IL Leenensn niet KORT VERHAAL teruggeven Recept' en VRIJDAG 18 FEER. 19.18 Het begint op school al: toe, leen me je boek even, je krijgt 't vanmiddag terug- Maar als je drie dagen later uit het boek je les moet gaan leeren, hliikt de ander het nog te hebben, en je moet het gaan halen anders loop je gevaar van een onvoldoende bij het overhooren. Ou de collegebanken worden dictaten te leen, ,-vraagd en niet teruggegeven, in het huis houden wordt' een stofzuiger geleend en niet teruggebracht, een jonge vrouw leent een avondjapon van haar vriendin, die nu juist rao'n buitengewoon geschikte voor die speciale gelegenheid heeft, maar de japon blijft zijn nieuwe tehuis onwaarschijnlijk trouw na- diWijnieenen de gekste dingen uit, van een schoenlepel tot de smoking van den heer des huizes toe, van de grasmaaimachine tot onze leelijkste bloemenvaas, van onze vruchten- pers tot onze petroleumkachel, en in negen van de tien gevallen moeten wij het zelf gaan terughalen. ik leen nooit iets van een ander zult u misschien fier beweren, dus kan ik ook niet vergeten het terug te geven. En ik geef het altijd direct terug des te beter dan is u die eene van de tien die er niet om laat manen. Maai- menigeen kan tegen het verzoek om wat te leenen van haar buurvrouw, of van haar familielid, of van haar vriendin niet op, en iedere keer dat er iets uit haar huis ver dwijnt weet zij wiskunstig zeker dat zij zelf moet zorgen dat het er ook weer in terug komt. Dat is geen oneerlijkheid, zeker niet, 't is alleen maar slordigheid, vergeetachtigheid, egoïsme: wel het gemak van het gebruik, niet de moeite van het terugbrengen willen heb ben. Wèl zorgen dat men het er zelf aange namer, plezieriger, gemakkelijker door heeft, maar zich niet willen verplaatsen in de situa tie van de ander, die dat plezierige, dat ge makkelijke nu moet missen. De eenvoudige van geest zegt nu dan ook maar: ik leen niets meer uit, je moet het zelf gaan terughalen en je hebt er niets dan last van. Principieel zeg ik nu altijd neen, als iemand me iets te leen vraagt. Dat is ook een standpunt, maar het geeft blijk van niet erg veel sociaal gevoel, want die vervelende leen-en-niet-teruggeef-manier van mevrouw A hindert u nu wel erg, maar zij vindt u een stijf en precies mensch met een netheids-manie, en zoo kan iedere slechte of onaangename eigenschap van de eene afge wogen worden tegen die van de andere. Daarmee bedoel ik niet, dat men alles maar goed moet vinden en met kwistige hand alles, wat gevraagd wordt, moet uitleenen! Het is heel logisch om zoo nu en dan eens neen te zeggen, wanneer het al te erg wordt, en het is ook begrijpelijk om er wat moeite voor te doen, dat het geleende wordt teruggebracht en niet behoeft te worden gehaald. Tenslotte zal het toch misschien op halen uitdraaien, maar dat is eigenlijk alleen maar beschamend voor de andere partij, wij worden er zelf niets minder van. Met opzet liet ik nog twee dingen buiten beschouwing, die wel het meest worden ge leend van alles ter wereld, maar ook helaas het slechtst worden teruggegeven, n.l. boeken en geld. Wie houdt geregeld bij, welke boeken en aan wie zij ze heeft uitgeleend? En wie heeft een aparte plaats in de boekenkast voor de ge leende boeken? Eindeloos zijn de mopjes van menschen die een heele bibliotheek inrichten van geleende boeken; en hoewel een ex-libris een kunstuiting is geworden, is het als een noodzakelijkheid begonnen: een boek zonder naam is eigenlijk altijd een zwerver. En het uitleenen van geldgelukkig zijn er velen die snel en prompt terugbetalen, of tenminste hun best daarvoor doen, maar helaas zijn er ook heel wat, die nergens meer naar omkijken, en, ook al hebben zij het wel, alleen met den sterken arm tot terugbetaling zijn te krijgen. Diat is echter een veel ruimer terrein, dat grijpt ook veel meer in de maat schappij dan de bedoeling van dit artikeltje beoogt, waar het hier alleen gaat om de da gelij ksche voorwerpen des levens. Maar zelfs die doen nog heel wat stof opwaaien door ver ontwaardiging over allerlei dat men zelf weer moet gaan halen, en kleine dingen die in een slordige en nochalante omgeving in het niet verdwijnen. E. E. J.—P. Een fauteuiltje in bed Menig ziekte of herstellende snakt er naar, in bed nu eens net zoo gemakkelijk te zitten als in een stoel, maar meestal lukt dit, on danks het herhaaldelijk opschudden van de kussens, niet al te best en is schrijven in bed ook als het hoofd helder genoeg is een groote inspanning. Het volgende idee kan u misschien van dienst zijn om het uw eventueele zieke huis- genooten naar den zin te maken: Onze „fauteuil" bestaat uit drie deelen: de rug (breedte van boven 50 c.M. en van onderen 65 c.M., hoogte 55 c.M., dikte van boven 10 c.M., van onderen 15 c.M.)en twee armleuningen (gevormd zooals u op de tee- kening ziet en 40 c.M. lang. 15 c.M. breed en 20 c.M. hoog). Een vierde gedeelte, dat heelemaal los blijft van 't fauteuiltje, is de „lessenaar" (45 c.M. breed, 50 c.M. lang en van voren 10 c.M. hoog en tot niets uitloopend). U kunt dit leuke en practische fauteuiltje zelf gemakkelijk maken. Maak eerst elk stuk afzonderlijk uit stevig katoen en vul het op met zeegras. Overtrek het dan met een aardig cretonnetje of als u 't heel mooi wit ^aken, met satijn. Een koordje, met onzicht bare steekjes op de naden bevestigd, dient om 't geheel af te werken, en tot slot worden flÊ armleuningen aan den rug bevestigd. Aardig, „ouderwefsche" versiering,die een origineel effect geeft 4 <h 4 Ing< enieuze vrouwen Een belangrijke nouveauté van de voor jaarsmode, die we met rasse schreden tege moet gaan: schulpjes en nog eens schulpjes. Ze zullen onze mantelcostuums, japonnen en blouses iets jeugdigs en toch echt-vrouwe lij ks geven; dit laatste is trouwens een ken merk van 'de geheele mode! Onze teekening geeft eenpaar gezellige voorbeelden: Links een donkere blouse, ver sierd met twee randen uitgeschulpt vilt, b.v. in rood en wit op zwart. De randen worden op elkander gelegd en sieren voorzijde en schoudernaden van de blouse, terwijl dezelf de randjes, maar dan smaller, een aardige garneering op het hoedje vormen. Daarnaast een vest van sterk flanel (rood zal heel mooi staan), gegarneerd met vilt- randjes langs den rand. Ook hoed en tasch zijn op dezelfde manier opgefleurd. En geheel rechts tenslotte eën heel „ge schulpt" mantelpakje. Grijs met een fijne kleur blauw als garneering zal b.v. heel aar dig staan! Dacht u misschien, dat vrouwen geen uit vindingen kunnen doen? Dan hebt u 't mis. Kijk maar: In het oude Egypte kwamen twee vrouwen tot de ontdekking, dat planten geneeskracht bezitten. Te Rome vond Pamphila de kunst van het zijdespinnen uit. Een Babylonische koningin, de beroemde Semiramis, vond drie dingen uit, n.l. de be- vloeiihg door middel van kanalen, de straat- steenen en.de krijgswagens. Een vooruitstrevende dame, die haar dagen zeker niet in haar hangende tuinen ver droomde! En nu enkele minder vage data. In de 17e eeuw kreeg madame de Maintenon van mi nister Colbert een eerediploma voor de uit vinding van een gebakoven. En omstreeks denzelfden tijd vond een landgenoote van ons,, mej. Myrfrenna van Benschoten de vingerhoed uit. In de 19e eeuw een heel rijtje: 1801: Mej. Linne ontdekt, dat plannen elec- triciteit uitstralen. 1809: Mary Kies, een Amerikaanscheneemt patent op een machine voor het weven van stroo met zijde. 1815: Mary Bush neemt patent op een nieuw soort corset. 1850: Elisabeth Smith te Burlington (V.S.) vindt een maaimachine en een oogst/machine uit, 1890: Een apparaatje om „flapooren" een betere richting bij te brengen wordt vervaar digd door Mrs. Batchet. 1899: Carmen Sylva, oftewel koningin Elisa beth van Roemenië, vindt de geruischlooze schrijfmachine uit. En in de 20ste eeuw: 1900: Madame Curie ontdekt het radium. 1908: Prinses Stephanie van België vindt een kookplaat uit, die met gas voorverwarmd wordt en waardoor de gerechten op tafel warm blijven. 1909: Ida Norton, een Amerikaansche- vindt de practische eierdoozen met hokjes uit, waar in ieder ei een aparte plaats vindt. 1924: Mevrouw Millard brengt een apparaat je in den handel voor het borduren van ge bogen vlakken. 1925: Mevrouw Canard vindt een nieuw soort richtingwijzer voor auto's uit. 1930: Mevrouw Guillet een aardappelen- rooier. 1932: Mevrouw Peton een nieuwe wijze van fabricatie van houten spatborden. 1934: Suzanne Biquet vindt een onbrand baar combination uit en een S.O.S.-pistool, dat lichtschiehten en rook uitzendt (ten gebruike van schipbreukelingen op onbewoonde eiland jes e.d.). En in 't zelfde jaar ontdekt Germaine Gourdon de Montmorency een apparaatje om muskieten te verdelgen door middel van ultra violette stralen. De revolver ging omhoog. „Man, als je niet opschiet, ben je zuur". Vóórdat de ander zijn mond kon open doen, klonken twee, drie stemmen uit deur en raam: „Handen op!" Het masker vloekte, liet z'n revolver vallen en stak z'n armen omhoog. „Wat, twee tegelijk?" zei Pallon verbaasd, toen hij met een agent de kamer inging. „Hoe wist u eigenlijk, dat er inbrekers in uw huis waren?" vroeg de agent. „Heel eenvoudig", antwoordde de million- nair, „ik belde van de club uit om nog niets te vragen, één van die idioten hier meldde, zich toen met m'n eigen naam". „Mooi", zei de agent. „U zou niet „mooi" zeggen", zei de eerste in breker aan de schrijftafel, „als u wist dat mijn eigen naam mij m'n leven had kunnen kosten, maar m'n collega wilde me niet gelooven". Huisvrouw! Wat men U ook vertelt Dit is en blijft een feit: Persil blijft als van ouds Persil: Eén prijs, één kwaliteit! Clinge Doorenhos. (Adv. Ingez. Med.) Twaalf mannen en drie vrouwen Kleedingzorgen in de 16e eeuw Nieuw middel om „haat en nijd" te voorkomen. Wij lezen, dat een Engelsch psycholoog een diepgaand onderzoek heeft ingesteld naar de oorzaken van het onverkwikkelijke verschijn sel, dat men gewoonlijk „vrouwengedoe" of „kijf en kift" pleegt te noemen en dat de ge leerde heer en daar heeft hij gelijk in toeschrijft aan jaloerschheid, die op velerlei wijze tot uiting komt. Hoe ontstaat nu jalouzie onder vrouwen? Wel aldus de psycholoog hoofdzakelijk door die eigenschappen, die de heeren der schepping in het bijzonder aantrekken als schoonheid, elegance en charme. De diepere vrouwelijke eigenschappen, die de blijvende genegenheid van dien man verzekeren, zooals deugd, intelligentie, trouw, maken geen punt van strijid uit. En dit is heel natuurlijk als wij bedenken, dat immers alleen een vrouw, die zelf deugdzaam is, de deugd weet te waardeerenen om intelligentie te kunnen onderscheiden mag men toch stellig zelf niet dom zijn! En waarom zou een trouw echtge noot een andere vrouw boos aankijken om een goede eigenschap, die zij zelf bezit? Aangezien er echter helaas nog altijd vrou wen zijn, die meer naar de bovengenoemde „oppervlakkige" en toch lang niet uit te vlak ken eigenschappen kijken, is er nu eenmaal voortdurend kijf en kift onder de dames zegt de Engelsche psycholoog. En hij komt tot de droevige conclusie, dat hieraan nu eenmaal niets te veranderen is, tenzijmen den ge- zelligen omgang zóó regelt, dat een deel dei- dames eenvoudig wordt uitgeschakeld. Op ieder twaalf mannen moesten in 't ver volg hoogstens drie vrouwen worden uitge- noodigd, dat zou stellig harmonischer en vroo- lijker zijn. We gelooven 't ook wel; 't zou ongetwijfeld erg gezellig zijn voor het drietal uitverkorenen, dat in 't middelpunt van de belangstelling kwam te staan! Maar misschien zouden een paar van de twaalf heeren die 't minst met charme bedeeld waren zich ietwat ge passeerd voelen. En in de gevoelens van de negen thuiszittende dames en de uitbarsting van deze na thuiskomst van de negen bijbe- hoorende echtgenooten, zullen we ons liever maar niet te zeer verdien e-" Het onderstaande is bedoeld als troost voor sommige heeren der schepping, die in zak en asch zitten over de hooge kleedingrekenin- gen van hunne ega's: In de 16e eeuw kostte één meter van het toen zoo geliefde brokaat 10 tot 18 gulden. Een koe was reeds voor 4 gulden te koop en dus had men minstens de waarde van tien koeien noodig om zich een nieuw toilet aan te schaffen. In onzen tijd zou een jurkje brokaat dus naar dezen maatstaf gerekend eenige duizenden moe ten kosten. Welke vrouw zou er tegenwoordig nog over denken, een heel dorp te verkoopen om zich voor den opbrengst hiervan met goud geborduurd Brabantsch fluweel aan te schaf fen, zooals die Zwabische dame deed, waar van de legende vertelt? Japonnen van 20.000 gulden waren op de groote Middeleeuwsche feesten geen zeld zaamheid en de uitgaven, die ons nu „de das omdoen": woning, reizen, eten, personeel, werden toentertijd met een schouderopha len genegeerd. Het speelde allemaal geen rol in verhouding tot het kleedingsprobleem. „Ja maar" zoo spreekt de moderne ge plaagde echtgenoot natuurlijk tegen! „vroeger deden de dames dan ook oneindig veel langer met het zelfde tollet. Mis! Nog in den tijd van Napoleon, toen de hofdames ieder 10.000 francs per jaar ontvingen uit sluitend als kleedgeld, werd er scherp op ge let, dat de dames nooit tweemaal in het zelfde toilet op een officieele receptie ver schenen. Het kan niet uitblijven, dat de hoogge plaatste dames en heeren op den langen duur financieel niet opgewassen bleken tegen de kleedingsuitgaven die van hen werden ge- eischt De uniform bracht uitkomst, want hierbij kon immers niemand controleeren, hoe dikwijls de kleeding verwisseld werd en menige jongeman werd uitsluitend om deze reden militair, voornamelijk in het barok- en roc-ocotijdperk. De burgers bedachten een anderen uitweg: de bescheiden, zwarte dracht van den abbé met het korte mantel tje werd tenslotte door de heeren algemeen aanvaard en aan sommige hoven schiepen de dames een soort „kleederdracht", die haar den aankoop van kasten vol kleeren bespaarde. Levensgeluk en beroep Het. psychologisch instituut te Weenen heeft onder tweehonderd werkende vrouwen een enquête ingesteld over de vraag, of ze zich in haar beroep gelukkig voelen. Resul taat luidde ales volgt: in de jaren tusschen 20 en 30 heerscht over 't algemeen nog vol doening over bijkomstigheden, zooals b.v. het feit, dat men veel met vreemde menschen in aanraking komt, zelf geld verdient, onaf hankelijk is enz.; bij vrouwen tusschen 30 en 40 jaar treedt de vreugde aan den arbeid zelf, aan de prestatie, op den voorgrond. Nog iets later wordt het werk geheel beschouwd als middel tot zelfontwikkeling. Een tweede reeks vragen ging over het on derwerp, wat de vrouw in haar beroep niet beviel. Bij 20 tot 30-jarigen waren het weer vooral persoonlijke ervaringen, die de ar beidsvreugde verstoorden. Bijna steeds treedt bij de werkende vrouw op ongeveer dertig jarigen leeftijd een crisis in: ze gaat zich on bevredigd gevoelen en verlangen naar een eigen gezin. Zelfs bij getrouwde vrouwen, die in een beroep werkzaam zijn, komt deze cri sis voor: ze verlangen er in dien tijd sterk naar, zich geheel aan man en kinderen en aan haar huishouding te kunnen wijden. Vrouwen met zelfstandig, scheppend werk hebben meestal van een dergelijke crisis geen last. Later, na deze crisis, keeren de meeste vrouwen met volle toewijding terug tot haar werk, dat haar met het klimmen der jaren meer en meer bevrediging schenkt. Toeval! „Je kunt gaan slapen", zeide de millionnair Pallon tot z'n ouden kamerdienaar, „ik ga over een uur naar de club, ik heb je vandaag niet meer noodig". De zilveren pendule ln het studeervertrek sloeg elf. Donker en geweldig stonden de boe kenkasten tegen de muren. De safe stond als een cycloop in een der hoeken. Plotseling een matte schijn in de open deur. De man, die de lantaarn hoog hield, richtte z'n revolver op den eenzamen man aan de schrijftafel. „Handen op, mister Pallon", zei hij met zachte stem, „als uw leven u lief is". Wie kan zulk een vriendelijke uitnoodiging weerstaan „Thank you", zei de gevaarlijke man met het masker, „nu vlug de cijfers en de sleutels voor uw brandkast mister Pallon, ik zal u niet te lang ophouden Hij kreeg geen antwoord. „Moet ik duidelijker worden?" snauwde de man met het masker. Op dit oogenblik ging de telefoon over^ „Verdvloekte het masker, „ga*~naar de telefoon, Pallon en meld u, maar geen woord dat mij niet bevalt, anders knalt het Zeg dat u de eerste drie uur niet gestoord wenscht te worden. Begrepen?" De ander knikte. Wat moest hij anders doen? „Hier Pallon". klonk z'n stem in het toe stel, „ik wensch de eerste drie uur niet ge stoord te worden!" „Zoo", zei het masker, „nu de sleutels". „Ik heb ze niet", zei de ander, „ik ben mistex Pallon niet". „Buitengewoon", lachte het masker, „mis schien is u de dienaar, of 'n oom, of zelf in specteur van politie, hè? Geen grapjes Pallon de tijd dringt....". „Maar als ik toch zeg...." HEINZ. A. TIBEN. (Nadruk verboden. Auteursrechten voorbehouden). Maandag: Kalfslappen Macaroni Tomatensaus Gebraden appelen Dinsdag: Runder- en varkens gehakt Aardappelen Winterwortels. Chocoladepudding met vanillesaus Woensdag: Varkensrollade Spruitjes Aardappelen Griesmeelschotel Donderdag: Kerrysoep Koude varkensrollade Stoofperen Aardappelen Beschuit met kaas Vrijdag: Gekookte schelvisch Aardappelen Dunsel Botersaus. Trommelkoek met boter en suiker Zaterdag: Stamppot van boerenkool Rookworst Turfjes met bessensap. Zondag: Groentesoep Gekookte tong Witte boonen Zure saus Moccavla met bescuits. VEGETARISCHE MENU'S. 1. Stamppot van 3. Koolraap met witte boonen kaassaus. Vruchtenschotel Aardappelen met room Griesmeelkoekjes 2. Ommelet met met abrikozensaus, spinazie 4.Aardappelpannekoek Bloemkool met Veldsla tomatensaus Gekookte eieren. Aardappelen Rijst met pruimen. Wentelteefjes. Moccavla met biscuit Benoodigdheden: J/2 ons zachte biscuits, Va L. melk, 20 gr. maizena, 50 gr. suiker, 1 ei, Vz cl-L. koffie-extract, 1/8 L. slagroom. Bereiding: De melk aan de kook brengen, het ei met de suiker en de maizena aanroeren tot een dun papje. De warme melk gedeel telijk bij de eimassa gieten, terug doen in de pan en al roerende door laten koken. Van het vuur de koffie er bijdoen. Als de vla wat be koeld is, deze laag om laag met de biscuits in een vlaschaal doen. De room met wat sui ker stijfkloppen en op de vla spuiten. Aardappelpannekoek. .Benoodigdheden: 3 a 4 ons gekookte aard appelen, 3 lepels bloem, 1 kleine ui, 1 ei, zout, noot, 2 lepels plantenboter. Bereiding: De aardappelen fijnmaken of malen. Ze vermengen met het*zeer fijn ge hakte uitje, de bloem, het ei, het zout en de kruiden of wat fijngehakte peterselie. De grootste helft van de boter in de koekepan heet laten worden. Het aardappeldeeg er in doen op een zacht vuur aan de onderkant mooi bruin bakken. De koek op een deksel laten glijden, met de opgebakken kant in de pan leggen, de rest van de,boter toevoegen, en den tweeden kant ook bruin bakken. Gembercake: Benoodigdheden: 2 ons zelfrijzend bakmeel, 2 ons boter, 2 ons suiker, IV2 ons geconfijte gember met wat stroop, zout. Bereiding: De boter in een even verwarm de kom tot room roeren. De suiker en de eidooiers toevoegen en de massa 10 minuten roeren tot ze schuimig en luchtig is. Dan om beurten een lepel stijfgeklopt eiwit en een le pel bloem luchtig door het beslag mengen. Als het deeg luchtig geroerd is, de kleinge sneden gember en wat stroop er doorroeren en de massa overdoen in een cakevorm, die met boter ingesmeerd is en met bloem be strooid. De massa wat hooger tegen de wan den van den vorm aanstrijken dan ze in het midden is, om ongelijk rijzen te voorkomen De cake in een matig warme oven, 150 gr. Celsius gaar en lichtbruin bakken. In het be gin voornamelijk onderwarmte, later ook bo- venwarmte. De cake is gaar, als er niets meer aan de breinaald blijft zitten, waarmee men in de cake prikt (1 uur.) Chocoladecake. Benoodigdheden: 2 ons suiker, 2 ons zelfrij zend bakmeel, 2 ons boter, V2 ons cacao, 4 eieren, zout. Bereiding: De boter tot room roeren in een even verwarmde kom, suiker en eidooiders toe voegen en 10 minuten roeren tot het deeg schuimig en luchtig is. Het meel met de cacao zeven, en om beurten met het geklopte eiwit aan de massa toevoegen. Alles overdoen in een beboterde en met bloem bestrooiden springvorm en de taart in een matig warmen oven gaar bakken (1 uur). Als de taart ge heel afgekoeld is, bedekken met chocolade glazuur en garneeren met halve noten of amandelen. Voor het glazuur 30 gr. cacao en 150 gr. gezeefde poedersuiker met 4 eetlepels water dooreen roeren tot de massa heelemaal ge lijktijdig is, en opgelost. Op een zacht vuur 1 a 2 minuten al roerende door laten koken, af nemen en een theelepel boter er door roeren. Als het mengsel wat afgekoeld is en tamelijk dik, zoodat het nog juist gegoten kan worden, over de taart uitschenken en uitstrijken met een mes. Voor het glazuur stijf is, de amande- len of noten er opleggen

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1938 | | pagina 9