BESTE VRIENDINNETJES EN VRIENDJES HOE RINUS DE VLAG UITSTAK TOEN 'T PRINSESJE GEBOREN WERD. Avonturen van een echte Hollandsche jongen en zijn zuinige tante. „Tante, toe lieve tante," bedelde Rinus. „Nee en nogeens nee," zei tante gestreng en ze keek schuins over haar bril met een ver nietigenden blik. ,,'t Kost allemaal maar geen geld, hè? En de Prinses komt hier tóch niet kijken, of dacht je van wel?" „Nou ja," zei Rinus, „maar 't is toch feest straks. En mag er dan niet een klein beetje oranje in onze etalage? Dat is toch leuk, tante, dat hoort toch zoo!" „Jij zult mij zeker vertellen wat hoort en niet hoort, kwajongen die je bent! Marsch, ga maar gauw op straat spelen!" „Goed. tante. Dag tante." En 't belletje van den kleinen manufactu renwinkel rinkelde zenuwachtig, toen de deur achter Rinus dichtsloeg. De koopman met oranjerozen, crêpe papier en vlaggetjes bleef nog aarzelend op de mat staan. Hebt u écht niets noodig, juffrouw? Fijne papieren rozen, een sieraad voor je etalage?" „Mail, hou óp! Wie komt hier in Waterdam nou toch langs dit stille grachtje! De licht- stoet niet en de muziek niet en de menschen, die naar 't klokluiden gaan luisteren, ook niet! En dan zou ik zeker in m'n doodelijke eentje den boel gaan versieren! En straks met Prin- sessedag weer, en dan nog eens met Koningin nedag. Alsmaar weer nieuwe vlaggetjes en papiertjes en rommeltjes, hè? Ja, ja, je doet maar, of 't geen geld kost! „Kom juffrouwe, je moet je Oranjehart laten spreken!" „Oranjehart?" nu schoof juffrouw Smalders haar bril vèr omhoog tot op haar voorhoofd en keek den man met haar kleine, stekende oogjes strak aan. „Wou jij iets zeggen over m ij n Oranjehart? Is dat soms niet in orde? mensch, 'k zou voor ons Oranjehuis door 't vuur gaan, maar weet jij, wat ik allemaal op moet brengen hier in dit winkeltje? Huur en belasting en licht en dan het onderhoud voor m'n neefje, die arme stumperd! nee, zeg ik. nee, ik heb niks noodig! nee, en nogeens neel" Op school, in de spannende, blijde dagen voor de geboorte van ons Prinsesje, had Rinus 't hoogste woord. „Zoodra 't bericht komt, dat er een Prins geboren is, steek ik de vlag uit!" riep hij. „En als 't een Prinses is?" „Ook, natuurlijk! Fijn, jongens, niemand heeft lekker zoo'n mooie vlag als wij. En mor gen breng ik m'n album mee met wel over de honderd foto's van 't Oranjehuis. Daar staat alles in; zul je eens zien!" „Heb je 't van je Tante9" „Bèn je, nog van moeder," zei Rinus. En toen viel er even een stilte, want allemaal wis ten ze wel, dat Rinus' vader en moeder vier jaar geleden plotseling gestorven waren: een auto-ongeluk. En nu was Rinus bij z'n Tante in huis. 'n Erg beste vrouw, maar wel wat saai voor zoo'n kereltje", zeiden de menschen. En de kinderen vonden Rinus z'n Tante een echt zuurpmimpje „Zuinig dat ze is!" vertelden ze elkaar. „Ze schenkt de theebladen driemaal af en ze doet stroo door de andijvie, 'k weet het van de buren." Maar die malle praatjes vertelden ze altijd als Rinus er niet bij was. Hij zou ook stellig voor z'n Tante zijn opgekomen, want hij kreeg goed te eten bij haar, dat moet gezegd worden. Maar dat Tante zuinig wasnou, daar wist hij van mee te praten; Had hij nog niet lü-a.tsfc een draai om z'n ooren gehad, omdat hij een lucifer die nog maar één keer gebruikt was, weggooide? Nee, toen Rinus daaraan dacht, begon hij opeens bang te worden, dat !t met de vlag ook wel zoo vlot niet zou gaan! En hij zuchtte eens héél diep! „Tante," zei Rinus na het eten. „Tante, als de Prins of Prinses geboren is, mag ik dan alstublief direct onze prachtige groote vlag uitsteken?" „Tante legde haar breiwerk neer, schoof de bril op haar voorhoofd en toen zei ze met ijs koude stem: „Ik begrijp niet hoe je erbij komt! Die nieuwe vlaguitsteken? Hoe haal je het in je hoofd?" „Maar Tante, een vlag is toch om uit te ste ken!" waagde Rinus met schuchtere stem. „Zoo'n mooie vlag niet!" zei Tante. ,,Ik bedoelhetdie vlag is nog van jullie thuis en je vader kan 't goed doen. maar ik niet. Als de vlag in een boom waait, of dooi de dakgoot sleeptnee, nee, en nog eens nee: de vlag is alléén voor Koninginnedag en daarmee uit! En Tante perste de lippen zoo stijf opeen, dat Rinus geen woord meer durfde zeggen. Z'n hart zonk hem in de schoenen en het liefst had hij eigenlijk een deuntje gehuild. Maar Vader had altijd gezegd, dat een echte Hollandsche jongen nooit huilde, maar altijd handelde. Dat troostte Rinus en hij dacht bij zichzelf: „Handelen zal lk, wacht maar!" Den volgenden morgen, 't was Maandag 31 Januari, vóór dag en dauw was Rinus bij de hand. Vlug trok hij z'n dikke gebreide sokken aan. deed voorzichtig de deur van z'n kamertje open en sloop de trap naar den zolder op. Be neden hoorde hij z'n Tante nog behagelijk snorken. „Goed zoo," dacht Rinus. „Nu kan ik toonen dat een echte Hollandsche jongen niet huilt maar handelt en dat m'n Oranje-hart op de rechte plaats zit." En hij voelde zich precies zoo heldhaftig als veerman Koppelstok vóór den Briel. Krak-krak-krak deed de oude zoldertrap. Rinus' Oranje-hart klopte in zijn keel en hij hield z'n adem in. Maar nee hoor, Tante sliep nog, ze had niets gemerkt. Op z'n teenen sloop Rinus den zolder over, regelrecht naar den koffer, waarin de vlug netjes lag opgevouwen. De vlag van thuiso, hoe heerlijk had hij 't vroeger gevonden, als hij die met vader mocht gaan uitsteken! Maar Rinus had nu geen tijd om daarover te denken: snel als de wind liep hij met de vlag onder den arm naar het zolderraam. Daar lag de stok schuin over den zolder. Voorzichtig zocht hij in 't sche merdonker naar de bandjes en toen bond hij vlug en handig de vlag aan den stok, Wel tien minuten lang prutste hij met klop pend hart en koude vingers voort, dan zei hij bij zichzelf: „ziezoo". Zóó zou hij de driekleur laten liggen en als dan het blijde nieuws kwam, dan had hij maar naar boven te sluipen, één duwtjeen de vlag wapperde fier langs den vloed! Even probeeren of hij den stok op kon til len.... één, twee.... een klein duwtje rang! rinkeldekinkbom! Daar was de stok hem ontschoten en dwars door het zolderraam gevlogen! Ontzet van angst liet Rinus hem vallen, terwijl op hetzelfde oogenblik een ijse- lijk gegil van beneden klonk: „Help help, dieven, dieven! Help, haal de politie, er zijn dieven op zolder!" En Rinus had wel tien minuten noodig om z'n Tante gerust te stellen. Nu, je begrijpt, dat Tante woedend was! On middellijk stoof ze met haar nachtpon nog aan, naar den zolder om de ramp te overzien. En toen ze uit het dakraam keekO wee, daar stond zoowaar een heele oploop aan den overkant van 't grachtje. En alle menschen en kinderen riepen: „Er is een koningskind geboren, want juffrouw Smalders steekt de vlag al uit!" In een ommezien was 't heele stadje op de been. De troepen kinderen werden steeds groo- ter, ze liepen zingend en jubelend alle kleine grachtjes langs en riepen maar al van „Oranje boven!" „Leve de Prins!" en „Leve de Prin ses!" En zelfs toen het allang negen uur gesla gen had, dacht nog niemand eraan om naar school te gaan. En of nu de burgemeester en de hoofdonderwijzer en alle politieagenten al riepen, dat ze van niets wisten en dat het heusch onzin was't hielp niet. 't Oranje- gejubel nam geen einde. En de meneer van de „Oprechte Waterdamsche koerier", die bij de telefoon had zitten dommelen, omdat hij den heelen nacht wakker had moeten blijven, schrok zich een hoedje, toen hij het gejuich op straat hoorde en stak net z'n had uit om Baarn op te bellen, toenopeens een luide doordringende schel weerklonk. „Hallo hier Waterdamsche hoewat zegt u? Een Prinses? O, dank u wel!" En zoo snel zal z'n beenen hem dragen konden, holde de meneer van de krant naar beneden om de bulleltins aan te plakken. 't Gejuich op straat verdubbelde en iedereen riep: „Die juffrouw Smalders toch! Ze wist het nog eerder dan de krant!" En Rinus' Tante was hierdoor zóó verbou wereerd en zóó blij, dat haar Oranje-hart dat al dien tijd onder een dikke laag zuinig heid begraven was geweest! nu opeens bo venkwam en ze Rinus om den hals vloog en nog altijd met haar nachtpon aan samen met haar neefje de mooie vlag uit stak. Over 't ruitje werd niet meer gekikt en de étalage stond een uurtje later vol prachtige Oranje rozen! R. DE RUYTER v. d. FEER. Een meevaller. In 1920 zonk een Bul- gaarsch schip in de Zwarte Zee. 16 jaar latei- heeft men het schip weer boven water ge bracht en tot aller verbazing bleek dat het slechts weinig reparatie noodig had om weer m de vaart gebracht te worden. Een cameleon onder de planten. Die komt voor in Mexico. Daar groeit n.l. een plant, die bloemen draagt, die 6 maal per dag van kleur verandert. Ze verschijnt 's morgens in 't wit, wordt dan zacht rose en daarna helder rood. Dan gaat ze over naar mauve om na eenigen tijd diep violet te worden waarna ze den dag besluit met een helder blauw kleed. De Chineesche muur. Deze muiu- was in zijn goeden tijd van boven 7 en van onderen 10 meter breed, op sommige punten 12 meter hoog en meer dan 300 kilometer lang. Er be staan nog maar enkele gedeelten van. EEN DIPLOMATEN GRAPJE. Je weet allemaal wel, dat diplomaten over 't algemeen erg deftige menschen zijn. die streng vasthouden aan de goede omgangs vormen. „Natuurlijk," zul je zeggen, „dat doe ik ook. Ik spreek altijd met twee woorden, laat m'n moeder voorgaan bij het thuiskomen en als ik mijnheer van hiernaast tegenkom, neem ik m'n petje af." Fijn, maar met die eenvoudige bel'eefdheid- jes is een diplomaat nog lang niet klaar; als je dat denkt, heb je 't mis! Bij den omgang aan het hof en tusschen gezanten, ministers en zulke'hooge oomes komt nog heel wat meer kijken! En dat dit ook weieens erg lastig kan zijn en aanleiding even tot vermakelijke tóe standen, bewijst de volgende ware geschiede nis verteld door een Duitsch soldaat, die een heelen tijd geleden nu. ik denk zoowat in 1900 voor het keizerlijk paleis te Potsdam op wacht stond*. „Er werd dien avond een groot feest gege ven en ik had nog maar een paar keer op en neer gewandeld, toen een officier op me kwam toestuiven, die riep: „Opgelet! De Engelsche gezant gaat zoometeen het feest verlaten. Pre senteer net zoolang het geweer, tot het rijtuig uit het gezicht is." Ik maak me klaar en 't volgende oogenblik stormt een heele militaire kapel naar buiten en stelt zich bliksemsnel op het terras op. Ze had 't bievel, zoodra het rijtuig van den En- gelschen gezant zich in beweging zette, het Engelsche volkslied te spelen en dit net zoo lang te doen, tot het rijtuig uit het gezicht was. Vlak daarop verscheen Zijne 'excellentie de gezant met nog drie andere heeren in diplo- matenuniformen. Ik presenteer het geweer, de kapelmeester heft den dirigeerstok en de vier Engelsche heeren stappen in. De paarden trekken aan, de muziek zet in. Plotseling blijft het rijtuig weer stilstaan. De vier diplomaten gaan staan en luisteren eerbiedig salueerend toe. Als het volkslied uit is, nemen ze weer plaats en het rijtuig zet zich in beweging. Dit briefje vooraf bevat alleen nieuws voor de nieuwe rubriekertjes tevens clubleden. Zij moeten a.s. Woensdag hun briefjes op de club medebrengen. Onder het briefje naam, schuilnaam, adres en leeftijd vermel den. BESTE I-IECTOR. Wat een grappig plaat je stond er op je briefje. Het majmetje is ontstaan uit allerlei cirkels z.g. vbetballen. Heb je het zelf geteekend, of is het geïl lustreerd papier uit een map of doos? Zoo heb je 1.1. Zondag V.S.V. tegen Ajax zien spelen? Je zult wel koud en half bevroren zijn thuis gekomen of was je zoo enthousiast dat de koude je niet deerde? Dat je erg vermoeid van je wandeling te Driehuis terug kwam, kan ik me voorstellen. Wil je m'n groeten aan je moeder doen? Dag Hector. BESTE KLEINE ZUS. Wat kan je zus toch goed teekenen. Ze heeft zoo maar een schets van je kleedje gemaakt. Prettig dat je werk zoo mooi wordt. Tot Woensdag. Dag kleine Zus. BESTE VERONIKA. Natuurlijk mag je een paar muziekstukjes overnemen. Breng je muziekpapier mede, of neem je de muziek over in cijferschrift? Aan je kleedje hoop ik te denken, Zijde heb ik al gekocht, zoodat alle meisjes weer verder kunnen werken. We beginnen ook aan de Paaschstukjes. 'k Hoop dat niemand a.s. Woensdag thuis behoeft te blijven. Tot Woensdag. Dag Veronika. BESTE MOEDER'S OUDSTE. Wat heb jij een goeden verjaardag gehad zeg. 'k Vrees je niet meer te kennen als ik je, met je nieuwe spullen aan. tegenkom. Het beste is dan een bordje op de borst en rug te hangen waarop je schuilnaam prijkt. De gymnastiekblouse en -schoenen komen je ook goed van pas. 'k Hoop dat je alles vaak kunt aantrekken en dat je veel pleizier van je nieuwe kleeren moogt hebben. Dag Moeder's Oudste. LIEF BOODSCHAPSTERTJE. Aan je ver zoek hoop ik tegemoet te komen. Nu je tante naar Harlingen is, kan je thuis fijn wer ken. 't Zal je extra helpen, zoodat het werk op tijd klaar komt. Prettig dat je twee nieu we vriendinnetjes voor me hebt medege bracht. Het zijn beide oud-leerlingetjes van me. A.s. Woensdag krijgen ze een eigen handwerkje en mogen ze, evenals de andere clubleden, aan het Paasehstukje beginnen. Dag Boodschapstertje. BEST ZONDAGSKIND. Jouw verjaar dag is, evenmin als de verjaardig van Moe der's Oudste, ongemerkt voorbij gegaan. Wat heb je veel gekregen. Prettig dat er ook een handwerk bij was. Je kunt je nu 's avonds nuttig bezig houden Aan het geheim ben je begonnen. Nu maar goed je best blijven doen zoodat het keurig netjes gewerkt wordt. Tot Woensdag. Dag Zondagskind. LIEF CROCUS JE. Hoe vindt je moeder het sterretje? Ik denk wel dat het naar haar zin zal zijn. Je kunt in het wex-k alle zij de resten verwerken en je zult waarschijnlijk wel genoeg hebben. Je komt dan ook eens door den ouden voorraad heen. Van het blijven liggen wordt de zijde niet beter. Zal je vooral netjes haken thuis? Slordig werk gaat er onherroe pelijk uit, denk er om. Tot ziens. Dag Cro- cusje. BEST SPARRETJE. M'n dank voor het halve ei. Ik was er heel blij mede. en zie reeds verlangend naar de andere helft uit. Fijn, dat je van de sneeuw hebt kunnen genieten, 'k Vond het echt prettig je een genoegen met de plaat te kunnen doen. Ingelijst is het een goede wandversiering 'k Geloof zeker dat de wanden van je kamertje er gezellig uitzien. Je bezit nog al eenige schilderijtjes. Het beste hoor. Dag Sparretje. LIEF GOUDMUILTJE. Van harte hoop ik voor je dat je met Pinksteren aan de gym nastiekwedstrijden te Naarden moogt deel nemen. Het lijkt me echt prettig voor je, vooral als het weer wat mede werkt. Het in- leggeld is, in verhouding tot de reis die ge maakt moet 'worden, zeer gering. Je bent aan je geheim heerlijk opgeschoten zeg, en krijgt het natuurlijk ruim op tijd klaar. Tot Woensdag. Dag Goudmuiltje. BEST NAAISTERTJE. Meisjelief, je bent van harte welkom, 'k Hoop dat je de club trouw blijft bezoeken en mij geregeld schrijft. A.s. Woensdag krijg je ook een eigen handwerkje en mag je, evenals de andere meisjes aan het Paasch stukje beginnen. Dag Naaistertje. BESTE KRUIDJE-ROER-ME-NIET. Er zullen in je klas heel wat stukken chocolade worden uitgedeeld zeg. Na vijf keer 0 'fout reeds een reep te krijgen, vind ik vrij vlug. Je hebt al drie maal een reep gehad en bent bezig je vierde reep te verdienen? Je doet heel goed je best en dat vind ik prettig. Waar ga je op school in welke klas zit je en hoe heet je onderwijzeres of onderwijzer? Tot Woens dag. Dag Kruidje-roer-me-niet. LIEF LEZERESJE. Prettig dat je een nieuw vriendinnetje voor me medegebracht hebt. Je weet het, bij mij is het steeds „hoe meer zielen, des te meer vreugd", 'k Vind het altijd heel gezellig als er veel kinderen bij een zijn. zoo ook 1.1. Woensdagmiddag. Zelf heb ik het dan wel erg druk en volhandig, maar als allen zoo echt fijn aan het werk zijn en rustig naar me toe komen als ze niet ver der kunnen, geniet ik vol op. Indien noodig wil je haar zeker wel even met het schrijven van de briefjes op dreef helpen? Wil je je moeder m'n groeten terug doen? Dag Leze resje. BEST ZUSJESBESCHERMSTERTJE. De uitvoering van L. heb ik bijgewoond. Het ge heel vond ik aardig maar heb toch niet zoo genoten als vorige jaren. Eerst dacht ik dat het aan mij lag, maar later vernam ik van andere dames, dat zij eveneens minder geno ten hadden. De pretjes zijn anders niet van de lucht zeg. Het is maar goed dat je ont- bijtlaken reeds lang klaar is, anders zou ik gaan vreezen dat ze niet meer gereed zou komen. Maar ik plaag maar een beetje hoor. Meisjes die altijd goed hun best doen, mo gen ook wel eens een pretje er tusschen door hebben. Tot ziens. Dag Zusjesbeschermster- tje. LIEF HANDWERKSTERTJE. Zeg meisje weet je wat ik dacht toen ik je zusjes briefje las? Je kunt het niet raden en daarom schrijf ik je m'n gedachten maar. ik dacht.... Greet je is zeker moeder in plaats van kind. Want, zoover mij bekend is, mogen alleen moeders en vaders ouderavonden bijwonen en geen kinderen. Maar natuurlijk, het hoofd van je zusjes school wil je een beetje ver wennen en maakt voor jou een uitzondering, 'k Ben benieuwd of je onder de bedrijven door ook in slaap bent gevallen en hoe laat je Donderdagmorgen uit de veeren bent ge komen. Dag Handwerkstertje. BEST TEEKENAARSTERTJE. Meisjelief wat heb je me laten schrikken. Een nul voor rekenen vind ik toch heusch heel erg, slechter is niet mogelijk. Ook ik vrees dat je blijft zitten. Jammer zou dat zijn maar misschien beter dan voortsukkelen. Je moet echter be ter gaan opletten en minder babbelen. Tot Woensdag. Dag Teekenaarstertje. BEST KRULLEKOPJE. Zoo ben je zoo druk aan het repeteeren voor het a.s. jaar feest? Ik ben benieuwd naar het aantal pro gramma-nummers. Je kunt ter minste nog heel wat instudeeren voor het Mei is, vooral als je zoo dikwijls repetitie hebt als de laatste weken. Heb je het lintenspel als eens geheel doorgespeeld? Als ik gelegenheid heb, hoop ik de uitvoering bij te wonen. Hoe gaat het op school? Denk je dat je genoeg hebt opgehaald om over te gaan? Het beste hoor. Wil je je moeder voor haar schrijven namens mij be danken en m'n groeten terug doen? Dag Krullekopje. LIEF ZWEMSTERTJE. Je nieuwe jurk vond ik snoezig. Trouwens, alle meisjes zagen er fleurig en schattig uit. De groote haarstrik- ken deden het ook goed. Zal je thuis goed je best doen als je aan het kussen werkt? Het gaat niet om vlug te werken, maar wel om net werk. Als je hetgeen ik je opgegeven heb, klaar hebt, zorg je dat ik het even te zien krijg. Ik zal je dan, mits het er goed uitziet, verder helpen. Wil je thuis m'n groeten te rug doen? Dag Zwemstertje. BESTE ERMELOSCHE VRIENDEN. Van mevrouw B. vernam ik het een en ander over de ziekte van je moeder, 'k Wensch haar van harte beterschap en hoop dat, wanneer jullie dit schrijven leest, het ergste al weer voorbij is en zij weer spoedig gezond en wel in haar huis mag terugkomen. Schrijven jul lie mij volgende week eens hoe het met je moeder gaat? Het beste hoor. Dag jongens. Veel groeten van, Mej. E. VIJLBRIEF. Oogenblikkelijk begint de kapel, volgens order, weer te spelen. Het rijtuig stopt, de heeren staan op, salueeren en luisteren. Als het volks lied uit is, gaan ze zitten en het rijtuig zet zich in beweging. Nogmaals het volkslied, weer staat het rijtuig stil, de heeren staan op. Eind van 't volkslied, ze gaan zitten, het rijtuig wil wegrijdenvolkslied enz. enz. enz. Zoo gaat het precies vijftien keer achter elkaar en het rijtuig is inmiddels nog geen dertig meter ver der gekomen. Mijn armspieren zijn intusschen totaal ver lamd en ik ben dan ook niet meer in staat,, 't geweer te presente eren, maar klem het, schokkend van 't ingehouden lachen, als een kind in den arm. Ook de musici kunnen zich haast niet meer goedhouden; de kapelmees ter wischt telkens z'n voorhoofd af en bij den laatsten keer volkslied klinkt het vreeselijk valsch. Dan heeft men in 't paleis blijkbaar de fout opgemerkt. Een adjudant komt naar buiten, overziet den pijnlijken toestand, snelt naar den kapelmeester en geeft hem een teeken, op te houden. Ieder slaakt een zucht van ver lichting en het Engelsche rijtuig vliegt er als een pijl uit den boog vandoor I Ja, zulke dingen kunnen je gebeuren, als je diplomaat bent! MET HOEVEEL ZIJN ZE? (Zoekplaatje.) Ze liepen samen in het bosch Ze zochten nootjes tusschen 't mos. Maar 't was verboden hier te komen, De boschwachter gluurt door de boornen Hij wil ze pakken één voor één, Maar hoeveel loopen vlug daar heen? W. B.—Z. Waar zou die man niet verstaanbaar zijn? In Frankfort a. d. Mam woont een professor Ludwig Harald Schütz, die 220 talen beheerscht waarvan 60 wel zoo goed, dat hij ze kan spre ken en schrijven. VOOR EEN VRIJ KWARTIERTJE. Als je de cijfertjes in volgorde verbindt, zul je bemerken, dat je een leuk figuurtje krijgt,

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1938 | | pagina 8