BESTE VRIENDINNETJES
EN VRIENDJES
HOE RINUS DE VLAG UITSTAK
TOEN 'T PRINSESJE GEBOREN WERD.
Avonturen van een echte Hollandsche jongen
en zijn zuinige tante.
„Tante, toe lieve tante," bedelde Rinus.
„Nee en nogeens nee," zei tante gestreng
en ze keek schuins over haar bril met een ver
nietigenden blik. ,,'t Kost allemaal maar geen
geld, hè? En de Prinses komt hier tóch niet
kijken, of dacht je van wel?"
„Nou ja," zei Rinus, „maar 't is toch feest
straks. En mag er dan niet een klein beetje
oranje in onze etalage? Dat is toch leuk, tante,
dat hoort toch zoo!"
„Jij zult mij zeker vertellen wat hoort en
niet hoort, kwajongen die je bent! Marsch, ga
maar gauw op straat spelen!"
„Goed. tante. Dag tante."
En 't belletje van den kleinen manufactu
renwinkel rinkelde zenuwachtig, toen de deur
achter Rinus dichtsloeg.
De koopman met oranjerozen, crêpe papier
en vlaggetjes bleef nog aarzelend op de mat
staan.
Hebt u écht niets noodig, juffrouw? Fijne
papieren rozen, een sieraad voor je etalage?"
„Mail, hou óp! Wie komt hier in Waterdam
nou toch langs dit stille grachtje! De licht-
stoet niet en de muziek niet en de menschen,
die naar 't klokluiden gaan luisteren, ook niet!
En dan zou ik zeker in m'n doodelijke eentje
den boel gaan versieren! En straks met Prin-
sessedag weer, en dan nog eens met Koningin
nedag. Alsmaar weer nieuwe vlaggetjes en
papiertjes en rommeltjes, hè? Ja, ja, je doet
maar, of 't geen geld kost!
„Kom juffrouwe, je moet je Oranjehart laten
spreken!"
„Oranjehart?" nu schoof juffrouw Smalders
haar bril vèr omhoog tot op haar voorhoofd
en keek den man met haar kleine, stekende
oogjes strak aan.
„Wou jij iets zeggen over m ij n Oranjehart?
Is dat soms niet in orde? mensch, 'k zou voor
ons Oranjehuis door 't vuur gaan, maar weet
jij, wat ik allemaal op moet brengen hier in
dit winkeltje? Huur en belasting en licht en
dan het onderhoud voor m'n neefje, die arme
stumperd! nee, zeg ik. nee, ik heb niks noodig!
nee, en nogeens neel"
Op school, in de spannende, blijde dagen
voor de geboorte van ons Prinsesje, had Rinus
't hoogste woord.
„Zoodra 't bericht komt, dat er een Prins
geboren is, steek ik de vlag uit!" riep hij.
„En als 't een Prinses is?"
„Ook, natuurlijk! Fijn, jongens, niemand
heeft lekker zoo'n mooie vlag als wij. En mor
gen breng ik m'n album mee met wel over de
honderd foto's van 't Oranjehuis. Daar staat
alles in; zul je eens zien!"
„Heb je 't van je Tante9"
„Bèn je, nog van moeder," zei Rinus. En
toen viel er even een stilte, want allemaal wis
ten ze wel, dat Rinus' vader en moeder vier
jaar geleden plotseling gestorven waren: een
auto-ongeluk. En nu was Rinus bij z'n Tante
in huis. 'n Erg beste vrouw, maar wel wat saai
voor zoo'n kereltje", zeiden de menschen. En
de kinderen vonden Rinus z'n Tante een echt
zuurpmimpje
„Zuinig dat ze is!" vertelden ze elkaar. „Ze
schenkt de theebladen driemaal af en ze doet
stroo door de andijvie, 'k weet het van de
buren."
Maar die malle praatjes vertelden ze altijd
als Rinus er niet bij was. Hij zou ook stellig
voor z'n Tante zijn opgekomen, want hij kreeg
goed te eten bij haar, dat moet gezegd worden.
Maar dat Tante zuinig wasnou, daar
wist hij van mee te praten; Had hij nog niet
lü-a.tsfc een draai om z'n ooren gehad, omdat
hij een lucifer die nog maar één keer gebruikt
was, weggooide? Nee, toen Rinus daaraan
dacht, begon hij opeens bang te worden, dat
!t met de vlag ook wel zoo vlot niet zou gaan!
En hij zuchtte eens héél diep!
„Tante," zei Rinus na het eten.
„Tante, als de Prins of Prinses geboren is,
mag ik dan alstublief direct onze prachtige
groote vlag uitsteken?"
„Tante legde haar breiwerk neer, schoof de
bril op haar voorhoofd en toen zei ze met ijs
koude stem: „Ik begrijp niet hoe je erbij komt!
Die nieuwe vlaguitsteken? Hoe haal je het
in je hoofd?"
„Maar Tante, een vlag is toch om uit te ste
ken!" waagde Rinus met schuchtere stem.
„Zoo'n mooie vlag niet!" zei Tante.
,,Ik bedoelhetdie vlag is nog van
jullie thuis en je vader kan 't goed doen. maar
ik niet. Als de vlag in een boom waait, of dooi
de dakgoot sleeptnee, nee, en nog eens
nee: de vlag is alléén voor Koninginnedag en
daarmee uit!
En Tante perste de lippen zoo stijf opeen,
dat Rinus geen woord meer durfde zeggen.
Z'n hart zonk hem in de schoenen en het
liefst had hij eigenlijk een deuntje gehuild.
Maar Vader had altijd gezegd, dat een echte
Hollandsche jongen nooit huilde, maar altijd
handelde.
Dat troostte Rinus en hij dacht bij zichzelf:
„Handelen zal lk, wacht maar!"
Den volgenden morgen, 't was Maandag 31
Januari, vóór dag en dauw was Rinus bij de
hand. Vlug trok hij z'n dikke gebreide sokken
aan. deed voorzichtig de deur van z'n kamertje
open en sloop de trap naar den zolder op. Be
neden hoorde hij z'n Tante nog behagelijk
snorken.
„Goed zoo," dacht Rinus. „Nu kan ik toonen
dat een echte Hollandsche jongen niet huilt
maar handelt en dat m'n Oranje-hart op de
rechte plaats zit."
En hij voelde zich precies zoo heldhaftig als
veerman Koppelstok vóór den Briel.
Krak-krak-krak deed de oude zoldertrap.
Rinus' Oranje-hart klopte in zijn keel en hij
hield z'n adem in. Maar nee hoor, Tante sliep
nog, ze had niets gemerkt. Op z'n teenen sloop
Rinus den zolder over, regelrecht naar den
koffer, waarin de vlug netjes lag opgevouwen.
De vlag van thuiso, hoe heerlijk had
hij 't vroeger gevonden, als hij die met vader
mocht gaan uitsteken! Maar Rinus had nu
geen tijd om daarover te denken: snel als de
wind liep hij met de vlag onder den arm naar
het zolderraam. Daar lag de stok schuin over
den zolder. Voorzichtig zocht hij in 't sche
merdonker naar de bandjes en toen bond hij
vlug en handig de vlag aan den stok,
Wel tien minuten lang prutste hij met klop
pend hart en koude vingers voort, dan zei hij
bij zichzelf: „ziezoo".
Zóó zou hij de driekleur laten liggen en als
dan het blijde nieuws kwam, dan had hij maar
naar boven te sluipen, één duwtjeen de
vlag wapperde fier langs den vloed!
Even probeeren of hij den stok op kon til
len.... één, twee.... een klein duwtje
rang! rinkeldekinkbom! Daar was de stok
hem ontschoten en dwars door het zolderraam
gevlogen! Ontzet van angst liet Rinus hem
vallen, terwijl op hetzelfde oogenblik een ijse-
lijk gegil van beneden klonk: „Help help,
dieven, dieven! Help, haal de politie, er zijn
dieven op zolder!"
En Rinus had wel tien minuten noodig om
z'n Tante gerust te stellen.
Nu, je begrijpt, dat Tante woedend was! On
middellijk stoof ze met haar nachtpon nog
aan, naar den zolder om de ramp te overzien.
En toen ze uit het dakraam keekO wee,
daar stond zoowaar een heele oploop aan den
overkant van 't grachtje.
En alle menschen en kinderen riepen: „Er
is een koningskind geboren, want juffrouw
Smalders steekt de vlag al uit!"
In een ommezien was 't heele stadje op de
been. De troepen kinderen werden steeds groo-
ter, ze liepen zingend en jubelend alle kleine
grachtjes langs en riepen maar al van „Oranje
boven!" „Leve de Prins!" en „Leve de Prin
ses!" En zelfs toen het allang negen uur gesla
gen had, dacht nog niemand eraan om naar
school te gaan. En of nu de burgemeester en
de hoofdonderwijzer en alle politieagenten al
riepen, dat ze van niets wisten en dat het
heusch onzin was't hielp niet. 't Oranje-
gejubel nam geen einde. En de meneer van
de „Oprechte Waterdamsche koerier", die bij
de telefoon had zitten dommelen, omdat hij
den heelen nacht wakker had moeten blijven,
schrok zich een hoedje, toen hij het gejuich op
straat hoorde en stak net z'n had uit om
Baarn op te bellen, toenopeens een luide
doordringende schel weerklonk. „Hallo
hier Waterdamsche hoewat zegt u? Een
Prinses? O, dank u wel!" En zoo snel zal z'n
beenen hem dragen konden, holde de meneer
van de krant naar beneden om de bulleltins
aan te plakken.
't Gejuich op straat verdubbelde en iedereen
riep:
„Die juffrouw Smalders toch! Ze wist het
nog eerder dan de krant!"
En Rinus' Tante was hierdoor zóó verbou
wereerd en zóó blij, dat haar Oranje-hart
dat al dien tijd onder een dikke laag zuinig
heid begraven was geweest! nu opeens bo
venkwam en ze Rinus om den hals vloog en
nog altijd met haar nachtpon aan samen
met haar neefje de mooie vlag uit stak.
Over 't ruitje werd niet meer gekikt en de
étalage stond een uurtje later vol prachtige
Oranje rozen!
R. DE RUYTER v. d. FEER.
Een meevaller. In 1920 zonk een Bul-
gaarsch schip in de Zwarte Zee. 16 jaar latei-
heeft men het schip weer boven water ge
bracht en tot aller verbazing bleek dat het
slechts weinig reparatie noodig had om weer
m de vaart gebracht te worden.
Een cameleon onder de planten. Die komt
voor in Mexico. Daar groeit n.l. een plant, die
bloemen draagt, die 6 maal per dag van kleur
verandert. Ze verschijnt 's morgens in 't wit,
wordt dan zacht rose en daarna helder rood.
Dan gaat ze over naar mauve om na eenigen
tijd diep violet te worden waarna ze den dag
besluit met een helder blauw kleed.
De Chineesche muur. Deze muiu- was in zijn
goeden tijd van boven 7 en van onderen 10
meter breed, op sommige punten 12 meter
hoog en meer dan 300 kilometer lang. Er be
staan nog maar enkele gedeelten van.
EEN DIPLOMATEN GRAPJE.
Je weet allemaal wel, dat diplomaten over
't algemeen erg deftige menschen zijn. die
streng vasthouden aan de goede omgangs
vormen.
„Natuurlijk," zul je zeggen, „dat doe ik ook.
Ik spreek altijd met twee woorden, laat m'n
moeder voorgaan bij het thuiskomen en als ik
mijnheer van hiernaast tegenkom, neem ik
m'n petje af."
Fijn, maar met die eenvoudige bel'eefdheid-
jes is een diplomaat nog lang niet klaar; als
je dat denkt, heb je 't mis! Bij den omgang
aan het hof en tusschen gezanten, ministers
en zulke'hooge oomes komt nog heel wat meer
kijken! En dat dit ook weieens erg lastig kan
zijn en aanleiding even tot vermakelijke tóe
standen, bewijst de volgende ware geschiede
nis verteld door een Duitsch soldaat, die een
heelen tijd geleden nu. ik denk zoowat in
1900 voor het keizerlijk paleis te Potsdam
op wacht stond*.
„Er werd dien avond een groot feest gege
ven en ik had nog maar een paar keer op en
neer gewandeld, toen een officier op me kwam
toestuiven, die riep: „Opgelet! De Engelsche
gezant gaat zoometeen het feest verlaten. Pre
senteer net zoolang het geweer, tot het rijtuig
uit het gezicht is."
Ik maak me klaar en 't volgende oogenblik
stormt een heele militaire kapel naar buiten
en stelt zich bliksemsnel op het terras op. Ze
had 't bievel, zoodra het rijtuig van den En-
gelschen gezant zich in beweging zette, het
Engelsche volkslied te spelen en dit net zoo
lang te doen, tot het rijtuig uit het gezicht
was.
Vlak daarop verscheen Zijne 'excellentie de
gezant met nog drie andere heeren in diplo-
matenuniformen. Ik presenteer het geweer,
de kapelmeester heft den dirigeerstok en de
vier Engelsche heeren stappen in. De paarden
trekken aan, de muziek zet in. Plotseling blijft
het rijtuig weer stilstaan. De vier diplomaten
gaan staan en luisteren eerbiedig salueerend
toe. Als het volkslied uit is, nemen ze weer
plaats en het rijtuig zet zich in beweging.
Dit briefje vooraf bevat alleen nieuws voor
de nieuwe rubriekertjes tevens clubleden.
Zij moeten a.s. Woensdag hun briefjes op
de club medebrengen. Onder het briefje
naam, schuilnaam, adres en leeftijd vermel
den.
BESTE I-IECTOR. Wat een grappig plaat
je stond er op je briefje. Het majmetje is
ontstaan uit allerlei cirkels z.g. vbetballen.
Heb je het zelf geteekend, of is het geïl
lustreerd papier uit een map of doos? Zoo heb
je 1.1. Zondag V.S.V. tegen Ajax zien spelen?
Je zult wel koud en half bevroren zijn thuis
gekomen of was je zoo enthousiast dat de
koude je niet deerde? Dat je erg vermoeid van
je wandeling te Driehuis terug kwam, kan ik
me voorstellen.
Wil je m'n groeten aan je moeder doen?
Dag Hector.
BESTE KLEINE ZUS. Wat kan je zus
toch goed teekenen. Ze heeft zoo maar een
schets van je kleedje gemaakt. Prettig dat je
werk zoo mooi wordt. Tot Woensdag. Dag
kleine Zus.
BESTE VERONIKA. Natuurlijk mag je
een paar muziekstukjes overnemen. Breng
je muziekpapier mede, of neem je de muziek
over in cijferschrift? Aan je kleedje hoop ik
te denken, Zijde heb ik al gekocht, zoodat
alle meisjes weer verder kunnen werken. We
beginnen ook aan de Paaschstukjes. 'k Hoop
dat niemand a.s. Woensdag thuis behoeft te
blijven. Tot Woensdag. Dag Veronika.
BESTE MOEDER'S OUDSTE. Wat heb jij
een goeden verjaardag gehad zeg. 'k Vrees je
niet meer te kennen als ik je, met je nieuwe
spullen aan. tegenkom. Het beste is dan een
bordje op de borst en rug te hangen waarop je
schuilnaam prijkt. De gymnastiekblouse en
-schoenen komen je ook goed van pas. 'k
Hoop dat je alles vaak kunt aantrekken en dat
je veel pleizier van je nieuwe kleeren moogt
hebben. Dag Moeder's Oudste.
LIEF BOODSCHAPSTERTJE. Aan je ver
zoek hoop ik tegemoet te komen. Nu je tante
naar Harlingen is, kan je thuis fijn wer
ken. 't Zal je extra helpen, zoodat het werk
op tijd klaar komt. Prettig dat je twee nieu
we vriendinnetjes voor me hebt medege
bracht. Het zijn beide oud-leerlingetjes van
me. A.s. Woensdag krijgen ze een eigen
handwerkje en mogen ze, evenals de andere
clubleden, aan het Paasehstukje beginnen.
Dag Boodschapstertje.
BEST ZONDAGSKIND. Jouw verjaar
dag is, evenmin als de verjaardig van Moe
der's Oudste, ongemerkt voorbij gegaan. Wat
heb je veel gekregen. Prettig dat er ook een
handwerk bij was. Je kunt je nu 's avonds
nuttig bezig houden Aan het geheim ben je
begonnen. Nu maar goed je best blijven
doen zoodat het keurig netjes gewerkt wordt.
Tot Woensdag. Dag Zondagskind.
LIEF CROCUS JE. Hoe vindt je moeder
het sterretje? Ik denk wel dat het naar haar
zin zal zijn. Je kunt in het wex-k alle zij de
resten verwerken en je zult waarschijnlijk wel
genoeg hebben. Je komt dan ook eens door den
ouden voorraad heen. Van het blijven liggen
wordt de zijde niet beter. Zal je vooral netjes
haken thuis? Slordig werk gaat er onherroe
pelijk uit, denk er om. Tot ziens. Dag Cro-
cusje.
BEST SPARRETJE. M'n dank voor het
halve ei. Ik was er heel blij mede. en zie reeds
verlangend naar de andere helft uit. Fijn,
dat je van de sneeuw hebt kunnen genieten,
'k Vond het echt prettig je een genoegen
met de plaat te kunnen doen. Ingelijst is
het een goede wandversiering 'k Geloof zeker
dat de wanden van je kamertje er gezellig
uitzien. Je bezit nog al eenige schilderijtjes.
Het beste hoor.
Dag Sparretje.
LIEF GOUDMUILTJE. Van harte hoop
ik voor je dat je met Pinksteren aan de gym
nastiekwedstrijden te Naarden moogt deel
nemen. Het lijkt me echt prettig voor je,
vooral als het weer wat mede werkt. Het in-
leggeld is, in verhouding tot de reis die ge
maakt moet 'worden, zeer gering. Je bent
aan je geheim heerlijk opgeschoten zeg, en
krijgt het natuurlijk ruim op tijd klaar. Tot
Woensdag. Dag Goudmuiltje.
BEST NAAISTERTJE. Meisjelief, je
bent van harte welkom, 'k Hoop dat je de club
trouw blijft bezoeken en mij geregeld
schrijft. A.s. Woensdag krijg je ook een eigen
handwerkje en mag je, evenals de andere
meisjes aan het Paasch stukje beginnen. Dag
Naaistertje.
BESTE KRUIDJE-ROER-ME-NIET. Er
zullen in je klas heel wat stukken chocolade
worden uitgedeeld zeg. Na vijf keer 0 'fout
reeds een reep te krijgen, vind ik vrij vlug.
Je hebt al drie maal een reep gehad en bent
bezig je vierde reep te verdienen? Je doet heel
goed je best en dat vind ik prettig. Waar ga
je op school in welke klas zit je en hoe heet je
onderwijzeres of onderwijzer? Tot Woens
dag. Dag Kruidje-roer-me-niet.
LIEF LEZERESJE. Prettig dat je een
nieuw vriendinnetje voor me medegebracht
hebt. Je weet het, bij mij is het steeds „hoe
meer zielen, des te meer vreugd", 'k Vind het
altijd heel gezellig als er veel kinderen bij
een zijn. zoo ook 1.1. Woensdagmiddag. Zelf
heb ik het dan wel erg druk en volhandig,
maar als allen zoo echt fijn aan het werk zijn
en rustig naar me toe komen als ze niet ver
der kunnen, geniet ik vol op. Indien noodig
wil je haar zeker wel even met het schrijven
van de briefjes op dreef helpen? Wil je je
moeder m'n groeten terug doen? Dag Leze
resje.
BEST ZUSJESBESCHERMSTERTJE. De
uitvoering van L. heb ik bijgewoond. Het ge
heel vond ik aardig maar heb toch niet zoo
genoten als vorige jaren. Eerst dacht ik dat
het aan mij lag, maar later vernam ik van
andere dames, dat zij eveneens minder geno
ten hadden. De pretjes zijn anders niet van
de lucht zeg. Het is maar goed dat je ont-
bijtlaken reeds lang klaar is, anders zou ik
gaan vreezen dat ze niet meer gereed zou
komen. Maar ik plaag maar een beetje hoor.
Meisjes die altijd goed hun best doen, mo
gen ook wel eens een pretje er tusschen door
hebben. Tot ziens. Dag Zusjesbeschermster-
tje.
LIEF HANDWERKSTERTJE. Zeg meisje
weet je wat ik dacht toen ik je zusjes briefje
las? Je kunt het niet raden en daarom
schrijf ik je m'n gedachten maar. ik dacht....
Greet je is zeker moeder in plaats van kind.
Want, zoover mij bekend is, mogen alleen
moeders en vaders ouderavonden bijwonen
en geen kinderen. Maar natuurlijk, het hoofd
van je zusjes school wil je een beetje ver
wennen en maakt voor jou een uitzondering,
'k Ben benieuwd of je onder de bedrijven
door ook in slaap bent gevallen en hoe laat
je Donderdagmorgen uit de veeren bent ge
komen. Dag Handwerkstertje.
BEST TEEKENAARSTERTJE. Meisjelief
wat heb je me laten schrikken. Een nul voor
rekenen vind ik toch heusch heel erg, slechter
is niet mogelijk. Ook ik vrees dat je blijft
zitten. Jammer zou dat zijn maar misschien
beter dan voortsukkelen. Je moet echter be
ter gaan opletten en minder babbelen. Tot
Woensdag. Dag Teekenaarstertje.
BEST KRULLEKOPJE. Zoo ben je zoo
druk aan het repeteeren voor het a.s. jaar
feest? Ik ben benieuwd naar het aantal pro
gramma-nummers. Je kunt ter minste nog
heel wat instudeeren voor het Mei is, vooral
als je zoo dikwijls repetitie hebt als de laatste
weken. Heb je het lintenspel als eens geheel
doorgespeeld? Als ik gelegenheid heb, hoop ik
de uitvoering bij te wonen. Hoe gaat het op
school? Denk je dat je genoeg hebt opgehaald
om over te gaan? Het beste hoor. Wil je je
moeder voor haar schrijven namens mij be
danken en m'n groeten terug doen? Dag
Krullekopje.
LIEF ZWEMSTERTJE. Je nieuwe jurk
vond ik snoezig. Trouwens, alle meisjes zagen
er fleurig en schattig uit. De groote haarstrik-
ken deden het ook goed. Zal je thuis goed je
best doen als je aan het kussen werkt? Het
gaat niet om vlug te werken, maar wel om
net werk. Als je hetgeen ik je opgegeven heb,
klaar hebt, zorg je dat ik het even te zien
krijg. Ik zal je dan, mits het er goed uitziet,
verder helpen. Wil je thuis m'n groeten te
rug doen? Dag Zwemstertje.
BESTE ERMELOSCHE VRIENDEN. Van
mevrouw B. vernam ik het een en ander over
de ziekte van je moeder, 'k Wensch haar
van harte beterschap en hoop dat, wanneer
jullie dit schrijven leest, het ergste al weer
voorbij is en zij weer spoedig gezond en wel
in haar huis mag terugkomen. Schrijven jul
lie mij volgende week eens hoe het met je
moeder gaat? Het beste hoor. Dag jongens.
Veel groeten van,
Mej. E. VIJLBRIEF.
Oogenblikkelijk begint de kapel, volgens order,
weer te spelen. Het rijtuig stopt, de heeren
staan op, salueeren en luisteren. Als het volks
lied uit is, gaan ze zitten en het rijtuig zet zich
in beweging. Nogmaals het volkslied, weer
staat het rijtuig stil, de heeren staan op. Eind
van 't volkslied, ze gaan zitten, het rijtuig wil
wegrijdenvolkslied enz. enz. enz. Zoo gaat
het precies vijftien keer achter elkaar en het
rijtuig is inmiddels nog geen dertig meter ver
der gekomen.
Mijn armspieren zijn intusschen totaal ver
lamd en ik ben dan ook niet meer in staat,,
't geweer te presente eren, maar klem het,
schokkend van 't ingehouden lachen, als een
kind in den arm. Ook de musici kunnen zich
haast niet meer goedhouden; de kapelmees
ter wischt telkens z'n voorhoofd af en bij den
laatsten keer volkslied klinkt het vreeselijk
valsch.
Dan heeft men in 't paleis blijkbaar de fout
opgemerkt. Een adjudant komt naar buiten,
overziet den pijnlijken toestand, snelt naar
den kapelmeester en geeft hem een teeken,
op te houden. Ieder slaakt een zucht van ver
lichting en het Engelsche rijtuig vliegt er als
een pijl uit den boog vandoor I
Ja, zulke dingen kunnen je gebeuren, als je
diplomaat bent!
MET HOEVEEL ZIJN ZE?
(Zoekplaatje.)
Ze liepen samen in het bosch
Ze zochten nootjes tusschen 't mos.
Maar 't was verboden hier te komen,
De boschwachter gluurt door de boornen
Hij wil ze pakken één voor één,
Maar hoeveel loopen vlug daar heen?
W. B.—Z.
Waar zou die man niet verstaanbaar zijn?
In Frankfort a. d. Mam woont een professor
Ludwig Harald Schütz, die 220 talen beheerscht
waarvan 60 wel zoo goed, dat hij ze kan spre
ken en schrijven.
VOOR EEN VRIJ KWARTIERTJE.
Als je de cijfertjes in volgorde verbindt, zul
je bemerken, dat je een leuk figuurtje krijgt,