 20-jarig jubileum der on afhankelijkheid van Litauen heeft de presi dent der republiek op groote schaal am nestie verleend. Hiervan profiteert o.a. de de vroegere Litausche minister-president prof. Woldemaras, die wegens den militairen opstand van 1934 tot 12 jaren opsluiting was veroordeeld. Hij wordt onvoorwaardelijk in vrijheid ge steld.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1938 | | pagina 3